Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Verbreed GRP Coevorden Planperiode 2010 - 2014 25 augustus 2009

Kenmerk R001-4568408VRN-nva-V04-NL

Verantwoording

Opdrachtgever

Verbreed GRP Coevorden 2010 - 2014 Gemeente Coevorden

Projectleider

Nils Kappenburg

Auteur(s) Projectnummer

Jeroen van Voorn en Nils Kappenburg 4568408

Aantal pagina's

60 (exclusief bijlagen)

Datum

25 augustus 2009

Titel

Handtekening

Colofon Tauw bv Vestiging Assen Transportweg 12 Postbus 722 9400 AS Assen Telefoon (0592) 39 13 00 Fax (0592) 39 13 25

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -

NEN-EN-ISO 9001.

Verbreed GRP Coevorden 2010-2014

3\60


4\60



Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1

Inleiding.......................................................................................................................... 9

1.1 1.2

Opdracht.......................................................................................................................... 9 Wettelijk kader en geldigheidsduur ................................................................................. 9

1.3

Samenwerking in de waterketen ................................................................................... 11

1.4

Leeswijzer ..................................................................................................................... 12

2

Evaluatie GRP Coevorden 2005 - 2009 ...................................................................... 13

2.1 2.2

Doel 1: inzameling van het binnen gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater... 13 Doel 2: transport van het ingezamelde afvalwater naar de rwzi.................................... 15

2.3

Doel 3: het verminderen van de vuilemissie naar oppervlaktewater en waterbodem ... 16

2.4 2.5

Doel 4: het voorkomen en verminderen van vuilemissie naar bodem en grondwater... 17 Doel 5: het voorkomen en verminderen van wateroverlast ........................................... 17

2.6

Doel 6: het voorkomen en verminderen van overlast voor de gemeenschap (anders dan

2.7

wateroverlast) ................................................................................................................ 18 Doel 7: doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering ................................... 19

3

Gewenste situatie en doelen ...................................................................................... 21

3.1

Ontwikkelingen .............................................................................................................. 21

3.1.1

Wetgeving ..................................................................................................................... 21

3.1.2 3.2

Waterplan ...................................................................................................................... 21 Ambities en beleidskeuzes gemeente Coevorden ........................................................ 21

3.3

Doelen stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater................................................ 22

3.4

Functionele eisen, maatstaven en kwaliteitsstreefbeelden ........................................... 22

4

Huidige situatie en toetsing doelen ........................................................................... 25

4.1 4.1.1

Stedelijk afvalwater ....................................................................................................... 25 Aangesloten percelen.................................................................................................... 25

4.1.2

Afvoer en verwerking van afvalwater ............................................................................ 25

4.1.3 4.1.4

Overzicht aanwezige voorzieningen.............................................................................. 26 Toestand van de objecten ............................................................................................. 26

4.1.5

Functioneren van de voorzieningen .............................................................................. 27

4.2 4.2.1

Regenwater ................................................................................................................... 28 Aangesloten percelen.................................................................................................... 28

4.2.2

Afvoer en verwerking van regenwater ........................................................................... 28


5\60


6\60

4.2.3

Aanwezige voorzieningen ............................................................................................. 29

4.2.4

Toestand van de objecten ............................................................................................. 29

4.2.5 4.3

Functioneren van de regenwaterriolering ...................................................................... 29 Grondwater.................................................................................................................... 30

4.3.1

Inzicht grondwatersituatie.............................................................................................. 30

4.3.2 4.3.3

Overzicht aanwezige voorzieningen.............................................................................. 30 Klachten en overlast...................................................................................................... 31

4.4

Doelmatig beheer .......................................................................................................... 31

5

Strategie ....................................................................................................................... 33

5.1

Beleidsruimte................................................................................................................. 33

5.2 5.3

Speerpunten in het beleid ............................................................................................. 35 Aanleg van voorzieningen ............................................................................................. 35

5.3.1

Aanleg bij nieuwbouw en bestaande bouw ................................................................... 35

5.3.2 5.4

Beheer rioleringsgegevens bij aanleg ........................................................................... 37 Beheer van bestaande voorzieningen ........................................................................... 37

5.4.1

Onderzoek ..................................................................................................................... 37

5.4.2 5.4.3

Objectgerichte maatregelen .......................................................................................... 40 Systeemgerichte maatregelen....................................................................................... 42

6

Middelen en maatregelen ........................................................................................... 43

6.1

Personele middelen....................................................................................................... 43

6.2

Financiële middelen en maatregelen ............................................................................ 45

6.2.1 6.2.2

Uitgangspunten ............................................................................................................. 45 Afschrijvingsperioden en technische levensduren ........................................................ 47

6.2.3

Investeringen ................................................................................................................. 48

6.2.4 6.2.5

Kosten ........................................................................................................................... 52 Baten ............................................................................................................................. 54

6.3

Verloop rioolheffing ....................................................................................................... 55

6.4

Verloop saldo voorziening ............................................................................................. 56

7

Besluit .......................................................................................................................... 59



Bijlage(n) 1. Gewenst kwaliteitsniveau voor de toestand van de riolering en voorwaarden voor effectieve

2. 3. 4. 5. 6. 7.

invulling van de rioleringszorg Wettelijke kaders Stappenplan vaststelling beleid grondwaterzorgplicht gemeente Coevorden Kostendekkingsberekening stedelijk afvalwater Kostendekkingsberekening regen- en grondwater Overzicht van overstorten in gemengde rioolstelsels Reacties betrokken overheden


7\60


8\60



1 Inleiding 1.1

Opdracht

Gemeente Coevorden heeft Tauw schriftelijk opdracht gegeven voor het opstellen van een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de periode 2010-2014. De opdracht is conform de offerte d.d. 26 maart 2008, met kenmerk O001-4568408NJK-afr-V01-NL.

Figuur 1.1 Een blik op het centrum van (gemeente) Coevorden vanuit de lucht

1.2

Wettelijk kader en geldigheidsduur

De gemeentelijke riolering is één van de belangrijkste voorzieningen voor de bescherming van de volksgezondheid en het milieu. Daarnaast heeft de riolering een belangrijke functie als het gaat om het tegengaan van wateroverlast in de openbare ruimte.


9\60


De taken en verplichtingen die de gemeente op het gebied van riolering heeft, zijn van oudsher vastgelegd in de Wet milieubeheer (Wm artikel 10.33, zie tekstkader). Eén van de verplichtingen uit de Wet milieubeheer betreft het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). In het GRP dient de gemeente inzichtelijk te maken welke voorzieningen op het gebied van riolering de gemeente in beheer heeft, welke effecten deze voorzieningen op het milieu hebben en welke kosten met het beheer en onderhoud gemoeid zijn. De gemeenteraad stelt het GRP voor een zelf te kiezen periode vast. Wet milieubeheer Titel 10.5, Artikel 10.33 1.

De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

2.

In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een gemeente, waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt

3.

Op verzoek van burgemeester en wethouders kunnen gedeputeerde staten in het belang van de bescherming van het milieu, ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voor: a. b.

Een gedeelte van het grondgebied van een gemeente, dat gelegen is buiten de bebouwde kom, en Een bebouwde kom van waaruit stedelijk afvalwater met een vervuilingswaarde van minder dan 2.000 inwonerequivalenten wordt geloosd

4.

De ontheffing bedoeld in het derde lid kan, indien de ontwikkelingen in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend daartoe aanleiding geven, door gedeputeerde staten worden ingetrokken. Bij de intrekking wordt aangegeven binnen welke termijn in inzameling en transport van stedelijk afvalwater wordt voorzien

Het opstellen van een nieuw gemeentelijk rioleringsplan voor gemeente Coevorden was in principe nog niet nodig, maar het huidige GRP 2005-2009 is echter nooit officieel door de gemeenteraad vastgesteld. Om deze reden heeft de gemeente ervoor gekozen om het plan te actualiseren en vast te laten stellen door de gemeenteraad. Per 1 januari 2008 hebben er wetswijzigingen plaatsgevonden die te maken hebben met ‘de verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken’. Deze wetswijzigingen worden ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd. In dit kader zijn de volgende wetten aangepast:

10\60

• •

De Gemeentewet De Wet op de waterhuishouding

•

De Wet milieubeheer



In de Wet op de waterhuishouding wordt, naast de al bestaande zorgplicht voor afvalwater uit de Wet milieubeheer, de zorgplicht opgenomen voor hemelwater en grondwater. Op basis van de gewijzigde Gemeentewet krijgt de gemeente meer mogelijkheden om kosten te verhalen die gepaard gaan met de hele gemeentelijke wateropgave. En de gewijzigde Wet milieubeheer biedt de gemeente de mogelijkheid om meer regels te stellen aan de lozing van hemelwater en grondwater. Met de bovengenoemde wetswijzigingen wordt de rioleringszorg ‘verbreed’. Om in te kunnen spelen op de nieuwe gemeentelijke watertaken zijn er overgangstermijnen van vijf jaar vastgesteld. Tot 1 januari 2013 krijgt elke gemeente de tijd om een nieuw (verbreed) GRP op te stellen. Wel zal voor 1 januari 2010 de overgang gemaakt moeten worden naar een nieuw belastingtarief voor de bekostiging van de watertaken. Wet milieubeheer §4.8, Artikel 4.23

Om tijdig in te kunnen spelen op de gemeentelijke

1.

Het gemeentelijke rioleringsplan wordt

watertaken heeft gemeente Coevorden ervoor gekozen om

voorbereid door burgemeester en wethouders.

het te actualiseren GRP verbreed op te zetten zodat daarmee al zoveel mogelijk invulling gegeven kan worden

Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in

aan de nieuwe zorgplichten. Het GRP heeft een

a. Gedeputeerde staten

geldigheidsduur van vijf jaar, van 2010 tot en met 2014.

b. De beheerders van de zuiveringstechnische

elk geval:

werken waarnaar het ingezamelde

1.3

Samenwerking in de waterketen

afvalwater wordt getransporteerd, en

De Wet milieubeheer vereist samenwerking tussen al die partijen, die betrokken zijn bij de inzameling, het transport en

c. De beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt

de zuivering van het afvalwater. De samenwerking moet gericht zijn op een doelmatig beheer van de (afval)waterketen.

geloosd 2.

Zodra het plan is vastgesteld, doen burgemeester en wethouders hiervan

De gebruiker moet daarbij een goed product krijgen tegen de

mededeling door toezending van het plan aan

laagste kosten. Deze doelstelling komt eveneens terug in het Bestuursakkoord waterketen 2007 dat is ondertekend door

de in het eerste lid, onder a tot en met c,

ondermeer de ministeries van VROM en V&W, de VNG en

genoemde instanties en onze minister 3.

Burgemeester en wethouders maken de

de Unie van Waterschappen. In dit akkoord wordt gezocht naar samenwerkingsvormen in de hele waterketen,

vaststelling bekend in één of meer dag- of

waaronder ook waterleidingsbedrijven.

worden. Hierbij geven zij aan op welke wijze

nieuwsbladen die in de gemeente verspreid kennis kan worden gekregen van de inhoud van

Bij het opstellen van het GRP zijn de volgende

het plan

waterschappen betrokken: • •

Waterschap Velt en Vecht Waterschap Hunze en Aa’s

•

Waterschap Reest en Wieden


11\60


Waterschap Velt en Vecht speelt een actieve rol bij de totstandkoming van het GRP. De overige waterschappen zullen, net als de provincie Drenthe gelegenheid krijgen tot het geven van commentaar op conceptstukken. De reacties van de verschillende partijen zijn in dit GRP als bijlage opgenomen. Het betreft met name de reacties van de waterschappen Velt en Vecht en Reest en Wieden. Waterschap Hunze en Aa’s heeft schriftelijk aangegeven zich aan te sluiten bij de reactie van waterschap Velt en Vecht. De provincie Drenthe had geen opmerkingen op de conceptstukken. Na de vaststelling van het GRP door de gemeenteraad zal het GRP ter kennisname aan de genoemde betrokkenen en het ministerie van VROM worden gestuurd.

1.4

Leeswijzer

De contouren van dit GRP zijn in overeenstemming met de Leidraad Riolering1. Dit betekent de volgende invulling: • In hoofdstuk 2 ‘Evaluatie van het GRP Coevorden 2005 - 2009’ wordt allereerst het oude beleid en de uitwerking ervan geëvalueerd • •

In hoofdstuk 3 ‘Gewenste situatie en doelen’ is omschreven wat de opgaven en ambities zijn van de gemeente en hoe de kwaliteit van de rioleringszorg eruit moet zien In hoofdstuk 4 ‘Huidige situatie en toetsing doelen’ is de bestaande huidige situatie getoetst aan de kwaliteit van de rioleringszorg die in gemeente Coevorden de komende periode wordt nagestreefd

•

In hoofdstuk 5 ‘Strategie’ zijn de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde

•

doelen te kunnen realiseren en om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken In hoofdstuk 6 ‘Middelen en kostendekking’ wordt ingegaan op de benodigde personele en financiële middelen en de wijze van kostendekking

•

In hoofdstuk 7 ‘Besluit’ is het besluit van de gemeenteraad van gemeente Coevorden weergegeven

Bij dit plan zijn zeven bijlagen gevoegd, die nadere informatie geven over diverse thema’s die worden behandeld.

1

De Leidraad Riolering geeft richtlijnen aan gemeenten en adviseurs over technische en financieel-organisatorische aspecten van de rioleringszorg

12\60



2 Evaluatie GRP Coevorden 2005 - 2009 In dit hoofdstuk wordt teruggekeken naar de doelen uit het GRP 2005 - 2009. Hoewel dit GRP formeel nooit door de gemeenteraad vastgesteld is, is er binnen de gemeente wel volgens de strategie van dit plan gewerkt. De evaluatie van de doelen uit het GRP 2005 - 2009 vormt de basis voor het verdere proces om tot een strategie voor de komende jaren te komen. Aan de hand van de bevindingen uit de evaluatie kan onderzocht worden waar de gemeente op het gebied van de rioleringszorg staat en wat er nodig is om de ambities en doelen voor de komende jaren te realiseren. De zeven gestelde doelen uit het GRP 2005 - 2009 waren als volgt: 1. Inzameling van binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater 2. Transport van het ingezamelde afvalwater naar de rwzi 3. Het verminderen van de vuilemissie naar oppervlaktewater en waterbodem 4. Het voorkomen en verminderen van vuilemissie naar bodem en grondwater 5. Het voorkomen en verminderen van wateroverlast 6. Het voorkomen en verminderen van overlast voor de gemeenschap (anders dan wateroverlast) 7. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering In de volgende paragrafen wordt aangegeven in hoeverre de gestelde doelen gehaald zijn.

2.1

Doel 1: inzameling van het binnen gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater

Aan het eerste doel werden de volgende eisen gekoppeld: •

Alle percelen binnen de gemeente waar productie van afvalwater plaatsvindt, moeten voorzien zijn van een aansluiting op de riolering of een individuele afvalwaterbehandeling (een en ander volgens het wettelijk kader)

• •

De putten, kolken, buizen en andere objecten moeten in goede toestand verkeren Het voorkomen van de afvoer van (stoffen in het) water die schade toebrengen aan de riolering of rwzi, evenals het lozen van drainagewater op gemengde en vuilwaterriolen, het lozen van hemelwater op mechanische rioleringssystemen, het lozen van hemelwater op vuilwaterriolering, enzovoort


13\60


De gemeente heeft de plicht te zorgen voor het inzamelen en transporteren van al het binnen de gemeentegrens geproduceerde afvalwater. Daarom moeten in principe alle percelen worden aangesloten op de riolering. Er liggen echter percelen in het buitengebied waarbij het niet meer doelmatig is om het afvalwater via (druk)riolering in te zamelen en te transporteren naar de rioolwaterzuivering. Voor deze percelen kan de gemeente ontheffing van de zorgplicht aanvragen bij de provincie. De betreffende percelen zullen op een alternatieve manier moeten omgaan met het afvalwater. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van IBA2. Aan het begin van de planperiode 2005 - 2009 waren er nog 30 percelen die moesten worden voorzien van een IBA. Deze werkzaamheden zijn echter nog niet uitgevoerd. De gemeente gaat zelf de voorzieningen aanleggen en beheren. De gemeente mag daarvoor burgers aanslaan voor rioolheffing. De vrijvervalriolen in de gemeente zijn voor 100 % geïnspecteerd. In de geïnspecteerde riolen zijn op een beperkt aantal plaatsen schadebeelden naar voren gekomen die nog om herstelmaatregelen vragen. De objecten van de riolering zijn echter Figuur 2.1 Werk in uitvoering: de aanleg van riolering voor de

in een goede staat.

inzameling van huishoudelijk - en bedrijfsafvalwater

Door het waterschap Velt en Vecht worden er controles uitgevoerd bij de waterschapsgemalen en de rwzi. De gemeente controleert de eigen gemalen zelf. Als er geconstateerd wordt dat er ongewenste stoffen op de riolering geloosd worden, wordt er in samenwerking met het waterschap actie ondernomen om de lozingen op te sporen. Ongewenste lozingen komen echter zeer beperkt voor. Om ongewenste lozing van regenwater op d.w.a.-riolen op te sporen, wordt door de gemeente rookdetectie toegepast. Er zijn in de gemeente nog een aantal locaties waar dit onderzoek uitgevoerd moet worden.

2

14\60

Individuele Behandeling Afvalwater



Waterschap Velt en Vecht heeft in 2006 en 2007 onderzoek gedaan naar rioolvreemd water in het verzorgingsgebied van de rwzi’s Schoonoord en Sleen. De toegepaste methode beperkte zich tot de droogweerafvoersituatie. Het onderzoek van rwzi Schoonoord resulteerde in een percentage van 60 % rioolvreemd water bovenop de theoretische dagsom van de d.w.a. Samen met de gemeente is nagegaan waar lozingen plaatsvinden die dit hoge percentage kunnen veroorzaken. Enkele situaties kwamen daarbij naar voren. De gemeente heeft hierop inmiddels actie ondernomen. Het onderzoek van rwzi Sleen resulteerde in een percentage van 14 % rioolvreemd water. Dit gaf geen aanleiding tot onderzoek. Ook voor de rwzi Coevorden zal te zijner tijd een onderzoek naar rioolvreemd water plaatsvinden. De verwachting is dat dit onderzoek binnen de planperiode van dit GRP zal plaatsvinden. Î Het eerste doel, inzameling van het binnen de gemeente geproduceerde afvalwater, is voor het overgrote deel gehaald. Er zullen echter nog 30 IBA’s geplaatst moeten worden.

2.2

Doel 2: transport van het ingezamelde afvalwater naar de rwzi

Aan dit tweede doel zijn de volgende eisen gesteld: •

De afvoercapaciteit moet op alle plaatsen voldoende zijn om het aanbod aan afvalwater

•

onder droogweersomstandigheden te verwerken Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken

•

De afstroming dient gewaarborgd te zijn

•

Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn ter voorkoming van overmatig intredend grondwater

•

Overstortdrempels dienen op de juiste hoogte te zijn aangelegd en terugslagkleppen dienen

•

goed te functioneren ter voorkoming van instromend oppervlaktewater De vervuilingstoestand van het stelsel dient acceptabel te zijn

De afvoercapaciteit bij droogweer voldoet aan de gestelde eisen. Voor alle kernen in de gemeente is een basisioleringsplan opgesteld waarin de rioolstelsels getoetst zijn aan de eisen. Uit de berekeningen blijkt dat het afvalwater zonder overmatige aanrotting de rwzi bereikt. Ook in de praktijk zijn er geen problemen met de afstroming van de riolering. Uit de inspecties blijkt dat de riolen in hoge mate waterdicht zijn. Op een beperkt aantal locaties dienen nog herstelmaatregelen uitgevoerd te worden. De vervuilingstoestand van de riolen in de gemeente is zeer goed. De riolen worden één keer per vijf jaar gereinigd, deels gecombineerd met inspectie, en zijn nagenoeg schoon. Ook worden wortels na reiniging standaard met een wortelfrees verwijderd.


15\60


Metingen aan overstortdrempels vinden incidenteel plaats bij bijvoorbeeld aanpassingen aan het stelsel. Verder zijn wel een aantal rioolstelsels in het geheel ingemeten. Binnenkomende revisie wordt goed gecontroleerd. Controle van terugslagkleppen vindt plaats bij klachten of storingen. De gemeente voldoet echter nog niet aan de eisen in de vergunning met betrekking tot het installeren van meetapparatuur in overstorten. Î Het tweede doel is gehaald, het transport van het afvalwater, functioneert goed, maar er moeten nog wel overstortmeters geplaatst worden volgens de vergunningen.

2.3

Doel 3: het verminderen van de vuilemissie naar oppervlaktewater en waterbodem

Aan het derde doel zijn de onderstaande eisen gesteld: •

De vuilemissie door overstortingen vanuit gemengde rioolstelsels op oppervlaktewater dient gereduceerd te worden volgens het emissiespoor (basisinspanning) en te zijner tijd mogelijk volgens het waterkwaliteitsspoor

•

De vuilemissie door lozingen van regenwaterriolen op oppervlaktewater dient gereduceerd te worden volgens het emissiespoor (basisinspanning) en te zijner tijd mogelijk volgens het waterkwaliteitsspoor

Aan het begin van 2005 waren op enkele maatregelen na alle werkzaamheden met betrekking tot de basisinspanning al uitgevoerd. De maatregelen zijn nu vrijwel allemaal uitgevoerd. Alleen in 2009 zal er ter plaatse van ’t Haantje nog verhard oppervlak afgekoppeld worden. Daarmee zal de gemeente dan voldoen aan de basisinspanning. De maatregelen die nodig waren in het kader van het waterkwaliteitsspoor zijn allemaal uitgevoerd. Er zijn maatregelen uitgevoerd in Gees, Meppen, Zweeloo en Aalden. Bovenop de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor worden er op dit moment maatregelen uitgevoerd op basis van optimalisatiestudies. De proef met de monitoring van overstorten in Steenwijksmoer is niet doorgegaan. De overstorten in de gemeente die genoemd zijn in de vergunning voor monitoring zullen in de komende jaren worden voorzien van meetapparatuur. Dit gebeurt uiterlijk op de vastgestelde datum die in de vergunning staat aangegeven. Î Het derde doel is gehaald. Voor de basisinspanning moet weliswaar nog een beperkte hoeveelheid verhard oppervlak worden afgekoppeld, maar daarentegen heeft de gemeente veel extra inspanningen verricht in de vorm van optimalisatie.

16\60



2.4

Doel 4: het voorkomen en verminderen van vuilemissie naar bodem en grondwater

De gestelde eisen aan het vierde doel zijn: •

Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn ter voorkoming van overmatig uittredend rioolwater

Op basis van rioolinspecties is moeilijk vast te stellen in hoeverre er uittreding van rioolwater plaatsvindt. Controle door middel van inwendige waterdruk is in de praktijk niet uitvoerbaar. De gemeente past daarom leidingmateriaal voor riolen toe met dubbele afdichtingen en een lange levensduur. Op deze manier wordt uittredend rioolwater tot een minimum beperkt. Î De gemeente heeft het maximaal mogelijke gedaan om het vierde doel, voorkomen en verminderen te halen.

2.5

Doel 5: het voorkomen en verminderen van wateroverlast

Hieraan zijn de volgende eisen gesteld: • De afvoercapaciteit moet voldoende zijn ter voorkoming van wateroverlast, zonder schade toe te brengen aan bebouwing, uitgezonderd buitengewone omstandigheden •

De instroming in riolen via kolken dient ongehinderd plaats te vinden

Voor diverse kernen zijn de basisrioleringsplannen in de afgelopen vijf jaar geactualiseerd en geoptimaliseerd. Het gaat om de volgende kernen: • Schoonoord •

De Kiel

• •

Dalen Wachtum

•

Dalerveen

•

Coevorden

In de plannen is gerekend aan de afvoercapaciteit van de stelsels en zijn locaties in beeld gebracht die gevoelig zijn voor ‘water-op-straat’. De voorgestelde maatregelen zijn deels uitgevoerd. Van de overige kernen zijn de rioleringsplannen wat ouder. De voorgestelde maatregelen uit deze plannen zijn grotendeels uitgevoerd. Daarnaast loopt op dit moment het project ‘Actualisatie en optimalisatie Sleen’, waarin de rioleringsplannen van alle kernen die afvoeren naar de rioolwaterzuivering Sleen worden geactualiseerd. Voor de kernen De Krim, Dalerpeel en Steenwijksmoer zijn de rioleringsplannen nog niet geactualiseerd.


17\60


De instroming via de kolken in de riolering dient ongehinderd plaats te vinden. Hiervoor is een kolkenreinigingsprogramma opgesteld waarin is bepaald dat alle kolken en/of lijnafwateringsgoten eenmaal per jaar worden gereinigd. Daarnaast is een aantal wegen aangegeven waar de kolken en/of lijnafwateringsgoten tweemaal per jaar gereinigd moeten worden. Betwijfeld wordt of deze frequenties voldoende waarborg bieden voor een goede opvang en afvoer van hemelwater. De instroming in de kolken is op dit moment slecht. Veel kolken raken verstopt. Î Het vijfde doel is deels gehaald. Vanuit het wegbeheer moet de instroming in de kolken verbeterd worden.

2.6

Doel 6: het voorkomen en verminderen van overlast voor de gemeenschap (anders dan wateroverlast)

Aan het zesde doel zijn de volgende eisen gesteld: • De bedrijfszekerheid van gemalen en overige objecten dient in voldoende mate gewaarborgd te zijn • •

De stabiliteit van de riolen dient gewaarborgd te zijn De riolering dient zodanig te worden ontworpen dat stankoverlast wordt voorkomen

•

Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn

In de gemeente is 60 % van de grote gemalen aangesloten op het telemetriesysteem. Daarnaast is circa 30 % van de 750 pompen in het buitengebied aangesloten. Ook zijn alle bergbezinkvoorzieningen aangesloten. Controle van de pompinstallaties vindt eenmaal per jaar plaats in combinatie met reiniging. Op deze manier wordt de bedrijfszekerheid van de gemalen en de overige objecten op en goede manier gewaarborgd. In de geïnspecteerde riolen zijn de schadebeelden zo beperkt, dat geconcludeerd mag worden dat de riolen in goede staat verkeren. Stankoverlast komt op een beperkt aantal plaatsen voor. Inmiddels is onderzoek gestart naar de oorzaken van de overlast. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering komt minimaal voor. De werkzaamheden vinden zoveel mogelijk plaats in combinatie met werkzaamheden op het gebied van groen en wegen. Ook worden er gresbuizen toegepast met een lange levensduur. De frequentie waarmee burgers met overlast te maken krijgen is om deze reden zeer laag. Î Het zesde doel is gehaald. Overlast voor de gemeenschap wordt tot een minimum beperkt.

18\60



2.7

Doel 7: doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering

Aan het zevende en laatste doel zijn de volgende eisen gesteld: •

Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk afgestemd te zijn met andere gemeentelijke taken

•

De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen

•

voorkomen te worden Er dient inzicht te bestaan in de toestand van het functioneren van de riolering

•

Er dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van duurzame en milieuvriendelijke

•

materialen Er dient gestreefd te worden naar een aanvaardbaar klachtenpatroon met een optimale en klantvriendelijke klachtenverwerking

•

Er dient inzicht te bestaan in de kosten op de korte en langere termijn

Afstemming met andere taken op het gebied van milieubeheer en beheer van de overige infrastructuur vindt op een doeltreffende en doelmatige manier plaats. Ook is er een goede afstemming met financiën. Handhaving op het gebied van ongewenste lozingen vindt plaats op basis van de Wet milieubeheer. De controles vinden plaats op basis van klachten of bij detectie van ongewenste stoffen bij de rwzi. Bij nieuwbouw vindt ook alleen controle plaats als daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld door rookdetectie of controle van het oppervlaktewater. De gemeente heeft een zeer goed inzicht in de toestand van het functioneren van de riolering. Alle vaste gegevens van de riolering zijn actueel op basis van revisiegegevens en de stelsels zijn voor 100 % geïnspecteerd. Op dit moment zijn er nog geen eisen vastgelegd ten aanzien van het gebruik van duurzame en milieuvriendelijke materialen. Per 1 januari 2008 heeft de gemeente de mogelijkheid om eisen vast te leggen bij verordening. Op dit moment wordt bestudeerd hoe deze mogelijkheid kan worden benut in de komende planperiode. Bij de gemeente is een klachtensysteem aanwezig, waar men via telefoon en internet klachten over riolering en grondwater kan melden. De meeste klachten worden door de buitendienst opgepakt, een klein deel door de binnendienst. Er wordt binnen een dag op de klachten gereageerd in de vorm van acties, terugkoppeling of uitleg.


19\60


In samenwerking met de afdeling Financiën wordt er jaarlijks gezorgd voor een overzicht van de kosten en opbrengsten die met de rioleringszorg samenhangen. Er is daarbij een goed inzicht in de kosten op de korte en lange termijn. Î Het zevende doel is daarmee gehaald.

20\60



3 Gewenste situatie en doelen In dit hoofdstuk is de gewenste situatie van de gemeentelijke zorgplichten omschreven zoals de gemeente die in de komende jaren voor ogen heeft. Deze gewenste situatie is nader uitgewerkt in een aantal doelen voor de komende planperiode. Bij het opstellen van deze doelen is rekening gehouden met bestaande opgaven die voortkomen uit het vorige GRP, maar ook met nieuwe ontwikkelingen waar gemeente Coevorden mee te maken krijgt.

3.1

Ontwikkelingen

In de periode van 2005 tot heden zijn een aantal ontwikkelingen naar voren gekomen die van invloed zijn op de doelen voor de komende planperiode. Enerzijds gaat het om nieuwe wetgeving en anderzijds gaat het om wateropgaven uit het waterplan. 3.1.1

Wetgeving

De volgende nieuwe en/of aangepaste wetgeving is van invloed op het GRP: • •

Wet gemeentelijke watertaken Waterwet

•

Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

•

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion)

In bijlage 2 is nadere informatie opgenomen over het wettelijk kader. 3.1.2

Waterplan

In februari 2006 is door adviesbureau Arcadis het definitieve waterplan opgesteld. In het waterplan is met de drie waterschappen een toekomstvisie voor 2010 opgesteld waarin is aangegeven hoe de gemeente en de waterschappen met water om willen gaan. In het waterplan wordt nader ingegaan op de beleidskaders die van invloed zijn op het kwantitatieve en kwalitatieve waterbeleid in gemeente Coevorden. Het gaat daarbij onder andere om het Nationaal Bestuursakkoord Water en De Europese Kaderrichtlijn Water. Op basis van diverse streefbeelden voor ruimte, proces en beleid is in het waterplan een maatregelenprogramma opgesteld. Een aantal van deze maatregelen uit het maatregelenprogramma hebben een rechtstreekse relatie met het GRP.

3.2

Ambities en beleidskeuzes gemeente Coevorden

Voor dat de nieuwe gemeentelijke watertaken uitgewerkt worden in concrete doelen en maatstaven voor gemeente Coevorden, is het van belang om stil te staan bij de ambities die de gemeente heeft en welke beleidskeuzes binnen de gemeente gemaakt worden.


21\60


De Wet gemeentelijke watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is, geeft de gemeente de mogelijkheid om in het GRP meer aspecten uit het watersysteem mee te nemen. De gemeente zal derhalve de betreffende onderdelen van het waterplan overnemen in het GRP. Zo wordt invulling gegeven aan een totaaloplossing voor het waterbeleid van de gemeente. Het huidige rioolrecht wordt op basis van de wetswijzigingen aangepast naar een rioolheffing. Wettelijk dient deze wijziging uiterlijk op 1 januari 2010 ingevoerd te zijn. De gemeente wil in de loop van 2009 een afweging maken hoe de heffing ingevuld moet worden. Om alle mogelijkheden open te kunnen houden wordt de kostendekking in dit GRP gescheiden berekend, een deel voor stedelijk afvalwater en een deel voor regen- en grondwater. De afgelopen jaren heeft de gemeente ervoor gezorgd dat het rioleringssysteem op een goede manier gefunctioneerd heeft, waarbij weinig overlast voor de gemeenschap optrad en waarbij schadelijke milieueffecten beperkt bleven. De gemeente zal in de komende planperiode hetzelfde kwaliteitsniveau na blijven streven bij de invulling van de gemeentelijke watertaken.

3.3

Doelen stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater

Op basis van de nieuwe ontwikkelingen en de ambities van de gemeente zijn voor het stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater zes nieuwe doelen opgesteld. Deze doelen sluiten grotendeels aan op de doelen van het GRP 2005 - 2009 en zijn gebaseerd op Module A1100 van de Leidraad Riolering. De doelen voor de planperiode 2010 - 2014 zijn als volgt: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater 3. Zorgen voor inzameling van regenwater (voor zover niet verzorgd door particulieren) 4. Zorgen voor de verwerking van ingezameld regenwater 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert 6. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering

3.4

Functionele eisen, maatstaven en kwaliteitsstreefbeelden

Om te kunnen toetsen of de doelen in de gemeente al gehaald zijn of dat er nog inspanningen nodig zijn, zijn bij de doelen 1 tot en met 4 en 6 functionele eisen, maatstaven en meetmethoden opgesteld. Het complete overzicht hiervan is terug te vinden in bijlage 1.

22\60



Voor het vijfde doel, voor grondwater, zijn geen eisen, maatstaven en meetmethoden vastgesteld. De grondwatersituatie is namelijk nog onvoldoende in beeld gebracht. Bovendien is grondwater minder beheersbaar. Daarom is de grondwaterzorgplicht als proces omschreven, dat weergegeven is in bijlage 3.


23\60


24\60



4 Huidige situatie en toetsing doelen In dit hoofdstuk is de huidige situatie vergeleken met de gewenste situatie en de gestelde eisen op het gebied van de gemeentelijke zorgplichten. Hieruit volgt welke verschillen in de planperiode overbrugd moeten worden.

4.1

Stedelijk afvalwater

4.1.1

Aangesloten percelen

Op 30 percelen in het buitengebied na, zijn in gemeente Coevorden alle percelen aangesloten op de riolering of voorzien van een IBA3. De 30 percelen die nog moeten worden aangesloten zullen worden voorzien van een IBA. (functionele eis 1a). Het aantal percelen in gemeente Coevorden dat een aansluiting voor afvalwater heeft, bedraagt 14.792. Het gaat daarbij om percelen met zowel woningen als bedrijven. Door registratie van aansluitingen, voorlichting en controle op basis van klachten wordt er voor gezorgd dat het afvalwater wat door bedrijven geloosd wordt, van de juiste samenstelling is (functionele eis 1b). 4.1.2

Afvoer en verwerking van afvalwater

Het stedelijk afvalwater in de gemeente wordt vanuit de volgende kernen en/of bemalingsgebieden ingezameld:

•

Aalden

•

Diphoorn

•

Oosterhesselen

•

Achterste Erm

•

Erm

•

Schoonoord

•

Benneveld

•

Gees

•

Sleen

•

Coevorden

•

Geesbrug

•

Steenwijksmoer

•

Dalen

•

‘t Haantje

•

Wachtum

•

Dalerpeel

•

Holsloot

•

Wezup

•

Dalerveen

•

Meppen

•

Wezuperbrug

•

De Kiel

•

Nieuwe Krim

•

Zweeloo

•

Den Hool

•

Noord-Sleen

•

Zwinderen

Vanuit deze kernen en bemalingsgebieden wordt het afvalwater via een aantal lozingstakken getransporteerd naar de rwzi’s Coevorden, Sleen, Schoonoord. 3

Individuele Behandeling Afvalwater (IBA)


25\60


4.1.3

Overzicht aanwezige voorzieningen

De vaste gegevens van de vrijvervalriolering voor stedelijk afvalwater wordt bijgehouden in een geautomatiseerd beheersysteem. De gegevens van de drukriolering en de persleidingen zijn nog niet in het systeem ingevoerd, maar zijn analoog aanwezig. De vaste gegevens zijn wel actueel (peildatum 1 oktober 2008) (functionele eis 6a). Per 1 oktober 2008 zijn de volgende voorzieningen voor stedelijk afvalwater aanwezig: • 219,9 km vrijvervalriolering (gemengd), de inzameling van met regenwater gemengd afvalwater in de kernen • •

45,00 km vrijvervalriolering (d.w.a.), voor de inzameling van gescheiden afvalwater in de kernen onbekend4 aantal km drukriolering, voor de inzameling en het transport van afvalwater in het

•

buitengebied 750 drukrioleringsunits, voor het transport van afvalwater uit het buitengebied

•

83 rioolgemalen, voor het transport van afvalwater tussen bemalingsgebieden onderling en

•

het transport naar de rwzi onbekend4 aantal km persleiding, voor het transport van afvalwater tussen de kernen onderling en het transport naar de rwzi

•

69 externe overstorten (is inclusief 16 bergbezinkvoorzieningen), voor een overzicht zie bijlage 6

•

54 interne overstorten, voor het optimaal benutten van de berging in de stelsels

4.1.4

Toestand van de objecten

Vrijvervalriolen Gemeente Coevorden heeft momenteel 100 % van de vrijvervalrioleringen geïnspecteerd. De gemeente heeft derhalve een goed beeld van de toestand van de vrijvervalriolering. Deze toestand is over het algemeen goed te noemen. Op een aantal plaatsen dienen maatregelen getroffen te worden om de stabiliteit van de riolering te verbeteren. Verder is uit de rioolinspecties gebleken dat de riolen in hoge mate waterdicht zijn, met uitzondering van enkele locaties. Op deze locaties dienen herstelwerkzaamheden verricht te worden. Hiervoor zal een beheerplan worden opgesteld. De vervuilingsgraad van de riolering is erg laag. Er hoeven nergens maatregelen getroffen te worden in verband met de afstroming. De toestand van de riolering is goed. Er wordt voldaan aan de maatstaven voor stabiliteit, afstroming en waterdichtheid (maatstaven bij functionele eisen 2d, 2e en 2g).

4

26\60

Dit is nog niet ingevoerd in het beheerpakket. Dit zal in 2009 worden uitgevoerd



Drukriolering, gemalen en randvoorzieningen De gemeente heeft echter geen volledig beeld van de staat van de drukriolering/persleidingen. Wel worden de gemalen regelmatig gereinigd en gecontroleerd. Circa 30 % van de gemalen in het buitengebied is op het telemetriesysteem aangesloten, de overige gemalen zijn voorzien van een storingslamp. In de huidige situatie zijn de randvoorzieningen ook op telemetrie aangesloten. Op termijn zullen alle gemalen op telemetrie worden aangesloten. Op deze wijze kan bij calamiteiten snel worden gereageerd waardoor de bedrijfszekerheid van de gemalen gewaarborgd is (maatstaven bij functionele eisen 2d en 2i). 4.1.5

Functioneren van de voorzieningen

Technisch functioneren vrijvervalriolen In het GRP 2005-2009 werd uitgegaan van de jaarlijkse inspectie van 20 % van de putten en 10 % van de vrijvervalriolen en reiniging van 20 % van de riolen. Dit leidt ertoe dat elke vijf jaar het stelsel geheel gereinigd is en dat rioolinspecties niet ouder zijn dan 10 jaar. Daarmee wordt een ruim voldoende totaalbeeld van het functioneren van de vrijvervalriolen verkregen (maatstaven van functionele eis 6d). Als er echter in de gemeente calamiteiten of klachten met betrekking tot het functioneren voorkomen, worden er direct maatregelen genomen om dit te verhelpen en een goed functioneren te waarborgen. Functioneren gemalen en drukriolering Een deel van de gemalen (60 % van de rioolgemalen en 30 % van de gemalen in het buitengebied) is voorzien van telemetrie. Op termijn zullen zoveel mogelijk gemalen op telemetrie aangesloten worden bij vervangen of renovatie. Daarmee kunnen de systemen permanent bewaakt worden, zodat klachten en storingen snel verholpen kunnen worden. De systemen die nog niet aangesloten zijn op telemetrie waarschuwen met behulp van een rode lamp. Burgers of voorbijgangers kunnen daarop telefonisch reageren. De bedrijfszekerheid van de gemalen wordt daarmee in voldoende mate gewaarborgd (maatstaven functionele eis 2i). Milieutechnisch functioneren afvalwaterriolering Met uitzondering van ’t Haantje voldoen alle kernen aan de basisinspanning. De maatregelen voor ’t Haantje worden uitgevoerd in 2008/2009. De planvoorbereiding is in volle gang. Gemeente Coevorden is op dit moment nog niet in het bezit van alle benodigde Wvo- en aansluitvergunningen. De vergunning voor de kern Coevorden ligt momenteel ter beoordeling bij waterschap Velt en Vecht.


27\60


Hydraulische functioneren afvalwaterriolering Uit de recent opgestelde optimalisatie en actualisatiestudies voor een aantal kernen is gebleken dat niet alle rioolstelsels voldoende afvoercapaciteit hebben om een standaard neerslaggebeurtenis te verwerken (bui 7 of 8, conform de Leidraad Riolering module C2100). De voorgestelde maatregelen uit deze plannen zijn gedeeltelijk uitgevoerd. Voor kernen waar nog geen optimalisatie/actualisatie heeft plaatsgevonden, geldt het basisrioleringsplan. De maatregelen uit deze plannen zijn uitgevoerd en daarmee hebben die rioolstelsels theoretisch voldoende afvoercapaciteit. Deze plannen zijn echter wat gedateerd. De werkelijke situatie kan inmiddels veranderd zijn. Er wordt gewerkt aan actualisatie van deze plannen, waarmee inzicht in het huidige functioneren wordt verkregen (maatstaven functionele eis 2c). Uit hydraulische ontwerpberekeningen in de basisrioleringsplannen en actualisatiestudies blijkt verder dat in de huidige situatie de afvoercapaciteit bij droog weer voldoende is om het aanbod van stedelijk afvalwater te verwerken. Ook bereikt het stedelijk afvalwater zonder overmatige aanrotting de rwzi (functionele eisen 2a en 2b).

4.2 4.2.1

Regenwater Aangesloten percelen

Alle percelen, waar regenwater gescheiden wordt ingezameld en waar geen mogelijkheden zijn voor gebruik in de lokale waterhuishouding, zijn in principe aangesloten op de regenwaterriolering. Er zijn enkele percelen waarbij afvalwater en regenwater wel gescheiden wordt ingezameld, maar waarbij beide huisaansluitingen op het gemengde rioolstelsel zijn aangesloten. Bij nieuwbouw staat in de bouwvergunning dat het huishoudelijk afvalwater in ieder geval gescheiden van het hemelwater moet worden aangeboden, zodat, wanneer er een regenwaterriool wordt aangelegd, eenvoudig de hemelwateraansluiting kan worden omgezet (functionele eis 3a). 4.2.2

Afvoer en verwerking van regenwater

In gemeente Coevorden vindt de afvoer van regenwater en verwerking van regenwater op meerdere manieren plaats. Een deel van de regenwaterstelsels (r.w.a.) voeren via een uitlaat rechtstreeks af naar het oppervlaktewater. Daarnaast maakt een deel van de regenwaterriolen deel uit van verbeterd gescheiden stelsels (v.g.s.), waarbij de eerste vervuilde toevoer van een regenbui via een gemaal afgevoerd wordt naar de rwzi. Bij aanhoudende regenval en een gevuld stelsel zal een grotere hoeveelheid schoner regenwater uiteindelijk via een uitlaat naar het oppervlaktewater afgevoerd worden.

28\60



Verder bevinden zich in de gemeente IT-riolen die regenwater opvangen, bergen en zoveel mogelijk infiltreren in de bodem waarbij het overtollige regenwater uiteindelijk afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater. Ook loopt er een proef met verticale infiltratie van regenwater. Ook is op twee locaties doorlatende betrating aangebracht, waarbij het hemelwater via de bestrating kan infiltreren in de bodem. Bij reconstructies wordt wegverharding zoveel mogelijk afgekoppeld en krijgen percelen een uitlegger waarop percelen het hemelwater en grondwater kunnen afvoeren. Er is nog geen verplichting voor de burger om hierop aan te sluiten. Perceelseigenaren mogen hierop aansluiten als men dat wil. 4.2.3

Aanwezige voorzieningen

Per 1 oktober 2008 zijn de volgende voorzieningen voor stedelijk afvalwater aanwezig: •

45,9 km vrijvervalriolering (verbetert gescheiden en r.w.a.), voor de inzameling van

•

regenwater en afvoer naar het oppervlaktewater 6,3 km IT-riolering voor de infiltratie van regenwater naar het grondwater en afvoer naar het oppervlaktewater

De vaste gegevens zijn actueel (peildatum 1 oktober 2008) (functionele eis 6a). 4.2.4

Toestand van de objecten

Daar gemeente Coevorden 100 % van de riolering heeft geïnspecteerd, bestaat ook hier een goed inzicht in de toestand van de riolen en de putten. Op een gering aantal locaties dienen maatregelen genomen te worden ten aanzien van stabiliteit, afstroming en waterdichtheid (maatstaven bij functionele eisen 2d, 2e en 2g). Het aantal schadebeelden dat aangetroffen is in de geïnspecteerde regenwaterriolen is beperkt en de riolen verkeren over het algemeen in een goede staat (functionele eis 4e). Daar komt bij dat de regenwaterriolen minder gevoelig zijn voor vuilophoping en minder gevoelig zijn voor aantasting als gevolg van aanrottend rioolwater. 4.2.5

Functioneren van de regenwaterriolering

Technisch functioneren vrijvervalriolen De regenwaterriolen in de gemeente functioneren goed. Vanwege de relatief jonge leeftijden zijn er weinig klachten en calamiteiten.


29\60


Bij de regenwaterriolen is het van belang dat ongewenste lozingen als gevolg van foutieve aansluitingen voorkomen worden. Wanneer geconstateerd wordt dat er foutieve aansluitingen zijn (hemelwater op vuilwaterriool), spoort de gemeente deze op door middel van rookdetectie. Indien vuilwater is aangesloten op het hemelwaterriool, kan geen rookdetectie worden toegepast, maar zijn andere opsporingsmethodes beschikbaar. Ook worden nieuwe aansluitingen op de hoofdriolen door of namens de gemeente uitgevoerd. Daarnaast wordt voorlichting gegeven aan burgers. (maatstaven functionele eis 6c). Straat- en trottoirkolken dienen gemiddeld eenmaal per jaar gereinigd te worden. De frequentie is wel gehaald, maar de gemeente heeft twijfels of bij deze frequentie de vrije instroming voldoende gewaarborgd is. De instroming naar de kolken is momenteel slecht te noemen. Milieutechnisch functioneren regenwaterriolering De regenwaterstelsels voldoen aan de milieutechnische eisen die door de verschillende waterschappen aan de stelsels gesteld zijn (functionele eis 4b). Hydraulische functioneren regenwaterriolering De regenwaterstelsels hebben voldoende afvoercapaciteit om een standaard neerslaggebeurtenis te verwerken (bui 7 of 8, conform de Leidraad Riolering module C2100). Ook de nieuwste stelsels zijn ontworpen volgens deze neerslaggebeurtenis. Wateroverlast komt bij deze stelsels in principe niet voor (functionele eis 4a).

4.3 4.3.1

Grondwater Inzicht grondwatersituatie

Bij gemeente Coevorden is het inzicht in de grondwatersituatie nog beperkt. Dit heeft te maken met het feit dat de zorgplicht voor grondwater nergens vastgelegd was. Met de vaststelling van de Wet gemeentelijke watertaken is de gemeente per 1 januari 2008 aanspreekpunt voor deze zorgplicht. In het waterplan van de gemeente wordt nader ingegaan op grondwater in relatie tot de hele waterketen. In het plan wordt aangegeven dat er grondwateroverlast bestaat, maar er worden geen locaties genoemd. In het waterplan is opgenomen dat in 2010 duidelijk moet zijn waar en welke grondwaterproblemen er zijn, bij welke organisatie de verantwoordelijkheden liggen en dat de communicatie naar burgers toe over dit onderwerp duidelijk is. 4.3.2

Overzicht aanwezige voorzieningen

In de gemeente is op een aantal plaatsen cunetdrainage aanwezig voor de drooglegging van de wegen, fiets- en voetpaden. Verder is weinig bekend over eventuele voorzieningen voor grondwater.

30\60



4.3.3

Klachten en overlast

Bij de gemeente is een aantal klachten met betrekking tot grondwater geregistreerd. Deze zijn geregistreerd in hetzelfde systeem als waar ook de klachten met betrekking tot de riolering geregistreerd staan. Tot op heden zijn nog geen acties opgestart.

4.4

Doelmatig beheer

Afstemming met interne en externe partijen Om overlast zo veel mogelijk te voorkomen en de kosten op lange termijn zo laag mogelijk te houden, wordt de uitvoering van werkzaamheden zo goed mogelijk afgestemd met interne en externe partijen. Zo wordt bijvoorbeeld afkoppelen van verhard oppervlak gecombineerd met vervanging van riolering of wegonderhoud. De bereikbaarheid van woningen en bedrijven wordt daarbij zoveel mogelijk in stand gehouden (functionele eisen 6a en 6b). Klachtenregistratie en waterloket Binnen de gemeente vindt er een goede registratie plaats van klachten op het gebied van riolering. Bij klachten en calamiteiten wordt in principe binnen een dag actie ondernomen. Registratie van grondwaterklachten vindt tot op heden nog beperkt plaats. In overleg met het waterschap wordt nagedacht over het opzetten van een waterloket (maatstaven functionele eis 6f). Calamiteiten Bij ernstige en omvangrijke calamiteiten treed het rampenplan van de gemeente in werking. Gebruik van milieuvriendelijke materialen In de gemeente zijn op dit moment nog geen eisen vastgelegd met betrekking tot het gebruik van materialen die de waterkwaliteit niet negatief beïnvloeden (maatstaven functionele eis 6e). De gemeente heeft echter wel het convenant Duurzaam Bouwen ondertekend. WION Voor wat betreft het rioleringsdeel van de WION is de gemeente nog beperkt voorbereid op de verplichting om gegevens aan te kunnen leveren. Alle hoofdriolen zijn ingevoerd in een beheerpakket waaruit de gegevens direct oproepbaar en digitaal uitwisselbaar zijn, maar de drukriolering en persleidingen zijn grotendeels nog analoog beschikbaar (maatstaven functionele eis 6d).


31\60


32\60



5 Strategie In het vorige hoofdstuk is omschreven welke verschillen in de planperiode overbrugd moeten worden om de nieuwe doelen te kunnen halen. In dit hoofdstuk is de strategie uitgewerkt die de gemeente kiest om deze doelen te halen.

5.1

Beleidsruimte

De strategie die voor de rioleringszorg gekozen wordt, hangt in de komende jaren niet alleen af van politieke, technische of financiële keuzes die binnen de gemeente gemaakt worden, maar hangt voor een groot deel ook af van externe factoren zoals wetgeving of beleid van andere overheden. Daarbij is het van belang om de beleidsruimte vast te stellen die de gemeente heeft, bij het uitvoeren van de strategie in de komende jaren. In onderstaande tabel is samengevat welke factoren van belang zijn voor de strategie en in welke mate de gemeente bij de verschillende factoren nog beleidsruimte heeft.

Tabel 5.1 Beleidsruimte GRP 2010 t/m 2014

Onderwerp

Beleidsruimte

Toelichting

Nee

Nog 30 percelen moeten worden voorzien van een IBA

Nee

Waarschuwings- en ingrijpmaatstaven moeten voldoen aan tabel A.1 van

1. Kwaliteit rioleringszorg (technisch) •

Aansluiting op de riolering van percelen waar afvalwater vrijkomt

•

Technische staat van de objecten

•

Het functioneren van de

NEN 3398. Nee

riolering (emissie) •

Het functioneren van de

waterschappen gestelde eisen. Beperkt

De eisen aan de organisatie van de zorg

In dit GRP gedefinieerd: theoretisch geen ‘water-op-straat’ bij bui 7 of 8 en 5

geen wateroverlast . Indicatief zal met zwaardere buien gerekend worden.

riolering (hydraulisch) •

In dit GRP gedefinieerd: de vuiluitworp dient te voldoen aan de door de

Nee

In dit GRP al gedefinieerd: zie maatstaven voor de rioleringszorg in bijlage 1.

5

Wateroverlast: houdt in dit verband in; het onderlopen van woningen, kelders, bedrijfspanden en winkels als gevolg van zware regenval


33\60


Onderwerp

Beleidsruimte

Toelichting

Ja

Gehanteerde technische levensduren zijn variabel in relatie tot toegepaste

Ja

Invulling van sturing, controle en uitwerking van processen en eventuele

2. Kwaliteit rioleringszorg (financieel) •

Technische staat van de objecten

•

De organisatie van de

technieken en materialen.

zorg

uitbesteding hiervan.

3. Gemeentelijke watertaken (technisch) •

Grondwaterzorgplicht

Ja

Structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand zijn nog niet in beeld gebracht. Ook is er nog geen specifiek beleid vastgesteld.

•

Regenwaterzorgplicht

Ja

De gemeente heeft (nog) geen verordening vastgesteld voor gescheiden overdracht van afval- en hemelwater. Ook kan de gemeente afkoppelbeleid nader vaststellen.

4. Gemeentelijke watertaken (financieel) •

Nieuwe rioolheffing per

Ja

Voor 2010 dient nog een nieuwe heffing ingevoerd te worden

Ja

De gemeente kan eisen met betrekking tot toe te passen materialen

1 jan 2010 5. Aanleg bij te realiseren nieuwbouw •

Toe te passen materialen

•

Uitgangspunten ontwerp

vastleggen bij verordening. Ja

Bij nieuwbouw kan maatwerk uitgevoerd worden op basis van technische en financiële eisen.

6. Kostendekking (hoofdstuk 6) •

Hoogte rioolheffing

Ja

Hoogte van de rioolheffing (hoofdstuk 6) kan jaarlijks gewijzigd worden.

•

Uitgangspunten

Ja

Gehanteerde afschrijvingstermijnen kunnen gevarieerd worden. Uitgangspunt reserve kan aangepast worden.

34\60



5.2

Speerpunten in het beleid

Binnen de beleidsruimte die de gemeente heeft is een aantal speerpunten geformuleerd. Deze speerpunten zijn opgesteld aan de hand van de nieuwe wetgeving en ontwikkelingen waar de gemeente voor staat en aan de hand van de gewenste situatie in de gemeente met betrekking tot het beheer van de riolering en het functioneren ervan. De speerpunten voor de rioleringszorg in de gemeente Coevorden zijn: •

Zoveel mogelijk hemelwater van ‘schoon’ oppervlak afkoppelen en infiltreren, of als dat niet mogelijk is rechtstreeks naar het oppervlaktewater laten afvoeren

•

De vuilemissie via overstorten en regenwateruitlaten

•

zoveel mogelijk verminderen Het inzicht in de technische staat en het functioneren van de riolering op gewenst niveau houden

•

Figuur 5.1 Aanleg van een infiltratieriool

•

Eventuele grondwaterproblemen en -klachten in kaart brengen en grondwaterbeleid vaststellen Digitaliseren van de gegevens van persleidingen in het rioolbeheersysteem in het kader van de WION

Op basis van bovenstaande speerpunten is de strategie van de gemeente verder uitgewerkt.

5.3

Aanleg van voorzieningen

5.3.1

Aanleg bij nieuwbouw en bestaande bouw

Beleidskaders Bij het ontwerp en de realisatie van gemeentelijke riolering zullen de volgende kaders in acht worden genomen: • De Vierde Nota waterhuishouding, waarin als streefwaarde voor het niet aankoppelen van verhard oppervlak 60 % wordt genoemd. Het gevolg hiervan is onder meer dat er zo weinig •

mogelijk schoon regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt afgevoerd De strategie volgens WB 21 waarin wordt gestreefd naar het zolang en zoveel mogelijk vasthouden van gebiedseigen water (vasthouden-bergen-afvoeren)

•

Het waterplan Coevorden 2006-2010, dat voor de gemeente Coevorden als leidraad fungeert voor het maken van inhoudelijke keuzes met betrekking tot water


35\60


•

Het rapport Riooloverstorten, deel 2: eenduidige basisinspanning, juni 2001 van de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW). Hierin zijn de maatstaven van de maximaal toegestane vuilemissie beschreven ten aanzien van de basisinspanning voor zowel gemengde als verbeterd gescheiden stelsels. Er wordt daarbij rekening gehouden met de verschillende uitgangspunten die de waterschappen hanteren bij het vaststellen van de

•

vuilemissie (zoals de ‘Beleidsnotitie Riolering 2005’, waterschap Velt en Vecht oktober 2005) Naast de basisinspanning moet het effect van de lozingen apart beoordeeld worden op waterkwaliteit (waterkwaliteitsspoor). Op basis hiervan kan het waterschap aanvullende eisen stellen om de vuilemissie te beperken

Toename voorraad woning en bedrijven In tabel 5.2 is per kern weergegeven hoeveel woningen of bedrijfsterrein de komende zal worden bijgebouwd.

Tabel 5.2 Overzicht toekomstige woningbouw

Kern

Type

Naam

Aantal/oppervlak

Uitvoering

Coevorden

Woonwijk

Ossehaar b + c

320

In realisatie

Woonwijk

Vosmaten

145

In realisatie

Wooncomplex

Aardappelmeelfabriek

72

Herstructurering/woningen Holwert-Zuid

140

In studie 2012+

Herstructurering /

Holwert-Zuid

---

In studie 2012+

Herstructurering

Markt/Haven

42

In studie 2012+

Herstructurering

Binnenvree

178

2015+

Herstructurering

Bogas

170

In studie 2012+

detailhandel

36\60

Dalen

Woonwijk

Pol-akkers

150

In studie 2012+

Dalerveen

Woonwijk

De Marke 2

7

2009

Dalerpeel

Woonwijk

Steigerwijk 3

23

Gerealiseerd

Nieuwe Krim

Woonwijk

---

4

2010

Wachtum

Woonwijk

Koematen 2

6

Gerealiseerd

Oosterhesselen

Woonwijk

---

---

>>2015+

Sleen

Woonwijk

Manege terrein

---

>>2015

Meppen

Woonwijk

Bosrand

4

2012

‘t Haantje

Woonwijk

De Snikke 3

6

>>2015+

Schoonoord

Woonwijk

---

14

2015



Nieuwbouw Het huidige beleid van gemeente Coevorden ten aanzien van afvalwater bij nieuwbouw is gericht op het gescheiden inzamelen van stedelijk afvalwater en overtollig regenwater. Hiertoe wordt, met uitzondering van kleine inbreidingen, in principe een gescheiden stelsel aangelegd bij nieuwbouw. Bij kleine inbreidingen wordt het afvalwater en hemelwater wel gescheiden op de perceelsgrens aangeboden. Indien er geen voorziening is voor hemelwater, worden beide stromen alsnog op het gemengde stelsel aangesloten. Wanneer er op een later moment wel een voorziening wordt aangelegd, kan eenvoudig de hemelwateraansluiting worden omgezet. Bij nieuwbouw overweegt de gemeente het gebruik van bouwmaterialen te gaan stimuleren die geen nadelige invloed hebben op de waterkwaliteit. Hierbij valt te denken aan goten, regenwaterafvoeren en dakbedekking die niet uitlogen. In de komende planperiode zal binnen de gemeente bestudeerd worden of op basis van de Wet milieubeheer regels met betrekking tot het gebruik van bouwmaterialen bij verordening vastgelegd zullen worden (eventueel op basis van het nationaal pakket Duurzaam Bouwen). Bestaande bouw Bij de aanleg van riolering bij bestaande bouw zullen gemengde stelsels, daar waar mogelijk, zoveel mogelijk worden omgebouwd naar (verbeterd) gescheiden stelsels. Ombouw zal altijd plaatsvinden in overleg met waterkwaliteitsbeheerder. 5.3.2

Beheer rioleringsgegevens bij aanleg

De revisiegegevens van nieuw aangelegde riolering zullen uiterlijk vier weken na de oplevering van een nieuwbouwproject worden verwerkt. Bij uitbreidingen zal op basis van klachten controle op foutieve aansluitingen plaatsvinden.

5.4 5.4.1

Beheer van bestaande voorzieningen Onderzoek

Onderzoek is nodig om goed inzicht te kunnen houden in het functioneren van het rioolstelsel en tijdig en adequaat te kunnen reageren. Voor de meeste onderzoeksinspanningen kan volstaan worden met een voortzetting van de huidige strategie. In de onderstaande tabel zijn de onderzoeksinspanningen weergegeven die voortgezet worden.


37\60


Tabel 5.3 Onderzoeksinspanningen die voortgezet worden in de planperiode

Voort te zetten activiteit

Uitvoering

Actualiseren beheerssystemen

Jaarlijks

Gedetailleerde camera-inspectie (hele stelsel gemengde riolering en d.w.a.)

10 % per jaar

Gedetailleerde camera-inspectie (hele stelsel r.w.a.)

10 % per jaar

Inspectie van gemalen

Jaarlijks

Waterpassen drempels overstorten

Bij aanpassingen stelsels of bijzonderheden

Waterpassen maaiveldhoogtes, putdeksels en b.o.b.’s

Bij aanpassingen stelsels of bijzonderheden

Opstellen actieplannen (inspectieplan, onderhoudsplan en renovatieplan)

Jaarlijks

Verwerken revisiegegevens van riolering

Bij nieuwbouw en vervanging

Controle van vergunningen en verordeningen

Jaarlijks

Oplossen ‘water-op-straat’problemen en wateroverlast (WB 21)

Naar aanleiding van klachten

Actualiseren basisrioleringsplannen (BRP)

Tienjaarlijks

Herberekening verhard oppervlak

Bij actualiseren BRP

Opstellen afkoppelplannen

Projectmatig

Opstellen nieuw gemeentelijk rioleringsplan (GRP)

Vijfjaarlijks

Actualiseren kostendekkingsplan

Jaarlijks

Onderzoek naar mogelijkheden afkoppelen verhard oppervlak

Projectmatig

Naast de onderzoeksinspanningen die voortgezet worden, zijn op een aantal onderdelen aanvullende onderzoeken gewenst. Deze inspanningen zijn weergegeven in tabel 5.4.

Tabel 5.4 Onderzoeksinspanningen die in gang gezet worden in de planperiode

Activiteit

Uitvoering

Monitoren van overstorten

Continu

Onderzoek grondwatersituatie/vaststellen grondwaterbeleid

2010 - 2012

Monitoren grondwatersituatie

Projectmatig

Onderzoek verordeningsbevoegdheden gemeentelijke watertaken

2010 - 2012

Actualiseren beheersystemen op basis van WION

Continu

Monitoren van overstorten Er zullen overstortmeters geplaatst worden in de gevallen waar dat in de vergunning is aangegeven. Vervolgens zal monitoring plaatsvinden. Hierbij zal samenwerking met het waterschap worden gezocht.

38\60



Onderzoek en monitoring grondwatersituatie Zoals ook in het waterplan is gesteld dient er een goed en doelmatig beleid te komen dat aansluit op de zorgplicht voor grondwater. Hiervoor zal in de looptijd van het GRP een onderzoekstraject worden doorlopen. Het onderzoekstraject omvat de volgende stappen (zie bijlage 3): •

In beeld brengen van eventuele grondwaterproblemen

• •

Vaststellen oorzaken Vaststellen verantwoordelijkheden gemeente

•

Opstellen gemeentelijk beleid (als dat nodig is)

•

Uitwerken maatregelen

Om voor de hele gemeente een goed beeld te krijgen van de plaatsen of en waar grondwateroverlast wordt ervaren, zal het klachtensysteem geraadpleegd worden en/of zal er een waterloket opgezet worden. Momenteel heeft de burger nog het gevoel dat met klachten weinig concreets wordt gedaan. De klacht wordt nu nog behandeld door de instantie waar de klacht binnenkomt. Op het moment dat bekend is of er grondwateroverlast voorkomt, zullen de grondwaterstanden in de betreffende gebieden nader onderzocht worden. Deze gegevens zullen gekoppeld worden met de oppervlaktewaterstanden in de omgeving, de maaiveldhoogtes en de eigenschappen van de grond. Uit berekeningen samen met het onderzoek moet dan vervolgens blijken wat de oorzaken zijn van de ervaren grondwateroverlast en hoe het probleem beïnvloed wordt door andere factoren. Zodra er een goed beeld ontstaan is van de grondwatersituatie in de gemeente en de problemen daarbij, zal in overleg met de waterschappen en de provincie vastgesteld worden welke problemen onder de zorgplicht vallen van de gemeente en welke de verantwoordelijkheid zijn van derden. Bij dat laatste valt te denken aan problemen die voortkomen uit het beheer van de waterstanden in het gebied. Op het moment dat vastgesteld is welke verantwoordelijkheden de gemeente heeft, zal de gemeente eigen beleid vaststellen met betrekking tot de zorgplicht. Op basis van het vastgestelde beleid zullen vervolgens eisen opgesteld worden voor nieuwbouw en zullen maatregelen uitgewerkt worden om overlast te voorkomen. Bij het gehele proces zal zeker de samenwerking met het waterschap worden gezocht. Verordeningsbevoegdheden op basis van gemeentelijke watertaken Op basis van de wijzigingen in de Wet milieubeheer hebben gemeentes nu de mogelijkheid om bij verordening regels te stellen aan infiltratie of lozing van hemelwater en grondwater. Daarbij kan vastgesteld worden welke materialen bij nieuwbouw van woningen of panden gebruikt mogen worden. Ook kunnen er regels gesteld worden aan de gescheiden aanlevering van afvalwater, hemelwater en grondwater vanaf percelen.


39\60


In de komende planperiode zal de gemeente onderzoeken welke mogelijkheden van de nieuwe wetgeving benut kunnen worden en op welke schaal dit nodig zal zijn. Actualiseren beheersystemen op basis van WION In het kader van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten zal meer en gedetailleerdere informatie van de riolering (voornamelijk persleidingen en drukriolering) beheerd en beschikbaar gesteld moeten worden. Om deze reden zullen naast de gebruikelijke inspanningen die jaarlijks gedaan worden ook de persleidingen, die momenteel wel analoog beschikbaar zijn, digitaal in het rioolbeheersysteem worden ingevoerd. Zo wordt in samenwerking met het Kadaster en het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (Klic) ervoor gezorgd dat het aantal incidenten met kabels en leidingen minimaal blijft. 5.4.2

Objectgerichte maatregelen

Objectgerichte maatregelen zijn gericht op het in stand houden of verbeteren van de toestand (de kwaliteit) van de rioleringsobjecten. Objectgerichte maatregelen zijn zowel vervangingen van verouderde of verslechterde objecten als onderhoudsmaatregelen. Onderhoud In de afgelopen jaren is het onderhoud aan vrijvervalriolering, persleidingen, gemalen en drukriolering uitgevoerd conform de strategie van het GRP 2005 - 2009. De inspectieresultaten van de tot nu toe gehouden camera-inspecties geven op dit moment geen aanleiding tot het intensiveren van de huidige onderhoudsstrategie van de vrijvervalriolen. De huidige problemen die zijn ontstaan bij de instroming van regenwater in de kolken geeft aanleiding tot het verhogen van het reinigen van de kolken naar twee keer per jaar.

40\60



In tabel 5.5 is een overzicht gegeven van de onderhoudsstaken en de frequentie.

Tabel 5.5 Frequentie onderhoudstaken Onderhoudstaak

Uitvoering

Reiniging gecombineerd met camera-inspectie alle stedelijk afvalwaterriolen

10 % per jaar

Reiniging gecombineerd met camera-inspectie alle regenwaterriolen

10 % per jaar

Reiniging gecombineerd met camera-inspectie alle IT-riolen

10 % per jaar

Reiniging overig (buiten de reiniging gecombineerd met inspectie om)

10 % per jaar

Kolken zuigen

2 x / jr

Reiniging pompputten en pompinstallaties

1 x / jr

Inspectie pompputten en pompinstallaties

1 x / jr

Onderhoud, reparatie persleidingen/drukriolering

Ad hoc

Vervanging en renovatie van vrijvervalriolen De gemengde inzameling van huishoudelijk afvalwater en overtollig hemelwater zal op lange termijn geleidelijk plaatsmaken voor gescheiden inzameling van stedelijk afvalwater en regenwater. Hiertoe zullen bij rioolvervangingen de bestaande gemengde stelsels, waar mogelijk, worden vervangen door gescheiden systemen en zal zoveel mogelijk verhard oppervlak afgekoppeld worden. Om deze manier worden risico’s op wateroverlast door extreme neerslag zoveel mogelijk verkleind, wordt de vuiluitworp uit de gemengde stelsels verkleind en worden de rwzi’s in Coevorden, Sleen en Schoonoord efficiënter benut. Uit de camera-inspecties die de afgelopen tijd in de gemeente zijn uitgevoerd, is een aantal locaties naar voren gekomen waar herstelmaatregelen nodig zijn. Een deel van deze maatregelen zijn inmiddels genomen in combinatie met maatregelen in het kader van de basisinspanning. In de rioleringsbeheerplannen zal nader uitgewerkt worden welke overige maatregelen de komende jaren precies nodig zijn en wat de urgentie is. Daarbij zullen maatregelen zoveel mogelijk gecombineerd worden met andere beheer- en onderhoudsactiviteiten in de gemeente. De vervangingsplanning van vrijvervalriolen op korte termijn zal nader uitgewerkt worden in de rioleringsbeheerplannen. Het vervangen van riolering wordt op operationeel niveau zo veel mogelijk gecombineerd met wegwerkzaamheden en herinrichtingsprojecten. Ook wordt bij vervanging het functioneren van het hele rioolstelsel tegen het licht gehouden. Daarbij zal zo mogelijk optimalisatie en verbetering uitgevoerd worden op basis van de basisrioleringsplannen.


41\60


Groot onderhoud en vervanging gemalen en drukriolering Op basis van de inspectie- en de onderhoudswerkzaamheden die eenmaal per jaar uitgevoerd worden, worden werkzaamheden voor groot onderhoud en/of vervanging van de gemalen en drukriolering in de gemeente ingepland. De onderhoudsstaat van de gemalen en de drukriolering worden daarmee op het gewenste niveau gehouden. Objectgerichte maatregelen grondwatersystemen In de gemeente Coevorden zijn op een aantal plaatsen grondwatersystemen aanwezig in de vorm van (cunet)drainage. Op dit moment vindt er nog geen structureel onderhoud van deze systemen plaats. Bij het nader uitwerken van het beleid op het vlak van de grondwaterzorgplicht zal nader uitgewerkt worden welke onderhoudsstrategie voor deze systemen gewenst is. 5.4.3

Systeemgerichte maatregelen

Systeemgerichte maatregelen zijn gericht op het in stand houden of verbeteren van het functioneren van het rioolstelsel. Hydraulische maatregelen zijn daarbij gericht op de afstroming naar en in het rioolstelsel. Milieutechnische maatregelen zijn gericht op de berging van het stelsel, zodat niet te vaak of te veel afvalwater overstort op het oppervlaktewater. Hydraulische maatregelen Door verandering van het klimaat zullen regenbuien naar verwachting nog heviger worden, waardoor de kans op overlast of ‘water-op-straat’ bij extreme buien nog zal toenemen. In de praktijk ontstaat er op sommige plaatsen al overlast bij extreme neerslag. De rioolstelsels worden bij het opstellen van een nieuw basisrioleringsplan getoetst met ontwerpbui 7 of 8 uit de Leidraad Riolering. Daarnaast zal met behulp van zwaardere ontwerpbuien in kaart worden gebracht waar zich locaties bevinden die kwetsbaar zijn voor wateroverlast. Uit de berekeningen kan herleid worden waar het afkoppelen van extra verhard oppervlak of het vergroten van leidingen zinvol is. Door in een vroegtijdig stadium rekening te houden met zwaardere buien, kunnen eventuele maatregelen ook zoveel mogelijk worden gecombineerd met rioolvervangingen of herinrichtingen. Milieutechnische maatregelen In gemeente Coevorden worden in ’t Haantje op korte termijn de laatste maatregelen uitgevoerd in het kader de basisinspanning. Ook worden de maatregelen uit de optimalisaties uitgevoerd.

42\60



6 Middelen en maatregelen In dit hoofdstuk is aangegeven welke personele en financiële middelen er nodig zijn en welke maatregelen uitgevoerd moeten worden om volgens de in hoofdstuk 5 weergegeven strategie de doelen te kunnen realiseren.

6.1

Personele middelen

Takenpakketten Alle voor het rioleringsbeheer benodigde activiteiten zijn te vertalen naar takenpakketten die door personen moeten worden ingevuld. Daarbij zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: 1. Planvorming 2. Onderzoek 3. Onderhoud 4. Maatregelen 5. Facilitair Ad 1. De taken die onder planvorming vallen zijn onder andere: • Het opstellen van het GRP •

In- en externe afstemming

•

Het opstellen van jaarprogramma’s

Ad 2. De onderzoekstaken zijn onder andere: •

Opstellen van inspectie- en controleplannen, het uitvoeren van inspectie- en controlewerkzaamheden en het beoordelen van rioolinspecties

•

Uitvoeren van berekeningen op het gebied van het hydraulisch functioneren en de vuiluitworp

•

van de riolering (BRP / OAS) Inventariseren van klachten

•

Uitvoeren van metingen aan het rioolstelsel (bijvoorbeeld inmeten van rioolputten of

•

overstortdrempels) Monitoring overstorten

Ad 3. De onderhoudstaken zijn onder andere: • Opstellen uitvoeringsplannen en opstellen werkinstructies (bestek) •

Uitbesteden en/of uitvoeren onderhoudswerkzaamheden

•

Financiële afwikkeling en administratie


43\60


Ad 4. De belangrijkste taken op het gebied van maatregelen, zijn: •

Ontwerpen van voorzieningen

• •

Uitwerken details voorzieningen (en opstellen bestek) Aanvragen van vergunningen

•

Afstemming werkzaamheden met derden en communicatie met bewoners/middenstanders

• •

Uitvoeren werkzaamheden Houden van toezicht

•

Financiële afwikkeling en administratie

Ad 5. Facilitaire taken zijn onder andere: •

Verwerken revisiegegevens

• •

Verlenen van vergunning aan burgers en derden Klachtenanalyse en -verwerking

•

Verzorgen van voorlichting

Benodigde fte’s (fulltimerequivalent) Op basis van module D2000 van de leidraad kan geconcludeerd worden dat de gemeente Coevorden (circa 36.000 inwoners) voor de onderdelen planvorming, onderzoek en facilitair ongeveer 306 werkdagen/jaar nodig heeft als de gemeente geen werkzaamheden uitbesteedt. Ervan uitgaande dat 1 fte per jaar ongeveer 175 werkdagen per jaar aan rioleringstaken kan besteden, zijn er in de gemeente Coevorden 1,8 fte’s nodig voor het uitvoeren van de onderdelen planvorming, onderzoek en facilitair. Met behulp van dezelfde leidraad is een schatting gemaakt van het aantal fte’s dat nodig zal zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan de riolering in de gemeente. De schatting is gemaakt aan de hand van de lengte van de diverse soorten riolen en gemalen. Het onderhoud van kolken is niet meegenomen omdat dit onderdeel uitmaakt van het wegonderhoud in de gemeente. Uitgaande van de in paragraaf 4.1.3 en 4.2.3 omschreven voorzieningen in de gemeente, zal de gemeente in totaal 4,6 fte’s nodig hebben voor onderhoud van de riolering. Ook bij deze schatting is nog geen rekening gehouden met het uitbesteden van werkzaamheden. Het aantal berekende fte’s dat nodig zal zijn voor het uitvoeren van maatregelen is bepaald aan de hand van de investeringsbedragen die de gemeente tijdens de planperiode opgenomen heeft voor het uitvoeren van maatregelen. Het betreft hier onder andere maatregelen op het gebied van vervanging, afkoppelen van verhard oppervlak en aanleg van grondwatervoorzieningen. Op basis van het gemiddelde te verwachten investeringsniveau kan geconcludeerd worden dat de gemeente, zonder uitbesteding, ongeveer 6,5 fte’s nodig zal hebben (op basis van 12 % voorbereiding en toezicht).

44\60



Voor alle kerntaken zal de gemeente, als er geen werkzaamheden uitbesteed worden, naar schatting 12,9 fte’s nodig hebben. Op dit moment wordt door de gemeente echter een groot deel van de werkzaamheden uitbesteed. Het gaat daarbij met name om de volgende taken: • Reiniging en inspectie van riolen •

Inspectie en onderhoud van rioolgemalen

• •

Uitvoeren hydraulische berekeningen en emissieberekeningen Actualiseren gemeentelijk rioleringsplan

De volgende werkzaamheden worden over het algemeen wel in eigen huis uitgevoerd: • (Besteks)voorbereiding uitvoering grootschalige (milieu)maatregelen •

(Besteks)voorbereiding rioolrenovatie en -vervanging

Uitbesteden van werkzaamheden en regietaken In de komende planperiode zal de gemeente keuzes moeten maken met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden of het aanpassen van het beschikbare fte’s. Als de gemeente kiest voor het uitbesteden van taken, is het van belang dat er voldoende fte’s beschikbaar blijven om alle regietaken en voorbereidingstaken te kunnen vervullen vanuit de gemeente. Op dit moment zijn er binnen de gemeente ongeveer 6,0 fte’s voor deze taken beschikbaar, maar onduidelijk is nog hoeveel fte’s er precies nodig zullen zijn voor extra taken die voortvloeien uit de gemeentelijke watertaken en de onderzoeken en maatregelen uit het waterplan. Om bovengenoemde redenen zal de gemeente in de komende planperiode tijdens het jaarlijkse begrotingsproces een inschatting maken van de werkzaamheden die intern uitgevoerd kunnen worden en de werkzaamheden die uitbesteed moeten worden. Daarbij zal beschikbare eigen expertise, maar ook kosteneffectiviteit een belangrijk aandachtspunt zijn. Om jaarlijks een goede inschatting te kunnen maken, zal met behulp van urenregistratie en/of evaluatie bijgehouden worden welke taken in omvang toenemen en welke taken doelmatiger uitgevoerd kunnen worden door uitbesteding. Op deze manier kan in het oog gehouden worden of de gemeente voldoende fte’s binnen de organisatie heeft om regie- en voorbereidingstaken uit te voeren. Met behulp van de evaluatie van de kerntaken is de gemeente in staat om jaarlijks te anticiperen op veranderende kosten en formatie. Ook kan daarmee jaarlijks het kostendekkingsplan van het GRP worden bijgesteld.

6.2 6.2.1

Financiële middelen en maatregelen Uitgangspunten

Vooruitlopend op de overgang naar een nieuw systeem van rioolheffing heeft de gemeente ervoor gekozen om de kostendekking voor stedelijk afvalwater gescheiden in beeld te brengen van de kostendekking van regen- en grondwater. Hiermee is de gemeente goed voorbereid op de mogelijkheid dat er per 1 januari 2010 een gescheiden tariefsysteem ingevoerd gaat worden.


45\60


In deze paragraaf worden de uitgangspunten van de kostendekkingsberekeningen beschreven. Allereerst wordt een beschrijving gegeven van de berekeningsmethode. Daaropvolgend wordt ingegaan op de algemene uitgangspunten van de berekeningen. Berekeningsmethode In de kostendekkingsberekeningen wordt onderscheid gemaakt tussen exploitatielasten en investeringen. Investeringen zijn uitgaven die als kapitaallasten over een aantal jaren verdeeld worden. Deze kapitaallasten worden berekend uit afschrijving en rente. Hierbij wordt een lineaire afschrijving gehanteerd. De afschrijvingsperiode varieert per type investering. De kapitaallasten vormen samen met de exploitatielasten de totale kosten. Tegenover de kosten staan de opbrengsten. Deze bestaan bij de gemeente Coevorden voornamelijk uit rioolheffing (rioolbelasting). Als de opbrengsten groter zijn dan de kosten ontstaat er een positief saldo dat gestort wordt in een reserve. Hiermee kunnen fluctuaties in de jaarlijkse kosten worden opgevangen, zodat de rioolheffing een gelijkmatig verloop kan krijgen. Algemeen De berekening is gemaakt voor een periode van 60 jaar (tot en met 2067). Alle genoemde kosten zijn inclusief: • Directiekosten • Kosten onvoorzien •

Algemene kosten, uitvoeringskosten, winst en risico

Alle genoemde kosten zijn exclusief: •

BTW

Voorzover niet expliciet aangegeven, zijn de kosten gebaseerd op het prijspeil van 1 januari 2008. Voor rente over de kapitaallasten en de rente over de reserve is beide 4,5 % aangehouden. In de berekeningen is nog geen rekening gehouden met inflatie. De gemeente zal jaarlijks de tarieven bijstellen met een inflatiecorrectie.

46\60



6.2.2

Afschrijvingsperioden en technische levensduren

De onderstaande afschrijvingsperioden en technische levensduren zijn gehanteerd.

Tabel 6.1 Afschrijvingsperioden en technische levensduren van de onderdelen van de riolering Investering

Afschrijvingsperiode

Technische Levensduur

Vrijvervalriolering (putten en buizen)

60 jr.

60 tot 80 jr.

Putten rioolgemalen

60 jr.

60 jr.

Pompinstallaties rioolgemalen

15 jr.

15 jr.

Gemalen drukriolering

15 jr.

20 jr.

Persleidingen

60 jr.

60 jr.

Telemetrie (en overstortmeters)

5 jr.

15 jr.

Figuur 6.1 Door toepassing van bijvoorbeeld gresbuizen, verlengt gemeene Coevorden de techinische levensduur van haar vuilwaterriolen


47\60


6.2.3

Investeringen

Vervanging vrijvervalriolen en persleidingen In de kostendekkingsberekening zijn investeringen opgenomen voor het vervangen van riolen op lange termijn. Het gaat daarbij om de vervanging van vrijvervalriolen en persleidingen. De investeringen zijn verdeeld over de jaren 2009 tot 2067. De vervangingsinvesteringen voor de vrijvervalriolen zijn bepaald op basis van de uitgevoerde rioolinspecties die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd in de gemeente. Met de gegevens is een zogenaamde strategische planning gemaakt waarbij op basis van de aanlegjaren en de huidige staat van de riolen onderzocht is wanneer de riolen aan vervanging toe zijn. De investeringen voor de putten van rioolgemalen zijn hierin meegenomen. De vervangingsinvesteringen van de persleidingen zijn bepaald op basis van de jaren van aanleg en de gemiddelde technische levensduren. In tabel 6.2 zijn de berekende vervangingsinvesteringen voor de vrijvervalriolen voor stedelijk afvalwater en regenwater tot en met 2016 weergegeven. Voor de persleidingen is in de berekening voor stedelijk afvalwater een totaalbedrag opgenomen van EUR 20.400.000,00. Dit bedrag is verspreid over de periode 2030 tot en met 2059, waarbij jaarlijks EUR 680.000,00 gereserveerd is.

Tabel 6.2 Vervangingsinvesteringen van de bestaande vrijvervalriolen (afval- en regenwater) Jaar

Kosten vervanging Kosten vervanging afvalwaterriolen (vrijverval) [EUR] regenwaterriolen (vrijverval) [EUR]

2009

-

-

2010

2.815.000,00

40.000,00

2011

2.887.000,00

52.000,00

2012

2.218.000,00

284.000,00

2013

3.051.000,00

120.000,00

2014

1.865.000,00

38.000,00

2015

2.358.000,00

15.000,00

2016

1.067.000,00

6.000,00

Pompinstallaties Voor de vervanging van de pompinstallaties van de gemalen en de pompen in het buitengebied, is vanaf 2010 een jaarlijks bedrag van EUR 420.000,00 gereserveerd in de berekening voor het stedelijk afvalwater.

48\60



IBA’s buitengebied De werkzaamheden voor de IBA’s in het buitengebied staan gepland voor 2010 en 2011. Per jaar is EUR 120.000,00 in de afvalwaterberekening gereserveerd voor de uitvoering (in totaal EUR 240.000,00). Rioolvervanging, aanleg regenwaterriolering en afkoppelen verhard oppervlak Op een aantal locaties in de gemeente zijn rioolvervangingen gepland. Deze vervangingen zullen gecombineerd worden met de aanleg van regenwaterriolen en het afkoppelen van verhard oppervlak. De investeringen voor deze projecten zijn om deze reden verdeeld over de verschillende berekeningen. Daarnaast zijn er twee locaties waar alleen geïnvesteerd wordt in regenwaterriolen en het afkoppelen van verhard oppervlak. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de investeringen verdeeld zijn over de twee berekeningen.

Tabel 6.3 Rioolvervanging en aanleg regenwaterriolen Maatregel

Investering stedelijk afvalwater

Investering regenwater

Jaar van uitvoering

Riool Heutzsingel/Biezenbrug

750.000,00

750.000,00

2013

Riolering Busstation/centrumplan

260.000,00

260.000,00

2012

Riolering Parallelweg/Holwert

140.000,00

140.000,00

2011

Rioleringswerken Geb. Ballast

130.000,00

130.000,00

2010

Riolering Brugstraat

125.000,00

125.000,00

2010

Riolering Oude Dalerveenstraat

215.000,00

215.000,00

2011

IT-riolering Oranjewijk

-

1.000.000,00

2010

Afkoppelen V.O. 't Haantje

-

1.000.000,00

2009

Verder zijn er investeringsbedragen opgenomen voor het ‘afkoppelen bij combinatiekansen’. In het algemeen gaat het daarbij om het afkoppelen van verhard oppervlak op plaatsen waar bijvoorbeeld herinrichting of rioolvervanging plaatsvindt. In tabel 6.4 is weergegeven welke investeringen tot en met 2015 opgenomen zijn voor het afkoppelen van bovengenoemd verhard oppervlak.


49\60


Tabel 6.4 Investeringen verhard oppervlak Jaar

Afkoppelen bij combinatiekansen [EUR]

2009

-

2010

-

2011

200.000,00

2012

200.000,00

2013

200.000,00

2014

200.000,00

2015

-

Grondwater Op dit moment is nog onduidelijk welke investeringen er gedaan zullen moeten worden op het gebied van grondwater. Toch zijn er in de kostendekking van het regen- en grondwater bedragen opgenomen om eventuele maatregelen te kunnen financieren. In onderstaande tabel is weergegeven welke bedragen in de berekening zijn meegenomen.

Tabel 6.5 Investeringen op het gebied van grondwater Jaar

Aanleggen en beheer grondwatersystemen [EUR

2009

-

2010

-

2011

-

2012

100.000,00

2013

100.000,00

2014

100.000,00

2015

50.000,00

Ook in de jaren na 2015 is een jaarlijks bedrag van EUR 50.000,00 gereserveerd. Totale investeringen In figuur 6.2 is in grafiekvorm weergegeven hoe het totale niveau van de investeringen voor het stedelijk afvalwater verloopt in de jaren van 2009 tot en met 2067. In figuur 6.3 zijn de totale investeringen weergegeven voor het regen- en het grondwater.

50\60



Verloop totale investeringen stedelijk afvalwater (excl. inflatie) 12000

10000

Bedrag (kEUR)

8000

6000

4000

2000

0 2009

2014

2019

2024

2029

2034

2039

2044

2049

2054

2059

2064

Jaar

Figuur 6.2 Verloop totale investeringen stedelijk afvalwater van 2009 tot en met 2067


51\60


Verloop totale investeringen regen- en grondwater (excl. inflatie) 7000

6000

Bedrag (kEUR)

5000

4000

3000

2000

1000

0 2009

2014

2019

2024

2029

2034

2039

2044

2049

2054

2059

Jaar

Figuur 6.3 Verloop totale investeringen regen- en grondwater van 2009 tot en met 2067

6.2.4

Kosten

De kosten die gepaard gaan met de totale rioleringszorg werden tot op heden in een en hetzelfde tarief meegenomen. Om deze reden werden de kosten over het algemeen niet gedifferentieerd naar stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater. Om deze reden zijn de kosten nu nog naar rato verdeeld over de berekeningen. De verdeling is gemaakt op basis van de totale lengtes en diameters van de riolen die in de gemeente aanwezig zijn voor afvalwater en regenwater. In de toekomst zal de gemeente de kosten gescheiden begroten en bij gaan houden. Kapitaallasten Bij de kapitaallasten is onderscheid te maken tussen kapitaallasten voortvloeiend uit de hiervoor beschreven toekomstige investeringen en kapitaallasten als gevolg van investeringen uit het verleden. De kapitaallasten zijn afhankelijk van de lineaire afschrijving, het rentepercentage en de afschrijvingsperiode. In tabel 6.6 is de verdeling van de kapitaallasten uit het verleden weergegeven. De hoogte van de kapitaallasten zijn gebaseerd op berekeningen van de gemeente.

52\60


2064


Tabel 6.6 Kapitaallasten uit het verleden naar rato toegerekend aan afvalwater en regen-/grondwater Jaar

Kapitaallasten afvalwater[EUR]

2009

749.950,00

Kapitaallasten regen-/grondwater [EUR] 482.349,00

2010

719.026,00

462.459,00

2011

714.326,00

459.436,00

2012

709.626,00

456.413,00

2013

692.951,00

445.688,00

2014

688.251,00

442.665,00

2015

674.577,00

433.871,00

2016

665.845,00

428.255,00

Exploitatiekosten Voor de jaarlijkse exploitatielasten is eveneens uitgegaan van de begroting voor 2009. De verdeling over afvalwater en regen-/grondwater is weergegeven in tabel 6.7. In de jaren na 2012 is uitgegaan van een gelijkblijvend niveau.

Tabel 6.7 Exploitatiekosten naar rato toegerekend aan afvalwater en regen-/grondwater Jaar

Exploitatiekosten afvalwater[EUR]

Exploitatiekosten regen-/grondwater [EUR] 453.657,00

2009

705.342,00

2010

698.039,00

448.960,00

2011

694.996,00

447.003,00

2012

685.867,00

441.132,00

2013

685.867,00

441.132,00

2014

685.867,00

441.132,00

2015

685.867,00

441.132,00

2016

685.867,00

441.132,00


53\60


Extra onderzoeksinspanningen en exploitatielasten Voor de komende planperiode is er rekening mee gehouden dat de jaarlijkse exploitatielasten zullen stijgen als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en wetswijzigingen. Bovenop de begrote exploitatielasten zijn de volgende bedragen opgenomen:

Tabel 6.8 Extra exploitatiekosten Onderdeel

Extra exploitatielasten WION

Kosten afvalwater in of per jaar [EUR]

Kosten regen-/ grondwater in of per jaar [EUR]

Uitvoering

20.000,00

-

2008

10.000,00

-

Vanaf 2009

Extra exploitatielasten grondwatersystemen

-

30.000,00

Vanaf 2010

Opstellen afkoppelkansenkaarten

-

25.000,00

2011 en 2012

-

25.000,00

2012

-

5.000,00

Vanaf 2013

Afkoppelbeheer

In kaart brengen grondwaterproblematiek

Subsidieregeling stimulering afkoppelen

6.2.5

-

50.000,00

2010 – 2013

-

10.000,00

Vanaf 2014

-

20.000,00

Vanaf 2010

Baten

De baten die over het algemeen aan de orde komen voor de kostendekking zowel op korte als op de lange termijn zijn: • Rioolheffing •

Subsidies

•

Verfijningsuitkering

De totale opbrengsten uit de rioolheffing in 2008 bedroegen EUR 2.319.547,00. Gemiddeld per aansluiting betekende dit een heffing van EUR 156,81. Voor 2009 is de totale opbrengst geraamd op EUR 2.569.934,00. Gemiddeld per aansluiting betekent dit een bedrag van EUR 173,74 (stijging 10,7 %) Ook de opbrengsten uit de rioolheffing in 2009 zijn naar rato verdeeld over het afvalwater en het regen-/grondwaterdeel. Vanaf 2010 is berekend met hoeveel de afzonderlijke heffingen moeten stijgen of dalen.

54\60



In de berekeningen is geen rekening gehouden met opbrengsten uit subsidies. Wel zijn bedragen uit de verfijningsuitkering in de afvalwaterberekening meegenomen. Deze bedragen zijn als volgt:

Tabel 6.9 Verfijningsuitkering toegerekend aan afvalwater Jaar

6.3

Verfijningsuitkering [EUR]

2009

227.000,00

2010

138.000,00

2011

59.000,00

2012

30.000,00

2013

-

2014

-

2015

-

2016

-

Verloop rioolheffing

Op basis van de voorgaande uitgangspunten en gegevens zijn twee kostendekkingsberekeningen uitgevoerd voor de komende 60 jaar. De berekende hoogtes van de voorgestelde gemiddelde heffingen tot met 2016 zijn weergegeven in tabel 6.10.

Tabel 6.10 Voorgestelde rioolheffingen Jaar

Voorgestelde gemiddelde heffing afvalwater [EUR]

Stijging afvalwater aan eind van jaar [%]

Voorgestelde gemiddelde heffing regen-/ grondwater [EUR]

Stijging regen-/ grondwater [%]

Gemiddelde heffing totaal [EUR]

2009

105,63

3,0

68,11

2,0

173,74

2010

108,80

3,0

69,47

2,0

178,27

2011

112,06

4,0

70,86

1,0

182,92

2012

116,55

7,0

71,57

1,0

188,12

2013

124,70

7,0

72,29

1,0

196,99

2014

133,43

7,0

73,01

1,0

206,44

2015

142,77

7,0

73,74

1,0

216,51

2016

152,77

7,0

74,48

1,0

227,24

In grafiek 6.4 is een overzicht gegeven van het verloop van de totale gemiddelde rioolheffing over de hele periode van 60 jaar.


55\60


Gemiddelde rioolheffing totaal (excl. inflatie) 700.00

Stijging rioolheffing Inflatielijn

600.00

Hoogte heffing (EUR)

500.00

400.00

300.00

200.00

100.00

0.00 2009

2014

2019

2024

2029

2034

2039

2044

2049

2054

2059

Jaar

Figuur 6.4 Verloop totale gemiddelde rioolheffing over 60 jaar

6.4

Verloop saldo voorziening

In grafiek 6.5 is het verloop van de voorziening over de gehele periode van 60 jaar weergegeven. Als uitgangspunt is ervoor gekozen om het niveau van de voorziening globaal binnen de bandbreedte tussen EUR 0,00 en circa EUR 2.000.000,00 te houden.

56\60


2064


Saldo reserve (excl. inflatie) 3000

2500

Bedrag (kEUR)

2000

1500

1000

500

0 2009

2014

2019

2024

2029

2034

2039

2044

2049

2054

2059

2064

Jaar

Figuur 6.5 Verloop saldo reserve over 60 jaar


57\60


58\60



7 Besluit Het gemeentelijke rioleringsplan Coevorden 2010–2014 is op 13 oktober 2009 vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Coevorden.


59\60


60\60


Bijlage

1

Gewenst kwaliteitsniveau voor de toestand van de riolering en voorwaarden voor effectieve invulling van de rioleringszorg

Bijlage 1 Gewenst kwaliteitsniveau voor de toestand van de riolering en voorwaarden voor effectieve invulling van de rioleringszorg

Doelen

Functionele eisen

Maatstaven

Meetmethoden

1.

1a. Alle percelen binnen de gemeentegrenzen waar stedelijk afvalwater

Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij

Registratie van percelen die nog niet zijn aangesloten op de riolering

individuele behandeling doelmatiger is.

en geen eigen zuivering hebben

1b. Afvalwater dient uit de juiste samenstelling te bestaan

Geen overtredingen van de Wet Milieubeheer (lozingsvoorwaarden)

Controle, handhaving en registratie

2a. De afvoercapaciteit dient voldoende te zijn, om bij droog weer het aanbod

Optimaal stelselontwerp conform de Leidraad Riolering deel B,

Hydraulische ontwerpberekening

Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater

vrijkomt, moeten op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten, uitgezonderd situaties waar individuele behandeling doelmatiger is

2.

Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater

van stedelijk afvalwater te verwerken 2b. Het stedelijk afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de RWZI te bereiken

ontwerpgrondslagen De ledigingstijd, exclusief de randvoorziening, mag niet langer dan 15

Hydraulische ontwerpberekening

uur bedragen. Inclusief de randvoorziening mag de ledigingstijd niet langer dan 24 uur bedragen

2c. De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om het aanbod

-

Theoretisch geen water-op-straat bij een “standaardbui” die zich 1

-

Hydraulische ontwerpberekeningen

keer per 2 jaar voordoet (bui 7 of 8 volgens de Leidraad Riolering)

-

Waarneming

Wateroverlast mag niet voorkomen

-

Klachtenregistratie

-

Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet voorkomen

-

Inspectie en waarneming

-

Alle inslagpeilen van gemalen moeten onder de binnenonderkant

-

Beoordeling volgens NEN 3398

Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit en waterdichtheid mogen niet

-


voorkomen

-


Geen constatering van overlast door stank

Registratie van meldingen over stank

ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet

-


voorkomen

-


De vuiluitworp dient te voldoen aan de door de waterbeheerder

-


grondwater dient beperkt te zijn

gestelde eisen

-

Meten overstortingen, afhankelijk van de eisen in de Wvo-

De bedrijfszekerheid van de hoofdgemalen dient in voldoende mate

-

Storingen op hoofdgemalen dienen binnen 24 uur verholpen te

-

Registeren werking gemalen d.m.v. telemetriesysteem

zijn of er dienen noodmaatregelen getroffen te worden.

-

Jaarlijkse inspectie van gemalen en overige voorzieningen en

van stedelijk afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bijzondere omstandigheden 2d. De afstroming dient gewaarborgd te zijn en de vervuilingstoestand dient acceptabel te zijn

-

6

van het laagst inkomend riool liggen -

Persleidingen moeten in of zo dicht mogelijk bij ontvangende gemalen lozen

-

Alle inspectieputten in de afvalwaterriolering dienen van een stroomprofiel voorzien te zijn

2e. De objecten dienen in een goede staat te zijn

2f.

De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht dat overlast door stank wordt voorkomen.

2g. Geen onnodige afvoer van vreemd water naar de RWZI

2h. De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater, bodem en

vergunningen 2i.

gewaarborgd te zijn -

Vuilwatergemalen in een gebied met externe overstorten dienen een reservepomp te hebben

-

Gemalen en drukrioleringspompen dienen aangesloten te zijn op het telemetriesysteem

6


verslaglegging daarvan -

NEN-normen


Doelen

Functionele eisen

Maatstaven

Meetmethoden

3.

3a. Alle percelen binnen het gemeentelijke grondgebied waar hemelwater

-

-

Zorgen voor inzameling van regenwater

Als is vastgesteld dat de perceelseigenaar zelf geen

Registratie van de nog niet op de riolering aangesloten percelen

(voor zover niet verzorgd door

vrijkomt en waarvan men zich wil ontdoen, moeten op de gemeentelijke

voorzieningen kan treffen m.b.t. verwerken van hemelwater,

waar men zicht van het hemelwater wil ontdoen en niet direct

particulieren)

riolering zijn aangesloten

dienen deze percelen te zijn aangesloten op een gemeentelijke

mag lozen

voorziening om het regenwater te infiltreren, vast te houden, te bergen of af te voeren

4.

Zorgen voor de verwerking van ingezameld regenwater

3b. De instroming in riolen via kolken moet ongehinderd kunnen plaats vinden

Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn

Waarnemingen en klachten

4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om het aanbod

-

Theoretisch geen water-op-straat bij een “standaardbui” die zich 1

-


keer per 2 jaar voordoet (bui 7 of 8 volgens de Leidraad Riolering)

van regenwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bijzondere omstandigheden 4b. De vuiluitworp door hemelwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt

-

Waarneming

Wateroverlast mag niet voorkomen

-

Klachtenregistratie

Verontreinigingen ten gevolge van uitlogende materialen en

-

Toetsing bouwaanvraag, waarnemingen en klachten

bestrijdingsmiddelen moeten geminimaliseerd worden

-

Toetsing beleid waterkwaliteitsbeheerders

Ingrijpmaatstaven voor stabiliteit en waterdichtheid mogen niet

-


voorkomen

-


In het GRP dient de relatie met de overige gemeentelijke taken

-

Toetsen GRP op genoemde maatstaf

inzichtelijk worden gemaakt

-

Toetsen operationele programma’s op maatstaf

-

te zijn -

7

De vuiluitworp dient te voldoen aan de door de waterbeheerder gestelde eisen

4a. De objecten dienen in een goede staat te zijn

5.

Zorgen dat (voor zover mogelijk) het

Nog geen functionele eisen en maatstaven vastgesteld, zie bijlage 3.

grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert 6.

Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering

6a. Het rioleringsbeheer dient afgestemd te worden met de andere

-

gemeentelijke taken -

Op operationeel niveau dienen jaarprogramma’s uitgewerkt te worden voor infrastructurele werken

6b. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn

6c. De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn bij de gemeente en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen

-

Afstemmen van werkzaamheden met interne en externe partijen

-

Procedure voor afstemming

-

Bereikbaarheid zoveel mogelijk handhaven

-

Waarnemingen en klachten

-

Geen regenwaterlozingen op drukriolering

-

Inspectie

-

Geen lozing van drainagewater op (verbeterd) gemengde

-

Registratie

riolering, d.w.a.-riolering en verbeterd gescheiden riolering

-

Steekproefsgewijze controle van bedrijven

Geen lozing van oppervlaktewater op (verbeterd) gemengde

-

Controle in woonrijpfase bij nieuwbouw

riolering, d.w.a.-riolering en verbeterd gescheiden riolering -

Geen illegale aansluitingen

-

Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden conform de Wet milieubeheer

-

Naleving van vergunningen moet, afhankelijk van de bedrijven, met enige regelmaat worden gecontroleerd

-

Geen overtreding van de lozingsvoorschriften krachtens de Wet milieubeheer

-

Gebruikers van de riolering dienen voorgelicht te worden

-

Alle nieuwe aansluitingen worden gemaakt door of namens de gemeente

7



Doelen

Functionele eisen

Maatstaven

6d. Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de

-

riolering. Alle rioleringsgegevens dienen direct beschikbaar en toegankelijk te zijn

-

Meetmethoden

1x per 10 jaar camera-inspectie van alle vrij-vervalriolen voor

-

Conform onderzoeksprogramma

stedelijk afvalwater

-

Conform genoemde maatstaven

1 x per 10 jaar camera-inspectie van alle vrij-vervalriolen voor

-

Conform Eisen WION

regenwater -

Maximaal 4 weken achterstand in de verwerking van revisiegegevens

-

Registratie van de bedrijfsgegevens van bovengenoemde gemalen

-

Jaarlijkse inspectie van gemalen en pompinstallaties

-

Herberekening van de riolering elke 10 jaar of naar behoefte of noodzaak

6e. Er dient gebruik gemaakt te worden van materialen die de waterkwaliteit

-

niet negatief beïnvloeden. Tevens dient gelet te worden op energieverbruik

6f.

Er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd

Toepassing van materialen in goten, afvoerleidingen en

Rapportage

dakbedekking die niet uitlogen

Herberekening

-

Optimalisering draaiuren pompen

-

Maximaal 5 klachten per jaar over de riolering die binnen 4 dagen

Klachtenregistratie

afgehandeld dienen te zijn. Op klachten over riolering en grondwater dient binnen 1 dag gereageerd te worden -

Er dient een duidelijk aanspreekpunt voor riolering te zijn binnen het gemeentelijke apparaat

6g. De kosten voor het beheer moeten op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau liggen

Aanvaardbare kosten op lange termijn

Jaarlijks actualiseren van kostendekkingsplan


Bijlage

2

Wettelijke kaders

Bijlage 2 Wettelijke kaders

Wet gemeentelijke watertaken Tot op heden was de rioleringszorg vastgelegd in de Wet milieubeheer. Per 1 januari 2008 hebben er echter wetswijzigingen plaatsgevonden die te maken hebben met ‘de verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken’. In de volksmond worden deze wetswijzigingen ook wel de Wet gemeentelijke watertaken genoemd. In dit kader zijn de volgende wetten aangepast: • De Gemeentewet •

De Wet op de waterhuishouding

•

De Wet milieubeheer

Op basis van de gewijzigde Gemeentewet heeft de gemeente nu meer mogelijkheden om de kosten te verhalen die gepaard gaan met de hele gemeentelijke wateropgave. Hieronder valt de zorg voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Naast de bestaande zorgplicht voor stedelijk afvalwater uit de Wet milieubeheer, is in de aangepaste Wet op de waterhuishouding de zorgplicht opgenomen voor hemelwater en grondwater. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater omvat de wettelijke verplichting tot het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater. Het stedelijke afvalwater bevat (in ieder geval) huishoudelijk afvalwater en mogelijk alle andere vormen van afvalwater (bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater). De zorgplicht voor stedelijk afvalwater heeft voor de gemeente geen verstrekkende veranderingen. Ten aanzien van de zorgplicht voor hemelwater dient de gemeente te zorgen voor de doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater dat de perceelseigenaar redelijkerwijs niet zelf kan verwerken. Tot voorkort was er geen wettelijke verplichting om al het hemelwater in te zamelen. In de praktijk nam de gemeente de zorg echter wel al op zich. Doelmatig Voor de rioleringszorg geldt dat de doelen die de gemeente stelt om invulling te geven aan haar zorgplicht doelmatig moet zijn. Een (voorgenomen) handelwijze is doelmatig als de betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel en de kosten daarbij in verhouding staan tot de opbrengsten. Dit wordt onder andere bewerkstelligd door te handelen tegen de laagst mogelijk maatschappelijke kosten.


Redelijkheid Redelijkheid behelst de sociaal aanvaardbare normen, zoals ze door het gewoonterecht of de ongeschreven rechtsregels zijn omschreven. Deze kunnen strijdig zijn met geschreven recht, bijvoorbeeld wanneer het naleven van een overeenkomst zou leiden tot een dermate ongunstig effect voor een der betrokkenen dat het afdwingen van naleving van die overeenkomst in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid.

Als laatste heeft de gemeente de grondwaterzorgplicht. Structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming moeten zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. Dit geldt overigens alleen voor openbaar gemeentelijk gebied. Perceelseigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor eventuele nadelige gevolgen op eigen perceel, voor zover zij daar redelijkerwijs zelf in kunnen voorzien. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied, maar alleen een regierol vervult. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en kan dus niet leiden tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. De aangepaste Wet milieubeheer biedt de gemeente de mogelijkheid om regels te stellen aan de lozing van hemelwater en grondwater. Bij verordening kan nu vastgesteld worden welke materialen bij nieuwbouw van woningen of panden gebruikt mogen worden. Ook kunnen er regels gesteld worden aan de gescheiden aanlevering van afvalwater, hemelwater en grondwater vanaf percelen. Tot slot heeft de gemeente nog tot 1 januari 2010 de mogelijkheid om het huidige rioolrecht te heffen. Na deze datum zal het bestaande rioolrecht verdwijnen en zal een nieuwe belasting voor de zorgplichten geheven moeten worden. Deze nieuwe belasting heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Dat wil zeggen dat er in de relatie met de belastingplichtige geen sprake hoeft te zijn van een rechtstreekse tegenprestatie in de vorm van een verleende dienst of een voorziening waarvan de belastingplichtige gebruik maakt. De gemeente zal voor 2010 haar verordening aan moeten passen aan de nieuwe heffing. Waterwet en Wabo Volgend op de Wet verbrede watertaken wordt er door het ministerie van Verkeer en Waterstaat op dit moment gewerkt aan een nieuwe Waterwet, waarin een aantal bestaande wetten op het gebied van waterbeheer worden samengevoegd (onder andere de Wet gemeentelijke watertaken). Het doel daarbij is stroomlijning en vereenvoudiging van de regelgeving om integraal waterbeheer in Nederland zo goed mogelijk vorm te kunnen geven en wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Ook zal de Waterwet een bijdrage moeten leveren aan de kabinetsdoelstellingen voor vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.


De Waterwet zal de volgende bestaande wetten en regelingen vervangen: •

Wet op de waterhuishouding

• •

Wet op de waterkering Grondwaterwet

•

Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo)

• •

Wet verontreiniging zeewater Wet droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 juli 1904)

•

Wet beheer rijkswaterstaatswerken (het 'natte gedeelte')

• •

Waterstaatswet 1900 Wrakkenwet

•

Saneringsregeling voor waterbodems

Op basis van de van de wet komt er één nieuwe watervergunning waarin zes bestaande vergunningstelsels worden samengevoegd (Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wet verontreiniging zeewater, Wet op de waterhuishouding, Grondwaterwet, Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de keuren van de waterschappen). Daarnaast wordt afstemming met andere vergunningstelsels belangrijk. Een voorbeeld hiervan is de omgevingsvergunning die momenteel in ontwikkeling is voor de beleidsterreinen ‘wonen, ruimte en milieu’. De afstemming moet mogelijk maken dat de gebruiker in de toekomst bij één loket terecht kan voor zijn watervergunning en omgevingsvergunning. Aan de basis van de omgevingsvergunning ligt het Wetsvoorstel algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Onder de omgevingsvergunning vallen alle vergunningen op VROMgebied, maar ook vergunningen op beleidsterreinen zijn opgenomen, zoals vergunningen op het gebied van monumenten, natuurbescherming, flora en fauna en water. De inwerkingtreding van de waterwet wordt medio 2009 verwacht, de inwerkingtreding van de Wabo staat gepland voor 1 januari 2010. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion) Per 1 juli 2008 is de eerste fase van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten van kracht (ook wel de grondroerdersregeling genoemd). De Wetgeving heeft tot doel het aantal incidenten met kabels en leidingen te verminderen. Uitwisseling van informatie tussen kabel- en leidingenbeheerders enerzijds en 'grondroerders' anderzijds wordt daarbij verplicht gesteld. Het proces van informatie-uitwisseling wordt nu gefaciliteerd door het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (Klic), maar deze instelling zal met dit wetsvoorstel worden ondergebracht bij het Kadaster.


De wet zal in drie fasen worden ingevoerd: • Fase 1: belangenregistratie. Tussen 1 juli en 1 oktober 2008 moeten alle netbeheerders hun belang bij het Klic registreren. Grondroerders moeten zich aanmelden bij het Kadaster • •

Fase 2: overgangsfase. Vanaf 1 oktober 2008 zal het Klic worden overgebracht naar het Kadaster. Graafmeldingen zijn dan verplicht voor alle graafwerkzaamheden Fase 3: de elektronische fase. Alle netbeheerders worden aangesloten op het elektronische uitwisselingssysteem Klic-online. Dit systeem zal vermoedelijk in 2009 gereed zijn

Bijlage

3

Stappenplan vaststelling beleid grondwaterzorgplicht gemeente Coevorden

Onderzoek/vaststellen beleid grondwaterzorgplicht

Klachten in klachtensysteem

Onderzoek grondwateroverlast

In beeld brengen problemen

Grondonderzoek

Onderzoek oorzaken grondwateroverlast door

Vaststellen oorzaken en

grondwaterpeilingen

‘Structureel/Incidenteel’

Vaststellen welke grondwaterproblemen onder

Vaststellen

de gemeentelijke zorgplicht vallen en welke niet

verantwoordelijkheden

Plichten burgers?

Plichten waterschappen en provincie?

Vaststellen beleid met betrekking tot

Opstellen gemeentelijk

zorgplicht grondwater

beleid

Opstellen maatregelen voor

Vertalen beleid naar programma’s van

Uitwerken

lokale grondwaterproblemen

eisen voor bouwen woonrijp maken en

maatregelen

Vaststellen en aanpassen bestaande tariefstructuur

herinrichtingen

Bijlage

4

Kostendekkingsberekening stedelijk afvalwater

GRP Coevorden 2010 - 2014 Kostendekkingsberekening excl. inflatie/excl. BTW Project 4568408

24-8-2009

Datum

Kostendekkingsberekening Stedelijk afvalwater Rente (%) Saldorente (%) Inflatie (%) Prijspeil (1 jan.) Geraamde voorziening per 31-12-2008 naar rato (kEUR):

4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1,000 14792

1,000 15073

1,000 15354

1,000 15635

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

Vervangen geïnspecteerde riolen incl. putten gemalen Vervangen persleidingen Vervangen pompinstallaties IBA's buitengebied Plaatsen overstortmeters Riool Heutzsingel/Biezenbrug (vervangingsdeel) Riolering Busstation/centrumplan (vervangingsdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (vervangingsdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (vervangingsdeel) Riolering Brugstraat (vervangingsdeel) Riolering Oude Dalerveenstraat (vervangingsdeel)

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

2815 0 420 120 35 0 0 0 130 125 0

2887 0 420 120 35 0 0 140 0 0 215

2218 0 420 0 35 0 260 0 0 0 0

3051 0 420 0 35 750 0 0 0 0 0

1865 0 420 0 35 0 0 0 0 0 0

2358 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1067 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1472 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

80 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

883 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

4501 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

Totaal investering (excl.infl.)

0

3645

3817

2933

4256

2320

2778

1487

1892

500

1303

4921

Vervangen geïnspecteerde riolen incl. putten gemalen Vervangen persleidingen Vervangen pompinstallaties IBA's buitengebied Plaatsen overstortmeters Riool Heutzsingel/Biezenbrug (vervangingsdeel) Riolering Busstation/centrumplan (vervangingsdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (vervangingsdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (vervangingsdeel) Riolering Brugstraat (vervangingsdeel) Riolering Oude Dalerveenstraat (vervangingsdeel) Kapitaallasten uit het verleden (naar rato) Correctie rente

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 750 0

174 0 47 13 9 0 0 0 8 8 0 719 -82

349 0 93 26 17 0 0 9 8 8 13 714 -86

482 0 137 26 25 0 16 9 8 8 13 710 -66

664 0 180 25 32 46 16 8 8 7 13 693 -96

771 0 222 24 40 46 16 8 8 7 13 688 -52

907 0 263 24 31 45 15 8 8 7 13 675 -63

961 0 302 23 23 45 15 8 7 7 12 666 -33

1040 0 340 22 15 44 15 8 7 7 12 658 -43

1031 0 377 21 7 43 15 8 7 7 12 652 -11

1072 0 412 21 0 43 15 8 7 7 12 642 -29

1336 0 447 20 0 42 14 8 7 7 12 631 -111

Totaal kapitaallasten

750

896

1151

1368

1596

1791

1933

2035

2126

2169

2210

2414

Exploitatielasten, incl. onderzoeksinspanningen (naar rato) Extra exploitatielasten WION

705 20

698 10

695 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

Totaal exploitatie (excl. Infl.)

725

708

705

696

696

696

696

696

696

696

696

696

1475

1604

1856

2064

2292

2487

2629

2731

2821

2864

2906

3109

84

97

117

130

144

156

165

172

177

180

183

195

14792 105,63 3,00 1562 227

15073 108,80 3,00 1640 138

15354 112,06 4,00 1721 59

15635 116,55 7,00 1822 30

15916 124,70 7,00 1985

15916 133,43 7,00 2124

15916 142,77 7,00 2272

15916 152,77 7,00 2431

15916 163,46 7,00 2602

15916 174,90 7,00 2784

15916 187,15 6,00 2979

15916 198,38 6,00 3157

1789

1778

1780

1852

1985

2124

2272

2431

2602

2784

2979

3157

314 63 377

174 77 251

-77 82 6

-211 80 -132

-307 72 -236

-363 60 -303

-357 46 -310

-300 34 -266

-220 23 -196

-81 18 -63

73 18 91

48 22 70

1621

1871

1877

1745

1510

1206

896

630

433

370

461

531

173,74 2491

178,27 2703

182,92 2637

188,12 2400

196,99 2081

206,44 1712

216,51 1350

227,24 1049

238,68 828

250,88 754

263,88 851

275,88 941

Inflatiecorrectie t.o.v. 2008 Totaal aantal aansluit. INVESTERINGEN excl. inflatie (EUR*1000)

KAPITAALLASTEN excl. inflatie (EUR*1000)

EXPLOITATIELASTEN (excl. infl.)

Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing afvalwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening Saldo reserve deel afvalwater (aan eind van jaar) TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. regen- en grondwater) Saldo reserve totaal (incl regen- en grondwater)



4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


4109 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

3370 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

654 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1384 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

3042 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

5053 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1649 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

369 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

774 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

2120 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

673 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0


4529

3790

1074

1804

3462

5473

2069

789

1194

3220

1773


1572 0 480 19 0 42 14 8 7 7 12 627 -102

1759 0 511 19 0 41 14 7 7 7 11 619 -85

1777 0 542 18 0 41 14 7 7 6 11 615 -24

1839 0 571 17 0 40 14 7 7 6 11 608 -41

2002 0 571 8 0 40 13 7 7 6 11 569 -78

2286 0 571 0 0 39 13 7 6 6 11 566 -123

2358 0 571 0 0 38 13 7 6 6 11 559 -47

2348 0 571 0 0 38 13 7 6 6 11 556 -18

2364 0 571 0 0 37 13 7 6 6 10 552 -27

2462 42 571 0 0 37 13 7 6 6 10 549 -72

2469 83 571 0 0 36 12 7 6 6 10 545 -40


2686

2910

3013

3079

3157

3382

3523

3538

3539

3630

3705


686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10


696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

3382

3606

3709

3775

3852

4078

4218

4234

4235

4326

4401

212

227

233

237

242

256

265

266

266

272

277

15916 210,28 6,00 3347

15916 222,89 5,00 3548

15916 234,04 4,00 3725

15916 243,40 3,00 3874

15916 250,70 2,00 3990

15916 255,72 2,00 4070

15916 260,83 2,00 4151

15916 266,05 2,00 4234

15916 271,37 2,00 4319

15916 276,80 2,00 4405

15916 282,33 2,00 4494

3347

3548

3725

3874

3990

4070

4151

4234

4319

4405

4494

Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening

-35 23 -12

-58 22 -36

16 22 38

99 26 124

138 32 170

-8 36 29

-67 36 -31

1 37 37

84 40 124

79 46 125

93 52 144

Saldo reserve deel afvalwater (aan eind van jaar)

519

483

521

645

815

844

813

850

975

1100

1244

288,55 959

301,95 934

313,10 956

322,46 1061

329,76 1230

334,77 1261

339,89 1211

345,11 1215

350,43 1307

355,85 1399

361,39 1517




Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing afvalwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten

TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. regen- en grondwater) Saldo reserve totaal (incl regen- en grondwater)



4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

2040

2041

2042

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


1438 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1353 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

10083 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

2601 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

951 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

874 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

852 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

902 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

258 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

311 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

0 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0


2538

2453

11183

3701

2051

1974

1952

2002

1358

1411

1100


2523 124 571 0 0 36 12 6 6 6 10 542 -57

2571 165 571 0 0 35 12 6 6 6 10 538 -55

3156 205 571 0 0 34 12 6 6 5 10 535 -252

3272 244 571 0 0 34 12 6 6 5 9 524 -83

3284 283 571 0 0 33 11 6 5 5 9 521 -46

3291 321 571 0 0 33 11 6 5 5 9 514 -44

3295 359 571 0 0 32 11 6 5 5 9 510 -44

3303 396 571 0 0 32 11 6 5 5 9 506 -45

3269 433 571 0 0 31 11 6 5 5 9 503 -31

3239 470 571 0 0 31 10 5 5 5 8 499 -32

3190 505 571 0 0 30 10 5 5 5 8 496 -25


3778

3865

4288

4600

4681

4721

4759

4799

4812

4812

4800


686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10


696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

4474

4561

4984

5296

5377

5417

5455

5495

5508

5508

5496

281

287

313

333

338

340

343

345

346

346

345

15916 287,98 2,00 4583

15916 293,74 2,00 4675

15916 299,61 2,00 4769

15916 305,61 3,00 4864

15916 314,77 3,00 5010

15916 324,22 2,00 5160

15916 330,70 2,00 5263

15916 337,31 2,00 5369

15916 344,06 1,00 5476

15916 347,50 1,00 5531

15916 350,98 1,00 5586

4583

4675

4769

4864

5010

5160

5263

5369

5476

5531

5586

109 58 168

114 66 181

-215 67 -148

-432 55 -376

-367 40 -328

-257 28 -229

-192 19 -173

-127 12 -114

-32 9 -23

23 10 33

90 13 103

1411

1592

1444

1067

740

511

338

223

201

233

336

367,83 1669

374,39 1843

381,07 1696

387,87 1328

397,86 1026

408,14 798

414,62 609

421,24 485

427,98 459

431,42 497

434,90 600




Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing afvalwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening Saldo reserve deel afvalwater (aan eind van jaar) TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. regen- en grondwater) Saldo reserve totaal (incl regen- en grondwater)



4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2043

2044

2045

2046

2047

2048

2049

2050

2051

2052

2053

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


1250 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

831 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

808 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

974 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

729 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

83 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

536 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

872 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

480 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

291 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1316 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0


2350

1931

1908

2074

1829

1183

1636

1972

1580

1391

2416


3217 541 571 0 0 29 10 5 5 5 8 492 -53

3218 575 571 0 0 29 10 5 5 5 8 489 -43

3217 610 571 0 0 28 10 5 5 4 8 485 -43

3225 644 571 0 0 28 9 5 5 4 8 482 -47

3218 677 571 0 0 27 9 5 4 4 7 478 -41

3170 710 571 0 0 27 9 5 4 4 7 475 -27

3150 742 571 0 0 26 9 5 4 4 7 471 -37

3151 773 571 0 0 25 9 5 4 4 7 468 -44

3126 805 571 0 0 25 8 4 4 4 7 464 -36

3090 835 571 0 0 24 8 4 4 4 7 450 -31

3116 866 571 0 0 24 8 4 4 4 6 439 -54


4831

4871

4900

4934

4959

4955

4953

4973

4983

4965

4988


686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10


696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

5526

5567

5596

5630

5655

5651

5648

5668

5679

5661

5684

347

350

352

354

355

355

355

356

357

356

357

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642


116 18 133

75 23 97

46 27 72

12 29 41

-13 30 17

-9 31 22

-6 32 26

-26 33 7

-37 33 -4

-19 33 14

-42 33 -8


469

567

639

680

697

719

745

751

748

762

754

438,41 720

438,41 802

438,41 864

438,41 901

438,41 909

438,41 918

438,41 934

438,41 928

439,25 921

440,10 946

440,95 954








4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2054

2055

2056

2057

2058

2059

2060

2061

2062

2063

2064

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


1365 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 680 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1319 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

1268 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

518 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

196 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0


2465

2419

2419

2419

2419

2419

1739

1739

1688

938

616


3145 895 571 0 0 23 8 4 4 4 6 436 -55

3169 925 571 0 0 23 8 4 4 3 6 432 -54

3193 953 571 0 0 22 7 4 4 3 6 340 -54

3216 981 571 0 0 22 7 4 3 3 6 296 -54

3237 1009 571 0 0 21 7 4 3 3 6 294 -54

3258 1036 571 0 0 20 7 4 3 3 6 293 -54

3278 1021 571 0 0 20 7 3 3 3 5 52 -39

3296 1006 571 0 0 19 6 3 3 3 5 39 -39

3311 990 571 0 0 19 6 3 3 3 5 37 -38

3278 975 571 0 0 18 6 3 3 3 5 36 -21

3226 960 571 0 0 18 6 3 3 3 5 1 -14


5040

5091

5048

5054

5101

5146

4924

4912

4910

4876

4782


686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10

686 10


696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

696

5736

5787

5744

5750

5797

5842

5620

5607

5606

5572

5478

360

364

361

361

364

367

353

352

352

350

344

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642

5642


-94 32 -62

-145 28 -117

-102 24 -79

-108 20 -88

-155 15 -140

-200 8 -193

22 4 26

35 5 40

36 7 43

70 10 79

164 16 180


691

574

496

407

267

75

101

141

184

263

443

443,55 912

458,69 803

476,40 707

497,12 593

521,37 454

549,74 362

565,36 549

571,69 515

578,21 454

584,92 520

584,92 665








4,50 4,50 0,00 2008 1.243 2065

2066

2067

2068

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15917


495 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

0 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

174 0 420 0 0 0 0 0 0 0 0

2367


915

420

594

2787


3191 944 571 0 0 17 6 3 3 3 5 1 -21

3126 929 571 0 0 16 6 3 3 2 4 1 -9

3071 914 571 0 0 16 5 3 2 2 4 0 -13

3151 898 571 0 0 15 5 3 2 2 4


4723

4651

4575

4588


686 10

686 10

686 10

686 10


696

696

696

696

5419

5347

5271

5284

340

336

331

332

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15916 354,49 0,00 5642

15917 354,49 0,00 5642

5642

5642

5642

5642


223 25 248

295 38 333

372 54 426

358 73 432


691

1024

1450

1882

584,92 869

584,92 1192

584,92 1578

584,92 1998


420 0 0 0 0 0 0 0 0


-63




Bijlage

5

Kostendekkingsberekening regen- en grondwater


24-8-2009

Datum

Kostendekkingsberekening Regen- en grondwater Rente (%) Saldorente (%) Inflatie (%) Prijspeil (1 jan.) Geraamde voorziening per 31-12-2008 naar rato (kEUR):

4,50 4,50 0,00 2008 802 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1,000 14792

1,000 15073

1,000 15354

1,000 15635

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

Vervangen geïnspecteerde riolen regenwater Riool Heutzsingel/Biezenbrug (regenwaterdeel) Riolering Busstation/centrumplan (regenwaterdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (regenwaterdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (regenwaterdeel) Riolering Brugstraat (regenwaterdeel) IT-riolering Oranjewijk Riolering Oude Dalerveenstraat (regenwaterdeel) Afkoppelen V.O. 't Haantje Afkoppelen bij kansen Aanleg en beheer grondwatersysteem

0 0 0 0 0 0 0 0 1000 0 0

40 0 0 0 130 125 1000 0 0 0 0

52 0 0 140 0 0 0 215 0 200 0

284 0 260 0 0 0 0 0 0 200 100

120 750 0 0 0 0 0 0 0 200 100

38 0 0 0 0 0 0 0 0 200 10

15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

151 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

14 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

184 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50


1000

1295

607

844

1170

248

65

56

201

50

64

234

Vervangen geïnspecteerde riolen regenwater Riool Heutzsingel/Biezenbrug (regenwaterdeel) Riolering Busstation/centrumplan (regenwaterdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (regenwaterdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (regenwaterdeel) Riolering Brugstraat (regenwaterdeel) IT-riolering Oranjewijk Riolering Oude Dalerveenstraat (regenwaterdeel) Afkoppelen V.O. 't Haantje Afkoppelen bij kansen Aanleg en beheer grondwatersysteem Kapitaallasten uit het verleden (naar rato) Correctie rente

0 0 0 0 0 0 0 0 62 0 0 482 -23

2 0 0 0 8 8 62 0 61 0 0 462 -29

6 0 0 9 8 8 61 13 60 12 0 459 -14

23 0 16 9 8 8 60 13 59 25 6 456 -19

30 46 16 8 8 7 59 13 59 37 12 446 -26

32 46 16 8 8 7 59 13 58 48 13 443 -6

33 45 15 8 8 7 58 13 57 48 16 434 -1

33 45 15 8 7 7 57 12 56 47 19 428 -1

42 44 15 8 7 7 56 12 56 47 21 423 -5

41 43 15 8 7 7 56 12 55 46 24 419 -1

41 43 15 8 7 7 55 12 54 45 27 413 -1

52 42 14 8 7 7 54 12 53 45 30 406 -5


522

574

623

664

714

745

740

733

734

732

726

725

Exploitatielasten, incl. onderzoeksinspanningen (naar rato) Extra exploitatielasten grondwatersystemen Opstellen afkoppelkansenkaarten Afkoppelbeheer In kaart brengen/bijhouden grondwaterproblemen/overlast Subsidie afkoppelen

454

449 30

447 30 25

441 30 0 5 10 20

441 30 0 5 10 20

441 30 0 5 10 20

441 30 0 5 10 20

441 30

441 30

50 20

441 30 0 5 50 20

441 30

50 20

441 30 25 25 50 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20


454

549

572

591

546

506

506

506

506

506

506

506

Totaal lasten (excl. infl.)

976

1123

1195

1256

1260

1251

1247

1239

1240

1238

1232

1231

66

75

78

80

79

79

78

78

78

78

77

77

14792 68,11 2,00 1007

15073 69,47 2,00 1047

15354 70,86 1,00 1088

15635 71,57 1,00 1119

15916 72,29 1,00 1151

15916 73,01 1,00 1162

15916 73,74 1,00 1174

15916 74,48 1,00 1185

15916 75,22 1,00 1197

15916 75,97 1,00 1209

15916 76,73 1,00 1221

15916 77,50 1,00 1233

1007

1047

1088

1119

1151

1162

1174

1185

1197

1209

1221

1233

32 37 69

-76 37 -39

-107 35 -72

-137 31 -105

-110 27 -83

-89 24 -65

-73 21 -52

-54 19 -35

-43 18 -25

-29 17 -12

-11 17 6

3 18 20

870

832

760

655

572

506

454

420

395

383

390

410

173,74 2491

178,27 2703

182,92 2637

188,12 2400

196,99 2081

206,44 1712

216,51 1350

227,24 1049

238,68 828

250,88 754

263,88 851

275,88 941




Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening Saldo reserve deel regen- en grondwater (aan eind jaar) TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. afvalwater) Saldo reserve totaal (incl afvalwater)



4,50 4,50 0,00 2008 802 2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

78 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

943 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

248 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

184 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

37 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

71 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

641 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

117 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

59 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

128

993

298

234

87

121

691

167

50

109

52


56 42 14 8 7 7 53 12 53 44 32 403 -3

114 41 14 7 7 7 53 11 52 44 35 398 -22

128 41 14 7 7 6 52 11 51 43 38 395 -7

137 40 14 7 7 6 51 11 50 42 40 391 -5

138 40 13 7 7 6 50 11 50 42 43 366 -2

140 39 13 7 6 6 50 11 49 41 45 364 -3

178 38 13 7 6 6 49 11 48 41 48 360 -16

183 38 13 7 6 6 48 11 47 40 50 357 -4

181 37 13 7 6 6 47 10 47 39 53 355 -1

182 37 13 7 6 6 47 10 46 39 55 353 -2

179 36 12 7 6 6 46 10 45 38 57 351 -1


728

761

787

791

771

768

789

803

800

798

791


441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20


506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

1234

1267

1293

1297

1277

1274

1295

1309

1306

1305

1298

78

80

81

81

80

80

81

82

82

82

82

15916 78,28 1,00 1246

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 0,00 1258

15916 79,06 1,00 1258

1246

1258

1258

1258

1258

1258

1258

1258

1258

1258

1258

11 19 30

-9 20 11

-34 20 -15

-39 19 -20

-19 18 -1

-16 18 2

-37 18 -19

-50 17 -34

-48 15 -32

-46 14 -32

-39 13 -27

440

451

436

416

415

417

398

364

332

300

273

288,55 959

301,95 934

313,10 956

322,46 1061

329,76 1230

334,77 1261

339,89 1211

345,11 1215

350,43 1307

355,85 1399

361,39 1517

Inflatiecorrectie t.o.v. 2008 Totaal aantal aansluit. INVESTERINGEN excl. inflatie (EUR*1000) Vervangen geïnspecteerde riolen regenwater Riool Heutzsingel/Biezenbrug (regenwaterdeel) Riolering Busstation/centrumplan (regenwaterdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (regenwaterdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (regenwaterdeel) Riolering Brugstraat (regenwaterdeel) IT-riolering Oranjewijk Riolering Oude Dalerveenstraat (regenwaterdeel) Afkoppelen V.O. 't Haantje Afkoppelen bij kansen Aanleg en beheer grondwatersysteem Totaal investering (excl.infl.) KAPITAALLASTEN excl. inflatie (EUR*1000)


Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening Saldo reserve deel regen- en grondwater (aan eind jaar) TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. afvalwater) Saldo reserve totaal (incl afvalwater)



4,50 4,50 0,00 2008 802 2032

2033

2034

2035

2036

2037

2038

2039

2040

2041

2042

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


109 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

190 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

176 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

318 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

1082 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

18 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

340 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50


159

240

226

368

55

1132

50

68

50

50

390


184 36 12 6 6 6 45 10 44 38 60 348 -4

193 35 12 6 6 6 44 10 44 37 62 346 -5

201 34 12 6 6 5 44 10 43 36 64 344 -5

218 34 12 6 6 5 43 9 42 36 66 337 -8

215 33 11 6 5 5 42 9 41 35 68 335 -1

279 33 11 6 5 5 41 9 41 35 71 330 -25

275 32 11 6 5 5 41 9 40 34 73 328 -1

272 32 11 6 5 5 40 9 39 33 75 326 -2

268 31 11 6 5 5 39 9 38 33 77 323 -1

264 31 10 5 5 5 38 8 38 32 79 321 -1

281 30 10 5 5 5 38 8 37 32 80 319 -9


792

796

800

806

804

841

858

851

844

835

841


441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20


506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

1298

1302

1306

1312

1310

1347

1364

1357

1351

1341

1347

82

82

82

82

82

85

86

85

85

84

85

15916 79,85 1,00 1271

15916 80,65 1,00 1284

15916 81,45 1,00 1296

15916 82,27 1,00 1309

15916 83,09 1,00 1322

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

1271

1284

1296

1309

1322

1336

1336

1336

1336

1336

1336


-27 12 -15

-18 11 -7

-9 11 2

-3 11 9

13 12 25

-11 13 1

-28 12 -16

-22 12 -10

-15 11 -3

-6 11 6

-12 12 0

Saldo reserve deel regen- en grondwater (aan eind jaar)

258

251

252

261

286

287

271

261

258

264

264

367,83 1669

374,39 1843

381,07 1696

387,87 1328

397,86 1026

408,14 798

414,62 609

421,24 485

427,98 459

431,42 497

434,90 600




Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten

TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. afvalwater) Saldo reserve totaal (incl afvalwater)



4,50 4,50 0,00 2008 802 2043

2044

2045

2046

2047

2048

2049

2050

2051

2052

2053

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


340 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

57 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

438 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

133 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

169 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

286 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

216 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

449 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50


390

107

50

50

488

54

183

219

336

266

499


298 29 10 5 5 5 37 8 36 31 82 317 -9

297 29 10 5 5 5 36 8 35 30 84 314 -2

293 28 10 5 5 4 35 8 35 30 86 312 -1

289 28 9 5 5 4 35 8 34 29 88 310 -1

311 27 9 5 4 4 34 7 33 29 89 308 -11

307 27 9 5 4 4 33 7 32 28 91 305 -1

310 26 9 5 4 4 32 7 32 27 93 303 -4

316 25 9 5 4 4 32 7 31 27 94 301 -5

328 25 8 4 4 4 31 7 30 26 96 299 -8

336 24 8 4 4 4 30 7 29 26 98 289 -6

359 24 8 4 4 4 29 6 29 25 99 282 -11


854

856

850

843

849

851

848

850

854

853

862


441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20


506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

1360

1362

1356

1349

1355

1357

1354

1356

1360

1359

1368

85

86

85

85

85

85

85

85

85

85

86

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 0,00 1336

15916 83,92 1,00 1336

15916 84,76 1,00 1349

15916 85,61 1,00 1363

15916 86,46 3,00 1376

1336

1336

1336

1336

1336

1336

1336

1336

1349

1363

1376


-24 11 -13

-26 11 -16

-21 10 -10

-13 10 -3

-19 10 -10

-22 9 -13

-18 9 -10

-20 8 -12

-11 8 -3

3 8 11

8 8 16


251

235

225

221

212

199

189

177

173

184

201

438,41 720

438,41 802

438,41 864

438,41 901

438,41 909

438,41 918

438,41 934

438,41 928

439,25 921

440,10 946

440,95 954




Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten




4,50 4,50 0,00 2008 802 2054

2055

2056

2057

2058

2059

2060

2061

2062

2063

2064

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

953 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

6193 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

800 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

1009 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

1579 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

1003

6243

6243

6243

6243

6243

6243

6243

850

1059

1629


412 23 8 4 4 4 29 6 28 24 101 280 -23

787 23 8 4 4 3 28 6 27 24 102 278 -140

1158 22 7 4 4 3 27 6 26 23 103 219 -140

1524 22 7 4 3 3 26 6 26 23 105 190 -140

1886 21 7 4 3 3 26 6 25 22 106 189 -140

2243 20 7 4 3 3 25 6 24 21 107 188 -140

2595 20 7 3 3 3 24 5 23 21 109 33 -140

2943 19 6 3 3 3 23 5 23 20 110 25 -140

2953 19 6 3 3 3 23 5 22 20 111 24 -19

2976 18 6 3 3 3 22 5 21 19 112 23 -24

3033 18 6 3 3 3 21 5 20 18 113 0 -37


901

1154

1461

1799

2158

2511

2706

3042

3173

3187

3207


441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

441 30

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10 20


506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

506

1407

1660

1967

2305

2664

3017

3212

3549

3679

3693

3713

88

104

124

145

167

190

202

223

231

232

233

15916 89,06 17,00 1417

15916 104,20 17,00 1658

15916 121,91 17,00 1940

15916 142,64 17,00 2270

15916 166,89 17,00 2656

15916 195,26 8,00 3108

15916 210,88 3,00 3356

15916 217,20 3,00 3457

15916 223,72 3,00 3561

15916 230,43 0,00 3668

15916 230,43 0,00 3668

1417

1658

1940

2270

2656

3108

3356

3457

3561

3668

3668

11 9 20

-1 10 9

-27 10 -17

-35 9 -26

-8 8 0

91 10 101

144 16 160

-92 18 -73

-118 14 -104

-26 12 -14

-45 11 -35

220

229

212

186

186

287

448

374

270

256

222

443,55 912

458,69 803

476,40 707

497,12 593

521,37 454

549,74 362

565,36 549

571,69 515

578,21 454

584,92 520

584,92 665

Inflatiecorrectie t.o.v. 2008 Totaal aantal aansluit. INVESTERINGEN excl. inflatie (EUR*1000) Vervangen geïnspecteerde riolen regenwater Riool Heutzsingel/Biezenbrug (regenwaterdeel) Riolering Busstation/centrumplan (regenwaterdeel) Riolering Parallelweg/Holwert (regenwaterdeel) Rioleringswerken Geb. Ballast (regenwaterdeel) Riolering Brugstraat (regenwaterdeel) IT-riolering Oranjewijk Riolering Oude Dalerveenstraat (regenwaterdeel) Afkoppelen V.O. 't Haantje Afkoppelen bij kansen Aanleg en beheer grondwatersysteem Totaal investering (excl.infl.) KAPITAALLASTEN excl. inflatie (EUR*1000)


Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Te verrekenen met voorziening Saldo reserve deel regen- en grondwater (aan eind jaar) TOTALEN (EUR *1000) Rioolheffing gemiddeld totaal (incl. afvalwater) Saldo reserve totaal (incl afvalwater)



4,50 4,50 0,00 2008 802 2065

2066

2067

2068

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916

1,000 15916


384 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

1930 0 0 0 0 0 0 0 0 0 50

130 0 0 0 0 0 0 0


434

59

1980

181


3015 17 6 3 3 3 20 5 20 18 114 0 -10

2974 16 6 3 3 2 20 4 19 17 115 0 -1

3051 16 5 3 2 2 19 4 18 17 116 0 -45

3016 15 5 3 2 2 18 4 17 16 114 -10 -4


3215

3178

3208

3198


441 30

441 30

5 10 20

5 10 20

5 10 20

5 10


506

506

506

486

3721

3684

3715

3684

234

231

233

231

15916 230,43 0,00 3668

15916 230,43 0,00 3668

15916 230,43 0,00 3668

15916 230,43 0,00 3668

3668

3668

3668

3668


-53 9 -44

-17 8 -9

-47 7 -41

-17 5 -11


177

168

128

116

584,92 869

584,92 1192

584,92 1578

584,92 1998


0 51



Totaal lasten (excl. infl.) Benodigd (EUR/aansl)

441 441,1325 30 30

BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Rioolheffing regen- en grondwater gemiddeld (EUR/aansl.) Stijging rioolheffing gemiddeld (% aan eind van jaar) Opbrengsten rioolheffing Verfijningsuitkering Totaal opbrengsten


Bijlage

6

Overzicht van overstorten in gemengde rioolstelsels

Overzicht gemengde overstorten

Kern

Bemalingsgebied

Putnummer

Drempelhoogte [m tov NAP]

Drempellengte [m]

Aalden Aalden Achterste Erm Benneveld Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Coevorden Dalen Dalen Dalen Dalerpeel Dalerpeel Dalerveen De Kiel De Kiel Diphoorn Erm Erm Gees Geesbrug Geesbrug Geesbrug Meppen Nieuwe Krim Noord Sleen Noord Sleen Oosterhesselen Oosterhesselen Oosterhesselen Schoonoord Schoonoord Schoonoord Schoonoord Sleen Sleen Sleen Sleen Steenwijksmoer Steenwijksmoer t Haantje t Haantje Wachtum Wezup Wezup Wezuperbrug Wezuperbrug Zweeloo Zweeloo Zwinderen

Aalden Marsstukken Achterste Erm Benneveld Leeuwerikenveld oost Binnenvree, Buitenvree en Pikveld Binnenvree, Buitenvree en Pikveld Ballast, Tuindorp en Holwert Noord Centrum en Holwert zuid de Hare Centrum en Holwert zuid de Heege en Vosmate Leeuwerikenveld noord Leeuwerikenveld noord Lootuinen en Poppenhare Lootuinen en Poppenhare Leeuwerikenveld oost Leeuwerikenveld oost Centrum en Holwert zuid Centrum en Holwert zuid Centrum en Holwert zuid Centrum en Holwert zuid Centrum en Holwert zuid Lootuinen en Poppenhare Lootuinen en Poppenhare Binnenvree, Buitenvree en Pikveld Oranjewijk Dalen Zuid Dalen hoofdgebied Dalen hoofdgebied Dalerpeel Dalerpeel Dalerveen Eeserstraat De Tip Diphoorn Erm Erm Gees Geesbrug-Zuid Geesbrug-Zuid Geesbrug-kern Meppen Nieuwe Krim Noord Sleen-West Noord Sleen-Oost Oosterhesselen Oosterhesselen Oosterhesselen Havenstraat Schoonoord-noord (BBB) Schoonoord-zuid (BBL) Kerklaan Heirweg-west Groningerweg Broekveld Sleen-hoofdgebied Steenwijksmoer Steenwijksmoer t Haantje-Zuid t Haantje-Noord Wachtum Wezup Brugstraat-Zuid Wezuperbrug Wezuperbrug Zweeloo Zweeloo Zwinderen

A338 A(*) A506A(*) AE124 B023 C09 CB333C(*) CBRO07(*) CBRO18(*) CC062B(*) CDHR058 CH062B(*) CHNRO01 CL360 CL419 CLNRO25 CLNRO26 CLRO1A CLRO24 CO02 CO03 CO13 CO15 CO16 CP132(*) CPRO20 CPV01 CRO016 D485 D784(*) D832(*) DP005 DP044 DV024 K16(!) SN165 DH007 E034 E079 G154 GB119 GB166 GB190 M066(*) DN050 NS049 NS068 O169(*) O240 O291AO(*) SN039 SN093C(*) SN663F(*) SN684A S253A S299 S411B S545(*) S039 S061 H014 H048 WA001A W008 W049 WB056 WB013 Z065 Z124 ZW026

15,60 15,60

3,00 2,30

15,20 9,50 9,40 9,40 9,60 9,60 9,43 9,60 8,90 9,60 9,50 9,60 9,60 9,90 9,38 10,00 10,00 10,00 10,00 10,00 9,10 9,75 10,00 9,60 11,50 11,40 11,10

1,00 3,00 8,00 6,40 5,00 5,00 1,50 4,50 2,00 2,00 3,00 1,00 1,00 1,00 1,00 2,00 3,30 0,90 1,82 2,42 10,00 1,00 1,00 3,00 5,00 6,00 6,00

10,25 17,30 19,50

3,00 1,00 1,00

13,78 15,00 13,75 14,30 14,00 14,00 15,20

2,10 1,00 3,00 1,00 0,95 0,30 1,15

16,90 16,75 14,10

2,10 1,00 4,00

14,10 17,20 18,50 19,50 16,90 14,65 16,12 14,50 14,60

4,00 1,30 4,10 4,00 1,00 2,50 1,25 4,20 6,10

17,31 17,98 12,66 16,40 17,20

1,00 1,00 2,50 1,00 1,00

15,25 15,25 13,50

1,20 0,60 1,00

(!) overstort ligt in beheersgebied waterschap Hunze en Aa's (*) betreft een randvoorziening

Bijlage

7

Reacties betrokken overheden

Verbreed GRP Coevorden Planperiode

Recommend Documents