Visie Kibeo en Omnisscholen op Samenwerking Versie 0.4.1
Datum: april 2012
Versie: concept 0.4
Kibeo - Omnisscholen
Inhoud
Inleiding............................................................................................................................................. 3 Opbouw notitie................................................................................................................................... 3 Deel 1 : Management Samenvatting .................................................................................................... 5 1. Intentie .......................................................................................................................................... 5 2. Externe en interne ontwikkelingen .................................................................................................. 5 4. Analyse leidt tot samenwerking ...................................................................................................... 8 5. Doel IKC Borsele ............................................................................................................................. 9 6. IKC Borsele worden gekenmerkt door: ...........................................................................................10 7. Voordelen organisaties ..................................................................................................................11 Omnis m.b.t. samenwerking t.b.v. kindcentra ....................................................................................11 Kibeo m.b.t. samenwerking t.b.v. kindcentra......................................................................................12 9. Risico’s bij start IKC.......................................................................................................................13 Deel 2: BIJLAGE Achtergrond informatie behorende bij deel 1.............................................................14 1 1. Overeenkomsten missie, visie, kernwaarden, strategie ...................................................................14 1.1Missie ...................................................................................................................................14 1.2Kernwaarden .........................................................................................................................14 1.3 Pedagogisch/onderwijs beleid .............................................................................................15 1.4 Strategisch beleid................................................................................................................16 1.5 Conclusie overeenkomsten ...................................................................................................17 2. Welke factoren spelen intern en extern een rol voor de toekomst?..................................................19 2.1 Kansen................................................................................................................................19 2.2 Bedreigingen........................................................................................................................20 2.3 Sterkten ...............................................................................................................................23 2.4 Zwakten ...............................................................................................................................24 2.5 SWOT (moet verder uitgewerkt). ...........................................................................................24 2.6 Conclusie .............................................................................................................................24 3. Integrale Kindcentra (IKC) ..............................................................................................................26 3.1 Algemene definitie integraal kindcentrum.............................................................................26 3.2 Doel integrale kindcentra .....................................................................................................26 3.3 Betekenis voor de belanghebbenden.....................................................................................27
Ouders ........................................................................................................................................27 <
><><>2
Kibeo - Omnisscholen
Kinderen .....................................................................................................................................27 Samenwerkingspartners...............................................................................................................27 Dorp ...........................................................................................................................................28 4.Visie op IKC Borsele........................................................................................................................29 4.1 Leefbaarheid ........................................................................................................................29 4.2 Toegankelijkheid en kwaliteit voorzieningen.........................................................................29 4.3 Schaalgrootte .......................................................................................................................31 4.4 Proeftuin en denktank ..........................................................................................................32 4.5 IKC Borsele in het kort..........................................................................................................33
Inleiding In de gemeente Borsele is het laatste decennium een grote inspanning gepleegd in het realiseren van Brede Scholen. De gemeente is in Zeeland een absolute voorloper op dit gebied. Fysiek zijn de voorzieningen in veel kernen onder één dak gebracht. Inhoudelijke samenwerking tussen de voorzieningen is blijvend in ontwikkeling. Met het realiseren van Integrale Kindcentra (IKC) wil de gemeente een volgende stap zetten. Het IKC is een doorontwikkelde vorm van een Brede School is: het ‘’cheek to cheek model’’. Een Brede School 3.0, zoals wethouder Schenk het IKC in het verleden als gemeenteraadslid benoemd heeft. De term IKC is landelijk geïntroduceerd door de Taskforce Onderwijs en Opvang. Met haar rapport Dutch Design heeft zij een startdocument afgegeven voor de ontwikkeling van het Integrale Kindcentrum. Nieuw in deze beschrijving is vooral het pleidooi voor een eenvormige regie op visie, organisatie, financiering en beleid. Doel hiervan is dat energie en middelen ten goede komen aan ouders en kinderen, en niet verloren gaan. Dit IKC is in Borsele in 2011 geïntroduceerd door de voorzitter van de Taskforce: mw. Ina Brouwer op een symposium over Brede Scholen. Aanleiding voor deze notitie is de intentie van de gemeente Borsele, de Omnisscholen, en Kibeo om samenwerking te realiseren met als uiteindelijk doel het verwezenlijken van Integrale Kindcentra. In deze notitie wordt de invalshoek van Kibeo, de gemeente, en Omnisscholen op deze samenwerking verwoord. De notitie is tot stand gekomen in onderling overleg en op basis van (afzonderlijke) gesprekken met het bovenschools en management van de scholen, de directie van Kibeo, de gemeente (ambtelijk en bestuurlijk), en de overleggen in de stuurgroep.
Opbouw notitie De notitie bestaat uit 2 delen. Deel 1 is de management samenvatting waarin beknopt aan de orde komen: <><><>3
Kibeo - Omnisscholen
•
Overeenkomsten missie, visie en kernwaarden Omnis en Kibeo.
•
Toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen m.b.t. onderwijs en opvang.
•
Definities IKC in de literatuur.
•
IKC Omnis / Kibeo in Borsele
Nadat de visie is vastgesteld, kunnen we vervolgens het strategische pad, en de uitwerking op tactisch en operationeel niveau schetsen. Voor de wijze van besturen en financieren is advies gevraagd aan VOS-Abb en Van Doorne- notarissen. Zij hebben inmiddels de eerste fase van het onderzoek afgerond. De resultaten tonen dat er bestuurlijk, juridisch en financieel vooralsnog geen belemmeringen zijn voor het realiseren van de IKC. Werkversie Nadrukkelijk melden we hier dat het een werkversie betreft. Zoals gezegd betreft deze notitie de invalshoek van Kibeo, de Omnisscholen en de gemeente. De stip op de horizon willen we invullen met de verschillende betrokken partijen. We zijn erg benieuwd naar de reacties van de GMR, de teams en ouders.
<><><>4
Kibeo - Omnisscholen
In deel 2 wordt alle achtergrondinformatie die in deel 1 gebruikt wordt op een rijtje gezet. In hoofdstuk 1 van deel 2 schetsen wij waarom Kibeo en Omnisscholen samen IKC willen realiseren. Hiervoor staan we stil bij de missie, visie en kernwaarden van beide partijen en waarom deze de juiste grondslag vormen om samen IKC te realiseren. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 geschetst welke toekomstige ontwikkelingen een rol spelen. Er worden niet alleen ontwikkelingen genoemd die binnen de kinderopvang en het onderwijs gaande zijn, maar ook ontwikkelingen die hier zowel landelijk als regionaal raakvlakken mee hebben. In hoofdstuk 3 staan we stil bij de gangbare definities van IKC in de literatuur, terwijl we in hoofdstuk 4 ingaan op de visie voor de IKC in Borsele en het belang van IKC voor onze Zeeuwse omgeving.
Deel 1 : Management Samenvatting
1. Intentie De gemeente Borsele, de Omnisscholen, en Kibeo hebben de intentie om integrale kindcentra te realiseren in de gemeente Borsele. De onderzoeksfase heeft verschillende invalshoeken gehad. Op organisatie-, regionaal- en landelijk niveau zijn in zowel de kinderopvang als het onderwijs belangrijke kansen, bedreigingen, sterktes en zwaktes geconstateerd. Op basis hiervan hebben de gemeente Borsele, Omnisscholen en Kibeo hun visie op samenwerking geformuleerd.
2. Externe en interne ontwikkelingen De ontwikkelingen binnen en rondom kinderopvang en onderwijs en de demografische veranderingen in Zeeland in het bijzonder vormen een risico voor de beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van voldoende voorzieningen waaronder basisonderwijs en kinderopvang in de gemeente Borsele. Met name voor de kleine kernen. De belangrijkste ontwikkelingen die een rol spelen in de toekomst zijn:
Bedreigingen -
Door de krimp neemt het aantal kinderen in de regio af. Als gevolg daarvan krijgt het basisonderwijs te maken met minder leerlingen.
-
Door vergrijzing neemt ook het aantal beschikbare medewerkers af.
-
Als gevolg van de krimp en de vergrijzing zal de arbeidsparticipatie in Zeeland moeten toenemen.
-
De komende jaren heeft het basisonderwijs in Zeeland te maken met toenemende bezuinigingen. <><><>5
Kibeo - Omnisscholen
-
Als gevolg van de krimp staan kleine scholen onder druk. Ze zouden kwalitatief en financieel kwetsbaar zijn.
-
Ouders gaan meer zelf voor kinderopvang betalen. Ze krijgen minder toeslag. De vraag naar kinderopvang neemt af. Kibeo moet efficiënt werken.
-
Gezien de daling in leerlingen zijn de Omnisscholen zelfstandig niet levensvatbaar.
-
De Borselse dorpen zullen vergrijzen als scholen en andere voorzieningen uit de kern verdwijnen. De combinatie vergrijzing en krimp wordt gezien als risicovol (Scoop, 2012)
-
Onderscheid tussen verschillende denominaties wordt minder. Denominatie op zich is geen onderscheidend vermogen meer.
-
Als gevolg van de dalende leerlingenaantallen gaan scholen meer concurreren.
Kansen -
Er is vraag naar goede combinatiemogelijkheden voor arbeid en zorg door ouders en door de samenleving. Onderzoek toont aan dat jonge ouders die nu gebruik maken van kinderopvang, straks een grote behoefte hebben aan andere schooltijden, dit betreft ook de vakanties.(bron nog onder embargo).
-
Onderzoek laat ook zien dat bovenstaande jonge ouders behoefte hebben aan voorzieningen voor 0 tot 12 onder 1 dak. (bron nog onder embargo)
-
Er is behoefte aan variabele dagarrangementen en activiteiten voor alle kinderen, niet alleen voor kinderen van werkende ouders.
-
Samenleving en ouders willen de beste ontwikkelingskansen voor ieder kind. Er is ook vraag naar opvoedingsondersteuning.
-
Kinderopvang wordt door ouders gezien als waardevol voor de ontwikkeling van hun kinderen.
-
Er is behoefte aan doorgaande ontwikkelingslijnen door goede aansluiting van kinderopvang op onderwijs en vice versa.
-
Er is behoefte aan een visie op kleinschalige voorzieningen in de gemeente.
-
Er is behoefte aan een visie op de meerwaarde van kleinschalig onderwijs.
-
Er is vraag naar opvoedingsondersteuning.
-
Kinderopvang en onderwijs zijn in de meeste gevallen in één gebouw gehuisvest.
-
Mogelijkheden voor leerkrachten en pedagogisch medewerkers om samen een pedagogisch en didactisch aanbod richting de kinderen te formuleren. De sterke kanten van beide werkwijzen kunnen gecombineerd worden in het aanbod en in het klassenmanagement.
<><><>6
Kibeo - Omnisscholen
-
Doorontwikkeling van de voor- en vroegschoolse educatie. De ruimere middelen kunnen hiervoor worden ingezet.
-
In het kader van passend onderwijs moet elke school een ondersteuningsprofiel ontwikkelen.
<><><>7
Kibeo - Omnisscholen
Sterkten -
Omnis en Kibeo hebben een breed netwerk van voorzieningen in de gemeente.
-
Systeem van observeren, registreren, signaleren en aanpakken, dan wel (gedeeltelijk) doorverwijzen is sterk ontwikkeld.
-
Handelingsgericht werken is bij Omnis sterk in ontwikkeling. Leerlingen werken met plannen per kind waar per vakgebied een leerdoel is uitgewerkt. Afhankelijk van de situatie wordt gevarieerd in groepsgrootte en instructie. Kinderen krijgen dus een aanbod op hun eigen niveau. De kleine scholen en klassen maken mogelijk goed in aanbod en methode te variëren.
-
Leerkrachten zijn geschoold in handelingsgericht werken.
-
Als gevolg van de beperkte schoolgrootte kan het schoolteam een grote gedeelde verantwoordelijkheid nemen voor alle kinderen.
-
Er is veel collegiale consultatie.
-
Er is een hoge mate van ouderbekendheid en – ouderbetrokkenheid.
-
De sociale cohesie is groot, wat de ontwikkelingskansen van kinderen positief beinvloedt. Kinderen raken niet uit beeld, vallen niet tussen wal en schip.
Zwakten -
Veranderingsbereidheid niet in alle teams even groot.
-
Kwaliteit van sommige leerkrachten kan verder ontwikkeld worden.
-
Bij krimp van teams kan kwaliteit verloren te gaan.
4. Analyse leidt tot samenwerking samenwerking IKC bieden de mogelijkheid om een antwoord te formuleren op bovenstaande kansen, bedreigingen, sterkten en zwakten.
Missie, visie De missie, visie en kernwaarden van Omnis en Kibeo hebben veel raakvlakken en overeenkomsten.
Maatschappelijke
verantwoordelijkheid,
dichtbij,
vertrouwd,
gastvrij,
betrokkenheid zijn leidende waarden. Dit leidt er onder andere toe dat Omnisscholen op veel dorpen een kleine school heeft. Kibeo heeft in veel dorpen en kernen grote- en kleine kinderopvang vestigingen. Kibeo en Omnisscholen hebben beiden als uitgangspunt het bieden van kwalitatief goede kinderopvang en goed onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Dit uit zich in geen wachtlijsten, flexibiliteit en een goede prijs-kwaliteit verhouding.
<><><>8
Kibeo - Omnisscholen
Strategie Ook op strategisch vlak zijn er overeenkomsten. Beide organisaties streven naar effectiviteit en efficiëntie. Publieke middelen moeten efficiënt worden ingezet, en de organisatie en haar mensen moeten effectief hun werk kunnen doen binnen de beschikbare middelen. Verantwoording afleggen via een plan-do-check-act cyclus is daarbij een middel. Het aanbod, de kwaliteit en de service wordt vanuit het perspectief van de klant bekeken en opgeschaald naar de verwachting van de klant. Het pedagogisch beleid is erop gericht een klimaat te realiseren waar het optimaal ontwikkelen van persoonlijke competenties, sociaalemotionele competenties, de overdracht van normen en waarden en (emotionele) veiligheid centraal staan. De speel- en leer omgeving dient aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind en biedt uitdagingen. Aandacht en respect voor elkaar en voor de omgeving komen terug in beide visies, waaronder extra aandacht voor kinderen die dit nodig hebben. Samenwerking en betrokkenheid van partijen zijn hierbij belangrijk. Daarnaast biedt de samenwerking ook een antwoord voor Omnis op de dalende leerlingaantallen. Als zelfstandige stichting is Omnis kwetsbaar. Om de doorgaande lijn tot een succes te maken is ook samenwerking nodig tussen de medewerkers van beide organisaties. Daar moet veel aandacht aan worden besteed.
Wij hanteren de volgende definitie.
Integrale kindcentra: Het dichtbij de vertrouwde leefomgeving realiseren van een aaneengesloten, goed verzorgde (school)dag die leuk en verantwoord is voor kinderen, praktisch voor ouders en goed uitvoerbaar voor kinderopvang en onderwijs.
5. Doel IKC Borsele Als vervolg op de geschetste ontwikkelingen en de kenmerken van beide organisaties zien we dat IKC aan een aantal doelen kan voldoen. o
Kwaliteit voor kinderen. o
Aanbod op niveau van het kind, aansluitend bij de ontwikkeling en de gestelde leerdoelen, door een multidisciplinair team, in gedifferentieerde lesgroepen (‘’klassen’’) van gelijk niveau.
o
De kleinschalige omgeving bevordert het gevoel van veiligheid en vertrouwen, dit komt de ontwikkeling ten goede.
o
Aansluitende methodieken ipv versnipperd aanbod met wisselende gezichten en aanpak.
o
Combinatie tussen pedagogisch en didactische aanpak.
<><><>9
Kibeo - Omnisscholen
o
Aansluitend aanbod voor ouders. ouders -
Schooltijden en werktijden kunnen goed gecombineerd worden zodat ouders arbeid en zorg goed kunnen combineren.
-
Behoud Leefbaarheid in tijden van vergrijzing en krimp; o
Eén
locatie
dichtbij
de
leefomgeving,
waarin
kleinschalig
onderwijs,
kinderopvang maar ook welzijn, sport en cultuur zijn ondergebracht. o
Stevig verankerd in dorp en wijk, biedt activiteiten voor alle kinderen en hun ouders, zowel werkende- als niet werkende ouders.
o
Levendig en leefbaar dorp voor jong en oud.
o
Vergroten ouderbetrokkenheid en sociale cohesie.
o
Gezamenlijke
oplossing
voor
terugloop
aantal
basisschoolkinderen
in
basisgeneratie door het betrekken van 0 tot 4 jarigen bij deze basisgeneratie. o
50 tot 100 kinderen van 0 tot 12 waarborgen toekomstbestendigheid.
o
Ieder dorp met toekomstmogelijkheden op basis van bevolkingsprognoses heeft een IKC.
-
Proeftuin en denktank o
Inzicht mogelijkheden en belemmeringen ook voor andere organisaties.
6. IKC Borsele worden gekenmerkt door: -
Inhoudelijk / methodisch o
Doorgaande leer- en ontwikkellijn 0 tot 12. I.p.v. een onderbroken leerlijn bij 4 jaar.
o
Doorgaand dagprogramma; aanbod en pauzes op maat van het kind.
o
Handelingsgericht werken. Niet het onderwijssysteem, of het aantal leerlingen staat centraal, maar de vraag en de ontwikkeling van het kind.
o
Groepsgerichte begeleiding en instructie, tbv de sociale interactie.
o
Kleinschalig georganiseerd met actuele, digitale, methodieken, programma en kindvolgsysteem.
-
o
Warme overdracht tussen de verschillende programma-vormen.
o
Eenduidig pedagogisch beleid.
Organisatorisch en financieel: t.b.v. efficiënt en effectief
<><><>10
Kibeo - Omnisscholen
o
Organisatorische doelmatigheid door gezamenlijke regie; of de regie in 1 hand.
o
Kostenefficiency door
gezamenlijk
gebruik
van
ruimten,
materiaal
en
middelen. o
-
Decentraal het onderwijs, centraal de ondersteunende taken.
Medewerkers o
Uitwisseling en samenwerking van pedagogische en didactische medewerkers.
o
Veel ruimte voor bijscholing.
o
Sterspelers.
o
Veel
mogelijkheden
voor
gelijktijdige
didactische
en
pedagogische
samenwerking (vergelijkbaar met het project Onderwijstijdverlenging in Goes en Middelburg) o
-
Service o
-
Ruimte voor ambulante specialisten en intramurale generalisten.
Openingstijden volgen het belang van ouders en kinderen.
Samenleving en ouders o
IKC staat midden in de samenleving.
o
IKC neemt verantwoordelijkheid in de samenleving.
o
Ouderbetrokkenheid ook d.m.v. ouderpanels, digitale communicatie en continue inzicht in de ontwikkeling van het kind.
-
Schaal o
-
Afhankelijk van financiële, organisatorische en kwalitatieve haalbaarheid.
Invoering: gefaseerd.
7. Voordelen organisaties Omnis m.b.t. samenwerking t.b.v. kindcentra -
Omnis heeft een grotere schaal nodig om (financiële en organisatorische) efficiency en effectiviteit te behalen. <><><>11
Kibeo - Omnisscholen
-
Omnis kan zich inhoudelijk onderscheiden door handelingsgericht onderwijs.
-
Samenwerken met Kibeo aan IKC biedt toekomstperspectief voor de medewerkers en de organisatie.
-
Omnis heeft bij verzelfstandiging behoefte aan bedrijfsmatige deskundigheid op het gebied van ondersteunende diensten, zoals inkoop, financiën, marketing en communicatie.
-
Samenwerking biedt Omnis de kans om haar strategisch beleid te realiseren.
-
Omnis krijgt de kans te investeren in vernieuwing. Hiervoor worden projectmatige middelen gezocht.
Kibeo m.b.t. samenwerking t.b.v. kindcentra kindcentra -
Kibeo krijgt de kans om door samenwerking daadwerkelijk een doorgaande lijn voor kinderen te ontwikkelen. Voor- en vroegschoolse educatie gaan hand in hand.
-
Kibeo kan beter inspelen op de wens van ouders naar andere schooltijden en voorzieningen onder 1 dak.
-
Kibeo krijgt meer inzicht in didactisch handelen en bijbehorende methodieken.
-
De samenwerking tussen pedagogisch medewerkers en onderwijsgevenden zal de kwaliteit van het aanbod 0 tot 4 versterken.
8. Onderscheidend vermogen IKC -
IKC zal haar onderwijskundig en pedagogisch profiel duidelijk moeten uitdragen. Een profiel dat past bij de kleinschaligheid van de IKC’s en dat het vermeende nadeel ombuigt in een voordeel.
-
In het IKC zullen beide partijen werk maken van de doorgaande lijn door daadwerkelijke samenwerking / relatie aan te gaan met de 3 jarigen, de ouders van 3 jarigen en de pedagogisch medewerkers. Voor- en vroegschoolse educatie hand in hand.
-
Het IKC zal snel inzetten op andere tijden. Kibeo zorgt daarbij voor een overgangsarrangement.
-
Het IKC maakt werk van ouderbetrokkenheid nieuwe stijl. Bijvoorbeeld door digitalisering van oudercontacten.
-
Het IKC zorgt ervoor dat leerkrachten energie krijgen uit hun werk, ook wanneer de werkdruk toeneemt of het werk zwaarder wordt. Leerkrachten zijn de beste ambassadeurs voor IKC.
-
Om de doorgaande lijn tot een succes te maken tussen Omnis en Kibeo is ook samenwerking nodig tussen de medewerkers van de beide organisaties. Daar moet veel aandacht aan worden besteed. <><><>12
Kibeo - Omnisscholen
-
Door de samenwerking krijgen de medewerkers van de beide organisaties meer kennis van elkaars methoden.
-
Door samenwerking kan er meer met taakdifferentiatie gewerkt worden tussen pedagogisch medewerkers en leerkrachten.
9. Risico’s bij start IKC -
Minder aanwas onder traditionele ouders.
-
Er is te weinig draagvlak voor vernieuwing.
-
Er is wantrouwen.
-
Medewerkers zijn niet veranderingsgezind.
<><><>13
Kibeo - Omnisscholen
Deel 2: 2: BIJLAGE Achtergrond informatie behorende bij deel 1
1. Overeenkomsten missie, visie, kernwaarden, strategie In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens de missie, kernwaarden, beleid en strategie van beide partijen geschetst. In de wijze van rangschikking is daar waar mogelijk aansluiting gezocht tussen de uitgangspunten van beide organisaties. In de conclusies staan we stil bij de overeenkomsten. 1.1Missie Kibeo
Omnisscholen
Kibeo zorgt dat ouders hun werk en de
We
zorg
kunnen
betrokken voelen bij de kwaliteit die het leren
dichtbij, vertrouwde,
op onze scholen biedt. Dat betekent goed
goed verzorgde en leuke kinderopvang
onderwijs voor kinderen door samenwerking,
aan te bieden.
betrokkenheid en respect. Het motto voor
voor
combineren
kinderen door
goed
willen
dat
kinderen
en
ouders
Omnisscholen is: “SAMEN WIJZER”
1.2Kernwaarden Kibeo
Omnisscholen
Kernwaarden
Kernwaarden
Kernkwaliteiten
Dichtbij
Iedereen is welkom.
Initiatiefrijk
De openbare school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid.
Vertrouwd
Wederzijds respect
Actief
De openbare school houdt rekening met en gaat uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden.
Leuk
Waarden en normen
Betrokkenheid
De openbare school besteedt actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden.
Goed verzorgd
Van en voor de samenleving
Aandacht
<><><>14
zich
Kibeo - Omnisscholen
De openbare school is van en voor de samenleving en betrekt leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden en stemt af met externe betrokkenen en belanghebbenden.
Maatschappelijke
Levensbeschouwing en
verantwoordelijkheid
godsdienst
Samen
De openbare school biedt de gelegenheid om levensbeschouwelijk vormings- of godsdienstonderwijs te volgen.
Iedereen benoembaar Benoembaarheid op de openbare school staat open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid
1.3 Pedagogisch/onderwijs beleid Kibeo
Omnisscholen
Kibeo hanteert de uitgangspunten van de
De kerntaak van Omnisscholen is het geven
Wet kinderopvang: Een pedagogisch klimaat
van goed onderwijs. Om dit te bereiken
waar het ontwikkelen van persoonlijke
wordt een kwaliteitshandboek gehanteerd,
competentie, sociale competentie, de
met daarin afspraken en criteria. Iedere
overdracht van normen en waarden en
school biedt onderwijs aan waarbij zowel de
emotionele veiligheid centraal staan. We
cognitieve
werken daarbij samen met andere
competenties bij kinderen versterkt worden.
als
de
sociaal-emotionele
kindgerichte voorzieningen. Kibeo heeft oog voor de eigenheid en
Het
achtergrond van het kind. Kibeo werkt waar
onderwijsbehoefte van het kind en sluit aan
mogelijk
bij de ontwikkeling.
met
baby-,
dreumes-
en
onderwijs
richt
zich
op
de
peutergroepen. Op deze manier kan er beter dan in verticale groepen aansluiten bij de ontwikkelingsfase van de leeftijd. Met betrekking tot de BSO; gedurende de
Ieder kind kan zich in een veilige en
schoolweken ligt de nadruk op ontspanning
uitdagende omgeving ontwikkelen.
door middel van (buiten) spelen. Na een inspannende
schooldag
genieten
de
kinderen het meest van begeleid spelen in de buitenlucht of met de vele spel en knutselmaterialen.
In
de
schoolvakanties
<><><>15
Kibeo - Omnisscholen
wordt juist aan de hand van thema’s gewerkt aan ontwikkeling door middel van plezier. Voor kinderen die behoefte hebben aan
De
verdieping
leeromgeving.
zijn
er
sport-,
theater-,
en
scholen
bieden
een
uitdagende
natuurbso’s. Kinderen die extra aandacht nodig hebben
Aansturing vindt plaats vanuit WSNS. Vanaf
faciliteren we door middel van voorschoolse
het schooljaar 2012-2013 start de invoering
educatie programma’s en een bso.
van passend onderwijs. Iedere school heeft een zorgprofiel in het kader van passend onderwijs. Iedere school geeft uitvoering aan het zorgprofiel.
De pedagogisch specialisten zorgen voor
Het gaat om de kwaliteit van het onderwijs
optimalisering van de uitvoering van het
in de klas. OMNISSCHOLEN staat garant voor
pedagogisch beleid.
kwalitatief goed onderwijs en zorgt voor een optimale ontwikkeling van leerlingen.
De persoonlijke ontwikkeling van een kind
Er is een instrument voor kwaliteitszorg
wordt op 2 manieren vastgelegd in een
aanwezig. Hierin worden de uitkomsten de
kindportretje,
Cito-toetsgegevens, de inspectierapporten
via
KIJK
of
via
het
kindportretje, het eigen volgsysteem van Kibeo.
en de leerlingvolgsystemen vastgelegd en geëvalueerd,
zowel
op
school-
als
op
bovenschools niveau. Scholen hanteren dit instrument om resultaten te borgen of om bij te sturen. De ontwikkeling van het kind wordt door een goede samenwerking met ouders versterkt. De
zelfstandigheid
en
de
eigen
verantwoordelijkheid van ieder kind wordt gestimuleerd vanuit een houding van respect en aandacht voor elkaar.
1.4 Strategisch beleid De kernpunten waar men zich de komende jaren op gaat focussen zijn: Kibeo
Omnisscholen
Kernpunten
Kernpunten
Identiteit
Identiteit
-
Onderscheidend vermogen
Behoud (openbare) identiteit, alle scholen
-
Herkenbaarheid
zijn herkenbaar als Omnisscholen. Imago en
<><><>16
Kibeo - Omnisscholen
-
Uitstraling
de inrichting schoolgebouwen moet zorgen
-
Goed verzorgd
voor een positieve uitstraling. Vertrouwd en
-
Imago
betrouwbaar moet het toverwoord worden bij de inrichting.
Efficiëntie en effectiviteit
Efficiëntie en effectiviteit
-
Digitalisatie
Ruilverkaveling; betere verdeling taken en
-
Informatie uitwisseling
beter
-
Duidelijke communicatie intern/extern
communicatie in alle geledingen is verbeterd
-
Duidelijke besluitvorming
-
PDCA
vormgegeven
functiemix.
De
Service
Service
-
Inspelen op wensen en behoeften klant
Marktgericht denken wordt een structureel
-
Klantgericht denken
onderdeel van de organisatie. Inspelen op
-
Gastvrijheid
behoefte van ouders/verzorgers.
Productverbetering/kwaliteit
De kwaliteit van het onderwijs, en de
-
Optimaliseren dienstverlening
borging
-
Optimaliseren dienstenaanbod
werken
daarvan, naar
staat
voorop;
tevredenheid;
leraren
ouders
zijn
tevreden en er zijn goede regelingen voor kinderen. Professionalisering van leraren en leidinggevenden.
Groei
Vermindering
-
Uitbreiden marktaandeel
samenwerking
-
Uitbreiden vestigingen
samenvoeging van scholen als optie.
-
Samenwerking
van met
risico’s derden
en
door door
1.5 Conclusie overeenkomsten Omnisscholen heeft op veel dorpen een kleine school. Kibeo heeft in veel dorpen en kernen grote- en kleine kinderopvang vestigingen. Kibeo en Omnisscholen hebben beiden als uitgangspunt het bieden van kwalitatief goede kinderopvang en goed onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is. Identiteit en onderscheidend vermogen spelen hierbij een belangrijke rol. De missie en visie zijn leidend voor alle stappen die worden genomen binnen de organisaties. De komende jaren is de aandacht gericht op het efficiënt inrichten van het ‘business model’ waardoor werkdruk kan verminderen en publieke middelen effectiever worden ingezet. Beiden organisaties werken volgens de Plan – do – Check – Act cyclus. Het aanbod, de kwaliteit en de service wordt vanuit het perspectief van de klant bekeken en opgeschaald naar de verwachting van de klant. Het pedagogisch beleid is erop gericht een klimaat te realiseren waar het optimaal ontwikkelen van persoonlijke competenties, sociaalemotionele competenties, de overdracht van normen en waarden en (emotionele) veiligheid <><><>17
Kibeo - Omnisscholen
centraal staan. De speel- en leer omgeving dient aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind en biedt uitdagingen. Aandacht en respect voor elkaar en voor de omgeving komen terug in beide visies, waaronder extra aandacht voor kinderen die dit nodig hebben. Samenwerking en betrokkenheid van partijen zijn hierbij belangrijk.
<><><>18
Kibeo - Omnisscholen
2. Welke factoren spelen intern en extern een rol voor de toekomst? Om goed weer te kunnen geven hoe Kibeo en Omnisscholen de toekomst van IKC zien, is het van belang om de belangrijkste ontwikkelingen binnen en rondom kinderopvang en onderwijs, en de omgeving te betrekken. Aan bod komen ook ouders, kinderen en medewerkers. Onderstaand zijn de belangrijkste ontwikkelingen weergegeven. Allereerst staan we stil bij de kansen en vervolgens wordt ingegaan op de bedreigingen. Vervolgens zijn de sterkten en zwakten van de organisaties weergegeven. 2.1 Kansen
Maatschappelijke ontwikkelingen
Vrouwen willen hun ontwikkeling- en arbeidsmogelijkheden optimaal benutten, de wens en ‘need’ voor grotere deeltijd banen voor vrouwen1.
Ouders willen alle mogelijke kansen bieden aan hun kinderen2.
Meer vraag naar opvoedondersteuning en stimulerende collectieve voorzieningen in de buurt.
De functie van de school als onderwijs voorziening en maatschappelijke voorziening
Kinderopvang ontwikkelt zich tot een breder concept van kind begeleiding. Kinderopvang wordt steeds meer een plaats van stimulering in de ontwikkeling en een plek voor signalering van eventuele individuele ontwikkelingsachterstanden3.
Er komt meer geld beschikbaar voor de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).
Het imago van de kinderopvangbranche is de afgelopen jaren veel verbeterd, het draagvlak voor formele kinderopvang neemt toe. Kinderopvang wordt steeds vanzelfsprekender. Eén op de vier baby’s maakt gebruik van het kinderdagverblijf, één op de vier, 5 en 6 jarigen maakt gebruik van de BSO. 70% van de kinderen bezoekt een peutergroep. Het aantal stijgt nog steeds o.a. door het toenemend gebruik door de reformatorische gemeenschap4.
Binnen het onderwijs wordt nagedacht over ‘Andere Tijden’. In belang van ouders en kinderen staan de traditionele schooltijden onder druk. Het ministerie heeft een landelijke
1
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
2
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
3
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
4
Presentatie Visie Kibeo op samenwerking met scholen, Elly Brand, tijdens presentatie rapport
‘onderwijs ons goed’ RPCZ, november 2010 <><><>19
Kibeo - Omnisscholen
projectgroep opgestart die tot doel heeft deze ontwikkelingen te stimuleren. Steeds meer scholen, tot nu toe buiten de provincie, wijken af van de reguliere schooltijden5.
De provincie Zeeland stelt geld beschikbaar voor het uitdragen van best practices in het kader van ‘’Andere Tijden’’, en het ondersteunen van initiatieven met andere tijden.
Behoefte aan activiteiten voor alle schoolkinderen, niet alleen voor kinderen van de buitenschoolse opvang. De gemeenten hebben met dit doel ‘’brede school coördinatoren’’ aangesteld.
2.2 Bedreigingen
Bevolkingsontwikkeling en voorzieningen
Vergrijzing; ons gebied heeft te maken met een toenemende vergrijzing. De mensen die kunnen werken, zullen moeten werken, 1 op 5 mensen moet gaan werken in de zorg6.
Tekorten op de arbeidsmarkt; we krijgen de komende decennia te maken met meer werk en minder mensen7.
Krimp; het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd in Zeeland neemt af en hiermee het aantal kinderen dat geboren wordt. Er is ook sprake van forse terugloop van leerlingen aantallen op basisscholen. Over tien jaar zijn er zeker 5000 basisschoolleerlingen minder dan nu, ook daarna zal dit aantal blijven dalen maar minder sterk8.
Ook de gemeente Borsele heeft te maken met een terugloop van het aantal kinderen in de basisgeneratie. Het is onzeker of alle scholen kunnen blijven bestaan.
Betaalbaarheid voorzieningen
Bezuinigingen; de ouderbijdragetabel voor de kinderopvang is aangepast. Ouders gaan een hogere bijdrage betalen. Kinderopvang wordt duurder. De bezuinigingen in de kinderopvang zijn minder ernstig dan verwacht maar worden verder doorgezet de komende jaren.
De bezuinigingen in het onderwijs zetten door.
Onderwijsprocessen dienen bewuster ingericht te worden (is een kans)
5
De Sterrenschool 2.0, concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010
6
Presentatie Visie Kibeo op samenwerking met scholen, Elly Brand, tijdens presentatie rapport
‘onderwijs ons goed’ RPCZ, november 2010 7
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
8
Onderwijs ons goed, Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, Rapport in opdracht van Platform
Primair Onderwijs Zeeland, Scoop, RPCZ, 2010 <><><>20
Kibeo - Omnisscholen
Continuïteit
Concurrentie neemt toe binnen de kinderopvang en het onderwijs neemt toe waardoor de continuïteit van organisaties onder druk kan komen te staan.
Deprofilering van scholen – Denominatie is steeds minder leidend, andere denominaties gaan steeds meer richting openbaar onderwijs. Zuilen vallen weg.
Opvoedkundige milieu
Toename aantal ouders met hectisch leefpatroon die werk en opvoeding proberen te combineren9
Gebrek aan rust en concentratie bij kinderen neemt toe. Kinderen hebben een druk sociaal leven met clubjes, activiteiten en sociale netwerken10.
De omgeving van de kinderen wordt als gevolg van digitalisering en globalisering steeds groter.
Leren is voor elk kind van het grootste belang voor het functioneren in de samenleving. Dit geldt niet alleen voor basisvaardigheden, maar ook voor de sociale vaardigheden, de emotionele ontwikkeling en om burgerschap.
Veranderingsbereidheid / veranderende samenleving
Klassieke organisatie van schooltijden met vaste openingstijden en lange vakanties sluit steeds minder goed aan bij huidige samenleving en arbeidsparticipatie van ouders11.
Om betere aansluiting te realiseren rekent men er op dat de school - voor of na de reguliere lestijd – ook nog zorg draagt voor de kinderen. De gemeente Borsele heeft een visietraject Brede School doorlopen, waarbij (bijna) in elk dorp een visie is neergelegd.
Hoge verwachtingen en hoge kwaliteitseisen ouders; ouders verwachten steeds meer kwaliteit, een goede prijs/kwaliteit verhouding wordt steeds belangrijker. Rompslomp en fouten worden steeds minder geaccepteerd. Moderne ouders willen zien waar ze voor betalen. De vraag naar maatwerk neemt toe12.
Ouders vragen ook nadrukkelijker om inzicht in de ontwikkeling van hun kind. Openheid naar belanghebbenden is van wezenlijk belang.
9
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
10
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
11
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
12
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010 <><><>21
Kibeo - Omnisscholen
Ambitie om het Nederlandse primair onderwijs tot de top 5 van de internationale ranglijst van kenniseconomieën te laten behoren13.
Een school is geen instituut meer op zich. Allerlei invloeden van buitenaf drukken hun stempel op het onderwijs en het handelen van leraren. De inspectie vraagt steeds nadrukkelijker naar inzicht in het onderwijsproces, de resultaten en hoe er met de resultaten wordt omgegaan: verbeteren of borgen en op welke manier. Het onderwijs (de leraar) moet steeds meer verantwoording afleggen voor het handelen.
Kinderen worden steeds meer betrokken bij hun eigen leerproces. Zij moeten ook zelf verantwoordelijkheid dragen, om zich op deze manier te kunnen handhaven in de maatschappij en om zelf keuzes te kunnen maken.
Het marktaandeel van het openbaar onderwijs loopt nog steeds terug. Enerzijds komt dat door minder aanbod van leerlingen, maar anderzijds ook door het imago van het openbaar onderwijs.
Medewerkers geven op bijna alle scholen les in combinatieklassen. Dat betekent dat excellente leraren nodig zijn om goed onderwijs te kunnen geven. Dat vereist bepaalde competenties.
Medewerker worden in de gelegenheid gesteld om zich te ontwikkelen en de bekwaamheid bij te houden. Medewerkers hebben een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), met daarin opgenomen hoe
ze
zich
zelf
ontwikkelen
en
wat
daarbij
hun bijdrage is aan de
schoolontwikkeling.
Professionaliteit van medewerkers en directie is gewenst om de kwaliteit te handhaven of te verbeteren.
Verschuiving in discours: van kleinschaligheid naar grootschaligheid
Tot voor kort bleek uit onderzoek van de onderwijsinspectie dat kleine scholen met minder dan 100 leerlingen vaker het stempel zwak of zeer zwak kregen14.
Het aantal risicofactoren voor leerlingen zou stijgen naarmate scholen kleiner worden. Ook de leerprestaties komen hiermee onder druk te staan15.
Het verslag ‘’De staat van het onderwijs’’ van de Onderwijsinspectie 2010/2011 uit april 2012 laat een kentering zien in bovenstaande. Kleine scholen zijn weliswaar vaker zwak of zeer zwak dan grote scholen, maar zij lopen die achterstand in, en krijgen vaker
13
‘Pact Primair Onderwijs’: In tien jaar naar de top. Landelijk manifest PO-raad, mei 2010
14
Inspectie van het Onderwijs, Staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2008-2009, Utrecht, mei
2010. 15
Prof. Dr. W van der Grift: Risico’s voor leerlingen in het basisonderwijs, Onderzoek op grond van
inspectierapporten van de afgelopen jaren, Utrecht, april 2010 <><><>22
Kibeo - Omnisscholen
basistoezicht. Er zijn tal van factoren die bepalen of een school zwak of zeer zwak wordt. Grootte is daarbij steeds minder bepalend. In Zeeland en Overijssel zijn de minste zwakke of zeer zwakke scholen te vinden. Tevens zijn er nauwelijks verschillen tussen kleine scholen (50 tot 100) leerlingen en heel kleine scholen (minder dan 50 leerlingen). Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek kan gesteld worden dat de stelling uit Onderwijs ons Goed dat kleine scholen kwetsbaarder en zwakker zijn niet meer opgaat. Feitelijk vervalt deze ‘’ bedreiging’’.
Schoolorganisaties worden groter, besturen vergroten hun schaal om kleine scholen in stand te houden16.
Schoolorganisaties fuseren binnen de denominatie.
Geen bereidheid tot samenwerkingscholen en/ of uitruil. Scholen zijn bang voor verlies van marktaandeel.
Het toezicht op primair onderwijs neemt toe. Van schoolbesturen wordt steeds meer verwacht (zoals financiële kennis), dit vereist een zekere schaalgrootte. Onderwijsprestaties worden steeds meer geobjectiveerd met cijfers. De onderwijsinspectie bevraagt de schoolbesturen intensiever op kwaliteit en grijpt eerder in bij falen17. Er is toenemende zorg en discussie over de kwaliteit van het onderwijs en de overheid vraagt scholen effectiever en efficiënter met middelen om te gaan18.
2.3 Sterkten
Zorgsysteem - systeem van observeren, registreren, signaleren en eventueel doorverwijzen of inzetten eigen zorgstructuur is sterk ontwikkeld. 4 Scholen met een 4.
Handelingsgericht werken – leerkrachten werken met groepsplannen, deze worden uitgewerkt per vakgebied waarbij leerdoelen worden bepaald voor de toekomst. Op basis van de individuele behoefte van het kind krijgen kinderen een verkorte, gewone of verlengde instructie. Er is geen sprake van individueel werken. De groep blijft de zelfde stof behandelen. Uitschieters naar boven kunnen meedraaien met de hogere groep. Voor uitschieters
naar
beneden
wordt
adv
onderzoeksresultaten
het
maximale
toekomstperspectief bepaald.
Deskundige leerkrachten m.b.t. handelingsgericht werken.
Grote gedeelde verantwoordelijkheid onder leerkrachten – Door kleinschaligheid zijn individuele kinderen bekend bij het gehele team.
Collegiale consultatie - van elkaar leren.
Doorgaand lijn binnen de jaargroepen.
16
De Sterrenschool 2.0 concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010
17
De Sterrenschool 2.0 concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010
18
De Sterrenschool 2.0 concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010 <><><>23
Kibeo - Omnisscholen
2.4 Zwakten
Kwaliteit kan verdwijnen als teams verder moeten krimpen.
Scholen halen de opvang steeds vaker het gebouw in19. Negen van de tien voorzieningen van Kibeo zitten samen onder één dak.
Niet op alle scholen kan BSO aangeboden worden, wegens te geringe vraag
Medewerkers voelen zich verantwoordelijk voor zichzelf, voor de school en de organisatie als geheel.
2.5 SWOT (moet verder uitgewerkt). De top 5 die voortvloeit uit de SWOT analyse is als volgt: 1. Handelingsgericht werken: differentiatie in aanbod en combinatie met kinderen met dezelfde doelen voor optimale ontwikkelingsmogelijkheden. 2. Doorgaand en samen werken. Pedagogisch medewerker en leerkracht werken en zorgen samen voor het optimale klimaat en resultaat. 3. Aansluiten methodieken. 0-12 Doorgaande lijn is in de praktijk een ‘echte’ doorgaande lijn. 4. Andere tijden (A; Continurooster, B;5 gelijke dagenmodel, C; Bioritme model, nader te bepalen). 5. Dichtbij voor ouders en kinderen.
2.6 Conclusie De komende jaren hebben zowel de kinderopvang als het onderwijs in Zeeland te maken met toenemende bezuinigingen en afname van het aantal kinderen in de regio. Door vergrijzing neemt ook het aantal beschikbare medewerkers af. Overheid en ouders willen echter nog steeds de beste ontwikkelingskansen voor ieder kind. Er is behoefte aan doorgaande ontwikkelingslijnen door goede aansluiting van kinderopvang op onderwijs en er is vraag naar opvoedingsondersteuning en naar goede combinatiemogelijkheden voor arbeid en zorg.
19
De Sterrenschool 2.0, concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010 <><><>24
Kibeo - Omnisscholen
De ontwikkelingen in het algemeen en de demografische veranderingen in Zeeland in het bijzonder vormen een risico voor de beschikbaarheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid en kwaliteit van voldoende voorzieningen. Het aanbod van voorzieningen als basisonderwijs in de kleine kernen komt steeds verder in het gedrang. Toegankelijke en financieel aanvaardbare kinderopvang en een toereikend aantal plaatsen voor buitenschoolse activiteiten vormen ook een knelpunt. Is deze situatie, met de huidige toeslagbezuinigingen en onderwijs- en maatschappelijke eisen, in de huidige vorm nog te handhaven? Rekening houdend met- en anticiperend op de landelijke en regionale ontwikkelingen dient een vorm gevonden te worden om de komende jaren kwalitatief goede kinderopvang en onderwijs, gestoeld op het openbare karakter, te blijven bieden.
<><><>25
Kibeo - Omnisscholen
3. Integrale Kindcentra (IKC) Gezien bovenstaande ontwikkelingen is het belangrijk dat de verschillende partners die te maken hebben met ouders en kinderen hun handen ineenslaan. Opschaling binnen de eigen sector is volgens Kibeo en Omnisscholen niet het wenselijke antwoord op krimp, vergrijzing en bezuinigingen. Ouders, kinderen, medewerkers en samenleving vragen van ons een gezamenlijke aanpak. Nu zien we al dat kinderopvangvoorzieningen die in of dichtbij een school in de buurt zitten nog meer succesvol zijn dan andere vestigingen. Dit succes betreft niet alleen de opvangvoorziening maar ook de betreffende scholen. Scholen met een peutergroep, dagverblijf of BSO lijken het wat betreft leerlingenaantallen beter te doen dan scholen die dit niet hebben. Ouders geven de voorkeur aan gekoppelde scholen. Het combineren van het aanbod is een vaststaand succes dat door steeds meer scholen wordt herkend. De hierboven genoemde ontwikkelingen bieden kansen voor samenwerking in de vorm van integrale kindcentra (IKC). Onderstaand is de definitie en het doel van integrale kindcentra weergegeven volgens de visie van Kibeo en Omnisscholen. 3.1 Algemene definitie integraal kindcentrum20 ‘Een integraal kindcentrum is een maatschappelijke voorziening in wijk of dorp waar kinderen van 0 tot 12 jaar gedurende de dag komen om te leren, te spelen, zich te ontwikkelen en elkaar te ontmoeten. Alle ontwikkelingsterreinen van kinderen komen aan bod. De omgeving biedt een totaalpakket van educatie, opvang, en ontwikkeling, waarbij er wel functionele specialismen zijn (inclusief taakverdeling), maar er geen sprake is van institutionele en organisatorische verdeling. Het centrum biedt kinderen een dagprogramma zolang zij willen deelnemen, met een minimum- en een maximum aantal uren, maar met een ruim openingsregime’. 3.2 Doel integrale kindcentra21 Het dichtbij de vertrouwde leefomgeving realiseren van een aaneengesloten, goed verzorgde (school)dag die leuk en verantwoord is voor kinderen, praktisch voor ouders en goed uitvoerbaar voor kinderopvang en onderwijs.
20Visiedocument 21
klankbordgroep integraal Kindcentrum 2010
Anneke Bouwmeester (lid Werkgroep Onderwijs Kinderopvang), programma BDKO 2012 <><><>26
Kibeo - Omnisscholen
3.3 Betekenis voor de belanghebbenden
Ouders
Opvang voor kinderen van 0 tot 12, die, indien gewenst, iedere werkdag van 7.00 uur tot 18.30 uur geopend is.
De relatie tussen ouders, buurt en school wordt versterkt.
Goede kwaliteit, diversiteit en bereikbaarheid van onderwijs en opvang.
Goede combinatie arbeid en zorg mogelijk voor ouders, vanwege opvang en onderwijs dichtbij huis of werk.
Voorzieningen waar ook ouders kunnen ontmoeten en ontwikkelen, als gevolg van activiteiten, bijeenkomsten en cursussen. IKC als brede dorpsvoorziening.
Kinderen
Kinderen groeien op, en ontwikkelen zich in de vertrouwde en veilige omgeving van eigen buurt of dorp.
Ontwikkelingskansen voor ieder kind, een maximaal aanbod voor talentontwikkeling op diverse
gebieden
(kennis,
sociaal,
sport
en
cultuur)
en
het
voorkomen
van
(taal)achterstanden.
Beschikbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van voldoende voorzieningen waar kinderen op een leuke manier kunnen ontmoeten d.m.v. leren, spelen, activiteiten, bijeenkomsten en cursussen.
Personeel
Leerkrachten en pedagogisch medewerkers zorgen er samen voor dat kinderen in hun vertrouwde veilige en uitdagende omgeving opgroeien.
Zowel leerkrachten als pedagogisch medewerkers hebben de mogelijkheid om functies te combineren en hun contract uit te breiden.
Leerkrachten kunnen werkzaamheden verrichten waar ze voor opgeleid zijn; het geven van onderwijs.
Leerkrachten kunnen leerlingen lesgeven op meest productieve en receptieve uren van de dag.
Samenwerkingspartners
Realiseren lokale voorziening dichtbij de klant, het integraal kindcentrum fungeert als ‘hart van dorp, buurt of wijk.
Elkaar helpen om bestaande voorzieningen in stand te houden en al het goede dat er is te verbeteren.
Doorgaande ontwikkelingslijnen door goede aansluiting kinderopvang en onderwijs.
<><><>27
Kibeo - Omnisscholen
Goede samenwerking tussen scholen, kinderopvang en andere partners, zodat zij gezamenlijke en individuele doelen kunnen realiseren.
Een multifunctioneel gebouw met effectieve inzet van flexibele ruimten, mensen en middelen.
Een goed (pedagogisch) klimaat dat ervoor zorgt dat kinderen zich veilig en prettig voelen en gestimuleerd worden te spelen, te ontmoeten en zich te ontwikkelen
Efficiënt omgaan met publieke middelen door efficiënt samen te werken.
Doelmatig omgaan met tijd en energie door gezamenlijke regievoering.
Dorp
Een eigentijdse voorziening in het midden van het dorp waar bewoners en omwoners volop gebruik van maken draagt bij aan de sociale samenhang.
<><><>28
Kibeo - Omnisscholen
4.Visie op IKC Borsele Borsele 4.1 Leefbaarheid Volgens Scoop blijkt dat inwoners van Zeeland de basisschool in hun directe omgeving als zeer positief beoordelen. Afstand is voor de meeste ouders de belangrijkste reden om een school te kiezen22. Daarmee is het behoud van basisscholen voor veel inwoners een belangrijk streven. De school fungeert als ontmoetingsplek en startpunt van activiteiten. Volgens onderzoek van Regioplan naar de keuzemotieven van ouders voor kinderopvang blijkt dat ook hier de nabijheid van de opvanglocatie met grote voorsprong het belangrijkste keuzemotief is23. Verwacht wordt dat in de toekomst ouders steeds meer kiezen voor één locatie dichtbij de leefomgeving, waarin kleinschalig onderwijs, kinderopvang maar ook welzijn, sport en cultuur zijn ondergebracht. De IKC die Kibeo en Omnisscholen samen willen realiseren vormen zo’n plek, stevig verankerd in dorp en wijk, gevormd door professionals, bestuurders, ouders en kinderen en bieden activiteiten voor alle kinderen en hun ouders, zowel werkende- als niet werkende ouders. Wanneer onderwijs verdwijnt uit de kleine kernen zullen steeds minder jonge gezinnen met kinderen zich in deze dorpen vestigen. Dit geldt ook wanneer de opvangvoorzieningen verdwijnen
zoals
dagopvang
en
BSO.
Kibeo
en
Omnisscholen
vinden
het
als
maatschappelijke organisaties belangrijk om kinderen dichtbij, in eigen buurt of dorp op te laten groeien en hierdoor kleine kernen, en daarmee de provincie, leefbaar te houden en vergrijzing tegen te gaan. In de kleine kernen kan, door middel van het koppelen van opvang en scholen, kleinschalige dienstverlening en daarmee de leefbaarheid behouden blijven. Wat eenmaal weg is komt niet meer terug. 4.2 Toegankelijkheid en kwaliteit voorzieningen. Kibeo en Omnisscholen hechten als maatschappelijk organisaties groot belang aan de beschikbaarheid,
bereikbaarheid,
toegankelijkheid
en
kwaliteit
van
voorzieningen.
Opschaling in het onderwijs en de kinderopvang, door middel van regionale centra, kan hiervoor een dreiging vormen. Deze ontwikkeling komt niet overeen met de missie en de visie van de betrokken organisaties. Vertrouwd en dichtbij is in veel sectoren een streven vanwege de menselijke maat en de kwaliteit van dienstverlening door maatwerk. Een van de pedagogische principes van Jeannette Doornenbal, Lector Integraal Jeugdbeleid aan de Hanzehogeschool Groningen, is de erkenning dat de pedagogische kwaliteit van een Kindcentrum een beschermede factor is die een wereld van verschil kan maken voor de ontwikkeling van kinderen. Wat kinderen
22
Onderwijs ons goed, Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, Rapport in opdracht van Platform
Primair Onderwijs Zeeland, Scoop, RPCZ, 2010 23
Marktwerking in de kinderopvang, Regioplan beleidsonderzoek, oktober 2009 <><><>29
Kibeo - Omnisscholen
vooruit helpt bij het leren en ontwikkelen zijn; verbinding tussen binnenschools- en buitenschools leren, de kwaliteit van de professional en een individuele benadering. In het kindcentrum kan, door meer handen, makkelijker ingespeeld worden op de vraag en ontwikkeling van ieder kind door middel van handelingsgericht werken. Deze visie werd ook versterkt door professor Micha de Winter in zijn bijdrage over leefbaarheid, op een symposium dat onlangs door de provincie Zeeland werd georganiseerd. Sociale cohesie in buurt,
wijk
of
dorp
is
volgens
hem
een
belangrijke
voorwaarde
voor
goede
ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Net als in Friesland zijn Kibeo en Omnisscholen ervan overtuigd dat dichtbij en vertrouwd in het basisonderwijs, maar ook in de kinderopvang, van groot belang is.Dit uit zich vaak in kleinschalige voorzieningen. Anders dan bijvoorbeeld in Zeeland is men in Friesland wel overtuigd van het belang van kleinschaligheid in het basisonderwijs. Samenwerken waar het kan is in ieders voordeel. Zo lang het kan, worden dorpsschooltjes als ‘Aldewei in Friesland in stand gehouden:“kleinschaligheid is wezenlijk voor onderwijs”24. “Vanzelfsprekend vraagt dat om politiek en maatschappelijk engagement, om bezielende meesters en juffen en betrokken ouders. Die betrokkenheid is hier, niet alleen voor onderwijs, maar ook voor natuur en landschap, voor cultuur en ontvoogding, voor economische dynamiek en sociale verbondenheid”25. Kibeo en Omnis zijn van mening dat kleinschaligheid ook een ondergrens kent. Met name op financieel en organisatorisch gebied. Maar ook als het gaat om de ontwikkeling van kinderen. De leeromgeving kan te beperkt worden om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor sociale interactie. Kibeo en Omnisscholen sluiten zich ook aan bij het standpunt van de Onderwijsraad met betrekking tot het belang van kleinschaligheid. ”het erkennen van de nadelen en onvolkomenheden van kleinschaligheid is volstrekt iets anders dan een bewieroking van ongeremde schaalvergroting, aldus de raad in zijn advies ‘Wat scholen vermogen (2002)’. Er is in het proces van schaalvergroting van besturen en soms van scholen een moment waar voortgaande schaalvergroting geen aanwijsbaar maatschappelijk oogmerk meer dient. De verhoging van de efficiëntie die in eerste instantie met een grotere schaal samengaat (‘economies of scale’), kent op een bepaald moment een omslagpunt, al is dat punt zeker niet voor alle scholen en besturen in alle omstandigheden hetzelfde”26.
24
Directeur Harrie van de Ven (Fontys): ‘Grootschaligheid is fnuikend voor pabo’s’ , Hoger
beroepsonderwijs , geschreven door Emmanuel Naaijkens, oktober 2011 25
Waar een wil is…. IV van Nij Beets naar Heerenveen, By Jan Schuurman Hess On 10 januari 2012. In
Verslag Tocht 26
Advies de bestuurlijke ontwikkeling van het Nederlandse onderwijs, uitgebracht aan de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Uitgave van de Onderwijsraad, Den Haag, november 2008 <><><>30
Kibeo - Omnisscholen
4.3 Schaalgrootte De regio heeft te maken met een terugloop van het aantal kinderen in de basisgeneratie. Minder kinderen betekent minder inkomsten, minder mogelijkheden. De groepsgrootte komt onder druk te staan. Als groepen te klein worden kunnen verschillende aspecten van de ontwikkeling van kinderen in gevaar komen. Wij zijn van mening dat scholen een belangrijke functie hebben voor de sociale leefbaarheid van de samenleving, ook in kleine kernen en dat zij hier verantwoordelijkheid voor dragen. Alleen kunnen scholen deze verantwoordelijkheid echter steeds moeilijker dragen. Scholen hoeven deze verantwoordelijkheid echter niet alleen te dragen. Kinderopvang en onderwijs kunnen dit samen oppakken. Dit vraagt om een organisatiemodel zoals een IKC waarbij enerzijds kwalitatief goede kinderopvang wordt geboden en goed onderwijs wordt gegeven en anderzijds ingespeeld wordt op toekomstige ontwikkelingen. In een groot deel van de Zeeuwse kernen met meer dan 500 inwoners (ong. 100 kernen) zijn nog basisscholen. Dit varieert van 1 tot 4 scholen per kern. Krimp, vergrijzing, bezuinigingen en kwetsbaarheid zetten dit onderdruk. Het rapport Onderwijs ons goed27 is hierin duidelijk; er moet worden samengevoegd. In de gemeente Veere is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. Daar komt men tot 3 opties:
1. Handhaving huidige situatie 2. Samenwerkingsscholen 3. Regioscholen
De besturen van de Walcherse scholen hebben In hun advies een voorkeur uitgesproken voor regioscholen met minimaal 200 leerlingen. Dit aantal is gebaseerd op de mogelijkheid tot het vormen van jaargroepen. Voordelen van deze regioscholen is dat het organisatorisch, financieel, en onderwijskundig voor de schoolorganisatie goed te behappen is. Voor de klant (ouders en kinderen) is het maar de vraag of deze regioscholen ook aansluiten bij hun behoeften. Voor ouders is afstand tegenwoordig het belangrijkste criterium om voor een 28 school te kiezen . Kinderen ontwikkelen zich het best in een vertrouwde omgeving. De door de gemeente Veere ingestelde klankbordgroep acht scholen levensvatbaar bij 80100 leerlingen. De gemeenteraad zelf, acht goed onderwijs mogelijk op een school die minstens vier dubbele klassen kan vormen Het aantal leerlingen zal hierbij tussen de 70-100
27Onderwijs
ons goed, Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, Rapport in opdracht van Platform
Primair Onderwijs Zeeland, Scoop, RPCZ, 2010 28Onderwijs
ons goed, Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, Rapport in opdracht van Platform
Primair Onderwijs Zeeland, Scoop, RPCZ, 2010 <><><>31
Kibeo - Omnisscholen
leerlingen liggen29. Nobego wil graag zijn kleinste scholen sluiten omdat volgens het bestuur de ondergrens ligt bij 40 leerlingen. Als reden wordt dreigend kwaliteitsverlies gegeven. Kibeo en Omnisscholen zijn van mening dat onderwijs niet alleen binnen haar eigen sector naar oplossingen moet zoeken. In de huidige situatie leidt dit onvermijdelijk tot schaalvergroting
middels regioscholen en het sluiten van scholen in dorpen. De
geconstateerde problemen kunnen gezamenlijk aangepakt worden. De stip op de horizon is niet handhaving van de huidige situatie, maar wel een gezamenlijk IKC per dorp. De noodzaak voor het vormen van combinatieklassen hierbij zien wij zeker niet als nadeel, maar als een bijkomstig voordeel. Pedagogisch gezien kunnen leraren twee à drie niveaugroepen in een klas managen. In een IKC wellicht samen met een pedagogisch medewerker. Tevens is het uit sociaal oogpunt belangrijk om kinderen van 0-13 jaar zo lang mogelijk bij elkaar te houden en niet al op jonge leeftijd te segregeren naar bijvoorbeeld sociale klasse, mogelijkheden en beperkingen. Samen leren, spelen en leven is het uitgangspunt en dat doe je het beste in gemengde groepen, volgens Doornenbal30. Ook is het bij samengestelde jaargroepen juist beter mogelijk om onderwijs en begeleiding op maat aan te bieden. 4.4 Proeftuin en denktank Kibeo en Omnisscholen streven ernaar binnen ieder dorp (of wijk) met voldoende toekomst mogelijkheden een integraal kindcentrum, en/ of een brede dorpsvoorziening te realiseren. Ouders en kinderen worden bediend in hun vertrouwde omgeving. Het dorp blijft levendig en leefbaar voor jong en oud. Bestaande gebouwen en voorzieningen worden duurzaam gebruikt. Er ontstaan geen nieuwe, onvoorziene, gemotoriseerde verkeerstromen door het platteland. Door samenwerking zijn beide partijen in staat deze droom te realiseren. Uitgangspunt is echter niet de concurrentie met andere scholen. De IKC’sdie we gaan realiseren kunnen als proeftuin worden gebruikt voor anderen. Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de belemmeringen? Van onze fouten en oplossingen kunnen anderen leren. Doel is om andere schoolbesturen d.m.v. een denktank mee te laten denken.
29Spanning
30
rond school Biggekerke, Henk Postma, PZC 19 maart 2012 (Walcheren)
Pedagogisch ontwerp voor het kindcentrum, Jeannette Doornenbal, Hanzehogeschool
Groningen, lectoraat Jeugdbeleid, Groningen 2012 (in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang) <><><>32
Kibeo - Omnisscholen
4.5 IKC Borsele in het kort IKC Borsele worden gekenmerkt door:
Inhoudelijk / methodisch •
Doorgaande leer- en ontwikkellijn. Ipv een onderbroken leerlijn bij 4 jaar.
•
Doorgaand dagprogramma.
•
Ieder kind wordt gezien: methodieken, programma en kindvolgsysteem.
•
Warme overdracht tussen de verschillende programma-vormen.
•
Aandacht voor de menselijke maat dmv kleinschalige, decentrale organisatie.
•
Eenduidig pedagogisch beleid
Organisatorisch en financieel •
Organisatorische doelmatigheid door gezamenlijke regie; of de regie in 1 hand.
•
Kostenefficiency door gezamenlijk gebruik van ruimten, materiaal en middelen.
•
Eenduidige omgang met medewerkers
Medewerkers •
Uitwisseling en samenwerking van pedagogische en didactische medewerkers.
•
Veel ruimte voor bijscholing.
•
Sterspelers.
Service •
Openingstijden volgen het belang van ouders en kinderen.
Samenleving •
IKC staat midden in de samenleving.
•
IKC neemt verantwoordelijkheid in de samenleving.
Schaal •
Afhankelijk van financiële, organisatorische en kwalitatieve haalbaarheid.
<><><>33
Kibeo - Omnisscholen
Bronnen:
Dutch Design, Rapport Kinderopvang/Onderwijs, Taskforce kinderopvang/onderwijs, maart 2010
Van brede school tot integraal kindcentrum? Marja Valkestijn, Pieter Paul Bakker, Yvonne van Westering, Nederlands jeugd instituut, 2010
Presentatie Visie Kibeo op samenwerking met scholen, Elly Brand, tijdens presentatie rapport ‘onderwijs ons goed’ RPCZ, november 2010
Onderwijs ons goed, Afnemende leerlingenaantallen in Zeeland, Rapport in opdracht van Platform Primair Onderwijs Zeeland, Scoop, RPCZ, 2010
Brede school Kapelle, Inhoudelijke visie en samenwerking Kibeo, Atie Rovers, maart 2009
Marktwerking in de kinderopvang, Regioplan beleidsonderzoek, oktober 2009
Jeannette Doornenbal, Pedagogische basis van de brede school, 7e Jaarcongres brede school. Utrecht 3 november 2010
Jeannette Doornenbal, voordracht uitgesproken tijdens het Symposium Nieuwe tijden in
onderwijs en opvang. Den Haag 18 mei 2009
Visiedocument klankbordgroep integraal Kindcentrum 2010
Anneke Bouwmeester (lid Werkgroep Onderwijs Kinderopvang), programma BDKO 2012
De Sterrenschool 2.0 concept en implementatie, De argumentenfabriek, juli 2010
Prof. Dr. W van der Grift: Risico’s voor leerlingen in het basisonderwijs, Onderzoek op grond van inspectierapporten van de afgelopen jaren, Utrecht, april 2010
Inspectie van het Onderwijs, Staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2008-2009, Utrecht, mei 2010.
Pedagogisch ontwerp voor het kindcentrum, Jeannette Doornenbal, Hanzehogeschool Groningen, lectoraat Jeugdbeleid, Groningen 2012 (in opdracht van project Andere Tijden in onderwijs en opvang)
Toch nieuwbouw in ’s-Heer Abtskerke, Frank van Cooten, PZC 17 maart 2012 (Bevelanden/Tholen)
Spanning rond school Biggekerke, Henk Postma, PZC 19 maart 2012 (Walcheren)
Ouders ongerust over Margrietschool in Kats, Claudia Sondervan, PZC 17 maart 2012 (Bevelanden/Tholen)
<><><>34