Analyse Getergd ASML grist teugels uit handen Cymer
Nieuws TMC zet volgende stap met nieuwe eigenaar
9
Maandelijks magazine voor de hightechindustrie // 9 november - 14 december 2012 // www.bits-chips.nl
Gezondheidszorg
Tussen technische innovatie en markt
Learn, create and make it work!
Wij zijn op zoek naar Top Talenten!
CIMSOLUTIONS Weekend in Keulen 2011
en bieden Top Beloning voor Top Talenten! CIMSOLUTIONS is een TOP ICT-Dienstverlener op het gebied van administratieve en industriële automatisering, opererend vanuit onze vestigingen in Amsterdam, Best, Deventer, Groningen, Rotterdam, Vianen en Dhaka (Bangladesh). We zijn ISO gecertificeerd en dit jaar door CRF voor de 6e keer als ‘Top Employer ICT’ beoordeeld. Onze klanten zijn internationale bedrijven en overheden waar technologie en innovatie hoog in het vaandel staan. Onze uitdaging is om onze klanten succesvol te laten zijn in hun projecten en doelstellingen. Daarvoor leveren wij als onafhankelijke ICT dienstverlener met circa 250 professionals hoogwaardige expertise in de volle breedte van het ICT werkveld, al sinds 1992. Bezoek voor meer informatie onze website www.cimsolutions.nl. Wij zoeken, voor zowel technische als administratieve en business automatisering, ervaren én ambitieuze professionals met een voorliefde voor ICT, die klantgericht zijn, zowel zelfstandig als in teamverband goed functioneren, communicatief en sociaal vaardig zijn en uitblinken in kwaliteit en professionaliteit voor actuele functies als:
- C#/C++/Java/Embedded Software Engineer - Software Architect/Technisch Ontwerper - Functioneel/Applicatie/Systeem Beheerder - Projectleider/Projectmanager
- Tester/Testcoördinator/Testmanager - Informatie Analist/Functioneel Ontwerper - ICT Starter/Young Professional/Trainee - Embedded Linux/Android/Java/C++ Software Engineer
Voor meer actuele en uitdagende vacatures en vereiste kennis en ervaring, zie www.cimsolutions.nl. Ook gekwalificeerde ZZP’ers/zelfstandigen/freelancers mogen reageren. Wij hebben continu uitdagende projecten. Wij bieden: - de kans om mee te groeien in een dynamische en gezonde onderneming; - zelfontplooiing door gevarieerd werk en opleiding; - uitdagende en state-of-the-art en hightech projecten; - uitstekende arbeidsvoorwaarden, zoals een auto en onkostenvergoeding; - collegiale, informele en professionele werksfeer bij een Top Employer ICT. Interesse? Als je geïnteresseerd bent in een functie bij CIMSOLUTIONS, stuur dan je sollicitatiebrief met cv naar CIMSOLUTIONS, Postbus 183, 4130 ED Vianen of mail naar
[email protected]. Voor meer informatie kun je onze website bezoeken bij www.cimsolutions.nl en/of bellen met Jos Peek of Djurre van Gulik, telefoon 0347-368100 tot 21.00 uur. Vianen | Best | Deventer | Rotterdam | Amsterdam | Groningen | Dhaka CIMSOLUTIONS B.V. | Havenweg 24, 4131 NM Vianen | Postbus 183, 4130 ED Vianen | The Netherlands Phone: (+31) 347-368100 | Fax: (+31) 347-373777 | E-mail:
[email protected] | Internet: www.cimsolutions.nl 120997_cim_182x263.indd 1
18-10-12 11:02
Opinie Redactioneel
Indianenverhaal
H
Nieke Roos is hoofdredacteur van Bits&Chips.
et gaat niet goed met ST-Ericsson, al een hele tijd niet. Drie CEO’s in vier jaar zijn er tot nu toe niet in geslaagd om de boel op de rails te krijgen: de joint venture blijft de slechte rapportcijfers en ontslagrondes aaneenrijgen. En het einde van de malaise lijkt niet in zicht. De overgebleven werknemers zijn niet te benijden. Het begin was al niet echt lekker. In juni 2008 bundelden STMicroelectronics en NXP hun mobiele en draadloze krachten in ST-NXP Wireless. De navelstreng was amper doorgeknipt of de Frans-Italiaanse papa zorgde voor een ruwe verstoring van het prille gezinsgeluk door ervandoor te gaan met zijn nieuwe Zweedse vlam Ericsson. De Nederlandse mama had het nakijken, met een oprotpremie van 92 miljoen dollar, dat wel. Onze conclusie in Bits&Chips: NXP is gewipt en Frans van Houten, toenmalig CEO, genaaid, voor een fooi. Of het lag aan deze valse start weet ik niet, maar de eerste stapjes van de joint venture waren allerminst voortvarend: de inmiddels tot ST-Ericsson omgedoopte spruit belandde gelijk fors in de min. Daarna is alleen maar bergafwaarts gegaan, met gestaag dalende inkomsten en het ene dieprode kwartaal na het andere. De voorbije vier jaar is de omzet zowat gehalveerd en als we de bedragen onder de streep van begin 2009 tot en met het afgelopen derde kwartaal bij elkaar optellen, geeft dat een formidabel totaal van maar liefst -2,6 miljard dollar. Zo bezien, was het buitenspel van NXP geen naaistreek maar eerder een grote gunst. In een poging weer winstgevend te worden, snijdt ST-Ericsson diep in eigen vlees. Koud begonnen, schrapte het in november 2008 al vijfhonderd van de 7500 arbeidsplaatsen. Een half jaar later verdwenen er twaalfhonderd banen, in december 2009 zeshonderd en in juni 2010 weer vijfhonderd. Als klap op de vuurpijl sneuvelden er afgelopen april nog eens zeventienhonderd posities. Volgens deze getallen is in vier jaar tijd dus niet alleen de omzet gehalveerd maar ook het personeelsbestand. Officieel heet het dat ST-Ericsson zijn wereldwijde activiteiten concentreert in een kleiner aantal sites omdat de huidige organisatiestructuur te complex en te duur is. In normaal Nederlands heeft de joint venture gewoon een te grote broek aan. Al sinds de geboorte, getuige de eerste herstructurering
na amper een paar maanden. En die broek gaat niet beter zitten zolang het niet lukt om het echte probleem aan te pakken: het bedrijf krijgt maar geen voet aan de grond in smartphones en tablets. De business in ‘ouderwetse’ producten kalft af, maar in de nieuwe markten heeft het nog nauwelijks ingang gevonden. Tot aan dit jaar bleef de Benelux buiten schot. In april was de gewezen ST-site in Zaventem echter het haasje: een streep door de GPS-ontwikkeling en zo’n tachtig mensen op straat. Twee weken geleden was het voormalige NXP-clubje in Nijmegen aan de beurt. ST-Ericsson zet een punt achter de WLan-activiteiten daar en de overige bezigheden hebben te weinig kritische massa om
Al vanaf het begin heeft ST-Ericsson een te grote broek aan de vestiging overeind te houden, zodat de 56 medewerkers op zoek kunnen naar een andere baan. Misschien dat ze aan de slag kunnen bij het Eindhovense kantoor, ook ex-NXP, waar bijna veertig mensen werken aan vectorprocessoren voor de basisband. Het ST-Ericsson-verhaal doet me sterk denken aan de detectiveroman ‘Tien kleine indiaantjes’ van Agatha Christie, waarin de tien hoofdpersonen een voor een het loodje leggen tot er niemand meer over is. In dit geval zijn het er drie. Roodhuid Zaventem is het eerste slachtoffer. Het indiaantje Nijmegen lijkt de dans te ontspringen, maar gaat uiteindelijk toch voor de (strijd)bijl. Als laatste der Mohikanen blijft Eindhoven over. Maar voor hoe lang nog? Het is niet te hopen dat dit verhaal afloopt zoals het kinderversje waarop het boek is gebaseerd: and then there were none.
9|3
2 013 2013 5 April dhoven 2 d n a in 24 .nl bouw, E Klokge ghtechsystems i www.h
Mark your calendar M
24 and 25 April 2013 Klokgebouw Eindhoven, NL Participate as a sponsor or exhibitor? Interested in participating as a sponsor or exhibitor? Please contact
[email protected] or go to www.hightechsystems.nl #HTS13 Organisers
IVEN R D L E MOD LOPMENT DEVE DAYS
13 April 20 hoven 5 2 d n ind 24 a bouw, E events.nl/mdd e g k o l K ightech www.h
2013 12 June grescentrum genbosch n o 1931 Co allen, ‘s-Hert ce.nl n h t Braban rdwareconfere a www.h hips
High-Tech Systems is the result of a collaboration between Brainport Industries, Dutch Society for Precision Engineering, Enterprise Europe Network, Syntens Innovatiecentrum, FMTC and Techwatch, publisher of Bits&Chips and Mechatronica&Machinebouw High-Tech Systems 2013 is supported by
Exhibitors • AAE • Alten Mechatronics • ASML • Ceratec Technical Ceramics • Controllab Products • DEMCON advanced mechatronics • Dutch Precision Technology • Festo • Greentech Engineering • HEIDENHAIN • KMWE Precisie Eindhoven • Nijdra Special Products • Nobleo Technology • NTS-Group • PM-Bearings • TMC Group • Yacht
2013
DED D E EMBSTEMS SY &C Bits
3 ber 201 7 Novem grescentrum genbosch n o 1931 Co allen, ‘s-Hert s.nl h t m Braban bedded-syste m www.e
even h c e t h ig www.h
ts.nl
Inhoud Deze keer in Bits&Chips
12
14
Analyse
Nieuws
Het verstandshuwelijk tussen ASML en Cymer
Gilde laat TMC versneld groeien
ASML telt 1,95 miljard euro neer voor lichtbronspecialist Cymer. Het hoe en waarom van de overname.
16 Nieuws
Europese én Nederlandse hightech omhelzen elkaar
9 In 140 woorden 10 Overzicht 12 Het verstandshuwelijk tussen ASML en Cymer 14 Gilde laat TMC versneld groeien 16 Europese én Nederlandse hightech omhelzen elkaar 18 Vechten voor elke milliwatt
17
Onder de vleugels van privé-investeerder Gilde wil TMC flinke stappen maken, zowel nationaal als internationaal.
Het grote samenstellen
Opinie 3 Indianenverhaal – Nieke Roos 15 De 2.0-antenne – Derk-Jan de Grood 17 Het grote samenstellen – Robert Hendriksen 21 De headhunter – Anton van Rossum 59 Studiehorken en klapdozen – Joost Backus
18
Vechten voor elke milliwatt
En verder 60 Trainingen 61 Events 64 Wegwijzer 67 Colofon
Achtergrond 23 Dect als bouwsteen voor internet der dingen
9|5
Accuraat! Gebruik jij je gezond verstand?
Heb jij de juiste instelling voor het ontwikkelen van mensgerichte software? Bij alle software oplossingen die wij binnen de vertical Healthcare van ICT Automatisering ontwikkelen, staat de mens centraal. Dit betekent extra aandacht voor veiligheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van software in medische systemen. Gaat jouw hart sneller kloppen van complexe software en heb jij passie voor techniek? Kijk op werkenbijict.nl voor de mogelijkheden of neem contact op met Tjitske Hartman, telefoon 06 27 08 73 58 of
[email protected].
Thema Gezondheidszorg
36
42
Achtergrond
In bedrijf
Op weg naar bestralen in de MRI-scanner
Het oog als spiegel van de bloedsuiker
Het UMC Utrecht, Philips en Elekta werken aan een systeem dat een bestraler combineert met een MRI-scanner.
28
Marktsucces engineeren in de gezondheidszorg – het kan
Achtergrond
28 Marktsucces engineeren in de gezondheidszorg – het kan 32 Reguleren om te innoveren 36 Op weg naar bestralen in de MRI-scanner 46 Twentse labchips dringen door in medische en veterinaire markt 52 Vergrijzende bevolking lonkt naar robots
Opinie
32
De sensor van Noviosense bepaalt de glucosespiegel aan de hand van het traanvocht en maakt daarmee de vervelende bloedprikprocedure overbodig.
Reguleren om te innoveren
35 Dokteren op het internet – Peter de With 45 Chips voor een medische revolutie – Rudy Lauwereins
Tech-kiek 40 Pet/MRI
52
Vergrijzende bevolking lonkt naar robots
In bedrijf
42 Noviosense Het oog als spiegel van de bloedsuiker 49 Cordian Slimme algoritmes houden oogje in het zeil 54 NYoyn ‘Bezuinigingen in de zorg zie ik met vertrouwen tegemoet’
9|7
3 juni 2014, TASS introduceert:
ScanBrush™
een technologische doorbraak in de strijd tegen ziektes. Opgevangen speeksel geeft DNAsample Display toont actieve wifiverbinding
Chip stuurt analyse naar beveiligde database
Borstel identificeert individuele gebruikers
Sensor analyseert DNAsample
Join n our future. Het vvroegtijdig tij si signaleren er van an een n zziektee iis vaak ak de beste bestrijding ervan. Maar een tandenborstel die ziektes opspoort voordat de eerste symptomen waarneembaar w ne b zzijn, kan dat? Bij TASS denken we van wel. Onze betrokken software engineers proberen elke dag technologische mogelijkheden te transformeren naar concrete toepassingen. Zo ontwikkelen we bij TASS samen met onze opdrachtgevers en partners innovatieve oplossingen voor de toekomst. Vanuit de ambitie om dát te realiseren waar anderen slechts over dromen. Meer weten over onze expertise en bijzondere projecten? Join our future op www.tass.nl.
Analyse In 140 woorden
Innovatie overname van TMC door Gilde (zie pagina Rutte II herstelt 14). Volgens hem zou het bedrijf binnen publiek-private balans drie à vijf jaar best wel eens in omvang Over topsectorbeleid gesproken: dat heeft kunnen verdubbelen als het kan uitbreiden de formatiebesprekingen tussen Mark Rutte naar Duitsland. Daarom denkt hij dat het en Diederik Samsom in grote lijnen over- meer waard is dan Gilde er nu voor overleefd. Het grootste verschil is dat er in fiscale heeft en roept hij op om te zoeken naar de en andere stimuleringsmaatregelen voor échte hoogste bieder. Hij gaat echter wel bedrijven wordt gesneden en de opbrengst erg makkelijk voorbij aan de onafhankelijwordt verdeeld over de schatkist, funda- ke waardebepaling die TMC heeft laten uitmenteel onderzoek (honderdvijftig miljoen voeren en die de geboden prijs als fair heeft euro) en onderzoek dat wordt gedaan in bestempeld. Op basis daarvan heeft het bepubliek-private samenwerkingsverbanden stuur van de dienstverlener zich achter het (Topconsortia Kennis en Innovatie, hon- bod geschaard. Burgers is zelf bovendien derdtien miljoen euro). Nu is bezuinigen op allesbehalve onafhankelijk: zijn werkgever innovatie natuurlijk zelden verstandig, maar Add Value Fund bezit een belang van 5,6 voor de ombuigingen van de private naar procent in TMC. Een typisch gevalletje van de publieke sector is veel te zeggen. Terwijl eigenbelang dus, die column. NR het bedrijfsleven onder Rutte I meer geld voor en zeggenschap over onderzoek kreeg, Mobiel moesten kennisinstellingen een aderlating Nokia klapt met buik op water van honderden miljoenen euro’s doen. Dat Begin 2011 vergeleek Nokia-CEO Stephen gat wordt niet helemaal gedicht, maar de Elop de situatie van zijn bedrijf met die blijk van waardering voor hun rol in de Ne- van een medewerker op een exploderend derlandse kenniseconomie zal universiteiten olieplatform: onder normale omstandigheden zou die nooit van grote hoogte in en onderzoeksinstituten vast goed doen. PvG de koude zee springen, maar hij heeft Dienstverlening geen keus. Aldus Elops verdediging om de (Eigen)belang in TMC eigen smartphoneplatforms aan de kant te In zijn column in het Financieele Dagblad schuiven ten gunste van Windows Phone. reageert Willem Burgers op de mogelijke Ironisch, want Nokia was op dat moment
Innovatie
Alles is top in Nederland Het Rathenau-instituut is nooit een fan geweest van innovatiebeleid geschoeid op ‘sleutelgebieden’ die ‘focus en massa’ moeten creëren. Dat schaars onderzoeksgeld anders maar zou worden verdund tot een smaakloos soepje vond het geen overtuigend argument. Onderzoek wees namelijk uit dat geprivilegieerde vakgebieden helemaal niet beter gaan presteren door alle extra aandacht. Je zou daarom verwachten dat het Rathenau ook niet erg gecharmeerd is van de topsectoren, die toch eigenlijk hetzelfde zijn als de sleutelgebieden uit de tijd van het Innovatieplatform. Maar dat valt reuze mee, bleek eind oktober na verschijning van het rapport ‘Coördinatie in de topsectoren’. Want wat is het geval? Zo’n 95 procent van het Nederlandse bedrijfsleven met een R&D-activiteit kan zich bij een van de negen topsectoren aansluiten. Meer dan genoeg om van een breed dekkend innovatiebeleid te spreken, vindt het Rathenau. PvG
juist herstellende: het was wereldmarktleider in smartphones en had na jaren ontwikkelen niet een maar twee eigen platforms klaar, concludeert blogger Tomi Ahonen. Hij schat de kosten van dit memo tot nog toe op 11,9 miljard euro aan verloren inkomsten; de Symb i a n - to e s te l l e n hoefde spontaan niemand meer te hebben, Windows-telefoons worden mondjesmaat verkocht en tot overmaat van ramp verloor de consument het vertrouwen in de simpele mobieltjes van Nokia. Tijd voor een sprong in het diepe? PE Processoren
AMD blijft liggen Rond de eeuwwisseling bracht AMD zijn aartsrivaal Intel een gevoelige klap toe door de weg te wijzen in 64 bit processoren. Intels eigen pogingen strandden terwijl AMD opstoomde in de markt en Goliath moest uiteindelijk knarsetandend de specificaties van David overnemen. Naar het nu laat aanzien, was het de laatste slag die AMD won. Het bedrijf moet na tegenvallende cijfers vijftien procent van zijn personeel naar huis sturen, nadat het vorig jaar al een tiende van het personeelsbestand had weggesnoeid. En, o schande, het neemt nu ook zijn toevlucht tot de Armarchitectuur als aanvulling op zijn X86-lijn. Heterogeniteit is het toverwoord voor de toekomst van de chipmaker – als er nog een toekomst is – om tegen Intel op te boksen. Op het engineeringstrijdveld heeft het de witte vlag gehesen. PE
9|9
Nieuws Overzicht Medisch
sen op de juiste locatie in het end-to-end-oplossingen vereist maagdarmkanaal medicijnen een grotere verkooporganisatie Nederlandse vrijgeven, blijkt uit een experi- en grotere voorraden. De Leubloeddrukmonitoring in ment met gezonde proefperso- vense draadloosspecialist onAmerikaanse handen nen. Hoewel niet heel opzien- derzoekt diverse manieren om Het Amerikaanse Edwards Life- barend vormen de uitkomsten het geld op te halen. PE sciences heeft BMEye uit Am- een belangrijke stap in de ver- /option sterdam overgenomen voor 32,5 dere ontwikkeling. Die ligt vanmiljoen euro. Deze TNO-spin- daag de dag bij Philips-spin-off Ruimtevaart Medimetrics. PE /pil Galileo gaat eindelijk validatiefase in Verlichting Onlangs zijn de derde en vierde satelliet gelanceerd voor het 171 banen weg bij Philips Galileo-navigatiesysteem. HierLighting in Eindhoven off ontwikkelt apparatuur om Philips zet een streep door 171 via een vingerbandje bloeddruk, banen bij het hoofdkantoor van zuurstofverzadiging en andere Lighting in Eindhoven. De incardiovasculaire gegevens te krimping is het gevolg van het monitoren. Dat is complemen- Accelerate!-programma. Ook de tair aan Edwards’ kathetergeba- vestiging in Turnhout vreest seerde (dus invasieve) aanbod. slachtoffer te worden van de De Amerikanen willen de Neder- nieuwe bezuinigingen. Deze mee kan de validatie beginnen landse technologie integreren locatie verkeert al lange tijd in – plaatsbepaling vereist vier satellieten. Het duurt dan nog tot onzekerheid. PE met hun eigen platform. PE /bmeye /lighting 2015 voordat een eerste versie operationeel is, terwijl de comMultimediacocon helpt pletering pas voor het einde van Netwerken zieke kinderen het decennium gepland staat. PE /galileo De TUE, het Catharina Ziekenhuis, ontwerpbureau Vanberlo Opnieuw duizenden banen en het Delftse Webchair hebben weg bij Alcatel-Lucent een multimediastoel onthuld Alcatel-Lucent wil voor eind Zonnecellen voor kankerpatiëntjes die in een 2013 1,25 miljard euro besparen door wereldwijd 5500 Siemens zet zonnecellen arbeidsplaatsen te schrappen. in etalage Iets meer dan de helft betreft Siemens trekt zich terug uit de Europese banen, waarvan 290 PV-arena. Het Duitse concern in België. De plannen om in te zegt door lager dan verwachte krimpen waren in juli al bekend groei en aanhoudende prijsgeworden; toen stond de teller druk zijn doelstellingen daar steriele isolatieruimte moeten echter nog op vijfduizend. PE niet te kunnen realiseren. De verblijven. De Escape is vormge- /alcatel betreffende divisie voor thergeven als een veilige ‘cocon’ en mische en fotovoltaïsche PV biedt een tv, geluidsinstallatie, gaat in de verkoop. Siemens laptop, spelcomputer en web- Draadloos blijft wel actief in wind- en wacam. Verlichting aan de buitenterkrachtenergie. PvG Option zoekt /siemens zijde geeft de ruimte sfeer. PE /cocon vijf miljoen euro Option zegt voor het einde Efficiëntie zonnecellen van Elektronisch gestuurde van het jaar vijf miljoen euro zwart silicium verdubbeld pil gevalideerd nodig te hebben om de recente Het Fraunhofer HeinrichEen binnen Philips ontwikkelde winstgevendheid en groei vast Hertz-Institut heeft de effielektronische pil kan bij men- te houden. De nieuwe focus op ciëntie waarmee zwart silicium
zonne-energie omzet in elektriciteit weten te verdubbelen door te spelen met de bandstructuur. Zwart silicium is normaal silicium met ingenestelde zwavelatomen en een nanotextuur. Deze combinatie zorgt ervoor dat het materiaal een aanzienlijk groter deel van het zonlichtspectrum absorbeert. PvG /zwartsilicium
Beeldverwerking Microsoft zet plat beeld om in 3D Microsoft Research en de universiteit van Illinois hebben een betere methode getoond om diepte te schatten in 2Dbeelden. Hun aanpak werkt ook goed op beelden waarbij de camera stilstaat. Daarnaast is het algoritme bruikbaar voor foto’s, hoewel de resultaten bij bewegende materiaal beter zijn. PE /microsoft
Halfgeleiders Melexis ziet omzet en winst groeien Melexis heeft het derde kwartaal een omzet geboekt van 64,4 miljoen euro, dertien procent meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Onder de streep bleef er 12,3 miljoen over, zestien procent meer dan twaalf maanden geleden. Het vierde kwartaal verwacht de Ieperse
De volledige artikelen zijn te vinden op www.bits-chips.nl/nr9 gevolgd door het label bij het betreffende stuk.
10 |
9
specialist in automotivechips een lichte terugval. NR /melexis
procent meer bestellingen bin- ciliteiten regelt. Single Quantum nen, voor in totaal 291 miljoen krijgt een starterslening van euro. Het orderboek komt daar- Fom, na eerder al een prototype mee op 503 miljoen euro. PE te hebben ontwikkeld met een /barco STW-valorisatiebeurs. PvG /singlequantum
Halfgeleidermachines
Winst ASMI blijft achter bij omzetgroei Een stijgende omzet bij ASMI Elektronica heeft zich niet vertaald in een evenredig hogere winst. De omPhilips groeit over Sensoren Mems-veteraan moet XSens zet van 409 miljoen euro in het de hele linie op CE-kaart zetten derde kwartaal is respectievelijk Philips presenteerde onlangs Delftse sensorstart-up XSens heeft Job Elders benoemd negen en acht procent hoger optimistisch stemmende cij- stapt in het licht tot senior vicepresident strategi- dan een jaar en drie maanden fers. Het draaide in het derde Sander Dorenbos’ promotiegeleden. De winst van vijf milkwartaal 6,1 miljard euro om- onderzoek naar ultragevoelige joen euro was echter lager. PvG /asmi zet, vijf procent meer dan de- lichtsensoren heeft geleid tot de zelfde periode vorig jaar. Het start-up Single Quantum. De TU bedrijfsresultaat à 450 miljoen Delft, NWO en Fom hebben een Verkeer en vervoer euro groeide van 6,8 naar 7,3 overeenkomst getekend die het procent van de inkomsten en IP en gebruik van onderzoeksfaTomtom heeft last van het nettoresultaat van 76 naar slechte automotivemarkt 170 miljoen euro. PvG /philips Het derde kwartaal heeft Tomsche allianties. Zijn voornaamste tom niet alleen minder omzet geBarco ziet omzet en focus is de uitbreiding naar de bracht in losse navigatiekastjes, bestellingen stijgen consumentenelektronicamarkt, ook de inkomsten uit inbouwnaBarco heeft de wind in de zeilen. waar de Enschedese sensorspeci- vigatiesystemen en licenties zijn Het derde kwartaal verdiende alist voet aan de grond wil krijgen gedaald. Het bedrijf moet het het bedrijf 285 miljoen euro, met zijn motion-trackingsoft- van deze markten hebben om dertien procent meer dan twaalf ware. Behalve dat hij is toege- te overleven op de lange termijn. maanden eerder. De afgelopen treden tot de raad van toezicht Alleen Business Solutions, geperiode kwamen ook vijftien heeft Elders ook een ‘aanzienlijk’ richt op grootschalige zakelijke gebruikers, deed het beter. PE bedrag geïnvesteerd. NR /xsens /tomtom
Meest geklikt in onze nieuwsbrief
1 Medisch
Accelerate! kost 270 Philips-banen in Best Philips schrapt honderdveertig vaste banen bij de productie van medische systemen in Best, plus tien commerciële functies. Nog eens honderdtwintig tijdelijke medewerkers krijgen geen verlengd contract. De ontslagronde is onderdeel van het Accelerate!-programma, dat wereldwijd 6700 banen kost. In totaal heeft Philips nu drieduizend medewerkers in Best. PE /best
2 Halfgeleidermachines
ASML grist teugels uit handen Cymer ASML telt 1,95 miljard euro
neer voor lichtbronspecialist Cymer. De Veldhovenaren zeggen vertragingen te hebben ondervonden bij de ontwikkeling van de EUV-bron en wijten die voornamelijk aan het Amerikaanse bedrijf. Met de overname willen ze zeker stellen dat hun EUV-scanners in 2014 zeventig wafers per uur verwerken. PvG /cymer
3 Innovatie
Hightech is top-topsector Hightech Systemen en Materialen is qua productie, toege-
voegde waarde en uitvoer de grootste topsector. Ruim 64 duizend HTSM-bedrijven produceren goederen ter waarde van 95 miljard euro, daarbij 32 miljard euro waarde toevoegend. Zo’n 41 miljard is bestemd voor de export. Ook gemeten in aantal banen is HTSM de grootste. PvG /htsm
4 Halfgeleidermachines
Opnieuw ontslagronde bij Besi Na een matig derde kwartaal ziet BE Semiconductor zich opnieuw genoodzaakt te snijden in het personeelsbestand. De Duivense machinebouwer wil voor het eind van het jaar voor dertien procent van zijn 1674 personeelsleden ontslag
aanvragen. Op jaarbasis moet dit een kostenbesparing van elf miljoen euro opleveren. AP /besi
5 Draadloos
ST-Ericsson sluit deuren in Nijmegen De Nijmeegse vestiging van STEricsson gaat dicht. De joint venture zet de WLan-ontwikkeling aldaar stop en de overige activiteiten hebben te weinig kritische massa om de site overeind te houden. De 56 medewerkers moeten uitkijken naar een nieuwe baan. De sluiting heeft geen gevolgen voor de Eindhovense vestiging. NR /st-ericsson
9 | 11
Analyse Lithografie
Het verstandshuwelijk tussen ASML en Cymer Dat Cymer niet over de slagkracht bleek te bezitten om een EUV-bron te ontwikkelen, bracht ASML in een lastig parket: ‘Voor dit uitzonderlijke stuk technologie werkte ons traditionele bedrijfsmodel niet.’ Het hoe en waarom van de overname van Cymer. Paul van Gerven
‘N
onsens’, noemde ASML-CFO Peter Wennink het gerucht nog in mei 2011, nadat een analist had gezegd dat Cymer een doelwit voor overname was en dat ASML boven aan zijn lijstje van potentiële kopers stond. ‘Dit is niet iets wat we overwegen. We zijn tevreden met de huidige situatie’, verzekerde Wennink persbureau Bloomberg. Maar zo tevreden was ASML helemaal niet, vertelde Wenninks collega Martin van den Brink een maandje later aan Bits&Chips.
‘De executie van Cymer valt zwaar tegen’, zei de technisch topman onomwonden in een interview dat conform de afspraak met ASML pas enkele maanden later is gepubliceerd (zie Bits&Chips 11, 2011). Na in de kinderjaren van EUV-lithografie met XTreme Technologies te hebben gewerkt, was Van den Brink in 2007 tot de conclusie gekomen dat Cymer de beste papieren had om de EUV-bron te ontwikkelen en te vermarkten. Twee jaar later bleken de Amerikanen echter niet in staat tijdig voldoende
krachtige bronnen voor ASML’s eerste preproductiemachines te leveren. Van den Brink moest alsnog enkele exemplaren bij XTreme Technologies bestellen, dat ondanks de keuze voor Cymer in zichzelf was blijven geloven en door was gegaan met ontwikkeling. Ook daarna bleef Cymer deadlines missen. Ten tijde van het bewuste interview stond een bron van honderd watt voor eind 2011 op de roadmap, maar Van den Brink vond toen al ‘ergens tussen dertig en veertig watt’ een realistischere doelstelling. Zelfs die dertig watt
Prachtige uitnodiging voor vakbekwame, betrouwbare, creatieve Software Engineers die zichzelf zien als een innovator op hun vakgebied en die collegiale samenwerking als sterke persoonlijke eigenschap op hun cv hebben staan. Be here. Be the future. “___ _______ _____ __ ____ __ __ ______ _____________ ____ _________”
“De communicatie tussen de DSP en FPGA werkt dus perfect!”
Herken je de taal van de mensen die je hier ziet afgebeeld? Heb je gezonde ambities op het gebied van mechatronica? Dan ligt er bij DEMCON een geweldige kans op je te wachten. We ontwikkelen baanbrekende projecten op het gebied van hightechtechnologie en maken een groei door waar de meeste andere bedrijven alleen maar van kunnen dromen. Neem contact met ons op als je mee wilt praten. Versterk onze denktank, ervaar waar we met elkaar toe in staat zijn en tot welke prachtige ontwikkelingen dat leidt. Kijk op www.bethefuture.nl Eindhoven
• Mechatronic systems designer • Sr. Mechanical engineer
• Projectmanager
Oldenzaal
• Mechanical Lead Engineer • Project Lead Engineer (software) • Mechanical Systems Engineers • Electrical Engineer • Mechatronic Systems Engineers • Projectmanager
www.be the future.nl
DEM1223_btf_BenC_190x115mm_FC_versie3.indd 1
12 |
9
02-10-12 09:12
(a)
(b) Gate Metal 1 Finfet
28nm 110 90 0
20nm 82 64 0
14nm 58 44 42
10nm 40 30 30
(a) Het gaat zo vaak over de bron dat je de EUV-scanner zelf bijna zou vergeten. Als enige ter wereld kan ASML’s NXE:3100 structuren op 16 nanometer half-pitch in één stap afbeelden. Ook de overlay (uitlijning tussen twee opeenvolgende belichtingen) is met minder dan twee nanometer indrukwekkend. (b) Tabel met de pitch (in nanometers) die volgens Imec nodig is om de komende generaties logicchips te maken. Alleen voor 10 nm haalt EUV de vereisten nog net niet.
heeft Cymer pas recentelijk gedemonstreerd, en dan nog niet eens onder specificaties die een productieomgeving verlangt. De mijlpalen kunnen echter niet tot in lengte van jaren worden doorgeschoven: de chipindustrie staat werkelijk te springen om EUV-lithografie. De nood is het hoogst bij DRam-fabrikanten, die weliswaar niet de allerkleinste structuren van de industrie vervaardigen, maar vanwege de relatieve complexiteit daarvan toch geen alternatief hebben in multipatterning-technieken. Nand-flashmakers hebben dat voordeel wel. Logicmakers hebben hetzelfde probleem als hun DRam-collega’s, maar lopen qua dimensies weer achter op geheugenchips. Omdat zij niet op EUV kunnen rekenen, hebben zij echter al maatregelen genomen door een kleinere krimpslag (minder oppervlaktewinst) te maken naar het 14-nanometerknooppunt en door ‘multipatterning-vriendelijke’ patronen in het ontwerp te incorporeren. Kortom: alle speelruimte voor EUV-introductie is versnoept. Wil de halfgeleiderindustrie geen onherroepelijke vertraging oplopen, dan moet er in dik een jaar een productiewaardige bron gereed zijn – want de bron blijft toch een van de grootste obstakels van EUV-lithografie. Die enorme last drukt op de schouders van ASML. De halfgeleiderindustrie kijkt nu eenmaal naar Veldhoven, de facto drager van het EUV-project, zelfs al moet de bron uit San Diego komen. ASML belooft nu de honderd watt die oorspronkelijk eind vorig jaar klaar zou zijn eind volgend jaar te leveren. Dat vermogen zou goed zijn om ongeveer zeventig wafers per uur te verwerken, en dat is zo ongeveer de minimumdoorvoer die nodig is om de aanschaf van een EUV-scanner à honderd miljoen euro te billijken. De bron bepaalt in zekere zin de doorvoer, omdat hij in hoge mate de belichtingstijd per wafer bepaalt: hoe krachtiger de lichtbron, hoe korter de belichtingstijd. Maar
ook de lichtgevoeligheid van de fotolak en de efficiëntie van het optische systeem in de scanner zelf spelen daarin een belangrijke rol. ASML laat zich overigens niet afrekenen op de doorvoer, maar alleen op het vermogen (en natuurlijk de beeldkwaliteit). Voor chipmakers is dat in zoverre een probleem, omdat de aannames op basis waarvan die zeventig wafers per uur zijn uitgerekend nogal aan de optimistische kant blijken. Met name de dosis licht die de fotolak nodig heeft, blijkt te zijn onderschat. Dat betekent dat ofwel de doorvoer moet worden verlaagd, ofwel de efficiëntie van het optische systeem in de scanner moet worden verbeterd, ofwel het vermogen van de bron moet worden verhoogd.
Boterbriefje Toen het vorig jaar begon te dagen dat Cymer de slagkracht miste om de klus in zijn eentje te klaren, is ASML gaan bijspringen. In San Diego en Veldhoven gingen er honderden ASML-engineers aan de bron werken, hun taken verdeeld over meer dan twintig werkpakketten. Voor een bedrijf dat groot is geworden op een outsourcingsstrategie is dat een opmerkelijke stap. Werken met een uitbestedingsmodel is niet noodzakelijkerwijs het goedkoopst, maar grotere flexibiliteit en risicospreiding en hogere ontwikkelsnelheid hebben nu eenmaal een prijskaartje. Normaal gesproken krijgt een toeleverancier zijn congé als hij niet voldoet, maar in het geval van de EUV-bron vond ASML dat dit geen optie was. Op de vraag waarom XTreme niet als serieus alternatief kon dienen, geeft ASML-woordvoerder Lucas van Grinsven geen direct antwoord. Hij wijst er slechts op dat Cymer een groot bedrijf is, met veel ervaring in de halfgeleiderindustrie. ASML zat met de inadequaat presterende, maar onvervangbare partner in een
lastig parket. Niet alleen was het de gebruikelijke voordelen van outsourcing kwijt, het moest nota bene geld pompen in zijn leverancier. Bovendien werkte het bepaald niet prettig, zegt Van Grinsven, doelend op de decentrale teams met tijdverschil en de problematiek rondom IP-bescherming. Tijdens een conferencecall voor analisten gaf ASML-CEO Eric Meurice aan dat alles soepeler loopt als engineers bij elkaar ‘in één aquarium’ kunnen werken. ‘Voor dit uitzonderlijke stuk technologie werkt ons traditionele bedrijfsmodel niet’, zegt Van Grinsven. Meurice noemde het negative synergy: door al het gedoe en dingen dubbel moeten doen werd de bronontwikkeling alleen maar duurder, trager en risicovoller. Stroomafwaarts geldt iets vergelijkbaars: de overlappende toeleverketens van ASML en Cymer bieden ruimte voor stroomlijning en de integratie van scanner en bron zou kunnen worden vereenvoudigd. Er was dus een boel synergie te winnen als ASML Cymer zou inlijven. Strategisch was er ook veel voor te zeggen om samen door te gaan. Cymer heeft een aantrekkelijke business uit vooral deepUV-bronnen, maar voor ASML is een omzet van zeshonderd miljoen euro normaal gesproken wat aan de lage kant om de mededingingsautoriteiten te trotseren. Bij EUVlithografie is het aandeel van de bron in de totale prijs van het lithosysteem echter aanzienlijk hoger. Daarmee wordt het voor de Veldhovenaren aantrekkelijker om ook van dat deel van de taart te gaan snoepen. Ook al houdt ASML eigenlijk te veel van de vrijheid van het vrijgezellenbestaan, het werd gewoon te kostbaar. Op 17 oktober werd dan ook het verstandshuwelijk aangekondigd, met een bruidsschat van 1,95 miljard euro. ASML heeft er alle vertrouwen in dat de autoriteiten halverwege volgend jaar het boterbriefje afgeven.
9 | 13
Nieuws Dienstverlening
Gilde laat TMC versneld groeien
Bestuursvoorzitter Thijs Manders, CEO/ COO Luud Engels en CEO/CFO Rogier van Beek (van links naar rechts) blijven op hun plek na de overname door Gilde.
Gilde heeft een overnamebod uitgebracht op TMC. Onder de vleugels van de private-equity-investeerder wil de dienstverlener flinke stappen maken, zowel nationaal als internationaal. Nieke Roos
N
a zes jaar beursgenoteerd te zijn geweest, verdwijnt TMC binnenkort weer van de NYSE Alternext. Tenminste, als de overname door Gilde Buy Out Partners doorgang vindt. De zes grootaandeelhouders van de Eindhovense dienstverlener, Mobion, TMB, Just-2-Us, Comnaar, Todlin en Spyn, hebben zich al ‘onherroepelijk gecommitteerd’ aan het bod van de Utrechtse private-equity-investeerder. Samen hebben zij een belang van 81 procent. De overige aandeelhouders kunnen hun stukken vanaf midden deze maand aanmelden. Via de nieuw opgerichte dochteronderneming Time Acquisition heeft Gilde 18,75 euro in contanten over voor ieder aandeel TMC. Dat is 25 procent meer dan de slotkoers van 19 oktober, de werkdag voordat het nieuws over het bod bekend werd, en 47 procent boven de gemiddelde stand van de laatste twaalf maanden. Het waardeert de dienstverlener op 69,2 miljoen euro. Bij een belang van 95 procent of meer, eventueel na een uitkoopprocedure, doet Time Acquisition het bod gestand en verdwijnt TMC van de beurs. ‘We waren niet op zoek naar een koper, maar als beursgenoteerd bedrijf heb je veel contact met partijen zoals Gilde. In onze gesprekken zijn we tot de conclusie gekomen dat er een heleboel aanknopingspunten zijn om samen verder te gaan’, verklaart Rogier van Beek, CEO/CFO van TMC. ‘We kunnen nu een volgende professionaliseringsslag maken en verder groeien. Daarbij ligt de focus in eerste instantie op Nederland, met name het westen, maar we kijken zeker ook naar de ons omringende landen, waar Gilde veel ervaring heeft.’
Bonafide Eind 2006 luidde een gongslag de handel in TMC officieel in. De notering aan het Damrak moest onder meer de naamsbekendheid vergroten en de positie bij bestaande
14 |
9
en potentiële klanten en nieuw te werven personeel verstevigen. ‘We willen ons bedrijfsmodel graag openbaar maken’, zei medeoprichter en toenmalig directeur Thijs Manders bij de beursgang. Dat model is gebaseerd op zogenoemde werkondernemers die actief zijn in ondernemende bedrijfscellen en meedelen in de door henzelf gegenereerde winst. Daarnaast verschafte de beursgang het benodigde kapitaal om acquisities te kunnen doen, zoals die van bouwkundig en civieltechnisch adviesbureau Adapté begin 2007. Het geld had TMC ook kunnen ophalen bij private-equityfondsen, maar dat zag het op dat moment niet zo zitten. ‘Privéinvesteerders bemoeien zich vaak met de bedrijfsvoering en willen op afzienbare tijd vooral een exit realiseren’, aldus Manders destijds. ‘Bovendien blijf je een naar binnen gekeerde organisatie.’ Zes jaar later – Manders is inmiddels bestuursvoorzitter en Rogier van Beek heeft de dagelijkse leiding overgenomen samen met CEO/COO Luud Engels – gaat TMC toch in zee met een privé-investeerder. Onlogisch? Van Beek vindt van niet. ‘We zijn
Gilde Buy Out Partners
Met een beheerd kapitaal van meer dan twee miljard euro is Gilde Buy Out Partners een van de grootste privateequity-investeerders in middelgrote bedrijven van continentaal Europa. Het bedrijf heeft kantoren in de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland. Sinds de oprichting in 1982 heeft het geld gestoken in meer dan 250 ondernemingen in een breed scala aan sectoren. TMC voegt het toe aan zijn meest recente fonds, het Gilde Buy Out Fund IV, dat een totaal vermogen heeft van achthonderd miljoen euro en eerder investeerde in onder meer Roompot en Teleplan. Tot de andere deelnemingen van Gilde behoren Gamma en Nedschroef.
zes jaar verder en aanbeland in een volgende fase. De beursgang is een goede stap geweest: van 175 mensen en een omzet van 14,1 miljoen euro in 2006 zijn we gegroeid naar zo’n vijfhonderd directe en zeventig indirecte medewerkers en ruim vijftig miljoen aan inkomsten, onze naambekendheid is een stuk groter geworden en door alle vereiste verslaglegging hebben we het stempel van bonafide partij gekregen. Nu we bekend zijn en onze zaakjes op orde hebben, is de noodzaak voor een notering kleiner en kunnen we kijken naar andere manieren om onze groei te financieren.’
Zelfstandig Op dit moment hebben de oprichters van TMC (Thijs Manders via zijn holding TMB en Jan van Rijt via Mobion) en Adapté (Henk en Wim Bredewoud via Just-2-Us) een meerderheidsbelang en daarmee de touwtjes in handen. Van Beek is er niet bang voor dat Gilde het roer straks helemaal overneemt. ‘Na de beursexit wordt er een nieuwe entiteit gevormd met nieuwe aandelen, waarvan de oprichters een significant deel weer terugkopen. Ook onder Gilde zullen zij dus een materieel belang hebben en een substantiële stem.’ Bovendien heeft Gilde aangegeven de visie en groeistrategie van het huidige bestuur te onderschrijven. Na de beursexit zal TMC zijn activiteiten onder dezelfde naam en als zelfstandige onderneming voortzetten. Daarbij krijgt het de mogelijkheid om zijn marktpositie te verstevigen, zowel door organische groei als door acquisities. Het zittende management en bestuursvoorzitter Manders blijven op hun plek en ook voor de overige werkgelegenheid zijn er geen negatieve gevolgen. Aan het personeelsbeleid en de bestaande sociale plannen en pensioenrechten van werknemers wordt evenmin getornd.
Opinie Groods greep
De 2.0-antenne
H
Derk-Jan de Grood helpt organisaties meer grip te krijgen op hun (test)project.
et is avond, rond 20:45 uur. Ik zit in de trein naar huis, na een ietwat uitgelopen pizzasessie. Omdat ik de Spits van deze morgen al twee keer heb doorgebladerd, staar ik uit het raam naar het ondertussen donkere landschap. Ook niet veel te zien. Daarom glijden mijn gedachten af, terug naar de sessie van vanavond. Er zit me iets dwars, merk ik. Ik herinner me dat de sessie me een aantal keer deed fronsen, zelfs frustreerde. Wat was dat toch? In mijn hoofd vergelijk ik de bijeenkomst van vanmiddag met andere sessies, discussies en vergaderingen waaraan ik de afgelopen week heb deelgenomen. Ik bedenk me welke vergaderingen me hebben gemotiveerd en geënthousiasmeerd en bij welke ik een aantal keer op de smartphone mijn e-mail- en Twitter-accounts heb gecheckt. Terwijl ik de vergelijking maak, weet ik het ineens. Het was vanavond stil op mijn ingebouwde 2.0-antenne. We zitten tegenwoordig in een overgang tussen old- en newskool. Hierbij horen buzzwords als Agile, Flow, het nieuwe werken en visueel management. Mijn ervaring is dat er medewerkers zijn die deze principes proberen te praktiseren en medewerkers die hier helemaal niet mee bezig zijn. Ik wil geen vinger wijzen en geen oordeel geven over wat goed is en wat niet, maar persoonlijk word ik erg enthousiast van de nieuwe school. Terwijl we het volgende station uitrijden, denk ik na over wat de principes voor mij betekenen en wanneer mijn 2.0-antenne stimulerende signalen oppikt. Ik blader nog een keer door de Spits, dit keer op zoek naar een lege plek. Ik pak mijn pen en kriebel neer waar een vergadering of sessie aan moet voldoen om mij te motiveren. Ten eerste moet de bijeenkomst interactief zijn; ik moet niet alleen maar hoeven te luisteren. Ten tweede moet er sprake zijn van multidisciplinaire samenwerking (bijvoorbeeld doordat collega’s elkaars hulpvragen beantwoorden). Ten derde moet er
worden geëxperimenteerd met verschillende werkvormen (bijvoorbeeld brown paper, elevatorpitches, games en simulaties, mindmapping of soapbox). Ten vierde moet de sessie adaptief zijn en moeten we de vorm en volgorde kunnen aanpassen aan de behoefte in plaats van dat er een vast programma is. Ten vijfde moet de meeting toewerken naar een doel en een resultaat. Ten zesde moet er moeite zijn gedaan om het leuk te maken. Ten slotte moet de bijeenkomst de whifm-vraag beantwoorden: what’s in it for me? Nu weet ik dat in de dagelijkse praktijk de meeste meetings slecht worden voorbereid. Ik verbaas me er soms wel over dat we geen agenda hebben, de eindtijd niet echt bekend is en het doel ook niet echt expli-
Waar moet een vergadering aan voldoen om mij te motiveren? ciet is gemaakt. Het lijkt wel of we ons er steeds minder druk om maken. Misschien is het daarom wel te veel gevraagd. Een goede voorbereiding schijnt net een stap te ver. Maar stel je nou eens voor dat we voor elke bijeenkomst bovenstaande checklist zouden langslopen om na te gaan hoeveel punten we denken te kunnen afvinken. Zouden we dan niet betere en effectievere meetings hebben? Nemen we dit serieus, dan omarm ik de vergadercultuur weer met beide armen. Sessies worden dan weer leuk. Schiet maar wat in mijn agenda, dan accepteer ik.
9 | 15
Nieuws Samenwerking
Europese én Nederlandse hightech omhelzen elkaar Paul van Gerven
D
e vier grootste Europese halfgeleiderregio’s kruipen dichter op elkaar. Op 8 oktober werd op de Semicon Europebeurs in Dresden het Silicon Europe-project aangekondigd. Hierin wordt onderzocht hoe Dresden, Eindhoven, Grenoble en Leuven elkaar kunnen aanvullen en helpen op het gebied van R&D en human capital, en om vooral mkb-bedrijven meer van elkaar te laten profiteren. Hoofddoel is natuurlijk om de concurrentiepositie van de Europese halfgeleiderindustrie te versterken. De Europese Commissie financiert het project volledig. De komende negen maanden zullen de regio’s hun roadmaps naast elkaar leggen. Binnen een jaar moet er een ‘foto’ liggen op basis waarvan nieuwe verbindingen kunnen worden gelegd. Het overkoepelende toepassingsgebied is energiezuinige elektronica. Vanuit Nederland trekken Point-One, de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij en
Oost NV de kar, in Vlaanderen DSP Valley, in Frankrijk Minalogic en in Duitsland Silicon Saxony. In totaal vertegenwoordigen deze vier organisaties achthonderd bedrijven en kennisinstellingen. Multinationals nemen al ruimschoots deel aan Europese onderzoeksprojecten onder de vlag van bijvoorbeeld Catrene en Eniac JTI, erkent Arjan Gelderblom van Point-One, maar deze relaties komen vaak op een adhocbasis tot stand. ‘Wij willen toewerken naar een onderliggend masterplan van smart specialisation, waarin iedere regio doet waar zij het beste in is’, aldus Gelderblom. ‘Bovendien denken wij met name ook aan het mkb, dat moeilijker de weg vindt in Europa.’ Silicon Europe sluit naadloos aan op de nieuwe missie die Point-One zich toedicht. De organisatie werd oorspronkelijk opgericht als een subsidienetwerk, maar toen minister Verhagens topsectorbeleid een einde maakte
aan innovatiesubsidies leek opheffing het meest voor de hand te liggen. Na ampel beraad zag het bestuur begin dit jaar echter toch voldoende perspectief om door te gaan. Point-One zou zijn bestaansrecht kunnen ontlenen aan een rol als spreekbuis voor de industrie en als facilitator van regionale, nationale en internationale samenwerking. Toch houdt Point-One als zelfstandige entiteit op te bestaan. Per 1 januari gaat de vereniging zo goed als zeker samen met het High-Tech Systems Platform, de brancheorganisatie van FME. De nieuwe organisatie, High Tech NL, zal vervolgens weer gaan vallen onder de sectorbrede stichting Holland High Tech, waarbinnen alle hightechspelers in Nederland meer samen zullen optrekken als het aankomt op innovatie, toeleverketens, human capital en branding. Ook de Nederlandse hightech kruipt dus dichter op elkaar.
V-10_2012-SHE-6265
valid until 21 Dec 2012
16 |
Check our Promotion action: MachXO2 Pico Development kit for $29 (regularly $49) at
Optimized for low density designs
www.msc-ge.com
■
MSC Vertriebs GmbH Tel. +31 6 13646188
[email protected] www.msc-ge.com
9
■ ■ ■
Low cost Low power, as low as 19uW High system integration Hardened I2C, SPI, timer/counter
Complete & convenient solution ■ ■ ■
Free design tools Large portfolio of reference designs Easy to use development boards
Opinie Software-engineering
Het grote samenstellen
W
Robert Hendriksen
[email protected]
e bevinden ons nu in een interessante fase van de strijd. De afgelopen maanden hebben we op Agile-wijze functionaliteit aan de besturingssoftware toegevoegd. Gedurende deze periode hadden we niet de beschikking over de hardware; die werd immers in deze tijd ontworpen. We hebben flink geïnvesteerd in simulatoren en daarmee kunnen we in elk geval het totale softwaresysteem bouwen, testen en integreren. Verschillende kritieke systeemonderdelen zijn uitgeprobeerd als prototypes en daaruit zijn de nodige hardwarewijzigingen voortgekomen. Het Agile-proces dat we gebruiken, is een goede softwarewikkelmethode om met deze veranderingen om te gaan. Nu is het systeemontwerp uitgekristalliseerd en de bestellingen zijn de deur uit. Dat geeft ons nog een paar weken en dan start het grote samenstellen. Zodra de eerste hardware binnenkomt, is er software nodig om het ijzer tot leven te wekken. Ons Agileontwikkelritme zal dan bruut aan zijn einde komen. We zullen worden meegezogen in de pas van het kritieke pad. Elk systeemonderdeel zal afzonderlijk getest moeten worden en dat wordt een ontdekkingsreis op zich. Het is nog niet helemaal uitgekristalliseerd welke subsystemen uiteindelijk als geheel van toeleveranciers gaan komen en bovendien zullen we de eerste systemen zelf vanaf nul opbouwen. Dus gaandeweg zullen we ontdekken welke testsoftware nodig is om modules te verifiëren als ze binnenkomen. Onze softwarearchitectuur bevat een aantal voorzieningen speciaal voor het laten draaien/testen van subsystemen. Naast een ‘maintenance’-modus (waarin het service-engineers is toegestaan alle actuatoren manueel te bedienen tijdens stilstand en in bedrijf) kennen we nog een aantal speciale bedrijfsmodi voor het systeem. Een voorbeeld is de ‘dry run’. In deze modus schakelt de software sommige checks uit zodat het transportsysteem gemakkelijk afzonderlijk
te testen is. Zo hebben meer subsystemen standalone modi waarmee we het integratieprobleem verkleinen tot behapbare brokken. Nadeel van deze additionele modi is dat ze vrijwel alleen worden gebruikt tijdens de opbouw. Omdat ze niet tijdens normaal gebruik voorkomen, vergen ze een extra, zo veel mogelijk geautomatiseerde, testinspanning zodat ze niet omvallen wanneer in de toekomst de configuratievariatie gaat toenemen. Ons geheime wapen in de integratiestrijd is wat we de statelogger noemen. Omdat we gebruikmaken van statemachinegeneratoren is het een fluitje van een cent de statemachines uit te breiden met een stukje infrastructuur dat alle toestandswisselingen compact opslaat. Bovendien loggen we van
We hebben ons tot de tanden bewapend voor de strijd die integratie heet belangrijke interfaces ook de signalen. Met de bijbehorende viewtool kunnen we filteren welke objecten en interacties ertussen we willen zien. Hiermee kunnen we dus in de buik van het systeem kijken als er iets niet volgens verwachting loopt. Dus laat het ijzer maar komen; we hebben ons tot de tanden bewapend voor de strijd die integratie heet. Wordt vervolgd?
9 | 17
Technieuws Chipontwerp
Vechten voor elke milliwatt
10 -3 10 -4 I (A)
10 -5
Chips dreigen onderhand evenveel te verbruiken als ze niets te doen hebben dan als ze aan het werk worden gezet. Dat vraagt om extra maatregelen. Imec vertelt welke.
10 -6 10 -7
Paul van Gerven
10 -8 Ioff
10 -9 10 -10 Vg (V)
Vt
Figuur 1: Bij een verlaging van de drempelspanning Vt verschuift de stroomspanningscurve van een transistor, zodat de uit-stroom enkele ordegroottes toeneemt.
D
e schijnwerpers staan altijd op Gordon Moore en de beroemde ‘wet’ die hij in 1965 formuleerde, maar Robert Dennard en collega’s van IBM’s T.J. Watson Research Centre zouden minimaal in de eer moeten delen. In 1974 zetten zij in een baanbrekend artikel de regels voor Mosfet-schaling uiteen en lieten ze zien welke consequenties die hebben op belangrijke grootheden als transistordichtheid, schakelfrequentie en vermogensdissipatie. Hun conclusies waren dermate aanlokkelijk, dat de halfgeleiderindustrie de regels binnen enkele jaren als leidraad ging gebruiken. De tabel rechtsonder, die is overgenomen uit het beroemde artikel in IEEE Solid State Circuits, laat zien waarom. Naarmate transistoren kleiner worden, kunnen ze sneller schakelen en verbruiken ze minder energie. Daarmee weet een chipmaker nog niet hóe hij de afmetingen moet reduceren, maar hij kan in ieder geval iets op papier zetten. Moore dicteerde het tempo, maar Dennard en de zijnen gaven de industrie concrete richtpunten om dat tempo vol te houden. Voor de schalingsfactor κ heeft de industrie ongeveer 1,4 per chipgeneratie gekozen, omdat die waarde ruwweg een verdubbeling van de transistordichtheid oplevert (immers: (1 / 1,4)2 = 0,49). In steen gehouwen is dat echter niet, zoals chipgeneraties elkaar in de loop der jaren ook niet met de regelmaat van de klok hebben opgevolgd. Aanvankelijk verdubbelde de dichtheid eens in de drie jaar, maar in de jaren negentig versnelde dat naar eens in de twee jaar. Mogelijk volgt de komende jaren weer een vertraging, omdat de complexiteit en kosten van schaling maar blijven toenemen. Uiteindelijk komt er natuurlijk een einde aan Dennard-Moore-schaling, zoals geen en-
18 |
9
kele exponentieel het eeuwige leven heeft. In een chip kunnen structuren niet oneindig klein en dun worden, elektrische velden niet oneindig hoog en materialen kunnen niet oneindig worden volgepropt met doteringen. Toch zijn sommige van deze limieten eerder bereikt dan strikt genomen noodzakelijk. Het geval wil namelijk dat chipmakers sommige aspecten van hun producten meer prioriteit hebben gegeven dan andere. Terwijl typische chipstructuren als de gatelengte of de diepte van de p-n-overgang ondertussen in de orde van een factor honderd zijn geschaald, is de voedingsspanning ‘slechts’ een factor tien gedaald, en zijn het gemiddelde oppervlak van een chip een factor tien en de klokfrequentie maar liefst een factor honderdduizend toegenomen. De vele verdubbelingen van de transistordichtheid hebben dus niet geresulteerd in chips die evenredig sneller zijn en evenredig minder energie verstoken. In zekere zin heeft er een soort roofbouw plaatsgevonden.
Redden Bij het 130-nanometerknooppunt bereikte de klassieke schaling haar eerste limiet: zonder extra maatregelen zou elke volgende generatie transistoren in principe minder goed presteren. Alleen door nieuwe elementen aan het transistorfabricageproces toe te voegen, kon performanceverlies worden afgewend. Dus werd op 130 nanometer materiaalstress geïntroduceerd, dat de mobiliteit van elektronen en gaten vergroot. Tegenwoordig komt de onevenwichtige schaling uit het verleden vooral tot uitdrukking in het vermogenverbruik. Een state-ofthe-art processor mag tegenwoordig op meer dan drie gigahertz zijn geklokt, iedere verdere verhoging kost een vermogen aan extra watts – vandaar de overstap op multicore chips. Sterker nog: zelfs schaalverkleining leidt al tot een hoger (totaal) energieverbruik. Dat valt te begrijpen als een ‘foutje’ van Dennard. De elektrotechnicus negeerde in feite de impact van uit-stroom – de stroom die loopt als een transistor uit staat – op het totale energieverbruik van een chip. Deze uit-stromen waren ten tijde van de publicatie verwaarloosbaar klein, zoals bijvoorbeeld
ook de dikte van oxidelagen en doteringsniveaus in de jaren zeventig weinig zorgen baarden (waarover later meer). Maar veertig jaar schalen tikt behoorlijk aan. Chips dreigen onderhand evenveel te verbruiken wanneer ze niets te doen hebben als wanneer ze aan het werk worden gezet. De toename van het energieverbruik in de uit-stand vloeit voort uit een fundamentele gedraging van CMos. Om het energieverbruik van een chip te verminderen, moet de voedingsspanning worden gereduceerd. Idealiter beweegt de drempelspanning – de spanning die nodig is om een transistor te schakelen – mee met die verlaging. Het probleem is dat de uit-stroom dan ordes van grootte toeneemt (zie Figuur 1). In het recente verleden was er nog wel enige overhead om van te snoepen, maar die is nu zo goed als op. Senior vicepresident An Steegen van Imec deed onlangs voor een gehoor van journalisten uit de doeken hoe haar onderzoeksinstituut de drijvende kracht achter de halfgeleiderindustrie denkt te redden. De strategie bestaat uit een serie veranderingen in de structuur van transistoren, die geleidelijk in opeenvolgende generaties worden (of zijn) geïntroduceerd.
32 nm Na de strain op 130 nanometer heeft nog een aanpassing aan de transistoropbouw reeds doorgang gevonden. Decennialang scheidde het natuurlijke oxide van silicium het transistorkanaal fysiek en elektrisch van de gate, maar bij een laagje van minder dan vijf atoomlagen dik dreigden zo veel elektronen door de barrière te tunnelen dat er grote lekstromen zouden optreden. Voor de duidelijkheid: dit is ongerelateerd aan de uit-stroomverhoging die voortkomt Schaling volgens Dennard Device- of circuitparameter Deviceafmetingen Doteringsconcentratie Voltage Stroom Capaciteit Vertraging (per circuit) Vermogensdissipatie (per circuit) Vermogensdichtheid
Schalingsfactor 1/κ κ 1/κ 1/κ 1/κ 1/κ 1/κ2 1
Figuur 2: In een Finfet of – in Intelterminologie – Tri-Gate-transistor vouwt de gate zich op het stroomkanaal, waardoor hij veel meer grip heeft op de lekstroom.
uit verlaging van de drempelspanning zoals in Figuur 1, want dat fenomeen betreft stroom tussen source en drain. Al voor de eeuwwisseling begon de IC-industrie, Imec incluis, daarom een speurtocht naar beter isolerende materialen. Onderzoekers kwamen uit op hafniumoxide, waarvan in vergelijking met siliciumoxide een dunnere laag volstaat om dezelfde isolerende werking te bewerkstelligen. Omdat hafniumoxide niet compatibel is met het gebruikelijke ‘metaal’ in de gate – polysilicium – moesten daarvoor ook alternatieven worden gevonden. Intel was de eerste die deze high-k metal gate-technologie in productie bracht. Dat was in 2007, bij de introductie van 45-nanometerchips. De marktleider werd op de voet gevolgd door IBM, terwijl andere logicmakers bij 32/28 nanometer overstag gingen. De zoektocht naar nog betere gateoxides gaat echter onverminderd door bij Imec, vertelde Steegen. Het open-innovatiecentrum heeft al gunstige resultaten geboekt met aluminiumgedoteerd hafniumoxide, dat de lekstroom nog eens een factor twintig beter weet te bedwingen. Zoiets heeft een belangrijke impact op het energieverbruik van chips.
14 nm Toch vereist een acceptabele vermogensdissipatie in de toekomst verdere maatregelen. Met nog maar een heel korte afstand tussen source en drain en een tamelijk machteloze klaar-over ertussen (de gate) loopt het ‘sluipverkeer’ tussen beide de spuigaten uit. Op 14 nanometer, gepland om in 2014 in productie te gaan, introduceren chipmakers daarom een uit de kluiten gewassen verkeersagent, die ervoor zorgt dat het weer rustig wordt op de weg – buiten de spitsuren natuurlijk. Intel heeft voor zijn 22-nanometergeneratie opnieuw het spits afgebeten bij de introductie van Finfets (zie Figuur 2), de foundry’s volgen op 14 nanometer (zij schalen momenteel 28-nanometerproductie op). De essentie van het heilzame effect dat de Finfet met zich meebrengt, is oppervlaktevergroting. In plaats van dat er slechts één raakvlak is tussen kanaal en gate vouwt een Finfet-gate zich rond drie zijden van het kanaal. Daardoor penetreert het regulerende
veld dieper en is de gate veel beter in staat om sluipverkeer af te knijpen. Het jargon spreekt van fully-depleted devices, vrij vertaald: transistoren volledig verstoken van elektronen of gaten (in de uit-stand uiteraard). In een stroom-spanningscurve als die in Figuur 1 verraadt de Finfet-structuur zich door een steilere helling. Dit betekent dat een spanningsverhoging een groter effect heeft op de stroomsterkte en de uit-stroom (het snijpunt met de y-as) lager uitpakt. Transistoren met een isolerende laag onder het waferoppervlak (silicon-on-insulator, SOI) geven overigens ook dat soort steile curves. Deze technologie heet fully-depleted silicon-on-insulator (FDSOI). Imec heeft zich beziggehouden met FDSOI, maar legt zich tegenwoordig vooral toe op Finfets. Voor het 14-nanometerknooppunt wordt er in Leuven nog volop gewerkt aan voltooiing en optimalisatie van de procestechnologie. Hoe pak je het lithografisch aan, wetende dat er double patterning aan te pas moet komen? Hoe moet je de meer driedimensionale structuren uniform doteren? Hoe kun je dat doteringsprofiel überhaupt betrouwbaar meten? Hoe breng je het gatemetaal op nu physical vapour deposition niet meer lijkt te volstaan? (Antwoord: met atoomlaagdepositie.) En dit is nog maar een greep uit de kwesties waar Imec nu de puntjes op de i zet.
10 nm De meeste aandacht van Steegen en collega’s gaat op dit moment uit naar de 10-nanometer-node. Daar aangekomen, verwacht Imec dat er geen greintje extra stroom uit het nu al zwaar gedoteerde stroomkanaal tussen source en drain kan worden gewrongen; de
Figuur 3: Voor 10-nanometerchips zijn nieuwe kanaalmaterialen nodig: germanium voor p-Fets en InGaAs voor n-Fets.
Figuur 4: TunnelFets (afgebeeld) of nanodraden kunnen ‘in’ het waferoppervlak worden aangebracht.
tijd is aangebroken om nieuwe kanaalmaterialen te introduceren, waarin elektronen en gaten zich soepeler bewegen. Voor p-Fets ligt germanium voor de hand, voor n-Fets een III-V-halfgeleider als InGaAs. Imec laat deze halfgeleiders groeien uit sleuven die in de wafer zijn geëtst, totdat er een beetje boven het oppervlak uitsteekt en zo het Finfet-kanaal vormt (zie Figuur 3). Dit complexe proces is nodig om de juiste kwaliteit materiaal met optimale mobiliteit te verkrijgen. Germanium past goed genoeg op silicium, maar InGaAs niet. Er moet daarom eerst onder in de sleuf een germanium laagje worden gelegd. Deze buffer heeft echter de neiging ‘aders’ te vormen in het InGaAs, die natuurlijk onder geen beding tot bovenin mogen reiken; ze zouden het kanaal ruïneren. Dit is nog een groot aandachtspunt. Imec hoopt binnenkort de eerste data te kunnen tonen van germanium p-Fets, aanvankelijk geproduceerd in de rijpere 14-nanometertechnologie.
7 nm en kleiner Vanaf het 7-nanometerknooppunt vermoedt Imec dat er een einde komt aan vlak CMos, voor zover daarvan nog gesproken mag worden in het geval van Finfets. Het wordt te druk op het waferoppervlak, niet eens zozeer voor source, gate en drain als wel voor hun aansluitpunten. Deze contacten gaan elkaar in de weg zitten. Dat betekent dat chipmakers de derde dimensie optimaal moeten gaan benutten door transistoren verticaal in de wafer te fabriceren. Imec onderzoekt daarom nanodraden, waar de gate het kanaal volledig omsluit, als basis voor transistoren, alsook tunnel-Fets, waarin elektronen door een barrière tunnelen als de gate ze daartoe aanzet (zie Figuur 4). In het laatste geval wordt het principe van stromende elektronen dus vaarwelgezegd. Nog verder in de toekomst komt er misschien zelfs een einde aan elektronica zoals we die kennen, in de zin dat niet langer lading zal worden gebruikt om informatie te manipuleren en op te slaan, maar spin. Hoe dat soort nanoschakelaars eruit zullen zien en van welk materiaal ze zullen zijn gemaakt, is echter anyone’s guess.
9 | 19
How do you reposition a wafer, nanometer accurately, every 50 μs? Join ASML as a Software Engineer and help to push the boundaries of what’s possible. At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, computer science, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. But our customers constantly need faster machines. And they constantly need to make smaller, more energy-efficient chips. That’s why we have developed a revolutionary wafer-repositioning system. But we were only able to do this by using an extremely diverse set of software languages and tools – harnessed by an equally diverse and talented team of Software Engineers. If you’re a team-oriented Software Engineer who sees a challenge in complex technical problems, expert in programming and modeling for critical real-time applications and capable of working to demanding deadlines, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you freedom to experiment and a culture that will let you get things done.
www.asml.com/careers
Opinie De headhunter K. van der L. vraagt:
Anton van Rossum
[email protected]
Onlangs heeft mijn werkgever mij een uitgebreide talentenanalyse aangeboden. Ik werk al enkele jaren als projectleider bij dit IT-bedrijf en wil graag doorgroeien naar een zwaardere managementfunctie. Altijd krijg ik goede beoordelingen; het is dus tijd voor een stapje hogerop. Die talentenanalyse sprak me daarom wel aan. De lokale P&O-afdeling regelde de analyse, waarna een medewerker op het hoofdkantoor van ons bedrijf haar afnam. De bespreking van de resultaten was echter een hele schok voor me. Ik herken me geheel niet in het geschetste beeld. Zo stelt het rapport dat sociale relaties voor mij niet zo belangrijk zijn en dat ik weinig behoefte heb aan vriendschap en een band met collega’s. Nu loop ik privé inderdaad de deur niet plat bij hen, maar ik houd wel van een gezellige werksfeer en prettig onderling contact. Verder staat er bij ‘leidinggevende talenten’ dat ik collega’s en andere medewerkers te weinig betrek bij projecten en dat ik niet opensta voor advies. Als dat echt waar zou zijn, zou ik mijn huidige werk helemaal niet kunnen doen. Bovendien word ik regelmatig gevraagd om ad-hocproblemen bij projecten van collega’s op te lossen. Dan moet ik me zonder uitgebreide voorbereiding direct kunnen aanpassen aan de plaatselijke omstandigheden en de mensen op locatie. Zonder mijn sociale vaardigheden en flexibiliteit zou ik daarbij niet zo succesvol zijn geweest als tot nu toe. Ik maakte natuurlijk meteen bezwaar. De P&O-medewerker zei echter dat dit toch echt de uitslag van de test was. Nu zit het rapport in mijn personeelsdossier! Wat kan ik doen?
De headhunter antwoordt: Je zult je waarschijnlijk wel realiseren dat je met de uitslag van deze test niet dichter bij de verwezenlijking van je doelstelling bent gekomen. Want wat kun je nu nog doen om HR te overtuigen van je geschiktheid voor een managementfunctie? Je kunt een contra-expertise aanvragen, maar ik kan mij voorstellen dat ze daar niet veel voor voelen. Je hebt immers al zo veel tegengas gekregen. Wanneer ik de test eens aan een nader onderzoek onderwerp, valt mij al meteen een argument voor contra-expertise op. Voor in het twintig pagina’s tellende rapport staat namelijk dat de respondent de vragenlijst enigszins consistent heeft ingevuld, gevolgd
door de conclusie dat de rapportage waarschijnlijk enigszins een beeld geeft van de persoonlijkheid. Dat lijkt mij geen solide basis voor een loopbaanadvies. Een verder punt is dat deze test werd afgenomen door een willekeurige HR-medewerker, weliswaar met ruime ervaring in training en coaching, maar zonder academische opleiding op psychologisch gebied en al zeker geen lid van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Nu weet ik dat met de komst van geautomatiseerde carrière-, persoonlijkheids- en talententests het gebruik van deze tests een hoge vlucht heeft
De kwaliteit van een testrapport is sterk afhankelijk van de deskundigheid van de schrijver genomen, ook via internet (kijk maar eens op www.123test.nl). Of dit ‘thuisgebruik’ een gunstige ontwikkeling is, valt echter nog te bezien. De kwaliteit van een testrapport is namelijk ook in niet geringe mate afhankelijk van de deskundigheid van de schrijver. Daarnaast heeft het NIP in de professionele testwereld een aantal normen vastgesteld om de belangen van de testkandidaat te beschermen. Zo kan die bezwaar maken tegen het melden van het testresultaat aan de opdrachtgever. Wanneer jouw werkgever deze test afneemt, is deze regel natuurlijk illusoir. Dat de HR-dame jou in de bespreking van de resultaten er fijntjes op wijst dat iedereen in het bedrijf manager wil worden, ‘wat gewoonweg niet mogelijk is’, en dat er ook mensen nodig zijn die het ‘echte’ werk willen doen, doet bovendien vermoeden dat zij niet onbevooroordeeld aan de test is begonnen. Dit diskwalificeert haar als testrapporteur en maakt het rapport van nul en generlei waarde.
9 | 21
VIND ONTWERP BESTEL www.rsonline.nl/elektronica
Bezoek ons in München op stand A4, 117
Achtergrond Draadloos
Dect als bouwsteen voor internet der dingen We krijgen steeds meer sensoren en actuatoren in huis. Deze nodes moeten weinig stroom verbruiken, willen ze op een batterij kunnen werken. Bovendien moeten de onderlinge verbindingen stabiel zijn en moeten populaire communicatiemiddelen zoals smartphones en tablets erop kunnen inhaken. Een kolfje naar de hand van Dect Ultra Low Energy, stelt Jos van der Loop van Dialog. Jos van der Loop
D
Energiepuls De focus op laag stroomverbruik is ingegeven door het toegenomen aantal telefoon-
toestellen in huis. Oudere Dect-handsets verbruiken zo’n drie à vier watt. De technologische evolutie heeft dit met een factor drie tot vijf teruggebracht. De wereldwijde Dect-gerelateerde energieconsumptie is daardoor met vier miljard watt gedaald tot ongeveer twee miljard watt. Bij een halve euro per watt komt dat neer op een kostenbesparing van zeshonderd miljoen euro op jaarbasis. Op het niveau van de nodes is het stroomverbruik zelfs een factor tienduizend kleiner, uitgaande van één keer communiceren per minuut. Een belangrijke manier om de energieconsumptie te verlagen, is door de chip te verkleinen. Door steeds betere productieprocessen is het siliciumoppervlak de afgelopen jaren een factor tien tot vijftien gekrompen. Dit heeft ook positief gewerkt op de productiekosten: voor een Dect-telefoon zijn die gedaald van 120 dollar tot minder dan tien dollar. Tegelijkertijd is de integratiegraad een stuk hoger geworden. De multichiparchitecturen van weleer hebben plaatsgemaakt voor enkelchipoplossingen in de nieuwste toestellen. Van belang is ook dat de architectuur van de elektronica op de chip de flexibili-
teit biedt om het stroomverbruik van de toepassing in de hand te houden. Het moet bijvoorbeeld mogelijk zijn om functies uit te zetten op momenten dat ze niet nodig zijn. Bij architecturen met meerdere DSP’s is het handig als deze motoren zijn terug te schakelen wanneer er wat minder processing power vereist is. Dect-apparaten minimaliseren hun energieconsumptie onder meer door te gaan slapen wanneer er even geen actie vereist is. Slimme trucjes zorgen ervoor dat ze vanuit die ruststand snel weer in verbindingsmodus komen. De gemiddelde Dect-chip heeft minimaal drie processoren: een voor de algemene functies (bijvoorbeeld het klokcircuit, het Ram, externe geheugens en de interface naar de buitenwereld), een voor het ADC-pad en een voor de radio en de antenne. In ruste zijn het vooral de eerste twee die het stroomverbruik bepalen; in actieve modus voert de laatste de boventoon. De radio gaat alleen aan om te zenden en te ontvangen. In een zeer korte periode stuurt hij dan een burst van ongeveer 250 mW uit met een relatief lage bitrate. Bij telefonie gebeurt dit om de tien milliseconden; bij ULE-nodes is de tijd tussen de
tijdsloten 0 RF-kanalen
igital Enhanced Cordless Telephony (Dect) is naast GSM de meest populaire telecomstandaard. De technologie is inmiddels wereldwijd geaccepteerd, met uitzondering van China. 25 miljoen breedbandmodems zijn er al mee uitgerust, oftewel een kwart van de markt. Dect is onder meer zo populair vanwege het zendprotocol, dat extreem effectief is in sternetwerken. In elke transmissie tussen nodes en een cel (basisstation) brengt het systeem de status van die knooppunten in kaart – de besturing zit dus als het ware ingebakken in het protocol. De informatie wordt in slechts één energiepuls uitgezonden. Voor telefonie gaat er elke tien milliseconden zo’n burst uit om het gesprek vloeiend te laten verlopen. Hoewel in 1990 door het Europese telecomstandaardisatie-instituut Etsi gestandaardiseerd voor draadloze thuistelefonie, wordt Dect al jaren ook toegepast in andere omgevingen. Zo verzorgt de technologie onder meer de communicatie tussen sensoren in ziekenhuizen. Ook de gegevensuitwisseling tussen de XBox360-spelcomputer en zijn controllers loopt via een Dect-variant. Bij veel van deze toepassingen is de datatransmissie dermate klein dat één energiepuls volstaat, die binnen een specifiek tijdschema wordt herhaald, bijvoorbeeld iedere minuut. Dit geeft onder meer de mogelijkheid om controle uit te oefenen op de batterijstatus. Dect Ultra Low Energy (ULE) biedt hiervoor de benodigde handvatten. Deze Nederlandse innovatie maakt zeer energiezuinige chips mogelijk en compleet nieuwe toepassingen, zoals intelligente sloten en thermostaten, slimme stekkers voor energiemeting en zonnecelbesturingen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
0 1 a
2
a
3 4 5 b
6
b
7 8 9
d downlink
uplink
Dect deelt het beschikbare spectrum zowel in de tijd als in de ruimte op. In totaal zijn er tien frequentiebanden en voor zowel de up- als de downlink zijn er twaalf sloten beschikbaar. Het protocol schrijft voor dat Dect-apparatuur het netwerk eerst scant en naar aanleiding daarvan de beste combinatie van frequentie en tijdsloten selecteert.
9 | 23
Verkrijg meer inzicht, meet real-time. De R&S®FSVR is de eerste real-time spectrum analyzer met complete all-round mogelijkheden. De combinatie van alles wat een hoogwaardige spectrum- en signaalanalyzer moet hebben – plus krachtige real-time meetfuncties. Daarmee bent u gereed voor alle veeleisende metingen, van breedband spectrale analyse tot de detectie van zeer korte en sporadische interferentie signalen. De FSVR biedt: J J
J
Spectrum metingen zonder tijdverlies, met 40 MHz analysebandbreedte en een frequentiebereik tot max. 40 (110) GHz Real-time functies, inclusief: J Spectrogram die de spectrum- versus tijdhistorie toont J Persistence mode voor snelle evaluatie van tijdsvariabele spectra J Trigger op afwijkingen in het spectrum (frequency mask trigger) Alle functies van de R&S®FSV spectrum- en signaalanalyzer
Besp
Max spec
imal
trum
Dit i
Spec
aar 2
0% t
e ko
rting
anal
yzer
ot
iale
40%
bij in
ruil
op d
van u
actie
e FS
VR b
!
asis unit. w ou te m d e o o m uw t 30 realoder april time spec nise 2013 spec of trum ren . trum met anal y d a z n e e toe info. ze g alyze nl@ pass eava r. Vr rohd inge n a c a e g na erde e-sc n ar d hwa r e a e rz.co l-tim v o orwa m e arde n vi a s dé
kans
; gel
dig t
7 GHz 13,6 GHz 30 GHz 40 GHz
www.rohde-schwarz.com/ad/ fsvr Vraag informatie of demonstratie via: Tel: 030-6001721 E-mail:
[email protected]
Achtergrond Draadloos
Bluetooth LE
Dect ULE
Wavenis
Zigbee
Z-Wave
Frequentie
2,4 GHz (ongelicenseerd)
1,9 GHz (gelicenseerd)
900 MHz (ongelicenseerd)
2,4 GHz (ongelicenseerd)
900 MHz (gelicenseerd)
Bereik
10 m
300 m
100 m
100 m
65 m
Datasnelheid
1 Mb/s
1 Mb/s
0,02 Mb/s
0,25 Mb/s
0,04 Mb/s
Linkbudget
92 dB
123 dB
121 dB
106 dB
101 dB
Ebom
2 - 4 dollar
2 dollar
2 - 3 dollar
2 - 3 dollar
2 - 3 dollar
Doelmarkten
Snoerloze communicatie(typisch via mobiele telefoons)
Beveiliging, energiemonitoring, thuisautomatisering, zorg
Energiemeting
Laagvermogennetwerken
Thuisautomatisering
pulsen afhankelijk van de toepassing. Een rookmelder slaapt bijvoorbeeld vrijwel continu en wordt alleen wakker bij rook of voor een batterijcheck. Daarnaast is het vereiste vermogen van de radio af te stemmen op de afstand tussen het basisstation en de node. De slaaptijd tussen twee bursts bepaalt de energieconsumptie. Dect ULE verbruikt ongeveer vijf millicoulomb tijdens een puls en zo’n drie microampère aan ruststroom. Bij een minuut slaaptijd is de gemiddelde opname 86 µA. De batterijlevensduur is dan te bepalen met de formule: levensduur = capaciteit / (ruststroom + burstenergie / slaaptijd).
Zelfconfigurerend Het aanbod aan draadloze technologieën is groot. Thuis zijn Dect (1,9 GHz) en Wifi (2,4 GHz) verreweg het meest gebruikt: Dect voor spraak en de ULE-variant voor batterijgevoede oplossingen met lagere bitrates en Wifi voor de hogere snelheden, zoals de communicatie met een pc. Zigbee (2,4 GHz) wordt toegepast in meshnetwerken, waarbij de nodes actief zijn om de informatie door te geven. Voor onder meer slimme meters en home area networks zijn daarnaast Wavenis en Z-Wave in ontwikkeling. De Dect-varianten hebben als grote voordeel dat ze de 1,9-GHz-frequentieband wereldwijd voor zich alleen hebben en dus geen interferentie ondervinden van andere radiotechnologieën. Daarnaast laten de alternatieven geen van alle een burst toe van 250 mW in de band. Dit maakt ze minder geschikt voor gebruik in huis, waar de verbindingen betrouwbaar moeten zijn en de hele woning moeten dekken. De exacte reikwijdte wordt bepaald door het zogeheten linkbudget, een combinatie van het zendvermogen en de ontvangstgevoeligheid.
De betrouwbaarheid wordt gegarandeerd doordat Dect net als GSM kanalen dynamisch toewijst volgens een Time Division Multiple Access-systeem (TDMA), met voor spraak 24 tijdsloten in een window van tien milliseconden. Daarnaast gebruikt het een Frequency Division Multiple Access-protocol (FDMA) met tien frequentiedragers in de band van 1880 tot 1900 MHz. De datasnelheid bedraagt 1,152 Mb/s, verdeeld over twaalf verbindingen. Hiermee is het mogelijk om 10 * 12 = 120 spraakverbindingen tegelijk op te zetten. In de praktijk resulteert dit voor spraak in zestig duplexverbindingen rond één basisstation. Het window bij Dect ULE is afhankelijk van de ingestelde slaaptijd en kan vele malen groter zijn dan tien milliseconden. Dat
Een voorbeeld van een ULE-product is de smart plug. Waar telefonietoepassingen de 16 bit ADC’s in het analoge front-end van de Dect-chip gebruiken voor spraak, zet deze slimme stekker ze in voor nauwkeurige stroommetingen (1 tot 10 W en 10 tot 3500 W met een nauwkeurigheid van twee procent).
Het aanbod aan energiezuinige draadloze technologieën is groot. Bron: GBI Research
betekent dat de technologie ook veel meer nodes kan bedienen. Met een slaaptijd van één seconde kunnen het er theoretisch twaalfhonderd zijn, dus honderd keer meer dan voor spraak. Verschillende verbindingen in aangrenzende cellen kunnen bovendien hetzelfde kanaal gebruiken (dezelfde frequentie-tijdslotcombinatie). Een opeenstapeling van basisstations (bijvoorbeeld op een afstand van 25 m in een ideaal zeshoekig dekkingsmodel) kan daardoor een basisverkeerscapaciteit leveren tot ongeveer 10.000 Erlang/km2/verdieping. De nodes selecteren het best mogelijke kanaal (frequentie en slot) en schakelen automatisch over naar een ander kanaal wanneer de kwaliteit van de verbinding slecht wordt. Een tijdslot in een Dect (ULE)-window bevat informatie over onder meer kanaalbezetting, paging, synchronisatie, systeemidentiteit en -capaciteit. Dit waarborgt een zelfconfigurerend systeem. Voor de installatie is het voldoende om één node aan te melden. Nadeel is dat de ULE-variant (nog) geen standaard is. Het protocol volgt de Dectspecificatie, met de toevoeging van langere tijdwindows. De gebruikersprofielen kunnen echter verschillend zijn. Standaardisatie is dus gewenst, maar kost tijd. Etsi heeft het op de agenda staan voor het eerste kwartaal van volgend jaar. Het Dect Forum, het Home Gateway Initiative, telecomorganisatie ITU-T en de Zigbee Alliance hebben Dect ULE wel al geaccepteerd als protocol. Jos van der Loop is productmarketingmanager bij Dialog Semiconductor. Redactie Nieke Roos
9 | 25
BANKGARANTIE? BAANGARANTIE!
Welke crisis? FEEL THE LOL! Crisis of geen crisis, werk moet volgens Nspyre altijd leuk en uitdagend zijn. Intens in je nopjes zijn met wat je doet kun je niet uitleggen, dat moet je voelen. Daarom: FEEL THE LOL. Nspyre heeft op dit moment zoveel te doen, dat we een baangarantie geven. Altijd voldoende opdrachten en projecten om aan je carrière te werken. En het gevoel te hebben dat je LOL in je werk hebt. We zoeken nieuwe collega’s op het gebied van technische automatisering. Die een goed gevoel willen ervaren door bezig te zijn met uitdagende opdrachten en het toepassen van moderne technologie. Kijk eens op onze carrièrepagina naar de specifieke vacatures of stuur je CV voor een open sollicitatie. LET’S FEEL THE LOL TOGETHER! KIJK OP WWW.NSPYRE.NL/CARRIERE/FEEL-THE-LOL
Thema Gezondheidszorg Ingewikkelde problemen zijn soms met een simpel schakelingetje of scriptje op te lossen. Maar dezelfde oplossing toepassen buiten de directe omgeving brengt vaak meer overhead mee dan het maken van de oplossing zelf. Zeker bij de ontwikkeling van technologie die móet werken, zoals in de medische markt, is de stap tussen initiële vinding en markt groot. De volgende pagina’s gaan verder in op dit thema. Adviseur Mark Bloemendaal legt uit waar ontwikkelaars op moeten voorsorteren. Advocaat Erik Vollebregt schetst de perikelen rond de wetgeving in Europa rond medische technologie. Verder vindt u een aantal artikelen over inspirerende medische technologie die op dit moment de lange weg naar de markt bewandelt, van minuscule sensoren onder het ooglid tot miljoenen kostende machines die kankerpatiënten beter kunnen bestralen.
2 | 27
Achtergrond Innovatie
Marktsucces engineeren in de gezondheidszorg – het kan Waarom schoppen zo veel prachtige uitvindingen voor de zorgsector het tóch niet tot duurzaam gebruikte innovaties? Een veelbelovend ontwerp strandt vaak in het implementatieproces. Mark Bloemendaal van Implementation IQ legt uit dat de innovator eerst goed alle belanghebbenden tegen het licht moet houden om de kans op marktsucces wezenlijk groter te maken. Mark Bloemendaal
N
a de aanslagen in New York en Londen nam cameratoezicht overal enorm toe. Om alle beelden te behappen, ontstond een grote behoefte aan innovatieve CC-tv-oplossingen. In 2008 bestormde mijn bedrijf Observision deze niche in de securitymarkt. Onze intelligente camera’s behoorden tot een klein wereldwijd kopgroepje dat voldeed aan de loodzware ILIDS-kwaliteitsnormen van de Engelse overheid. Observisions briljante techneuten in Nederland en Florida hadden een huzarenstukje verricht. Met het ILIDSkeurmerk vlogen onze camera’s als zoete broodjes over de toonbank. Champagne! Toen ging de telefoon. Klanten klaagden over valse alarmen. Wat was er aan de hand? Camera’s bleken verkeerd te hangen, waardoor ze mooie opnames maakten van de zon die recht in de lens scheen en op hol sloegen. De installateur was wel getraind, maar diens onderaannemer bleek veel minder op de hoogte. Of er hing een fors spinnenweb in beeld, met bij harde wind onbedoelde alarmen tot gevolg. De klant wist wel dat schoonhouden cruciaal was, maar had dit intern niet strak genoeg geregeld. Ook mocht een camera volgens het ILIDS-diploma ‘slechts’ één ongewenst alarm per etmaal geven, ondanks regen, wind en loslopende konijnen, terwijl alle insluipers wel gepakt werden. Maar als een klant vijftig camera’s ophangt, betekent dit voor het hele systeem twee ongewenste alarmen per uur. Geen probleem als de melding opschakelt naar een live beeldscherm op een eigen uitkijkpost; het wordt duur als de klant de melding direct naar een commerciële meldcentrale stuurt. Dan blijkt de eerstvolgende maandfactuur tegen te vallen. En zo waren er meer problemen. Lang niet allemaal waren ze onze schuld, maar
28 |
9
we voelden ons natuurlijk wel verantwoordelijk – en in de ogen van de klant waren we dat ook altijd. Het gevolg: technische problemen verhelpen met het snel inbouwen van nieuwe features en veel on-site support – en dat alles door de dure ontwikkelingenieurs. Het tweede gevolg: onze vliegende start werd vertraagd doordat het vertrouwen in de markt daalde. We deden het nog steeds beter dan concurrenten (die dezelfde problemen ervoeren), maar voor de klanten bleek het niet goed genoeg. En dat terwijl ons product technisch alles in zich had voor groot succes. Deze ervaring deed mij beseffen ik dat ik mij van één woord onvoldoende diepgaand bewust was geweest: implementatie. Oftewel: het laten werken en laten blijven werken van een uitvinding in álle directe, indirecte en achterliggende operationele processen van de klant. Met als extra complicatie dat het toepassen van een uitvinding altijd leidt tot een verandering van werkwijzen en processen. Alleen als alle veranderingen op alle procesniveaus slagen, schopt een uitvinding het tot een innovatie. Alleen dan is er breed en duurzaam marktsucces.
Probleemloos geslaagd Tegenwoordig is juist dat vergeten woord ‘implementatie’ mijn corebusiness en de zorg mijn markt. Waarom? Omdat de zorgmarkt enorm complex is, met vele betrokkenen die vaak conflicterende eisen stellen. Omdat de zorg van enorm maatschappelijk belang is. En omdat hier een groot marktpotentieel ligt. Dagelijks verschijnen de mooiste uitvindingen op de zorgmarkt. Ze zijn broodnodig, want alleen innovatie kan ons zicht geven op zorg die én beter én goedkoper
is. Van de uitvindingen die over de drempel van een zorginstelling heen komen, wordt echter een bedroevend klein aantal daadwerkelijk langdurig en succesvol gebruikt. Oftewel: de implementatie van vele uitvindingen faalt. Dat is zonde voor alle partijen, en dus ook voor de innovator. De techneuten hebben immers een prachtig product geschapen, dat prima voldoet aan de technische eisen. Wellicht is het al getest bij een ‘proefklant’ en ook daar probleemloos geslaagd. Tijd voor de brede uitrol, de afdeling marketing en sales gaat aan de slag. Die komt er vervolgens achter dat de werkelijkheid toch net iets anders is dan gedacht en vraagt om technische aanpassingen. En snel graag, om het momentum niet te verliezen. Ondertussen gaat de telefoon bij de directie ... Voor de rest van dit verhaal verwijs ik naar mijn hierboven beschreven leermoment. Wat is er dan nodig voor succesvolle implementatie? De vereisten voor het daadwerkelijke implementatieproces zijn onderwerp voor een eigen artikel, maar het is voor innovators net zo belangrijk om tijdens de ontwikkeling al voor te sorteren op een succesvolle implementatie. Centraal hierbij staan alle partijen en personen die bij de invoering van de innovatie betrokken zijn. Over hen vallen drie fundamentele vragen te stellen: wie zijn ze, waarom zouden ze de uitvinding willen – en waarom niet – en hoe kan iedere betrokkene concreet zijn werkwijze aanpassen en hoe bereik je dit? De antwoorden geven ten eerste informatie over de benodigde specificaties voor de optimale kans op implementatiesucces. Ten tweede leveren ze het fundament voor het latere implementatieproces. Dit tweetal bepaalt een aspect van de uitvinding dat ik de
Figuur 2
De gewone wereld Innovatief product
Ipad
Klant
Apple
€
Zwak
Stakeholdersdatabase
Premie
Polis en
tt We loed Inv
€
Verzekeraar
€
We Inv tten l oe d
Politiek Publieke opinie Overheidsdiensten Beroepsverenigingen Belangenclubs
Zorgverlener € We Inv tten loe d
Faciliteiten
€
€
We Inv tten loe d
€
Zorgcapaciteit
Zorginstelling
implementatiekracht noem. Ten derde, en minstens zo nuttig, vormen deze antwoorden een complete en uiterst waardevolle basis voor de marketing en sales.
Vele koninkrijkjes Oog hebben voor betrokkenen, ook wel stakeholders of belanghebbenden genoemd: het is al vele jaren bon ton. Maar ze eens goed op een rijtje zetten, hun onderlinge invloed in kaart brengen, hun hindermacht én positieve macht inschatten, dat is wat anders. Ik ben al een tijdje in dit vak bezig en toch ben ik elke keer weer verbaasd over hun aantal. Een voorbeeld: ik optimaliseer momenteel samen met een Singaporese partner de implementatiekracht van een uitvinding voor epilepsiepatiënten. De teller van de verschillende betrokkenen in Nederland staat nu op maar liefst tweeëndertig (zie kader op pagina 31). De hoeveelheid is tot daaraan toe, maar de betrokkenen verschillen ook nog eens in aard, motivatie en belangen – naar de innovatie toe én naar elkaar. Juist in de zorg bestaan bovendien vele koninkrijkjes naast elkaar. Specialist, manager, verpleegkundige, maar ook verzekeraar en ambtenaar: ze hebben allemaal hun eigen vak- en machtsgebied en in de zorg zijn ze ook allemaal de baas. Samen vormen zij een complexe en gevaarlijke arena voor de innovatie (Figuur 1). Eén vergeten betrokkene met hindermacht kan het einde betekenen. Figuur 2 geeft een ordening van betrokkenen weer vanuit hun relatie tot de innovatie. In de eerste drie cirkels bevinden zich de kerngebruikers en de direct betrokkenen. Zij kunnen zich in de aandacht van de techneuten verheugen. De buitenste cirkels zijn het domein van de marketeers.
Intern en extern randvoorwaardelijk Innovatie
Attributes-database Medische/technische infrastructuur Inkoop en logistiek Logistiek en planning Diagnose Verzorging en verpleging Sterilisatie/hygiëne ICT HR en opleiding PR Administratie en declaratie Financiering Management
Figuur 1: In de Veranderexpertise gezondheidszorg is het netwerk van de stakeholders bij een innovatie een stuk ingewikkelder dan in de ‘gewone wereld’.
5
4
Sterk Zwak
3
2
Operationeel direct betrokken
1
Patiënt Zorgverlener
1
2
Acceptatieanalyse
BE 1 2 3 4 5
Zwak
Direct voorwaardenscheppend voor gebruik Operationeel Invloedanalyse indirect betrokken
Sterk
Wie
3
4
5
Waarom
5
4
Beïnvloeders van brede implementatie
Positie brede i
Intern en extern randvoorwaardelijk
Sterk
Direct voorwaarden-scheppend voor gebruik
3
Operationeel indirect betrokken
2
Operationeel direct betrokken
BE 1 2 31 4 51
2
Zwak
3
4
5
B
Patiënt Zorgverlener
Heeft nodig Wil Voordelen Nadelen
Innovatie
Patiënt
BE 1 2 3 4 5
Positieve macht brede implementatie
Hindermacht
Sterk
De gezondheidszorg Zorgvernieuwing
Beïnvloeders van brede implementatie
Hindermacht
Stakeholders
Figuur 1
Figuur 2: De betrokkenen staan Hoe
Veranderanalyse op verschillende afstanden van de Huidige situatie
Toekomstige situatie
innovatie, maar de hindermacht Stakeholders is voor iedereen even groot. HaalbaarheidDaarentegen en procesdefinitie blijkt de positieve van implementatie VeranderPraktijkInformatieinvloed paradoxaal genoeg specificatie juist eisen eisen groter te worden naarmate ze verder van de innovator af staan.
Voor een brede uitrol, en dus marktsucces, Een automatisch zelfstandig snijdende rohebben álle betrokkenen evenveel hinder- bot, ontwikkeld door een dolenthousiaste macht. Een slechte pers kan net zo dodelijk specialist, kan bijvoorbeeld wel eens té Beïnvloeders van de robot in de ogen zijn als een chirurg die de uitvinding niet goed blijken. Want als brede implementatie Hindermacht van alle andere chirurgen hun professioneziet zitten. Op het gebied van positieve Intern en extern Sterk le autonomie ondermijnt, maakt de uitvinmacht blijkt de invloed van een betrokkene randvoorwaardelijk ding geen kans. zelfs groter te worden naarmate deze Zwak zich Direct voorwaarden5 voorbeeld scheppend voor gebruik van een attribute is meer in de periferie bevindt. BE 1 2 3 Een 4 5 ander 5 Operationeel 4 de zorgvernieuwing aansluit Geen wonder dat de eerste vraag die de de mate waarin indirect betrokken 4 3 het personeel van zorginnovator moet beantwoorden, is wie op de behoeftes van 3 grote Operationeel 2 direct 2 ziektebetrokken werkgevers. Collectieve additionele alle betrokkenen zijn. 1 kostenverzekeringen,1 dePatiënt pakketten die groZorgverlener Zelfsnijdende robot te bedrijven voor hun werknemers regelen, De tweede vraag die de zorginnovator moet zijn lucratief voor de verzekeraar. Bij Shell beantwoorden, is waarom de betrokkenen Nederland werken meer dan tienduizend voor de uitvinding willen gaan, en waarom mensen. Een innovatie die aantrekkelijk is juist niet? Een uitvinding omarmen, en dus voor dat personeel, en dus voor die groottot wasdom laten komen als innovatie, be- werkgever, is dan ook een interessante kans tekent voor een betrokkene per definitie voor de verzekeraar. Als de zorgvernieueen verandering. Waarom zou hij dat wil- wing op dit punt scoort, heeft marketing en len? Welke voordelen ziet hij in de innova- sales direct snel toegang tot een grote groep tie? Tegenover welke nadelen? Zijn de voor- potentiële klanten. Deze attribute is overidelen sterker? En in het verlengde daarvan: gens onderdeel van de shortlist met criteria welke wensen heeft hij en welke eisen stelt van Achmea, dat veertig procent van de Nehij ten aanzien van de innovatie? derlandse markt bedient. Deze elementen – wij noemen ze attriAls de betrokkene de kwaliteiten en butes – bepalen de motivatie van de betrok- noodzaak ziet van de innovatie, verschuift kene. In totaal hebben wij momenteel 104 zijn focus: wat moet er voor mij veranderen in de zorg relevante attributes geïdentifi- om de innovatie te laten werken? Dat is dan ceerd, beschreven en opgeslagen in onze ook de derde vraag die een zorginnovator database. Daarvan zullen er wellicht zo’n moet beantwoorden. Het gaat daarbij niet dertig niet van toepassing zijn op een spe- zozeer meer om de innovatie zelf, maar cifieke uitvinding. Veertig zullen er mis- om wat deze betekent voor de dagelijkse schien bekend zijn bij de ontwerpers. Dan praktijk van de betrokkenen. Werkprocesblijven er nog altijd dertig over waarvan je sen zullen namelijk altijd beïnvloed worden als ontwikkelaar ‘niet wist dat je het niet door innovaties. wist’. Dertig bananenschillen, dan wel geOm daadwerkelijk in beweging te kunmiste kansen om te excelleren. nen komen, heeft de betrokkene vier zaken Een van deze attributes is bijvoorbeeld nodig: helderheid over welke verandering er de vraag wat de impact is van de uitvin- van hem nodig is, praktische hulp of mateding op de autonomie van de professional. riaal om de verandering mogelijk te maken,
9 | 29
Tra e
Positieve mach brede impleme Sterk Zwak
BE 1 2 3
Tim Groeit En jij? Persoonlijke groei, dat vinden wij belangrijk. Groeien
professionals werken voor en bij klanten zoals ASML,
als mens, groeien als professional. Wij bieden jou als
Océ, Philips en TomTom. Op dat allerhoogste niveau
embedded software of hardware expert de ruimte en de
kun jij je talent en ambities optimaal ontwikkelen. Op dat
®
mooiste merken. Zodat jij Groeit .
®
niveau kun je wérkelijk groeien. Als professional en als ®
mens. Wij bieden je de kans. Zodat jij Groeit . Onze arbeidsvoorwaarden en ons Employment Benefit Program zijn uitstekend. Zeker zo belangrijk is dat je bij
TOPIC zoekt Software- & Hardware-engineers.
TOPIC een unieke kans krijgt om jezelf te ontwikkelen
Interesse?
in de top van de markt. Onze software en hardware
Kijk snel op www.topic.nl voor onze vacatures.
Topic. Blijf groeien
Achtergrond Innovatie Beïnvloeders van brede implementatie
Positieve macht brede implementatie
Sterk
Intern en extern randvoorwaardelijk
Sterk
Zwak
Direct voorwaarden-scheppend voor gebruik
Hindermacht
Innovatie
Veranderexpertise
Veranderanalyse
Waarom
Haalbaarheid en procesdefinitie van implementatie
informatie over alles wat met de verandering te maken heeft, inclusief informatie over de effecten ervan, en opleiding in het kunnen werken met de innovatie. Uiteraard is deze mix voor elke betrokkene anders, en zullen sommige betrokkenen niet alle vier Hindermacht elementen nodig hebben voor hun medewerking. MaarSterk het is beter om te besluiten dat iets niet nodig Zwak is dan er achteraf achter 5 1 2 was 3 4 geweest. 5 komen dat iets wel BE nodig
Stakeholders
Acceptatieanalyse
3
Operationeel indirect betrokken
2
Wie
Invloedanalyse
Attributes-database
4
Operationeel direct betrokken
1
Patiënt Zorgverlener
1
2
Zwak
3
4
5
Heeft nodig Wil Voordelen Nadelen
BE 1 2 3 4 5
Betrokkenen bij epilepsie-uitvinding
Innovatie
Figuur 3: Om een uitvinding tot een succes te maken, moet de innovator in e/technische infrastructuur en logistiek kaart brengen k en planning e wie de betrokng en verpleging tie/hygiëne kenen zijn, pleiding waarom ze de innovatie zoutratie en declaratie ring den willen en ment wat daarvoor nodig is.
Stakeholdersdatabase
5
BE 1 2 3 4 5
Hoe Huidige situatie
Toekomstige situatie
Stakeholders Veranderspecificatie
Praktijkeisen
Informatieeisen
Trainingseisen
of de uitvinding inderdaad aan de vooraf ‘opgehaalde’ eisen en wensen voldoet. Vervolgens helpt de analyse bij een prioritering van tijd en geld. We zijn nog niet klaar, het budget wordt krap, waar gaan we Beïnvloeders van Positieve macht opimplementatie focussen? De implementatieanalyse is brede brede implementatie dan een tool om te bekijken welke betrokkeIntern en extern Sterk randvoorwaardelijk nen al een positieve waardering hebben en welke niet. Het is beter dat de uitvinding in Zwak Direct voorwaardenscheppend gebruik een zesje scoort bij BE alle 1 2 3betrok4 5 iedervoorgeval 5 Operationeel 4 kenen dan een 4acht bij enkele lievelingsindirect betrokken 3 stakeholders 3terwijl een andere betrokkene In ieder geval een zesje Operationeel direct betrokken Met het wie, waarom en hoe heeft de zorgin- 2 nog steeds2maar een twee geeft. 1 1 Patiënt marketing novator een implementatieanalyse van wat Voor en sales is de analyse Zorgverlener er nodig is voor een goede kans op succes bij ten slotte een rijke informatiebron. Iedere de implementatie (Figuur 3). Nu kan hij aan marketeer vraagt zich af: wie is mijn doelde slag met het verfijnen van het product en groep, wat is de toegevoegde waarde voor het vergroten van de implementatiekracht deze doelgroep, wat zijn de argumenten ervan. En liggen de gegevens klaar op basis waarmee ik kan scoren in de communicawaarvan een state-of-the-art implementa- tie? Dit is allemaal terug te vinden in de tieproces kan worden ontworpen. implementatieanalyse. In de specificatiefase is de implementaIk heb hopelijk duidelijk gemaakt dat tieanalyse een tool om zowel de ‘harde’ als implementatie cruciaal is voor innovatie, de ‘zachte’ eisen en wensen van betrokke- en vervolgens wat een innovator kan doen nen boven tafel te krijgen. De harde eisen om de slaagkans tijdens implementatie te komen vooral van de direct betrokkenen, maximaliseren. Ik gun iedereen een uitvinde zachte – minstens zo belangrijk voor ding met veel implementatiekracht, zodat breed succes – van de ‘buitenste’ betrok- deze het tot een succesvolle zorginnovatie kenen. Het werk kan hier goed verdeeld kan schoppen. Daar wordt de zorg alleen worden: de techneuten overleggen met de maar beter van. professionals; sales en marketing spreekt met het bestuur, patiëntenverenigingen Mark Bloemendaal is oprichter en en verzekeraars. Dankzij de implementa- directeur van Implementation IQ (www. tieanalyse komt alles op tafel en wordt het implementation-iq.nl), dat adviseert rond intern eenduidig bespreekbaar. implementatie in de zorgsector. Hij heeft Tijdens de validatie- en testfase fungeert ruim twintig jaar ervaring in diverse directiede implementatieanalyse als een complete en managementfuncties op het gebied van checklist. Het in de praktijk testen is im- technische innovatie, business development, mers vooral het bij de betrokkenen checken marketing en sales. Als opleiding heeft hij
Het aantal betrokkenen bij een innovatie kan al snel hoger uitvallen dan gedacht als we de tijd nemen ze op een rijtje te zetten. Hieronder staat een lijstje met alle stakeholders die ik kon identificeren voor een uitvinding rond epilepsie: • Patiënt • Begeleider dagbesteding • Verplegende • Familie patiënt • Internist • Neuroloog • Verpleeghuisarts • Revalidatiearts • Orthopedagoog • Zorgcoördinator • Maatschappelijk werker • Manager sector diagnostiek en behandeling • Manager sector zorg en dienstverlening • Thuiszorg • Bewonersraad • Hoofd afdeling financiën en administratie • Hoofd facilitaire dienst en onderhoud • Hoofd ICT • HR-afdeling opleidingen • Huisarts • Centraal bureau Indicatiestelling voor de Zorg • Gemeente • Directie zorginstelling • Raad van bestuur zorginstelling • Raad van toezicht zorginstelling • Psychiater • Ouder-familievereniging • Verzekeringsmaatschappij • Nationaal Epilepsiefonds • Epilepsievereniging Nederland • Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland • Inspectie Gezondheidszorg een ingenieursgraad elektrotechniek van de TU Delft, een minor-graad geneeskunde voor ingenieurs van Medical Delta en een MBAopleiding van de British Open University. De analysetools ontwikkelt hij momenteel verder tijdens zijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Tilburg naar innovatie in de zorg. Implementation IQ voert niet alleen een-op-eentrajecten uit met innovators, maar werkt ook aan een laagdrempelige online doehet-zelf-implementatieanalyse. Deze tool komt in het eerste kwartaal van 2013 beschikbaar. Redactie Pieter Edelman
9 | 31
Achtergrond Regelgeving
Reguleren om te innoveren Fabrikanten die een medisch device in Europa op de markt willen brengen, kunnen grotendeels zelf controleren of ze aan de regels voldoen. Het systeem staat echter onder druk en het Europees Parlement wil de teugels flink aanhalen. Erik Vollebregt
W
ie een technologisch product voor de medische sector op de markt wil brengen, krijgt te maken met regelgeving die op Europees niveau is vastgelegd. Dat is in Nederland al zo sinds 1970, toen de Wet Medische Hulpmiddelen in werking trad. In de jaren negentig werd deze regelgeving op Europees niveau geharmoniseerd. Dat begon in 1990 bescheiden met de Richtlijn Actieve Implanteerbare Medische Hulpmiddelen (RAIMH), die de regelgeving rond bijvoorbeeld pacemakers en ICD’s (implanteerbare defibrillatoren) afkaderde. Drie jaar later werden ook alle andere medische devices onder Europese regels geschaard via de algemene Richtlijn Medische Hulpmiddelen (RMH). Met de Richtlijn In Vitro Diagnostica (RIVD) in 1998 werd het hele spectrum compleet; deze regelt alle apparatuur die zich bezighoudt met het testen van monsters ten behoeve van diagnostiek en/of behandeling. Deze drie richtlijnen zijn zogeheten ‘new approach’-richtlijnen. Dit houdt in dat de fabrikant alleen of in sommige gevallen samen met een aangemelde instantie (een door de overheid erkende certificeringsinstantie, zoals Dekra) beoordeelt of zijn product aan de essentiële vereisten voldoet. Als hij overal aan voldoet, mag hij het CE-teken aanbrengen op het betreffende product en mag dit vrij circuleren in de hele Europese Economische Ruimte en Turkije. De vereisten worden ingekleurd door geharmoniseerde standaarden zoals Iso. Hiervan wordt aangenomen dat ze de state of the art beschrijven, en dus voldoen aan het beste dat je als regelgever van een fabrikant mag vragen. Deze standaarden laten zich vertalen in een zogeheten conformiteitsbeoordeling. Die kijkt naar de veiligheid en performance, maar ook of eventuele risico’s aanvaardbaar zijn ten opzichte van het nut voor de patiënt. Vrij vertaald, moeten risico’s zo veel mogelijk worden beperkt (onder meer via een veilig ontwerp en veilige constructie), moeten er passende maatregelen zijn ter bescherming tegen risico’s die niet kunnen worden uit-
32 |
9
gesloten (bijvoorbeeld alarmvoorzieningen) en moeten gebruikers worden geïnformeerd over de nog aanwezige risico’s. Verder moeten medische hulpmiddelen continu klinische evaluatie ondergaan. Dit is een proces waarbij de fabrikant eerst het bedoelde gebruik van het medische hulpmiddel onderbouwt met gegevens uit klinische publicaties en indien nodig uit klinische proeven. Daarna moet hij dit up-to-date houden en aanpassen aan technologische ontwikkelingen en ervaringen uit de praktijk. Blijkt
definitie is dat nogal wat, van eenvoudige tongspatels tot de meest geavanceerde diagnostische scanners en van contactlenzen tot neurale pacemakers. Ook producten die zelf geen medisch hulpmiddel zijn, kunnen onder de regels vallen als ze door de fabrikant speciaal zijn bestemd om met een hulpmiddel te worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan is contactlensvloeistof, of een Ipad-app voor het op afstand besturen van een MRIscanner. Voor sommige producten, zoals geneesmiddelen, cosmetica, biociden en voedsel, bestaat aparte regelgeving.
Media
De Maltese Eurocommissaris John Dalli zou een sigarettenfabrikant hebben benaderd om tegen betaling invloed uit te oefenen op de Europese tabakswetgeving. Hoewel dit niet is bewezen, moest hij afgelopen maand aftreden. Het is nog gissen hoe zijn opvolger tegen de voorstellen voor verscherpte regelgeving rond medische devices aankijkt.
bijvoorbeeld dat er regelmatig hetzelfde probleem optreedt, dan moet hij het hulpmiddel aanpassen om dit probleem op te lossen. Wat valt er allemaal onder de drie medische-hulpmiddelenrichtlijnen? Volgens de
De Europese aanpak is niet onomstreden. Diverse belangengroeperingen stellen dat medische hulpmiddelen net zo streng werden gereguleerd als broodroosters. De CE-systematiek wordt immers ook bij een reeks van andere producten toegepast zoals liften, elektrische apparatuur, machines en speelgoed. De nuance dat de inhoudelijke eisen voor medische hulpmiddelen veel strenger zijn, is aan hen niet besteed. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) gaat zelfs zo ver om te stellen dat de Europeanen hun bevolking als proefkonijn gebruiken omdat hulpmiddelen die in de VS werden afgekeurd toch in Europa met een CE-merk op de markt konden komen. Uit onderzoek blijkt dat er in de Europa niet vaker hulpmiddelen worden teruggeroepen uit de markt dan in de VS, dus dat de hulpmiddelen hier niet onveiliger zijn. Vorig jaar kreeg deze discussie echter een politiekere dimensie toen het PIP-borstimplantatenschandaal grootschalig de media haalde. Naar aanleiding hiervan nam het Europees Parlement dit voorjaar een resolutie aan waarin staat dat de regels veel strenger moeten. De Commissie bracht eind september twee grotendeels overlappende voorstellen uit om hieraan invulling te geven: een voor diagnostische tests en een voor alle andere medische hulpmiddelen. Hoewel de voorstellen in de basis niet zo
Kunstmatige hartkleppen kunnen tegenwoordig in veel situaties worden ingebracht via een katheter in plaats van openhartoperaties. Medtronic ontving in 2006 al een CEkeurmerk voor zijn systeem. De Amerikaanse FDA laat het echter pas sinds kort toe, en alleen voor kleine groepen risicopatiënten.
veel veranderen aan het systeem, zou de invoering op detailniveau vooral voor het mkb een hoop wijzigingen met zich meebrengen. Met name het voorstel voor de in vitro diagnostica diagnostica betekent een grote verandering. De huidige wetgeving werkt met een niet flexibel systeem van lijsten die specificeren waar de tests voor zijn bedoeld. Die indeling op basis van het risicoprofiel bepaalt de criteria waar het hulpmiddel aan moet voldoen. De EU wil dit op dezelfde manier gaan regelen als andere medische hulpmiddelen, met een classificatie op basis van risico. De risicoklasse bepaalt hoe streng de toelatingseisen zijn en of het diagnosticum moet worden beoordeeld door een aangemelde instantie. Veel diagnostica die onder de huidige regels door de fabrikant zelf gecertificeerd kunnen worden, zouden onder de nieuwe regels door aangemelde instanties moeten worden beoordeeld.
Speelgoedrichtlijn Voor zowel diagnostica als andere hulpmiddelen worden de klinische en organisatorische eisen in de voorstellen aangescherpt. Voor hulpmiddelen in klasse III (hoogste risico) en diagnostica in klasse D (de hoogste risicoklasse in de nieuwe wetgeving) is een nieuwe zogeheten scrutiny-procedure voorzien waarbij een comité van de Commissie en afgevaardigden van de autoriteiten nader mogen kijken naar hulpmiddelen die de aangemelde instantie goed genoeg heeft bevonden. Alle fabrikanten wordt bovendien verplicht een ‘post-market-surveillanceplan’ te hebben dat proportioneel is aan het soort hulpmiddel en de klasse. Dit plan regelt onder meer hoe zij omgaan met incidenten en bevat bijvoorbeeld een terugroepprocedure. Fabrikanten wordt binnen het voorstel verder verplicht om ten minste één zogeheten qualified person met kennis op het gebied van medische hulpmiddelen aan te nemen. Met name voor mkb’ers kan dit een forse investering zijn. Alleen bedrijven die hulpmiddelen op maat maken, minder dan tien
werknemers hebben én een jaaromzet en/of balanstotaal van minder dan twee miljoen euro halen, worden vrijgesteld. Alle andere ondernemingen zullen dus moeten kijken of ze de juiste expertise in huis hebben en deze eventueel van buiten moeten halen. toele De voorstellen gaan ook in op de toeleverketen. Daarbij wordt een systeem gehanteerd dat al bestaat in andere Europese wetgeving zoals de Speelgoedrichtlijn. Volgens de voorstellen wordt iedere schakel in de distributieketen van een medisch hulpmiddel (importeur, distributeur en wederverkoper) verplicht na te gaan of het hulpmiddel aan bepaalde vereisten voldoet en krijgt ieder eigen verantwoordelijkheden op het gebied van vigilantie en markttoezicht, waaronder een meldingsplicht en een eigen plicht om correctieve maatregelen te nemen. Een groot probleem met hulpmiddelen blijkt in de praktijk de traceability. Er is momenteel geen sluitend systeem dat ze allemaal op de markt volgt en gegevens bevat over aan wie een hulpmiddel is afgeleverd en in welke patiënt het is geïmplanteerd. Daarom wil de EU dat alle schakels in de keten straks gaan bijhouden wie hun een bepaald hulpmiddel heeft geleverd en aan welk bedrijf, welke instantie of welke zorgprofessional ze het hebben verkocht. Om hulpmiddelen binnen de EU individueel te kunnen identificeren, wordt gewerkt aan een unique device identifyer (UDI) met informatie over fabrikant, importeur en gemachtigde. Dit systeem wordt gefaseerd ingevoerd. Een veelgehoorde klacht over het huidige systeem is dat het niet transparant is. Het is moeilijk om te zien welke aangemelde instantie een hulpmiddel heeft goedgekeurd voor welk gebruik. De Commissie wil dit oplossen via de Eudamed-databank. Deze wordt sinds kort gebruikt om informatie over hulpmiddelen uit te wisselen tussen autoriteiten in de EU, maar krijgt in de voorstellen een veel bredere functie. De databank moet bijvoorbeeld openbare informatie gaan bevatten over toegelaten
hulpmiddelen, bijbehorende certificaten en klinische proeven. Verder moet zij het digitale verkeer tussen de Commissie en de lidstaten onderling faciliteren en fabrikanten toegang bieden voor het verstrekken van de vereiste informatie zoals de UDI.
Pech gehad De Europese voorstellen zijn eind september het wetgevingstraject in gegaan. Die procedure duurt normaal gezien zo’n twee jaar. Daarna treden de verordeningen in werking, maar er is voorzien in een overgangsperiode van drie jaar. In die periode mogen al wel hulpmiddelen op de markt komen die aan de nieuwe regels voldoen. In de wetgevingsprocedure kunnen het Europees Parlement en de Europese Raad amendementen voorstellen voor de regels. We weten dus nog niet hoe de regels er in detail uit zullen zien. Alleen voor het ketenbeheer is de verwachting dat de voorstellen weinig meer zullen wijzigen. Bedrijven in de hulpmiddelenindustrie kunnen dus alvast beginnen met het herzien van hun bestaande contracten in het licht van de voorstellen. Voor de overige onderdelen is het de vraag of het Europees Parlement de nieuwe regels streng genoeg zal vinden. De EC heeft de pech gehad dat commissaris John Dalli voor Gezondheid en Consumenten, uit wiens koker het voorstel van de Commissie kwam, het veld heeft moeten ruimen na een overigens niet bewezen vermoeden van corruptie. Het is gissen wat voor invloed dat gaat hebben op hoe de Commissie haar voorstel zal kunnen verdedigen tegen amendementen van het Europees Parlement, omdat nog niet duidelijk is hoe de nieuwe commissaris tegenover het voorstel staat. Erik Vollebregt is partner bij Axon Advocaten. Hij is gespecialiseerd in regelgeving rond medische technologie in de EU. Redactie Pieter Edelman
9 | 33
Brug open, brug dicht Op een druk bevaren rivier liggen vijf bruggen die de oevers en twee eilanden met elkaar verbinden. De bruggen staan regelmatig open. Aangenomen dat de bruggen onafhankelijk
van elkaar open of dicht staan, en dat de kans dat een brug open staat 50% is, wat is de kans dat de twee oevers via dichte bruggen met elkaar in verbinding staan?
Stuur je antwoord uiterlijk 4 december a.s. naar:
[email protected]. Onder de inzenders verloten we een kadobon t.w.v. E 50,=. De uitslag wordt via onze website op 7 december a.s. bekend gemaakt.
www.alten.nl Linie 544 7325 DZ Apeldoorn 055-5486200
Bezoek ook eens: http://techcorner.alten.nl
Puzzel: Mathijs Romans / consultant Alten PTS
Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven 040-2563080 Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle a/d IJssel 010-4637700
Opinie Innovatie
Dokteren op het internet
E
Peter de With is hoogleraar elektrotechniek en programmadirecteur voor Smart Diagnosis aan de TU Eindhoven en adviseur bij Cyclomedia.
r gaat een andere wind waaien door de Nederlandse gezondheidszorg. Het is overduidelijk dat onze gemeenschap het huidige model niet meer kan betalen. Met een afnemende bevolking en economische omzet komt er een langdurige periode aan van afkalving en verbouwing van het huidige bestel. Dit biedt nieuwe mogelijkheden, met name voor toepassingen in de ICT, telecom en consumentenelektronica. Juist in die gebieden zijn buiten de zorg de grootste stappen gemaakt in technische vooruitgang, maar ook in efficiëntie. Die enorme winst in reductie van oppervlak, volume en prijs is voor een significant deel voorbijgegaan aan de medische sector. Dat komt doordat allerlei regelgeving, die zeker goed is bedoeld, de ontwikkelsnelheid van medische apparaten en technologie heeft vertraagd. Maar ja, je test nu eenmaal een besturingssysteem niet op mensenlevens. Er lopen nu in de Europese Unie, de Verenigde Staten en in Zuid-Korea pilotprojecten waarin patiënten op afstand met draagbare sensoren en draadloze communicatie worden gadegeslagen of begeleid. Hoewel deze experimenten zeker niet de eerste in hun soort zijn, is er nog steeds geen grootschalige toepassing. Een remote-sensingverbinding tussen patiënt en zorgcentrum of ziekenhuis zal toch heel veilig moeten zijn aleer de verschillende partijen hun medewerking verlenen. Toch gaat de revolutie doorgang vinden. Het is dé manier om mensen fysiek langer bij de dokter of het zorgcentrum weg te houden, en dat bespaart direct veel kosten. De regering in wording roept nu al dat mensen meer voor zichzelf en elkaar moeten gaan zorgen. Dankzij het internet zijn mensen beter geïnformeerd en komen zij sneller in aanraking met nieuwe ontwikkelingen. Nu al wordt kleine meetapparatuur voor bloeddrukmeting aangeboden.
Vanuit die optiek is de omslag dus snel gemaakt. Ik voorspel dat we binnenkort worden overspoeld met medische gadgets en allerlei uitbreidingen en apps die op of rond een smartphone kunnen draaien waarmee de conditie van het menselijk lichaam of de status van specifieke ziektebeelden kunnen worden gemeten. Zullen die allemaal veilig zijn? Op dit moment zijn ze dat in ieder geval nog lang niet. Er moet dan ook snel een instantie komen die medische apparatuur
Wij technici zijn spekkoper voor consumentengebruik gaat testen op veiligheid en toepasbaarheid. We zijn in Europa heel veel consumentenelektronica kwijtgeraakt aan Azië, maar dit gebied biedt nieuwe kansen. Het zijn wel mooie mogelijkheden voor de industrie op het gebied van embedded systemen, ICT en bedrijven die goed zijn in sensoren of speciale meetmethodes. Ik voorzie ook veel werk voor consumentenorganisaties en patiëntenverenigingen, want zij moeten de mensen die zorg en apparatuur nodig hebben van advies voorzien en burgers wegwijs maken in het woud van de specificaties – dat wordt volop dokteren op internet. Ook wij technici zijn spekkoper. De producten zijn intrinsiek nuttig, maar ook veeleisend ten aanzien van veiligheid, stroomverbruik, voeding, efficiëntie van implementatie en gebruiksgemak. Producten zullen fail-safe moeten zijn en robuust moeten kunnen omgaan met invloeden van buiten. Ondernemers en technici verenigt u, want er is veel werk aan de winkel.
9 | 35
Achtergrond Medische apparatuur
Op weg naar bestralen in de MRI-scanner De lineaire versneller die kankerpatiënten bestraalt, is in essentie blind tijdens de behandeling. Het UMC Utrecht, Philips en Elekta willen daar verandering in brengen door de bestraler te integreren met een MRI-scanner. Maar dat leidt tot lastige engineeringvraagstukken. Pieter Edelman
T
ussen de kale betonnen muren, multiplex en timmerhouten constructies en naast de grote ronde machine waant de bezoeker zich eerder in de generatorruimte van het Utrechtse UMC dan in een voormalige behandelkamer voor kankerpatiënten. Het machineprototype dat er staat, is echter een waar huzarenstukje en moet de volgende mijlpaal worden in het bestralen van tumoren: de integratie met MRI. Het systeem is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het UMC, Philips en Elekta, een van de grootste radiotherapiebedrijven ter wereld. Het afgelopen decennium is de radiotherapie – het bestralen van tumoren – ingrijpend veranderd doordat fabrikanten een CT-scanner gingen toevoegen aan hun bestralingsapparatuur om organen te kunnen volgen. Die liggen namelijk maar zelden stil. De ademhaling zet bijvoorbeeld zo’n beetje de gehele buikholte in een regelmatige maar ruimtelijk complexe beweging. Door het orgaan vlak voor de dagelijkse bestraling te lokaliseren met de CT-scanner kan de bundel nauwkeuriger worden gericht en het omliggende weefsel beter gespaard. Maar CT is gebaseerd op röntgenstraling. In zachte weefsels is het contrast laag en hoewel de organen er prima mee zijn terug te vinden, is de tumor zélf niet te zien. Daarom moet een ruime marge worden aangehouden. En dat betekent dat er een duivels compromis moet worden gesloten voor de dosis: hoog genoeg om de tumor te vernietigen, maar laag genoeg om het gezonde weefsel te sparen. Voor sommige kankersoorten valt bestralen zelfs af als behandeloptie. Radiotherapeuten dromen daarom over dosage painting, het nauwkeurig variëren van de stralingsintensiteit binnen het doel-
36 |
9
gebied. Ze zouden de tumor dan een veel hogere klap kunnen geven, terwijl het gezonde weefsel de normale dosis ontvangt. Er zijn allerlei aanpakken om dit mogelijk te maken, zoals het correleren van de CT-beelden aan vooraf verzamelde data. Dit kan echter lang niet altijd, zeker als de tumoren te klein of te beweeglijk zijn.
Donut Het zou wél kunnen als de bestraling gestuurd zou worden door MRI-beelden in plaats van CT. MRI biedt uitstekend contrast binnen in de weefsels en kan tumoren direct zien. CT heeft daarentegen geen invloed op de bestraling en is compact uit te voeren. Voor MRI ligt dat compleet anders: een lineaire versneller samenbrengen met MRI is zoiets is als je kat een slaapplaatsje proberen te geven in het hondenhok. Het begint al met de beschikbare ruimte: om de krachtige magneetvelden te bewerkstelligen, is de holte waar de patiënt in gaat smal – slechts zestig centimeter in doorsnee. Het is uitgesloten dat daar een versneller in past. Dat is echter slechts een kleine hobbel vergeleken met de magneetvelden rond de scanner. Ferromagnetische materialen in de buurt vormen een gevaarlijke combinatie en elektronica raakt compleet ontregeld, net zoals de bestraler; die wekt hoogenergetische fotonen op door met een lineaire versneller elektronen tegen een wolfraam plaatje aan te schieten. Het magneetveld zou deze versneller flink in de weg zitten. Op zijn beurt zou die weer het MRI-beeld verstoren. En dan zijn er nog de RF-pulsen die de MRI-scanner genereert ... Toch zagen Jan Lagendijk en Bas Raaymakers van het UMC Utrecht mogelijkheden. Een bestraler past weliswaar niet ín de
MRI-scanner, maar wat nou als de bundel er van buiten doorheen zou schieten? De straling dringt met gemak door materialen heen; de behandeling moet niet voor niets in een bunker met dikke betonnen muren worden uitgevoerd. De wand van een MRIscanner is echter volgepropt met magneten, magneetspoelen, radiospoelen, vloeibaar helium en regelelektronica; daar komt geen nette bundel doorheen. Maar wellicht zou er een een smalle ring vrijgemaakt kunnen worden van dit soort hindernissen? Ook voor de interactie met de magneetvelden is een oplossing te vinden: actieve compensatie met een tweede stelsel magneten die op het primaire veld reageren. Fabrikanten passen dit vandaag de dag al toe om gebieden buiten de scanner te creëren waar het veld netto nagenoeg neutraal is. Wellicht kon er zo een ‘donut’ worden gemaakt waarin de bestraler kan werken. En RF? Dat is met een good old kooi van Faraday te ondervangen. De betrokkenheid van de twee industriële partners was essentieel voor het project. De aanpassingen aan de scanner en de actieve compensatie werden mogelijk door de nauwe samenwerking met Philips, en voor het modificeren van het bestralingsapparaat was de kennis van Elekta cruciaal. Toch was er vanuit het UMC flink wat overredingskracht nodig om de industriële partners aan boord te krijgen. Het engineeringvraagstuk was groot en de toekomst onzeker. ‘De industrie kijkt zo ver niet vooruit. We hebben de hulp van publieke middelen nodig gehad om dit van de grond te krijgen’, zegt Lagendijk. Hij zet dan ook zijn vraagtekens bij het overheidsbeleid om R&D meer te laten bekostigen door het bedrijfsleven. Ondersteund door een Veni-subsidie van STW voor Raaymakers startten de drie
Doordat de bestraler dwars door de wand van de scanner heen kan schieten, zagen de ontwikkelaars mogelijkheden voor integratie van de twee systemen.
partners in 2003 een studie naar de technische haalbaarheid. Uiteindelijk leidde dat in 2009 tot een technologiedemonstrator, opnieuw met steun van een STW-subsidie. Dat trok de industriële partijen eindelijk over de streep om over de ontwikkeling tot product na te gaan denken. Afgelopen maand kondigden ze de volgende stap aan: een consortium met instituten over de hele wereld – waarvan het UMC er uiteraard een is – om klinische studies uit te gaan voeren met de technologie. Het Utrechtse academische ziekenhuis bouwt op dit moment een nieuwe vleugel waar vanaf volgend jaar een centrum voor beeldgestuurde behandeling van kanker moet komen. Een sleutelrol is daarin weggelegd voor de MRI/versneller-combinatie. Het UMC loopt wel voorop. Voor dergelijke ontwikkeltrajecten wordt doorgaans gerekend met zeker drie tot vijf jaar.
Heliumtank Om in de scannerwand een ring vrij te maken van obstakels moest het apparaat als het ware in tweeën worden gehakt. Lastig, maar niet fundamenteel onmogelijk. De magneten en spoelen zijn in een normale scanner ook niet uit één stuk over de hele lengte en nu moesten ze in het midden uit elkaar worden geschoven. De koeling moest eveneens op de schop. Om de magneten supergeleidend te maken, moeten ze worden gekoeld tot enkele graden boven het absolute nulpunt door ze te omspoelen met honderden liters vloeibare helium. In het gebied waar de bestraler doorheen moet schieten, zijn alle onregelmatige structuren geruimd en is de wand dunner gemaakt. ‘We hebben zo een ring van vijftien
centimeter breed vrijgemaakt. Daarmee kunnen we bij de patiënt een gebied van 24 centimeter breed bestralen. Voor de beeldkwaliteit heeft die ruiming van structuren geen gevolgen’, vertelt Raaymakers, die de technologische ontwikkeling overziet. Normaal wordt de ruimte waarin de MRIscanner staat, ingezet als Faraday-kooi, zodat RF-velden beperkt blijven tot de behandelkamer. In de combi staat de versneller in de ruimte zelf en moet deze apart afgeschermd worden van deze velden. Dat is opgelost door de heliumtank integraal onderdeel te maken van de afscherming. Aan de voor- en achterkant wordt deze aangesloten op koperen bakken, waardoor het RF-veld van de scanner niet naar de zijkanten kan lekken en de versneller hiervan gevrijwaard blijft.
Grote schijf Het bestralingsapparaat moest ook volledig op de schop. Doordat de lineaire versneller zelf – een component van zo’n vijfenveertig centimeter lang – in de magnetisch neutrale zone is geplaatst, kan hij relatief ongestoord zijn werk doen. De stalen onderdelen in het apparaat zijn wel vervangen door niet-magnetische materialen om de MRI-scanner beter te verdragen. In 2009 was de vuurdoop voor het principe: de versneller werd op een houten frame naast de scanner geplaatst, op de MRI gericht en aangezet. En ziedaar: het karbonaadje dat als proefkonijn diende, bleef keurig in beeld terwijl het werd bestraald. Maar er was nog een lange weg te gaan. Essentieel bij radiotherapie is dat de versneller rondjes om de patiënt heen draait. De bundel volgt een rechte weg en bestraalt alles wat op zijn weg ligt, tumor of geen tu-
mor. Door de versneller vanuit verschillende posities te laten vuren, wordt de dosis in het omliggende weefsel uitgespreid terwijl het doelgebied constant de volle laag krijgt. De huidige generatie bestralingsapparatuur faciliteert dit door middel van een ‘zwevende’ behandeltafel die aan het voeteneinde vastzit aan een stellage waar een grote schijf omheen draait. Armen met de versneller, CT-scanner en meetapparatuur steken hieruit en kunnen vrij onder de patiënt door draaien terwijl een 160-tal wolfraam lamellen de bundel in de juiste vorm boetseren. Die bestralingshoeken en bundelvormen tezamen leveren de benodigde complexe driedimensionale dosisverdeling op. Een MRI-scanner is echter een bakbeest waar je een dergelijke constructie niet omheen schuift. Dat ontwerp moest dus ook anders. De versneller rijdt nu via een rail aan de buitenkant over de scanner heen – dankzij een diepe geul in de betonnen vloer van de behandelkamer kan hij ook onder het apparaat door. De bestraler moest hiervoor worden omgebouwd tot een zelfstandige unit die met alle elektronica aan boord vrij kan bewegen op de rails. Het apparaat betrekt zijn stroom via koolborstels die over de rail slepen. Bovendien greep het Utrechtse team de gelegenheid om wat upgrades door te voeren. ‘Het is echt een nieuwe generatie in therapie, dus we wilden ook een verbeterslag maken waar we de komende jaren mee vooruit kunnen’, legt Raaymakers uit. Het apparaat kan bijvoorbeeld ongekend snel draaien: tot tien rondjes per minuut. De huidige generatie werkt op één rondje per minuut om de patiënt niet in gevaar te brengen door de bewegende onderdelen. Die ligt in de scanner echter afgeschermd en door sneller te draaien, ontstaat de mogelijkheid om niet vanuit een
9 | 37
Design for Six Sigma programma Nieuwe producten en processen moeten in steeds
Integratie met het Product Creatie Proces
kortere doorlooptijden ontwikkeld worden, in één
Het Design for Six Sigma (DfSS) programma behandelt de IDOV methode voor het ontwikkelen van nieuwe producten én de DMAIC
keer goed en met de juiste kwaliteit. Met complexe producten gebeurt dat in multidisciplinaire teams van
verbetermethodiek. Deze methodes worden geplaatst binnen het bedrijfsspecifieke Product Creatie Proces. Het doel is de oplevering
specialisten van diverse organisaties en nationaliteiten.
van een robuust product dat voldoet aan de eisen van de klant,
Een gestructureerde ontwikkelaanpak met de
op tijd (Time to Market) en
universele Design for Six Sigma methodiek is daarbij
binnen budget. Deze opleiding wordt gegeven in samen werking
een geweldig hulpmiddel voor u om geplande
met IBIS Universiteit van
marktintroducties van succesvolle producten te
Amsterdam onder leiding van
realiseren.
Business Case
Prof. Dr. Jeroen de Mast.
Specificatie
Definitie
Ontwerp
Implementatie
DfSS Black Belt 23 t/m 26 april • 25 t/m 28 maart • 14 juni 20 13 t/m 11 • 21 t/m 24 mei
Aanmelden: tive.nl ww w.holland-innova
Verificatie
Nazorg
Productleiderschap: ‘de factor 10’ Wat betekent het voor uw business als de specificaties aan het begin
Of welke parameters veroorzaken variatie? Wat als uw “Cost of
van uw project helder zijn? Als u inzicht heeft in de risico’s in uw
Non-Quality” een stuk lager zouden liggen?
product ontwikkeling? Als u weet welke parameters belangrijk zijn
Al deze vragen liggen ten grondslag aan Productleiderschap.
en welke juist niet?
Daag ons gerust uit en sta versteld van de kracht van de aanpak!
Resultaten
Het Holland Innovative Huis:
High Tech Campus 9 β-Technology Center 5656 AE Eindhoven
De kern
De resultaten
Round Table Meetings
Executive Events
Reliability
Product- en Procesontwikkeling
Project Management
Trainingen en Seminars
User Groups
Holland Innovative BV: • Voor oplossingen in projectmanagement, procesverbetering en productbetrouwbaarheid • 30 Professionals met ervaringsniveau van meer dan 20 jaar • Marktgebieden: HighTech & Automotive, Solar&Energy, Zorg, Agro&Food
De enablers
T +31 40 85 14 611 E
[email protected] W www.holland-innovative.nl
Focus on complex business processes
Achtergrond Medische apparatuur
In het UMC Utrecht staat een werkend prototype van de MRI/ versneller-combinatie. De versneller kan tot tien rondjes per minuut om de MRIscanner draaien.
vast aantal hoeken te bestralen maar constant, met mogelijk betere resultaten.
Legowagentje De hardware is nog maar een van de aspecten aan het verhaal. Feitelijk kan het belangrijkste, het onderzoek naar de patiënt en de ziekte, pas beginnen als het apparaat is uitontwikkeld. Voor die tijd moet de software ook nog op orde zijn. Van de laagniveau-aansturing van de machine – rekening houdend met alle verstoringen en eigenaardigheden van de twee systemen – tot de methodes om de tumor realtime te volgen en de programmatuur om de behandeling te plannen. Nu wordt de bestralingsstrategie nog weken van tevoren uitgerekend. Aan de hand van bijvoorbeeld MRI-beelden bepaalt de arts de stralingsdosis voor de verschillende gebieden en de strategie om de vitale organen zo veel mogelijk te ontzien. Met computerprogramma’s worden vorm en intensiteit bepaald die de bundel vanuit de verschillende hoeken moet aannemen. Maar, jawel, ook het bestralingsregime verandert in een MRI. Weliswaar ondervinden de fotonen geen invloed van het magneetveld, maar zij zijn evenmin het hele verhaal. Op het moment dat een foton inslaat, maakt dat een elektron vrij. Het is dit secundaire elektron dat uiteindelijk de – al dan niet gewenste – schade aanricht aan het weefsel. ‘Het elektron legt doorgaans één tot anderhalve centimeter af voordat het zelf inslaat. In een MRI-scanner wordt het pad afgebogen door het MRI-veld. Dat moet je meenemen in je berekening’, stelt Raaymakers. Van de gebruikelijke methodes blijft daarom alleen de Monte Carlo-simulatie over als
geschikte aanpak. De computer vuurt hierbij vanuit een aantal willekeurige hoeken individuele fotonen af op het anatomische 3D-model en berekent waar ze uiteindelijk terechtkomen. Dit wordt miljoenen tot miljarden keren herhaald om statistisch inzicht te verkrijgen in hoe de straling zich door het weefsel verdeelt. Daarmee kan vervolgens beredeneerd worden hoe de bundels eruit moeten komen te zien. De methode is precies, maar wel erg traag: een berekening kan uren duren. Dat is tot nog toe niet erg, want tussen scan en behandeling zit toch enkele weken. Bij bestraling in de MRI-scanner zou het echter logischer zijn de nieuwste inzichten en veranderingen in de berekening mee te nemen; het idee is immers om exact het doelgebied te raken. De oplossing hiervoor heeft zich gelukkig al aangediend: de grafische processor. Voor het fotorealistisch renderen van grafische scènes wordt vaak ray tracing gebruikt, een techniek waarbij de weg van individuele fotonen wordt gevolgd totdat ze op een oppervlak botsen. Eigenlijk hetzelfde dus als de Monte Carlo-simulaties. Een Canadese promovendus heeft de twee gecombineerd en een implementatie van het dosisplanningsalgoritme voor de GPU gemaakt. ‘Daarmee versnel je de berekening met een factor duizend’, aldus Raaymakers. ‘Het was bedoeld voor gewone radiotherapie, maar tijdens een bezoek van drie maanden hier heeft hij dat aangepast voor bestraling in de MRI-scanner. Die berekening kunnen we met de GPU nu in minder dan een halve minuut maken.’ Het bestralen in een MRI heeft verder alleen zin als de computer realtime de tumor
kan volgen en de bundel erop kan richten. Die regellus an sich werkt al. Dat heeft het team elegant gedemonstreerd door een doel te bestralen op een legowagentje dat heen en weer reed in de scanner. Daarvoor moet wel een compromis worden gezocht tussen snelheid en beeldkwaliteit, want een MRI scant niet heel snel. ‘Maar je kunt de signaal-ruisverhouding uitruilen tegen snelheid. Voor het volgen van structuren heb je niet de allerbeste beeldkwaliteit nodig’, licht Raaymakers toe. Wie met een tweedimensionaal beeld genoegen neemt, kan een paar keer per seconde scannen. Bij een eendimensionale meting wordt dat vijftig hertz, genoeg om voor de ademhaling te compenseren. De scannerinformatie zal dan wel gecombineerd moeten worden met eerder opgedane kennis over de structuur. Waar echter nog actief onderzoek naar gedaan moet worden, is het interpreteren van daadwerkelijke tumorscans. Dat is niet alleen een kwestie van beeldverwerking, maar ook van fundamenteel inzicht. ‘Om een tumor zit altijd wat oedeem. De vraag is dus of je op je MRI nou precies ziet wat je denkt dat je ziet’, vertelt Lagendijk. Kortom: daar ligt nog een aantal vruchtbare onderzoeksgebieden voor als het UMC zijn nieuwe vleugel straks in gebruik heeft. Rest er nog één belangrijke vraag: maakt een dergelijk geavanceerd en kostbaar apparaat de zorg niet veel duurder? Lagendijk reageert direct: ‘de grootste kostenpost in de zorg is nog steeds het personeel. Een bestraling zal hiermee iets duurder worden dan standaard radiotherapie, maar je kunt er mensen mee helpen die je nu nog moet opereren. Al slaagt maar twintig procent van de behandelingen die we hiermee voor ogen hebben, dan ben je nog goedkoper uit.’
9 | 39
Tech-kiek Pet/MRI
Het VU Medisch Centrum trapte afgelopen maand de oprichting van een nieuw centrum voor beeldvorming af met de eerste installatie van Philips’ gecombineerde Pet/MRI-scanner in Nederland. Het ziekenhuis wil er onderzoek mee uitvoeren naar diagnose- en behandelmethodes van onder meer kanker, hart- en vaatziekten, multiple sclerose en Alzheimer. De twee methodes vullen elkaar goed aan: Pet lokaliseert metabolische activiteit in de ruimte, MRI ziet de anatomie van een patiënt. Integratie van de twee apparaten is lastig, maar Philips heeft dit opgelost door de patiënt tussen de twee systemen heen en weer te schuiven en de beelden over elkaar heen te projecteren. De VU werkt sinds 2010 samen met het Eindhovense bedrijf bij de ontwikkeling van multi-modal imaging. In 2016 moet het nieuwe centrum ook onderdak bieden aan Pet/CT, Spect, ultrageluid en optische methodes. Foto: Philips
In bedrijf Noviosense
Het oog als spiegel van de bloedsuiker Diabetespatiënten meten hun glucosespiegel regelmatig met een druppeltje bloed. Start-up Noviosense wil de vervelende procedure van het bloed prikken uitbannen met een traanvochtsensor die permanent wordt gedragen. Dat is niet alleen minder ingrijpend, maar moet ook leiden tot vaker meten en minder snel overslaan. Met betere resultaten tot gevolg. Pieter Edelman
E
en paar keer per dag in je vinger prikken, voor diabetespatiënten is het van levensbelang. Hun lichaam kan niet goed de hoeveelheid glucose – suiker – in het bloed sturen, en te grote afwijkingen van de gebruikelijke grenzen leiden tot ernstige problemen. De beschikbaarheid van én behoefte aan glucose varieert echter enorm door maaltijden, inspanning en nog een paar andere factoren. Dus zit er niks anders op dan prikken om een druppeltje bloed te testen. In 2010 vielen de gezamenlijke ogen van een gemêleerd groepje wetenschappers en ondernemers op een Amerikaanse publicatie over traanvocht. Eigenlijk waren ze zich aan het verdiepen in het idee om via het oog medicijnen toe te dienen, maar het artikel beschreef hoe de concentratie van glucose in het oogvocht die van het bloed binnen tien minuten op de voet volgt. Kon dit het gouden ei zijn om de glucoseconcentratie niet-invasief te monitoren? Sinds oktober is er in Nijmegen een kleine start-up, Noviosense, die hier een sensor voor ontwikkelt. ‘Dit is nog maar een nietfunctioneel concept’, zegt directeur Chris Wilson terwijl hij uit zijn koffertje een plastic zakje opdiept, waar hij vervolgens een klein flexibel staafje uit haalt. Wie goed kijkt, ziet dat het een veertje is van een in zachte hydrogel verpakt metalen draadje. ‘De bedoeling is dat de patiënt dit onder zijn onderste ooglid doet, waar het dan enkele dagen blijft zitten. Waardes worden draadloos uitgelezen.’ De eerste proeven laten zien dat mensen het veertje goed verdragen. ‘Het verschilt natuurlijk van persoon tot persoon, maar je kunt het een beetje vergelijken met voor het eerst een contactlens krijgen’, zegt Wilson. Ontwikkeling gaat nog jaren duren, maar als het lukt, heeft het systeem een paar interessante voordelen. Eerst en vooral: geen prikken meer, althans voor de meting (wel
42 |
9
als de patiënt insuline injecteert). Daarnaast gaat meten veel simpeler en sneller, want de sensor blijft permanent onder het oog zitten. Daardoor zal de patiënt minder vaak een meting overslaan. Ook kan er vaker worden gemeten, zodat er over de dag een nauwkeurig beeld ontstaat. ‘Er is vorig jaar een studie verschenen naar mensen die continue glucosemonitoring in de praktijk toepassen en daaruit bleek dat complicaties en ziekhuisopnames met wel tachtig procent waren afgenomen’, vertelt Wilson.
Midden in de nacht Het sensorconcept waar het jonge bedrijfje mee werkt, is gebaseerd op dezelfde technologie als de teststrips waarmee de glucose in een bloeddruppeltje wordt bepaald. Op de sensor is een enzym aangebracht dat glucose afbreekt. Daarbij ontstaat een waterstofperoxidemolecuul, dat met een potentiostaat – een schakeling die vaak wordt gebruikt om elektrochemische reacties te meten – te registreren is. Bij het traditionele prikken laat de patiënt het bloeddruppeltje op een eenmalig teststripje met het enzym vallen. Dat wordt in een apparaatje geschoven voor de elektrische meting. Noviosense pakt dat iets anders aan. Het veertje bestaat uit een opgerolde draad van enkele centimeters lang. Wie de zachte hydrogelcoating hiervan weghaalt, ziet dat het draadje eigenlijk uit vier aders bestaat. Eentje is de antenne die nodig is voor de draadloze gegevensuitwisseling. De drie andere vormen de elektrodes voor de potentiostaat. Op een van de elektrodes wordt het enzym aangebracht. De spanning die hier ontstaat, wordt met behulp van de twee andere elektrodes vergeleken met een referentiewaarde. De elektrische schakeling moet in de holle kern van het veertje komen. Het
Duitse Fraunhofer-instituut voor Microelektronische Circuits en Systemen (IMS) in Duisburg, dat partner is van Noviosense, heeft hiervoor een ‘nanopotentiostaat’ ontwikkeld. Behalve de metingen verzorgt dit chipje ook enkele andere basale functies zoals temperatuurcompensatie en digitalisering van de waarde. ‘De sensor geeft simpelweg de waarde door; er zit verder geen intelligentie in om trends waar te nemen of iets dergelijks. Dat moet aan de kant van de ontvanger gebeuren’, aldus Wilson. Dat is ook logisch; de elektronica wordt via een externe stroombron van voeding voorzien en werkt dus alleen wanneer die aanwezig is. De draadloze uitwisseling van gegevens loopt via een tweede chipje, dat ook in het veertje wordt geplaatst. Ook deze ontwikkeling ligt in handen van de Duitse partner.
Diabetes
Bij de spijsvertering halen de darmen glucose uit het eten en zetten dat via het bloed ‘op transport’ naar de rest van het lichaam; de glucoseconcentratie stijgt dus. Die mag echter niet te hoog worden, dus als het lichaam een stijging detecteert, geeft het een signaaltje om de glucose uit het bloed te halen en tijdelijk op te slaan totdat de vraag toeneemt. Tijdens het sporten hebben de spieren bijvoorbeeld ineens veel glucose nodig. Bij diabetes is dit proces ontregeld. Er zijn twee vormen: een aangeboren (type 1) en een die vaak op latere leeftijd ontstaat (type 2). Bij type 1 maakt het lichaam geen insuline aan; bij type 2 reageert het er niet goed genoeg op. Vooral bij de eerste vorm moet de patiënt – naast nauwkeurig letten op eten en activiteiten – insuline spuiten om het gebrek te compenseren. En hoewel insuline-injecties grotendeels door routine en ervaring worden bepaald, moet er enkele keren per dag een meting worden gedaan.
Een spiraaltje onder het ooglid, het zal even wennen zijn maar het kan de meerdaagse vingerprik voor diabetici overbodig maken. Het draadje is gecoat met een zachte hydrogel, die tegelijkertijd het oog beschermt tegen de enzymen die op de sensor zitten. De ten gevolge van glucose opgewekte spanning wordt draadloos verzonden naar een uitleesapparaat.
Voor de uitleeskant zijn er verschillende scenario’s denkbaar, afhankelijk van gebruik en de benodigde meetfrequentie. Op dit moment werkt Noviosense aan een apart apparaatje. Maar een bril waarin stroombron, inductiespoel en ontvanger in het montuur zijn verwerkt, is ook een optie. ‘Onze droom is om dat ook in een matje voor onder het kussen te verwerken. Het is namelijk bij kinderen erg ingrijpend om ze midden in de nacht wakker te maken om in hun vinger te prikken. In plaats daarvan kun je een alarm instellen als er ingegrepen moet worden’, schetst Wilson. ‘We denken verder aan een interface om het op je smartphone aan te sluiten. Dan moet je die af en toe bij je hoofd houden om de meting uit te voeren.’ Het liefst ziet Wilson de sensor geïntegreerd met een insulinepomp, die via een semipermanent slangetje het hormoon in het lichaam injecteert. ‘Je zou de oogvochtsensor dan voor het meten van de glucose kunnen gebruiken. Dan hoef je niet ook een sensor in het lichaam te prikken.’
Significante stappen Noviosense is voortgekomen uit het Nijmeegse Noviotech (geen relatie met de eveneens Nijmeegse Novio Tech Campus), een groep ondernemers die samen met de Radboud Universiteit toepassingen voor nieuwe technologie naar de markt brengt. De spinoff telt op dit moment twee fulltime werknemers. Het werkelijke ontwikkelteam is veel groter, legt Wilson uit: hij schat dat er bij Fraunhofer gemiddeld ongeveer tien man werken aan de IC’s en de uitleesapparatuur. Daarnaast zijn er wetenschappers en clinici betrokken als adviseur en is er sinds kort bij de Radboud Universiteit een promovendus bezig om de sensor verder te ontwikkelen. De sensor is grotendeels gestoeld op bestaande systemen, zoals glucosestrips en
voerdraden voor hartkatheterisaties. Er zijn echter nog tal van engineeringvraagstukken op te lossen, zoals de lengte en diameter van het veertje voor een goede meting en de integratie van de IC’s met de sensor. Ook moet de potentiostaat nog kleiner en gevoeliger en is er nog werk te verzetten rond uitwisseling van informatie en energie. ‘Het zenden van energie is niet triviaal met zulke complexe biologische vloeistoffen. Fraunhofer heeft het begrip over efficiënte draadloze stroomoverdracht al flink uitgebreid’, weet Wilson. Verder zullen de enzymen nog wat langer op het draadje moeten blijven zitten. De coating speelt hierin een belangrijke rol. Die moet de enzymen beschermen en tegelijkertijd doorlaatbaar genoeg zijn voor glucose. ‘We willen qua prijs niet concurreren met dure implanteerbare sensoren maar met wegwerpstrips’, zegt Wilson. ‘Daarvoor schatten we dat de sensor ongeveer vier dagen mee moet gaan. Daar zitten we nog niet op, maar ik kreeg net gisteravond – vrij laat trouwens – een sms’je van onze promovendus. In de drie weken dat hij bezig is, is het gelukt om de levensduur op te rekken naar drie dagen. Dat zijn significante stappen.’ Behalve voor glucose denkt Noviosense zijn sensor ook voor andere stoffen te kunnen inzetten. ‘We zien het eigenlijk als platform om verschillende metingen te doen’, stelt Wilson. ‘Traanvocht blijkt bovendien een interessante bron van gegevens te zijn. Er zit maar een gedeelte in van de markers die je in het bloed vindt, dus je hebt minder last van interferentie of niet-specifieke binding.’ Hij wil echter nog niet te veel kwijt over mogelijke toepassingen. Ook niet over hoe dit in de sensor verwerkt kan worden trouwens. Eerst maar eens de glucosesensor op de rails krijgen. Daar is voldoende belangstelling voor. ‘Na ons persbericht ben ik geloof
ik al door zes bedrijven benaderd, grote spelers van over de hele wereld.’
Boemannen Noviosense werd eind september als aparte bv opgericht nadat moederbedrijf Noviotech 1,6 miljoen euro aan financiering had opgehaald bij het Interreg IV-programma, PPM Oost, het Fraunhofer-instituut en Health and Innovation Fund I, dat weer het investeringsfonds is van onder meer Achmea. Met dat geld moet het bedrijf het uitzingen tot en met de eerste trials in 2014. Daarna zal er nog een nieuwe financieringsronde nodig zijn, want het duurt zeker wel tot 2017 voordat er een product op de markt is, schat Wilson. ‘Maar ik vind eigenlijk dat het ontzettend snel gaat. Met de ontwikkeling van een nieuw medicijn zijn ze veel langer bezig. Dat is het mooie aan dit soort technologische ontwikkeling.’ Een en ander zal ook afhangen van de regelgeving. Een sensor onder een ooglid is voor de wetgever nieuw terrein. ‘Wat ons betreft, is het een uitwendig device, maar de wetgever zou het wel eens als inwendig device kunnen beschouwen met strengere regelgeving. Dat wordt nog een interessante discussie’, blikt Wilson vooruit. Bang is hij er niet voor: ‘In mijn vorige baan heb ik altijd prettig samengewerkt met regelgevers. Het zijn echt niet de boemannen die mensen wel eens van hen maken. Als je ze de informatie geeft die ze nodig hebben om hun werk te doen, zijn ze meestal erg behulpzaam.’ Wel is het belangrijk om die eisen al vroeg in de ontwikkeling mee te nemen. Dat maakt het gelijk ook een stuk makkelijker om met de verschillende instanties om te gaan. ‘De informatie die nodig is voor de Amerikaanse FDA is grotendeels hetzelfde als voor de Europese regelgevers. We mikken dan ook op een wereldwijde markt.’
9 | 43
Find it at
www.mathworks.nl/accelerate datasheet video example trial request
MODEL PHYSICAL SYSTEMS in
Simulink with Simscape™ • Electrical • Mechanical • Hydraulic and more
Use SiMScape with SiMulink to model and simulate the plant and controller of an embedded system. Assemble your model with a graphical interface, or import physical models from CAD systems. Use built-in components or create your own with the Simscape language. ® ®
MathWorks Benelux Now hiring for technical and sales positions www.mathworks.nl/contact
©2012 The MathWorks, Inc.
Opinie Halfgeleiders
Chips voor een medische revolutie
D
Rudy Lauwereins is directeur van Imecs Smart Systems Technology-office.
e verwachting is dat we in het volgende decennium dankzij een meer gepersonaliseerde geneeskunde tot een aantal belangrijke medische doorbraken komen. Sommigen zien daarbij zelfs kanker evolueren van een ziekte met vaak dodelijke afloop tot een chronische aandoening. Dat kan enkel als we voor elke patiënt apart de meest doeltreffende cocktail van medicijnen kunnen bepalen. Nu is het immers zo dat sommige patiënten goed reageren op een medicijn, terwijl anderen met net dezelfde aandoening veel minder of helemaal niet geholpen zijn. De basis voor die verschillen – hebben wetenschappers ontdekt – ligt uiteindelijk in ons individueel erfelijk materiaal, ons DNA. Voor zo’n gepersonaliseerde aanpak heb je echter analyseapparatuur nodig die vele malen krachtiger en goedkoper is dan wat nu beschikbaar is. Apparatuur om bijvoorbeeld DNA te doorzoeken op bepaalde markers, zeer snel en tegen een kleine kost. Of om in realtime de werking van een aantal stoffen te testen op een bloedstaal. Of om vliegensvlug miljarden lichaamscellen te inspecteren op zoek naar een losgeslagen kankercel. Die apparatuur moet snel zijn en overal beschikbaar. Precies en betrouwbaar natuurlijk. Maar ook klein en gemakkelijk te gebruiken. Ik verwacht dat de micro-elektronica hierbij een essentiële rol zal spelen. We hebben de processen en fabs voor de massaproductie van uiterst krachtige, complexe, precieze apparatuur. Die gebruiken we nu vooral om reken- en geheugenchips te maken. Maar we zijn ook al in staat om mechanische en chemische elementen toe te voegen en zo sensoren en actuatoren te maken. We kunnen die zelfs nauw integreren met de klassieke reken- en geheugenchips, in 3D-stacks of zelfs geprocest boven op elkaar. Imec en andere onderzoeksinstellingen zijn al volop de basistechnologie aan het ontwikkelen voor deze medische apparatuur. We kijken hoe we chips kunnen bouwen die de brug slaan naar de complexe biologische processen, in het kweekschaaltje met cellen, een bloedstaal of het lichaam zelf. Die chips zullen in eerste instantie ingezet worden bij de ontwikkeling van een nieuwe generatie gepersonaliseerde medicijnen. Later, als die medicijnen op de markt komen, zullen ze de basis zijn van diagnose- en analyseapparatuur, die net zo wijdverspreid zal zijn als de bloeddrukmeter nu.
Een concreet voorbeeld is de apparatuur nodig om secundaire tumorcellen op te sporen die in de bloedbaan rondzwerven. De primaire tumor kan meestal worden weggehaald met een chirurgische ingreep en chemotherapie. Tumorcellen die in de bloedbaan ontsnappen, kunnen echter elders in het lichaam nieuwe, secundaire tumoren veroorzaken. En die zijn op dit moment verantwoordelijk voor negentig procent van de kankerdoden. Het is dus zaak om patiënten zo vlug mogelijk te screenen op die rondzwervende tumorcellen. Dat is een hele uitdaging: gemiddeld bevat een milliliter bloed een miljard cellen, waartussen we één tumorcel moeten opsporen. Daar bestaat nu geen techniek voor die betaalbaar is en praktisch uitvoerbaar.
We kijken hoe we chips kunnen bouwen die de brug slaan naar complexe biologische processen Als we een aantal technologieën combineren, is het mogelijk om vandaag al een analyselijn op een chip te bouwen om die cellen op te sporen. Daarbij voeren we ze allemaal door een microkanaaltje, zodat ze een voor een voorbij een beeldsensor komen. Die neemt een foto van de cel en classificeert die op basis van een aantal visuele kenmerken. Als zij niet tot een van de gekende, gezonde celtypes behoort, is ze verdacht. De verdachte cellen kunnen we uit het kanaal duwen met een actuator die net na de sensor zit. Op deze manier, hebben we berekend, kunnen we cellen analyseren en classificeren tegen een snelheid van een tiental milliseconden per cel. Dat is lang niet snel genoeg om miljarden cellen in een aanvaardbare tijd te analyseren. Maar de sterkte van het ICprocessingmodel is juist dat we duizenden identieke analysekanaaltjes naast elkaar aan het werk kunnen zetten, elk met precies dezelfde werking. Ik verwacht dat chips zoals deze een revolutie in de geneeskunde zullen veroorzaken. Ze zullen het mogelijk maken om patiënten te monitoren op het niveau van hun biologische opmaak, en zo de best passende therapieën te selecteren.
9 | 45
Achtergrond Microfluïdica
Twentse labchips dringen door in medische en veterinaire markt De Lab-on-a-Chip-groep van de Universiteit Twente is de afgelopen jaren een vruchtbare voedingsbodem geweest voor ondernemers. Diverse masters en promovendi zijn in Enschede technologiebedrijfjes gestart met praktische labchips voor de zorg- en landbouwsectoren. Hoe kan het dat ze in Twente zo succesvol zijn met hun uitvindingen en welke problemen moeten de start-ups nog overwinnen? Bram Semeijn
E
en lab-on-a-chip is in de basis een kleine chip, zo’n beetje ter grootte van een euromunt, waarmee zeer kleine deeltjes in vloeistoffen gemanipuleerd en gemeten kunnen worden. Denk daarbij aan het manipuleren van moleculen of cellen. Het idee is dat je met zo’n chip een meting kan doen die normaal in een laboratorium uitgevoerd dient te worden. In Twente onderzoekt de Bios/Lab-ona-Chip-groep van Mesa+ allerlei praktische toepassingen van de chips. Dat heeft verschillende uitvindingen opgeleverd. Een aantal jaren geleden werd bijvoorbeeld een kleine labchip ontwikkeld waarmee het lithiumgehalte in bloed van manisch-depressieve patiënten is te meten. Die hoeven dan niet meer langs het ziekenhuis; ze kunnen nu thuis testen of ze een gezonde dosis lithium innemen. Vorig jaar haalde de groep het landelijke nieuws met een chip waarmee mannen hun vruchtbaarheid kunnen testen. En ook vandaag werken ze nog aan nieuwe uitvindingen. Dit keer is de realisatie van een nanopil om kankercellen in de dikke darm op te sporen het einddoel.
Groot en duur Opvallend is dat veel van de uitvindingen van de onderzoeksgroep ook worden doorontwikkeld tot concrete eindproducten. Loes Segerink is de laatste onderzoeker uit de groep die met een eigen labchipbedrijf van start ging. Segerink ontwikkelde tijdens haar promotie een labchip die in staat is spermacellen in een zaadmonster te tellen. Het monster wordt aangebracht
46 |
9
op de chip en laat de deeltjes door een bijzonder smal kanaal stromen. Boven het kanaal zijn elektrodes aangebracht die een elektrisch veld aanbrengen. Wanneer een cel zich door het veld begeeft, verandert de gemeten weerstand tussen de elektrodes (impedantie). Zodoende is te tellen hoeveel deeltjes erlangs stromen. ‘Die impedantie is afhankelijk van de grootte van de cellen die langskomen. Zaadcellen zijn veel kleiner dan witte bloedcellen of andere cellen die in het systeem aanwezig kunnen zijn. Aan de grootte kun je dus herkennen wat voor soort cellen voorbijkomen’, vertelt Segerink. Daar komt nog bij dat ze erin geslaagd is zwemmende van niet-zwemmende cellen te scheiden. ‘Door de kanaaltjes op de chip iets te verruimen, krijgen de spermacellen de mogelijkheid uit de stroom te zwemmen. Die wegzwemmende cellen worden apart geteld. Daarmee kun je ook een telling maken van bewegende en niet-bewegende spermacellen.’ Hoewel het ontwerp van de chip af is, moet er nog heel wat onderzoek gebeuren eer de chip ook als meetinstrument mag worden toegepast. Afgelopen zomer kreeg Segerink hiervoor een Valorisation Grant van technologiestichtring STW. Haar bedrijf, Cellanyzer, gaat de chip in eerste instantie toepasbaar maken voor de opsporing van uierontstekingen in melkvee. De nieuwe chip gaat het aantal witte bloedcellen tellen in een melkmonster. ‘Op de veterinaire markt denken we sneller een vliegende start te kunnen maken’, verklaart ze. ‘Je hebt minder te maken met de strenge
regels rond diagnostiek en de chip is eenvoudiger te realiseren.’ Melk bevat namelijk nauwelijks andere cellen dan witte bloedcellen, wat het tellen relatief eenvoudig maakt. Bovendien speelt de bewegelijkheid van de cellen geen rol van betekenis, waardoor het ontwerp eenvoudiger kan. Het geld van de subsidie gaat Segerink vooral besteden aan praktische problemen die komen kijken bij het inzetten van de uitvinding. ‘Ik wil onder meer het meetsysteem verkleinen. Het monster plaatsen we weliswaar op een chip, maar de impedantie kan alleen nog worden opgewekt door een grote machine. Ik wil een compacte handheld gaan maken die ook in het veld te gebruiken is. Ook moeten we nog onderzoeken of de metingen onder alle omstandigheden uitgevoerd kunnen worden. Wanneer het bijvoorbeeld warm is in een stal kunnen de metingen anders uitpakken dan wanneer het koud is. Eerdere tests werden altijd bij kamertemperatuur uitgevoerd en we weten dus niet precies in hoeverre er een afwijking is. In het ontwerp zullen we een referentie in moeten bouwen waardoor je zeker weet dat je onder alle omstandigheden juist meet.’ Ook gaat Segerink onderzoeken of haar ontwerp niet goedkoper gemaakt kan worden. ‘Voor een meting is het bijvoorbeeld nodig te weten welk volume door de microkanalen is gestroomd. Eerder deden we dat met een pomp. In ons ontwerp willen we die echter liever niet aanbrengen, omdat die relatief groot en duur is. We bekijken daarom of we het volume kunnen bepalen aan de hand van de metingen van de chip.’
xxx
Loes Segerink ontwikkelde tijdens haar promotieonderzoek aan de UT een labchip die spermacellen telt door de veranderingen in de weerstand te meten als cellen voorbijstromen. Door zich eerst op de veterinaire markt te richten, denkt zij dat haar bedrijf sneller tot een werkend product komt.
Als alles goed gaat, zal er binnen twee jaar een prototype voor Cellanyzer zijn ontwikkeld. De geleerde lessen zullen worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de thuisvruchtbaarheidstest voor mannen.
Tot wasdom De Twentse Bios/Lab-on-a-Chip-groep staat onder leiding van Albert van den Berg. Hij is erg enthousiast dat er zo veel belangstelling is voor de commerciële mogelijkheden van labchips. ‘Er worden al meer dan tien jaar labon-a-chips ontwikkeld en ik heb altijd het gevoel gehad dat er veel te weinig gebruik werd gemaakt van de toepassingen. Ik ben dus erg blij dat dat nu eindelijk gebeurt.’ Van den Berg denkt dat het niet zozeer de labchip is die in de belangstelling staat, maar dat er de laatste jaren überhaupt veel interesse in microfluïdica is gekomen. ‘Internationaal zie je dat dit soort technologie op heel brede schaal tot wasdom begint te komen en tot realisatie begint te leiden. Op het gebied van DNA-analyse wordt er bijvoorbeeld veel van chiptechnieken gebruikgemaakt om DNA te sequencen. Dan praat je echt over een miljoenenmarkt. Wij zijn in Twente gelukkig dat we redelijk vooraan meedoen en de eerste bedrijven hebben die op de medische en veterinaire markt lab-on-a-chips daadwerkelijk tot producten weten om te zetten.’ Zelf is Van den Berg eigenlijk nauwelijks betrokken bij de spin-offbedrijven die rond zijn vakgroep zijn gestart. Wel had hij een aantal jaren geleden een rol bij de oprichting van Medimate van Huub Maas, de ontwikkelaar van de lithiumtest. ‘Bij die lab-on-a-chip
keken we naar de snelheid van nanodeeltjes in het microkanaal. Met de elektrodes konden we de snelheid van geladen ionen manipuleren. Die snelheid verschilt per type ion en op basis van die kennis kunnen we bepalen wanneer welke ionen langskomen en vaststellen wat de concentratie van bepaalde ionen is.’ Het ontwerp van de chip was beslist anders dan dat van Segerink. ‘Bij het onderzoek van Loes hebben we ons vooral gericht op de vraag hoe je de beweging van deeltjes kunt manipuleren en meten. Zo zoeken we steeds een nieuw onderzoeksveld dat een uitdaging is voor de wetenschap.’ Hoewel de uitvindingen van de Lab-on-aChip-groep de laatste jaren de weg naar de markt lijken te vinden en bedrijven interesse hebben in de techniek, is Van den Berg toch nog altijd een echte fundamentele wetenschapper. ‘Een onderzoek moet vernieuwend zijn en goede publicaties opleveren, anders ben je gewoon een ontwikkelbedrijf dat in opdracht handelt’, stelt hij. ‘Er bestaat wel een spanningsveld tussen hoe vernieuwend een onderzoek is en in hoeverre het gefinancierd kan worden door de markt voor een praktische toepassing. In principe richt je je als wetenschapper op welke onderzoeksprojecten wetenschappelijk uitdagend zijn. Als je vijf projecten hebt die je wilt doen, kijk je natuurlijk wel met een schuin oog naar de haalbaarheid. In dat geval kan de financiering een criterium zijn.’
Philips of ASML Start-ups die in Twente beginnen, moeten zelf hun funding regelen en vervolgstappen
bepalen wanneer ze een uitvinding te gelde willen maken. Wel ondersteunt de universiteit de bedrijfjes nog op allerlei manieren. ‘Het Mesa+-instituut waar wij bij zitten, heeft allerlei maatregelen genomen om startende bedrijven te faciliteren’, zegt Van den Berg. ‘Er is een startsubsidie die vrij gemakkelijk te verkrijgen is als je een idee hebt. Er zijn allerlei loketten waar je aan kunt kloppen om cursussen te doen over de vraag hoe je een business op moet zetten. Patentassistentie en juridische adviezen kun je goed krijgen. Daarnaast zijn er allerlei valorisatiesubsidies beschikbaar, bijvoorbeeld bij STW of het Nanonext-programma. Ook op het gebied van faciliteiten is er ondersteuning. Zo is er de High Tech Factory, waar bedrijven in de microsysteem- en nanotechnologie massa kunnen maken voor de commerciële markt. Het ecosysteem is helemaal klaar voor ondernemers en masters met een goed idee hoeven zich alleen te richten op de essentiële dingen.’ Daar komt nog bij dat Twente geen ASML of Philips in de buurt heeft waar allerlei talentvolle mensen aan de slag kunnen. Er is daardoor meer ruimte om zelf te ondernemen. Het belangrijkste is volgens Van den Berg echter de gemixte omgeving die het Mesa+-instituut biedt. ‘Er lopen hier ingenieurs rond, nanotechnologen, fysici, chemici ... Het komt hier allemaal bij elkaar. Puur als elektrotechnicus of biomedisch technicus kun je dit niet doen. Je hebt echt een mix van ideeën nodig en bij onze groep komt dat allemaal bij elkaar. Dat is echt fantastisch.’
9 | 47
ASD* makes the invisible visible High tech electron microscopes engineered with the ASD:Suite
Image courtesy: Hagen Roetz, Infineon Technologies Dresden GmbH & Co. OHG. Image acquired with Strata 400, FEI Company
Design Automation for Software Engineers Verum Software Technologies Laan van Diepenvoorde 6 5582 LA Waalre NL Tel: +31 40 235 9090 Fax: +31 40 235 9099 www.verum.com * ASD = Analytical Software Design
In bedrijf Cordian
Slimme algoritmes houden oogje in het zeil Verpleeginstellingen zetten technologie in om sommige van hun bewoners ’s nachts in de gaten te houden, zodat ze niet gaan ronddwalen of ten val komen tijdens hun nachtelijk toiletbezoek. Een jonge onderneming op de High Tech Campus denkt hier met simpele sensoren en geavanceerde algoritmes een verschil te kunnen maken. Met name het aantal valmeldingen moet teruggedrongen kunnen worden. Pieter Edelman
O
p hoeveel manieren kun je slapende mensen monitoren? Verpleeginstellingen zetten een keur van sensorsystemen in om de nachtrust van risicopatiënten te bewaken. Bijvoorbeeld om patiënten die slecht ter been zijn een handje te helpen bij nachtelijk toiletbezoek. Of om te controleren of verwarde patiënten niet gaan dwalen. Hoesjes om het matras, drukgevoelige matjes naast het bed en vooral infraroodgordijnen staan de instellingen ter beschikking om in dit soort situaties de verpleging te waarschuwen. Toch denkt Cordian, een start-up op de High Tech Campus, dat er plaats is voor een
nieuw systeem. De reden: intelligente software. Het bedrijf ziet zijn oplossing meer als een hulpje voor de verpleging dat oplet en alleen op de juiste momenten om steun vraagt. ‘Dat was iets dat we van testtrajecten veel hoorden: het geeft heel veel rust om te weten dat er iemand een oogje in het zeil houdt’, zegt Dirk Harteveld, die bij Cordian verantwoordelijk is voor de sales en marketing. Cordian opende afgelopen maand officieel zijn deuren en kan gelijk op warme belangstelling rekenen. Het openingsfeestje deed even denken aan een ‘Project X High Tech Campus’ toen de teller van aangemelde bezoekers steil over de vijfhonderd heen schoot
terwijl er op een man of honderdvijftig was gerekend – uiteindelijk werden het er tussen de tweehonderdvijftig en driehonderd. Uit de presentatie van Philips-medewerkers op het openingsfeestje werd duidelijk dat de technologie de afgelopen jaren in de veilige moederschoot aldaar is ontwikkeld en in de praktijk gevalideerd. De aftrap moet dan ook vooral gezien worden als de start van de commerciële activiteiten.
Vijf minuten Het systeem is gebaseerd op het karakteriseren van de bewegingen van de slapende patiënt. Dat is het resultaat van geavanceerde
Philips-spin-off Cordian ontwikkelt een intelligent hulpje voor het personeel in verpleeghuizen. Via een sensor onder het matras worden geluid en kleine bewegingen opgepikt. Een dataverwerkingskastje onder het bed interpreteert die gegevens vervolgens en zendt eventuele informatie naar het nurse assist device naast het bed. Dit kan worden gekoppeld aan het bestaande hulproepsysteem.
9 | 49
In bedrijf Cordian databewerking op twee parameters: geluid en beweging. Deze worden geregistreerd met een sensor die simpelweg onder het matras wordt gelegd. Door het matras heen kan hij zeer gevoelige bewegingen oppikken. Om aan te geven hoe gevoelig: het systeem werd in 2003 oorspronkelijk ontwikkeld omdat Philips naar een manier zocht om patiënten met problemen aan hart- en bloedvaten in de gaten te houden. De sensoren moesten dus de hartslag kunnen opvangen, en met genoeg gevoeligheid om hier de gezondheid van het cardiovasculaire systeem mee te kunnen interpreteren. Die kennis wordt nu dankbaar ingezet voor een ander domein binnen de zorg. De dataverwerking wordt uitgevoerd in een kastje onder het bed, dat per kabel de meetgegevens ophaalt. Een display aan de muur, dat draadloos in verbinding staat met deze box, dient als gebruikersinterface. Deze drie componenten vormen samen het hele systeem. Het begint en eindigt dus bij het bed; voor de communicatie naar de zorgpost is geen extra installatie nodig. ‘Verpleeghuizen hebben doorgaans een hulproepsysteem, met een knopje naast het bed waarmee de verpleging gewaarschuwd kan worden. Het display wordt hierop aangesloten. Als er iets aan de hand is, geeft het systeem een melding’, vertelt Harteveld. Wát er aan de hand is, wordt dus ook niet gecommuniceerd. Cordian vertrouwt sterk op zijn algoritmes om onnodige meldingen te voorkomen. Een taai maar belangrijk probleem, want te veel valse alarmen leiden er onherroepelijk toe dat ze niet meer serieus worden genomen. ‘Maar uit de praktijkproeven is gebleken dat we met meer dan 99,99 procent zekerheid kunnen aangeven wanneer iemand zijn bed verlaat’, meldt Harteveld. Het voorkomen van onnodige hulpoproepen wordt verder bewerkstelligd door voor de patiënt aan te geven welke nachtelijke avonturen normaal gedrag zijn. Harteveld: ‘Je kunt bijvoorbeeld instellen dat het systeem een melding geeft als de patiënt meer dan vijf minuten zijn bed uit is. Dat kan betekenen dat hij is gevallen.’
Onder de pet In theorie valt er nog veel meer informatie uit de bewegingspatronen te halen. ‘Technologisch kunnen wij bijvoorbeeld onderscheid maken tussen een patiënt die op het bed ligt en een kledingstuk. Ook zouden we het verschil kunnen zien tussen een patiënt
die zijn bed verlaat en een die rechtop gaat zitten’, licht Harteveld toe. Dat biedt interessante mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen. Mogelijk zou de technologie zelfs hartfalen of epileptische aanvallen kunnen voorspellen. Op dit moment heeft het bedrijf echter nog geen concrete plannen voor features gebaseerd op deze functionaliteit. Eerst zal moeten blijken waar behoefte aan is, en dan nog moet de feature uitgebreid getest worden voordat die zijn weg naar het product vindt. ‘Je kunt bijvoorbeeld van tevoren voorspellen wanneer iemand op zal staan. Maar we hebben al gemerkt dat instellingen daar niet echt op zitten te wachten. Ze zijn met name geïnteresseerd in wanneer iemand zijn bed verlaat’, legt Harteveld uit. Er staat al wel een belangrijke toevoeging op het programma – de exacte tijdplanning houdt het bedrijf nog even onder de pet – namelijk het managen van doorligwonden. Bij patiënten die te lang stilliggen, wordt de bloedtoevoer op de ligplek langdurig afgeknepen, met lelijke wonden als gevolg. Daarom worden risicopatiënten regelmatig door de verpleging gedraaid. ‘Maar daar kan natuurlijk wel eens een fout mee worden gemaakt. Stel bijvoorbeeld dat iemand op zijn rechterzij gedraaid was en zelf op zijn rug is gaan liggen. Als er dan een andere verpleegster komt, kan die de patiënt weer op de rechterzij draaien. Dat moet natuurlijk niet’, zegt Harteveld. De Cordian-aanpak zou hier kunnen helpen. De technologie kan uitspraken doen over de houding van patiënten. Registreren hoe lang een patiënt op een bepaalde manier ligt, wordt daarmee een koud kunstje. Het systeem zou via het display kunnen adviseren wanneer iemand in welke positie moet worden gedraaid.
Tijd en energie Cordian bestaat op dit moment uit zo’n tien personen, goed voor vijf fte. Die nemen gezamenlijk de ontwikkeling en sales voor hun rekening; de productie is uitbesteed aan Neways. Via software-updates die het bedrijf op de High Tech Campus schrijft, wil het reeds ontwikkelde functionaliteiten nu stapsgewijs gaan uitrollen. Voorlopig denkt het daar wel even mee vooruit te kunnen. In eerste instantie mikt Cordian op de Benelux. Duitsland en Frankrijk staan voor later op het programma. De keuze om op zorginstellingen te focussen, is
strategisch. Technologisch zou het systeem ook voor andere instellingen zoals ziekenhuizen te gebruiken zijn. ‘De grote technologiebedrijven domineren die markt echter met heel geavanceerde systemen’, verklaart Harteveld. ‘Op termijn zouden we wel naar de GGZ of de thuiszorg kunnen gaan. Zelfs vanuit gevangenissen is er al belangstelling getoond.’ In West-Europa vormen zorginstellingen echter een interessante beginmarkt, vooral vanwege haar grootte. Het bedrijf heeft hier dan ook al zijn pijlen op gericht. ‘We hebben met honderdvijftig instellingen in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk gesprekken gevoerd en drie pilots uitgevoerd’, vertelt Harteveld. ‘Dit is geen oplossing die vanaf het bureau is bedacht’, benadrukt hij. Het systeem zal overigens lang niet op alle patiënten van toepassing zijn. Slechts een deel van hen is immers gevoelig voor vallen en dwalen. ‘Verpleeginstellingen zullen het voornamelijk gebruiken om in te schatten wat de kans is dat een patiënt tot een risicogroep behoort, en voor patiënten zoals dementerende ouderen. Als ik heel eerlijk ben, was dat wel iets dat in de praktijkproeven als nadeel werd ervaren: het kost de nodige tijd en energie om te bepalen voor wie het systeem wel en niet toepasbaar is’, zegt Harteveld. En hoe zit het met de kosten? Het voorkomen van problemen is een veelgehoord argument om te investeren in technologie. De kosten voor de behandeling van een patiënt die is gevallen bij een nachtelijk toiletbezoek rechtvaardigen – uit financieel oogpunt – de aanschaf van een systeem dat dat kan voorkomen. Mits dit natuurlijk goedkoop genoeg is. Een prijs voor het Cordiansysteem kan Harteveld niet noemen. Maar een ballpark figure wil hij wel geven. ‘Uit de interviews met zorginstellingen kwam naar voren dat ze een prijs voor dergelijke systemen tussen de duizend en tienduizend euro realistisch vinden. Wij zitten heel erg aan de onderkant van dat spectrum.’
9 | 51
Achtergrond Robotica In het Mobiserv-programma experimenteert de stichting Smart Homes met een systeem dat ouderen helpt bij hun dagelijkse bezigheden door de combinatie van domotica en een ‘sociale’ robot die hen bijvoorbeeld herinnert aan activiteiten, contact met familie en maaltijden. De robot in kwestie moet vooral worden gezien als rijdende tabletcomputer die als interface dient.
A
an initiatieven geen gebrek, zowel in Nederland als in de rest van de wereld: de zorgrobot. Soms beoogd om een handje te helpen met kleine klusjes in ziekenhuizen zoals het rondbrengen van medicijnen, maar vooral gezien als hulpmiddel om de grijzer en zwakker wordende bevolking zelfstandig en onafhankelijk te laten blijven. Met de inzet van zorgrobots kunnen ouderen langer in hun eigen huis blijven wonen met bijbehorende kwaliteit van leven en een kleine inzet van extra personeel, is de gedachte. Er zijn twee belangrijke domeinen waar care-bots van pas kunnen komen, die vooral los van elkaar worden uitgewerkt. Het eerste gebied zijn de dagelijkse klusjes: planten water geven, een maaltijd opwarmen, de boel schoonhouden, de deur opendoen, dat soort dingen. Het onvermogen om dit soort kleine huishoudelijke taken zelf te doen, is een van de redenen dat ouderen of gehandicapte personen niet zelfstandig thuis kunnen wonen. Een helpend robothandje zou hun onafhankelijkheid kunnen geven. Het tweede domein is mentale zorg. Een gecomputeriseerd systeem zou een elektronisch oogje in het zeil kunnen houden om op te letten of er goed gegeten wordt, om te voorkomen dat ouderen stoppen met zichzelf te verzorgen en om sociaal isolement te doorbreken. Ze kunnen bijvoorbeeld voorstellen om de familie eens op te bellen als dat al een tijd niet is gebeurd.
52 |
9
Vergrijzende bevolking lonkt naar robots Zorgrobots zouden een belangrijke troef kunnen zijn om de vergrijzing en de daarmee samengaande toename in personeelsvraag het hoofd te kunnen bieden. Zowel met praktische klusjes als door een oogje in het zeil te houden, kunnen ze helpen om ouderen langer zelfstandig te laten zijn. Maar dan moeten ze nog wel beter worden. De vraag is of er geen betere alternatieven zijn. Peter Edelman
De robots hoeven dit niet per se helemaal zelfstandig te doen. Een optie is dat een zorgverlener op afstand aangeeft wat de machine moet doen. Die beschikt vervolgens over voldoende autonomie om de opdracht zelfstandig te vervullen. De zorgverlener in kwestie kan zo meerdere patiënten tegelijk helpen. Overigens verwacht niemand dat robots of computers de taken van verpleegkundigen, artsen of verzorgers volledig over zullen nemen. Het scenario is dat de technologie hen helpt bij de standaard klusjes, zodat zij meer tijd overhouden voor de belangrijke aspecten van de zorgverlening.
Academische oorsprong Bij de getoonde ontwerpen valt iets op. Robotonderzoekers moeten doorgaans uitentreuren aan het grote publiek uitleggen dat ze niet aan C-3PO-achtige humanoïdes sleutelen, maar aan autonome karretjes, intelligente grijpers en precisielassers. Bij zorgrobots zitten het grote publiek en de robotbouwers voor de verandering echter wel op één lijn. Hoewel er formeel geen definitie is van ‘de zorgrobot’, hebben prototypes bijna altijd flink wat menselijke trekjes: rechtopstaand, een hoofd dat kan kijken, vaak ook een paar armen. Alleen het rondlopen op benen wordt doorgaans vervangen door rijden op wieltjes. Die vorm heeft natuurlijk veel te maken met de functie, betogen de robotbouwers. Wie wil werken in een wereld gemaakt voor mensen, moet ook de capaciteiten hebben van een mens. Voor het bedienen van de magnetron en het aanzetten van de televisie moeten knopjes worden ingedrukt, voor het openmaken van de magnetron of de voordeur moet de hendel vast te pakken zijn. Ook voor de acceptatie is de menselijke vorm een logische keuze. Want ouderen die niet zijn opgegroeid in een hightech wereld,
zullen de mensachtige vorm beter accepteren als butler of maatje dan bijvoorbeeld een karretje. Met name voor de robots gericht op sociale interactie is dat een belangrijk argument. Maar je kunt je ook afvragen of de zorg niet een dankbaar gebied is waar academici eindelijk hun humanoids kwijt kunnen. Hoewel industriële robots meer dan genoeg dankbare researchterreinen voortbrengen, is de ultieme wens van veel robotonderzoekers om ooit een humanoïde te bouwen die zichzelf weet te redden in de mensenwereld, zoals menig sciencefictionfilm ons voorschotelt. Het zijn dan ook vooral de technische universiteiten en onderzoeksinstellingen die het voortouw nemen in deze ontwikkelingen. In Nederland loopt aan de TU Eindhoven bijvoorbeeld het Rose-project (Remotely Operated Service Robot), en de TU Delft heeft de Eva. Het Duitse Fraunhofer-instituut werkt aan de Care-o-bot. En zo zijn er misschien nog wel tientallen andere initiatieven. Het bedrijfsleven neemt vooral een ondersteunende en faciliterende rol in bij deze projecten. Alleen in Japan lijkt de industrie de drijvende kracht achter carerobots. Maar die is daar dan ook weer dol op het bouwen van humanoïdes.
Vijftien robots tegelijk Toch lopen er al praktijkproeven met zorgrobots. Daar is een simpele reden voor. Naast de academische wereld is er nóg een belangrijke partij enthousiast: de zorgverzekeraars. De mensen met het geld. Zij zien in robotica een manier om de schrikbarend oplopende kosten voor de zorg tegen te gaan. In 2010 waren er in Nederland zo’n 2,5 miljoen 65-plussers, in 2020 zullen dat er 3,3 miljoen zijn. 85 procent van hen woont op dit
Ooit moeten robots als Rose helpen met huishoudelijke klusjes; vandaag de dag worstelen ze nog met de simpelste dingen.
moment in een normale woning, niet in een seniorencomplex of zorginstelling. Dat brengt een gigantische personeelsvraag met zich mee. Als de situatie hetzelfde blijft, zijn er in 2020 480 duizend extra mensen in de zorg nodig, becijferde Joep de Groot van CZ afgelopen voorjaar op een symposium over Rose en andere Eindhovense zorgrobots. En dat terwijl de totale beroepsbevolking in die tijd slechts met 250 duizend toeneemt. Met die berekening lijkt het welhaast onvermijdelijk dat robots hier moeten toeschieten – zonder hun hulp redden we het simpelweg niet. Vergaande automatisering moet ook een rem zetten op de kosten van het zorgpersoneel. Dat werkt natuurlijk alleen als de robotica hier goedkoop genoeg voor is. En dat is nog een zware dobber. De kosten voor de prototypes kunnen makkelijk oplopen tot zescijferige getallen. Het wordt echter al snel voordelig, rekende voormalig W&I-decaan van de TUE Kees van Hee voor op hetzelfde symposium. Stel dat de Rose-robot twintigduizend euro in aanschaf kost en vijf jaar meegaat. Per dag is dat ongeveer elf euro, misschien een paar euro meer als je het onderhoud erbij betrekt. Dat valt reuze mee. Ook als Rose wordt bediend vanuit een zorgcentrale, vallen de kosten gunstig uit. Als een zorgverlener vijftien robots tegelijk kan aansturen, komt dat neer op tachtig euro per dag. Alles bij elkaar nog steeds een stuk goedkoper dan de kosten van een verzorgingshuis à 192 euro per etmaal.
Smartphone en tablet Het moet echter gezegd dat Van Hee een wel erg optimistische schatting gebruikt. Het Rose-project is een beetje zijn academische kindje. Het ontstond naar aanleiding van zijn wens om een tele-operator te bou-
wen, een universele op afstand bestuurbare robot. Als de operator niet vijftien, maar slechts vijf robots tegelijk kan besturen, slaat de balans al volledig anders uit. De roadmap voorziet erin dat Rose binnen een paar jaar helpt met aankleden en boodschappen. De demonstraties van deze en andere prototype zorgrobots stellen echter teleur. De psychologische hulpjes kunnen vanwege hun simpele mechanische design nog wel aardig uit de voeten, maar de manuele hulpjes die complexe taken moeten uitvoeren, komen op dit moment nog traag en onbeholpen over. De trap is voor de wieltjes een onoverkomelijke hindernis en de thee zal in ieder geval op drinktemperatuur zijn eer de robot het voor elkaar heeft gekregen om deze uit de magnetron te halen en bij de gebruiker te brengen. En daarna moet hij snel weer naar het stopcontact om op te laden. De vraag is of het antwoord voor de problemen niet beter gezocht kan worden binnen de domotica dan de robotica. Een setje strategisch geplaatste sensoren via een netwerk verbonden met actuatoren lijkt een eenvoudiger en wellicht goedkoper alternatief. De deur kan best met een afstandsbediening worden geopend. De technologie wordt al tientallen jaren in de praktijk ingezet in bedrijfsomgevingen en krijgt de wind nu ook in de zeilen in de thuismarkt. De steeds goedkoper wordende mogelijkheden voor energiezuinige draadloze communicatie leveren een belangrijke bijdrage om de installatie van domoticatoepassingen sterk te vereenvoudigen. De grote lichtfabrikanten introduceren op dit moment bijvoorbeeld al ledlampen op de consumentenmarkt die met smartphone en tablet te bedienen zijn. En energiemaatschappijen bieden al aan om de thermostaat via het internet te bedienen.
Daarnaast worden sensoren steeds krachtiger. Herkennen van personen en hun houding op camera is tegenwoordig het domein van consumentenelektronica. Standaard hardware heeft genoeg rekenkracht aan boord om geavanceerde dataverwerkingsalgoritmes te draaien om de sensordata te interpreteren. Met integratie van verschillende typen sensorgegevens zijn nog schatten aan informatie te ontginnen. De zorgmarkt kan dan ook op warme belangstelling rekenen van bedrijven die domotica-achtige oplossingen bieden om ouderen zelfstandig thuis te laten wonen. Vanuit diverse hoeken worden technologieën naar voren geschoven – beeld, radar, geluid, accelerometers – om allerlei parameters in de gaten te houden, van vallen tot aan ademhaling toe. Indien gewenst, kan een zorgcentrale ook in dit scenario meekijken en ingrijpen. De robotbouwers wijzen er echter op dat een hoop klusjes met deze aanpak afvallen. Het openen van een waterflesje zal met alle domotica van de wereld onmogelijk blijven. Voor sommige toepassingen is dat op te vangen met gespecialiseerde apparaten, maar niet voor alle. Wellicht dat robotica en domotica elkaar tegemoet kunnen komen. Zelfstandig navigeren tussen de obstakels in een huis is vandaag de dag niet ingewikkeld meer; voor de robot zijn het de complexe mechanische handelingen met voor mensenhanden ontworpen objecten die het ingewikkeld maken. Daar kan de omgeving echter best rekening mee houden. Waarom zou een robot met elk type kopje, magnetron of kraan overweg moeten kunnen? Standaardisering, computeraansturing en wellicht kleine hints zoals barcodes op objecten zouden de robot zelf een stuk eenvoudiger en effectiever kunnen maken. Alleen minder spannend dan een humanoid.
9 | 53
In bedrijf NYoyn Committed to excellence b em ov 6 N 60 1 2 to 13 59 & 1 ro m s f oot h u b it V is A 5 – ll ha
er
12 20
3.0 Your personalized virtual adviser, providing valuable information in real time, accepting orders and displaying status reports. Free shipping for orders over € 100.
Het bedrijf maakt interactieve, niet in een bestaande categorie te vangen spelproducten. Ze zijn meer dan speelgoed. Ze zetten jong en oud aan tot bewegen. Ze zijn educatief. Ze zijn therapeutisch inzetbaar. Zorg- en onderwijsinstellingen over de hele wereld zijn er verrukt over. NYoyn is pas vier jaar oud, maar heeft al diverse prijzen gewonnen en groeit gestaag. Het geheim? Ontwikkelen in nauw overleg met eindgebruikers, endto-end-kwaliteitsbeheersing en uitgekiende marketing, aldus directeur-eigenaar Bart van Goch.
www.rutronik.com/webgate
Jan Kees van der Veen
W
ie de website van NYoyn (spreek uit ‘enjoin’) bekijkt, denkt te maken te hebben met een gevestigde onderneming, pakweg vijftig tot honderd werknemers groot, die een stevige positie heeft opgebouwd als leverancier van educatief spelmateriaal. Duurzame, doordachte producten: Soundsteps, staptegels met geluidseffecten, en Nebula, een aanraakgevoelige wand met leds. De site introduceert ze met gelikte filmpjes: kinderen gaan op in een fascinerend spel met geluid en licht, terwijl professionals uit de zorg en het onderwijs enthousiast commentaar geven. De producten zien er eenvoudig uit, maar wie een beetje verstand van zaken heeft, beseft dat er complexe technologie onder de motorkap zit. Verrassing: achter deze professionele façade zit een jong bedrijf met slechts vijf werknemers in Nederland en acht in Maleisië. NYoyn is gevestigd op de bovenste etage van het Klokgebouw op Strijp-S, het bruisende centrum van creatief Eindhoven. Mooie locatie voor een onderneming die speels design, hoge gebruikswaarde en degelijke technologie combineert in haar producten. We spreken directeur-eigenaar Bart van Goch, die, na vijftien jaar actief te zijn geweest in commercie en marketing in de bouwwereld, in 2008 besloot NYoyn op te richten.
Webg@te – the easy way to buy today. Faster | more customized | more convenient
Up-to-the-minute customized prices – taking into account your established contracts and quotes Real-time availability: gaze into our warehouse to check stock availability Latest delivery dates: see when your ordered items will arrive Choose your shipping method: Standard, Fast Tracking or Express Pay as required: via credit card, direct transfer or via invoice Real-time tracking: track your goods at any time just by the click of a mouse Try it out – there is no faster way to buy.
Consult
Components
Tel: +31 183 64 60 50
54 |
9
27230_Anz_Webgate_Bits_Chips09_1012_NL_engl_RZ.indd 1
Logistics
Hoe kwam je op het idee: interactieve spellen met beeld en geluid? ‘Vier jaar geleden viel een aantal puzzelstukjes op hun plek. Ik heb een dochter met het syndroom van Down en ont-
Support
www.rutronik.com
12.10.12 10:53
NYoyn succesvol met serious games in zorg en onderwijs
‘Bezuinigingen in de zorg zie ik met vertrouwen tegemoet’
‘Onze producten zijn honderd procent Nederlands: alle partners zitten in de Brainport-regio’, aldus Bart van Goch, directeur-eigenaar van NYoyn.
dekte dat in de inrichtingen waar ik haar heen bracht het therapeutisch materiaal hopeloos verouderd was. Thuis hebben we Nintendo’s en Ipads, daar stond les- en spelmateriaal uit de tachtiger jaren. Dat is toch bizar? Ander signaal: de overheid ging de strijd aan met obesitas en maakte geld vrij voor het stimuleren van beweging. Nog een: serious gaming begon op te komen. Dit soort triggers zette me aan het denken. Ik wilde iets doen met ‘spelenderwijs leren’ en dacht aan een intelligente speelomgeving voor kinderen met een beperking.’ ‘Ik kwam in contact met de Creative Conversion Factory, een door Philips, de TU Eindhoven en anderen in het leven geroepen werkplaats die de opdracht had creatieve ideeën om te zetten in levensvatbare productconcepten, hapklaar voor de industrie. Een van de gebieden waarop ze actief waren, was ‘intelligent playground’. Precies wat ik zocht. De CCF stond op het punt te verdwijnen omdat het subsidiepotje leeg was en ik heb na, overigens vrij complexe,
onderhandelingen deze activiteit voor een groot deel overgenomen, inclusief een aantal mensen. Zo is NYoyn begonnen.’ Een vliegende start dus? ‘Inderdaad. Met de CCF-talenten konden we onmiddellijk aan de slag. In één jaar tijd, van eind 2008 tot eind 2009, hebben we de Soundsteps ontwikkeld. Ik wist Korein, een grote organisatie voor kinderopvang met honderdvijftig locaties, te strikken om launching customer te worden en mee te helpen bij de ontwikkeling. Dat heeft erg goed gewerkt. Van het begin af aan heb ik gestreefd naar cocreatie, het ontwikkelen en testen van onze producten in nauw overleg met klanten en gebruikers. Daar gaat het namelijk meestal fout.’ ‘In november 2009 lanceerden we de Soundsteps op een vakbeurs en we kregen meteen positief commentaar van vakmensen: het was een vernieuwend product, niet zomaar een stuk speelgoed; het voegde echt iets toe. We wonnen er verschillende
innovatieprijzen mee. Inmiddels zijn er al honderden van verkocht. De voornaamste markt is onderwijs/kinderopvang. Het product is gebaseerd op een voor massafabricage geschikt platform, bestaande uit de tegels en een geluidsstation met basissoftware, waarop je voortdurend nieuwe applicaties kunt ontwikkelen: nieuwe spellen en versies voor andere doelgroepen, talen en culturen. We zijn de Soundsteps nu internationaal aan het uitrollen.’ Is ‘ontwikkelen samen met de klant’ jullie vaste werkwijze geworden? ‘Ja. We werken altijd samen met gebruikers. Beide partijen profiteren ervan: wij krijgen direct feedback uit de praktijk en de gebruiker krijgt precies het product dat hij wil hebben. We spreken wel van tevoren af wat de inspanningsverplichting van beide partijen zal zijn en leggen dat als een soort contract op één A4’tje vast. Het is niet vrijblijvend! De praktijk is dat onze klanten al snel zo enthousiast worden dat we ze moe-
9 | 55
» What gives my project the leading edge? «
Kontron's full-service package and application-ready platforms based on the 3rd generation Intel® Core™ i7 quad-core processors. » » » »
Performance-per-watt increase of up to 40 % Up to 30 % higher graphic performance USB 3.0, PCI Express 3.0 OpenGL 3.1, DirectX 11, OpenCL 1.1
» Kontrons Value Add: - System and OS integration services including license management - Extended lifecycle management - Application and migration support ...
3rd Generation Intel® Core™ i7 Quadcore Technology
COM Express® basic
3U CompactPCI®
Processor AMC
Mini-ITX
Flex ATX
6U CompactPCI®
3U VPX
Tel: +49(0)8165 77 777 •
[email protected] • www.kontron.com The pulse of innovation
In bedrijf NYoyn
Nebula: slimme wand met leds en capacitieve sensoren
ten afremmen; therapeuten zien ongekende mogelijkheden in onze producten, maar we kunnen nu eenmaal niet alles tegelijk.’ ‘Ons tweede product, de interactieve muur Nebula, hebben we in 2009 en 2010 ook zo ontwikkeld. In dit geval kwam onze launching customer niet uit het onderwijs maar uit de zorg. De markt bleek te zijn gekanteld: in het onderwijs was geen geld meer, in de zorg wel. We hebben een duurzame samenwerking opgezet met de Librazorggroep, beheerder van verschillende revalidatiecentra in Brabant voor kinderen en volwassenen met een lichamelijke, cognitieve en/of auditieve beperking. Een zeer vooruitstrevende organisatie, waarmee we nog steeds uitstekend samenwerken.’ Is de zorg nu jullie belangrijkste markt? ‘In Nederland zeker. Merkwaardigerwijs profiteren wij juist van budgettaire druk op de zorg. De geldstroom neemt af terwijl het aantal cliënten groeit. Zorginstellingen moeten daardoor creatief worden. Met de Nebula kun je een-op-eenzorg vervangen door zorg in kleine groepjes, dus meer zorg met evenveel personeel. De investering is snel terugverdiend en de kwaliteit van de zorg blijft gelijk of wordt zelfs beter. Bezuinigingen in de zorg zie ik dan ook met vertrouwen tegemoet; ze werken juist positief voor ons. Wij hebben voorgesteld een Platform Interactieve Spelbibliotheek op te richten, waar verschillende zorgorganisaties gebruik van kunnen maken. Door deze synergie kunnen de kosten nog verder worden gereduceerd.’ ‘In het Verre Oosten, waar we ook actief zijn, ligt het anders: daar is de onderwijsmarkt juist erg belangrijk. We zijn er zeer succesvol met onze Soundsteps en hebben in 2011 een kantoor geopend in Maleisië. Hier passen ontwikkelaars de spellen aan aan de lokale taal en cultuur. We praten er direct met overheden. Onderwijs en zorg
zijn daar staatsaangelegenheden en als het je lukt in een land als China binnen te komen, dan leidt dat al snel tot grote orders. De Nebula begint er overigens ook aandacht te krijgen: een klant heeft zojuist een experience centre geopend in Taipei.’ Maakt NYoyn zijn producten zelf? ‘We besteden heel veel uit, maar blijven eindverantwoordelijk en houden de regie. Onze producten zijn honderd procent Nederlands: alle partners zitten in de Brainport-regio. Het zijn nog dezelfde als in 2008. Metatronics bijvoorbeeld, hier in het Klokgebouw, doet de elektronica en ze hebben de interfacing van de Nebula ontwikkeld. Wij assembleren en testen de prototypes. Ideeen voor nieuwe applicaties komen van ons. Ook het ontwikkelen van de software doen we zelf. Wij specificeren, leiden het project en testen het eindresultaat. Bij de fabricage doet NYoyn van ieder product de eindassemblage, systeemtest en verscheping.’ Hoe komen jullie aan dat professionele image? ‘Tja, ik heb nu eenmaal een marketingachtergrond en bij de opstart van NYoyn heb ik de branding nadrukkelijk meegenomen, onder het motto ‘als je het doet, moet je het goed doen’. We werken continu aan onze zichtbaarheid. We hebben een professionele website opgezet en betrekken sociale media erbij. Wij zijn aanwezig op belangrijke beurzen. Maar vooral doen we ongelofelijk ons best het de klanten naar de zin te maken. Mond-tot-mondreclame doet dan de rest.’ ‘Onze kwaliteitsbewaking gaat zeer ver, end-to-end. Producten worden in Eindhoven, vóór verscheping, volledig in elkaar gezet en getest, daarna uit elkaar gehaald en verstuurd met onze eigen logistieke partner; dan weten we zeker dat alles goed aankomt en, als dat niet zo is, wie we erop aan kunnen
De interactieve Nebula-wand bestaat uit panelen van 90 cm breed en 220 cm hoog, over de volledige oppervlakte voorzien van capacitieve (aanraakgevoelige) sensoren en, achter een halfdoorschijnende laag, leds in diverse kleuren. De panelen zijn naast elkaar te plaatsen en elektrisch te koppelen tot één wand van maximaal acht meter breedte. Slimme elektronica leest de sensoren uit en stuurt de informatie naar een kleine pc, die via dezelfde interface de leds aanstuurt. De gebruiker kan op zeer eenvoudige wijze (met een spelkaart) applicaties starten; er is een groeiende verzameling interactieve spellen ter lering of vermaak, of voor stimulering van beweging. De pc hangt aan internet en wordt vanuit het NYoyn-hoofdkwartier in Eindhoven beheerd: problemen worden opgelost, nieuwe content geladen, enzovoorts. Alles remote. Alleen bij hoge uitzondering moet er iemand naartoe. Momenteel levert NYoyn ongeveer één Nebula per maand af. Het is maatwerk: bij iedere klant is de ruimte waar de wand komt qua afmetingen en voorzieningen weer anders. www.nyoyn.com spreken. De installatie is een kwestie van in elkaar zetten en de stekker in het stopcontact steken, dan werkt het. Als er problemen zijn met een product in het veld, lossen we die direct op, meestal binnen een uur.’ Hoe ziet jullie toekomst eruit? ‘We kunnen voorlopig vooruit met de bestaande productreeks: nieuwe applicaties, aanpassingen aan lokale omstandigheden. Ook nieuwe markten: naast Europa en het Verre Oosten zijn we voorzichtig bezig in het Midden-Oosten en Amerika. We zijn in gesprek met zorgbestuurders over hoe onze producten kunnen worden ingezet bij de komende vergrijzing van onze maatschappij. We denken aan andere doelgroepen, bijvoorbeeld bedrijven, die onze producten willen gebruiken voor serious gaming. En: we denken aan nieuwe producten. Er is nog genoeg te doen.’
9 | 57
Mechatronics
AMSD
Advanced mechatronic system design Participants will gather during this training physical insights, ways of working, design concepts and lessons learned (in terms of approach and in application-specific technical problems and solutions), which play a role in the development of precision systems. They will be confronted with aspects on different levels, e.g. the global product creation process including interaction with the customer (and the fact that the customer is in fact multiple persons with sometimes different views), technical trade-offs on system level and recent insights/developments on module/function level. The training is a mix of presentations and exercises in combination with a conceptual design case study of a precision system, typically for lithography or inspection purposes, which will be worked on in teams throughout the course. The training is intented for mechatronic system designers and architects with typically 5 to 10 years experience in the multidisciplinary development of mechatronic precision systems. Location: Course price: Duration: Dates:
Eindhoven 4,495 euros excl. VAT 6 days in a period of 2 weeks commences 23rd January 2013
Electronics
SI-WS
Signal integrity - workshop As systems get faster, signal integrity may become a problem. In this workshop for electronic designers, board and IC designers, the theory behind signal integrity is explained, practical problems are modeled and simulated, and solutions are discussed. After the course, participants will be able to recognise the signal integrity problems of modern fast electronics systems, know and be able to apply methods to improve the signal integrity of PCBs and know IC characteristics that will cause signal integrity problems at a PCB. Location: Eindhoven Workshop price: 1,050 euros excl. VAT Duration: 3 lessons of 5 hours Dates: commences 5th March 2013
Electronics
DAE-AE1
Design of analog electronics embedded analog 1 This course module learns to specify and design the most essential basic functions (amplifiers and analog level shifts) for interfacing with sensors, actuators, AD and DA converters. It also refreshes, broadens and learns to apply analysis techniques. The course is developed for designers with little or no experience in analog electronic design. BSc in physics or electrical engineering or secondary education in electrical engineering with some years of experience in design and engineering of simple electronic circuits is a prerequisite. Prior knowledge on matrix algebra, complex functions, transformations, stochastic modeling and network theory is also necessary. Location: Course price: Duration: Dates:
Eindhoven or Nijmegen 4,000 euros excl. VAT 8 days in a period of 12 to 14 weeks commences 12th March 2013
www.hightechinstitute.nl
Opinie De bril van Joost
Studiehorken en klapdozen
B
Joost Backus beziet de hightech door een creatieve bril.
ijna iedere dag heb ik het twijfelachtige genoegen om met Veolia naar Nijmegen te reizen. Op de dienstregeling is niks aan te merken, maar het vervoersbedrijf doet er alles aan reizigers bijna pavloviaans negatief te conditioneren in hun houding jegens het ov. In plaats van vier stoelen heeft het vijf plekken naast elkaar weten te persen. Desondanks is het vaak staan geblazen in de spits – Nijmegen is tenslotte een universiteitsstad. Met een wat gezettere buurmens dwingt Veolia je zelfs tot iets te veel ongewilde intimiteit. Tijdens de reis probeer ik me af te sluiten van de conversaties die de vele studenten in de trein hebben, maar als een van de vele sardientjes in een blik is dat onbegonnen werk. ‘Morgen drie uur college achter elkaar, dat trek ik nie’, ‘Moet ik voor één uur op en neer, dat doe ik ech nie’, ‘Dat is godsamme saai, de leraar snapt het nie en ik kijk thuis wel’. Niks is leuk, het mag allemaal geen moeite kosten en het ligt altijd aan iemand anders: aan de docent, de stagebegeleider, de bureaucratie of zelfs Veolia. Nooit hoor ik eens een mooi verhaal over hoe spannend een college was, hoe inspirerend de ‘Metamorfosen’ van Ovidius is, hoe ontroerend ‘Die Leiden des jungen Werthers’ is of hoe schitterend de vergelijkingen van Maxwell zijn. Ik heb wel eens college gegeven aan zo’n zaal vol studenten. Zitten ze daar: helemaal achterin, laptop open zodat ze kunnen internetten, downloaden, facebooken, e-mailen of whatever. Vraag je om de klapdoos even dicht te doen, gaat er een zucht van ongeïnteresseerde verveling door de rijen van de ongelukkige, educatie ontvangende muurbloempjes. En midden in mijn verhaal gaat de laptop gewoon weer open. Toen ik er iets van zei, kwam ik ook nog eens in een onzalige discussie terecht. Basta, wegwezen, is dan mijn korte antwoord. Er zijn er zelfs die hun desinteresse openlijk ventileren, zoals live te beluisteren is op ItunesU. Ik ben een fervent aanhanger van deze podcasts over de meest uiteenlopende onderwerpen. Neem het hoorcollege aan de TU Delft van Reinout Rutte en Hans van Dijk over stedenbouwkunde: een goed en duidelijk gebracht verhaal, veel plaatjes en een passende presentatie. In de podcast hoor je echter een steeds luider geroezemoes, op een gegeven moment gevolgd door oproepen om toch nog even vol te houden en stil te zijn uit respect voor diegenen die
het college wel willen volgen. Wat een snotblagen, zeg. De onverschillige studiehorken etaleren hun blasé attitude in alle lompheid door gewoon te gaan blaten met de maten. Ik was er dan ook niet gerust op toen het Institut für Innovation und Design aan de Hochschule für Technik und Wirtschaft Dresden mij uitnodigde om een lezing te houden over duurzaamheid met een toefje ledtechnologie erin. ‘We beginnen om 19:00 uur’, zeiden ze. Met zo’n tijdstip hoef je bij Nederlandse studenten niet aan te komen. Die gaan gelijk steigeren; ze moeten aan de maaltijd, aan het werk, naar de kroeg of ze willen hun vrije tijd niet opofferen. Ik zag me dus al staan in Dresden, voor anderhalve man en een paardenkop. ‘Nee, nee, dat is echt geen probleem’, bezworen ze. En
Niks geen opengeklapte laptops achter in de zaal, maar een en al luisterend oor inderdaad: tot mijn enorme verbazing liep het zaaltje om zeven uur helemaal vol. ‘Nix da’ met vetogedrag. Niks geen opengeklapte laptops achter in de zaal, maar een en al luisterend oor. Kijk ook eens naar de ItunesU-lezing van Yale-professor Paul Freedman over de vroege middeleeuwen. Zo veel humor zie je zelden in de VS. Nog veel opvallender vind ik de aandacht en de respectvolle stilte die hem ten deel valt. Ik word er zelf stil van. Waar komt dit verbazingwekkende verschil in studiementaliteit tussen Nederland enerzijds en Duitsland en de VS anderzijds toch vandaan? Zou het degelijke onderwijsen onderzoekssysteem bij onze oosterburen er iets mee te maken hebben? Zouden Amerikaanse studenten meer motivatie hebben omdat de onderlinge concurrentie groter is en een studie aan een goede universiteit een klein vermogen kost? Ik krijg mijn vinger er maar niet achter, zo zittend in de Veoliatrein die mij en mijn medesardientjes naar Nijmegen transporteert.
9 | 59
Agenda Trainingen Advanced analog implementation flow
Labview performance
A robust technology platform for high-density silicon-based photonics integration
Labview core 1
3 - 7 december, Leuven
17 december, Leuven www.imec-academy.be
Systemverilog for verification 12 - 15 november, Borne
Introduction to Tcl/TK
3 - 5 december, Woerden 3 - 5 december, Zaventem
23 - 25 April 2013 | Eindhoven
Labview core 2
6 en 7 december, Woerden
Labview Real-Time 1
11 en 12 december, Woerden
13 en 14 november, Borne
Labview FPGA
Advanced VHDL
13 en 14 december, Woerden www.ni.com/netherlands
10 en 11 december, Borne www.dizain-sync.com
I/O Designer
Systems engineering
12 en 13 november, Almelo
Hyperlynx analog
Start 20 november, Utrecht www.engenia.nl
15 en 16 november, Almelo
Polymer optoelectronic technologies and their applications 15 november, Muttenz, Zwitserland
Wafer bonding
27 november, Neutchâtel, Zwitserland
Smart materials in robotics and microtechnology
28 en 29 november, Neuchâtel, Zwitserland
Micro-optics
10 en 11 december, Zürich, Zwitserland
Ces for Expedition PCB (V2007) 19 en 20 november, Almelo
Hyperlynx advanced high-speed PCB analysis
Altium Nanoboard
Hyperlynx power integrity analysis
26 en 27 november, Markelo
Altium Designer
22 en 23 november, Almelo
Altium Designer advanced
Expedition PCB advanced (V2007) 26 - 28 november, Almelo
Hyperlynx signal integrity analysis Library manager for DXDesigner to Expedition PCB flow (V2007)
13 en 14 december, Delft www.fsrm.ch
3 en 4 december, Almelo
VHDL advanced
10 - 12 december, Almelo
Ces fundamentals tips & tricks 17 december, Almelo www.innofour.com
Labview: introduction in language and programming 1
Parallel computing with Matlab
Design principles basics
Image processing with Matlab
Lateral thinking
Interfacing Matlab with C code
Networking
Deploying Matlab-based applications – Java edition
12 - 14 november, Eindhoven
22 en 23 november, Eindhoven
Start 14 november, Eindhoven
27 en 28 november, Eindhoven
14 en 15 november, Eindhoven
4 december, Eindhoven
16 november, Eindhoven
5 december, Eindhoven
Nanometer CMos ICs basics
Deploying Matlab-based applications – .Net edition
3 - 5 december, Eindhoven
Microelectromechanical systems
6 december, Eindhoven
10 - 12 december, Eindhoven
Electronics for non-electronic engineers
Matlab-based optimisation techniques
IC physics devices and processing
11 - 13 december, Eindhoven 18 - 20 december, Mechelen www.mathworks.nl
7 december, Eindhoven
Matlab fundamentals
8 januari 2013, Eindhoven
10 januari 2013, Eindhoven
Level 1: system test designer Start 14 januari 2013, Eindhoven
UML fundamentals
Programming in Labview 2
17 en 18 januari 2013, Eindhoven www.hightechinstitute.nl
Start 12 november, Eindhoven
Reliability foundation 2
Start 19 november, Eindhoven
Object-oriented analysis & design using UML 2.0
Start 12 november, Eindhoven
Introduction to Scrum
20 november, Eindhoven
Problem solving
Requirements engineering foundations
Six Sigma
Design patterns
23 november, Amersfoort
Reliability
28 - 30 november, Eindhoven
21 november, Eindhoven 29 november, Eindhoven
Valorisatie, innovatie & productcreatie
Start 3 december, Eindhoven www.mithuntraining.com
29 november, Eindhoven
Design for Six Sigma Black Belt Start 4 december, Eindhoven www.holland-innovative.nl
Metric-driven formal verification with Onespin 360 MV
Teststand 1 – test development
PCB build-up and density classification
Data acquisition and signal conditioning
15 november, Leuven 15 november, Leuven
Network on chip architecture, designs and verification automation for today’s system-on-chip 29 november, Leuven
Reliability modeling of deeply scaled CMos technologies and impact on design 3 december, Leuven
9
16 november, Markelo
19 - 21 november, Almelo
29 en 30 november, Almelo
Basic introduction to CMos image sensors
60 |
29 en 30 november, Zaventem
12 - 14 november, Woerden 17 - 19 december, Zaventem
15 en 16 november, Woerden 20 en 21 december, Zaventem
High-throughput Labview FPGA 20 - 22 november, Woerden
NI Flexrio
23 november, Woerden
Labview core 3
26 - 28 november, Zaventem
20 december, Markelo www.transfer.nl
Bouwen van nieuwe sterke applicaties en businessconcepten 29 november, Noordwijk
Business model design 18 december, Kruibeke www.verhaert.com
High-Tech Systems 2013
International Conference and Exhibition on Mechatronics and Precision Technology The prominent independent Dutch technology organisations Brainport Industries, DSPE (Dutch Society for Precision Engineering), Syntens (Enterprise Europe Network) and Techwatch (publisher of Bits&Chips and Mechatronica&Machinebouw magazines) have taken the initiative for an international high tech fair and conference in the Netherlands. On 23, 24 and 25 April 2013 the International Conference and Exhibition on Mechatronics and Precision Technology will be held at the Klokgebouw, Eindhoven, under the name High-Tech Systems 2013. Focus High-Tech Systems 2013 (HTS 2013) will cover sectors and topics like system engineering and architecture, precision engineering, mechatronics, high-tech components and system design and advanced original equipment manufacturing (OEM). Objectives HTS 2013 will feature: • the best and the brightest in the high tech industry, showcasing unique technologies and advanced systems; • exciting company visits to high tech OEMs and suppliers; • a peer-reviewed high-quality conference programme; • a matchmaking activity by the Enterprise Europe Network; • a marketplace for job ‘starters’ and visiting knowledge workers in the high tech business. Programme international guests: 23 April 2013 Conference and exhibition: 24 and 25 April 2013 Location HTS 2013 will be held in the centre of Eindhoven, easy to reach by car, train or plane. The Klokgebouw venue is one of the historic Philips buildings oozing technological heritage. www.hightechsystems.nl
Agenda Events NOVEMBER
European Nanoelectronics Forum 2012 20 en 21 november, München, Duitsland www.nanoelectronicsforum.org
Electronica 2012
13 - 16 november, München, Duitsland www.electronica.de
International Conference on Design and Modeling in Science, Education, and Technology 2012
13 - 16 november, Orlando, Verenigde Staten www.iiis-fall2012.org/fdemset
International Conference on Education, Informatics, and Cybernetics 2012
Academia-to-Business Forum 2012 21 november, Gent www.dspvalley.com
International Conference on Information and Communication Technologies and Applications 2012
13 - 16 november, Orlando, Verenigde Staten www.iiis-fall2012.org/icta
3 - 5 december, Londen, Groot-Brittannië www.space-solutions.eu
GNSS PhD Summit 2012
Organic and printed electronics
Netherlands Micronano Conference
Battery & Energy Day
Accurate positioning everywhere
Lua Workshop 2012
Personal high-performance computing
21 en 22 november, München, Duitsland www.gnss-sun.eu
29 november, Helmond www.automotivenl.com
29 en 30 november, Reston, Verenigde Staten www.lua.org
3 - 7 december, Sindelfingen, Duitsland www.ese-kongress.de 10 december, Ede www.micronanocenference.nl 13 december, Leuven www.leuveninc.com
13 december, Brussel www.dspvalley.com
13 - 16 november, Utrecht www.logistica-online.nl
JUNI 2013
High-Tech Systems
Bits&Chips Hardware Conference 2013
24 en 25 april, Eindhoven Info:
[email protected] www.hightechsystems.eu
M
12 juni, ’s-Hertogenbosch www.hardwareconference.nl
MODEL DRIVEN DEVELOPMENT DAYS
MDD
24 en 25 april, Eindhoven Info:
[email protected] www.hightech-events.nl/mdd
MEI 2013
FEBRUARI 2013
Logistica 2012
APRIL 2013
European space solutions
Embedded Software Engineering Kongress
23 november, Eindhoven www.mikrocentrum.nl
13 - 16 november, Orlando, Verenigde Staten www.iiis-fall2012.org/iceic
DECEMBER
Electronics & Automation 28 - 30 mei, Utrecht www.fhi.nl
Munich Satellite Navigation Summit
26 - 28 februari, München, Duitsland www.munich-satellite-navigation-summit.org
Bustech 2012
14 en 15 november, Vijfhuizen www.bustech.nl
el 1 apix :28 f= eg
mm 4.6
200 m
Op zoek naar een baan in de hightechindustrie? Ga dan naar www.hightechbanen.nl voor vacatures van onder andere:
la te n s oo k op va ca tu re Hi gh te ch W ilt u uw ee n va n de Be ki jk de in n lle va ve rte nt ie s? we bs ite of Ba ne n ad de n op de m og el ijk he co nt ac t op via em ne wa tc h. nl . sa le s@ te ch
Adeas Alten PTS Applus RTD CIMSOLUTIONS High Tech Solutions ICT Automatisering Ivium Technologies Kverneland Group Mechatronics MathWorks Nspyre Océ Omron Philips PROMEXX Technical Automation Tass technology solutions TMC USE System Engineering Vector Fabrics Yrz
Software engineer PROMEXX
Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Sr. software engineer / (sr.) software designer PROMEXX
Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
www.hightechbanen.nl @HightechBanen
9 | 61
THE HIGH TECH INSTITUTE
LEADERSHIP IN TECHNOLOGY AND INNOVATION
Electronics
Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) 3 - 5 December 2012 (3 days)
Microelectromechanical systems (MEMS) 10 - 12 December 2012 (3 days)
Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc) Start 8 January 2013 (43 sessions)
IC physics devices and processing (IC-PDP) Start 10 January 2013 (12 evening sessions)
Design of analog electronics - analog IC design (DAE-IC) Start 21 January 2013 (11 days)
outlined: Mechatronics
Signal integrity - workshop (SI-WS) Start 5 March 2013 (3 lessons of 5 hours)
Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1) Start 12 March 2013 (8 days)
Design principles basics (DPB) Start 14 November 2012 (5 days)
Motion control tuning (MCT)
Start 20 November 2012 (6 days)
Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Start 26 November 2012 (3,5 days)
Dynamics and modelling (DAM) 3 - 5 December 2012 (3 days)
Advanced mechatronic system design (AMSD) Start 23 January 2013 (6 days)
Mechatronics system design - part 1 (Metron1) 4 - 8 February 2013 (5 days)
Mechatronics system design - part 2 (Metron2) 4 - 8 March 2013 (5 days)
Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1) Start 4 March 2013 (4 days)
Thermal effects in mechatronic systems (TEMS) 11 - 12 March 2013 (2 days)
Iterative learning control (ILC) 13 - 14 March 2013 (2 days)
Actuation and power electronics (APE) 18 - 20 March 2013 (3 days)
Experimental techniques in mechatronics (ETM) 9 - 11 April 2013 (3 days)
Optics
Modern optics for optical designers (CMOP) Start 25 January 2013 (28 morning sessions)
Applied optics (AP-OPT)
Start 29 October 2013 (15 morning sessions)
Software
Design of real-time software - workshop (DRTS/WS) Winter 2013 (5 days)
Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Winter 2013 (6 days)
System
Level 1: System test engineer (STE) Start 14 January 2013 (10 sessions)
System architect(ing) (Sysarch) 11 - 15 March 2013 (5 days)
Level 2: Test designer (STE2) Start 22 April 2013 (10 sessions)
Tools
Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) 12 - 14 November 2012 (3 days)
Programming in Labview 2 (Labprog) 17 and 18 January 2013 (2 days)
Leadership & Communication
Lateral thinking (LATH)
14 and 15 November 2012 (2 days)
Networking (NETW)
16 November 2012 (1 day)
Creating business opportunities as a technician (CBO) 21 and 22 January 2013 (2 days)
Logo HTI specs:
All training courses are held in Eindhoven (area)
Electronics
CMOS-Basic
Nanometer CMOS ICs basics - CMOS Developing CMOS ICs is a complex process requiring dedicated expertise. Engineers who supervise the design of an IC need to have a thorough understanding of ICs, the possibilities and impossibilities of IC technology. This course gives an overview of the basics, physics, fabrication, design and applications of CMOS ICs into the nanometer range. The course is intended for engineers working in electronic product development and engineering and those who have to write and read product specifications, test samples, discuss technical details with suppliers and customers. Location: Course price: Duration: Dates:
Eindhoven 1,200 euros excl. VAT 3 consecutive days 3rd - 5th December 2012
Leadership & Communication
CBO
Creating business opportunities as a technician In your life as a technology professional many opportunities occur that could lead to business for your company. Most technology professionals dislike anything related to ‘sales’, find it difficult to recognise commercial opportunities and do not have the skills to explore them. This is a shame. Creating business opportunities for your company can be fun, always boosts your career and makes your company perform better. In this training you learn how to recognise business opportunities, how to explore them and how to make your boss aware of your personal impact. This training focuses on technology professionals working in high tech companies and their suppliers. It trains on how to help creating new business opportunities (chances for more work, new projects that appear) as well as how to recognise and handle negative business opportunities (delays in projects, cost overshoot and technological problems). Location: Course price: Duration: Dates:
Eindhoven 1,500 euros excl. VAT 2 consecutive days and 1 evening 21st and 22nd January 2013
Optics
CMOP
Modern optics for optical designers Optics is the ‘enabling technology’ of the 21st century. To design optical systems, to specify and test optical components, to integrate optical components into products, this all requires knowledge and skills that can be learned in the CMOP course. Over the years CMOP has become one of the most comprehensive optical courses in Western Europe, unique in its concept, starting with theoretical basics, via practical optical system design and ending with a broad overview of optical applications. After the course, participants will have a thorough knowledge of modern optical concepts, their applications and the design of optical systems, the engineering problems and solutions. Location: Course price: Duration: Dates:
Eindhoven 5,900 euros excl. VAT 28 weekly morning sessions commences 25th January 2013
www.hightechinstitute.nl
original:
THE HIGH TECH INSTITUTE
LEADERSHIP IN TECHNOLOGY AND INNOVATION
Wegwijzer Bedrijven in de hightech CHI PON T WERP
D I E NS T VE R LE N IN G Alten PTS Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080
SoC and FPGA Design Crypto and Security IP Video IP DO-254 IP
Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 5486200 Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700
Barco Silex Rue du Bosquet 7 1348 Louvain-la-Neuve Tel +32 10 454904
[email protected] www.barco-silex.com
VIANEN BEST DEVENTER ROTTERDAM AMSTERDAM GRONINGEN DHAKA
[email protected] www.alten.nl
HIGH TECH SOLUTIONS Linie 506 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 3606135
[email protected] www.hightech.nl
CIMSOLUTIONS B.V. Havenweg 24 4131 NM Vianen Tel +31 347 368100 Fax +31 347 373777
[email protected] www.cimsolutions.nl
ICT Automatisering Science Park Eindhoven 5006 5692 EA Son Postbus 6420 5600 HK Eindhoven Tel +31 40 2669100 Fax + 31 40 2669101
[email protected] www.ict.nl Regio Midden Herculesplein 24, Utrecht Tel +31 88 8275000 Regio Zuid Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven Tel +31 88 8275100
ENTER Mbedded BV Science Park 5001 5692 EB Son Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-mbedded.nl
Nspyre Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
Regio West Poortweg 10, Delft Tel +31 88 8275200 Regio Noord Zuiderzeelaan 21, Zwolle Kapteynlaan 17, Leek Tel +31 88 8275300 Profit Consulting Apeldoorn Profit Software Improvement Tweelingenlaan 4, Apeldoorn Tel +31 55 5762822 Profit Consulting Eindhoven High Tech Campus 69, Eindhoven Tel +31 40 8009955
ESPRIT ICT Group Bastion 1-5 5491 AN Sint-Oedenrode Tel +31 413 271412
[email protected] www.esprit-it.nl
Profit Consulting Amsterdam Science Park Amsterdam 400, Amsterdam Tel +31 20 8884128
[email protected]
TASS B.V. Larixplein 6 5616 VB Eindhoven Tel +31 40 2503200 Fax +31 40 2503201
[email protected] www.tass.nl Fourtress BV Meerenakkerplein 20 5652 BJ Eindhoven Tel +31 40 2661080 Fax +31 40 2661081
[email protected] www.fourtress.nl
64 |
9
TASS Belgium N.V. Gaston Geenslaan 9 3001 Leuven Tel +32 16 241680 Fax +32 16 241689
[email protected] www.tass.be
DI STR I BUT I E
P ROJE C T BUR E A U
TOOLS
Specialist in electronic & FPGA design Adeas Luchthavenweg 81.039 5657 EA Eindhoven Tel +31 40 2350060 Fax +31 40 2350666 www.adeas.nl
RS Components Bingerweg 19 2031 AZ Haarlem www.rsonline.nl www.rsonline.be
The MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
Technical Software Tel +31 40 2677100 (Zuid-Nederland) Tel +31 88 7468928 (Midden- en Noord-Nederland) Tel +32 14 848718 (België) Remote Solutions Tel +31 40 2677100 Electronics Tel +31 495 633221 Industrial Mathematics Tel +31 40 7516116
National Instruments Pompmolenlaan 10 3447 GK Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] www.ni.com/netherlands
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
TMC Group Regio Zuid Flight Forum 107 5657 DC Eindhoven Tel +31 40 2392260 Regio Midden/West Herculesplein 44 3584 AA Utrecht Tel +31 30 8200518
[email protected] www.tmc.nl
TOPIC Embedded Systems Eindhovenseweg 32c 5683 KH Best Tel +31 499 336979 Fax +31 499 336970
[email protected] www.topic.nl
9 | 65
Techwatch organises the third edition of the
M
MDD, a two-day seminar on model-driven development
Wednesday 12 June 2013 1931 Congrescentrum Brabanthallen, ’s-Hertogenbosch, the Netherlands For the Bits&Chips Hardware Conference 2013 we truly welcome your proposals. In total six presentation tracks will be featured. One of the tracks will have a more commercial signature. Topic of this commercial track will be multicore hardware systems. The other tracks will focus on: Low-power electronics, ambient systems, energy harvesting Reliable wireless systems Advances in sensor technology, Mems technology Industrial and embedded networking Mixing analog and digital on (integrated) hardware Electromagnetic compatibility (EMC) Design tooling, simulation, emulation and testing Asics and FPGAs, custom integration Rugged hardware Other suggestions are welcome too. The conference language is English. From your proposal it should be clear what the subject is of your presentation and why you think it is relevant for the conference. Please send your proposal to
[email protected].
Submission deadline is 15 January 2013
www.hardwareconference.nl/programme BCHC13
CALL FOR PAPERS
Exhibition and Conference on Electronics and Chip Design
Call for papers
MODEL DRIVEN DEVELOPMENT DAYS Modeling and simulation are of increasing importance in the product development process. The tooling is advancing fast and approaches physical reality. In fact, it is possible to skip physical models or prototypes in many cases and develop a product or machine first time right. At the MDD technicians, technical managers and decision makers learn the latest news, share experiences and exchange ideas about organising and managing their development flows. The conference is open to presentations on finite elements, multi-body dynamics, multi-physics development methods and simulation as well as model-based software and system development and testing. We welcome in-depth lectures about these topics, especially when they concern real cases in mechanical engineering, in mechatronics or from the machine industry. Please send your proposals in English to Nieke Roos (
[email protected]) and Alexander Pil (
[email protected]) on January 14 at the latest: • abstract 200 to 300 words; • contact information; • function title and employer.
www.hightech-events.nl/mdd
MDD 24 AND 25 APRIL
2013 KLOKGEBOUW
EINDHOVEN
The Netherlands
Volgende keer Colofon Bits&Chips is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Bits&Chips is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.
Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] – www.techwatch.nl Redactie Nieke Roos – hoofdredacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Alexander Pil – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Joost Backus – redacteur tel +31 24 3505028 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3503532 –
[email protected] Marketing en events Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Kim Huijng – salesmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Marjolein Vissers – marketing- en eventmedewerker tel +31 24 3505544 –
[email protected] Ellen Lely – cöordinator trainingen tel +31 24 8455169 –
[email protected] Simone Straten – eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Abonnementenadministratie Leonie Ceelen – officemanager tel +31 24 3503532 –
[email protected] Adviseur Maarten Verboom Medewerkers Linda Berends, Julie Frijstein, Sophie van Koningsbruggen, Omar Martina, Imke Okkerman, Leanne Robbertsen, Kitty Stam, Lisette de Vries Columnisten en externe auteurs Mark Bloemendaal, Derk-Jan de Grood, Robert Hendriksen, Mathilde van Hulzen, Rudy Lauwereins, Jos van der Loop, Anton van Rossum, Bram Semeijn, Jan Kees van der Veen, Erik Vollebregt, Peter de With Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN 1879-6443 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Abonneren Abonnement op privéadres: 81 euro Bedrijfsabonnement: 140 euro Internationaal abonnement: 210 euro Studentenabonnement: gratis Prijzen op jaarbasis en inclusief btw. Abonnementen lopen van januari tot en met december. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode. Studenten en professionals die werken aan slimme producten en machines (zoals elektronica- en softwareontwerpers, systeemarchitecten, chipdesigners en technisch managers) kunnen Bits&Chips gratis thuis ontvangen. Vul het aanvraagformulier in op www.bits-chips.nl. Deze gratis abonnementen zijn beperkt tot België en Nederland. Losse nummers op aanvraag: 10 euro. Klachten over bezorging Heeft u Bits&Chips niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales, tel +31 24 3505544 –
[email protected]. Verschijningsdata 9 november, 14 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2012 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Bits&Chips, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&Chips. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld. Voorpagina Foto: Philips
Nummer 10 | 14 december 2012 | Defensie, lucht- en ruimtevaart
Centraal in deze uitgave staan de defensiesector en de lucht- en ruimtevaartindustrie. Verschillende verhalen illustreren de rol die de Lage Landen spelen bij de ontwikkeling van systemen voor deze veeleisende markten.
Nummer 1 | 1 februari 2013 | Embedded Android
Android is niet meer weg te denken uit smartphones en tablets. Ook in de embedded-wereld begint het besturingssysteem langzaam voet aan de grond te krijgen. Deze uitgave belicht de potentie die het Google-OS heeft in de hightechsector aan de hand van verschillende toepassingen.
Een interessante bijdrage?
[email protected] Adverteren in deze nummers?
[email protected]
9 | 67