Veiligheid op bouwwerven VWS Minimum standaard
Inhoud
Risico-analyse
2
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
4
Alleen werken
6
Gebruik van handgereedschap en apparatuur
8
Voertuigen bedienen op het terrein
10
Besloten ruimtes
14
Gevaarlijk materiaal
18
Graafwerken
22
Werken op hoogte - Overzicht
26
Werken op hoogte - Steigers
28
Werken op hoogte - Ladders
32
Hijswerkzaamheden
34
Laswerken
38
Afvalwater
42
Energie-isolatie
46
Test- en ingebruikname
50
Risico-analyse 6
Vergunning 4
3
Reddingsplan
Voorafgaande briefing
7
2
Betrokken personen
Werkinstructies
5 1
PBM en veiligheidstoestellen
risicoanalyse
3
Identificeer alle gevaren en BEOORDEEL DE RISICO’S DIE ZE STELLEN. 1 Betrek de personen DIE HET WERK ZULLEN UITVOEREN bij deze beoordelingen. 2 Hou voorafgaand BRIEFINGS om risico’s en controlemaatregelen te benadrukken. 3 Zorg ervoor dat alle NOOD SYTEMEN, ALARMEN en VLUCHTWEGEN operationeel zijn en medegedeeld. 4 Zorg ervoor dat alle PBM, VEILIGHEIDSTOESTELLEN EN TOEZICHTAPPARATUUR naar behoren werken. 5 Zorg dat alle vergunningen er zijn, alle mogelijke CONFLICTERENDE AKTIVITEITEN gekend zijn en dat ALLE NODIGE ONDERBREKINGEN gemaakt zijn. 6 Zorg ervoor dat iedereen WERKT VOLGENS DE WERKINSTRUCTIES. Zorg er voor dat WERK EN WERKINSTRUCTIES nogmaals een RISICO-ANALYSE ondergaan met alle vermelde controlemaatregels. 7
Vergunning
Verklaring werkwijze
Risicoanalyse
Reddingsplan
Persoonlijke beschermingsmiddelen INDIEN NODIG
VERPLICHT Helm Oogbescherming
Gasmasker
Vest met hoge zichtbaarheid
Handschoenen
Stofmasker
Verstelbaar werkpak
Verstelbaar werkpak Veiligheidsschoenen (stalen zool en tip) Gehoorbescherming
(PBM)
5
Wees je er van bewust dat sommige taken GESPECIALISEERDE OPLEIDING en geschikte PBM vereisen. Ga na met de verantwoordelijke indien je niet zeker bent. Weet HOE EN WAAR de PBM’s gebruikt moeten worden, dewelke je verkregen hebt tijdens de vergaderingen. Wees je bewust van de gevaren waar de PBM JE VOOR BESCHERMEN. Wees je bewust van beperkingen van deze bescherming. Zorg ervoor dat je PBM werken en controleer regelmatig op defecten. Zorg ervoor dat je weet hoe je je PBM MOET ONDERHOUDEN, REINIGEN EN BEWAREN. VERVANG OMIDDELLIJK DEFECTE, VERLOREN, VEROUDERDE EN VERLOPEN PBM’s. RAPPORTEER ELK PROBLEEM bij gebruik of efficientie.
Alleen werken
1
2
Communicatiemiddelen
3
EHBO-kit
rapporteer aankomst en vertrektijd
7
Alleen werken is NIET TOEGESTAAN in de volgende omstandigheden: Besloten ruimtes; Op of in de buurt van water; Aan elektrische apparaten onder stroom; In verwaarloosde of gevaarlijke gebouwen. PLAN EN EVALUEER het werk en de omgeving om er zeker van te zijn dat mogelijk is om alleen te werken (bv geen zware hijswerken of andere persoonlijke risico’s enz). Laat bij de aangewezen personen NAUWKEURING weten WAAR JE BENT EN HOE LANG HET GAAT DUREN. Wees je bewust van ANDERE ACTIVITEITEN daar waar je van plan bent zijn. Altijd aan- en afmelden bij aankomt en het verlaten van uw bestemming om ervoor te zorgen dat JE AANWEZIGHEID gekend is. 1 Rapporteer altijd aan de aangewezen personen op afgesproken tijdstippen, via telefoon of radio, met inbegrip uw vertek op de eindbestemming tijdens avondwerk. 1 2 Zorg ervoor dat alle communicatiemiddelen en waarschuwingstoestellen volledig geladen zijn. OVERWEEG een EHBO-opleiding en persoonlijke alarmen. 3
2
Risicoanalyse
Gebruik van handgereedschap en
1
Geschikte persoonlijke beschermingmiddelen (PBM)
2
3
5 4
Scherpe gereedschappen bewaren in koffers
Voorkom dat objecten kunnen vallen
Wees je bewust van andere activiteiten
Geen rondslingerende gereedschappen
appAratuur
9
Zorg ervoor dat je een VERGUNNING (indien nodig), OPLEIDING en de PBM’s hebt voor het gereedschap dat je gebruikt. 1 Wees je bewust van ANDERE ACTIVITEITEN rondom je en voorkom dat gereedschappen kunnen vallen van op de werkplek. 2 3 GEREEDSCHAPPEN niet in gebruik moeten bewaard worden op een VERZEKERDE PLAATS. Alle SCHERPE GEREEDSCHAPPEN en BRANDSTOFFEN niet in gebruik moeten ondergebracht worden in de voorziene koffers. 4 Hou de werkplek vrij van RONDSLINGERENDE GEREEDSCHAPPEN, kabels in de doorgangen, gangpaden en loopbruggen enz. Werk zoals een goede huisvader. 5 GEBRUIK GEEN beschadigde gereedschappen, kabels, hijswerktuigen en veiligheidsapparatuur. Zorg ervoor dat alles onderworpen is aan controles en dat de certificaten aanwezig zijn. RUIME DE WERKPLEK VOLLEDIG OP wanneer je taak er op zit. Gebruik altijd het gereedschap waar het voor ontworpen is.
Vergunning
Voertuigen bedienen op het terrein
6
4
zwaailichten 5
Veiligheidsgordel 2
Opgeleide bestuurder
Beveiligde lading
3
1
Hijsbegeleider
Gecontroleerde voetgangersbeweging
11
ALLE VOERTUIGEN op het terrein vallen onder het WERFVERKEER EN VOETGANGERSBEHEERPLAN.
1
Het werfverkeer en voetgangersbeheerplan moet MEDEGEDEELD WORDEN AAN ALLE BESTUURDERS EN OPERATOREN. Alle bestuurders en operatoren MOETEN OPGELEID ZIJN voor de voertuigen die ze moeten besturen. 2 Gebruik altijd een HIJSBEGELEIDER bij het manoeuvreren. 3 Vervoer passagiers enkel in de voorziene stoelen, gebruik makend van de VEILIHEIDSGORDELS. 4 Alle ladingen moeten beveiligd en vastgemaakt zijn.
5
Controle dienen te gebeuren door een BEVOEGD PERSOON. DRAAGBARE COMMUNICATIETOESTELLEN zijn VERBODEN en mogen door de bestuurders en operatoren enkel gebruikt worden als ze deel uitmaken van de operatie. Alle voertuigen en machines moeten uitgerust zijn met zwaailichten en signaalrichtingen (volgens reglement).
6
Werfverkeer-
en voetgangersbeheerplan
Voertuigen bedienen op het terrein
BLOKKEER geen voetpaden en vluchtwegen met uw voertuig.
Bij niet gebruik van het voertuig, ZET DE HANDREM, zet hem in neutraal en VERWIJDER DE KONTAKTSLEUTEL.
13
HOU HET VOERTUIG PROPER en vrij van zaken die de BEDIENING KUNNEN BELEMMEREN.
Gebruik het voertuig enkel waar het IS VOOR ONTWORPEN.
Besloten ruimtes 3 8
1
4
directe communicatie
toevoer van verse lucht Reddingsmateriaal
2
afbakeningen
6 5
Stand-by persoon
afbakeningen
7
vergrendelde leidingen
explosieveilige verlichting
15
NIET IN DE RUIMTE GAAN als het werk van buitenaf kan gebeuren. Zorg ervoor dat je een vergunning en een reddingsplan hebt. Voorzie reddings- en EHBO-materiaal.
1
VOORZIE IEMAND BUITEN die directe verbinding heeft met de persoon binnen en met hulpverleners. 2 3 VOORKOM ONBEVOEGDE TOEGANG. Gebruik afbakeningen en borden. 4 5 ZET ALLE toestellen uit, SLUIT en VERGRENDEL alle leidingen, kanalen en kleppen voor het betreden van de ruimte. 6 VOORZIE explosieveilige VERLICHTING.
7
VOORZIE VERLUCHTING, indien nodig door middel van ventilatoren. 8
Vergunning
Reddingsplan
Besloten ruimtes
Crontoleer in en uitgang van de werkruimte. Zie dat je een lijst hebt van personen aan het werk in de ruimte.
TEST EERST DE ATMOSFEER voor en tijdens het werk, zoals vermeld in de vergunning en draag, indien nodig, een zuurstofapparaat.
17
VERWIJDER OF ONTKOPPEL ALLE SLANGEN die gassen verdelen in de besloten ruimte wanneer men deze verlaat.
STA GEEN SCHADELIJKE ROOK van uitrustingen toe in en rond de besloten ruimte.
Gevaarlijk materiaal 4 3
5
1
Veilige, goed geventileerde plaats
Breng ongebruikte producten terug
Informatiebladen 2
borden en etiketten
PBM
19
BEOORDEEL RISICO’s, gebruik, indien mogelijk, niet gevaarlijke alternatieven. Volg OPLEIDINGEN, gebruik de informatiebladen, ken de etiketten en hun betekenis. 1 2 BEWAAR alle gevaarlijke producten in een veilige en goed geventileerde plaats, weg van andere activiteiten. 3 Beperk het aantal BLOOTGESTELDE PERSONEN en GEBRUIK PBM’s. 4 Werk altijd volgens de WERKINSTRUCTIES en RISICO ANALYSES. MELD lekken en andere defecten. BRENG alle niet gebruikte producten TERUG naar de opslagplaats wanneer u klaar bent. 5 Wees je bewust van de NOODPROCEDURES. Besteed aandacht aan PERSOONLIJKE HYGIENE. Volg MEDISCH TOEZICHT en controle en hou de gegevens bij.
Risicoanalyse
Reddingsplan
Verklaring werkwijze
Gevaarlijk materiaal
Gebruik altijd een VEILIGE WERKWIJZE.
Gebruik enkel PBM’s die GOED PASSEN en uw bewegingen niet belemmeren.
21
Controleer dat de veiligheidsvoorzieningen voor alle uitrustingen CORRECT WERKEN.
SLUIT ALLE OPSLAGVATEN wanneer deze niet in gebruik zijn en doe dit werk buiten indien mogelijk.
Graafwerken 3
2
afsluitingen 6
stand-by persoon/ begeleider
Veilige uitgang
MAXIMUM 8 METER
MINIMUM 1 METER
5
4
borden
1
afgegraven materiaal op veilige afstand
gelokaliseerde leidingen
23
LOKALISEER EN IDENTIFICEER leidingen en kabels.
1
Zorg voor een VERGUNNING en MAAK EEN RISICOANALYSE voor de graafwerken. VOORZIE IEMAND BUITEN die directe verbinding heeft met de hulpverleners en toegangspersoneel. 2 VOORKOM ONBEVOEGDE TOEGANG. Zet afspanningen, waarschuwingsborden en verlichting.
3
4
Leg afgegraven materiaal MINSTENS 1 METER uit de buurt van de graafwerken. Plaats gepaste afsluitingen voor voetgangers en voertuigen. 3 5 Voorzie geschikte toegangs-, uitgangs- en vluchtmiddelen en wegen. Plaats MINSTENS EEN LADDER PER 8 METER GRAAFWERKEN. 6 CONTROLEER GROND EN OMGEVINGSFACTOREN voor verandering, zeker in extreme weersomstandigheden.
Vergunning
Risicoanalyse
Weersom-
standigheden
Graafwerken
Lokaliseer alle ONDERGRONDSE LEIDINGEN en sluit deze af of verwijder ze indien nodig.
Voorkom dat HELLINGEN, SLEUVEN EN STUTTEN kunnen instorten.
25
BESTAANDE GEBOUWEN IN DE BUURT van de graafwerken dienen degelijk ondersteunt te worden.
BEVEILIG de graafwerken tegen TRILLINGEN. Voertuigen en machines moeten minstens 2 METER afstand houden.
Werken op hoogte - Overzicht
6
6
Leuningen
Boordplank
5
Beveiligde objecten
7
Veilige steiger etiket
3 4 1
Waarschuwingsborden
2
Verboden zone
Afspanningen
Stevige en stabiele ondergrond
27
Zorg voor een RISICOANALYSE en een REDDINGSPLAN. Gebruik een VERBODEN ZONE onder het werkterrein indien nodig. Gebruik een geschikte AFSPANNING en WAARSCHUWINGSBORDEN. 1 2 3 Werk niet op hoogte bij SLECHT WEER. DE GROND moet STEVIG, STABIEL en VRIJ ZIJN VAN OBSTAKELS. 4 BEVEILIG VOORWERPEN, hou ze minstens 60 cm van de rand. 5 VOORKOM DAT VOORWERPEN van de steiger KUNNEN VALLEN. 6 CONTROLEER de steigers DAGELIJKS voor het gebruik. CONTROLEER HET ETIKET VAN DE STEIGER en de staat van de laddersporten, constructielassen, antislipdelen of vergrendelingen en voetsteunen. 7 GEBRUIK enkel een LADDER als het veilig is en alle andere methoden onmogelijk zijn gebleken.
Reddingsplan
Risicoanalyse
Weersom-
standigheden
Werken op hoogte - Steigers
Controleer dat de steigers het gewicht kunnen dragen dat gebruikt zal worden. Steigers MOGEN NIET OVERLADEN worden met materialen.
Werk nooit aan DE BUITENKANT van een systeem. Gebruik altijd de VOORZIENE TOEGANG.
29 Steigers bouwen en demonteren mag enkel gebeuren door BEVOEGDE personen. Steigers moeten voorzien zijn van een veiligheidsetiket. ‘GEEN ETIKET = GEEN TOEGANG’ Gebruik de steiger enkel voor de voorziene taak, zoals beschreven op het ETIKET.
Meld ONTBREKENDE OF DEFECTE delen.
Werken op hoogte - Steigers
Enkel ladders (geen trapladders) bevestigd aan beide zijden mogen gebruikt worden om TOEGANG TE VOORZIEN naar een ANDER NIVEAU. Draag schoenen met ANTISLIP ZOLEN. Een goedgekeurd harnas moet gedragen worden daar waar andere systemen niet gebruikt kunnen worden. Het HARNAS moet achter en boven de persoon BEVESTIGD WORDEN.
31
Let op BEWEGENDE MACHINES EN ELEKTRISCHE BRONNEN.
DRAAG GEEN ZWARE GEWICHTEN, gooi geen OBJECTEN naar andere personen.
Werken op hoogte - Ladders BEVESTIG de ladder ZORGVULDIG bovenaan en laat RUIMTE om de ladder voldoende schuin te zetten (minimum 1 op 4). Als de ladder niet kan worden vastgemaakt, zet deze tegen een vast rustpunt bovenaan en laat ruimte om een stabiel apparaat te plaatsen (altijd een veiligheidsharnas dragen).
De ladder moet minstens VIER SPORTEN HOGER zijn dan nodig. GEBRUIK NOOIT de drie bovenste sporten.
33
Controleer dat DRIE CONTACTPUNTEN gehandhaafd blijven (een persoon moet permanent aanwzig zijn beneden aan de ladder). Zorg ervoor dat de taken kunnen uitgevoerd worden in de KORTSTE MOGELIJKE TIJD (30 min) en zonder te MOETEN WEGDRAAIEN van de ladder. PAS GEEN LADDERS AAN die in gebruik zijn.
Hijswerkzaamheden
5
vertikale hijswerken 6
1
2
Hijsbegeleider
communicatiesysteem 3
4
goed ondersteunde stempels
geschikte terrein condities
geen obstakels boven het hoofd
35
Bereid het hijswerk voor en zorg voor een HIJSPLAN. Alleen de hijsbegeleider en zijn ploeg mogen het HIJSEN LEIDEN. 1 Een geschikt COMMUNICATIESYSTEEM moet gebruikt en gecontroleerd worden door de hijsbegeleider voor het aanvatten van de hijswerken. 2 Controleer dat de TERREINCONDITIES geschikt zijn om het gewicht te dragen van de kraan en de last. 3 Controleer het weerbericht op nadelige weersomstandigheden voor het hijsen. De stempels moeten voldoende ONDERSTEUND worden door stalen platen of hout in goede staat. 4 CONTROLEER ALLE CERTIFICATEN van de kraan, schakels en toebehoren voor de hijswerken beginnen. Alle hijswerken gebeuren VERTICAAL of het tegendeel moet schriftelijk toegestaan worden door de ingenieur. 5 Alle hijstoestellen moeten periodiek gekeurd worden. BEHOUD VEILIGE AFSTAND bij overhangende obstakels. 6 Hijsplan
Weersom-
standigheden
Hijswerkzaamheden
GEEN ENKELE LAST LATEN HANGEN wanneer de kraan onbeheerd is. Baken de neerzetzones af om aanwezigheid van personen uit te sluiten. Controleer of er voldoende ruimte is ROND DE WERKZONE om te voorkomen dat personen vast komen te zitten door tegengewicht.
37
Het gewicht van de last moet gekend zijn en MAXIMUM GEWICHTEN MOGEN NIET OVERSCHREDEN WORDEN.
STOP wanneer de last van de grond is en CONTROLEER DE STABILITEIT van de kraan en de last.
Laswerken
1
Het verdrijven van rook
2
ventilatie
3
geschikte uitrusting
4
PBM
39
Zorg voor een werkvergunning en dat er een brand- en vluchtplan is. Zorg voor middelen om LASSPATTEN en -VLAMMEN te beperken, DAMPEN en ROOK te VERDRIJVEN en VOORZIE VENTILATIE of ademhalingsbeschermingsmiddelen. 1 2 Plan de taak en zorg voor EEN GESCHIKTE UITRUSTIG. 3 4 En gebruik geschikte PBM’s. Houdt de uitrusting in een veilige toestand, ook bij kortstondig niet gebruik (verwijder de stekkers uit de stopkontakten, sluit de gasflessen). CONTROLEER HET WERKTERREIN 2 uur na het beëindigen van de taak.
Vergunning
Brand-
en noodplan
Laswerken
LET OP ANDERE ACTIVITEITEN rondom je, inclusief opslag en brandbare voorraden.
Zorg voor EEN GESCHIKTE UITRUSTIG. CONTROLEER DE UITRUSTING OP GEBREKEN alsook ALLE CERTIFICATEN voor gebruik.
41 Zorg er voor dat de uitrusting TERUGKEERD NAAR HET MAGAZIJN na de taak. HOU DE FLESSEN STAANDE in een veilige, afgesloten aparte opslag. HOU de volle en de lege en de zuurstof en brandbare gassen APART. (MIN. 8 meter afstand.)
Zie dat je BRANDBLUSAPPARATEN in de buurt hebt. Opslag mag nooit gebeuren onder de grond of aan besloten ruimtes en verwijderd van gebouwen en normale werkzaamheden. De opslag moet goed geventileerd en geëtiketteerd zijn.
Afvalwater 2
niet alleen werken 7 veiligheidsharnas 9
6
alarmsignalen
PBM
8
geschikte ankerpunten
1
3
4
reddingsapparatuur
EHBO-kit 5
afbakening
geen toegang voor onbevoegden
43
Voorzie een RISICOANALYSE en REDDINGSPLAN. VOORKOM TOEGANG aan onbevoegden tot het werkterrein. 1 HET IS VERBODEN ALLEEN TE WERKEN aan open water. 2 Voorzie geschikte REDDINGSBOEIEN EN VEILIGHEIDSHARNASSEN wanneer men kort bij water werkt. 3 4 Zorg ervoor er GESCHIKTE AFSPANNINGEN geplaatst zijn. 5 Voorzie PBM’s en correcte VEILIGHEIDSHARNASSEN wanneer er gewerkt wordt bij water. 6 7 Zie dat alle geschikte ANKERPUNTEN beschikbaar zijn en gebruikt. 8 Zorg voor de mogelijkheid alarm te slaan.
9
ONTHOU dat reddingsboeien niet werken in beluchtte tanks.
Risicoanalyse
Reddingsplan
Afvalwater
SCHEIDT propere en vervuilde uitrusting.
SELECTEER EN VERSTREK passende PBM en bijhorende opleiding. Gebruik altijd de verplichte PBM’s plus WATERDICHT GEZICHT- EN OOGBESCHERMING en een werkpak.
45
Besteed aandacht aan PERSOONLIJKE HYGIENE, was je handen, eet of rook niet.
Zorg voor een VACCINATIEPROGRAMMA in samenspraak met het gezondheidstoezicht.
Energie-isolatie
5
Gecontroleerde isolatie
4
drukloos systeem
3 1 2
ontkoppelde energiebronnen
Isolatieschema
vergrendel en etiketteer systeem
47
Bereidt het werk voor en maak EEN ISOLATIESCHEMA. 1 Informeer alle nodige operatoren en herhaal de NOODPROCEDURES. Zorg dat alle ENERGIE VOEDINGEN ZIJN AFGESLOTEN. Gebruik een VERGRENDEL EN ETIKETTEERSYSTEEM. 2
3
Zet heel het systeem DRUKLOOS en markeer de WERKRUIMTE. 4 CONTROLEER DE ISOLATIE door gebruik van meters en sensoren. 5 VOORKOM TOEGANG AAN ONBEVOEGDEN. Gebruik afspanningen en borden.
Ene rgieisolatie plan
Vergunning
Verklaring werkwijze
Risicoanalyse
Reddingsplan
Energie-isolatie
MAAK HET TERREIN VOLLEDIG VRIJ op het einde van de taak.
Opgeslagen en restenergie vrijgeven door gecontroleerde ontluchting en afvoer.
49
Sluit alle energiebronnen terug aan en verwijder de vergrendelingen en etiketten. Start de installatie terug op en CONTROLEER HET WERKTERREIN vooraleer toegang toe te staan aan de operatoren.
Test- en ingebruikname
3
pre-start vergadering
2
4
5
bevoegd persoon als leidinggevend
Waarschuwingssignaal
afstandbediening 1
Test- en ingebruiknameschema
51
Vooraleer de taak te beginnen moet men een TESTEN INGEBRUIKNameSCHEMA MAKEN MET EEN RISICOANALYSE, WERKINSTRUCTIES EN NODIGE VERGUNNINGEN. 1 Stel een BEVOEGD PERSOON AAN als leidinggevende. 2 Woon de PRE-START VERGADERING bij.
3
Controleer dat alle noodmaatregels genomen zijn en de VERBODEN ZONES gekend zijn. CONTROLEER ALLE COMPONETEN en voorlopige zaken op beschadigingen, uitlijning en bouwkwaliteit. Wees je bewust van de plaatsen waar je GEEN TOEGANG toe hebt. Start en eindig de testen met een WAARSCHUWINGSSIGNAAL. 4 Gebruik APPARATUUR OP AFSTANDBEDIENING, waar mogelijk, om de testen uit te voeren en op te volgen. 5 Ga enkel in de testruimte NADAT de testen voltooid zijn. TESTING
AND COMMISSIONING PLAN
Vergunning
Verklaring werkwijze
Risicoanalyse
Reddingsplan
NOTitiES
Ontwikkeling is gedaan door Organica, met inbegrip de kreatie van de 3D VWS generike tekens, de werkzaamheden en het uitrusting in dit boek. In dit project gebruikt het bedrijf haar eigen uitgebreide ervaring bij het overbrengen van kennis via drukwerk en leerinhoud op internet (e-learning).
