Veranderingen in de zorg. Algemene Wet Bijzondere Ziekte Kosten. Het kabinet wil de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vanaf 2015 ingrijpend hervormen. De taakverdeling ziet er vanaf 2015 op hoofdlijnen zo uit: Gemeenten: verantwoordelijk voor zorg aan huis. Gemeenten gaan zorgen voor de begeleiding en persoonlijke verzorging aan huis. Zoals hulp bij aan- en uitkleden en haren wassen. Huishoudelijke hulp wordt alleen nog door de gemeente betaald als u een laag inkomen heeft. Zorgverzekeraars: verantwoordelijk voor medische zorg Medische zorg, zoals verpleging en langdurige geestelijke gezondheidszorg, wordt geregeld in de zorgverzekering. Rijksoverheid: verantwoordelijk voor langdurige zorg De Rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor de langdurige zorg. Daarmee wordt de zwaardere zorg voor ouderen en gehandicapten in instellingen bedoeld. Die zorg blijft vergoed uit de AWBZ. Cliënten gaan wel een hogere eigen bijdrage betalen. [Bron: www.rijksoverheid.nl] De taken die vanuit de AWBZ naar de gemeenten gaan, hebben veel te maken met de huidige taken van de gemeente op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Daarom wordt de bestaande Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) sterk aangepast.
Jeugdzorg wordt Jeugdhulp Vanaf 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor alle zorg rondom kinderen en ouders. Het gaat daarbij zowel om de specialistische hulp, zoals de geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (de Jeugd-GGZ), de begeleiding van jongeren met (licht) verstandelijke beperkingen en de (gesloten) jeugdhulp in het kader van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. Ook de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering valt dan onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. In de nieuwe Jeugdwet staat dat kinderen en gezinnen die hulp moeten krijgen, die passend is en die zij nodig hebben. Het is aan de gemeente om te bepalen welke jeugdhulp vrij toegankelijk is en welke vormen van jeugdhulp worden aangemerkt als individuele voorzieningen. Bij integrale hulp aan gezinnen geldt dat die hulp goed gecoördineerd wordt vanuit het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’ Gemeente hebben de plicht te zorgen dat iedereen die op 31 december 2014 jeugdhulp krijgt dat ook per 1 januari 2015 houdt (overgangsjaar 2015 verplichting huidige zorg).
Participatiewet De Participatie wet is er voor mensen die kunnen werken maar daarbij ondersteuning nodig hebben. . Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen (“participeren”) in de samenleving, waarbij ze al hun talenten en mogelijkheden inzetten om zelf inkomen uit betaald werk te halen. De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samen. Er is straks dus één regeling voor iedereen die in staat is om te werken. Voor mensen die helemaal niet kunnen werken, blijft er een sociaal vangnet in de vorm van een bijstandsuitkering. De Participatiewet moet wel voorkomen dat mensen in dit vangnet blijven. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. De nieuwe wetgeving maakt het onder andere vanwege financiële overwegingen noodzakelijk om nauwer samen te werken met regiogemeenten en dienstverlenende bedrijven Een voorbeeld daarvan is samenwerking op het gebied van werkgeversdienstverlening. Grote werkgevers in de regio worden vanuit één centraal werkgeversservicepunt benaderd, De regionale samenwerking wordt zo vormgegeven dat sprake is van een toegevoegde waarde ten opzichte van de bestaande lokale werkwijze.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een Nederlandse wet die per 1 januari 2007 is ingevoerd. De wet vormt de basis van het stelsel van Zorg en Welzijn. Dit stelsel bestaat naast de Wmo ook uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). De wet verplicht de gemeente om burgers keuze te bieden uit hulp in natura of een persoonsgebonden budget, waarmee de zorg of hulp zelf ingekocht kan worden. Daarnaast is er een compensatieplicht, dat wil zeggen de beperkingen (zoals huishoudelijke beperkingen) die iemand ondervindt worden gecompenseerd door voorzieningen aan te bieden. De gemeente heeft binnen de WMO een compensatieplicht. Dat houdt in dat zij verplicht is mensen met een beperking te compenseren. Voorheen gebeurde dat vooral door middel van ‘standaard’ voorzieningen. De ‘kanteling’ is een beweging binnen gemeenten waarbij men van ‘voorzieningen denken’ naar ‘passende oplossing denken’ gaat. Daarbij wordt rekening gehouden met persoonlijke voorkeuren, vaardigheden, leeftijd en eigen mogelijkheden (geld). De WMO gaat uit van de eigen kracht van mensen, van zelfredzaamheid en zelfstandigheid. De kanteling binnen de wet gaat in eerste instantie uit van de mogelijkheden van de cliënt en zijn sociale netwerk. Daarna wordt gekeken naar de inzet van algemene voorzieningen als vrijwilligerswerk, ten slotte naar de inzet van individuele voorzieningen. De veranderingen hebben als consequentie dat er minder algemene voorzieningen voor iedereen komen maar meer specifieke voorzieningen gericht op risicogroepen. De grootste uitdagingen bij de kanteling zijn om passende zorg financieel beheersbaar te houden en om het thema van de rechtsgelijkheid juridisch vorm te geven. Passende zorg betekent dat niet iedereen hetzelfde krijgt. Voor zorgverleners is zorg op maat nog lastig toe te passen. Cliënten/ patiënten vragen om een voorziening, en van zorgverleners wordt verwacht dat onderzocht wordt wat precies het probleem is en of ook andere oplossingen mogelijk zijn. Dat vereist een andere manier van werken.
Overgang van AWBZ naar WMO De AWBZ wordt versmald tot langdurige medisch georiënteerde zorg. De uitvoering ervan zal bovendien geleidelijk overgaan van de zorgkantoren naar de zorgverzekeraars. Extramurale dagbesteding, vervoer, licht verstandelijk gehandicapte (lvg) jongeren en kinderen met Jeugd-GGZ zorg gaan vanaf 2015 allemaal vallen onder de WMO in plaats van de AWBZ. Dit is een enorme transitie maar biedt ook kansen om op lokaal niveau de ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie dichter bij de burger te organiseren. Gemeenten kunnen de eigen kracht en mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk aanspreken en maatwerk in de directe omgeving realiseren. Ook kunnen zij verbindingen leggen met andere WMOvoorzieningen en andere gemeentelijke domeinen, zoals re-integratie, de bijstand of het woonbeleid. In het komende jaar zullen vele personen met langdurige zorgbehoeften overgaan van de AWBZ naar de WMO. De groep bestaat uit mensen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen, chronisch psychiatrische patiënten, verslaafden en kwetsbare ouderen. Zij redden het niet om zelfstandig te leven. Zij hebben dagelijks of wekelijks behoefte aan activerende en/of ondersteunende begeleiding.
Wajong De Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is bedoeld voor: jonggehandicapten die al arbeidsongeschikt zijn wanneer zij 17 jaar worden. Vanaf 1 januari geldt dat de Wajong alleen nog voor jong- gehandicapten die helemaal niet kunnen werken en op dat moment nog in de Wajong zitten. Als u al in de Wajong uitkering bezit, wordt u via het UWV herkeurd. Jonggehandicapten, die (gedeeltelijk) kunnen werken, vallen vanaf dat moment onder de Participatiewet. Voor de mensen die niet kunnen werken, maar toch van belang is dat dagbesteding/ voorziening blijven volgen is het mogelijk dat ze een groepsindicatie aanvragen.
Veranderingen voor PGB cliënten Langdurige Zorg De verandering geldt voor iedereen die met ingang van 2015 een PGB heeft op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en/of de Jeugdwet, en voor iedereen die in 2015 een PGB krijgt van het zorgkantoor (AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) of WLZ (Wet Langdurige Zorg). Trekkingsrecht geldt niet voor een PGB dat u in 2015 van uw zorgverzekeraar ontvangt.
Trekkingsrecht Het trekkingsrecht houdt in dat het zorgkantoor uw PGB niet meer naar uw eigen bankrekening overmaakt, maar dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) uw zorgverleners betaalt. Het zorgkantoor controleert vooraf of u uw PGB mag besteden aan de zorg die u wilt inkopen. U geeft zelf via een factuur, een urenbriefje of een maandelijkse betaling door aan de SVB welk bedrag aan uw zorgverlener(s) moet worden uitbetaald. De SVB betaalt vervolgens uw zorgverlener(s). Voordeel van trekkingsrecht Er zijn meerdere voordelen. U hoeft uw zorgkosten niet meer achteraf te verantwoorden aan het zorgkantoor. De SVB neemt een groot deel van uw financiële administratie over. En u weet vooraf of de zorg die u wilt betalen met uw PGB is goedgekeurd. Om het trekkingsrecht goed voor u te regelen, hebben wij zorgovereenkomsten met zorgbeschrijvingen van u nodig. De zorgovereenkomst(en) heeft u als het goed is at eerder afgesloten met uw zorgverlener(s). De zorgbeschrijvingen heeft u nog niet eerder ingevuld. Aan de hand van de zorgbeschrijving kunnen wij beoordelen of de door u gecontracteerde zorg past binnen het budget (of de zorg) wat vanuit het PGB mag worden besteed.
Wat houdt dat in voor u ? U krijgt of heeft inmiddels een brief gekregen van de SVB. Hierin staat dat u binnen twee weken benodigde gegevens moet opsturen. * Gegevens van u zelf en van uw zorgverlener * Zorgovereenkomst (arbeidsovereenkomst) Hierin staat beschreven welke zorg aan u geleverd wordt, door welke zorgverlener(s) en de aantal uren. * Zorgbeschrijving De zorgbeschrijving geeft aan welke zorg u gaat inzetten. Met deze beschrijving beoordeelt het zorgkantoor of u de zorg mag inkopen. Na de beoordeling weet u of de zorg vanuit het PGB betaald wordt. Door vooraf uw zorg te beoordelen voorkomt u dat u zorg inkoopt waarvoor u geen vergoeding krijgt. (niet verzekerde zorg) De zorgbeschrijving ondersteunt u ook om afspraken te maken met uw zorgverlener. Bijvoorbeeld waarvoor u zorg nodig heeft en hoe die zorg geleverd wordt door uw zorgverlener. De zorgbeschrijving is dus ook een hulpmiddel voor uzelf en uw zorgverlener. U moet per zorgverlener een zorgovereenkomst en een zorgbeschrijving invullenen opsturen. * Belangenbehartiging Is er een wettelijke vertegenwoordiger stuur hier dan het bewijs van mee. Het kan ook zijn dat iemand anders uw belangen behartigd vul dit dan in op het formulier. * Bewijs van betaling aan zorgverlener. Dit moet gebaseerd zijn op het minimumloon. De SVB controleert elke zorgovereenkomst die u opstuurt. De SVB controleert bijvoorbeeld of de zorgovereenkomst volledig is ingevuld en of de loonafspraken voldoen aan het
minimumloon. Daarnaast kan het zijn dat u uitgenodigd wordt voor een gesprek om te bekijken of de zorg ook anders kan. Wordt deze niet op tijd aangeleverd dan wordt per 1 januari 2015 de PGB, omgezet in Zorg in Natura. Dat betekent dat nu niet volledige keuze meer hebt in de zorgaanbieder, maar deze zorg toegewezen gaat worden aan de instellingen/ organisaties die bij de gemeente een aanbesteding heeft lopen. Bovenstaande informatie kan u ook vinden in de brief en brochure die u opgestuurd krijgt.
Overige veranderingen PGB Alle andere PGB aanvragen gaan lopen via de WMO. Alle lopende PGB indicaties die worden in 2015 (overgangsjaar) overgenomen. Alle nieuwe aanvragen moeten worden gedaan bij WMO.
Jeugdwet Dit geldt voor alle cliënten onder de 18 die onder de nieuwe Jeugdwet gaan vallen. Naast kinderen met GGZ problematiek (o.a. autisme,AD(H)D, gedragsproblematiek) behoren hiertoe ook kinderen meteen (licht) verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, een somatische aandoening(zoals een chronische ziekte) en/of een zintuiglijke beperking. De behoefte aan jeugdhulp binnen de doelgroep is hierdoor ook erg divers. Daarbij is het binnen de Jeugdwet mogelijk om een pgb in te zetten voor vormen van hulp waarvoor tot dusver geen pgb mogelijk was. Voorbeelden hiervan zijn behandeling en opvoedingsondersteuning.
18 jaar en ouder Als u zorg nodig hebt op het gebied van ondersteuning werk en inkomen, vervoer, huishouden, persoonlijke verzorging en dagbesteding die niet kan worden geboden door een mantelzorger of niet betaald wordt door de Langdurige Zorg kan u deze ook aanvragen bij het WMO. De eisen zijn streng. Het is van belang dat u de aankomende periode goed beschrijft/ rapporteert welke zorg u krijgt, veranderingen in de zorg, maar ook beschrijf waarom U bepaalde zorg nodig heeft. De aanvraag moet volledig worden ingediend met daaronder verslaglegging van de zorgverlener/ aanbieder. Daarna word u uitgenodigd op gesprek. In dit gesprek gaat men kijken of er in uw omgeving geen mensen zijn die u kan ondersteunen en zal ook gevraagd worden wat u voor andere hulpmiddelen worden ingezet. Bij dit gesprek mag de zorgverlener niet aanwezig zijn (i.v.m. belangenverstrengeling). Bij dit gesprek mag wel een mantelzorger mee. Een mantelzorger zorgt langdurig en onbetaald voor iemand die chronisch ziek, gehandicapt of hulpbehoevende is. En met wie hij of zij een persoonlijke band heeft. Dat kan een familielid zijn, maar ook een vriend of kennis. Een mantelzorger is geen beroepskracht. Op het moment dat bijv. een ouder betaalt wordt door de cliënt voor bepaalde diensten vanuit het PGB dan mag deze niet aansluiten/ ondersteunen bij het gesprek.
De WMO onderzoekt in de aanvragen of het mogelijk is of er mantelzorgers zijn die de aangevraagde hulp willen en kunnen bieden. Als blijkt dat deze vrijwillige hulp niet aanwezig is of aangevuld moet worden door professionele hulp, dan zal de gemeente u een aanbod doen bij de organisatie waar zij zorg uitbesteden.
Belangrijk !!! In 2015 kunt bij de WMO nog aangeven welke zorgaanbieder/ zorgverlener in de toekomst nog uw zorg wilt afnemen. Dit moet u aangeven op het gesprek waar u voor uitgenodigd wordt. Doet u dit niet dan bepaalt de gemeente welke zorgaanbieder/ zorgverlener waar u de zorg af moet nemen.
Langdurige Zorg en WMO In sommige situaties en dat is voor een groot deel van onze cliënten gaat de zorg onder de WMO vallen en onder Langdurige Zorg. Dit geldt voor de cliënten die Verblijf nodig hebben en daarnaast nog ondersteuning op het gebied van persoonlijke verzorging, individuele begeleiding, groepsbegeleiding (dagbesteding). Dit geldt niet voor de cliënten met een geldige indicatie VG3 of GGZ 3 die is afgegeven voor januari 2015. Bij een nieuwe indicatie aanvraag VG3 of GGZ 3 zal deze gedeeltelijk onder de Langdurige Zorg vallen en gedeeltelijk onder de WMO.
Wat biedt de Amethyst u nu ? De Amethyst is nu bezig voor de cliënten die ondertussen de brief hebben ontvangen op gebied van trekkingsrecht. De zorgovereenkomsten en de zorgbeschrijving in orde te maken. Dit geldt alleen voor de zorgovereenkomsten en zorgbeschrijvingen die betrekking hebben op de geboden zorg bij de Amethyst. De Amethyst biedt ondersteuning aan de cliënt, ouders of vertegenwoordigers rondom trekkingsrecht. De Amethyst biedt ondersteuning de cliënt, ouders of vertegenwoordigers nieuwe indicaties aan te vragen. De Amethyst zoekt uit welke zorg waar aangevraagd moet worden (WMO of LDZ). De Amethyst biedt de mogelijkheid om samen met de cliënt , ouders of vertegenwoordigers zich voor te bereiden op de gesprekken die gaan komen. Het is een hectische tijd rondom de veranderingen in de zorg. Ook is het nog niet duidelijk hoe alles precies geregeld gaat worden in 2015. Hoe de aanvragen/ indicaties eruit gaan zien. Mochten er vragen zijn kunt u contact opnemen met de Amethyst . Contact persoon:
[email protected] 06-23516605 Janine de Winkel: Stephan Tiebosch
[email protected] 06-22694380
Wat adviseren we u ? Mocht er een brief binnenkomen vanuit de SVB neem dan z.s.m. contact op met de Amethyst en geef de brief af. Daarnaast maakt u gebruik van meerdere zorgaanbieders deze ook snel benaderen, zodat u de gevraagde stukken op kunnen sturen. Begin officiële documenten te verzamelen (ziekenhuis, arts, psychiaters, schoolverslagen, afwijzing WSB (Wet Sociale Werkvoorziening), enz.). Maak een overzicht welke zorg u nu geleverd krijgt. Verzamel informatie over bijv. de dagelijkse dingen die niet goed gaan buiten uw huishouden. Denk hierbij aan onderwijs, clubs, enz. Maak een rapportage aan over de dagelijkse gang van zaken. Wat gebeurd er als u zorg geboden krijgt, maar ook als de zorg niet geboden wordt wat zijn daar de gevolgen van. Bereidt u goed voor als u uitgenodigd wordt voor gesprekken. We adviseren ook lid te worden van Per Saldo, belangenvereniging PGB-houders die ondersteunt op het gebied van PGB. Zij bieden ook juridische ondersteuning. MEE kan u ook adviseren en ondersteunen.
