Personeelsmagazine van het Martini Ziekenhuis
Nummer 01/2015
Verpleegkundige Sham Korsaan
‘Wat ik leuk vind aan mijn werk? Er zijn voor mensen, luisteren, inspelen op situaties...’
Spring maar achterop! Pufje in je binnenzak Afscheid van een levende legende
Gastredacteur
Henk Kramer, longarts
‘Samenwerking? Service is het toverwoord’ ‘Heel leuk dat ik deze keer gastredacteur mag zijn. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe je deze rol krijgt… Voor mij is het een mooie gelegenheid om de samenwerking met de eerste lijn onder de aandacht te brengen, een belangrijk onderdeel van mijn bezigheden in het bestuur van de Medisch Staf.’
‘Over dit onderwerp laat ik in het hoofdartikel Ron Cator en Celeste Reker - moeder van de huisartsennascholing - aan het woord. Zij vertellen hoe ziekenhuiszorg zich steeds meer naar buiten verplaatst. Deze ontwikkeling komt trouwens regelmatig bij mij aan de keukentafel ter sprake: mijn vrouw is fysiotherapeut en werkt met de orthopeden intensief samen met de eerstelijns fysiotherapie in SchouderNet Noord.’ ‘Natuurlijk staat broeder Klaas de Vries in deze Matrix. Hij heeft vorige maand afscheid genomen na ruim veertig jaar trouwe dienst. Onder zijn leiding zijn de eerstelijns endoscopieën ingevoerd en heeft de darmkankerscreening een plaats gekregen in ons ziekenhuis. Mijn naaste collega Titia Klemmeier mag ook niet ontbreken in dit nummer: zij heeft een landelijk scholing opgezet voor inhalatie techniek aan huisartsen, praktijkondersteuners en apotheken én daarover onlangs een boek uitgebracht.’ ‘Heel goed dat we in de nieuwe opzet van Matrix - complimenten! - elke keer aandacht besteden aan wetenschappelijk onderzoek. Dat past bij het topklinisch opleidingsziekenhuis dat we zijn. Apotheker Marianne Luinstra vertelt deze keer over haar promotieonderzoek naar het pufje in de binnenzak. De column van Ton Tiebosch vind ik een aanrader. Lezen dus! Samen met hem en drie anderen vorm ik sinds januari het bestuur van het Samenwerkingsverband Medisch Specialisten. Goed om deze nieuwe vorm van samenwerking met de Raad van Bestuur ook aan bod te laten komen.’ ‘Ik vind het Martini Ziekenhuis een mooie, compacte organisatie met goede service. Dat laatste is volgens mij het toverwoord. Daardoor verwijzen huisartsen graag naar ons en zijn patiënten erg tevreden. Er valt vast nog het een en ander te verbeteren, maar met de saamhorigheid die er is, gaat dat zeker lukken. Ik hoop dat deze Matrix je inspireert!’
In dit nummer Opgep(r)ikt
Met onder meer Heel ICT bakt…
Een levende legende
Vorige maand nam broeder Klaas de Vries afscheid van het Martini
Alle medicatie in één systeem
Pillen, poeders, injecties en infusen…
04
15 Onder de loep Deze keer het promotieonderzoek van apotheker Marianne Luinstra
06
04
de IC-Nazorgpoli
07
08 Zorg voor ouderen met een Zorgpad in beeld
17 De column van Ton Ik vim, jij vimt, wij vimmen… 17 Schoudernet Noord Fysiotherapeut Lucia Kramer:
09
onverwachts gebroken heup
Spring maar achterop!
Huisarts en specialist fietsen samen op
‘Voor betere zorg heb je elkaar nodig’
09
18 Samen aan tafel
Elkaars macht benutten in de nieuwe Bestuursraad
13 Veel collega’s kennen hem van de
17
Kennismaken
accordeon en geleidehond: Jan Dijk
Op de bank bij…
Ergotherapeut Bart Muthert vertelt over zijn hands on-benadering in Nepal
16 Zo doen wij dat! Zorg na de klapdeuren op
19 Zorg dat je meegaat!
De start van blijvende aandacht voor ontwikkeling, vitaliteit en werkplezier
14
20 Mooi man 20
Met onder meer de primeur van Titia Klemmeier
Colofon Matrix is het personeelsmagazine van het Martini Ziekenhuis Groningen en verschijnt vier keer per jaar Bladcoördinatie en eindredactie: Hetty Casemier Tekst: stafdienst Communicatie, Tjerk Ykema en Marjan Brouwer. Fotografie: stafdienst Communicatie, Jan Buwalda en Maarten de Kok Vormgeving en opmaak: Henk Jan Meenink Druk (op FSC-verantwoord papier): Zalsman Groningen Als je iets wilt doen met de informatie uit dit blad of suggesties hebt, laat het ons dan weten via
[email protected]
M atr i x 01 -20 15 3 M a r t in i Z ie k e n h u is
Martini Ziekenhuis
i-Task helpt om het bij te houden
1276051
VIM, audits, veiligheidsrond es, verbeterborden, evaluaties… alles leidt tot verbeterpunten. Hee l goed natuurlijk, maar hoe houden we het allemaal (nog) bij? De applic atie i-Task biedt daarvoor de opl ossing. Voer de verbetermaatregelen in en met één druk op de knop zie je wat jouw afdeling te doen sta at. De Intensive Care en Spoede isende Hulp zijn koploper in dit pro ject. Voor de unithoofden van all e andere afdelingen staan dit voorja ar informatiebijeenkomsten gep land.
Martini Ziekenhuis, Van Swietenplein
1, Postbus 30033, 9700 RM Groningen
Heel ICT bakt is er bij de stafdienst ICT Met meer dan vijftig medewerkers als dat er niet is, organi elke week wel een taartmoment. En met natuurlijk een proeseren ze gewoon een bakwedstrijd, icemanager Marleen verij. Secretaresse Aline Wobbes, serv vielen in de prijzen. Met Dijkman en unithoofd Ineke Thomas tieve en lekkerste taart. respectievelijk de mooiste, meest crea
, (050) 524 52 45 , www.martiniziekenh
uis.nl
Psychiater Sarwar Joanroy heeft er zeven jaar aan gewerkt. En deze maand is het zover: de presentatie van zijn debuutroman Yaad, het meisje zonder geschiedenis. Het boek speelt zich af ten tijde van de Anfaal, de moordpartij door Saddam Hussein op de Iraakse Koerden. Sarwar is opgegroeid in Koerdistan en woont sinds 1989 in Nederland. Vanaf 2008 werkt hij als psychiater in het Martini.
n nieuwe ronde ndidaten voor ee ka t ek zo f tie ica mmun sionele fotograa De stafdienst Co door een profes e w e di ’s en to s fo er els! De s, post Martini Topmod ebsite, brochure bruikt voor de w ge n de ams deed in or Da w , ne en ai laten mak ndige Germ ku eg le rp ve ry Recove dat ik trots ben andere uitingen. om te laten zien ns ka ie oo m n ee nd het , mail dan naar 2010 mee: ‘Ik vo keer mee te doen ze de om uk le t jij he op m’n werk.’ Vind .nl. zh m @ en y.werkhov M atr i x 01 - 20 15 4 M a r t in i Z ie k e n h u is
Van harte Bestuursvoorzitter Hans Feenstra feliciteerde vorige maand vrijwilliger Truus van Daalen met het 60-jarig jubileum van de omroep: ‘Door de buitenwereld binnen te halen draagt de omroep eraan bij dat patiënten even kunnen ontsnappen aan het ziek zijn. Dat is belangrijk voor revalidatie en herstel.’
‘Waar moeten we zijn?’ ‘Geen idee, ik snap niets van deze bingokaart…’ Opgetekend door Björn de Vries
Laatste loodjes
Wist je dat we ruim 1,6 miljoen medische dossiers beheren? En dat we de papieren versies inmiddels bijna allemaal hebben opgeruimd? De afdeling Medisch Dossier beheer is bezig met de laatste loodjes. Maandag 1 juni gaat daar het laatste dossier door de versnipperaar. In 2015 werken we dan helemaal digitaal!
w
Nieu
Matrix in een nieuw jasje Het kan je niet zijn ontgaan: Matrix is vernieuwd! De uitkomst van het lezersonderzoek bood volop hand vatten om aan de slag te gaan. We horen graag wat je ervan vindt. De deadline van de volgende Matrix is 22 juni. Heb je nieuwtjes of weetjes, een bijzondere collega, een kritische vraag of een opvallende mening? Laat het weten via
[email protected]
Afscheid
van een levende
legende
Als tiener wist boerenzoon Klaas de Vries het zeker: hij zou in de voetsporen van zijn vader treden. Het liep anders. Na de landbouwschool ging hij in militaire dienst, waar hij op de ambulance terechtkwam. Het omgaan met en zorgen voor mensen was hem op het lijf geschreven. Vorige maand nam hij afscheid van het Martini, na 43 jaar. De switch van het boerenleven naar de zorg is trouwens minder groot dan het lijkt. ‘Op de boerderij ben je verantwoordelijk voor je dieren en gewassen, in een ziekenhuis zorg je voor mensen. Dat is een grote overeenkomst.’ In 1972 meldde Klaas zich als leerling-verpleegkundige in het Diakonessenhuis in Groningen. Als enige broeder vond hij snel zijn plek tussen de twintig zusters. ‘Ik hoorde er meteen bij, ik was een van hen.’ Na een half jaar kreeg hij zijn eerste beoordeling. ‘De hoofdzuster omschreef mij als een beschaafd mens, een groter compliment kon je destijds niet krijgen. Over competenties sprak niemand.’
Flowerpower Na zijn examen toog broeder Klaas naar Dennenoord om zich te verdiepen in de psychiatrie. Dat avontuur bleek van korte duur,
de zweverige flowerpower was niet aan hem besteed. Terug in het Diakonessenhuis kon hij aan de slag op de afdeling Neurologie, waar hij in 1981 waarnemend hoofd werd. Broeder Klaas heeft zich nimmer als ‘baas’ opgesteld. ‘Ik heb altijd gestreefd naar dienend leiderschap met een groot verantwoordelijkheidsgevoel richting mijn team.’
Goodwill In 2003 kreeg Klaas het verzoek orde op zaken te stellen op de afdeling Endoscopie. ‘Er was daar een hoop gedoe gaande.’ Op de tweede werkdag van Klaas meldde een medewerker zich ziek. Het kersverse unithoofd trok meteen een witte jas aan en stak de handen uit de mouwen. ‘Daarmee heb ik onbedoeld veel goodwill gekweekt. Uiteindelijk is ook de interne strijd volledig geluwd. Ik laat een gouden ploeg achter.’ Aan het persoonlijke contact bewaart broeder Klaas goede herinneringen. Wat hij níet gaat missen, is het sturen op productiecijfers. ‘Gezond boerenverstand, daar draait het om.’ Ook de verslaglegging kon hem gestolen worden. ‘Ik bin gain schriever, ik bin meer een proater.’ De kans dat Klaas na 43 jaar achter de geraniums belandt, is klein. ‘Volgende week moet ik met de tractor nog veertig hectare weideslepen,’ lacht hij. ‘Ik heb hobby’s genoeg, ik leef!’
M atr i x 01 - 20 15 6 M a r t in i Z ie k e n h u is
Alle medicatie in één systeem Pillen en poeders, injecties en infusen: alle geneesmiddelen worden sinds februari voorgeschreven, uitgedeeld en geregistreerd in het nieuwe Elektronisch Voorschrijfsysteem van ChipSoft. Handig voor verpleegkundigen, specialisten en apothekers én veilig voor de patiënt. De stafdienst ICT had de projectleiding in handen. Farmaceutisch consulent Gertia de Ruiter was betrokken bij de invoering. Verpleegkundige Diny Kosse (2B) werkt er dagelijks mee.
Farmaceutisch consulent Gertia de Ruiter De invoering had een enorme impact op de apotheek, vertelt Gertia. ‘Wij hebben ons hele apotheeksysteem opnieuw ingericht, dat moest deels handmatig gebeuren.’ Ze weet zeker dat het nieuwe systeem veiliger is voor de patiënt: ‘Als je met twee systemen werkt, is het risico op overdrachtsfouten groter. We zien nu in één keer alles: de historie van de patiënt en welke arts de medicijnen heeft voorgeschreven, welke apotheekmedewerker ze heeft uitgegeven en welke verpleegkundige ze heeft toegediend. Bij injecties of infusen zie je ook wie de toediening heeft gecontroleerd.’ Alert blijven Correct gegevens invoeren blijft een aandachtspunt, erkent Gertia. ‘Als een arts geen startdatum aanklikt, geeft het systeem automatisch de dag van opname aan. Niet alle artsen zijn daar al even handig mee.’ Ook blijft het zaak om alert te blijven op doseringen. ‘Diabetespatiënten zijn vaak ontregeld na opname, waardoor de dosering van insuline fluctueert. Daarom staat niet in het systeem hoeveel insuline een patiënt nodig heeft, maar vult de verpleegkundige de dosering in nadat ze de suikers heeft gecontroleerd.’
Verpleegkundige Diny Kosse ‘Een fijn, efficiënt systeem,’ is Diny’s oordeel. ‘Als een patiënt naar de OK gaat, kunnen we de medicatie ter plekke aftekenen. Alles staat bij elkaar. Ik vind het ook handig dat er een onderverdeling is gemaakt tussen orale medicatie en medicatie via injecties en infusen.’ Het blijft wel nodig om alert te blijven op wat je patiënten toedient, benadrukt ze. ‘Laatst gaf het systeem aan dat een patiënt op de opnamedag antistolling en antibiotica moest krijgen in plaats van de volgende dag na de operatie. Dan bel ik meteen. Je moet natuurlijk kunnen vertrouwen op de informatie van het systeem, maar je blijft ook zelf verantwoordelijk.’ Nog een keer doornemen ‘Ik ben naar de voorlichtingsbijeenkomst geweest en heb zelf kunnen oefenen,’ zegt Diny. ‘Toch vind ik dat de scholing wel beter had gekund. Er waren helaas ook problemen met de computers waardoor we te weinig tijd hadden. Het zou fijn zijn als er iemand van de stafdienst ICT op de afdeling langs kan komen om het systeem nog een keer met ons door te nemen.’ Waarvan akte.
M atr i x 01 -20 15 7 M a r t in i Z ie k e n h u is
Zorgpad in beeld Ruim vierhonderd ouderen komen jaarlijks naar ons ziekenhuis met een gebroken heup na een ongeval. Chirurgie en Orthopedie hebben hiervoor een nieuw zorgpad ontwikkeld. Samen met de geriater, anesthesioloog, fysiotherapeut, verpleegafdeling en Spoedeisende Hulp. Met als resultaat: zorg die van A tot Z goed geregeld is!
SEH-verpleegkundige Cornely Dijk
‘Elke patiënt boven de 65 jaar die binnenkomt met een gebroken heup krijgt al op de Spoedeisende Hulp een anti-doorligmatras.’
Chirurg Eelke Bosma
Geriater Annerike Govers
‘Onze uitdaging is de acute zorg zo in te richten dat iedereen op elk moment van de dag en week dezelfde hoge standaard van zorg krijgt.’
‘Direct onderzoeken we het risico op het ontwikkelen van een delier en of er een medische oorzaak is voor de val. Ook doen we onderzoek naar botontkalking.’
Apotheker Ithamar Brinkman
Applicatiebeheerder Ronald Mulder
‘Al in een vroeg stadium is de apotheek betrokken. Zo is er nu een standaard medicatiepakket, ook digitaal te bestellen.’
‘Alle betrokkenen kunnen in de computer zien in welke fase van het zorgpad de patiënt zich bevindt.’
Orthopedisch chirurg Bas Knobben
Verpleegkundige Ingrid Dijk
‘De verpleegafdelingen Chirurgie en Orthopedie hebben een gezamenlijk activiteitenplan Collum Care opgesteld.’
Fysiotherapeut Tjerk Munsterman
‘Om alle patiënten optimale zorg te kunnen geven, is er nu ook fysiotherapie in het weekend beschikbaar.’
‘Als de operatie pas de volgende dag kan, dan hoeft de patiënt niet voor de zekerheid nuchter te blijven. Dit is van groot belang voor de conditie van deze vaak al kwetsbare groep mensen.’
Anesthesioloog Anita ten Hagen
‘Door de brede aanpak van pijnbestrijding heeft de patiënt weinig tot geen pijn na de operatie en is niet of nauwelijks misselijk. Deze uitgekiende pijnstilling zorgt ervoor dat we snel kunnen beginnen met de revalidatie met als doel de patiënt zo vlot mogelijk weer op de been te krijgen.’
Projectmedewerkers Margriet Smit en Richtje Peper
‘Samenwerking, inzet en bevlogenheid zijn de succesfactoren in dit proces. Het was een mooie uitdaging, omdat zo veel afdelingen en mensen betrokken waren. Het resultaat mag er zijn: een multidisciplinair zorgpad met een hoge standaard zorg voor een kwetsbare groep.’
M atr i x 01 - 20 15 8 M a r t in i Z ie k e n h u is
Spring maar
achterop!
De patiënt wil de beste zorg die er is. De samenleving wil de stijgende zorgkosten binnen de perken houden. Door goed af te spreken wie wat doet, kunnen huisartsen en specialisten patiënten bieden wat ze nodig hebben: eerstelijnszorg als dat kan, tweedelijnszorg als dat moet. Dat is het uitgangspunt van anderhalvelijnszorg. Huisarts en specialist fietsen samen op en de patiënt rijdt mee op de bagagedrager van degene die de juiste zorg biedt. Pilotprojecten moeten uitwijzen of deze werkwijze in de praktijk werkt.
M atr i x 01 -20 15 9 M a r t in i Z ie k e n h u is
>> W
anneer hoort een patiënt thuis in het ziekenhuis en wanneer niet? Wat betekent het overdragen van patiënten van het ziekenhuis naar de huisarts voor de kwaliteit van de zorg? En voor de financiën? Vragen die Ron Cator, huisarts en coördinator van onze samenwerking met de eerste lijn, aan de orde laat komen in zijn visie op anderhalvelijnszorg. Samen met Celeste Reker, adviseur Transmurale Samenwerking, onderzoekt hij de opties en helpt hij met het opzetten van een aantal pilotprojecten. Ze werken daarbij nauw samen met specialisten, huisartsen en patiëntenorganisaties.
Ron Cator ‘Mijn pre is dat ik zelf dokter ben en alle dokters hier in huis persoonlijk ken.’
Wisselwerking via teleconsult
Ruimte voor complexe zorg
Anderhalvelijnszorg betekent dat een patiënt die net zo goed door huisartsen geholpen kan worden, niet onnodig onder behandeling blijft van het ziekenhuis. Dat is goedkoper en bovendien prettiger voor de patiënt, die immers naar de eigen huisarts kan gaan. Ron: ‘Bij deze substitutie van zorg is er sprake van een wisselwerking tussen de specialist en de huisarts, zodat de patiënt altijd de zorg krijgt die nodig is. De huisarts en specialist overleggen met elkaar via een teleconsult, zodat de kwaliteit van de zorg geborgd is.’
De omzet van het ziekenhuis is ook een punt van aandacht, geeft Celeste aan, al verwacht zij niet dat het zo’n vaart zal lopen. ‘Als er minder patiënten zijn, worden de wachtlijsten korter. Bovendien ligt het voor de hand dat we zo als topklinisch ziekenhuis ruimte creëren voor meer complexe zorg.’ Ze denkt dat anderhalvelijnszorg positief kan uitpakken voor verpleegkundigen: ‘Het zou kunnen dat verpleegkundigen straks af en toe aan het werk gaan in de praktijk van de huisarts. Bijvoorbeeld om patiënten met een stoma te controleren. Zo kom je het ziekenhuis nog eens uit.’
Blijft er minder klandizie over?
Bindende werkafspraken Dat anderhalvelijnszorg goed kan werken is duidelijk, volgens Ron en Celeste, maar ze zien ook de nodige hindernissen. Zo is de zorg er organisatorisch nog niet op ingesteld. Ron: ‘Huisartsen, bijvoorbeeld, vormen geen heterogene groep: ze variëren van eenpitters tot multidisciplinaire groepspraktijken.’ Daarom is het zo belangrijk om bindende werkafspraken te maken en gezamenlijk richtlijnen en protocollen op te stellen, zegt Celeste. ‘Zo borg je de kwaliteit van de zorg. Daarnaast moet je als huisarts keuze hebben welke zorg je overneemt van het ziekenhuis.’
Pilotprojecten Reitze Sybesma, organisatorisch manager, juicht de ontwikkeling van anderhalvelijnszorg toe. ‘Eerste lijn wat kan, tweede lijn wat moet: dat uitgangspunt moet duidelijk zijn voor de patiënt. Om erachter te komen wat de effecten zijn van deze werkwijze, h ebben we drie pilotprojecten gestart, gericht op kwetsbare ouderen, boezemfibrilleren en astma. Daarin werken we samen met de Groninger Huisartsen Coöperatie. Ook de zorgverzekeraars denken mee.’
M atr i x 01 -20 15 10 M a r t in i Z ie k e n h u is
Reitze Sybe ‘De patiënt m hoe dan oo
esma moet erop kunnen vertrouwen dat hij ok in goede handen is.’
Robert Tieleman ‘We zijn het eerste ziekenhuis ter wereld dat de ketenzorg voor boezemfibrilleren op deze manier organiseert.’
Minder klandizie? De vraag is wat de verschuiving van patiënten naar de eerste lijn betekent voor het ziekenhuis. Reitze: ‘Blijft er zo minder klandizie over? Dat gaan we ervaren. Voorop staat dat we goede afspraken hebben gemaakt en monitoren wat de effecten zijn. Voor het ziekenhuis, maar vooral voor de patiënt.’
Ondersteuning Huisartsen die meedoen kunnen rekenen op ondersteuning, zegt Reitze. ‘Om de juiste diagnose te stellen, heeft de huisarts apparatuur nodig die hij zelf niet kan betalen. In het geval van cardiologie kunnen huisartsen hun patiënten hier laten komen om een echocardiogram te laten maken. Wij hebben de a pparatuur en de expertise daarvoor in huis. Bovendien kunnen de cardiologen dan meteen in onze bronsystemen de echo’s beoordelen. Zo kan de cardioloog aangeven of een patiënt in de eerste lijn kan blijven of niet. Dat samenspel is essentieel.’
Voorkomen is beter dan genezen Cardioloog Robert Tieleman is de trekker van de pilot voor boezemfibrilleren. Hij legt uit dat patiënten met deze aandoening dat vaak niet weten, omdat ze nog geen klachten hebben. En dat is gevaarlijk. ‘Als je deze aandoening niet behandelt, geldt voor een groot deel van de patiënten dat ze een beroerte kunnen krijgen.’ Met behulp van een stick* die Robert zelf heeft ontwikkeld, kunnen huisartsen vaststellen of patiënten deze aandoening hebben. ‘Ik heb dit ge-
Celeste Reker ‘Patiëntenorganisaties willen ook dat de patiënt dichtbij huis de juiste zorg krijgt.’
test bij patiënten boven de 65 jaar die een griepprik kwamen halen. Daaruit bleek dat anderhalf procent van deze groep niet weet dat zij boezemfibrilleren hebben. Als je al die mensen in Nederland behandelt met antistolling, dan voorkom je in het eerste jaar al 7.500 beroertes.’
Niet levensbedreigend Boezemfibrilleren op zich is niet levensbedreigend. Daarom leent deze patiëntengroep zich uitstekend voor een pilot met anderhalvelijnszorg. Robert: ‘Zestien praktijken gaan hun patiënten met behulp van deze stick testen. Alle patiënten bij wie een rood lampje gaat branden en atriumfibrilleren wordt vastgesteld, gaan naar het ziekenhuis voor een echo, op budget van de huisarts. Die patiënten komen dus niet bij mij op het spreekuur. Wij beoordelen de echo en adviseren de huisarts. Een groot deel van deze p atiënten kan in de eerste lijn blijven en heeft genoeg aan antistolling.’ Robert verwacht niet dat deze aanpak hem veel patiënten gaat kosten. ‘De patiënten die meer hartproblemen hebben, blijven gewoon bij ons. Bovendien verwacht ik dat huisartsen ons beter leren kennen en daarom vaker hartpatiënten naar ons verwijzen. Uiteraard worden we betaald voor het beoordelen van de echo’s en de teleconsulten. Het is gewoon een mooi voorbeeld van wat samenwerking oplevert.’ * Als de patiënt de MyDiagnostick vasthoudt, dan maakt de stick een hartfilmpje en geeft binnen één minuut aan of er sprake is van boezemfibrilleren.
M atr i x 01 - 20 15 11 M a r t in i Z ie k e n h u is
Het verhaal
Op deze pagina reageren inhoudelijk deskundigen op een actueel ‘verhaal’.
Marieke Ploegh, communicatieadviseur: ‘Soms zien we algemene vragen voorbijkomen op de sociale media of via
[email protected]. Dan verwijzen we naar de informatiepagina op de website. Bij specifieke vragen of bij onbegrip neemt de afdeling Zorgregistratie & Facturatie rechtstreeks contact op met de patiënt. We sturen iemand dus niet van het kastje naar de muur, maar zorgen dat iedereen zich gehoord voelt en zo snel mogelijk de juiste informatie krijgt.’
Tootje van Ruiten, ombudsfunctionaris: ‘Ik krijg hier alleen mee te maken wanneer iemand er met de afdeling Zorgregistratie & Facturatie niet uitkomt en heel boos is. Met uit laten praten, doorvragen en uitleg over de kostensystematiek neemt de boosheid altijd wel af. Het is de kunst om het niet persoonlijk op te vatten en geen oordeel te geven. Als onpartijdige bemiddelaar kan dat.’
Stefan Philips, medewerker Zorgregistratie & Facturatie: ‘Wij leggen zo goed mogelijk uit hoe de systematiek in elkaar zit. Bijvoorbeeld dat het jaar waarin de behandeling start, altijd leidend is voor de berekening van het eigen risico. En dat het voor de prijs niet uitmaakt of je tien minuten of twee uur op consult bent geweest; de factuur is gebaseerd op een landelijk bepaald gemiddeld zorgtraject. Als iemand het antwoord niet accepteert, verwijzen we De kosten van naar de ombudsfunctionaris. ziekenhuiszorg zijn voor veel We temperen wel direct de patiënten een bron van onbegrip. verwachting dat zij iets aan de Waarom moet ik bijna 300 euro factuur kan veranderen.’
betalen voor een half uurtje consult? Hoe kan het dat ik in 2015 geopereerd ben en dan mijn eigen risico van 2014 kwijt ben? Wat maakt dat de specialist niet direct kan zeggen wat mijn behandeling kost? Al deze verhalen vragen om zorgvuldige uitleg. Hoe doen we dat eigenlijk?
Olga Eiking, receptioniste: ‘Dat iemand boos wordt heb ik eigenlijk zelden meegemaakt. As je begrip toont, zakt de woede al snel. Ik werk nu zeven jaar aan de balie en werkte daarvoor dertig jaar op de verpleegafdeling; dan krijg je daar wel gevoel voor. Aan de balie tref ik meestal mensen die al een afspraak hebben met een medewerker van de afdeling Zorgregistratie & Facturatie. Deze collega komt dan met de benodigde papieren naar beneden om de patiënt te woord te staan. Da’s een mooie service.’
Marjan Pieters, secretaresse polikliniek Interne Geneeskunde: ‘Eigenlijk krijgen we bij de poli nauwelijks vragen over de rekening. Opvallend, omdat patiënten wel steeds kritischer worden. Komen er wel vragen over de kosten, dan verbind ik de patiënt via de telefooncentrale door met de afdeling Zorgregistratie & Facturatie.’
www.mzh.nl/kosten
M atr i x 01 -20 15 12 M a r t in i Z ie k e n h u is
Kennismaken Jan Dijk werkt zestien uur per week als pedagogisch medewerker op de verpleegafdeling Kinderen. Veel collega’s kennen hem van de accordeon en geleidehond Wesley. Twee elementen die een opvallende rol spelen in zijn leven en werk.
Bagage Eerste indruk
‘Ik ben een echt mensenmens. Daarom heb ik gekozen voor de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk. Ondanks mijn visuele beperking heb ik gewoon onderwijs kunnen volgen en ben ik in 2012 afgestudeerd aan de Hanzehogeschool.’
‘Tijdens mijn stage op de verpleegafdeling Kinderen was ik onder de indruk van de aandacht die er is voor kinderen en hun ouders. Ik heb zelf als kind vaak lang in het ziekenhuis gelegen. Mijn ouders mochten alleen tijdens het bezoekuur komen en speelgoed of begeleiding was er nauwelijks. Hoe anders is dat nu.’
‘Ik leg aan ouders en kinderen altijd uit dat ik slechtziend ben, zodat zij weten wat ze van mij kunnen verwachten. Ik kan bijvoorbeeld wel de voorbereiding op een operatie begeleiden, maar niet een patiënt in bed naar de OK rijden. Natuurlijk was dat een tegenvaller voor mijzelf toen ik hier kwam werken. Tegelijk ben ik realistisch genoeg om te bedenken dat dit echt niet gaat.’
Tegenvaller
‘Mijn grootste inspiratiebron is muziek. Dat komt ook omdat ik een goed ontwikkeld gehoor heb. Ik speel piano, saxofoon, accordeon, fluit en nog meer. Daarnaast componeer ik mijn eigen muziek en speel ik in een orkest en bandjes. Ik ben afgestudeerd op de invloed van muziek op zieke kinderen. Muziek vermindert stress en spanning en geeft afleiding, dat maak ik hier dagelijks mee. Ik speel op de afdeling vaak slaapliedjes op de citer, daar worden kinderen rustig van.’
Inspiratie
Thuis Toekomst Tot slot
‘Ik woon in de Oosterpoort en kom met de bus naar het Martini. Wesley gaat met me mee. Dat scheelt mij veel energie, ik hoef onderweg veel minder alert te zijn. Als ik werk, ligt Wesley lekker te slapen in een aparte ruimte op 2 Oost. Na de middag neem ik hem weer mee naar huis.’
‘Op onze afdeling krijgen we steeds meer te maken met complexe psychosociale problematiek. Dat betekent dat we als pedagogisch medewerkers nog meer dan nu een signaleringsfunctie krijgen. In deze problematiek wil ik mij gaan specialiseren. Verder hoop ik dat we als pedagogisch medewerkers in de toekomst ziekenhuisbreed ingezet gaan worden.’
‘Ik ben blij met het team waarin ik werk. Er is een open sfeer, we kunnen altijd bij elkaar terecht. Bij nieuwe collega’s moet ik soms even het ijs breken als het gaat om mijn beperking. Dan vragen ze zich af wat ik wel of niet kan. Als ik dan bijvoorbeeld op de stoel ga staan om ballonnen op te hangen, voel ik de spanning stijgen. Gelukkig ontdekken ze al snel dat ik niet anders ben en ondanks mijn beperking volwaardig mijn werk kan doen.’
M atr i x 01 - 20 15 13 M a r t in i Z ie k e n h u is
Bart Muthert
ergotherapeut
Ruim drie jaar geleden gooide ergotherapeut Bart Muthert het roer drastisch om. Hij verruilde zijn goedlopende handtherapiepraktijk voor een vaste baan in het Martini. In diezelfde periode sloeg hij zijn vleugels uit naar Nepal, om ‘iets te betekenen’ voor de minder bedeelden. Het bleef niet bij één keer: Bart staat inmiddels te boek als frequent flyer. ‘Mijn hart ligt in Nepal.’ Dat Bart juist in dit Aziatische land belandde, is te danken aan de enthousiaste verhalen van een vakgenoot. Met hen en nog tien collega’s én een koffer vol therapiemateriaal reisde hij eind 2011 af naar Nepal. Dit bezoek was bedoeld om de zorgvraag te inventariseren en waar mogelijk eerste hulp te bieden. ‘In Nepal veroorzaakt lepra nog steeds veel leed, vooral aan handen en voeten. Dat is een ramp voor mensen die hun brood voornamelijk met hun handen moeten verdienen.’ Tijdens zijn kennismakingsbezoek ontdekte Bart al snel dat zijn meegetroonde materialen de lokale problemen
niet zouden verhelpen. ‘Men maakt spalken van een oude regenpijp.’ Waar de bevolking écht behoefte aan heeft, is kennis en kunde van handtherapie. ‘Behandelingen voordoen, laten voelen wat je doet. Een hands on-benadering dus,’ knipoogt Bart. Fundament Eenmaal weer thuis in Ansen besloot hij zijn Nepalese ‘hand- en spandiensten’ een formele basis te geven. Met vier collega’s richtte Bart de stichting Hands Across Borders op om het niveau van de Nepalese handtherapie te verhogen. Enkele jaren en vele reizen later beginnen zijn inspanningen vruchten af te werpen. ‘We hebben lokale fysiotherapeuten klaargestoomd om protocollair en multi disciplinair te werken. Het fundament is gelegd.’ Wat merken de Nepalese patiënten daarvan? ‘Dankzij goede handtherapie kunnen ze hun werk oppakken en worden ze weer zelfvoorzienend. Daarmee voorkom je dat ze wegkwijnen. Dat is mijn belangrijkste motivatie.’ Meer weten? Kijk op www.handsacrossborders.nl
M atr i x 01 -20 15 14 M a r t in i Z ie k e n h u is
Onder de
Pufje in je binnenzak Medicijnen inademen in plaats van inslikken. Dat is voor patiënten met een longaandoening heel normaal. Dankzij het promotieonderzoek van ziekenhuisapotheker i.o. Marianne Luinstra kunnen Parkinsonpatiënten dat in de toekomst misschien ook. ‘Heel handig, een pufje voor in je binnenzak.’
Toen Marianne op zoek was naar een on derwerp om op te promoveren, vroeg Erik Frijlink, hoogleraar Farmaceutische Technologie en Biofarmacie, of ze onderzoek wilde doen naar de inhalatie van levodopa. Dit medicijn voorkomt dat Parkinsonpatiënten last krijgen van stijfheid en trillingen. De tabletten blijken echter niet altijd te werken. Neuroloog Wijnand Rutgers verwacht dat een pufje uitkomst kan bieden. ‘Als de medicatie is uitgewerkt, zitten deze patiënten er machteloos bij en kunnen ze helemaal niets meer. Een pufje dat binnen vijf minuten werkt, is dan heel welkom.’ Wisselende effecten Levodopa-tabletten bevatten een stofje dat in de hersenen wordt omgezet in dopamine. Helaas blijkt dat de meeste patiënten na verloop van tijd last krijgen van wisselende effecten, omdat de levodopa niet stabiel genoeg werkt. Snel nog een tablet nemen helpt vaak niet. Marianne: ‘Het duurt een poos voordat de werkzame stof de hersenen bereikt. Zeker als een patiënt net heeft gegeten. Eerst moet de levodopa door de darmen worden opgenomen in het bloed en dat kost tijd. Als dat te lang duurt, helpt het niet om snel nog een tablet te nemen.’ Een bijkomend probleem is dat de snelheid van het maag-darmkanaal bij Parkinsonpatiënten sterk kan wisselen, zegt Wijnand. ‘Daardoor kan een tablet te lang in de maag blijven, waardoor de medicatie niet werkt. Er bestaan wel andere middelen, maar die hebben meer bijwerkingen dan levodopa: patiënten kunnen er gedragsproblemen door krijgen of erdoor gaan hallucineren.’
Testinhalator Marianne doet onderzoek naar de mogelijkheid om levodopapoeder via de longen in te nemen. Eerst heeft ze getest of Parkinsonpatiënten in staat zijn om een inhalator te gebruiken. ‘Vijftien patiënten waren bereid om aan het onderzoek mee te doen. Met een testinhalator hebben we gekeken of ze konden inhaleren bij ver-
schillende weerstanden. Dat ging goed: op één patiënt na waren ze allemaal in staat om de inhalator goed te gebruiken.’ De volgende stap is het bereiden van het levodopapoeder zelf. ‘Dit poeder bevat maar twee procent hulpstoffen, zodat er per inhalatie zoveel mogelijk levodopa wordt toegediend. Als een patiënt inademt, gaat de levodopa door het longmembraam heen via de bloedbaan direct naar de hersenen. Dat gaat veel sneller dan via de darmen.’ Om erachter te komen wat het effect van het poeder is op de longen, gaat ze binnenkort praten met de Longafdeling. ‘Daar is veel ervaring met het inhaleren van medicijnen.’
M atr i x 01 - 20 15 15 M a r t in i Z ie k e n h u is
Voor noodgevallen Eind dit jaar gaat Marianne testen of het levodopapoeder geschikt is voor patiënten. Aan deze test doen acht patiënten mee. Wijnand: ‘We willen onder meer onderzoeken of het poeder bijwerkingen heeft, bijvoorbeeld op de longen. Als we zekerheid hebben dat die bijwerkingen er niet zijn, kunnen we bepalen welke dosering het beste werkt en of patiënten er baat bij hebben.’ Hij verwacht niet dat de pufjes de tabletten kunnen vervangen. ‘Het pufje veroorzaakt een piek in de bloedspiegel en in de hersenen. In een noodgeval is dat prima, maar als je het te vaak gebruikt, is het effect in de hersenen te heftig en kunnen de schommelingen toenemen. Een levodopapufje als middel in noodgevallen naast de reguliere tabletten lijkt de beste aanpak.’ Overigens moeten Parkinsonpatiënten nog even geduld hebben. Marianne verwacht over drie jaar te promoveren. ‘Als het middel echt werkt, hopen we dat de farmaceutische industrie de ontwikkeling overneemt. En dan kan het nog jaren duren voordat patiënten met een pufje in de binnenzak op pad kunnen.’
Wetenschappelijk onderzoek is een belangrijk aspect van een topklinisch opleidingszieken huis en gebeurt daarom veel in ons zieken huis. Wie onderzoek doet of wil gaan doen, kan voor advies en ondersteuning terecht bij het Martini Wetenschapsinstituut. Marianne: ‘Als ik iets niet weet, kan ik altijd bellen of mailen. Ik heb bijvoorbeeld vragen gesteld over protocollen die ik nodig had. En toen ik voor het testen van de inhalator een aanvraag moest opstellen voor de Medisch Ethische Commissie, heb ik ook gebruik ge maakt van de ervaring die het Wetenschaps instituut daarmee heeft. Heel handig is ook dat je gebruik kunt maken van de diensten van een statisticus.’
Het team van de Nazorgpoli-IC: v.l.n.r. IC-verpleegkundigen Els de Vreede en Jolanda Hofman, fysiotherapeut Irene Meijering en intensivisten Margot Scheer en Nicole Homan. Op de foto ontbreken IC-verpleegkundige Jeanet Stiekema en MC-verpleegkundige Hanny Douma.
Zorg na de klapdeuren Een opname op de Intensive Care kan behoorlijk ingrijpend zijn. Soms ervaren patiënten en hun naasten jaren later nog steeds merkbare gevolgen. Daarom is het IC-team vorig jaar begonnen met de Nazorgpoli. ‘Vroeger hield de zorg voor de IC-patiënten op bij de klapdeuren,’ vertelt IC-verpleegkundige Els de Vreede. ‘Tijdens een symposium hoorde ik hoe andere IC’s omgaan met nazorg. Ik heb me er toen in verdiept en ontdekte hoe groot de impact van een IC-opname kan zijn. Patiënten kunnen er lichamelijke, geestelijke en sociale problemen aan overhouden.’ Intensivist Margot Scheer vult Els aan: ‘Het is inderdaad niet niks als je hier belandt. Het kan levensbedreigend zijn. Om te ontdekken wat de effecten op korte en lange termijn zijn, moet je met de patiënt in gesprek gaan. Dat doen we op de Nazorgpoli.’
Tranen in de ogen Inmiddels hebben vijftig patiënten de Nazorgpoli bezocht. Els: ‘Drie maanden na ontslag uit het ziekenhuis bellen we patiënten die vijf dagen of langer op de IC hebben gelegen, om ze uit te nodigen voor een bezoek. Vooraf vullen de patiënt en de naasten twee
vragenlijsten in. Dan hebben we een goede indruk van hoe ze eraan toe zijn. Tijdens de poli test de fysiotherapeut de spierkracht en het uithoudingsvermogen. Daarna gaan de verpleegkundige en de intensivist in gesprek met de patiënt en de naasten over de IC-periode en het herstel. Zelfs maanden na de opname zitten de naasten hier vaak nog met tranen in de ogen. Ze zijn blij dat ze achteraf bij ons terechtkunnen met hun ervaringen en vragen.’
Waar je het voor doet Sommige onderwerpen komen in bijna alle gesprekken terug. ‘Patiënten vallen tijdens hun opname vaak af en hebben soms door smaakverlies weinig eetlust,’ zegt Els. ‘Die informatie gebruikt onze diëtist nu bij de voeding. We letten daar zelf nu ook beter op. Hetzelfde geldt voor spierkrachtverlies: we gaan nog meer doen aan het mobiliseren van patiënten. Zo kunnen we de zorg tijdens de IC-opname verder verbeteren.’ Voor het team zelf is het ook goed te horen hoe het gaat met een patiënt met wie ze zo intensief bezig zijn geweest. Els: ‘Het is waardevol om te merken dat de zorg aan het bed echt verschil maakt.’ Dat is Margot met haar eens: ‘Door deze gesprekken weet je nog beter waar je het voor doet.’
M atr i x 01 -20 15 16 M a r t in i Z ie k e n h u is
De column van Ton Ik vim, jij vimt, wij vimmen? ‘Vimmen? Daar word ik toch zo moe van. Ik heb het toch al opgelost? Wat voor zin heeft het om nog een keer hetzelfde te vimmen dat we het afgelopen jaar al honderd keer hebben gem eld? Wanneer doen ze er eindelijk iets mee? Wat heeft al dat ge-vim eigenlijk voor zin?’ Dit gesprek, inclusief de voelbare ergernis, ving ik op tijdens een haastige lunch met een heerlijk kopje tomatensoep, dat - u doet dat waarschijnlijk nooit, maar ik kan het niet laten - moedwillig door mij was verr ijkt met extra gehaktballetjes. Er wordt door ons allen heel wat af gevimd, het afgelopen jaar in ons ziekenh uis zelfs meer dan 3200 keer. Vimmen Veilig Incident Melden - wordt in de hele wereld bes chouwd als een belangrijk instrument in het kwa liteitssysteem van het ziekenhuis. Het melden van inci denten, groot en klein, is bedoeld om er van te leren. Door van incidenten te leren, kan de kwaliteit van de patiëntenzorg in ons ziekenhuis verder worden verb eterd. Onze p atiënten kunnen niet verwachten dat wij nooit een fout maken, maar ze moeten er wel op kunnen vertrouwen dat we leren van onze fouten om de zorg nog beter
te maken. Door het VIM-systeem moet de kans afnemen dat u en uw patiënt hetzelfde incident meemaken dat gisteren mij en mijn patiënt ook is overkomen. De eerste stap in het VIM-systeem - het melden van incidenten - is in ons ziekenhuis goed geïmplementeerd. Het is de vervolgstap waar de schoen nogal eens lijkt te wringen. Hoe vinden we in onze schaarse tijd ruimte om grote en kleine incidenten goed en zorgvuldig te analyseren en er ook nog zinnige oplossingen voor te bedenken? Oplossingen die in de toekomst de zorg aan onze patiënten verbetert. Dat is niet iets wat ‘ze’ - de zorgcoördinator, het unithoofd, de organisatorisch en medisch manager - alleen kunnen doen. We zullen daar samen de schouders onder moeten zetten. Laten we als melders onszelf serieus nemen en er voor zorgen dat met onze VIM-meldingen echt wat gebeurt. Participeer in het VIM-team, zoek oplossingen en maak met elkaar een verbeterplan dat echt gaat werken. Zorg er samen voor dat de kans op incidenten, waarvan iedereen vindt dat ze eigenlijk niet mogen voorkomen, zo klein mogelijk wordt. Vimmen moet, maar het voelt pas echt goed als we er voor zorgen dat uw VIM mijn zorg verbetert. Ton Tiebosch, voorzitter Medische Staf
‘Voor betere zorg heb je elkaar nodig’ Lucia Kramer, fysiotherapeut ‘Hoe zorg je ervoor dat patiënten met schouderproblemen binnen én buiten het Martini Ziekenhuis de beste zorg krijgen? Gewoon door als eerste- en tweedelijns professionals de handen ineen te slaan en heldere behandelafspraken te maken. Dat hebben we als Schoudernet Noord, een groep fysiotherapeuten en orthopeden uit het Martini en geselecteerde fysiotherapeuten uit de regio, gedaan. Orthopedisch chirurg Maurits Sietsma stond anderhalf jaar geleden aan de wieg van dit regionale netwerk. We streven naar korte transmurale lijnen, een uniform behandelbeleid en daardoor een betere kwaliteit van zorg. Daarvoor hebben we eerst de postoperatieve protocollen op elkaar afgestemd, nu richten we ons op de niet-operatieve zorg. Omdat we dezelfde taal spreken en uniformiteit bieden, is de schouderpatiënt in de regio verzekerd van betere zorg dichtbij huis.’
M atr i x 01 - 20 15 17 M a r t in i Z ie k e n h u is
Sinds kort kom ik met een elektrische auto naar mijn werk. Ik woon in Doezum en dan is openbaar vervoer niet echt een optie. Wij hebben bewust gekozen voor een elektrische auto, omdat duurzaam en milieubewust leven belangrijke items voor ons zijn. Ik begrijp dat het Martini Ziekenhuis duurzaamheid ook belangrijk vindt. Daarom was ik erg verbaasd dat in de parkeergarage maar drie oplaadpunten voor elektrische auto’s zijn. Omdat deze gereserveerd zijn, kan ik mijn auto tussendoor niet opladen. Vandaar mijn vraag: zijn er plannen voor meer oplaadpunten?
Beste Jolanda,
!
Ik heb goed nieuws voor je: nog voor de zomer plaatsen we vier oplaadpalen in de parkeergarage. Met daarna nog eens vier op het nieuwe parkeerterrein op de Noordpunt. De drie oplaadpalen die er nu zijn, hebben inderdaad een vaste bestemming. De acht nieuwe zijn open voor alle patiënten, bezoekers en medewerkers. Aan het besluit om deze service aan te bieden, hangt wel een prijskaartje. Een oplaadpaal kost 1500 euro. Vandaar de keuze om te beginnen met acht stuks. Jolanda van Vliet, verpleegkundige Dagverpleging Dit aantal past bij het landelijk percentage elektrische auto’s. De verwachting is dat dit percentage de komende jaren flink zal stijgen. Omdat we duurzaamheid belangrijk vinden, breiden we het aantal oplaadpunten in de toekomst dan ook zeker uit. Het opladen is overigens niet kosteloos. Bij de energieleverancier die we voor de oplaadpunten gaan kiezen, kun je een oplaadpas- of abonnement aanschaffen. Hou de berichtgeving op MartiniNet in de gaten, dan blijf je op de hoogte.
Mijn vraag aan
Johan Norda, stafmanager Facilitair Bedrijf
V.l.n.r. Ton Tiebosch, Gerard Beerthuizen, Hans Feenstra en Jos Verkuyl. Op de foto ontbreken bestuursleden Henk Kramer en Sjaak Wijma.
Samen aan tafel In december is de handtekening gezet. Vanaf januari zit het bestuur van het Samenwerkingsverband Medisch Specialisten Martini Ziekenhuis, de SMS, twee keer per maand met de Raad van Bestuur om tafel in de zogenoemde Bestuursraad. De SMS en Raad van Bestuur nemen samen verantwoordelijkheid voor belangrijke besluiten over de toekomst van het Martini Ziekenhuis. Sjaak Wijma, gynaecoloog en SMS-bestuurslid: ‘Vooropgesteld, ik ben altijd éérst dokter, mijn motivatie is dat ik alles goed wil regelen voor de patiënt. Met die insteek zit ik in de Bestuursraad. We hebben nu vier keer vergaderd. Wat me het meest opvalt, is de ruimte om elkaar te bevragen. Natuurlijk konden we elkaar voorheen bellen of mailen, maar nu hebben we een gesprek als
opmaat naar een besluit. Zo benut je elkaars kracht. We hebben het bijvoorbeeld over onze positie ten opzichte van het UMCG. Dat is een belangrijke discussie, want welke patiënt is waar het beste af? De wereld om ons heen staat tenslotte niet stil, daar moeten we op inspelen.’ Bestuursvoorzitter Hans Feenstra: ‘Het overleg in de nieuwe Bestuursraad bevalt heel goed. Bij het bepalen wat voor ziekenhuis we willen zijn, kunnen we niet zonder de dokters. Daarom ben ik blij dat zij samen met ons die verantwoordelijkheid voelen. Dat we nu zo samenwerken, is de oogst van het vertrouwen dat we hebben opgebouwd. Het klinkt logisch, maar is dermate bijzonder dat we nu verzoeken uit het hele land krijgen om te komen vertellen hoe we het hier zo hebben kunnen regelen.’
M atr i x 01 -20 15 18 M a r t in i Z ie k e n h u is
Zorg dat je meegaat!
Met een denderende campagne - vier dagen lang en elke dag weer anders - is het gelukt om STERK IN JE WERK tot een begrip te maken waar je niet om heen kunt. ‘De campagne was de start van blijvende aandacht voor de eigen ontwikkeling, vitaliteit en werkplezier,’ zegt stafdirecteur Sjoerd van der Zee. ‘In het online portaal vind je al een mooi aanbod van activiteiten. Dit aanbod gaan we uitbreiden. Collega’s die daarover willen meedenken zijn welkom bij de eerste STERK IN JE WERK Meedenk Lunch op 21 mei a.s.’
M atr i x 01 - 20 15 19 M a r t in i Z ie k e n h u is
Mooi man Primeur! Ze is al jaren dé deskundige op het gebied van inhalatietechniek. Daarom werd het tijd voor een boek. ‘Met onderzoeker Paul Hagendoorn heb ik een soort routeplanner voor het gebruik van inhalators geschreven,’ zegt Titia Klemmeier, unithoofd op de poli Longgeneeskunde. ’Er komen steeds meer verschillende inhalators op de markt. Veel zorgverleners zien door de bomen het bos niet meer. Met als gevolg dat patiënten geen eenduidige instructie krijgen en hun pufje niet goed gebruiken. Daardoor werkt de medicatie onvoldoende. Betere instructie leidt tot meer rendement van de medicatie. Daar doen we het voor!’
Proost op nieuw Kwaliteitsportaal
V.l.n.r. Annemarie Haarhuis, Marjan ter Horst en Anja Bergsma
Enig idee hoeveel documenten er in het Kwaliteitsportaal staan? ‘Dat aantal nadert de tienduizend,’ zegt Marjan ter Horst. Met haar collega-adviseur Annemarie Haarhuis en applicatiebeheerder Anja Bergsma brengt ze een toost uit op de vernieuwing van het portaal. ‘Bij de livegang deze maand hebben we gevierd dat er een flinke slag is gemaakt. Zo hebben alle RVE’s nu een eigen overzichtelijke startpagina, waardoor je makkelijker kunt vinden wat je zoekt.’ Er is ook flink opgeruimd. Het portaal is namelijk alleen bedoeld voor documenten die onze werkwijze zichtbaar en toetsbaar maken, dus beleidsafspraken, werkinstructies, protocollen, procedures en procesbeschrijvingen. ’Alles wat geen kwaliteitsdocument is, hebben we verwijderd. Ook dubbele documenten voor dezelfde werkwijze zijn eruit,’ meldt Annemarie. Voor het up-to-date houden zijn de documentbeheerders heel belangrijk: zij zijn de spin in het web. Beoordelaars zetten hun elektronische handtekening door op de duim te klikken. ‘Het duimen schiet er nog wel eens bij in, waardoor een document niet geactualiseerd kan worden,’ aldus Anja. ‘Daarom onze oproep: duim zo snel mogelijk!’
Driewerf hoera Bij Nucleaire Geneeskunde werden vorige maand drie collega’s in het zonnetje gezet vanwege hun 25-jarig jubileum. Miranda van Bruggen, Hetty Maengkom en Nanette Jansema (op de foto v.l.n.r.) - alle drie medisch nucleair werker - kregen een groot feest aangeboden, georganiseerd door hun collega’s. Hetty: ‘We wisten dat er iets stond te gebeuren, maar wat precies? Dat was een verrassing. Natuurlijk kennen we onze collega’s al wat jaren. Dus konden we op onze klompen aanvoelen dat het een verkleedpartij zou worden. En wat voor een!’ De avond kwam goed los met de ‘TV-avond’, waarin collega’s verkleed als onder meer Hans Klok, Piet Paulusma, The C ommon Linnets en Umberto Tan prachtige acts opvoerden. Het bleef tot in de late uren een gezellige boel in De Postwagen in Tolbert. ‘Bijna iedereen bleef overnachten,’ vertelt Hetty lachend. ‘En wij kregen alle drie een door collega’s persoonlijk ingerichte slaapwagon. We kijken er met plezier op terug.’
Volg ons
via social media