Zondag 23 september 2012, Kogerkerk 1e zondag van de herfst, kleur groen Wijsheid 1, 1 - 7 & Marcus 9, 30 - 37
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
lieve mensen, In het Marcus-evangelie zijn patronen te zien, die een aantal keer terugkomen. Je zou kunnen zeggen dat de lezing van vandaag deel is van zo'n patroon. We lazen hoe Jezus zijn lijden en sterven aankondigt en dat de leerlingen zijn woorden niet begrijpen. Dit patroon is 3x te vinden in Marcus 3x kondigt Jezus zijn lijden en sterven en opstaan aan. En 3x volgt er een voorval waaruit blijkt dat de leerlingen niet kunnen bevatten wat Jezus zegt. De 1e keer roept Petrus spontaan uit: 'Dat verhoude God' De 2e keer is er die expliciete vermelding dat de leerlingen het niet begrijpen en dan in discussie gaan wie de meeste is. De 3e keer wordt er verteld dat Jacobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs aan Jezus vragen of ze dan aan zijn linker-en rechterhand mogen zitten in het Koninkrijk van God. En Jezus zegt hen dat ze niet weten wat ze vragen. Er is nog meer dat opvalt rond deze lijdensaankondigingen: Als een soort contrast met het donker van de boodschap die Jezus heeft over zijn toekomst en als contrast met het donker van het niet begrijpen van de leerlingen is er elke keer licht dat doorbreekt als een zonnestraal tussen de wolken. Licht dat schijnt op wie Jezus is, licht in de leerlingen in een moment van even zien, een inzicht dat doorbreekt. Vóór de 1e lijdensaankondiging staat die prachtige belijdenis van Petrus, dat Jezus is de Messias. Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 1 van 6
De 2e wordt vooraf gegaan door de verheerlijking op de berg, waar Jezus met Mozes en Elia spreekt als heldere, witte gedaanten. De 3e x is de volgorde andersom: eerst de lijdensaankondiging en dan het verhaal van de intocht in Jeruzalem. Jezus wordt toegejuicht als de nieuwe koning van de Joden. Er is vrolijkheid en licht. 3x een contrast, 3x licht er iets op van wie Jezus is in zijn diepe verbondenheid met God, wat zijn roeping en zijn toekomst is. Maar ook wringt het 3x, spreekt Jezus die zo moeilijk te bevatten woorden over zijn lijden, sterven en opstaan. 3x vertelt Marcus van licht en van donker, van zien en niet zien, van al het mooie en goede van Jezus, maar ook van wat zo moelijk is. 3x zoals 3 getuigen voor een vast en zeker getuigenis staan, 3x om ons te laten zien, te laten begrijpen, 3x om ons te doordringen van wat zo onbegrijpelijk is. Door die patronen waarmee Marcus zijn evangelie weeft, patronen van licht en donker, door die patronen loopt een rode draad, soms heel opvallend, soms bijna niet zichtbaar. Het is de kern waar het om gaat: begrijpen of zien wie Jezus is. Naarmate het evangelie vordert, lijken de leerlingen minder te begrijpen wie Jezus eigenlijk is. Steeds vaker is te lezen dat ze niet zien, niet begrijpen. Het gaat haast als een refrein klinken. Tot in hoofdstuk 8. Daar wordt verteld van dat prachtige getuigenis van Petrus. Hij zegt dan dat Jezus is de Christus. Hij is de messias, de gezalde. Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 2 van 6
Gelukkig, eindelijk is het kwartje gevallen, nu weten ze het. Het is duidelijk. Nu kunnen wij het ergens anders over gaan hebben. Maar helaas, niet. In het daarop volgende gedeelte maakt Jezus Petrus uit voor 'satanos', voor tegenstander, omdat Petrus opnieuw laat blijken dat hij nog niet helemaal begrijpt wie Jezus is. Het is om moe van te worden. En vandaag, nog niet een heel hoofdstuk na dat prachtige getuigenis van Petrus, wordt alweer verteld dat de leerlingen het niet begrijpen. Hoe irritant misschien ook, toch is het niet zo vreemd. Zo juist had Petrus beleden dat Jezus is de Messias. Jezus Messias. Maar als Jezus de messias was, dan zou hij immers het volk bevrijden, dan was hij hun redder en verlosser. En hoe kon dat als hij gedood zou worden? Hoe moet een mens het begrijpen als iemand zegt na 3 dagen uit de dood te zullen opstaan? De dood is het einde van ieder leven. De leerlingen zien hoe Jezus nieuw leven brengt: hij geneest zieken, hij geeft mensen een nieuwe toekomst, hij wijst hen de weg, hij legt de woorden van Mozen en van de profeten op een nieuwe, verrassende wijze uit, zodat ze heel anders gaan klinken. En dan zegt Jezus, aan wie ze zo gehecht zijn, die zo ongeveer hun reddingsboei, hun anker is geworden, hij zegt dat hij zal lijden en sterven. Alweer begrijpen ze er niets van. Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 3 van 6
En wie kan zulke woorden ook begrijpen? Zelfs voor ons nu achteraf zijn het woorden die schuren, die moeilijk te vatten zijn. De leerlingen begrijpen het niet maar ze durven Jezus niet om uitleg te vragen. Misschien gedachtig aan de uitbrander die Petrus kort daarvoor had gekregen: satanos, tegenstander. Of omdat Jezus al eerder vertwijfeld had gevraagd of ze nu nog niet zien, nog niet begrijpen. Ze zeggen niets tegen Jezus, ze vragen niet wat hij bedoelt. De schaamte, de verlegenheid is bijna voelbaar.... En dan gaan ze met elkaar in discussie over de vraag wie van hen de meeste is. Wie is het belangrijkste? Wie is het slimste? Wie heeft het meeste macht? Of misschien wel: wie moet er namens de rest aan Jezus gaan vragen wat hij nu weer bedoeld. Wie is het belangrijkste, wie is het meeste? Hoe stel je zoiets vast? Van jongsaf aan doen mensen allerlei wedstrijden om een onderlinge rangorde vast te stellen: wie is het langst, het slimst, wie kan het mooiste muziek maken, zingen, wie is het snelst, het sterkst, wie blinkt uit in een bepaalde sport? En als het geen wedstrijden zijn, dan zijn het wel toetsen en examens om vast te stellen wie het meest weet, wie het beste inzicht heeft. En wie we het meest geschikt vinden om te regeren, dat stellen we vast bij de verkiezingen. Maar hoe stel je nu vast wie de belangrijkste leerling van Jezus is? Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 4 van 6
Is er één die meer aandacht krijgt of meer verantwoordelijkheden? Is iemand het vroomst van allen of het meest gelovig, maar hoe weet je dat? Er wordt niet verteld of de leerlingen tot een bepaalde conclusie komen, en ook niet wat hun argumenten in de discussie zijn. We lezen alleen maar dat ze Jezus opbiechten wat het onderwerp van hun gesprek was. Als antwoord hierop plaatst Jezus een kind in hun midden. 'Wie een kind ontvangt, ontvangt mij en wie mij ontvangt, ontvangt hem die mij gezonden heeft. Géén antwoord op hun vraag. Jezus zegt niet wie van hen de meeste is. Hij wijst hen wel de weg, de weg naar Gods Koninkrijk: Wie het meest wil zijn, moet allen dienen, zal de laatste zijn. Jezus draait deze wereld radicaal om: dienstbaarheid, daar gaat het om, dienstbaarheid in plaats van macht en aanzien. Een kind centraal in plaats van wie sterk en groot is. Wie kwetsbaar en machteloos is, wie niet meetelt, die gaat bij God voorop. De eerste wordt de laatste en de laatste wordt de eerste in Gods Koninkrijk. Het doet er niet toe wie het meest, het grootst is. Daar wordt niemand beter van behalve die persoon zelf misschien. Het gaat erom wie dienstbaar is, wie oog en aandacht voor de ander heeft. Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 5 van 6
Het gaat erom wie opkomt voor hen die niet voor zichzelf op kunnen komen. Wie zo leeft, ontvangt Jezus, en wie Jezus ontvangt, ontvangt degene die Jezus gezonden heeft, De Eeuwige komt tot ons in wie niet meetelt, de Eeuwige komt tot ons waar liefde en gerechtigheid hun plaats hebben, waar mensen in wijsheid, geïnspireerd door Gods Geest met elkaar leven. Het is soms zo verleidelijk of zo makkelijk om je schouders op te halen en te denken dat je toch niets kunt doen dat het toch niets uitmaakt. Het is zo makkelijk om de weg van de minste weerstand te kiezen en mee te gaan in wat normaal is, wat gangbaar is. Dat is niet wat Jezus ons voorhoudt. Jezus plaatst een kind in ons midden, dat is iemand zonder stemrecht, zonder macht of zeggingskracht. Misschien zou het vandaag de dag ook wel een varken of een kip uit de bio-industrie kunnen zijn. Een schepsel van God, dat dat geen eigen stem, geen zeggingskracht heeft, dat door mensen tot een ding, tot een product is gereduceerd. Of het is een illegale vluchteling die op straat bedelt om aan een beetje geld voor eten te komen en die elk moment opnieuw opgepakt kan worden. Of het is een kind in een fabriekshal ver weg waar onze kleding wordt gemaakt. Jezus zegt ons het kind te ontvangen, te omarmen, stem te geven, alleen zo kunnen we de Eeuwige ontvangen en stem geven in ons leven.
Amen. Margo Trapman – preek 23 september 2012 - pg 6 van 6