Trends in MKB-financiering: vraag naar alternatieven en professionalisering Voor 2011 voorspelt EIM een groei van de afzet van het MKB van 1,75 procent. Na het dieptepunt van ruim 5 procent negatieve groei in 2009 is dit een positieve score. Juist nu het MKB kan profiteren van de aantrekkende economie, is het van belang dat bedrijfsfinanciering in voldoende mate beschikbaar is om de curve omhoog te faciliteren. Bij welke bronnen wordt vermogen gezocht en hoe krijgt de ondernemer het geld op de rekening? Zijn er lessen te leren uit de crisis en met welke nieuwe inzichten kunnen overheid, brancheorganisaties en MKB-ondernemers succesvol de toekomst in? Dit werd uitvoerig besproken bij de laatste editie van EIM’s Beleidscafé op dinsdag 24 mei.
Lia Smit, accountmanager bij EIM, lichtte de ontwikkelingen in de financieringsmarkt voor het MKB toe: De Triple Helix van MKB-financieringen Door resultaten uit diverse metingen met elkaar te combineren, heeft Lia Smit de financieringsmarkt van het MKB inzichtelijker gemaakt. Niet alleen is de vraag naar kapitaal in kaart gebracht, maar ook hoe het met het succespercentage van de aanvraag gesteld is, en of er verschillen tussen financieringsbehoefte en toekenning per sector zijn. Dit leidt tot interessante uitkomsten. De ontwikkeling van de vraag is in kaart gebracht op basis van 8 metingen van 2008 tot en met december 2010 in het MKB-panel. Hierin zijn alle sectoren vertegenwoordigd. Dat het aantal aanvragen fors is gedaald naar aanleiding van de crisis, zal niemand verbazen. In december 2008 was het percentage bedrijven met financieringsaanvragen nog 19 procent, in december 2010 nog slechts 11 procent. Het aantal bedrijven dat daadwerkelijk de gevraagde financiering ontvangt, ging van 78 procent in december 2008 naar het dieptepunt in juli 2010: 33 procent. Gelukkig gaat dat weer de goede kant op: in december 2010 werd 48 procent van de aangevraagde financieringen door het MKB daadwerkelijk toegekend. Wat heeft meegespeeld in deze meting, zeker in 2010, is het gegeven dat ondernemers lang moesten wachten voordat ze definitief
bericht ontvingen. Veel ondernemers hebben daarom tijdens het onderzoek aangegeven dat de financiering (nog) niet was toegekend. De invloed van sectorsolvabiliteit Lia Smit stapte vervolgens over naar de verschillen binnen de diverse sectoren. Door gebruik te maken van data uit andere onderzoeken is het mogelijk geworden de financieringsbehoefte per sector te koppelen aan de financieringsverkrijgbaarheid. Zie figuur.
Linksonder zijn de sectoren waarbinnen niet veel behoefte is aan financiering en waar ook de verkrijgbaarheid laag is, zoals de detailhandel. Rechtsonder zijn de sectoren afgebeeld waarbij de behoefte aan financiering duidelijk aanwezig is maar de kans op verkrijgbaarheid zeer laag. Dat zijn bijvoorbeeld sectoren als de horeca en de autobranche. Vervolgens is gekeken of er een verband is tussen deze gegevens en de solvabiliteit per sector. Dat verband is er: elke daling van de solvabiliteit met een procentpunt zorgt voor een daling van kans van de verkrijgbaarheid met 1,7 procent. Hoogte van de financieringsbehoefte 90-95 procent van de financieringsaanvragen ligt onder 1.000.000 euro. In 65 procent van deze financieringsaanvragen gaat het om bedragen minder dan 100.000 euro, en bij een derde van deze aanvragen gaat het om minder dan 35.000 euro. 88 procent van de aanvragen wordt bij de bank gedaan, de overige financieringen komen tot stand door middel van vrienden of familie, leverancierskrediet, of met hulp van venture capital of informal investment. Het MKB is dus nog steeds zeer sterk gericht op banken als financieringsbron.
Grootbedrijf versus MKB Het succespercentage van het grootbedrijf ligt, ondanks de crisis, rond 75 procent tegenover 40-45 procent bij het MKB. De vraag naar financiering is uiteraard ook bij het grootbedrijf gedaald, maar niet zo veel als binnen het MKB en schommelt nu rond 21 procent. Grote bedrijven hebben meer kans om hun financiering rond te krijgen. Dit heeft meerdere redenen. Het MKB heeft een hoger vermogensrisico. Het MKB telt veel jonge bedrijven (45 procent bestaat minder dan 5 jaar). Het MKB is minder kapitaalintensief. En de toch vaak lagere bedragen die men wil lenen, zijn voor financiële instellingen niet interessant. Financiering MKB van belang voor de economie Voor de groei en ontwikkeling van onze economie is het uiteraard van groot belang het MKB te stimuleren en de financieringproblematiek tegen het licht te houden. Het MKB telt veel jonge bedrijven en jonge bedrijven zijn vaak zeer innovatief en vormen de motor van de economie. Door de samenwerking tussen financiële instellingen, overheid en het bedrijfsleven te intensiveren en verbeteren, ontstaat er een gunstiger, innovatiever financieringsklimaat voor het MKB. Bijvoorbeeld door meer transparantie van financiële instellingen, door hulp en ondersteuning van brancheverenigingen en de bewustwording bij banken, kunnen ook kleinere organisaties interessant zijn om te financieren.. Maar ook door meer gebruik te maken van financieel adviseurs die de financieringsaanvragen goed voor te bereiden voordat ze worden ingediend. Zoals Yvonne Prince na deze presentatie kort samenvatte: vraag en aanbod van financiering in het MKB hebben elkaar nog steeds niet helemaal gevonden. Stellingen Anders dan de vorige Beleidscafés werden er deze keer direct na de presentatie van Lia Smit drie stellingen voorgelegd aan het aanwezige publiek. Door middel van stemkastjes kon men zijn mening geven. Na het stemmen maakte Yvonne Prince een rondje door de zaal om de mening van voor- en tegenstemmers te vernemen. De eerste stelling luidde: Ondernemers moeten hun financieringsaanvragen beter onderbouwen. Van de aanwezige gasten waren 36 mensen het hiermee eens. 9 gasten hadden geen mening, en slechts 3 konden zich niet vinden in deze stelling. Een van deze tegenstemmers gaf als onderbouwing dat dit een veelgehoord excuus is van banken om aanvragen af te wijzen. Volgens een vertegenwoordiger van de Rabobank komt het echter te vaak voor dat beginnende ondernemers slecht onderbouwde aanvragen insturen, dus dat op dat gebied zeker nog een slag te maken is. De tweede stelling luidde: De traditionele banken vinden het MKB niet interessant: er moet een MKB-bank komen. Hier waren 19 aanwezigen het mee eens, 28 mensen oneens en 6 hadden geen mening. Vanuit de zaal klonk het geluid dat sommige brancheverenigingen daar al jaren over klagen; het gemis van een speciale MKB-bank waar ondernemers juist voor kleinere bedragen terecht kunnen. Er werd gerefereerd aan het voorstel voor een Kredietunie dat nu in de Tweede Kamer ligt. De laatste stelling was: Een garantieregeling is een verzekering: die kan beter worden uitgevoerd door private partijen dan door de overheid. Hierin konden 11 aanwezigen zich vinden; 25 mensen waren oneens en 11 mensen hadden geen mening. “Voor de crisis; na de crisis” Na de pauze was de microfoon voor de voorzitter van NOAB; de Nederlandse Orde van Administratie en Belastingdeskundigen, Berry Welten. NOAB is een brancheorganisatie waar
950 advieskantoren bij zijn aangesloten. Berry Welten is tevens bestuurslid MKB Nederland. Hij is actief bij de Kamer van Koophandel Noord-Brabant en heeft zijn eigen administratiekantoor.
Volgens Berry Welten zijn door de crisis de ontwikkelingen binnen de branche versneld. Er worden nu andere eisen gesteld aan administratiekantoren en hun dienstverlening, en daar moet op worden ingespeeld. Bijvoorbeeld door het digitaal aanleveren van kredietrapporten. NOAB heeft hierover met de Belastingdienst afspraken gemaakt. Welke informatie is belangrijk en moet standaard worden toegevoegd? Dat scheelt aan beide kanten tijd. Maar ook de corebusiness van administratiekantoren is aan het veranderen: voorheen bestond 60 procent van de omzet van een gemiddeld administratiekantoor uit boekingswerk. Dat gaat onder invloed van nieuwe technologische ontwikkelingen verdwijnen en daar zal uiteraard iets anders voor in de plaats moeten komen. De boekhouder zal steeds vaker op de stoel van de adviseur zitten, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een financiering. NOAB ondersteunt daarin door het aanbieden van trainingen en het geven van voorlichting aan haar leden. Ook Berry Welten had 3 stellingen naar aanleiding van zijn presentatie voorbereid. De eerste stelling luidde: Stringentere controle op de financiering van MKBondernemingen verhoogt de kwaliteit van ondernemend Nederland. Hiermee waren 24 mensen het eens, 16 mensen mee oneens en 8 hadden geen mening. Stelling twee was: Stringentere controle op de financiering van MKB-ondernemingen geeft banken teveel grip op ondernemend Nederland. Hier stemden 14 mensen voor, en 25 mensen waren oneens. Volgens Berry houden deze stellingen elkaar in evenwicht; er moet een balans komen tussen betere controle en de invloed van banken. De laatste stelling was: Banken zouden veel intensiever moeten samenwerken met gecertificeerde kantoren t.b.v. het financieren van het MKB (waaronder benchmarkgegevens ter beschikking moeten stellen t.b.v. de controle- en adviesfunctie). Hier stemden 25 personen voor, en 12 personen tegen. Berry Welten: ”Feitelijk gebeurt dat al, we bouwen een schil om het MKB om ondernemers beter te kunnen ondersteunen en helpen. Veel ondernemers zijn geen boekhouders, zij hebben hulp nodig van een adviseur om die boekhouding bij te houden.” Een van de tegenargumenten uit de zaal op deze stelling was het ‘big brother is watching you’-scenario. Banken rekenen ondernemers in dat geval misschien ook af op het saldo van
hun winst/verliesrekening. Daarnaast werd de angst uitgesproken dat door benchmarking veel innovatieve ondernemers buiten de boot vallen. Als innovator pas je nu eenmaal niet in een hokje. Berry Welten: ”Door op een slimme manier gebruik te maken van benchmarking kunnen ondernemers juist kijken waar ze afwijken van hun collega’s en dat in hun voordeel gebruiken.” Na deze presentatie volgden ter afsluiting nog wat vragen uit de zaal. Een van deze vragen ging over crowd funding: hoe staan Lia Smit en Berry Welten daar tegenover? Lia Smit: “Ik zeg: proberen! Het past helemaal in deze tijd. Laten we er in elk geval mee experimenteren; met name bepaalde sectoren kunnen hier echt wat aan hebben.” Na een korte poll in de zaal blijkt de meerderheid van de gasten crowd funding een goed alternatief te vinden voor financiering door banken. Over venture capital werd de vraag gesteld: zou dat werken bij het MKB? Lia Smit: “Venture capital is op dit moment nog niet heel populair in Nederland. Ondernemers houden er niet van dat er iemand over hun schouder meekijkt, en dat gaat gebeuren als ze met venture capital in zee gaan. Diegenen die ervan gebruikmaken ervaren overigens dat een meesturende en meedenkende kapitaalverschaffer ook zo zijn voordelen heeft: netwerken en ervaring komen beschikbaar voor de gefinancierde onderneming, en dat kan juist heel positief werken.” Berry Welting: “Ik denk dat venture capital in veel gevallen een uitstekende oplossing zou zijn voor ondernemers. Helaas zijn ondernemers in Nederland daar nog steeds huiverig voor. Die angst moet worden weggenomen op de een of andere manier.” Na afloop werd in het Beleidscafe nog door deze en gene flink gediscussieerd en uiteraard geborreld onder begeleiding van EarsWideOpen.