Vragenlijst BaO2 voor ouders/verzorgers
2013
2
Inleiding Deze vragenlijst gaat over de gezondheid en het welzijn van uw kind. Het invullen duurt ongeveer 15 minuten. Het is belangrijk dat u bij alle vragen een antwoord aankruist, ook al vindt u dat soms misschien moeilijk. Zo is het mogelijk dat een aantal vragen niet of minder op uw kind van toepassing is. Kruist u in dit geval het antwoord aan dat het meest op uw kind of de ouders/verzorgers van toepassing is. Er zijn geen 'goede' of 'foute' antwoorden. Het gaat om uw antwoorden en uw ervaringen. Leest u alle vragen en antwoorden rustig door. Kruis uw antwoord aan met zwarte of blauwe pen. Meestal mag u maar één vakje aankruisen, bijvoorbeeld: Is uw kind een jongen of een meisje?
jongen meisje
Als u meer dan één vakje aan mag kruisen, dan staat dat altijd bij de vraag vermeld! LET OP: Heeft u zich vergist bij het invullen, maak dan het foute hokje helemaal zwart en zet een kruisje in het juiste hokje: In welke provincie woont u?
Noord-Brabant Limburg Zeeland 'Noord- Brabant' wordt in dit geval als uw antwoord gezien. Belangrijk: als we het in de vragenlijst hebben over 'uw kind', dan bedoelen we het kind dat op de eerste pagina is genoemd. Ook als u meer kinderen heeft, dan is het de bedoeling dat u de vragen alleen beantwoordt voor dit kind.
Begin hier met de vragenlijst 1.
In welke klas zit uw kind?
2.
Lengte biologische moeder, indien bekend (zonder schoenen)
3.
Lengte biologische vader, indien bekend (zonder schoenen)
4.
Bij wie woont uw kind de meeste dagen van de week? Er is één antwoord mogelijk. Mijn kind woont:
2013
centimeter centimeter
bij de vader en moeder (samen) ongeveer de helft van de tijd bij de moeder en de helft van de tijd bij de vader (co−ouders) bij de moeder en haar vriend(in) bij de vader en zijn vriend(in) alleen bij de moeder alleen bij de vader bij anderen (bijv. pleegouders, andere familie, internaat)
3
5a.
Wat vindt u, over het algemeen genomen, van de gezondheid van uw kind?
5b.
Indien nodig kunt u hier een toelichting geven.
6.
Is uw kind nu onder behandeling of begeleiding? Denk aan medisch specialist (kinderarts, KNO−arts, neuroloog enz.) fysiotherapeut/ergotherapeut, logopedist, diëtist, andere instanties (zoals GGZ, MEE, Jeugdzorg, maatschappelijk werk, psycholoog).
nee ja, namelijk bij
7.
Is uw kind ooit onder behandeling of begeleiding geweest? Denk aan medisch specialist (kinderarts, KNO−arts, neuroloog enz.) fysiotherapeut/ergotherapeut, logopedist, diëtist, andere instanties (zoals GGZ, MEE, Jeugdzorg, maatschappelijk werk, psycholoog).
nee ja, namelijk bij
8.
Gebruikt uw kind op dit moment medicijnen?
nee ja, namelijk
9.
Heeft uw kind in de afgelopen 3 maanden gezondheidsklachten gehad waarover u zich zorgen maakt, zoals hoofdpijn, buikpijn, slecht slapen?
heel goed goed gaat wel niet zo best slecht
nee ja
10.
Hoe vaak gaat uw kind voor controle naar de tandarts of mondhygiënist? (niet orthodontist of beugeltandarts)
nooit niet elk jaar één keer per jaar twee keer per jaar (dat is één keer per half jaar) of vaker
11.
Maakt u zich zorgen over het horen of zien van uw kind?
nee ja, namelijk
2013
4
12.
Is uw kind handig met lopen, rennen, klimmen, fietsen, springen, tekenen, knippen, plakken?
ja nee, namelijk
13.
Heeft uw kind moeilijkheden met spraak of taal (bijv. slecht verstaanbaar, stotteren, enz.)?
nee ja, namelijk
14.
Plast of poept uw kind overdag in de broek of draagt hij/zij overdag een luier?
nee ja
15.
Hoeveel dagen per week speelt uw kind meestal buiten (buiten schooltijd, zoals voetballen, fietsen, skaten)?
1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week 7 dagen per week nooit ga naar vraag 17
16.
Hoe lang per dag speelt uw kind meestal buiten?
korter dan een ½ uur per dag een ½ uur tot 1 uur per dag 1 tot 2 uur per dag 2 tot 3 uur per dag 3 uur per dag of langer
17.
Heeft u de afgelopen 12 maanden vragen en/of zorgen gehad over de opvoeding, het gedrag (zoals bijv. eten, slapen, spelen, drift) of de ontwikkeling van uw kind?
(bijna) nooit ga naar vraag 20 soms vaak (bijna) altijd
18.
Zijn de vragen/zorgen opgelost?
ja ga naar vraag 20 nee
19.
Waarover heeft u deze vragen/zorgen?
20a. Gaat uw kind graag naar school?
altijd meestal soms nooit
20b. Hieronder kunt u een toelichting geven.
2013
5
21.
1.
Heeft uw gezin de volgende ingrijpende gebeurtenissen ooit meegemaakt of maakt het die nu mee? Let op: wanneer het gaat over ouders worden ook pleeg- of stiefouders bedoeld. ja, meegemaakt of maken we nee, nooit nu mee meegemaakt overlijden van familielid of geliefd persoon
2.
langdurige ziekte of ziekenhuisopname van het kind zelf
3.
langdurige ziekte of ziekenhuisopname van een gezinslid
4.
psychische problemen van u of uw partner
5.
ongeval(len)
6.
slachtoffer van geweld of criminaliteit
7.
conflicten of ruzies buiten het gezin
8.
conflicten of ruzies binnen het gezin
9.
echtscheiding of voor langere tijd weggaan van gezinslid
10.
uitbreiding gezin door geboorte of adoptie van broertje(s) of zusje(s)
11.
uitbreiding gezin: stiefvader/-moeder en/of stiefkind erbij
12.
problemen met ander kind in het gezin
13.
problemen in verband met werk of werkloosheid van (één van) de ouder(s)
14.
problemen in verband met geld/inkomen
15.
problemen met drank of verslaving
16.
verhuizing of migratie
17.
woonproblemen, problemen met huisvesting of verblijf in Nederland
18.
vlucht (vanwege bijvoorbeeld oorlog of politieke situatie) vanuit een ander land naar Nederland
19.
andere ingrijpende gebeurtenissen
22a.
Heeft het gezin nu nog problemen met één of meer van de ingrijpende gebeurtenissen uit de vorige vraag? nee ja, met gebeurtenis(sen) nr(s): 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
22b. Hieronder kunt u een toelichting geven als uw gezin nu nog problemen heeft met een ingrijpende gebeurtenis.
2013
6
23.
Hieronder zijn 7 gezichtjes afgebeeld die gevoelens weergeven. Welk gezichtje geeft het beste aan hoe uw kind zich in de afgelopen 3 maanden voelde? Kruis onder dat gezichtje het vakje aan.
24.
a.
Wilt u alstublieft achter iedere vraag een kruisje zetten in het vierkantje onder 'niet waar', 'een beetje waar' of 'zeker waar'. Het is van belang dat u alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als u niet helemaal zeker bent of als u de vraag raar vindt. Wilt u alstublieft uw antwoorden baseren op het gedrag van het kind in de laatste zes maanden of het huidige schooljaar. een beetje zeker niet Mijn kind waar waar waar Houdt rekening met gevoelens van anderen
b.
Is rusteloos, overactief, kan niet lang stilzitten
c.
Klaagt vaak over hoofdpijn, buikpijn, of misselijkheid
d. e.
Deelt makkelijk met andere kinderen (bijvoorbeeld speelgoed, snoep, potloden, enz.) Heeft vaak driftbuien of woede-uitbarstingen
f.
Is nogal op zichzelf, neigt er toe alleen te spelen
g.
Is doorgaans gehoorzaam, doet gewoonlijk wat volwassenen vragen Heeft veel zorgen, lijkt vaak over dingen in te zitten
h. i. j.
Is behulpzaam als iemand zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt Is constant aan het wiebelen of wriemelen
k.
Heeft minstens één goede vriend of vriendin
l.
Vecht vaak met andere kinderen of pest ze
m.
Is vaak ongelukkig, in de put of in tranen
n.
q.
Wordt over het algemeen aardig gevonden door andere kinderen Is gemakkelijk afgeleid, heeft moeite om zich te concentreren Is zenuwachtig of zich vastklampend in nieuwe situaties, verliest makkelijk zelfvertrouwen Is aardig tegen jongere kinderen
r.
Liegt of bedriegt vaak
s.
Wordt getreiterd of gepest door andere kinderen
t. u.
Biedt vaak vrijwillig hulp aan anderen (ouders, leerkrachten, andere kinderen) Denkt na voor iets te doen
v.
Pikt dingen thuis, op school of op andere plaatsen
w. x.
Kan beter opschieten met volwassenen dan met andere kinderen Is voor heel veel bang, is snel angstig
y.
Maakt opdrachten af, kan de aandacht goed vasthouden
o. p.
2013
7
25.
Denkt u over het geheel genomen dat uw kind moeilijkheden heeft op één of meer van de volgende gebieden: emoties, concentratie, gedrag of vermogen om met andere mensen op te schieten?
nee ga naar vraag 30 ja, kleine moeilijkheden ja, duidelijke moeilijkheden ja, ernstige moeilijkheden
26.
Hoe lang bestaan deze moeilijkheden?
korter dan een maand 1-5 maanden 6-12 maanden meer dan een jaar
27.
Maken de moeilijkheden uw kind overstuur of van slag?
helemaal niet een beetje maar tamelijk heel erg
28.
Belemmeren de moeilijkheden het dagelijks leven van uw kind op de volgende gebieden? thuis vriendschappen leren in de klas activiteiten in de vrije tijd
a. b. c. d.
helemaal niet
een beetje maar
tamelijk
29.
Belasten de moeilijkheden u of het gezin als geheel?
helemaal niet een beetje maar tamelijk heel erg
30.
Heeft uw nog vragen of zorgen over de ontwikkeling en gezondheid van uw kind die niet aan bod zijn gekomen in deze vragenlijst?
nee ja, namelijk
31.
Wilt u naar aanleiding van één van deze onderwerpen en/of andere vragen een gesprek bij de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts van GGD Hart voor Brabant?
32.
Met welk telefoonnummer bent u overdag bereikbaar? (10 cijfers invullen)
nee ja
Dit is het einde van de vragenlijst. Bedankt voor het invullen. Mogelijk nodigen wij u en uw kind nog uit voor een afspraak bij de jeugdarts of –verpleegkundige. Neemt u gerust contact op als u vragen heeft over de opvoeding of de gezondheid van uw kind. GGD Hart voor Brabant tel. 0900-46 36 443 (lokaal tarief) elke werkdag van 8:00 tot 17:00 uur, kies optie 2 in het keuze menu
2013
8
heel erg