Pestprotocol
1
Voor u ligt het pestprotocol van Basisschool “Op de Slek”. Het protocol beoogt via samenwerking van alle betrokkenen pestgedrag serieus te nemen . Dit gedrag willen we aanpakken en stoppen, zodat we het geluk en het welzijn van onze leerlingen daadwerkelijk verbeteren.
Wist je dat: ….4% van de kinderen op de basisschool aangeeft meerdere malen per week gepest te worden ….pesten van alle vormen van geweld het meeste voorkomt op scholen. ….27% van de kinderen op de basisschool zegt wel eens gepest te worden. ….op de middelbare school minder gepest wordt dan op de basisschool. ….2 van de 3 scholen een pestprotocol hebben, maar dat pesten evenveel voorkomt op scholen die een pestprotocol hebben als op andere scholen. ….1 op de 5 kinderen wordt wel eens gepest via email of sms.
2
Het pestprotocol Inleiding: Stel je eens voor; een school waar jij je thuis voelt, waar respectvol met jou en anderen wordt omgegaan en waar je prettig kunt werken spelen en leren. Er worden veel kinderen gepest op school. 4 % van de kinderen op de basisschool geeft aan meerdere malen per week gepest te worden. Dat is in elke klas wel één kind. Pestgedrag beschadigt mensen en leidt tot een onveilig leerklimaat in het algemeen. Kinderen kunnen er de rest van hun leven last van blijven houden. In de media zien we de laatste tijd diverse gevallen van pesten met een fatale afloop. Denk dus niet te lichtzinnig over pesten! Ook de pester kan zich sociaal negatief ontwikkelen, zeker als zijn gedrag getolereerd wordt door ouders of leerkracht. Het gevolg is dat dit op latere leeftijd kan leiden tot crimineel gedrag. Pesten is een probleem in onze maatschappij en op onze scholen: de school heeft een inspanningverplichting: Binnen het kader van de Arbo-wet is de school verplicht beleid te voeren dat medewerkers en leerlingen beschermd tegen agressie en geweld. Pesten kan gezien worden als een verschijningsvorm van fysiek en/of psychisch geweld. De school dient een anti-pestbeleid te voeren door een veilige omgeving te bieden; Ze kan hierop worden aangesproken door ouders en leerlingen. Goed beleid kan het pesten met 30% verminderen. WAT IS PESTEN? “Het op systematische wijze toepassen van lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld door een of meer leerlingen ten opzichte van een klasgenoot die niet (meer) in staat is zichzelf te verdedigen.” (definitie volgens Bob v.d. Meer) Bij pesten is er sprake van een ongelijke machtsverhouding. Het ene kind is sterker en het andere kind zwakker. Het sterkere kind, de pester, heeft een grote mond en anderen kijken tegen hem of haar op. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen; wil pijn doen, vernielen, vernederen, kwetsen of buitensluiten. Het gepeste kind voelt zich eenzaam, verdrietig, machteloos, onzeker en bang. Pesten is een lastig probleem omdat veel pestgedrag zich in het verborgene afspeelt. We mogen de rol van de groep die het pestgedrag in stand houdt(de omstanders) niet onderschatten!! Daarom is het van belang ook met deze groep aan de slag te gaan. Pesten komt in verscheidene vormen voor: - met woorden; ze maken je belachelijk,er wordt niet naar je geluisterd, je wordt uitgelachen, Ze maken grapjes over je, ze discrimineren je, je wordt uitgescholden - lichamelijk; je krijgt duwen en porren, je wordt geslagen of geschopt, je wordt aangeraakt of betast. - door achtervolging; je wordt opgewacht of achtervolgd - door uitsluiting; ze kiezen je niet met gym. Je mag niet meedoen. Niemand wil naast je zitten. - door stelen of vernietigen van spullen, ze pakken spullen af, maken opzettelijk kapot. - door afpersing; je wordt bedreigd, je moet de pester geld geven. - digitaal pesten; Hierin treedt een verharding op. Het is vaak anoniem en daarom vaak nog bedreigender. Het onbekende maakt het pesten via mail, chats, sms, zo vervelend. 3
Het zorgen voor een respectvolle omgang met elkaar, een veilige omgeving op scholen verkleint de kans op pesten.
Signalen Hoe komen we er achter of er sprake is van een pestprobleem? Een kind dat gepest wordt, zal dit niet snel aan ouders of aan de leerkracht vertellen. Het voelt zich beschaamd. Een kind dat gepest wordt, is vaak niet populair en het kind voelt dit als een tekortkoming. Soms kan het ook zo zijn dat een kind niets zegt, omdat het denkt dat het probleem dan alleen maar groter wordt. Het is daarom belangrijk dat pesten en pestgedrag snel wordt gesignaleerd. Aanwijzingen van ouders en leerlingen moeten serieus worden genomen. Ouders melden pestgedrag in eerste instantie bij de leerkracht. Pesten moet door alle partijen als probleem worden gezien. Opvallende signalen zijn bijvoorbeeld dat het gepeste kind: - niet graag naar school komt - vaak hoofdpijn of buikpijn heeft - verminderde schoolresultaten - blauwe plekken - spullen die “kapot gaan” of “kwijt” zijn - zij lijken weinig vrienden te hebben, zijn vaak alleen - angstig en onzeker maar ook prikkelbaar zijn - zij zien er bang en neerslachtig uit - zij worden als laatste gekozen - overdreven clownesk gedrag - bepaalde kleren absoluut niet meer aan willen - zij proberen dicht bij de leerkracht te blijven ( in de klas en buiten de klas) - afkoopgedrag: geld en snoep of het maken van huiswerk voor de ander - andere leerlingen geven signalen dat een kind gepest wordt.
Signalen van de pester zijn: - ze zijn fysiek vaak sterker dan gemiddeld kind - ze hebben grote behoefte te overheersen en hun zin te krijgen - ze zijn vaak tegendraads/ brutaal naar volwassenen toe - vaak hebben ze een positief zelfbeeld - ze intimideren kinderen en sluiten ze buiten - meisjes pesten op een subtielere manier dan jongens.
4
Pesten in kaart brengen: Hoe veilig voelen de leerlingen zich in en rond de school? Met welke soorten van pesten en geweld kregen ze in de afgelopen periode te maken? Als pesten gemeld/ gesignaliseerd wordt kan een vragenlijst worden gebruikt om meer inzicht te krijgen op pestgedrag. Het kind moet wel het verschil kennen/weten tussen pesten en plagen. Dit zal in voorafgaande lessen moeten worden verduidelijkt. Leerkrachten kunnen aan de hand van de uitkomsten gericht beleid voeren om pesten terug te dringen en zo mogelijk te voorkomen. De leerkrachten kunnen na de vragenlijst de resultaten snel en overzichtelijk bekijken. Vergelijkingen maken tussen de eerste en tweede test en kijken of het gevoerde beleid effect heeft gehad. Aan de hand van de uitkomsten is het mogelijk om het beleid rond de aanpak van pesten aan te scherpen/ bij te stellen.(zie stappenplan) Op onze school gebruiken we “De klassenthermometer”( zie bijlagen). Dit is een vragenlijst naar zich veilig voelen op school. Deze lijst wordt met de gedragsspecialist besproken. Welke stappen kunnen en moeten er gezet worden. Er kan besloten worden om de “Klassenklimaatschaal” af te nemen.( uit groepsdynamica, Omgaan met een moeilijke klas, Seminarium voor orthopedagogiek, Hogeschool Utrecht) (zie bijlagen) Alle inter-persoonlijke relaties van alle groepsleden worden zichtbaar. De leerkracht krijgt een overzicht waar aan gewerkt dient te worden met zijn groep.
Preventie Wij vinden dat we er alles aan moeten doen om kinderen die een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, een zo veilig mogelijke omgeving te garanderen. Met interactie, instructie en klassenmanagement scheppen we de voorwaarden voor een pedagogisch klimaat waarin elk kind tot zijn recht komt. Als we daar stap voor stap verbeteringen aanbrengen werken we ook aan veiligheid. Onze school werkt aan verbetering van de sociale vaardigheden. Dat doen we door de sociale vaardigheden van kinderen in kaart te brengen. De leerkrachten vullen 2x per jaar het LVS Scol (sociale competentie observatie lijst) in. De kinderen (vanaf groep 6) vullen hiervan de leerlingenlijst in. Deze lijsten worden besproken met de gedragsspecialist en de leerkracht. Welke kinderen vallen op, en welke kinderen hebben oefeningen nodig om die vaardigheden te vergroten. Dit wordt vastgelegd in het dossier/ journaal. Hoe kan de leerkracht het kind dit leren en/ of aanbieden zodat het kind hiermee kan oefenen. In het oudergesprek worden de resultaten besproken en samen met ouders wordt bekeken hoe we deze skills kunnen uitbreiden. Bovendien vullen de leerlingen vanaf groep 5 de SKOEM-veiligheidsvragenlijst in. Indien nodig worden ook n.a.v. deze lijst acties uitgezet.
Vaardigheden oefenen we de hele dag door. In de klas, op de speelplaats, in het werken met groepjes. enz..De regels die we voor onze kinderen van belang vinden hangen centraal in de hal. Elke leerkracht geeft in een periode ( 6 /8 weken) lessen over een bepaalde regel.
5
De regels zijn:
De school is van ons allemaal. We maken er samen een fijne school van!! -Ik ben beleefd en let op mijn woorden. -Iedereen hoort erbij: samen sterk! -Ik kom voor mezelf op, maar houd rekening met de ander. -We leren van en met elkaar. -We zorgen voor veiligheid: handen en voeten bij jezelf!
De lessen die met deze thema’s worden gegeven komen uit de volgende methodes: Soemo kaarten, De jij en ik club, Kinderen en hun sociale talenten, Omgaan met een moeilijk klas, Seminarium voor orthopedagogiek Hogeschool Utrecht Internet sites, De gedragskalender die door de gedragsspecialist van de school is samengesteld. Het is van belang dat kinderen het verschil weten en kennen tussen plagen en pesten. Plagen mag wel, pesten niet.
Wat is plagen? Bij plagen is er sprake van incidenten. Plagen gebeurt vaak spontaan, het duurt niet lang en is onregelmatig. Bij plagen zijn de kinderen vaak gelijk aan elkaar; er in geen machtsverhouding. De rollen liggen niet vast;de ene keer plaagt de een, de andere keer plaagt de ander. Plagen gebeurt zonder kwade bijbedoelingen en is daarom vaak leuk, plezierig en grappig. Bij plagen loopt de geplaagde geen blijvende psychische en/of fysieke schade op en is in staat zich te verweren.
6
Stappenplan pestprotocol Vooraf: 0 Er is een melding/signaal van pesten gemaakt door………………. 0 De vragenlijst over veiligheid is ingevuld.
Aanpakken van pestgedrag 5 sporen plan: (volgens Bob van der Meer.) 1. Hulp bieden aan het kind dat gepest wordt. 2. Aanpak van het gedrag van het kind dat pest. 3. De middengroep , meelopers ( rest van de klas) betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem. 4. Steun aan de leerkracht. 5. Contact maken met de ouders
Mogelijke acties zijn: Ad 1.Hulp bieden aan het kind dat gepest wordt: 0 -De leerkracht probeert de leerlingen begrip en respect bij te brengen voor ieders eigenheid. “Ik ben ik, en jij bent jij en dat mag!” 0 - De leerkracht probeert samen met het gepeste kind zijn gevoel van eigenwaarde terug te laten vinden. 0 - Bespreekbaar maken door naar het kind te luisteren en zijn probleem serieus te nemen. Melden is geen klikken!! 0 - Het kind zelf mogelijke oplossingen laten zoeken (oplossingsgericht gesprek) 0 - Samen met het kind werken aan oplossingen. 0 - Zorgen dat het kind zo nodig deskundige hulp krijgt. Bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining om sociaal vaardiger te worden. Oppassen dat we het kind niet de schuld en het gevoel geven de situatie niet aan te kunnen. Het kind moet weten dat ook de pester sociaal vaardig gedrag moet leren. 0 - Zorgen voor follow-up gesprekken.
Ad 2.Aanpakken van het gedrag van het kind dat pest: 0 - Stelling nemen als leerkracht. Straffend gesprek omdat hij geen veiligheid heeft geboden. Een passende straf geven in relatie tot het pestgedrag. Stel grenzen en verbind daar consequenties aan: Als dit… dan dat…Geen eindeloze gesprekken met pesters. Gewoon stoppen en geen discussie!! 0 - Probleemoplossend gesprek met het kind. Mogelijke oplossingen laten zoeken en afspraken maken. Het kind moet leren wat pesten voor een ander betekent. Zich leren verplaatsen in de gevoelens van de ander. 0 - Werken aan de oplossingen en afspraken nakomen. Werken om zich aan regels te houden. Dit kan ook door het kind uit de situatie te halen bijv. speelplaats. Later naar huis. 0 - Het kind te leren om op een positieve manier relaties te onderhouden met andere kinderen.(sociale vaardigheidstraining) 7
0 - Zorgen dat het kind zich veilig voelt; Leg uit wat jij als leerkracht gaat doen om het pesten te stoppen en houd je aan afspraken. 0 - Zorgen voor follow-up gesprekken.
Ad 3 Het mobiliseren van de middengroep: 0 - De leerkracht probeert het invoelende vermogen van de pester en de zwijgende middengroep te vergroten.“Als jij nu eens gepest werd?’’ 0 - Met de kinderen praten over pesten en hun eigen rol daarbij (meelopers, houden het probleem vaak in stand) 0 - Maken van duidelijke afspraken over gedrag bij pestgedrag en controleren. Houdt iedereen zich aan de afspraken? 0 - Met de kinderen overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen. Uitvoeren. 0 - Samen met de kinderen werken aan de oplossingen waarbij ze zelf een actieve rol spelen. 0 - Zorgen voor follow-up gesprekken.
Ad 4.Steun aan de leerkracht: 0 - De leerkracht meldt het pestprobleem aan de directie, zorgcoördinator en gedragsspecialist en stelt collega’s op de hoogte van wat er speelt in zijn groep. 0 - De school/ leerkracht neemt duidelijk stelling tegen het pesten. 0 - Zoek indien nodig samen naar oplossingen, het pestgedrag in kaart brengen. ( bijvoorbeeld met een sociogram of een vragenlijst.( Zie bijlagen.) 0 - De leerkracht brengt het team op de hoogte van de maatregelen en acties die er ondernomen moeten worden. 0 - De leerkracht moet informatie / kennis hebben over achtergrond en signalen, gevolgen, oorzaken en soorten aanpakken van pestgedrag. 0 - Als leerkrachten het probleem niet willen of kunnen zien of het inadequaat aanpakken is de inschakeling naast de zorgcoördinator , gedragsspecialist en de directie, ook van een vertrouwenspersoon op school mogelijk. 0 - Sanctiebeleid: Bij pestbeleid passen sancties. Deze moeten passend zijn bij de ernst en de aard van het pestgedrag. Ook de leeftijd speelt natuurlijk een rol bij de straf. Bij ernstig/ hardnekkig pestgedrag treedt de gedragscode van Skoem in werking. 0 - Het hoort tot de professionele taak ven iedere leerkracht dat hij werkt aan een positieve groepsvorming. Voorbeeldgedrag van de leerkracht is van groot belang. In zijn houding moeten kinderen kunnen aflezen dat wij respect hebben voor elkaar en voor alle kinderen op onze school. 0 - Zoek deskundige hulp binnen of buiten Skoem (gedragsspecialisten, soc. vaardigheidstrainingen, methodes, enz.)
Ad 5.De ouders: 0 - Ouders van beide partijen uitnodigen voor een apart gesprek. Dit doet de leerkracht. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. 0 - Neem de ouders die zich zorgen maken over pestgedrag serieus. 0 - Ouders op de hoogte houden van pestsituaties. Informatie en advies geven over pesten en de manieren waarop pesten kan worden aangepakt. 0 - De ouder kan een klacht indienen bij de klachtencommissie, die klager en aangeklaagde hoort, advies inwint bij deskundigen en het bevoegd gezag adviseert welke activiteiten uit 8
te voeren 0 - In samenwerking met school en ouders het pestprobleem aanpakken, zowel op school als vanuit de thuissituatie. 0 - Zo nodig ouders doorverwijzen naar deskundige ondersteuning.
Als pestgedrag niet adequaat aangepakt wordt kunnen kinderen de conclusie trekken dat slachtoffers verdienen wat ze krijgen, dat macht als dit niet helpt? Schoolaanpak: belangrijker is dan rechtvaardigheid en dat volwassenen niet goed voor kinderen zorgen. Wanneer het pesten ondanks alle genomen stappen doorgaat of opnieuw de kop opsteekt, gaat de leerkracht over tot de zgn. schoolaanpak. 0 - De directie licht de ouders opnieuw in en verzoekt om medewerking bij de aanpak van het probleem. Vanaf deze fase wordt zorg gedragen voor verslaglegging van gevoerde gesprekken, gemaakte afspraken en uitgezette acties.(vervolg dossier) 0 - Ernstige pestsituaties worden gemeld bij de algemeen directeur van de Stichting. Hij kan, betrokkenen gehoord hebbende, de directeur mandateren over te gaan tot schorsing van de pester.(Schorsing heeft altijd een tijdelijk karakter). Een schorsing wordt schriftelijk, met redenen omkleed, aan ouders medegedeeld. 0 - Indien de pester en/of de ouders van de pester elke vorm van ondersteuning of medewerking weigeren, kan dit leiden tot een vertrouwensbreuk en verwijdering van de leerling. Verwijderen heeft altijd een definitief karakter. Het besluit tot verwijderen van de pester wordt door de directeur genomen in nauw overleg met de algemeen directeur. Van de verwijdering worden ouders schriftelijk, met redenen omkleed, op de hoogte gesteld.
Protocol gedragscode: schorsing en verwijdering van leerlingen Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Er worden 3 vormen van maatregelen genomen: - time-out - schorsing - verwijdering
Zie verder de schoolgids en Skoem beleidsstukken : de gedragscode
Tot slot: We pretenderen niet dat we een pestvrije school worden. Belangrijk is dat we het probleem onderkennen en er werk van maken. Dit pestprotocol kan dan ook niet los gezien worden van de methode “Kinderen en hun sociale talenten” en de “Gedragskalender”. De school moet een veilig thuis zijn voor iedereen. Dat is waar we naar streven.
9
Materialen en websites over pesten Websites: www.pestweb.nl www.pestvrij.nl www.b.vandermeerpesten www.schoolenveiligheid.nl www.pesten.net www.weerbaar.info www.omgaanmetpesten.nl www.sociogram.nl www.sometics.nl Materialen: - Methode: “Meidenvenijn “ Uitgever www.meidenvenijn.nl ,Geschikt voor de bovenbouw; Lesmethode voor de aanpak van het onzichtbare pestgedrag onder meisjes. - “Wat je pest ben jezelf.” Een lespakket waarin je in staat bent pestgedrag aan te pakken en de rollen duidelijk te maken. www.watjepestbenjezelf.nl - “Kids tegen geweld” lespakket. Aan te vragen bij: www.kidstegengeweld.nl - Methodiek “Pestvrij”,www.pestvrij.nl Boeken: “Ik roep mijn grote broer” van K.M. Peyton Uitgever Jenny de Jonge, Amsterdam. “Geen geweld”van M.van Hooft uitgever: Holland Uitgevers (voor de bovenbouw). “Erge Ellie en nare Nellie”van R.Kromhout Uitgever Zwijsen,Tilburg (5-8 jaar) “Circus Mikado”van Karin Somers ISBN 978 90 8560 563 8 48 ( vanaf 4 jaar ) “Ik weet je te vinden”van Netty van Kaathoven over cyberpesten. ISBN 978 90 8560 535 5 (vanaf 9 jaar) “Pesten”: Werkboek om de weerbaarheid te vergroten van Astrid Tulleners ISBN 978 90 8560 521 8 120 (vanaf 9 jaar) “De ander en ik” van Nathalie van Kordelaar werkboek sociale vaardigheden ISBN 978 90 8560 566 9 (vanaf 8 jaar)
Groepsdynamica uit Workshop: Omgaan met een moeilijke klas van Ortho-seminarium.
10
Te gebruiken vragenlijsten: Van het pestweb: Quick scan pestbeleid Van de methode pestvrij: Pestvrij-meting Van de methode Goed gedaan! Checklijsten voor kind leerkracht, ouders Van de Vereniging Openbaar Onderwijs: Pest Test Klassenthermometer van het Centrum school en veiligheid. Vragenlijst die je helpen in het gesprek met het kind. Vragenlijst: Groepsdynamica. Voorbeeld vragen sociogram
11