Versie: 2.0 2 september 2013
Afdeling Beleidsrealisatie Sociaal Domein Unit Kwaliteit en Ondersteuning
Bijlage(n): 5 Auteur: Fred Coesel
Voortgangsrapportage
Verzakelijking van het sociaal domein Een consistent verhaal consequent doorgevoerd
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Samenvatting
Aanleiding In een tijd van grote financiële teruggang wordt de overheid en daarmee ook stadsdeel Zuid gedwongen kritischer te kijken naar effectiviteit, efficiëntie en wenselijkheid van alles wat ze doet. Werkt het wel, kost het niet teveel geld en moeten we het wel willen? Vandaar dat de focus van het dagelijks bestuur ligt op ‘vereenvoudigen, vernieuwen en verbinden’. De verzakelijking van het sociaal domein geeft uitvoering aan deze focus tijdens deze bestuursperiode. Verzakelijking betekent dat wij verantwoordelijk handelen, de regie hebben over de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Deze regie voeren we van signalering tot succesvol afgerond resultaat. Verzakelijking betekent ook dat wij weten of de beoogde maatschappelijke effecten en onderliggende doelstellingen zijn behaald. We houden constant de vinger aan de pols en sturen op gewenste resultaten. Resultaten die we samen van tevoren afspreken. Daardoor wordt er niets aan het toeval overgelaten. Dat maakt het overzichtelijker voor opdrachtgever en opdrachtnemer.
Effecten heiligen de middelen De Algemene Rekenkamer 1 haalde in oktober 2011 de landelijke voorpagina’s met de schokkende conclusie dat maar liefst 95 procent van de Nederlandse gemeenten niet weet of hun subsidiebeleid doeltreffend is. In 2010 kwamen de adviesbureaus Berenschot en Necker van Naem 2 onafhankelijk van elkaar tot de conclusie dat tweederde tot driekwart van de gemeenten niet kan zeggen of de welzijnssubsidies, goed voor meer dan een miljard euro, effect hebben. Daarnaast blijken de gemeenten moeite te hebben met het maken van concrete en meetbare afspraken met de gesubsidieerde instellingen. Of sterker nog: ze niet eens maakt. In de meeste gevallen waren geen doelstellingen beschikbaar. Soortgelijke geluiden kwamen er van verschillende rekenkamers zoals die in Amsterdam en Eindhoven. In Amsterdam in de jaren 2006, 2008 en 2010 3 . 1 Leren van subsidie-evaluaties, Algemene Rekenkamer, oktober 2011, http://www.rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2011/10/Leren_van_subsidie_evaluatie s 2 Benchmark subsidies welzijnswerk gemeenten, Berenschot, februari 2010, http://www.zorgwelzijn.nl/web/Actueel/Nieuws/Meerderheid-gemeenten-heeft-geen-inzicht-in-effectwelzijnsubsidies.htm; Uitvoering subsidiebeleid gemeenten, Necker van Naem, 2010 en augustus 2011, http://www.necker.nl/nieuws/206-uitvoering-subsidiebeleid-gemeenten-niet-verbeterd. 3 Onderzoek subsidies Amsterdam, Rekeningencommissie, december 2001, http://www.amsterdam.nl/publish/pages/5483/Verslag_RC_doeltreffendheid.pdf; Subsidiëring welzijnsinstellingen, Rekenkamer Amsterdam, februari 2006, http://www.rekenkamer.amsterdam.nl/page.ocl?pageid=13&id=63; Vervolgonderzoek subsidiëring welzijnsinstellingen, Rekenkamer Amsterdam, april 2008,
Verzakelijking van het sociaal domein
2
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Hoewel de situatie verbetert, lukt het gemeenten en instellingen niet om heldere afspraken te maken over wat er bereikt moet worden. De verzakelijking van het sociaal domein brengt hier in stadsdeel Zuid verandering in. Verzakelijking is ook nodig om het maatschappelijk draagvlak voor welzijnsbeleid te vergroten. Wanneer opdrachtgevers en opdrachtnemers zich bewust zijn van waar we heen willen en wat ieders rol daarin is, dan ontstaat er draagvlak voor vernieuwing.
Uitgangspunten verzakelijking In het uitvoeringsbesluit 'Verzakelijking van het sociaal domein' (zie bijlage 1, in maart 2012 door het dagelijks bestuur vastgesteld) zijn de uitgangspunten voor de verzakelijking van het sociaal domein geformuleerd: 1. Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten, door middel van: a. Het toepassen van de zogenoemde 'zeven-stappen-methodiek’, welke de vertaling maakt van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatie-indicatoren. b. Het toepassen van effectevaluatie volgens de ‘Handreiking effectevaluaties van subsidies. Randvoorwaarden, uitvoering en benutting’ van de Algemene Rekenkamer. 2. Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken een keuze te maken uit de beschikbare instrumenten, met daarbij als uitgangpunt dat we bij beleidswijzigingen kiezen voor subsidietenderen, voor zover mogelijk met beschikbare tijd en budget. 3. Vergroten van de transparantie door de publicatie van subsidieoverzichten en beschikbare evaluatierapporten op de subsidiepagina van de website van Stadsdeel Zuid.
Belangrijkste resultaten In maart 2012 is zowel het uitvoeringsplan als het uitvoeringsbesluit 'Verzakelijking van het sociaal domein' vastgesteld (door respectievelijk DTZ en DB). De belangrijkste resultaten van de verzakelijking die behaald zijn:
Toepassing en effect zeven-stappen-methodiek (hoofdstuk 1) Deze methodiek is doorgevoerd bij grote beleidswijzigingen om de vertaling van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatieindicatoren te kunnen maken.
http://www.rekenkamer.amsterdam.nl/page.ocl?pageid=13&id=46; Welzijn per contract?, Rekenkamer Stadsdelen Amsterdam, december 2010, http://www.rekenkamer.amsterdam.nl/page.ocl?pageid=13&id=158.
Verzakelijking van het sociaal domein
3
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
De methodiek heeft geleid tot aanscherping van de beoogde maatschappelijke effecten, doelstellingen, prestaties en bijbehorende indicatoren. Daardoor is nu beter te meten wat de door stadsdeel Zuid gesubsidieerde activiteiten bijdragen aan de gewenste effecten en doelstellingen. Op de website van het stadsdeel is het openbaar subsidieregister gepubliceerd (hoofdstuk 2) waarmee op een overzichtelijke en eenduidige manier inzichtelijk wordt gemaakt welke subsidies het stadsdeel verstrekt. Harmonisatie van 21 subsidieregelingen (hoofdstuk 2) en in eenzelfde stedelijk format gezet dat voldoet aan de eisen vanuit de verzakelijking, namelijk: Transparant en eenduidig De programmadoelen zijn gekoppeld aan de doelen van de subsidieregeling. De subsidiabele activiteiten zijn duidelijker omschreven en moeten voldoen aan specifiekere criteria. De beoordeling van subsidieaanvragen is transparanter geworden door een rangschikking op vijf, in de subsidieregeling omschreven, punten. De onderlinge vergelijking van aanvragen wordt daarmee objectiever. Duidelijkere subsidieregelingen Minder subsidieregelingen Klaar voor de toekomst Totaaloverzicht subsidieplafonds Op 1 januari 2013 is de nieuwe Algemene subsidieverordening stadsdeel Zuid 2012 in werking getreden (hoofdstuk 3). Dit is een uniforme verordening voor alle stadsdelen en diensten waartoe de gemeenteraad en alle deelraden hebben besloten. Daarmee is er een gelijk subsidiekader voor de hele gemeente gerealiseerd. Er zijn met succes twee subsidietenders voor Zorg voor Zuid uitgeschreven (voor Informele ondersteuningsdiensten en Maatschappelijke dienstverlening, hoofdstuk 3), waardoor de beste aanbieders dit in 2014 mogen uitvoeren. De nieuwe aanpak met subsidietenders helpt bij het realiseren van een zakelijke relatie met de aanbieders. De relatie met de (welzijns)instellingen is dusdanig veranderd dat we kunnen spreken van een meer geprofessionaliseerde relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer (hoofdstuk 4). Er is meer structuur door de toepassing van een vaste gesprekscyclus. Ook door het volledig wegwerken van de achterstanden in de vaststellingen 2010 en 2011 is de focus weer meer gericht op de wettelijke termijnen en bijbehorende verantwoordelijkheden en verloopt het subsidieproces inmiddels weer volgens de subsidieverordening. Er is een SWOT-analyse uitgevoerd van de drie grootste (naar bedrag) subsidieontvangende instellingen van Stadsdeel Zuid (hoofdstuk 4).
Verzakelijking van het sociaal domein
4
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Belangrijkste resultaten in tabelvorm Uitgangspunt uitvoeringsbesluit
Uitgangspunt verzakelijking
Maatschappelijke effecten
Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten, door: a. Het toepassen van de zogenoemde 'zeven-stappenmethodiek’.
Bijdrage instellingen aan effecten
Uitvoering in de praktijk
Resultaat
Deze methodiek is doorgevoerd bij grote beleidswijzigingen om de vertaling van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatieindicatoren te kunnen maken.
De methodiek heeft geleid tot aanscherping van de beoogde maatschappelijke effecten, doelstellingen, prestaties en bijbehorende indicatoren. Daardoor is nu beter te meten wat de door stadsdeel Zuid gesubsidieerde activiteiten bijdragen aan de gewenste effecten en doelstellingen.
b. Het toepassen van effectevaluatie volgens de ‘Handreiking effectevaluaties van subsidies. Randvoorwaarden, uitvoering en benutting’ van de Algemene Rekenkamer.
De effectevaluatie wordt toegepast vanaf september 2013.
Vergroten van de transparantie door de publicatie van subsidieoverzichten en beschikbare evaluatierapporten op de subsidiepagina van de website van Stadsdeel Zuid.
Op de website van het stadsdeel is het openbaar subsidieregister gepubliceerd.
Verzakelijking van het sociaal domein
Er wordt op een overzichtelijke en eenduidige manier inzichtelijk gemaakt welke subsidies het stadsdeel verstrekt.
5
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Uitgangspunt uitvoeringsbesluit
Uitgangspunt verzakelijking
Uitvoering in de praktijk
Resultaat
Bijdrage instellingen aan effecten
Vergroten van de transparantie
Harmonisatie van 21 subsidieregelingen en in eenzelfde stedelijk format gezet dat voldoet aan de eisen vanuit de verzakelijking
De subsidieregelingen zijn transparant en eenduidig: De programmadoelen zijn gekoppeld aan de doelen van de subsidieregeling. De subsidiabele activiteiten zijn duidelijker omschreven en moeten voldoen aan specifiekere criteria. De beoordeling van subsidieaanvragen is transparanter geworden door een rangschikking op vijf, in de subsidieregeling omschreven, punten. De onderlinge vergelijking van aanvragen wordt daarmee objectiever. Duidelijkere subsidieregelingen Minder subsidieregelingen Klaar voor de toekomst Totaaloverzicht subsidieplafonds
Instrumentarium
Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken een keuze te maken uit de beschikbare instrumenten.
Er zijn met succes twee subsidietenders voor Zorg voor Zuid uitgeschreven (voor Informele ondersteuningsdiensten en Maatschappelijke
De nieuwe aanpak met subsidietenders helpt bij het realiseren van een zakelijke relatie met de aanbieders.
Verzakelijking van het sociaal domein
6
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Uitgangspunt uitvoeringsbesluit
Uitgangspunt verzakelijking
Uitvoering in de praktijk
Resultaat
dienstverlening waardoor de beste aanbieders dit in 2014 mogen uitvoeren.
Relatie met instellingen
Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten.
Verzakelijking van het sociaal domein
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Algemene subsidieverordening stadsdeel Zuid 2012 in werking getreden. Dit is een uniforme verordening voor alle stadsdelen en diensten waartoe de gemeenteraad en alle deelraden hebben besloten.
Een gelijk subsidiekader voor de hele gemeente.
De relatie met de (welzijns)instellingen is dusdanig veranderd dat we kunnen spreken van een meer geprofessionaliseerde relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Er is meer structuur door de toepassing van een vaste gesprekscyclus. Mede door het volledig wegwerken van de achterstanden in de vaststellingen 2010 en 2011 is de focus weer meer gericht op de wettelijke termijnen en bijbehorende verantwoordelijkheden en verloopt het subsidieproces weer volgens de subsidieverordening.
Er is een SWOTanalyse uitgevoerd van de drie grootste (naar bedrag) subsidieontvangende instellingen van Stadsdeel Zuid.
Vertaling van 27 algemene bevindingen en aanbevelingen naar concrete verbeterpunten.
7
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Conclusie De doelstelling is geformuleerd in de uitgangspunten van de verzakelijking. Deze uitgangspunten zijn vrijwel volledig in de praktijk gebracht binnen de afdeling sociaal domein; alleen de effectevaluatie moet nog worden toegepast (vanaf september). De doelstelling van de verzakelijking is daarmee grotendeels behaald. In 2014 gaat het Amsterdamse subsidiestelsel volledig op de schop: de subsidieverlening voor burgers, instellingen en bedrijven moet in de toekomst makkelijker en sneller verlopen. De uitvoering van het Programma Uniformering en Vereenvoudiging Subsidies is in de uitvoeringsfase beland. Het programma maakt onderdeel uit van één Stad één Opgave (1S1O) en heeft een financiële taakstelling van in totaal € 3,5 miljoen. Vanaf medio 2014 werken we in Amsterdam met één subsidiebureau, één digitaal loket en één subsidiebeheersysteem.
Verzakelijking van het sociaal domein
8
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Inhoud
Samenvatting .................................................................................................... 2 Inhoud ............................................................................................................... 9 Inleiding .......................................................................................................... 11 1 Maatschappelijke effecten ........................................................................... 12 1.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 1a) ....12 1.2 Beoogde resultaten.......................................................................................................12 1.3 Bereikte (tussen)resultaten...........................................................................................12 1.3.1 De zeven-stappen-methodiek....................................................................................12 1.3.2 Aangescherpte maatschappelijke effecten................................................................12 1.3.3 Aangescherpte effectindicatoren ...............................................................................14 1.3.4 Aangescherpte onderliggende doelstellingen en resultaatindicatoren......................14 1.4 Nog te bereiken in 2013................................................................................................15 2 Bijdrage instellingen aan effecten ............................................................... 16 2.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 1b en 3) ............................................................................................................................................16 2.2 Beoogd resultaat...........................................................................................................16 2.3 Bereikte (tussen)resultaten...........................................................................................16 2.3.1 Effectevaluatie ...........................................................................................................16 2.3.2 Openbaar subsidieregister ........................................................................................16 2.3.3 Harmonisering subsidieregelingen ............................................................................17 2.3.4 Het resultaat van de harmonisering...........................................................................18 2.4 Nog te bereiken in 2013................................................................................................18 3 Instrumentarium ........................................................................................... 20 3.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 2) ......20 3.2 Beoogd resultaat...........................................................................................................20 3.3 Bereikte (tussen)resultaten...........................................................................................20
Verzakelijking van het sociaal domein
9
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
3.3.1 Subsidietenders Zorg voor Zuid ................................................................................20 3.3.2 Algemene subsidieverordening stadsdeel Zuid 2012................................................21 4 Relatie met instellingen ............................................................................... 23 4.1 Beoogd resultaat...........................................................................................................23 4.2 Bereikte (tussen)resultaten...........................................................................................23 4.2.1 Uitwerking M74-2010.................................................................................................23 4.2.2 Rollen en verantwoordelijkheden in de relatie met de instellingen ...........................23 4.2.3 Bestuurlijk rapport Rekenkamer ‘Aansturing welzijnsinstellingen’ ............................24 4.2.4 De SWOT-analyse van Combiwel, Dynamo en PuurZuid.........................................24 4.2.5 Opdrachtgeverschap uitbreiden met partnerschap en flexibiliteit .............................25 4.2.6 Rol van inhoudelijke besprekingen en kennis van de uitvoering...............................25 4.2.7 Over de uitvoering /output .........................................................................................25 4.2.8 Op weg naar sturen op outcome ...............................................................................26 4.2.9 Bedrijfsvoering stadsdeel: Van aanvraag tot verantwoording ...................................26 4.2.10 Financiële positie .....................................................................................................27 4.2.11 Stedelijk subsidiebureau..........................................................................................27
Verzakelijking van het sociaal domein
10
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Inleiding
In het uitvoeringsbesluit 'Verzakelijking van het sociaal domein' (zie bijlage 1, in maart 2012 door het dagelijks bestuur vastgesteld) zijn de uitgangspunten voor de verzakelijking van het sociaal domein geformuleerd: 1. Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten, door middel van: a. Het toepassen van de zogenoemde 'zeven-stappen-methodiek’, welke de vertaling maakt van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatie-indicatoren. b. Het toepassen van effectevaluatie volgens de ‘Handreiking effectevaluaties van subsidies. Randvoorwaarden, uitvoering en benutting’ van de Algemene Rekenkamer. 2. Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken een keuze te maken uit de beschikbare instrumenten, met daarbij als uitgangpunt dat we bij beleidswijzigingen kiezen voor subsidietenderen, voor zover mogelijk met beschikbare tijd en budget. 3. Vergroten van de transparantie door de publicatie van subsidieoverzichten en beschikbare evaluatierapporten op de subsidiepagina van de website van Stadsdeel Zuid. Aan de hand van de hoofdstukindeling van het uitvoeringsbesluit wordt hierna op de voortgang van de uitgangspunten gerapporteerd.
Verzakelijking van het sociaal domein
11
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
1 Maatschappelijke effecten
1.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 1a) Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten, door middel van: het toepassen van de zogenoemde 'zeven-stappenmethodiek’, welke de vertaling maakt van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatie-indicatoren.
1.2 Beoogde resultaten 1. Inzicht in welke mate de beoogde maatschappelijke effecten en onderliggende doelstellingen worden gerealiseerd (het meetbaar maken). 2. Een aanscherping van de maatschappelijke effecten en onderliggende doelstellingen om deze meetbaar te kunnen maken.
1.3 Bereikte (tussen)resultaten 1.3.1 De zeven-stappen-methodiek Met deze methodiek maken wij de vertaling van maatschappelijke effecten, richtinggevende doelen, effectindicatoren, domeindoelen en resultaatindicatoren naar uiteindelijke activiteiten en prestatie-indicatoren. De zeven-stappen-methodiek is toegepast op: Vernieuwd jongerenwerk OKC Team jeugd 0-12 jaar: onderwijs Team jeugd 0-12 jaar: vrije tijd / talentontwikkeling Team Wmo: Zorg voor Zuid 1.3.2 Aangescherpte maatschappelijke effecten Het beoogde maatschappelijk effect voor zowel programma 5 (Onderwijs en jeugd) als voor programma 6 (Welzijn en zorg) is aangescherpt: P5 was in 2011 en 2012: kinderen en jongeren kunnen zich ontwikkelen om zelfstandig en verantwoordelijk te participeren in de samenleving. Dit betekent dat: 1. kinderen en jongeren een succesvolle schoolloopbaan hebben en een startkwalificatie halen; 2. randvoorwaarden aanwezig zijn voor kinderen en jeugd om zelfstandig te zijn;
Verzakelijking van het sociaal domein
12
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
3.
kinderen en jongeren meedoen in de samenleving en hun talenten ontwikkelen. P5 is in 2013: kinderen en jongeren kunnen zich ontwikkelen en zijn zelfredzaam. Ze zijn zich bewust van hun mogelijkheden en beperkingen, hebben kennis van maatschappelijke rechten en plichten en nemen (daarom) hun verantwoordelijkheid. Dit betekent: 1. alle jongeren in Zuid behalen een startkwalificatie; 2. afname van jongeren met risico’s in één of meerdere leefgebieden: wonen, werken, scholing, veiligheid, sociale leefomgeving, gezondheid, vrijetijdsbesteding of financiën. P6 was in 2012: iedereen kan meedoen aan de maatschappij, ondanks beperkingen. Daarbij gaan wij uit van de eigen kracht van mensen, waarbij de primaire verantwoordelijkheid om aan de maatschappij mee te (blijven) doen bij de mensen zelf ligt. Men levert een vrijwillige bijdrage aan de lokale samenleving. Dit betekent dat: o Burgers de weg weten te vinden naar het Wmo- en zorgaanbod (inzet stadsdeel is loket Zorg en Samenleven); o Burgers participeren in sociale netwerken en leveren een bijdrage aan het welzijn van anderen; o Burgers met een fysieke en/of mentale beperking kunnen ondanks die beperking en zelfstandig wonen, zich verplaatsen in de buurt en meedoen in de samenleving. Burgers met een sociaaleconomische en taalachterstand doen actief mee aan de samenleving in de vorm van werk of zinvolle dagbesteding. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun levensonderhoud. Uitgangspunt is dat mensen in stadsdeel Zuid actief deelnemen aan de maatschappij en zelfredzaam zijn. Dit wordt bereikt door: o Het bevorderen van financiële zelfredzaamheid door het verbeteren van (de toegankelijkheid van) het aanbod in het kader van het armoedebeleid; o Het vergroten van het bereik van moeilijk bereikbare groepen. P6 is in 2013: iedereen kan meedoen in de samenleving ondanks beperkingen. Daarbij is het een belangrijke randvoorwaarde dat mensen zelf besluiten kunnen nemen en de regie kunnen hebben over hun eigen leven. Soms hebben mensen daarbij (tijdelijk) ondersteuning nodig. Wij zetten in op uitbreiding en ondersteuning van vrijwilligers, mantelzorgers en maatschappelijk betrokken ondernemers. Dit betekent dat: o Burgers de weg weten te vinden naar het Wmo- en zorgaanbod (inzet stadsdeel is loket Zorg en Samenleven); o Burgers participeren in sociale netwerken en leveren een bijdrage aan het welzijn van anderen; o Burgers met een sociaaleconomische en taalachterstand doen actief mee aan de samenleving in de vorm van werk of zinvolle dagbesteding;
Verzakelijking van het sociaal domein
13
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
o
o
Bewoners van Zuid, en specifiek (kwetsbare) bewoners met een fysieke of mentale beperking kunnen ondanks die beperkingen zelfstandig wonen, zich verplaatsen in de buurt en meedoen in de samenleving; Burgers ervaren een sociaal veilige omgeving waarbij overlast van bewoners tot een minimum beperkt wordt.
1.3.3 Aangescherpte effectindicatoren De effectindicatoren van P5 zijn van 2011 op 2012 flink aangepast. Zo is de indicator over de gemiddelde Cito-score toegevoegd, de deelname aan Triple P verwijderd en de indicator over achterstandsleerlingen beter gespecificeerd. Vanaf 2013 is ook de indicator over het aantal jongeren met een startkwalificatie weer opgenomen. Ook bij P6 zijn de effectindicatoren flink verbeterd. De indicator ‘Sociaal Kapitaal’ is toegevoegd. Het gaat hier om nieuwe samengestelde en gewogen indicator naar het principe van de 'civil society' die bestaat uit drie onderdelen: participatie, vertrouwen en integratie. De indicatoren die niets zeggen over het eventueel bereiken van bepaalde maatschappelijke effecten zijn verwijderd (bekendheid met het loket, hulpbehoevendheid en hulpontvangers) en vervangen door objectieve indicatoren die wel iets zeggen over dat effect (leefsituatie-index, sociaal isolement en aandeel minimahuishoudens). Voor een totaaloverzicht van de effectindicatoren wordt kortheidshalve verwezen naar de programmabegrotingen van 2011, 2012 en 2013 (voor P5 resp. pagina 37, 37 en 53 en voor P6 resp. pagina 45, 45 en 65). 1.3.4 Aangescherpte onderliggende doelstellingen en resultaatindicatoren Van 2011 op 2012 zijn de programmadoelen en bijbehorende resultaatindicatoren drastisch gewijzigd. Nieuwe doelstellingen en indicatoren zijn toegevoegd, zoals bijvoorbeeld bij P5 de doelstelling ‘In de buurt naar school’ en de resultaatindicatoren uitgesplitst naar PO/VO/MBO voor het terugdringen van schoolverzuim. Ook zijn indicatoren aangescherpt: het bereik van het OKC is uitgesplitst naar 4 leeftijdscategorieën. Indicatoren die niets toevoegden aan duidelijkheid over resultaten zijn geschrapt, zoals bijvoorbeeld: Kwaliteit VVE voldoet aan de wettelijke norm (P5) Jaarlijks ambitiegesprekken gevoerd met alle schoolbesturen (P5) Alle scholen Primair Onderwijs hebben een Zorgbreedteoverleg (ZBO) dat voldoet aan de stedelijke norm (P5) Vanaf 2012 aanbodsinventarisatie gereed (P5) De programmadoelen en bijbehorende resultaatindicatoren van P6 zijn van 2011 op 2012 vrijwel volledig op de schop gegaan. Het aantal programmadoelen is teruggebracht van 15 naar 8 en het aantal resultaatindicatoren van 33 naar 8. Van 2012 op 2013 is er slechts op detailniveau aan de indicatoren gesleuteld, dit vanwege consistentie en vergelijkbaarheid van cijfers en percentages jaar op jaar.
Verzakelijking van het sociaal domein
14
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
Voor een totaaloverzicht van de programmadoelen en bijbehorende resultaatindicatoren wordt kortheidshalve verwezen naar de programmabegrotingen van 2011, 2012 en 2013 (voor P5 resp. pagina 39-42, 39-42 en 56-57 en voor P6 resp. pagina 50-53, 50-53 en 72).
1.4 Nog te bereiken in 2013 Voor de beschikkingen 2014 gaan we verder op de ingeslagen weg: Bij de effectevaluatie vaststellen of en in welke mate er op de opgestelde indicatoren wordt gerapporteerd en of de indicatoren voldoen aan de eisen van meetbaarheid. Aansluiting behouden op/bij de stedelijke ontwikkelingen, zeker op het gebied van effectmeting. De stedelijke werkgroep opdrachtgeverschap is opgeheven; de opdracht om te komen tot (betere) effectmeting wordt meegenomen in de oprichting van het stedelijke subsidiebureau.
Verzakelijking van het sociaal domein
15
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
2 Bijdrage instellingen aan effecten
2.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 1b en 3)
1b: Het sturen op samenhang tussen beoogd maatschappelijk effect, doelstellingen en activiteiten, door middel van: het toepassen van effectevaluatie volgens de ‘Handreiking effectevaluaties van subsidies. Randvoorwaarden, uitvoering en benutting’ van de Algemene Rekenkamer. 3: Vergroten van de transparantie door de publicatie van subsidieoverzichten en beschikbare evaluatierapporten op de subsidiepagina van de website van stadsdeel Zuid.
2.2 Beoogd resultaat Inzicht in welke mate de gesubsidieerde instellingen of opdrachtnemers bijdragen aan resultaat 1: inzicht in welke mate de beoogde maatschappelijke effecten en onderliggende doelstellingen worden gerealiseerd (het meetbaar maken, zie ook 1.2).
2.3 Bereikte (tussen)resultaten 2.3.1 Effectevaluatie In de beschikkingen 2012 en 2013 zijn de beoogde maatschappelijke effecten en doelstellingen benoemd. De doorontwikkeling van de indicatoren is goed zichtbaar in de beschikkingen 2012 en 2013: de indicatoren zijn SMARTer gemaakt en specifiek benoemd bij iedere activiteit of bij ieder product. De resultaat- en prestatie-indicatoren uit 2012 zijn doorgezet naar 2013 en 2014 en waar mogelijk aangescherpt (bijvoorbeeld voor het bereik voorschoolse educatie doelgroeppeuters). De aanvraagformulieren voor subsidies voor 2014 zijn aangepast: de indicatoren zijn SMARTer en de formulieren zijn eenduidig. Ook is er nog slechts één standaard stedelijk formulier voor het aanvragen van een eenmalige subsidie. 2.3.2 Openbaar subsidieregister Overheidsinformatie is in beginsel openbaar. Het dagelijks bestuur staat dan ook positief tegenover het publiceren van subsidie-informatie (beantwoording van het DB van de vragen van 14 februari 2012 van D66 over het instellen van een openbaar subsidieregister). Het externe doel van het publiceren van stadsdeelbrede subsidiegegevens is het actief informeren van de burgers van Stadsdeel Zuid over de besteding van de beschikbare subsidiebudgetten. Het interne doel is het op een
Verzakelijking van het sociaal domein
16
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
overzichtelijke en eenduidige manier inzichtelijk maken welke subsidies Stadsdeel Zuid voor welke producten en activiteiten verstrekt. Deze informatie kan gebruikt worden als managementinformatie (zowel ambtelijk als bestuurlijk). Eind april 2012 is het subsidieoverzicht 2012 van de afdeling Beleidsrealisatie sociaal domein (BSD) op de website van Stadsdeel Zuid gepubliceerd. In december 2012 is dit overzicht geactualiseerd. De afspraken over transparantie zijn hiermee voor 2012 nagekomen. In 2013 is de transparantie verder vergroot door het tonen van de stadsdeelbrede subsidiegegevens van 2011 en 2012 in overzichten én in grafieken op de subsidiepagina van de website van Stadsdeel Zuid, te vinden via http://www.zuid.amsterdam.nl/producten-diensten/subsidies/. 2.3.3 Harmonisering subsidieregelingen Dit betreft het screenen van alle subsidieregelingen of deze voldoen aan de eisen die we vanuit verzakelijking stellen. Het resultaat hiervan is een product, waarin alle subsidieregelingen van het stadsdeel zijn gebundeld (ook vanuit transparantie gewenst) en in eenzelfde format zijn gezet dat voldoet aan de eisen vanuit verzakelijking. Dit vereist ook een scherpere duiding van wat deze eisen zijn; we moeten specifieker zijn in wat we verwachten en waar we de aanvragen op beoordelen. Stadsdeel Zuid had tot juni 2013 34 subsidieregelingen verdeeld over vijf afdelingen (zie bijlage 2 voor het volledige overzicht van alle subsidieregelingen). Op 26 maart jl. heeft het DB het besluit genomen om deze regelingen te harmoniseren. Harmoniseren is noodzakelijk omdat niet alle regelingen gelijk in opbouw zijn en de subsidiecriteria in enkele regelingen aangescherpt moesten worden. Het op 5 maart beschikbaar gekomen stedelijk format bood ook een ideale mogelijkheid om alle regelingen volgens hetzelfde format in te richten. Na de harmonisering zijn er 31 regelingen overgebleven (zeven regelingen samengevoegd tot twee, een regeling gesplitst in periodiek en eenmalig en een nieuwe regeling). Het resultaat is een product, waarin alle subsidieregelingen van het stadsdeel zijn gebundeld (ook vanuit transparantie gewenst) en waarbij 21 regelingen in eenzelfde stedelijk format zijn gezet dat voldoet aan de eisen vanuit verzakelijking. Voor het niet aanpassen van de overige 10 regelingen zijn goede redenen die zijn afgestemd met de betreffende afdeling en Juridische zaken (zie bijlage 2 voor een overzicht van deze redenen). Op 28 mei jl. heeft het dagelijks bestuur de 21 geharmoniseerde subsidieregelingen akkoord bevonden waarna ze op 14 juni 2013 (na bekendmaking in de stadsdeelkrant) in werking zijn getreden. De regelingen zijn gepubliceerd op de subsidiepagina van Stadsdeel Zuid, samen met een eventueel subsidieplafond.
Verzakelijking van het sociaal domein
17
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
2.3.4 Het resultaat van de harmonisering Transparant en eenduidig De harmonisering heeft zich niet beperkt tot een cosmetische slag; ook de inhoud is een stuk scherper gemaakt. Uiteindelijk zijn 21 regelingen in eenzelfde stedelijk format gezet dat voldoet aan de eisen vanuit de verzakelijking: De programmadoelen zijn gekoppeld aan de doelen van de subsidieregeling. De subsidiabele activiteiten zijn duidelijker omschreven en moeten voldoen aan specifiekere criteria. De beoordeling van subsidieaanvragen is transparanter geworden door een rangschikking op vijf, in de subsidieregeling omschreven, punten. De onderlinge vergelijking van aanvragen wordt daarmee objectief. Zo wordt bij aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen een prioriteitenlijst opgesteld. Aan de hand van die lijst wordt een afweging gemaakt welke aanvraag voor subsidie in aanmerking komt. Voor het niet aanpassen van de overige 10 regelingen zijn goede redenen die zijn afgestemd met de betreffende afdeling en Juridische zaken (zie bijlage 2 voor een overzicht van deze redenen). Duidelijkere subsidieregelingen Artikelen en passages die letterlijk herhalen wat er al in de Algemene Subsidieverordening staat, zijn verwijderd. Ook zijn de begripsomschrijvingen uitgebreid en eenduidig. De regelingen zijn daarmee ontdaan van dubbelingen en eenvoudiger te lezen. Minder subsidieregelingen Na de harmonisering zijn er 31 regelingen overgebleven: zes afzonderlijke regelingen voor het zorgbeleid zijn samengevoegd tot één integrale regeling Zorg voor Zuid (-5 regelingen), één regeling is gesplitst in periodiek en eenmalig (+ 1) en er is een nieuwe regeling opgesteld (+1). Klaar voor de toekomst 21 regelingen zijn nu conform het stedelijk format en daarmee klaar voor de toekomst. Totaaloverzicht subsidieplafonds De betreffende subsidieplafonds staan nu in een overzicht en worden jaarlijks vastgesteld. Voordeel van het niet opnemen van subsidieplafondbedragen in de regelingen zelf is dat de regelingen niet te hoeven worden gewijzigd bij wijziging van het subsidieplafond; het subsidieplafondbesluit wordt dan slechts gewijzigd. Ook vergroot het overzicht de transparantie van het stadsdeel omdat alle plafondbedragen bij elkaar staan.
2.4 Nog te bereiken in 2013
Over 2012 worden de instellingen nog niet afgerekend op de in de beschikking genoemde prestatie-indicatoren, dit staat ook in de beschikking (we verwachten in de verantwoording wel een stand van zaken van de genoemde prestatie-indicatoren). In
Verzakelijking van het sociaal domein
18
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
de beschikking 2013 is deze passage weggehaald omdat we over 2013 wel (gedeeltelijk) gaan afrekenen op de prestatie-indicatoren. Augustus 2013: voorbereiden effectevaluatie Selectie van instellingen Tien-stappen-evaluatie maken September 2013: uitvoeren effectevaluatie Het inhoudelijk en financieel verslag 2012, de jaarrekening 2012 en de tussentijdse rapportage 2013 worden geëvalueerd (evaluatierapporten) en meegenomen in de gesprekken met de instellingen en vormen de basis voor de eventuele beschikking voor 2014.
Verzakelijking van het sociaal domein
19
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
3 Instrumentarium
3.1 Corresponderend uitgangspunt uit het uitvoeringsbesluit (zie ook de inleiding, 2) Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken een keuze te maken uit de beschikbare instrumenten, met daarbij als uitgangpunt dat we bij beleidswijzigingen kiezen voor subsidietenderen, voor zover mogelijk met beschikbare tijd en budget.
3.2 Beoogd resultaat Duidelijkheid over de sturingsmogelijkheden en doeltreffend-, doelmatig- en rechtmatigheid van het instrumentarium voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken in het sociaal domein: subsidieverlening (de een-op-een subsidierelatie), subsidietendering, aanbesteding, het vouchersysteem en de strippenkaartmethode.
3.3 Bereikte (tussen)resultaten 3.3.1 Subsidietenders Zorg voor Zuid Het project ‘Zorg voor Zuid’ is de eerste beleidswijziging waarbij gekozen voor subsidietenderen als subsidie-instrument. De stadsdeelraad heeft op 30 januari 2013 het uitvoeringsbesluit Zorg voor Zuid vastgesteld. Voor twee onderdelen van Zorg voor Zuid wordt op een andere wijze naar geschikte aanbieders gezocht dan via de standaard eenop-een subsidierelatie. De twee onderdelen betreffen Maatschappelijke Dienstverlening (voorheen sociaal raadslieden, algemeen maatschappelijk werk en cliëntondersteuning) en Informele Ondersteuningsdiensten. Subsidietenderen De andere wijze van aanbieders zoeken heet subsidietenderen. Een subsidietender is een competitie waarbij meerdere instellingen naar een subsidie kunnen meedingen. Bij deze methodiek worden de subsidieaanvragen door een gemeente of stadsdeel gerangschikt op basis van vooraf bepaalde kwalitatieve criteria. Deze criteria kunnen worden opgenomen in een subsidieregeling of er kan worden verwezen naar een beleidsdocument waarin de criteria zijn opgenomen. Het vaststellen van wegingscriteria (bijvoorbeeld het criterium dat de prijs voor 30% meetelt in de beslissing wie de activiteiten mag uitvoeren) is niet verplicht maar zorgt wel voor een zorgvuldiger selectieproces. Bij de meer traditionele en eenvoudige subsidieverdelingsmethodiek wiehet-eerst-komt-het-eerst-maalt worden de subsidieaanvragen door het stadsdeel (naast een controle op eventuele drempelcriteria) alleen gerangschikt op volgorde van binnenkomst. De Nederlandse wetgever heeft aangegeven dat een selectie op basis van
Verzakelijking van het sociaal domein
20
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
kwaliteit vaak meer voor de hand ligt. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) beschouwt subsidietenderen als een bruikbaar alternatief. Tender Maatschappelijke Dienstverlening Stadsdeel Zuid wil de maatschappelijke dienstverlening herijken en generalistisch werken invoeren. De oude functies maatschappelijk werk, sociaal raadsliedenwerk en cliëntondersteuning verdwijnen. Tevens wordt door het uitrollen over het stadsdeel het aandeel van de maatschappelijke dienstverlening in de Samen DOEN teams steeds groter. Om deze vernieuwing een stimulans te geven heeft het stadsdeel deze tender uitgeschreven en alle geïnteresseerde partijen in de gelegenheid gesteld om een subsidieaanvraag in te dienen. Op de uiterste datum voor indiening waren acht inschrijvingen binnen. beoordelingscommissie heeft de inzendingen getoetst op de uitsluitingsgronden, subsidievoorwaarden en de selectiecriteria uit de subsidieuitvraag. Hierbij zijn wegingsfactoren uit de subsidieuitvraag gebruikt. Middels een puntensysteem zijn aanvragen beoordeeld met als uiteindelijke winnaar Puur Zuid.
De de de de
Tender Informele Ondersteuningsdiensten Stadsdeel Zuid heeft bij de tender aangedrongen op samenwerkingsverbanden. In de meeste gevallen hebben de welzijnsorganisaties in overleg en afstemming met de vrijwilligersorganisaties een voorstel ingediend. Op 15 april, de uiterste datum voor indiening, waren acht subsidieaanvragen binnen. De beoordelingscommissie heeft de inzendingen getoetst op de uitsluitingsgronden, de subsidievoorwaarden en de selectiecriteria uit de subsidieuitvraag. Hierbij zijn de wegingsfactoren uit de subsidieuitvraag gebruikt. Middels een puntensysteem zijn de aanvragen beoordeeld met als uiteindelijke winnaars per buurt:
AHD/WOCB/ Dynamo voor Buitenveldert SOOZ/Puur Zuid voor Stadionbuurt SOOZ/Puur Zuid voor Museumkwartier WOOR/PuurZuid/Dynamo voor Rivierenbuurt WC Ceintuur/Combiwel voor De Pijp
3.3.2 Algemene subsidieverordening stadsdeel Zuid 2012 Op 1 januari 2013 is de nieuwe Algemene subsidieverordening stadsdeel Zuid 2012 (ASA 2012) in werking getreden. De gemeenteraad en alle deelraden hebben hiertoe besloten. Daarmee is er een gelijk subsidiekader voor de hele gemeente gerealiseerd. De nieuwe verordening, die erg lijkt op de oude verordening van Zuid, is eenvoudig van opzet en biedt de mogelijkheid om op verschillende vakgebieden nadere subsidieregelingen vast te stellen. Ook dit stelsel is in Zuid al ontwikkeld. Directe veranderingen zijn daarmee beperkt voor Zuid maar toch heeft de nieuwe subsidieverordening een aantal voordelen en verbeteringen:
Verzakelijking van het sociaal domein
21
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
De verplichte controleverklaring van de accountant van de gesubsidieerde instellingen geldt alleen nog voor subsidies boven de € 125.000,-. Naast het dagelijks bestuur kan nu ook de deelraad een subsidieplafond vaststellen. Afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht is nu ook van toepassing op subsidies hoger dan € 50.000, waardoor een aantal bepalingen over het aanvragen, verlenen en vaststellen van subsidies overbodig zijn geworden. De indieningtermijnen zijn anders geworden. De aanvragen voor periodieke subsidies moesten volgens de oude verordening in april worden ingediend voorafgaand aan het subsidiejaar en dat is nu 1 oktober. De termijn voor de verantwoording ter vaststelling van subsidies tot € 50.000 is verkort van 13 naar 8 weken na afloop van de activiteiten en voor subsidies vanaf € 50.000 van 20 naar 12 weken. Bij behandeling van de voorstellen tot vaststelling van de ASA 2012 in de gemeenteraad en de stadsdeelraden zijn verschillen ontstaan door het aannemen van amendementen. Binnenkort wordt een voorstel voorgelegd om deze verschillen weer te uniformeren en nog een aantal wijzigingen in de ASA aan te brengen. In de dagelijkse praktijk is gebleken dat daar behoefte aan is.
Verzakelijking van het sociaal domein
22
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
4 Relatie met instellingen
4.1 Beoogd resultaat De relatie met de (welzijns)instellingen is dusdanig dat we kunnen spreken van een geprofessionaliseerde relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer; er is sprake van maatschappelijk ondernemerschap. De rollen en verantwoordelijkheden van de accounthouders en relatiebeheerders zijn duidelijk.
4.2 Bereikte (tussen)resultaten 4.2.1 Uitwerking M74-2010 Tijdens de vergadering van de raad van Stadsdeel Zuid op 24 en 25 november 2010 is motie M74-2010 behandeld en gedeeltelijk aangenomen. Het aangenomen gedeelte van de motie gaat over het onderzoeken van de mogelijke invoering van een salarisnorm voor directie- en stafleden van welzijnsorganisaties die in aanmerking willen komen voor subsidie van het stadsdeel. De motie is opgevolgd met de notitie ‘Opvolging motienr M74-2010 VVD over normering overhead en- salariskosten directies welzijnsorganisaties’. De opvolging is besproken in de Commissie Samenleving op 6 december 2011. De opvolging houdt dat wij in de beschikkingen 2013 voor de gesubsidieerde welzijnsorganisaties de verplichting hebben opgelegd bij de verantwoording van de besteding van de subsidie openheid te geven over de salarissen van bestuurs- en directieleden, ongeacht of deze inkomens onder de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt) of de Wet normering topinkomens (WNT) vallen. Met die gegevens voert het stadsdeel in 2014 (na ontvangst van de verantwoordingen over 2013) een onderzoek uit naar de hoogte van de salarissen en de omvang van het eventuele probleem van extreme salariëring. In 3.3.2 wordt gesproken over het aanbrengen van een aantal wijzigingen in de ASA 2012. Een van de voorstellen tot wijziging betreft een voorstel gedaan hoe om te gaan met subsidies aan instellingen waarvan bestuurders meer verdienen dan landelijk vastgestelde normen. 4.2.2 Rollen en verantwoordelijkheden in de relatie met de instellingen Het beoogde resultaat om een cultuuromslag bij accounthouders, -coördinatoren en -beheerders van het sociaal domein te bewerkstelligen. Die cultuuromslag is grotendeels bereikt zodat we kunnen spreken van een meer geprofessionaliseerde relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. In 2012 zijn meerdere interne bijeenkomsten gewijd aan de relatie met de instellingen. De aftrap op 26 januari 2012 stond bijvoorbeeld in het teken van de rollen en
Verzakelijking van het sociaal domein
23
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
verantwoordelijkheden van de medewerkers van de afdeling. Deze vallen grofweg in drie categorieën uiteen: accounthouder, accountcoördinator en accountbeheerder. In bijlage 3 staat de volledige uitwerking. De verantwoording van het voorafgaande én lopende subsidiejaar wordt, samen met de betreffende instelling, kritisch geëvalueerd en meegenomen in de eventuele subsidiebeschikking voor het komende jaar. Zowel Team Jeugd als Team Wmo heeft in 2012 een ontwikkelprogramma doorlopen om kennis te verbreden en competenties door te ontwikkelen. Begin 2011 hebben alle beleidsadviseurs van het sociaal domein de training ‘Planmatig werken in het sociaal domein’ gevolgd. Er is veel meer structuur door de toepassing van een vaste gesprekscyclus. Door het volledig wegwerken van de achterstanden in de vaststellingen 2010 en 2011 is de focus weer veel meer gericht op de wettelijke termijnen en bijbehorende verantwoordelijkheden en verloopt het subsidieproces inmiddels weer volgens de subsidieverordening. Het uitgangspunt dat niet instellingen worden gefinancierd, maar activiteiten die nodig zijn om de doelstellingen te behalen, is ook doorgevoerd in de werkbegroting van het sociaal domein. Hoewel de wijzigingen voornamelijk technisch van aard zijn, is het effect dat er anders naar de budgetten wordt gekeken. De budgetten staan niet meer op naam van een instelling maar op naam van een activiteit, geheel in de geest en naar de letter van het beleidskader.
4.2.3 Bestuurlijk rapport Rekenkamer ‘Aansturing welzijnsinstellingen’ Op 23 april 2012 heeft de Rekenkamer de conceptversie van het bestuurlijk rapport ‘Aansturing welzijnsinstellingen’ aan het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid aangeboden. De in het rapport gepresenteerde conclusies en aanbevelingen houden nauw verband met het verzakelijkingstraject van Stadsdeel Zuid. In de bestuurlijke reactie van Stadsdeel Zuid op het rapport (14 mei 2012, zie bijlage 4) staan de reacties en het commentaar van het dagelijks bestuur. De bestuurlijke reactie van Stadsdeel Zuid is verwerkt in de definitieve versie van het rapport dat op 18 juni 2012 is gepubliceerd. 4.2.4 De SWOT-analyse van Combiwel, Dynamo en PuurZuid In de werkrelatie opdrachtgever-opdrachtnemer speelt vertrouwen een grote rol. Om te kunnen vertrouwen op sturing op outcome moet er eerst vertrouwen in het algehele functioneren van een welzijnsinstelling zijn. Om dat functioneren te kunnen beoordelen, is er, in het uitvoeringsbesluit over de verzakelijking, afgesproken SWOT-analyses uit te voeren van gesubsidieerde welzijnsinstellingen. Bij een SWOT-analyse worden de sterke en zwakke punten van en de kansen en bedreigingen voor de betreffende instellingen onderzocht. In 2012 en 2013 zijn SWOT-analyses uitgevoerd van Combiwel, PuurZuid en Dynamo. Omdat de relatie met de instelling een belangrijk onderdeel van de verzakelijking is, is er ook een SWOT uitgevoerd van de Afdeling Beleidsrealisatie Sociaal Domein (BSD) van Stadsdeel Zuid zelf. Hierna wordt van alle 27 algemene bevindingen en aanbevelingen de vertaling naar concrete verbeterpunten gegeven.
Verzakelijking van het sociaal domein
24
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
4.2.5 Opdrachtgeverschap uitbreiden met partnerschap en flexibiliteit 1. Zorg voor meer flexibiliteit in de subsidieovereenkomst om tijdig bij te kunnen sturen. Die flexibiliteit is ingebouwd in de subsidiebeschikkingen; in overleg kunnen de gemaakte (prestatie)afspraken gedurende het jaar worden gewijzigd. 2. Inhoudelijke kennis is noodzakelijk om tijdig bij te kunnen sturen. Het uitvoeren van effectevaluaties (zie 2.3.1). 3. Bijkomend voordeel is dat het benutten van de inhoudelijke kennis van de maatschappelijke dienstverlening goed is voor de relatie 4. Bespreek in de eerste fase met de partners hoe doelen, problemen en dergelijke aangepakt kunnen worden en de wijze van partnership wordt ingevuld (verwachtingen over en weer) Onderdeel van de verzakelijking is de gesprekscyclus: in drie tot vijf gesprekken per jaar met de instelling wordt gesproken over het voorgaande, huidige en volgende subsidiejaar. 4.2.6 Rol van inhoudelijke besprekingen en kennis van de uitvoering 5. Beleg het bespreken van de inhoud tussen stadsdeel en maatschappelijke dienstverlening in de subsidiecyclus naar fase (doelen, uitvoering, resultaten en analyse): betrek daarin de inhoudelijk en financieel deskundige. Dit wordt tijdens de effectevaluatie gedaan (2.3.1). 6. Laat de beleidsmedewerker de uitvoering een aantal keer per jaar bezoeken om de voortgang te volgen en informatie op te halen. Onderdeel van de gesprekscyclus (zie 4 onder 4.2.5). 7. De beleidsmedewerker kan de accounthouder informeren over de het verloop van de uitvoering in voorbereiding op het beoordelen van de (tussen)rapportage. Zie 4.2.2 over de wederzijdse rollen en verantwoordelijkheden. 8. Maak helder aan het begin van een subsidieperiode op welke wijze je elkaar informeert, welke informatie specifiek noodzakelijk is. Betrek hierin de behoeften van de belangrijkste stakeholders. Zie 4.2.2 over de wederzijdse rollen en verantwoordelijkheden. 4.2.7 Over de uitvoering /output 9. Maak afspraken binnen het stadsdeel over rapportage, formats en bezoeken activiteiten tussen stadsdeel en instellingen gedurende de subsidiecyclus. Met ingang van het subsidiejaar 2012 hanteren we vaste aanvraagformulieren en voor de verantwoording is er inmiddels ook een vast format. 10. Bouw ruimte in voor bijsturen van het aanbod gedurende de aanbestedingsperiode (ruimte voor flexibilisering aanbod). Die flexibiliteit is ingebouwd in de subsidiebeschikkingen; in overleg kunnen de gemaakte (prestatie)afspraken gedurende het jaar worden gewijzigd. 11. Keuze tussen vertrouwen en controleren: aan registratie en controle zijn kosten verbonden; controle instrument selectief/steekproefsgewijs daar inzetten waar vertrouwen hersteld moet worden en alleen waar materiële bedragen per deelnemer gemoeid zijn met het organiseren van activiteiten. Een interne toetsing door de
Verzakelijking van het sociaal domein
25
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
controller/IC afdeling (gecertificeerd) kan ingezet/benut worden als alternatieve (goedkopere vorm) van toetsing. Registratie en controle worden stedelijk uitgewerkt in de onderdelen ‘Monitoring en signalering’ en ‘Kwaliteitsbewaking en -borging’ van het stedelijke subsidiebureau (zie bijlage 5). 4.2.8 Op weg naar sturen op outcome 12. Stuur op het uitvoeren van het aantal producten/trajecten maar zet ook een eerste stap in het volgen van resultaten door te benoemen welke resultaten je beoogt en de indicatoren om dat te kunnen registreren. In hoofdstuk 1 en 2 van deze voortgangsrapportage is aangegeven hoe wij sturen op maatschappelijke effecten en de onderliggende beleidsdoelstellingen. Ook wordt in die hoofdstukken de ontwikkeling in de loop van de subsidiejaren 2011, 2012 en 2013 beschreven. 13. Geef helderheid over wat wordt verstaan onder producten en met welk productenboek/ normtijden gewerkt moet worden. Dit wordt stedelijk uitgewerkt in het onderdeel ‘Kwaliteitsbewaking en borging’ van het stedelijke subsidiebureau (zie bijlage 5). 14. Vraag om informatie waar je op wilt sturen en die stedelijk vergelijkbaar is. Denk bijvoorbeeld aan aantal geholpen unieke cliënten en aantal uitgevoerde trajecten. Registratie en controle worden stedelijk uitgewerkt in de onderdelen ‘Monitoring en signalering’ en ‘Kwaliteitsbewaking en -borging’ van het stedelijke subsidiebureau (zie bijlage 5). 4.2.9 Bedrijfsvoering stadsdeel: Van aanvraag tot verantwoording De aanbevelingen en adviezen 15 t/m 24 worden uitgewerkt onder de taken en rollen van het stedelijke subsidiebureau (zie bijlage 5). 17, 19 en 20 zijn al gedeeltelijk uitgewerkt als onderdeel van de verzakelijking. De beleidsafdelingen zijn weliswaar verantwoordelijk voor het beleidsproces en het bereiken van de beleidsdoelstellingen (doelmatigheid en doeltreffendheid); het subsidiebureau is verantwoordelijk voor het aangeven van eenduidige kaders waarbinnen het subsidieproces behoort te verlopen. 15. Geef in de bestek- en aanvraagfase aan welk productenboek het uitgangspunt is en op welke wijze flexibiliteit kan worden bereikt. In de aanvraag de normtijden, kostprijs per uur en begrote fte inzet op te nemen. 16. Benoem daarbij de minimale kwaliteitseisen en/of bijvoorbeeld (HKZ-) certificering vereist is of niet. 17. Ontwikkel een format voor de aanvraag, tussentijdse rapportage en voor de eindverantwoording die op elkaar aansluiten. Vooral de tussentijdse rapportage speelt een belangrijke rol bij eventuele bijsturing en flexibel reageren op een veranderde omgeving. 18. Maak daarbij duidelijk hoeveel cliënten geholpen zijn of hoeveel deelnemers een activiteit bezocht hebben. 19. Ga naar aanleiding van de tussenrapportage (bijvoorbeeld de 5 maandsrapportage) het gesprek aan met de instelling en samen tot eventuele bijsturing ervan. Leg de
Verzakelijking van het sociaal domein
26
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
20. 21.
22.
23. 24.
gewenste wijzigingen vast, zodat er bij de eindverantwoording (vaststelling) geen verwarring ontstaat. Geef duidelijk aan op welke wijze er wordt afgerekend. Geef de marges aan voor eventuele afwijkingen en compensatie vooraf afspreken en vastleggen. Vraag desgewenst naast de jaarlijkse controleverklaring bij de jaarrekening ook een beoordeling van de accountant over de rechtmatig- en getrouwheid van de prestaties (productrealisatie). In een controleprotocol worden de verantwoording en controleitems uitgewerkt. Het opbouwen van een database met financiële kengetallen helpt bij de beoordeling vooraf (solide partner) maar ook bij de eindverantwoording en vaststelling. Hierbij de nadruk bij de toelichting op ‘’vertellen’’ (in plaats van tellen). Schrijf een overheaddefinitie voor en sluiten die aan op breed geaccepteerde definities (bijv. Berenschot). Vraag bij de financiële eindverantwoording een staat van baten en lasten per productgroep/per project die aansluit op de aanvraag. Waarbij ook de ingezette (uitvoerend) fte's vermeld moeten worden (confrontatie van de begrote middelen versus de realisatie).
4.2.10 Financiële positie De gemeenteraad heeft bij de begrotingsbehandeling 2013 een motie aangenomen waarin een onderzoek wordt gevraagd waardoor de gemeente meer inzicht krijgt in de financiële spankracht en stressbestendigheid van de zorg- welzijnsinstellingen. De dienst Wonen, Zorg en Samenleven is gevraagd het initiatief te nemen tot deze stresstest. Conform de motie zal dit onderzoek worden uitgevoerd bij alle zorg- en welzijnsinstellingen die van de gemeente en/of één of meer stadsdelen subsidie ontvangen van in totaal meer dan € 1 miljoen. 25. Liquiditeit. De voorkeur gaat uit naar een liquiditeit van minimaal 1. Onder deze grens zal de organisatie de situatie moeten toelichten of aan moeten geven wat zij hieraan ter verbetering gaat doen. 26. Solvabiliteit. De voorkeur gaat uit naar een solvabiliteitindicator EV/Totaal vermogen waarbij de scores onder de 20% toegelicht worden (evt. uitleg financiële positie en bij zeer lage scores een verbeterplan). 27. De instellingen rapporteren jaarlijks via hun jaarrekening de financiële positie en de ontwikkelingen daarbinnen. Mochten er gedurende het jaar ontwikkelingen zijn die van belang zijn voor de uitvoering van de activiteiten en positie dan betrekt de instelling het stadsdeel hierbij. Dit kan via een jaarlijkse financiële stresstest op hoofdlijnen plaatsvinden. 4.2.11 Stedelijk subsidiebureau Het Amsterdamse subsidiestelsel gaat volledig op de schop; zie voor alle informatie de intranetpagina http://intranet.amsterdam.nl/beleid/subsidiebureau-0/. Op 1 januari 2011 is het Programma Uniformering en Vereenvoudiging Subsidies van start gegaan en dit programma is inmiddels in de uitvoeringsfase beland. De opdracht is de dienstverlening te verbeteren door de subsidieverlening in Amsterdam makkelijker en sneller te maken voor
Verzakelijking van het sociaal domein
27
Stadsdeel Zuid Gemeente Amsterdam Voortgangsrapportage verzakelijking van het sociaal domein
burgers, instellingen en bedrijven en besparingen te realiseren in de uitvoering van subsidietaken. Het programma maakt onderdeel uit van één Stad één Opgave (1S1O) en heeft een financiële taakstelling van in totaal € 3,5 miljoen. Per 1 augustus 2013 wordt er een subsidiebureau i.o. opgericht waar ook vanuit Zuid capaciteitsinzet voor wordt gevraagd. Beoogde resultaten: businesscase inclusief validatie (gereed en vastgesteld) 1 subsidieverordening: ASA 2012 (gereed en vastgesteld, ook in Zuid) 1 subsidieproces op basis van ASA 2012 (gereed) 1 controle protocol (in concept gereed) uniformering bijzondere verordeningen en regelingen (traject loopt, bestuurlijke besluitvorming naar verwachting in het najaar 2013, Zuid heeft al 21 regelingen geüniformeerd) 1 (fysiek) stedelijk subsidiebureau (medio 2014) 1 portaal (Advies en Informatiefunctie, medio 2014) 1 digitaal loket voor het (uniform en vereenvoudigd) aanvragen van een subsidie (medio 2014) 1 subsidie ondersteunend informatiesysteem (medio 2014) om de genoemde resultaten mogelijk te maken is een uniform product (subsidie) noodzakelijk: het SMART formuleren van indienings- en verantwoordingseisen door betrokken beleidsafdelingen.
Verzakelijking van het sociaal domein
28