Treat others the way you want to be treated Behandel anderen zoals u zelf behandeld wilt worden
Verslag van een reis door de Verenigde Staten – 2012
door Frans Zoer
[email protected]
Inhoud Inleiding – reisplan – vertrek
2
Tucson – Arizona
3
Casa Maria
3
BorderLinks en Derechos Humanos
6
Cesar Chavez-mars
9
Vicky Kline en No More Deaths
11
Casa Mariposa
13
Operation Streamline
18
El Paso – Texas – Annunciation House
20
Austin – Texas – Casa Marianella
25
Andere groepen
28
Tenslotte
31
Voor wie meer wil lezen
32
1
Inleiding In het voorjaar van 2012 reisde ik zes weken door de Verenigde Staten, om Catholic Worker-groepen en verwante leefgemeenschappen te bezoeken. Ik wilde vooral kennismaken met groepen die hetzelfde doen als het Jeannette Noëlhuis in Amsterdam: samenleven met vluchtelingen. Daarbij was ik benieuwd naar de wijze waarop gastvrijheid per groep georganiseerd wordt, hoe die per huisgenoot tot een eind komt (soms een moeilijke kwestie in het Noëlhuis) en of en hoe er gedacht wordt over bredere visies op migratie, zoals het thema ‘open grenzen’. Onderweg werd ik hartelijk verwelkomd door mensen die mij niet kenden, maar die het fijn vonden dat iemand van ver weg zich interesseert voor hun activiteiten. Bij Catholic Worker-huizen vormde de band met het Noëlhuis een vanzelfsprekende verbinding; andere personen en groepen toonden zich eveneens gastvrij en maakten welwillend ruimte en tijd voor me: wat zijn er veel aardige mensen in de wereld! Deze reis werd, naar een idee van mijn geliefde Gezien van der Leest, financieel mogelijk gemaakt door giften van familie en vrienden, die bij m’n vijftigste verjaardag ruim € 2.000,schonken plus vele kaarten met goede wensen voor onderweg: heel hartelijk dank daarvoor!
reisplan Ter voorbereiding zocht ik op de site www.catholicworker.org in de lijst van leefgemeenschappen naar diegenen die onderdak bieden aan Latino migranten en eventuele vluchtelingen uit andere werelddelen. M’n plan was om ver van huis te beginnen en na zes weken in New York te eindigen en terug te vliegen. Californië telt meer dan twintig Catholic Worker-groepen, waarvan diverse zich richten op migranten. De groep in Oakland, bij San Francisco, biedt migranten tijdelijk onderdak en lijkt daarmee wel op het Noëlhuis. Maar contact maken bleek niet eenvoudig en daarmee werd het lastig om een vertrekdatum en vliegticket te regelen. Hun website heeft een mooi citaat van aartsbisschop Thomas Wenski van Miami, Florida: “The so-called ‘illegals’ are so not because they wish to defy the law; but, because the law does not provide them with any channels to regularize their status in our country – which needs their labor: they are not breaking the law, the law is breaking them.” (De zogeheten ‘illegalen’ zijn dat niet omdat ze de wet willen overtreden, maar omdat de wet hen geen mogelijkheden biedt om in ons land een verblijfsstatus te regelen – terwijl ons land hun arbeid nodig heeft. Zij breken niet de wet, de wet breekt hen.) Het eerstvolgende adres werd de stad Tucson in Arizona, waar allerlei organisaties actief zijn op het gebied van ‘border issues’ ofwel ‘grenzen en migranten’. Vandaar naar Texas, naar de grensstad El Paso. - Tijdens de reis kwam er een bezoek aan Austin bij. - Vervolgens naar de Open Door Community in Atlanta, om vrienden te bezoeken. Dan volgt St. Louis, in het midden van het land, waar de Catholic Worker-groep gastvrijheid biedt aan migranten. Noordelijker ligt Chicago, met het huis Su
2
Casa, dat sinds 1990 vluchtelingen/migranten opvangt – paste goed in m’n plan, maar de tijd bleek te krap. Bezoek aan vrienden in Cincinnati; voor Casa Maria Jose in Akron, Ohio was de tijd ook te kort, dus verder naar de oostkust, naar Dorothy Day House in de hoofdstad Washington, waar migranten en actievoerders samenleven. Tenslotte naar New York, voor bezoek aan de oorspronkelijke Catholic Worker-huizen, waar oprichtster Dorothy Day zelf heeft gewoond.
vertrek Op maandag 26 maart vloog ik naar de VS, op dinsdag 7 mei landde ik weer op Schiphol. Beide keren taxiede het vliegtuig naar een noordelijke startbaan, met goed uitzicht op het oefenterrein van de brandweer en de nieuwe gebouwen in aanbouw daarnaast: de marechausseekazerne en het detentiecentrum, waar o.a. geweigerde asielzoekers en ‘illegalen’ vastgehouden worden in afwachting van uitzetting. Daar gaan we als Bezoekgroep over enige tijd naartoe, nu het detentiecentrum op Schiphol-Oost gesloten is. Dat wordt ook de nieuwe plek voor de wakes, waarvan we de eerste al geruime tijd aan het voorbereiden zijn. Op 13 januari 2013 organiseren we als Catholic Worker Amsterdam daar een grote bijeenkomst onder het motto: ‘Laat uw gasten vrij!’ Op de woensdag voor vertrek was ik bij de presentatie op het stadhuis van het boekje ‘Passport of Amsterdam. Basic rights for people without stay permit’ (gratis te downloaden op www.askv.nl; ook voor andere steden); burgemeester van der Laan nam het in ontvangst en verklaarde dat hij niet mee zou werken aan de jacht op illegalen om een bepaald quotum te halen, zoals minister Leers wilde. Altijd mooi als een burgemeester afstand neemt van onbarmhartig beleid. Enkele Passport-boekjes nam ik mee op reis om weg te geven, als voorbeeld van nuttige informatie. ==============
Tucson - Arizona Deze stad in het zuiden van Arizona ligt op 100 km van de grens met Mexico, in een woestijnachtig gebied. Qua inwoners zo groot als Den Haag, maar vijf keer groter in oppervlak, en dat is begrijpelijk als je ziet dat laagbouw overheerst, ook in het centrum. Heel veel huizen zijn gebouwd als bungalows, met veel ruimte eromheen, langs brede straten – die heel geschikt zijn om te fietsen. Plantsoenen en tuinen zijn gevuld met palmbomen en cactussen in allerlei soorten. De Santa Cruz rivier achter het Greyhound busstation staat negen maanden van het jaar droog; alleen in de wintertijd vallen stortregens, de moesson, waardoor sommige straten overstromen en tunnels kunnen vollopen. Moeilijk voor te stellen in maart, wanneer de zon schijnt zoals bij ons in augustus, en iedereen met een flesje water loopt. Dit is nog maar lente, in augustus wordt het nog twintig graden warmer en wil je al na acht uur ’s ochtends liever in de schaduw blijven.
Casa Maria Met zulke temperaturen heeft Casa Maria, het Catholic Worker huis, geen eetzaal nodig. Behalve in het weekend bereiden ze dagelijks ruim 500 maaltijden, in een huis, waar ’s ochtends vanaf half zes de eerste gasten zich verzamelen en koffie krijgen. Op het terrein rond het huis staan picknicktafels en banken. De gasten, veel latino’s, enkele blanken, zwarten, aziaten en native americans, arriveren lopend of op de fiets. Ze komen uit de hele stad, omdat dit naar verluidt de enige dagelijkse maaltijdvoorziening is; sommigen komen met de auto, omdat ze erin wonen of omdat ze na benzine geen
3
geld genoeg hebben voor eten. Ieder krijgt koffie, stevige soep met brood en een goed gevulde lunchzak (met brood, fruit en koekjes), terwijl een deel van de gasten een gezinstas met groenten, fruit en blikvoedsel meekrijgt. - Bekijk het filmpje op www.casamariatucson.org Het huis aan de overkant heeft kamers waar enkele medewerkers wonen, een logeerkamer (voor mij), een centrale ruimte waar regelmatig gratis medisch spreekuur gehouden wordt en een grote voorraadkamer waar de lunchzakken worden gevuld. Hiervoor komen allerlei vrijwilligers, zoals groepen leerlingen van middelbare scholen uit de stad, studenten van de universiteit en opmerkelijk veel gepensioneerden uit het noorden van de VS, die hier overwinteren en iets sociaals willen doen. Chad, een zestiger die al 18 jaar in Casa Maria woont, maakt soep en haalt etenswaren op bij winkels in de stad. Het aanbod van licht beschadigd en bijna gedateerd voedsel is enorm groot. Hij verwondert zich er vaak over dat hoeveel of weinig vrijwilligers er ook zijn, het werk altijd voor elkaar komt. In het naastgelegen derde huis is een groot kledingmagazijn, waar ieder iets uit kan zoeken: het aanbod is groter dan de vraag. Daar woont ook Brian Flagg, al bijna 30 jaar de leider van deze gemeenschap. Bij hem kunnen mensen douchen en telefoneren. Om 12 uur eindigt deze ‘gratis keuken’, dan moeten alle gasten weg zijn, op last van de politie; relaties met omwonenden zijn prima. Opvallend zijn de zonnepanelen op het dak van het huis met de keuken. Met zoveel zon hier zou je verwachten dat velen zulke panelen op hun dak hebben, maar de enige die ik in Tucson zie staan uitgerekend op deze soupkitchen. Casa Maria bestaat dus uit drie huizen, enkele permanente bewoners, een groep van vaste medewerk/st/ers, een veel wijdere kring van incidentele vrijwilligers en een groot netwerk van kerkelijke en andere groepen die nu en dan komen koken. Brian vertelt dat hij in zijn vroege jaren veel geweldloze protesten organiseerde tegen bewapening en voor huisvesting van daklozen, en dat hij daar vaak voor gearresteerd was. Later kwam hij tot het inzicht dat community organizing meer kans bood op werkelijke verandering. Sindsdien werkt de groep meer aan belangen van de veelal latino buurtbewoners, inclusief hun dakloze gasten. Zo wisten ze enkele jaren geleden honderden mensen bijeen te brengen bij het stadhuis om te pleiten voor behoud van zeggenschap over de buslijnen in Tucson. Ze richtten een vereniging op van mensen die veel gebruik maken van het openbaar vervoer, de Bus Riders Union. Hun voorbeeld was een succesvolle groep met dezelfde naam in Los Angeles, opgericht door het Labor/Community Strategy Center, zie www.thestrategycenter.org. Sterk gemotiveerde leden van deze organisatie ontmoette ik in 2002 in Johannesburg tijdens de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling; zij wisten hun visie daar goed te presenteren. De Bus Riders Union maakt eind maart gebruik van de inspreektijd voor burgers bij de vergadering van de gemeenteraad. Diverse leden - Brian zelf niet - pleiten tegen de geplande drastische verhoging van de prijzen voor buskaartjes, omdat zij en vele anderen met weinig geld afhankelijk zijn van dit vervoer. Een besluit wordt die avond nog niet genomen, en Brian moedigt ieder na afloop aan om de volgende keer weer te komen inspreken. Hij prijst de insprekers, van wie wel duidelijk was dat ze het niet hadden gedurfd zonder zijn aanmoediging. – Op een middag na de soupkitchen bezoeken we een vergadering van de Regionale Transport Commissie, volgens Brian niet om in te spreken,
4
maar “om de bureaucraten te plagen,” door te laten zien dat burgers hen in de gaten houden. Deze commissie, die door de gemeenteraad benoemd wordt maar zelfstandig werkt en daardoor niet democratisch gecontroleerd wordt, heeft het voor het zeggen wat betreft buslijnen, sneltram, herstel van slechte wegen en aanleg van nieuwe. De vorige burgemeester wilde graag een sneltram midden door het centrum, een controversieel en duur project, en deze commissie negeert de protesten. Na afloop voert Brian overleg met enkele vrienden over mogelijkheden om politieke campagne te voe-ren om geld vrij te krijgen dat ten goede kan komen aan de armen in de stad. Makkelijk is dat niet, de gemeenteraadsleden zijn conservatief of een heel klein beetje ‘liberal’, en laten zich graag leiden door belangen van projectontwikkelaars en rijke families. Zulke machtige groepen proberen de instituties van het stadsbestuur af te breken, want ‘hoe minder overheid hoe beter’ – maar de armen zijn juist afhankelijk van een sterke overheid die zulke krachten in bedwang houdt. Brian wil dan ook steeds de vraag stellen: “What’s in it for the poor?” Ze zullen verder denken over het motto: Een sterk bestuur voor een gezonde stad. Opvallend aan deze groep is dat zij heel actief actievoeren en lobbyen naar de lokale politiek. De maaltijdvoorziening is de rode draad in 30 jaar; hun tweede focus lag ooit bij ‘witness’, getuigenis geven, maar sinds lange tijd ligt die meer bij beïnvloeding van het lokale beleid. En soms met succes: de busprijzen zijn dit jaar niet verhoogd. Tegelijk blijft er plek voor getuigenis: in november 2012 weigert Casa Maria een gift van Walmart. Deze supermarktketen geeft vanwege opening van een nieuw filiaal in Tucson een bedrag aan diverse goede doelen. Brian verklaart dat ze de $ 2.000,- niet willen, omdat Walmart weliswaar lage prijzen heeft, maar ook erg lage lonen, vakbondswerk moeilijk maakt en kleine winkeliers het brood uit de mond stoot; het is ‘bloedgeld’. – Ooit wees ook Dorothy Day een schenking af van de Ford Foundation, vanwege de slechte arbeidsomstandigheden bij de Ford-fabrieken. Geld is hard nodig en altijd welkom, maar niet als het afkomstig is uit hardvochtige exploitatie die velen onrecht aandoet. Op m’n laatste avond zit Chad weer te vertellen. Hij is heel tevreden over de hulp van Ethan, die wegens arrestaties tijdens Occupy-evenementen ‘community service’ moet doen en daarom als vrijwilliger meerijdt op de vrachtwagen van Casa Maria om etenswaren bij winkels op te halen. Hij vertelt ook over ‘brother David’, een franciscaan en een goede vriend van het huis. Dan wordt op de deur geklopt en stapt broeder David zelf binnen. Met enkele anderen brengt hij vrijwel dagelijks containers met chocomelk naar huizen waar ze ’t kunnen gebruiken. Hij kondigt aan dat hij Holy Week, de week voor Pasen, zoals gebruikelijk zal doorbrengen bij vrienden in Atlanta, Ed en Murphy van de Open Door Community, om mee te doen aan de dagelijkse wakes voor de daklozen, zoals ze daar al jaren doen. Of ik mee ga? Wat toevallig: ik zal Ed en Murphy ook bezoeken, al is dat meteen ná Pasen. Brother David Buer in zijn bruine pij is een markante figuur, die daklozen gastvrijheid biedt in zijn Poverello House en al vele jaren actief is tegen kernwapens bij de kernproefgronden in Nevada.
5
BorderLinks en Derechos Humanos In het centrum van Tucson bezoek ik op goed geluk twee organisaties, die hun kantoren tegenover elkaar hebben.
BorderLinks heeft een modern gebouw, met kantoren voorin en slaapzalen achterin; die laatste zijn bedoeld voor groepen studenten en kerkleden, die vanuit het hele land komen om de grensgebieden met eigen ogen te bekijken. Dat is wat deze organisatie wil: amerikaanse burgers zelf laten zien wat er aan beide zijden van de grens gebeurt, hen ter plekke informeren met de bedoeling dat ze thuis erover vertellen en hun omgeving met meer begrip beïnvloeden, onder een bekend motto: ‘zien, denken, handelen’. Zie www.borderlinks.org Ze hebben ook een facebook-pagina en een blogspot. Jaarlijks doen ong. 600 mensen mee aan de trips in het grensgebied, die variëren van een dag tot drie weken. Daarbij bezoeken ze meestal ook plaatsen in Mexico, m.n. de zusterorganisatie HEPAC in Nogales, net over de grens. Ze bieden stageplekken van enkele maanden voor studenten die ‘border issues’ onderzoeken. Speciale programma’s zijn er voor docenten die les willen geven over migratie; ook organiseren ze bezoeken aan plekken in Mexico, zoals Chiapas, om specifieke thema’s uit te diepen. BorderLinks ontstond uit de Sanctuary Movement in de jaren ’80, toen veel politieke vluchtelingen het geweld in Centraal-Amerikaanse landen ontvluchtten. Sinds 1988 bezoeken Amerikaanse groepen in zogeheten ‘onderdompelingsreizen’ de grensgebieden, waar ze spreken met inwoners, hulpverleners, politici, grensbewakers e.a. Wat opvalt in de beschrijvingen is de grote aandacht voor economie: de gevolgen van NAFTA, ofwel het vrijhandelsverdrag met Mexico [waardoor kleine boeren weggeconcurreerd worden door zwaar gesubsidieerde amerikaanse landbouwproducten]. BorderLinks ziet als missie o.m. dat het mensen samen wil brengen om bruggen van solidariteit te bouwen over de grenzen en om intercultureel begrip en respect te bevorderen. Dat klinkt een beetje algemeen en volgens ‘education coordinator’ Margi is dat ook de bedoeling. Ze hebben geen speciale visie op de migratie-vraagstukken en willen een min of meer neutrale ‘facilitator’ zijn. Persoonlijk hebben ze als stafleden natuurlijk hun eigen ideeën, ook over ‘open grenzen’, maar als organisatie profileren ze zich niet met politieke opinie’s, juist om acceptabel te blijven voor bijv. kerkgroepen en universiteiten die aarzelen of ze zich hiermee in zullen laten. Deze opstelling wordt niet door iedereen gewaardeerd. Later op de dag zit ik achter de Roadrunner hostel, waar ik de eerste nachten slaap, op het terras te praten met Vicky Squire uit Engeland; zij doet onderzoek naar migratie en was al eerder in Tucson, terwijl ze nu komt voor een ‘update’, onderweg naar een conferentie over migratie in Californië. Jimmy, de manager van de hostel, spreekt vrijuit: hij vindt het maar niks, al die mensen uit Europa en andere delen van de VS die hier komen kijken hoe slecht Arizona omgaat met migranten. Die lui breken de wet door illegaal de grens over te steken, dus als ze gepakt en vastgezet worden, zijn ze niet zielig maar namen ze een bekend risico, als je de wet overtreedt. Dus verdienen ze straf en uitzetting. En politici moeten niet steeds onhoudbare beloften doen, een president moet gewoon ‘the right thing’ doen, namelijk z’n gezond verstand gebruiken. Ziet hij een oplossing in een ander beleid? Dat vindt hij moeilijk te verwoorden. - Hij vindt het kwalijk dat de migratie-discussie niet echt meer gevoerd wordt, omdat voor- en tegenstanders rond de thema’s hun standpunten hebben ingenomen en de andere partij dom noemen, zonder nog op argumenten in te gaan. Daar heeft hij vast een punt; op internet heb ik deze klacht meermalen gelezen: van een echte discussie is nauwelijks sprake meer, de fronten zijn verhard. - Hij verwijt BorderLinks te pleiten voor open
6
grenzen, ook al zeggen ze dat niet zo. Door hun kritiek op het migratie-beleid, zoals hij dat hoort, en door groepen in het grensgebied een kritische rondleiding te geven promoten ze wat volgens Jimmy het enige alternatief is, nl. open grenzen. Voor het bestaande beleid ziet hij geen betere optie. – Terwijl BorderLinks dus moeite doet om zich niet scherp te profileren, hoewel Jimmy denkt dat hij daar doorheen kijkt, zeggen hun overburen juist duidelijk waar het op staat.
Coalición de Derechos Humanos ofwel Human Rights Coalition is een kleine strijdbare grassroots organisatie, gevestigd in een oud witgepleisterd huis dat onderhoud nodig heeft. Hun missie is het promoten van respect voor mensenrechten, strijd tegen de militarisering van het grensgebied, tegen discriminatie en tegen machtsmisbruik door overheidspersoneel. De slogan op hun posters en nieuwsbrieven is: ‘Ningún Ser Humano es Ilegal! - No Human Being is Illegal!’ Zie de website www.derechoshumanosaz.net Zij willen mensen bewust maken van hun rechten en aansporen om politiek actief te worden. In de publieke opinie willen ze het bewustzijn vergroten van de grove schendingen van mensenrechten van migranten en de militarisering van het grensgebied. Sinds het meer stricte beleid in de jaren ’90 zijn de grensovergangen in steden steeds meer gesloten voor migranten, waardoor zij genoodzaakt zijn om de riskante weg door de woestijn te wagen. Velen overleven deze tocht niet. Sinds de jaren ’90 zijn er ong. 6.000 doden gevonden. De lijst van doden, die Derechos Humanos bijhoudt - zoals United Against Racism dat voor Europa doet -, begint in 2000 en telt tot nu toe 2.466; bij ongeveer de helft staan naam en leeftijd vermeld. Omdat de amerikaanse overheid de oversteek zo moeilijk maakt, is die ook verantwoordelijk voor de sterfgevallen. “Het immigratiebeleid is een totale mislukking en moet veranderd worden. De doden zijn het directe gevolg van het beleid.” Om de xenofobe vreemdelingenpolitiek te bestrijden organiseren ze diverse activiteiten: ze geven cursussen over mensenrechten, houden juridisch spreekuur voor migranten wier rechten geschonden worden (door werkgevers, huisbazen e.a.), ze leren illegale migranten wat hun rechten zijn tegenover de grenspolitie, ze bieden training voor het inburgeringsexamen etc. Het bijhouden van de lijst met doden impliceert dat ze ook contact opnemen met de families van de overledenen om hen te informeren. Om de herinnering aan hen levend te houden organiseren ze wekelijks een wake bij een Maria-kapel in het centrum van Tucson, een pelgrimage door de stad rond Allerzielen en in juni een voettocht van 120 km. vanuit Mexico naar Tucson. Zie van dit laatste een verslag van de duitse Corinna Rauer op http://www.borderlinks.org/get-involved/news-andevents/migrant-trail Aan de naam van deze website is al te zien dat dit soort activiteiten vaak een samenwerkingsverband zijn van allerlei groepen in en rond Tucson. Ze doen veel samen, verwijzen naar elkaar door. BorderLinks stuurt hun gasten graag naar de overkant om te praten met de radicale mensenrechtengroep. Blanca Bay, die het kantoor bestiert, begrijpt wel dat BorderLinks hun radicale verklaringen niet altijd wil ondertekenen: op universiteiten en colleges heerst censuur en vaak een verbod op protesten als het om ‘border issues’ gaat. Zij toont me een achterkamer met
7
planken vol dozen met kleine witte kruizen, met namen erop en data, gerangschikt naar jaar. Die kruizen nemen ze mee naar de wakes en op de Migrant Trail in juni. Terwijl Blanca de telefoon beantwoordt kom ik aan de praat met Oto, een student uit Brazilië die aan een universiteit in Massachusetts ‘border studies’ doet en daartoe enkele maanden stage loopt bij Derechos Humanos. Inderdaad ben ik een van de velen die hier rondloopt met eenzelfde interesse. Oto toont op zijn laptop allerlei interessante websites, waaronder beelden van het dorpje Altar vlak over de grens in Mexico, dat inmiddels economisch geheel drijft op mensen die zich voorbereiden op de tocht door de woestijn naar Arizona. Een kerkelijke groep heeft daar een gratis opvangcentrum ingericht. Hij wijst ook op de organisatie Alec, de American Legislative Exchange Council, een landelijke vereniging van politici en zakenlieden, die rechtse politiek met veel geld promoten en daardoor veel invloed hebben. Zie www.alecexposed.org Op hun eigen website www.alec.org is duidelijk waar ze voor staan: ‘Limited Government, Free Markets, Federalism’. Volgens Oto krijgt deze club veel geld van de gewetenloze broeders Koch; over hun manier van zakendoen en politieke lobby is een documentaire gemaakt [die ik later zal zien bij de Occupy-groep in Cincinnati]. De Alec-groep is de drijvende kracht achter wetgeving in allerlei staten van de VS, die het leven voor migranten steeds lastiger maakt. Oto beschrijft de relatie tussen strenge anti-immigratiewetten en de groei van het ‘gevangenis industrieel complex’, dat ervoor zorgt dat de VS relatief het hoogste aantal gevangenen ter wereld hebben. Door illegalen te criminaliseren krijgen particuliere gevangenissen hun cellen vol. De bedrijven die deze gevangenissen runnen, geven graag financiële steun aan politici, rechters en sheriffs, die zich tijdens hun verkiezingscampagnes uitspreken tegen immigranten. De basis voor de activiteiten en publiekscampagnes van Derechos Humanos wordt gevormd door de wekelijkse open vergaderingen in een zaaltje van een openbare bibliotheek. Daar wordt de agenda met lopende zaken en geplande acties besproken met ieder die wil meepraten. Tussen de ruim twintig aanwezigen tref ik vier rechtenstudenten van de universiteit van Los Angeles, die ‘migratie’ bestuderen. Ook vier man van Occupy Tucson, onder wie Ethan, die vertellen dat ze na drie door de politie ontruimde kampementen nu een kantoor gaan openen vlakbij de universiteit. Voorzitter Isabel García doet verslag van een groepsreis naar El Salvador, een pelgrimage langs plekken waar martelaren gestorven zijn, zoals bisschop Oscar Romero, de vier nonnen, de zes Jezuïeten e.a. Zij heeft een krachtige presentatie; ze beschrijft ‘border security’ als een poging van de regering om de eigen burgers beter te controleren. Arizona is door de landelijke overheid gekozen als proefterrein; het was al een rechtse staat, waar veel racistische blanke ouderen uit de Midwest graag naartoe verhuizen. De vigilantes (burgerwachten tegen migranten) zijn er nu veel minder, omdat hun voormannen gekozen zijn in politieke functies. Ze spreekt ook over de censuur op protesten tegen het migratiebeleid, met name op scholen. Juist daar moet gesproken worden over immigratie, over slavernij, over vrijhandelsverdrag NAFTA. Etnische studies zijn belangrijk omdat ze voor empowerment zorgen, maar juist daarom worden ze beknot. Van Isabel García zijn goede interviews en toespraken te vinden op youtube. Haar typering van Derechos Humanos spreekt voor zich: “It is elected officials’ job to compromise; not ours.” Derechos Humanos werkt ook samen met het bedrijfje dat huist in het pand naast hen: Pan Left Film Productions. www.panleft.net Zij maken documentaires over maatschappelijke thema’s. Bekijk bijvoorbeeld hun film over sheriff Joe Arpaio, die zich in Arizona berucht heeft gemaakt met zijn meedogenloze optreden tegen migranten. Zie http://underarpaio.com/2012/10/06/watch-underarpaio-on-youtube
8
Natuurlijk voert ook Derechos Humanos actie tegen de immigratie-wet die in 2010 in Arizona werd aangenomen. Deze wet, SB1070, draagt de politie op om iedereen die misschien illegaal is te controleren op papieren, terwijl illegaal verblijf een misdrijf wordt. Dat leidt vanzelf tot ‘racial profiling’ ofwel discriminatie. De bezwaren die talrijke groepen hiertegen aanvoerden zijn vrijwel dezelfde als die in Nederland worden ingebracht tegen de strafbaarstelling van illegaal verblijf. Terwijl het eigenlijk gaat om een algemene identificatieplicht, die bij ons ondanks protesten en zonder zinnige argumenten al eerder is ingevoerd. Kardinaal Mahony van Los Angeles vergeleek deze identificatieplicht zelfs met de regimes van nazi’s en communisten. Inmiddels is de wet enigszins afgezwakt door ingrijpen van de federale regering, maar identiteitscontrole blijft mogelijk, met eventueel arrestatie en deportatie als gevolg. Beperkte vormen van humanitaire hulp aan ongedocumenteerden zijn in de nieuwe versie niet meer strafbaar. De wet leidde o.m. tot een boycot van producten uit Arizona, en Derechos Humanos roept daar nog steeds toe op. Isabel García noemt Arizona een proefterrein voor hardere migratie-wetten, en opvallend is dat na SB1070 politici in andere staten met vergelijkbare wetsvoorstellen kwamen, waar ze de scherpste kantjes vanaf haalden terwijl ze het leven van migranten wel moeilijker wilden maken.
Cesar Chavez-mars De mensen van Derechos Humanos kom ik weer tegen bij de Cesar Chavez-mars, die jaarlijks in Tucson gehouden wordt. Daarbij verzamelen zich allerlei migranten-organisaties en progressieve groepen op het terrein naast een kerk, waar toespraken klinken en waar een traditioneel geklede groep folkloristische dansen en rituelen uitvoert. Daarna lopen we kilometers door de stad naar een park, waar muziek gemaakt wordt en groepen zich presenteren in informatie-stands. Het is een bonte verzameling van organisaties, variërend van migranten-groepen, waaronder het Border Action Network, en ook een coalitie van Aziatische migranten, tot ‘Veterans for Peace’ en ‘Jobs with Justice’. Een treffend spandoek zegt: ‘¡Somos Parte de la Solucion!’ (Wij zijn deel van de oplossing!) Cesar Chavez (1927-1993) was de grote vakbondsleider die de migranten-arbeiders in de landbouw organiseerde; veel straten zijn naar hem genoemd, portretten van hem en van bisschop Oscar Romero kom je overal tegen op plaatsen die belangrijk zijn voor latino’s, en ook in Catholic Workerhuizen. Chavez was bevriend met Dorothy Day, bezocht haar in New York en zij deed in 1973 mee aan de staking van druivenplukkers in Californië, waarbij ze gearresteerd werd.
9
Een citaat van Chavez: “Once social change begins it can not be reversed. You can not un-educate the person who has learned to read. You can not humiliate the person who feels pride. You can not oppress the people who are not afraid anymore.” Onderweg praat ik o.a. met Sarah uit Tucson die zojuist begonnen is aan haar eerste jaar als lerares ‘literatuur & kunst’. Zij legt me uit wat het bord betekent dat een man meedraagt, met de woorden ‘Necesitamos M.AS.’ Het regionale schoolbestuur van Tucson heeft ‘Mexican American studies’ op de basisschool (tot 16 jaar) afgeschaft, terwijl het zo belangrijk is voor integratie en behoud van etnisch bewustzijn bij de Latino leerlingen. Allerlei boeken zijn daarbij in de ban gedaan en mogen niet meer gebruikt worden. Leraren moeten nu lesgeven uit ‘blanke engelse’ geschiedenisboeken, waarin de cultuur en geschiedenis van spaanstaligen ondergewaardeerd wordt. Ze mogen zelfs niet meer praten over de visie van die verboden boeken en mogen die niet bij zich hebben. Leerlingen worden opgeroepen om ‘afwijkende’ leraren aan te geven bij het bestuur, waarna ze makkelijk ontslagen kunnen worden. Dat doet denken aan communistisch Oost-Europa of China. Leraren die andere vakken dan geschiedenis geven, mogen die boeken nog wel gebruiken; Sarah weet niet of ze dat durft riskeren in haar eerste jaar en vraagt zich af in welk idioot systeem ze is beland. Bij een stand in het park laten studenten de boeken zien die nu verboden zijn: geschiedenisboeken maar ook romans. Gebande boeken zijn o.a. ‘Rethinking Columbus’ door Bigelow en Petersen, ‘Chicano! The History of the Mexican American Civil Rights Movement’ door Rosales, ‘500 Years of Chicano History in Pictures’ door Martinez, ‘Critical Race Theory’ door Delgado en Stefancic, en romans van Rudolfo Anaya. – Later bezoek ik de alternatieve boekwinkel ‘Revolutionary Grounds’. Daar hebben ze een kast ingericht met boeken die uit schoolbibliotheken geweerd worden, zelfs sprookjesboeken en dichtbundels voor kinderen staan erbij. – Zie ook www.SaveEthnicStudies.org Als de bijeenkomst in het begin van de middag op z’n eind loopt, nodigt Ethan me uit om mee te gaan naar de vergadering van Occupy Tucson, in een park een eind verderop. Daar hadden ze hun eerste tentenkamp, dat net als de twee daarna door de politie hardhandig ontruimd werd. In Armory Park staat een oorlogsmonument voor 1914-1918 met het opschrift ‘Lest we forget’. Mary, die actief is voor CodePink, is druk bezig om doeken op te hangen aan lijnen tussen het monument en de bomen. De fraai versierde doeken met namen en foto’s horen bij het Peace Ribbon Project, ze zijn ingestuurd ter herinnering aan slachtoffers van de oorlog in Irak: amerikaanse militairen, irakese burgers, journalisten. Tot de vergadering begint help ik mee ze op te hangen. De General Assembly van Occupy Tucson wordt verrassend knap gefaciliteerd door Ethan en een collega; ze beheersen de gebarentaal uitstekend, evenals de aanwezigen, meest oudere blanke vrouwen en mannen. Zo komen ze vlot door de agenda, die ze in hun hoofd hebben, zonder papier. Belangrijk punt is het beheer van het kantoor, dat ze binnenkort in gebruik gaan nemen. Opvallend is het optimisme van de groep: ze verwachten dat hun aantal flink zal uitbreiden, als ze het maar goed aanpakken, en dat ‘ze’ uiteindelijk niet meer om hen heen kunnen. Zie www.occupytucson.org
10
Vicky Kline en No More Deaths De engelse Vicky Squire die ik in de hostel tref probeert net als ik een afspraak te maken met Vicky Kline, die zij bij haar eerdere bezoek ontmoette. Ik had email-contact met Vicky Kline, vanwege artikelen over migratie, die ze schreef voor de National Catholic Reporter, op www.ncronline.org. Volgens het bijschrift was ze actief geweest bij de Catholic Worker en nu op zoek naar werk in de grensstreek. Ze is net terug van een conferentie in Washington DC en nodigt ons beiden uit om in het centrum iets te gaan eten en bij te praten/kennis te maken. Op de patio achter een eethuisje zitten we prima, tussen anderen die hun laptops bestuderen en van hun café latte genieten. Wel vreemd, om vlak na de soupkitchen van Casa Maria te tafelen in een yuppententje. Vicky vertelt dat ze jaren geleden in het Catholic Worker huis in Kansas City woonde, en dat ze na een tijd elders naar Tucson kwam en een poos verbleef in Casa Mariposa [zie onder]. Nu woont ze in het zuiden van de stad, op zichzelf, terwijl ze probeert de waarden hoog te houden die ze ook in de leefgemeenschappen nastreefde. Alleenwonend is dat lastiger, maar door het te doen wordt het ook meer van jezelf in plaats van dat het in de leefgemeenschap min of meer vanzelfsprekend is. Haar geld verdient ze als maatschappelijk werkster in een hospice. Maar haar passie ligt bij ‘border issues’ en dan is Tucson the place to be. In vergelijking daarmee is bijvoorbeeld El Paso veel rustiger, want het is daar veel moeilijker gemaakt om de grens te passeren. Texas en Californië hebben hun grenzen be-hoorlijk afgeschermd met hekken en muren en daardoor is de migratie verlegd naar Arizona, vooral het woestijngebied ten zuiden van Tucson. Vicky vertelt over haar recente reizen naar Mexico-stad en Washington DC, waar ze op conferenties lezingen hield over ‘border patrol abuse’, mishandeling van migranten door de grenspolitie. Ze heeft meegewerkt aan een rapport hierover, opgetekend uit de mond van migranten die vertellen over hun ervaringen in detentie. Zie http://www.nomoredeaths.org/Abuse-Report-Culture-of-Cruelty/View-category.html Het rapport maakt duidelijk dat mishandeling structureel is, volgens internationale normen als marteling betiteld moet worden, en dat door gebrek aan controle de grenspolitie dit straffeloos kan doen. Zoals de naam van de website laat zien, werkt Vicky voor de organisatie ‘No More Deaths – No Más Muertes’. Deze oecumenische groep begon in 2004 op initiatief van religieuze leiders in Tucson, met de bedoeling om het aantal doden onder immigranten in de woestijn op de grens flink terug te brengen. Als vrijwilligersorganisatie bouwt ze voort op het werk van groepen als de Samaritans en Humane Borders, die al langer vergelijkbare hulp aanbieden. Ze rijden dagelijks door het grensgebied op zoek naar migranten die te voet door de woestijn komen. In de zomer zetten ze kampen op, van waaruit groepjes vrijwilligers (onder wie studenten en kerkleden, afkomstig uit de hele VS) op pad gaan om grote flessen water te plaatsen langs veel gebruikte paden, en om water, voedsel en medische hulp te bieden aan migranten die ze onderweg tegenkomen. In 2005 werden twee medewerkers gearresteerd omdat ze drie migranten per auto naar Tucson reden op weg naar een dokter. Deze hulp werd beschouwd als misdrijf met mogelijke straffen van 15 jaar cel en een enorme boete. Toen startte de groep de campagne ‘Humanitarian aid is never a crime’; in het jaar daarop werden beiden vrijgesproken.
11
Ze werken ook in enkele opvangcentra in plaatsen vlak over de grens, voor praktische hulp aan migranten die zijn gedeporteerd door de grenspolitie. Door de slechte behandeling tijdens detentie hebben velen medische verzorging nodig. Die centra vormen ook de basis voor het derde project van No More Deaths: interviews met migranten over hun ervaringen in detentie, waaruit o.m. bovengenoemd rapport voortkomt. Wordt binnen de organisatie ook nagedacht over een bredere oplossing voor deze problematiek? In een overkoepelende visie zou je veel aspecten moeten samenvoegen, politieke, juridische en vooral de economische wanverhouding tussen de VS en Mexico en andere Latijns-Amerikaanse landen. Vicky zegt dat ze hun handen vol hebben aan het dagelijks werk van hulpverlening. Wel biedt de website een pagina met vijf ‘Faith-Based Principles for Immigration Reform’: 1. Erken dat de huidige strategie van militarisering van de grenscontrole een vorm van slecht beleid is. Die leidt tot duizenden doden en weerhoudt migranten niet om te komen. Grenscontrole dient humaan te zijn en gericht op bescherming. 2. Biedt ongedocumenteerden die nu al in de VS zijn een procedure tot legalisering en staatsburgerschap. Dit biedt arbeiders en hun gezinnen stabiliteit, wat ook goed is voor het land. 3. Maak gezinshereniging en eenheid van het gezin tot hoeksteen van het immigratie-beleid. Verkort de immense wachttijden en laat gezinnen als geheel immigreren. 4. Laat arbeiders en hun gezinnen in de VS binnen via een arbeidsgericht immigratie-programma. Dat moet bescherming bieden van rechten, zoals vakbondswerk, gemakkelijk reizen tussen VS en land van herkomst, begaanbare wegen naar een verblijfsstatus, en een basisrecht op mobiliteit. 5. Erken dat de eerste oorzaken van migratie liggen in ongelijkheid qua milieu, economie en handel. Huidige handels- en hulpstrategieën vanuit de VS wortelen in hebzucht en gebrek aan respect voor arbeiders en hun gezinnen en hun leefwereld in Latijns-Amerika. Dit dwingt hen tot migratie als een zoektocht om te overleven. Nodig zijn internationale verdragen die rechtvaardige en duurzame relaties opbouwen. Deze uitgangspunten overlappen grotendeels met de Comprehensive Immigration Reform, zoals die wordt bepleit door de Amerikaanse r-k bisschoppen. Ook zij wijzen op armoede als eerste oorzaak van migratie, maar zijn gematigder in hun voorstellen en spreken al helemaal niet van ‘a basic human right of mobility’. Vicky Kline prijst de samenwerking tussen de vele groepen in Tucson en op wijdere schaal. Elke club komt vanuit een andere achtergrond, maar werkt aan hetzelfde doel: de positie van migranten verbeteren, dus elke zinnige inbreng en bijdrage is welkom. Bij No More Deaths werkt ze ook aan informatiecursussen en filmmateriaal voor aspirant-migranten, om hen vooraf te informeren over de risico’s van de tocht en problemen van het leven als ongedocumenteerde in de VS. Doel is de nog altijd levende mythe te doorbreken dat het in ‘El Norte’ allemaal beter is of wel makkelijk zal lukken. We spreken over een vergelijkbaar project dat vorig jaar in Nederland startte, de tv-serie en website ‘Surprising Europe’. Vicky vertelt dat ze zich soms wat ongemakkelijk voelt: voor haar ‘gematigde’ vrienden is ze te radicaal, voor haar radicale vrienden te gematigd. Ze heeft weinig op met de oude en jonge hippies, die
12
er veel zijn in Tucson: als ze meedoen aan het vrijwilligerswerk weten ze heel goed hoeveel respect ieder voor de ander moet hebben, ‘elkaar ruimte geven en niet onderdrukken’, maar in de praktijk blijken ze individualistisch en zonder teamgeest. Voor een groep als Occupy heeft ze sympathie, al verwacht ze niet dat die met kamperen iets voor elkaar zullen krijgen. – Een serveerster groet haar hartelijk: ze blijkt een bekende, een promovenda aan een universiteit in het noorden van de VS. Haar betaalde periode is afgelopen, maar haar onderwerp ‘migratie’ op de plek waar het gebeurt heeft haar zo te pakken dat ze nog niet terug wil, en erbij werkt om langer te kunnen blijven. Hulpverleners van No More Deaths hebben aan het begin van de zomer gemerkt dat de waterflessen die zij plaatsen soms kapot gemaakt worden. Verdenkingen richting landeigenaren of burgerwachten blijken niet terecht. Verborgen camera’s laten zien dat het agenten van de grenspolitie zijn, die met plezier de flessen een ravijn in trappen. De publieke tv-zender PBS toont de beelden in juli 2012; zie artikel en beelden op http://www.salon.com/2012/07/20/cruelty_on_the_border/
Casa Mariposa Op woensdagavond houdt de leefgemeenschap in Casa Mariposa een ‘community meal’, een maaltijd waar iedereen welkom is. In de brede gang midden door het huis hangen her en der kleurige vlinders van papier aan de muur: mariposa’s, symbool van verandering, in natuur, mens en maatschappij. In die gang staan lange tafels, waar zo’n dertig mensen aanschuiven, na een bewegingsritueel en een mexicaans begroetingslied. Vooraf ging bewoner John Heid voor in een half uur stil zitten op de veranda achter het huis; John is Quaker en laat anderen graag de kracht van gezamenlijke stilte ervaren. Na het eten vertelt buurtbewoner Paul me over zijn deelname aan een van de activiteiten van het huis: hij gaat regelmatig mee naar het Greyhound busstation om er gestrande migranten op te halen om een paar nachten in Mariposa door te brengen. Dit zijn migranten die ergens in de VS, niet in het grensgebied, zijn opgepakt wegens gebrek aan papieren, gedetineerd zijn in de migrantengevangenissen van Florence of Eloy, dorpen tussen Tucson en Phoenix, en die vrijgelaten worden, op borgtocht of omdat ze getekend hebben voor terugkeer – en die dan steevast door de politie bij de Greyhound in Tucson worden afgezet. Het doet me denken aan het ‘klinkeren’ bij ons, met voorheen een treinkaartje naar Roosendaal, al betreft het hier deels migranten die nog een zaak hebben lopen. Bij Mariposa kunnen ze slapen, zich opfrissen, telefoneren, om daarna verder te reizen waar ze maar naartoe willen, meestal naar familie of vrienden in de VS. John Heid is een vijftiger met lang haar, een zachtaardige man, vrolijk en serieus, die ooit voortijdig het seminarie verliet en via Catholic Worker-groepen terecht kwam bij Jonah House in Baltimore, waar hij bij priester en vredesactivist Philip Berrigan leerde huizen schilderen om in hun onderhoud te voorzien; dat doet hij in Tucson nog steeds. Veel tijd geeft hij aan de Samaritans, een organisatie die waterflessen plaatst in de woestijn ten zuiden van Tucson op plekken waar veel migranten vanuit Mexico langs komen. Zie www.tucsonsamaritans.org. In de Sonora-woestijn sterven jaarlijks bijna tweehonderd migranten. Vandaag heeft John de hele dag rondgereden in west-Arizona langs lokale contactpersonen, om in kaart te brengen wat tegenwoordig de meest gebruikte routes zijn. Dat verandert regelmatig en is belangrijk om te weten als je water efficiënt wilt aanbieden. Lege waterflessen liggen op de vloer in de gang. Allerlei posters en plaatjes en texten laten zien dat dit huis een actiecentrum is. Bij de maaltijd is een groepje studenten die verblijven bij BorderLinks,
13
en die eerder vandaag een rollenspel hebben geoefend onder leiding van een vriendin van het huis. Zij legt uit dat dit ‘creative drama’ van belang is om je in te leven in de verschillende actoren in het drama aan de grens. Zo spelen deelnemers om beurten de rol van migrant (1, 2, etc), de hulpverleners, de grenspolitie, en zelfs de hond van de grenspolitie; de nabespreking samen is belangrijk, ter voorbereiding op bezoek aan het grensgebied. In de gang staat achter in de hoek een tafeltje met daarop een kruis voor de onbekende gestorven migrant, een sandaal uit de woestijn, een icoon en kaarsen, en aan de muur hangen foto’s en citaten van inspiratiebronnen; zo zijn daar samengebracht Dorothee Sölle, Gandhi, Martin Luther King, Dorothy Day, Tolstoy, Oscar Romero, Bonhoeffer, Rigoberta Menchu en bisschop Tutu. Bovenaan hangt een citaat van Dorothy Day: ‘The only solution is love.’ Bij de kaarsen ligt een uitnodiging: ‘Sometimes we are the light, sometimes we reflect the light. You are invited to light a candle, for those who suffer, for your enemies, for yourself, for healing, for the light of love to grow stronger.’ De kerngroep van het huis bestaat naast John uit Rachel, Carol en Kate. Carol Bradsen, theologe en schrijfster en haar vriendin, pastor ‘father’ Kate Blair zijn beide actief in de Episcopal church, terwijl de jonge Rachel Winch vanuit een niet-religieuze achtergrond lid werd van de Church of the Saviour in Washington DC. Deze bijzondere kerk sponsort haar werk in Tucson. Zie bijv. http://en.wikipe dia.org/wiki/Church_of_the_Saviour_(Washington,_D.C.) Als zelfstandige protestantse kerk combineert ze spirituele ontwikkeling met sociale actie, ervan uitgaand dat alle leden zich op beide terreinen serieus inzetten. Ze organiseren huisvesting voor daklozen, bieden gratis medische zorg, helpen banen te vinden, en willen als kerk wel groeien mits persoonlijke relaties mogelijk blijven, reden om zich meermalen op te delen in kleinere gemeenschappen. Toen ik hen in 1987 bezocht in Washington, werd ik geraakt door warme sfeer tijdens een trouwerij van twee van hun dakloze gasten. Een groep in Nederland die er misschien op lijkt zou Oudezijds 100 in Amsterdam kunnen zijn. Met deze diverse tradities als achtergrond viel het de kerngroep niet mee om de kapel in het huis op langere termijn gezamenlijk te gebruiken. Daarom wordt die kamer nu gebruikt voor logees. In de nieuwsbrief zegt de groep van zichzelf dat ze gevormd zijn door verschillende tradities, waaronder ook presbyteriaans en katholiek, en dat ze daarnaast inspiratie halen uit de lange geschiedenis van Catholic Worker huizen evenals de recente New Monastic Movement. Behalve aan incidentele gasten zoals ik bieden ze dus kortdurend onderdak aan migranten die uit detentie komen. Ook verblijft er een vrouw uit Ethiopië, die aan de grens asiel vroeg en na twee jaar erkend is; terwijl ze wacht op overkomst van haar familie kan ze hier blijven wonen. Tijdelijke
14
bewoonster is Ella, die stage loopt bij BorderLinks. De kwestie van het beëindigen van iemands verblijf speelt hier geen rol. Rachel coördineert het Restoration Project, dat zich inzet voor migranten in detentie. Op de website van het huis, www.restorationproject340.wordpress.com staat het zo: “We work with faithbased groups and people of conscience to build a network of mutual support with those being detained and who have been released. Together, we are restoring our human community. Together we are weaving a sustainable lifeline of hope, solidarity, and tangible support through letters, visits, and by offering hospitality in our homes to men, women, and youth just released from detention.” Organisaties die lijken op VluchtelingenWerk en die werken in de detentiecentra in zuid-Arizona leveren namen van gedetineerde migranten, die graag bezoek willen. Rachel werft en traint vrijwilligers om eerst per brief contact te leggen en om vervolgens regelmatig te gaan bezoeken. Het Restoration Project is een van de organisatoren van de maandelijkse wake tegen detentie bij een commercieel detentiecentrum in het dorp Florence, dat berucht is om mishandeling van migranten door personeel; de organisatoren willen dat de immigratiedienst het contract met dit commerciële gevangenisbedrijf CCA opzegt. - Tot het project behoort ook het bezoek op weekdagen aan het Greyhound busstation, om geklinkerde migranten hulp te bieden. Als ik met vrijwilliger Hector, die ook bij Casa Maria actief is en die werkers in de thuiszorg probeert te organiseren in een vakbond, naar het busstation rij, hebben we tassen bij ons met flessen water en eten, plus een mobiele telefoon. De manager van Greyhound verwacht ons en meldt dat alle gedropte migranten een ticket hadden om verder te reizen. Des te beter voor ze! - Wordt binnen het project ook nagedacht over en gepleit voor alternatieven voor detentie? Rachel weet van experimenten met electronische enkelbanden, maar dat is meer iets voor lobbyisten in Washington, het ligt ver buiten bereik van een regionaal project als dit. Ook bezinning op een ander migratiebeleid ligt buiten de aandachtsfeer. Het project is wel lid van een landelijke organisatie, zie www.detentionwatchnet work.org. Carol geeft me een artikel dat ze ook op hun website hebben gezet (onder 14 september 2011). ‘A Decade of Detention: the Post 9/11 Immigrant Dragnet’ beschrijft het amerikaanse beleid van detentie van migranten in kort bestek; zie http://samarmagazine.org/archive/articles/376 John vraagt me mee te gaan naar de Quaker-meeting op zondagmorgen. We fietsen door het stille centrum naar een fraai groot huis. Buiten onder de bomen staan stoelen in een kring en langzaam groeit de groep tot zo’n vijftig, jong en oud. We zitten een uur zwijgend; de focus op ons innerlijk licht ofwel ‘dat van God dat in ieder van ons is’ valt me eerst niet mee maar leidt toch tot een ervaring van gezamenlijke concentratie. Na de stilte spreken enkelen. Een man die min of meer als voorzitter optreedt vertelt over zijn bezoek aan de viering van dertig jaar Sanctuary Movement bij de Southside Presbyterian Church in het zuiden van Tucson. Op 24 maart 1982 verklaarde ds. John Fife deze kerk tot een ‘sanctuary,’ een heilige plek die asiel biedt aan vluchtelingen. In korte tijd volgden 500 lokale kerken in het hele land dit voorbeeld. In de jaren ’80 boden zij kerkasiel aan vluchtelingen uit Centraal-Amerika, die terreur van hun overheid en burgeroorlog ontvluchtten. Zij werden in de VS
15
niet hartelijk ontvangen, omdat de regering juist die overheden steunde en hun politie en militairen trainde [dit gebeurt nog steeds in de School of the Americas in de staat Georgia, waartegen al decennia geprotesteerd wordt]. Zie http://en.wikipedia.org/wiki/Sanctuary_movement Sinds de jaren ‘90 vormt niet zozeer politieke als wel economische oppressie het motief voor immigranten. En de Southside Presbyterian kerk blijft hen steunen. Opmerkelijk is dat ze op hun website openlijk vragen om werk aan te bieden voor dagloners, die op de parkeerplaats bij de kerk verzamelen, waarbij onduidelijk blijft of ze (on)gedocumenteerd zijn. Zie www.southsidepresbyterian.org/Day_Labor_Prog am.html Na afloop van de Quaker-bijeenkomst vraag ik de man die erover vertelde hoe dat zit; hij zegt dat het natuurlijk ook gaat om ongedocumenteerden, en dat die oproep eigenlijk illegaal is, maar dat de politie er niets aan doet: soms doet de politie invallen bij grote bedrijven, maar deze kerk laten ze met rust. In de hoogtijdagen van de Sanctuary beweging liet de politie het ook liever over aan de FBI, die wel tot vervolging overging maar later op hoger niveau alsnog ongelijk kreeg. Anderen vertellen kort over een conferentie of hun vrijwilligerswerk of een belevenis tijdens een demonstratie; zowel verslagen van wat onlangs gebeurde als herinneringen aan langer geleden plus oproepen voor aanstaande activiteiten: het gonst van maatschappelijke betrokkenheid. Daarna gaan we naar binnen en na de koffie vertelt Terry over haar spiritual journey - een lezing in een reeks, zoals de leden die houden. Van rooms-katholiek werd zij nature worshipper, via wicca en een unitarian groep kwam ze reizend door India bij het boeddhisme en vindt daarin overeenkomsten met de Quakers. - Na afloop spreek ik nog met iemand die werkt bij de groep Humane Borders, die in overleg met de autoriteiten grote watertanks in de woestijn plaatst; een andere werkwijze dan de groepen die waterflessen neerzetten, zonder overleg met overheden: er is ruimte voor alle initiatieven, want er is zoveel werk te doen. Vanaf zijn twaalfde jaar ging hij al vaak mee de woestijn in naar Mexico met Quaker-voorman en mede-oprichter van de Sanctuary movement Jim Corbett, om te vertalen. Hij introduceert me bij een man, wiens vrouw Miriam Davidson een biografie schreef over Corbett, en ook anderen halen herinneringen op aan hun geestelijk leider, die in 2001 overleed maar duidelijk voortleeft in deze Quaker-groep. Voorafgaand aan de wekelijkse huisvergadering in Casa Mariposa hebben we ‘morning prayer’: stilte, gebed, bijbellezing en voorbeden. De lezing is uit Jesaja 40, in het engels en in het spaans, vanwege een vrouw uit Equador, die gisteravond aankwam. Zij woont in New York, kan wegens huiselijk geweld niet bij haar man blijven, heeft voor zichzelf asiel aangevraagd en moet haar zaak in Tucson bepleiten. – Rond het middaguur komt ze blij terug van de rechtbank, met haar advocate, om te vertellen dat ze mag blijven – waarna ze direct doorgaat naar het vliegveld om terug te gaan naar New York. Rachel noemt dit succes een grote uitzondering en ze is vol lof over de advocate, die er serieus werk van gemaakt heeft, wat lang niet alle pro deo advocaten doen. In de vergadering komt o.a. een verzoek ter sprake van huisvriend Gabriel, student aan de University of Arizona in Tucson. Hij is joods en chicano (= mexicaans) tegelijk en ziet dan ook overeenkomsten in de afscheiding tussen de VS en Mexico en de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden. Hij is actief bij een groep met website http://tucsonfreegaza.org. Hij vraagt Mariposa om gezamenlijk fondsen te werven voor het Youth Bail Fund voor jonge Palestijnen die zonder proces worden opgesloten. Maar Mariposa werft al langer giften om een gedetineerde migrant vrij te kopen: Marco is inmiddels een vriend geworden, die ze kennen via het Restoration Project; hij zit al zes jaar in migrantendetentie, is diverse malen overgeplaatst, telkens in ‘sensory deprivation’ ofwel in betonnen ruimten zonder daglicht [wat niet ongewoon is in amerikaanse gevangenissen, maar het is wel een extra straf, ook
16
toegepast op ter dood veroordeelden]. Om hem vrij te kopen is $ 10.000 nodig; ze hebben de helft bijeen en denken ook alvast na over zijn mogelijke toekomst, bijv. bij hun in huis; lastig is dat hij waarschijnlijk niet zal mogen werken en dus geen inkomen zal hebben. Voor besteding van een grote donatie komen ideeën op zoals taalles nemen om echt goed spaans te leren, en aanschaf van een videocamera om interviews op te nemen met migranten over ervaringen in detentie. Rachel vertelt dat er niet zoiets is als een ‘meldpunt vreemdelingendetentie’. Je kunt klachten indienen bij een afdeling van het ministerie van Homeland Security, waar je dus nooit meer iets van hoort. Ze rapporteren wel klachten bij dat instituut, om later via de Freedom of Information Act te kunnen aantonen dat de overheid ervan op de hoogte is. In de komende week is er een protest tegen een bestuurslid van de universiteit, voormalig senator DeConcini, omdat hij ook bestuurslid is van CCA, het grote commerciële gevangenisbedrijf. CCA beheert o.a. de detentiecentra voor migranten in Eloy en Florence. Dit protest wordt al langer gevoerd door de Corazón de Tucson, een groep migrantenvrouwen van wie de mannen gedetineerd waren. Hun eerste doelwit was de grote bank WellsFargo, die belegt in bedrijven als CCA, en die in Phoenix zelfs kantoorruimte beschikbaar stelde aan de beruchte sheriff Arpaio. Inmiddels hebben migrantenorganisaties een coalitie gevormd, zie www.fuerzatucson.wordpress.com Een belangrijk onderwerp is de zoektocht naar een ander huis. Hun huurcontract loopt binnenkort na 3 jaar af. Nu betalen ze $ 1.800 per maand voor dit pand met 7 slaapkamers. De eigenaar wil verkopen, en hoewel het huis als gewone woning ong. 180.000 waard is, mogen huizen in deze buurt ook per kamer verhuurd worden, zoals de Roadrunner hostel (die zes stapelbedden in een kamer zet), en daardoor is de koopprijs veel hoger. Drie ton kan de groep niet opbrengen, dus zoeken ze een ander adres. Dat zal wel verder uit het centrum zijn, mogelijk meer in de buurt van Casa Maria. En wanneer kan de nieuwsbrief weer uitkomen? Als de groep het eens is over het thema, als duidelijk is welke artikelen erin moeten, en als die geschreven zijn. Vanwege ieders drukke agenda valt het niet mee om vaste tijden aan te houden; de nieuwsbrief verschijnt onregelmatig. De relatie met hun achterban en naar mensen buiten die kring verloopt via facebook, de emaillijst en de website. Aan het eind van de huisvergadering vertelt John dat hij van plan is op Goede Vrijdag een protestactie te doen bij de federale rechtbank. Daar worden dagelijks groepen ongedocumenteerde migranten berecht, nadat ze opgepakt zijn in het grensgebied; dit heet ‘Operation Streamline’. Hij zou graag met een vriend willen protesteren in de rechtszaal zelf. De anderen vragen hem om dat niet te doen, om vrije toegang tot de publieke tribune niet in gevaar te brengen. Hij vertelt dat het personeel erg streng is. Toen een studente begon te huilen omdat ze iemand herkende van bezoek aan de grensstad Nogales kreeg de groep te horen dat zij moest ophouden of dat de hele groep moest vertrekken. John vergelijkt het met het huilen op de via dolorosa. Deze fabrieksmatige procesvoering noemt hij dan ook ‘the modern day passion of Jesus’. Carol en Kate willen op diezelfde dag met kerkelijke groepen een kruisweg lopen en ook een tijd stil staan bij de rechtbank – maar zonder arrestatie te riskeren, zoals John en z’n vriend Bob. Ze stemmen hun tijdstippen op elkaar af; in elk geval zal John aan Jack en Felice Cohen-Joppa van de Nuclear Resister vragen om hem en Bob op te halen van het politiebureau, voor het geval ze opgepakt worden. John is al vaak gearresteerd, in oktober 2011 nog bij een protest tegen oorlogvoering met drones (onbemande vliegtuigjes met camera’s en raketten) bij de ingang van wapenfabrikant Raytheon in Tucson.
17
Operation Streamline ’s Middags loop ik naar de federale rechtbank, vlak naast het Greyhound busstation, om een zitting van Operation Streamline bij te wonen. Momenteel worden dit soort groepsprocessen gevoerd in vijf steden dicht bij de grens. Het betreft een juridische procedure, ingevoerd in 2005, om elke illegale grensoverschrijding te vervolgen als een strafbaar feit waar gevangenisstraf op staat. Voorheen konden officieren van justitie bij een eerste aanhouding wegens illegaal verblijf nog coulant zijn, maar nu moet elke ongedocumenteerde eerst in detentie om via deze ‘gestroomlijnde’ rechtszittingen gevonnist te worden. Op dit lopende bandwerk is veel kritiek geuit: omdat de procedure binnen een dag wordt afgerond, hebben de toegewezen advocaten, die vele cliënten tegelijk begeleiden, geen tijd om zaken goed voor te bereiden. Kans op asiel, opschorting van deportatie of kans op een visum kan vrijwel niet ter sprake komen. Het ministerie van Homeland Security heeft verklaard dat deze procedure bedoeld is als ‘preventie door afschrikking’. Volgens critici is het veeleer ‘dood door afschrikking’, want terwijl het migranten niet afschrikt om te komen en de strategie dus niet effectief is, leidt het wel tot meer riskante routes van migratie, met meer doden tot gevolg; sinds 2005 liep het aantal doden op van 52 per 100.000 opgepakte illegale migranten naar 118 in 2010. Een gevolg is ook dat de circulaire migratie enorm is afgenomen. Decennia lang trokken mexicaanse seizoensarbeiders naar de VS om de oogsten binnen te halen en daarna terug te gaan. Sinds de strictere grensbewaking en de zwaardere straffen op illegaal verblijf is die terugkeer niet meer aantrekkelijk, waardoor velen ongedocumenteerd in de VS verblijven – ong. 5 tot 6 miljoen, de helft van het totale aantal ongedocumenteerden in het land. Een andere consequentie is de groei van aantallen mensen in detentie, waarvan vooral de commerciële gevangenis-industrie profiteert, terwijl de controle op humanitaire behandeling in deze detentiecentra ver onder de maat blijft. De publieke tribune bestaat uit zes banken links achter in de rechtszaal. Rechts zitten mannen, acht per bank, ieder met een ketting om z’n middel, waaraan de handboeien vastzitten. Hun enkels zijn ook geketend met een halve meter ketting ertussen, zodat ze kunnen lopen maar niet rennen. Een rij van zes vrouwen is op dezelfde wijze geketend. In totaal zitten er 65 mensen. Terwijl we wachten op de rechter legt een advocaat aan mij uit dat deze migranten vannacht al om 1 uur uit hun cel in Florence gehaald zijn en voorbereid op de reis naar Tucson, erg vroeg zodat ze nu moe zijn. Velen zien er ook moe uit; sommigen dragen duidelijk versleten kleren. Allen zijn in de afgelopen week opgepakt wegens illegale grensoverschrijding. De advocaat kan in feite niet meer voor hen doen dan ’s morgens de procedure uitleggen en helpen om de formulieren voor een ‘schuldig’-verklaring in te vullen. Ze hebben officieel wel recht op een proces, maar zijn daarin praktisch kansloos; dan dreigen zwaardere aanklachten en mogelijk jarenlange gevangenisstraf, dus adviseert de advocaat standaard om er van af te zien. De vrouwelijke rechter geeft uitleg over de procedure en roept hen dan per rij naar voren, om zich op te stellen bij acht microfoons. Hun advocaten gaan achter hen staan, en ze krijgen draadloze koptelefoons aangereikt om de vertaling in het spaans te kunnen volgen. De rechter stelt iedereen apart dezelfde reeks vragen. – Begrijp je de aanklachten tegen je en wat de maximum straf is? Begrijp je dat je recht hebt op een proces? Geef je dat recht op en verklaar je je ‘schuldig’? Van welk land ben je staatsburger? De meesten zeggen Mexico, sommigen Guatemala, Honduras. Klopt het dat je op (een bepaalde datum) zuid-Arizona binnenkwam vanuit Mexico? De data variëren van 23 maart tot 1 april, dat was gisteren. Kwam je langs een officiële grensovergang? Antwoord: nee. Verklaar je je schuldig of onschuldig aan illegale inreis? Allen verklaren zich ‘guilty’ of ‘culpable’.
18
De eerste twee groepen waren niet eerder in de VS en krijgen ‘time served’ en zullen de volgende dag al worden gedeporteerd naar hun land van herkomst. De volgende groepen krijgen celstraffen, variërend tussen 30 en 180 dagen. Ook dit gaat heel snel, aan de lopende band stelt de rechter de vragen en velt direct vonnis, dat duidelijk al is voorbereid en waar ze geen enkele toelichting bij geeft. De advocaat legt uit dat die celstraffen afhangen van eerdere aanhoudingen in de VS en zwaarder zijn naarmate iemand al vaker illegaal is aangetroffen. Op de publieke tribune zit ik met zes anderen, ‘to observe Streamline’. Een bejaard echtpaar zit vooraan. Telkens wanneer een groepje gevonnist is worden ze voor de publieke tribune langs door een zijdeur naar buiten geleid. De man en vrouw maken naar ieder een gebaar door de handen voor zich tegen elkaar te houden en vriendelijk te glimlachen: velen zien dat en beantwoorden hun glimlach. Een blik van verstandhouding, meer kan het niet zijn, toch van groot belang als blijk van solidariteit, erkenning van medemenselijkheid. Ineens besef ik wat het hier betekent om ‘witness’ te zijn, getuige te zijn van een dehumaniserende procedure en dan toch even zo’n menselijk contact te maken. Het is confronterend, boosmakend en ontroerend tegelijk. Het is bizar om deze mensen zo zwaar geketend te zien, alsof ze gevaarlijke misdadigers zijn. Terwijl ze het land in komen om te gaan sloven voor een laag loon, staan ze hier geketend zoals vroeger de slaven op de markt – en wordt hen zelfs elke economische waarde als ‘cheap labor’ ontzegd. Als er nog vier over zijn, drie mannen en een vrouw, verlaat de rechter de zaal; de meeste advocaten vertrekken. De vier moeten alvast voor een microfoon gaan staan en we wachten lange tijd; de bewakers van de grenspolitie kijken verveeld. Tenslotte komt een mannelijke rechter en rondt de procedure af. Buiten de rechtszaal vertelt het echtpaar dat ze wonen in de noordelijke staat Washington en hier de winter doorbrengen. Ze wilden graag bij de Samaritans helpen om water in de woestijn te plaatsen, maar het klauteren door canyons bleek fysiek te zwaar. Nu komen ze elke maandag en vrijdag naar de rechtbank, om de migranten morele ondersteuning te geven door vooraf oogcontact te zoeken en bij wegleiding te glimlachen met een gebaar van respect. – Wat bijzonder om zo te overwinteren! Al even speciaal als de tachtigjarige Donna en haar man, die al dertig jaar vanuit Minneapolis in het noorden tijdens de winter in Tucson verblijven en dan meehelpen bij Casa Maria. Het wordt tijd om afscheid van Casa Mariposa te nemen. Tijdens de maaltijd ’s avonds – op de foto zit John links, Rachel rechts - is Carolina erbij, die zojuist is vrijgelaten na twee jaar in de migrantengevangenis in Eloy. Nu kan ze weer contact zoeken met familieleden. Het valt me op hoe vriendelijk en aandachtig Rachel met haar praat, ze is voluit present voor Carolina. Rachel spreekt prima spaans, heeft een warme uitstraling naar de gasten, is rustig en tegelijk heel betrokken. In een interview van 12 minuten uit 2010, toen ze voor BorderLinks groepen naar de grens begeleidde, legt ze uit waar het aan de grens om gaat. Zie http://vimeo.com/11855604 Daarin verwoordt ze een belangrijk inzicht over de relatie tussen migratiebeleid en economische politiek: “De muur aan de grens werd niet gebouwd in 2001, maar al in 1994 toen het vrijhandelsverdrag NAFTA getekend werd. Door export van gesubsidieerd graan naar Mexico raakten daar vele boeren hun bron van inkomsten kwijt en zagen
19
geen andere optie dan naar de VS te gaan, waar ze vervolgens geëxploiteerd worden als arbeiders voor het laagste loon. Elke discussie over hervorming van het immigratiebeleid die voorbijgaat aan NAFTA slaat de plank mis.” Op Goede Vrijdag - terwijl ik in Austin, Texas ben - lopen Carol en Kate met een groep de kruisweg, beginnend bij de federale rechtbank, waar ze een Streamline-zitting bijwonen. Daarna via de Greyhound naar de Maria-kapel om kaarsen te branden voor de migranten, en eindigend in hun Episcopal kerk. Zie http://restorationproject340.wordpress.com/2012/04/16/good-friday-at-operationstreamline/ Diezelfde dag houden John en r-k priester Bob Carney een wake bij de ingang van het gerechtsgebouw, met een bord ‘Streamline is the contemporary Passion of Jesus’. In hun verklaring wijzen ze op de armoede waaraan migranten ontvluchten, in hoop op een waardig leven en hereniging met gezinsleden. Terwijl ze zich met hen solidair willen tonen en oproepen om Streamline en de deportaties te beëindigen, erkennen ze ook hun verwantschap met degenen die Streamline uitvoeren, ‘in onze naam, maar zonder onze goedkeuring’. Wanneer ze de opdracht krijgen om weg te gaan, stapt father Bob opzij, terwijl John zich laat arresteren. De zoektocht naar een ander huis gaat door en begin december wordt het nieuwe huis ingewijd. Daarbij wordt de ‘gedenkplaats voor de verloren levens in de woestijn’ op het tafeltje in de hoek weer ingericht en wil de groep zich opnieuw verbinden aan haar inzet voor vrede en gerechtigheid. Bijzondere mensen! Mocht ik Tucson nog eens bezoeken, dan in elk geval Casa Mariposa. Het is duidelijk dat een week te kort is om ‘border-issues’ in Tucson te verkennen. Sommigen wijzen me de straat waar je de bus kunt nemen naar de grensstad Nogales, ruim een uur rijden, vanwaar je makkelijk verder kunt lopen naar zusterstad Nogales, Mexico. Daar zou ik bijv. het door Jezuieten opgezette Kino Initiative kunnen bezoeken, dat in beide steden actief is; het biedt eerste opvang aan gedeporteerde migranten, organiseert rondleidingen in de regio en nodigt onderzoekers en journalisten uit om zich te verdiepen in het thema migratie, om zo landelijke bewustwording te stimuleren. Zie www.kinoborderinitiative.org/programs/ Met No More Deaths of de Samaritans kan ik meegaan om waterflessen langs routes in de woestijn te plaatsen. En de universiteit heeft diverse afdelingen die zich bezighouden met migratie. Maar de tijd is te kort en m’n focus ligt elders, nl. bij leefgemeenschappen die gastvrijheid bieden aan migranten. =============
El Paso – Texas Vanuit de bus ziet het landschap buiten Tucson er heuvelachtig uit, met kale bergen op de achtergrond; het laagland heeft pollen droog gras, zandvlaktes, kleine struikjes, cactussen en palmboompjes die ver van elkaar staan. Watergeulen staan droog. Het zou hier niet moeilijk zijn om te lopen, maar je bent goed zichtbaar en moet zelf je water meebrengen, terwijl rond de middag de schaduwen heel kort zijn – en het is nog maar begin april. In New Mexico staan borden langs de weg die waarschuwen voor mogelijke stofstormen op de komende 10 mijl: ‘Zero visibility possible. Take extreme caution.’ Daarna wordt het groener, velden vol bloemen, wijngaarden langs de weg. We passeren boerderijen met honderden zwartwitte koeien op donkere grond, met groene weiden in de verte. Gratis zon in overvloed, maar geen zonnepanelen te zien.
20
De grensstad El Paso is qua inwoners vergelijkbaar met Amsterdam. Aan de overkant van de Rio Grande ligt Ciudad Juarez met tweemaal zoveel inwoners. De steden vullen samen de vallei waar de rivier door stroomt. Als je langs de noordwestelijke berghelling fietst over de Scenic Drive, krijg je een wijds uitzicht over het stedelijk gebied met aan de overkant de berghellingen waar Juarez langzaam tegenaan omhoog groeit.
In El Paso logeer ik bij Annunciation House. Dit huis in het centrum van de stad biedt opvang aan migranten en werkt aan bewustwording bij het amerikaanse publiek door reizen in het grensgebied te organiseren. Zie www.annunciationhouse.org. In 1978 begon hier een leefgemeenschap van jonge katholieken die wilden samenleven met de armsten, die nergens anders terecht konden: ‘helpen waar geen helper is’. Sindsdien hebben ze gastvrijheid geboden aan politieke vluchtelingen en duizenden andere ongedocumenteerde migranten, die vanuit Mexico de grens oversteken. De groep koos voor een eenvoudige levensstijl, om in navolging van Jezus solidair te zijn met de armen. Inkomsten zijn geheel afkomstig uit donaties. Inmiddels boden ze onderdak aan 90.000 gasten, afkomstig uit 40 landen. In het grote vervallen pand, dat naar verluidt een eeuw geleden werd gebouwd als medische kliniek, wonen ruim vijftig migranten en zeven vrijwilligers die het huis runnen. Van de oorspronkelijke leefgemeenschap is er nog een over, Ruben Garcia, die nu directeur is en elders in de stad woont. Hij is vaak te vinden in het kantoor, gevestigd in een huis in de volgende straat. Verderop in het centrum is het tweede opvanghuis, Casa Vides, voor langdurig verblijf van vrouwen met kinderen die asiel hebben aangevraagd en van ‘social security-widows’ uit Mexico, die twee maanden per jaar in de VS moeten wonen om de uitkering te blijven ontvangen. De vrijwilligers in het grote huis zijn meest Amerikanen, twintigers, die hier enige tijd wonen en werken. Een van hen is een duitse vrouw, die eerder in Mexico werkte en nu haar ervaring verdiept op het raakvlak van Noord en Zuid, eerste en derde wereld. Wie een jaar blijft ontvangt $ 500,- als ‘reisgeld’. Lang niet iedereen woont er zo lang; binnen een jaar is meestal de hele groep gewisseld. Een enkeling blijft een paar jaar. Duidelijk is ook dat zij geen beleid maken; ze komen in een setting waarin op grond van jarenlange ervaring bepaalde regels gegroeid zijn, en zij proberen die zo goed mogelijk toe te passen, met empathie voor de individuele gasten. Hebben zij iets gezamenlijks dat teamvorming bevordert? Op weekdagen komen ze ‘s morgens van 8.15 tot 9 uur bijeen in een kamer voor reflectie, die telkens door een van hen wordt voorbereid. Zo bekijken we ‘Walls of Shame’ (video in twee delen op youtube, uit een reeks over omstreden grensafscheidingen) over migranten, grensbewaking en hulpverlening. Daarin wijst migratie-deskundige Judith Gans op de paradox van het beleid: er staan tegelijk borden ‘Keep out’ en ‘Help wanted’. Terwijl er veel vraag is naar ongeschoolde arbeidskrachten in de VS is het voor werkzoekenden vanuit Mexico bijna onmogelijk om legaal binnen te komen. En wie al illegaal in de VS woont, zou terug moeten naar Mexico om een verblijfsvergunning aan te vragen, die vrijwel zeker niet verleend zal worden.
21
De vrijwilligers vertellen dan ook dat de meesten die zij opvangen asielzoekers zijn, die zich presenteren aan de grensovergang bij de bruggen over de Rio Grande. De meesten komen uit Mexico, en hun kans op asiel is 1,7 % - dus vrijwel nihil. Velen melden dat zij het brute geweld van drugsbendes ontvluchten, maar dat geldt in de VS niet als grond voor asiel. Hoe dan ook willen zij graag in de procedure komen, omdat je dan een werkvergunning kunt aanvragen en geld kunt gaan sturen naar familie. Ook al leidt de procedure tot afwijzing, het kan wel drie jaar duren en dan komt men alsnog voor de keuze om terug te gaan of illegaal in het land te blijven. Het huis ontvangt ook gasten uit andere Latijns-Amerikaanse landen, maar ook uit Afrikaanse landen zoals Nigeria en Ghana en vanuit Korea, China, Vietnam. Die vliegen naar Mexico en melden zich bij de bruggen in El Paso. Wie zich alleen meldt, wordt door de immigratiedienst in detentie geplaatst, maar gezinnen meestal niet. Terzijde: asielzoekerscentra zijn hier niet; de overheid biedt geen onderdak of levensonderhoud, daarvoor zijn asielzoekers in eerste instantie afhankelijk van particuliere hulporganisaties. Bij Annunciation House komen ze op verzoek van een hulporganisatie, soms via de grenspolitie zelf, of direct aan de deur. Het huis biedt onderdak in slaapzalen met stapelbedden; mannen en vrouwen slapen gescheiden. De gasten koken volgens een rooster voor het hele huis en allen eten samen in een zaal. De vrijwilligers helpen hen juridische hulp te vinden, medische zorg en onderwijs voor de kinderen. Vrijwilligster Kat vertelt dat ze alleen informatie mogen geven, ze mogen niet gaan bellen naar instanties om te bemiddelen. Dan zouden ze doen alsof ze maatschappelijk werkers zijn en dat is zonder diploma’s niet toegestaan; best frustrerend. Soms zou ze graag adviseren om de wachttijd van de praktisch kansloze asielprocedure over te slaan en direct ergens ‘undocumented’ te gaan wonen en werken, en maar te zien hoe lang dat goed gaat. Maar ieder wil toch eerst de legale weg proberen, in de hoop op ‘het lot uit de loterij’. Als met onmisbare hulp van een advocaat de formulieren zijn ingevuld, krijgen de gasten de aanmoediging om te vertrekken. De meesten wonen er enkele weken of maanden, en gaan dan naar familie of vrienden, om plek te maken voor anderen. Degene die er nu het langst woont, is er sinds een jaar. Langstwonend in Casa Vides is een asielgezin dat er nu twee jaar verblijft. Soms mag een gast niet meer in huis komen: als hij een coyote (reisleider) of drugsdealer blijkt te zijn. Miguel spreekt een beetje engels, genoeg om te vertellen dat hij graag een keer naar Amsterdam wil komen, om eens rond te kijken in coffeeshops en op de Wallen - zoveel weet hij er wel van. Hij heeft vandaag een wandeling gemaakt met zijn vader, die amerikaans staatsburger is en makkelijk de grens over kan gaan. Pa is 76, hij werkte zijn hele leven in de goud- en zilvermijnen van Chihuahua en woont bij de familie in Juarez. Miguel had een baan op een kantoor in Juarez, waar hij exportpapieren klaarmaakte, maar had reden om te vluchten en vroeg asiel in de VS; hij zegt iets over drugsgeweld, maar daarna zijn mijn spaans en zijn engels te gering om er dieper op in te gaan. Naast opvang probeert Annunciation House meer mensen bekend te maken met de problematiek van grens en migratie. De Border Awareness Experience is al twintig jaar een programma van reizen door het grensgebied in beide landen, een ‘onderdompelingservaring’ waar studenten en groepen kerkleden uit het hele land aan meedoen. De kernactiviteit van BorderLinks in Tucson lijkt een kopie hiervan. Uit email-contact vooraf wist ik dat het alleen voor groepen is, niet voor alleenreizenden, en dat er toch al geen groepsreis gepland was in de dagen van mijn bezoek. Elk jaar, eind april organiseert het huis activiteiten onder de titel ‘Voice of the Voiceless’, met de bedoeling aandacht te genereren voor de migratie-problematiek. Onderdelen zijn o.m. een forum met migranten en bekende sprekers, toekenning van een Voice of the Voiceless-prijs aan iemand die
22
zich verdienstelijk heeft gemaakt, en oproepen – via website en nieuwsbrief – om in eigen kring de thematiek te belichten en om politici aan te schrijven, met concrete suggesties. Ter vergroting van de eigen deskundigheid is er in het kantoor een kleine bibliotheek ingericht. Om recente publicaties te verwerven heeft men een lijst van gewenste boeken opgesteld en aan donateurs gevraagd om een bepaald boek te ‘sponsoren’. Dat is een groot succes: tientallen actuele boeken zijn aanwezig. Ik krijg ruim gelegenheid om erin rond te kijken, titels te noteren en enkele hoofdstukken te kopiëren. Anders dan in Tucson zie ik hier veel onderzoeken over drugs: smokkel, geweld, het leven in drugsbendes, hoe coyotes zowel migranten als drugs de grens over smokkelen. Dit drugsgeweld leidt in Juarez tot duizenden doden per jaar, terwijl El Paso tot de veiligste steden van de VS behoort. De bendes vechten om marktaandeel in de drugshandel over de grens en ontzien niets en niemand om hun exportbelangen veilig te stellen. Bij de jaarlijkse herdenking van de doden aan de grens, onderdeel van de Voice of the Voiceless-activiteiten, gaat het dan ook vooral om slachtoffers van drugsgerelateerd geweld, onder wie ook vele migranten die tegen wil en dank in deze strijd betrokken raken. – De vrijwilligers vertellen dat ze ook deelnemen aan de Allerzielen-mis op 2 november, die de bisschoppen van beide grenssteden sinds 1998 samen opdragen, waarbij aan beide zijden van het grenshek een altaar staat. Samen vormen die de ene tafel van de eucharistie, symbool voor de eenheid van het lichaam van Christus. Ook herinneren ze zich hoe father Roy Bourgeois en een collega van SOA Watch in februari werden gearresteerd, nadat ze bij een demonstratie bij het hek erover waren gegaan en terugkwamen: een illegale grensoverschrijding. In 2008 ontving priester Bourgeois de Voice of the Voiceless-prijs, vanwege zijn niet aflatende inzet voor migranten. Hij is oprichter van de School of the Americas Watch, die sinds 1990 de sluiting eist van dit trainingscentrum in de staat Georgia, waar politie en militairen uit Latijns-Amerika leren hoe ze hun bevolking effectief kunnen terroriseren en in armoede onderdrukt houden – wat aanleiding vormt om te vluchten naar de VS, die de grens gesloten houdt. Zie www.soawatch.org Bourgeois is onlangs uit zijn orde van Maryknoll-priesters gezet vanwege z’n steunbetuiging aan vrouwelijke priesters. De plek waar dat hek staat is te ver van het centrum. Lopend naar de grensovergangen kom ik niet bij de Rio Grande: tussen de Cesar Chavez highway en de oever ligt een spooremplacement met hekken ervoor. Juarez blijft ver weg. Volgens de vrijwilligers staat de rivier hier droog, omdat die hogerop wordt afgedamd voor irrigatie van landbouwgrond. De beide bruggen zijn helemaal overkapt, de ingangen goed beveiligd met veel hekwerk met scheermesdraad. Een bezoek aan de overkant wordt me afgeraden, niet eens zozeer vanwege het risico van geweld, als wel om de wachttijd van zeker vier uur als ik weer terug wil: als niet-amerikaan zou ik moeten aansluiten in de rij van Mexicanen en anderen, die uitvoerig gecontroleerd worden. Zoveel tijd heb ik niet hier, liever klop ik aan bij
Sin Fronteras, vlakbij de bruggen. Dit ‘centrum voor landarbeiders in de grensstreek’ is een stichting die sinds 1983 hulp biedt aan migranten, seizoensarbeiders en arme buurtbewoners. Daartoe bieden ze voedselhulp en kleding, veilig onderdak, engelse les, bemiddeling naar werk, inburgeringscursus, recreatie en culturele bijeenkomsten. Een kleine kliniek en
23
een cafetaria zijn dagelijks open. Het centrum is tegelijk een belangrijke afhaalplek voor werkgevers in de landbouw rond El Paso, die dagloners zoeken. Ze komen al om 2 uur ’s nachts om werkzoekenden op te pikken, rijden hen in bussen naar ‘plantations’ in de wijde omgeving, zodat ze om 4 of 5 uur op het land kunnen beginnen, en brengen hen ’s avonds terug. Een vrijwilliger, tevens bestuurslid, laat me de tuinen zien die ze op het terrein aanleggen en vertelt dat ze op een stuk grond buiten de stad een veel grotere biologische moestuin verzorgen. Daarmee willen ze een alternatief tonen voor de grootschalige landbouw, waarin arbeiders onder slechte omstandigheden een karig loon verdienen. De 20.000 landarbeiders die ten noorden van El Paso werken, verdienen gemiddeld bijna $ 6.000,- per jaar en blijven daarmee onder de armoedegrens. De invoering van vrijhandelsverdrag NAFTA in 1994 heeft geleid tot verslechtering van de arbeidsomstandigheden. En hoewel er een uitkering bestaat voor arbeidsongeschiktheid bij ziekte of ongevallen, zijn landarbeiders daarvan uitgesloten. Annunciation House rekent zich niet tot de Catholic Worker beweging, maar de inspiratiebronnen en de werkwijze zijn verwant. In het huis is een muur versierd met foto’s van allerlei mensen die hier gewoond hebben. Er tussen hangen citaten uit Leviticus 19 en Mattheüs 25 over het welkom heten en liefhebben van de vreemdeling. Natuurlijk hangt er een portret van bisschop Romero. Op een grote muurschildering in de eetzaal van Casa Vides staan zijn woorden: ”Als ik sterf, zal ik weer opstaan in mijn volk.” De visie van het huis, op de website, stelt dat samenleven met ongedocumenteerde migranten het onmogelijk maakt hen te zien als ‘aliens’ of ‘illegals’, zoals de grenspolitie en de immigratiedienst hen noemen. De gasten zijn geen statistieken uit verre landen, maar vertegenwoordigen Jezus zelf in de verontrustende gedaante van de ‘minste onder ons’. “The undocumented are the heart and soul of the work of Annunciation House.” Hier klinken ook de woorden van Elie Wiesel: “There is no such thing as an illegal human being!” Daarom zullen de vrijwilligers zeggen: “Bienvenidos! Mi casa es su casa.” De ongedocumenteerden ontvluchten het geweld van de globalisering dat zichtbaar wordt in schrijnende armoede, werkloosheid, lage lonen en honger. Ze ontvluchten het geïnstitutionaliseerde geweld van overheden die degenen onderdrukken die opkomen voor alfabetisering, betere banen en betere gezondheidszorg. Ze komen zonder koffers, met alleen de kleren die ze aanhebben. Niet wetend hoe onwelkom ze zijn, hoeveel deuren voor hen gesloten zijn. Niettemin zijn zij nog de gelukkigen: de allerarmsten kunnen niet ontsnappen aan de sloppenwijken. De ongedocumenteerden zijn het nieuwe uitverkoren volk van God, ze roepen ons op tot begrip en compassie, om onze harten en huizen te openen, en te beseffen dat we allen één zijn in het lichaam van Christus. Zij vragen ons om de herbergiers te zijn die ‘ja’ zeggen tegen Maria en Jose wanneer die ’s avonds aankloppen. Ze doen ons kritisch kijken naar de kloof tussen arm en rijk, waardoor we de collectieve maatschappelijke zonde van structureel onrecht verwerpen. En hoewel zij komen uit landen waar Christus nog steeds dagelijks gekruisigd wordt, brengen deze dakloze migranten ons ook het goede nieuws van de opstanding. Zij tonen ons dat de laatste woorden niet dood en wanhoop zijn, maar hoop en leven. In deze visie is vanuit religieuze motieven en economische inzichten heel helder dat mensen die armoede ontvluchten het verdienen om hartelijk verwelkomd te worden. ‘Armoede is onrecht’ – dat is een notie die vrijwel ontbreekt in het nederlandse asiel- & migratiedebat. Terwijl Fort Europa en Afrika worden gescheiden door een wijde zee, kun je hier vanuit de eerste wereld direct de derde wereld binnenstappen. Voor bewoners van de rijke wereld is de armoede bij de buren meteen zichtbaar en niet te negeren.
24
Na een paar dagen stap ik ’s avonds weer op de bus. Op het terrein van Greyhound rijden drie agenten van de grenspolitie op mountainbikes. Na anderhalf uur rijden, een eind van de grens, stoppen we bij een station van de grenspolitie. Honden zoeken naar drugs in de bagage, paspoorten worden gecontroleerd. De meeste passagiers zijn latino, enkelen zwart, ik de enige blanke. Een jonge zwarte man loopt moeilijk met een stok. Een gehandicapte latino man die door een vrouw in de bus geholpen wordt, wankelt ’s nachts met haar hulp stapvoets naar het toilet achterin. Wat erg dat zij zich geen makkelijker vervoer kunnen permitteren! De bus heet dan ook het vervoer voor de armen. Ik besef enorm bevoorrecht te zijn. ’s Ochtends vroeg zit ik in het busstation in San Antonio te wachten op de overstap naar Austin. Op de televisie meldt CNN de top-vijf van landen waar de mensen het gelukkigst zijn: Canada, Nederland, Noorwegen, Finland en Denemarken; klinkt aannemelijk. De Catholic Worker groep in San Antonio heb ik uit m’n reisplan gelaten: ze richten zich niet specifiek op migranten. Ze lijken op een vergelijkbare manier georganiseerd te zijn als Annunciation House: onder leiding van een coördinator wordt de opvang en soupkitchen gerund door inwonende vrijwilligers, die zich vnl. via de Brethren Volunteer Service melden voor een maatschappelijk jaar. Zie www.sacatholicworker.org ============
Austin – Texas De hoofdstad van Texas heeft wat meer inwoners dan Amsterdam en heeft in het centrum de typerende skyline vol torenflats. In Tucson raadde Carol Bradsen van Casa Mariposa me sterk aan om na Annunciation House ook Casa Marianella te bezoeken, eveneens een opvanghuis voor migranten en qua visie verwant met de Catholic Worker beweging. Het ligt in een eenvoudige buurt ten zuiden van het centrum, allemaal huizen in bungalow-stijl.
Casa Marianella bestaat uit drie huizen bij elkaar, waar immigranten tijdelijk onderdak krijgen. Er is plek voor 35 mannen en vrouwen, die slapen in stapelbedden waarmee diverse kamers volgezet zijn. Eén van de huizen dient als vergaderplek en lesruimte voor engels en ‘basic rights’, terwijl er ook een behandelkamer is van een acupuncturist en een kinesiologe. Een vierde huis, Posada Esperanza, staat elders in de buurt en biedt een veilige plek voor 5 latina vrouwen en hun kinderen die huiselijk geweld ontvluchten. Zie www.casamarianella.org Het is begonnen in 1986 en genoemd naar een vrouw die in 1983 in El Salvador vermoord werd omdat zij opkwam voor de mensenrechten. Directeur Jennifer Long nodigt me meteen uit om ’s middags de kruisweg mee te lopen. Het is Goede Vrijdag en een groep latijnsamerikanen heeft zich verzameld om een route door de buurt te wandelen. Twee mannen hebben zich verkleed als romeinse soldaten en doen hun best om het de jongeman die Jezus speelt zwaar te maken, terwijl vrouwen hen aanmoedigen, waarmee zij het paasverhaal tot leven brengen. Hier en daar staan we stil, lezen een bijbelpassage met reflectie en gebed, wisselend in spaans en engels, en zingen liederen onder begeleiding van gitaren en tamboerijn. Jennifer vertelt dat lang niet alle
25
gasten meedoen, omdat velen aan het werk zijn – gelukkig maar. Ook de vrijwilligers die het huis runnen zijn afwezig: de meesten zijn niet kerkelijk, zelfs niet religieus geïnteresseerd – net als in Annunciation House. De huizen onderhouden goede contacten: Austin ligt ver van de grens, daarom gaan nieuwe vrijwilligers op bezoek in El Paso, om aan en over de grens te praten met allerlei betrokkenen. Ook andere grensplaatsen bezoeken ze, o.a. om te luisteren naar arbeiders die vakbonden proberen op te zetten in de ‘maquiladores’, amerikaanse fabrieken in mexicaanse vrijhandelszones langs de grens. Een vrijwilliger zegt daarover: “Als je drie dagen met mensen in het grensgebied praat, krijg je helder zicht op de onmiskenbare verwevenheid tussen ons leven in de VS, ons economisch beleid en de effecten daarvan op het inkomen en de rechten van de arbeiders daar.” Anders dan in Annunciation House wonen de vrijwilligers die samen de staf vormen, niet in het huis. Ze vormen dus niet een leefgemeenschap die gastvrijheid biedt, veeleer is Marianella een opvanghuis, waarvan de stafleden elders wonen en volgens rooster aanwezig zijn. Als ik Moira help in de keuken, vertelt ze dat ze psychologie studeert aan de universiteit van Austin, en ook na haar praktijkstage blijft komen. Vrijwilligers die zich ertoe verbinden om het huis te runnen ontvangen een vergoeding waarmee ze ergens in de stad een kamer kunnen huren en vervoer kunnen betalen; het blijft onder het minimumloon. Moira moet er ook niet aan denken om ‘on site’ te wonen, zoals de staf van Annunciation House. Zij en haar collega’s zijn ieder mentor voor enkele ‘cliënten’; wekelijks overleggen ze in een teamvergadering. Eén huis is gereserveerd voor migranten die niet uit Latijns-Amerika komen: asielzoekers uit Ethiopië, Eritrea, Nepal, en andere landen. Een Eritrese man vertelt dat hij van Saoedi-Arabië naar Mexico vloog, met een probleemloze overstap op Schiphol, ze vonden zijn visum goed genoeg. In Mexico reisde hij naar de grens en vroeg asiel in de VS. Mensen als hij, die volgens juridisch deskundigen een redelijke kans op asiel maken, krijgen hier onderdak en blijven een maand of drie. Ze moeten zich maandelijks melden bij hun ‘deportation officer’. Dat lijkt een vreemde naam: zodra iemand een asielverzoek indient, wordt de uitzettingsprocedure gestart, want een verblijfsvergunning is mogelijk maar ligt niet voor de hand. Contactpersoon bij de immigratiedienst tijdens de procedure is dan ook de uitzettingsambtenaar. De gasten die vanuit latijns-amerikaanse landen komen verblijven maar enkele weken tot een maand in Marianella. Ze maken vrijwel geen kans op asiel, en worden aangemoedigd om zo snel mogelijk elders in de stad onderdak en werk te zoeken. De meesten komen precies daarvoor, zijn heel ‘proactive’ en kondigen uit zichzelf hun vertrek aan, met veel dank voor de eerste opvang. Een enkeling durft de sprong toch niet aan en onderneemt weinig. Jennifer noemt een vrouw die er al een half jaar is: ze helpt haar een kamer te zoeken, en zal niet gauw iemand op straat zetten. Voorheen bleven latino gasten ook wel langer dan enkele weken, maar sinds het huis een aanzienlijk deel van het budget krijgt van de gemeente Austin, uit de pot voor daklozenopvang, moeten ze een flinke ‘turnover’ laten zien: het verloop is nu ong. 200 personen per jaar. Na vertrek zijn sommigen succesvol in werk, met of zonder verblijfsvergunning, en die komen terug om een kamer te verhuren of klussen te melden. Ook anderen bellen met aanbod van baantjes en kamers. Wekelijks wordt dit aanbod op een
26
papier opgehangen in de hal, en ook ongedocumenteerde buurtbewoners maken daar graag gebruik van. Soms brengt de politie groepjes migranten, die ze bevrijd hebben uit handen van coyotes die tegelijk drugsdealers zijn. Die hebben de migranten de grens overgebracht en vervolgens gevangen gehouden om telefonisch losgeld te eisen van hun families. Tijdens zulke gesprekken worden de ontvoerden geslagen om de eisen kracht bij te zetten. Zulke migranten verdwijnen meestal de volgende dag uit Marianella, bang voor de politie en voor de hulpverlening, niet wetend wie ze kunnen vertrouwen. Jennifer nodigt me uit bij haar thuis te logeren. Na tien minuten rijden, waarbij we tot mijn genoegen een rivier met stromend water passeren, komen we in een andere buurt met grote oude huizen. Eind jaren zeventig woonde ze bij de Catholic Worker in Los Angeles; ze ontmoette Walter Long, die zich als advocaat inspande voor politieke vluchtelingen uit Latijns-Amerika. Sinds hun huwelijk en verhuizing naar Austin zet zij zich in voor praktische hulp aan mensen die geweld en armoede ontvluchten. Ze houdt contact met Catholic Workers. Zo heeft ze nu een jonge vrouw te logeren, Rosie, dochter van Ellen Grady en de in 2009 overleden Peter DeMott, vredesactivisten in Ithaca, New York. Rosie toont me op youtube video’s over het werk van vredesactiviste Kathy Kelly, van Voices for Creative Nonviolence, waarbij ook Ellen in beeld komt evenals Art Laffin, die ik later bij de Catholic Worker in Washington DC zal ontmoeten. Walter is als Quaker sterk gemotiveerd om maatschappelijk onrecht aan te pakken. Na lange tijd als asieladvocaat verdedigt hij nu mensen die ter dood veroordeeld zijn. Hij studeert er nu psychologie bij om beter inzicht te krijgen in de trauma’s bij familieleden. Wachten op executie kan vele jaren duren, kinderen groeien op met een vader in de cel, gezinnen worden zelf als crimineel beschouwd door hun omgeving. Met anderen begon hij een project aan de universiteit van Austin, waarbij ze interviews houden met familieleden, advocaten, rechters en gevangenispersoneel. De video’s daarvan zetten ze op hun website www.texasafterviolence.org Door betrokkenen hun verhaal te laten vertellen en die verhalen te presenteren willen ze een meer humane context geven aan de vaak ongenuanceerde discussies over geweld en doodstraf. ’s Avonds ga ik mee naar een vriendengroep, die al dertig jaar bij elkaar komt, naar voorbeeld van de Sojourners in Washington DC. Een van hen is Jim Crosby, franciscaan en docent, die vertelt over zijn werk aan een reeks interviews met mensen die ‘gebed en verzet’ combineren. Hij heeft o.a. gesproken met vredesactivisten als jezuiet John Dear, en Jim en Shelley Douglass. De interviews moeten op een website verschijnen. Jennifer vindt de ‘comprehensive immigration reform’, zoals de r-k bisschoppen propageren, een term die meer suggereert dan het inhoudt; die plannen zijn niet ‘alomvattend’ en beslist niet radicaal. Rechtse mensen redeneren: illegale migranten breken de wet, dus moeten ze uitgezet worden; wie wil immigreren, moet een verzoek indienen en gewoon aansluiten in de rij. “But there IS no line!” De eisen zijn zo zwaar dat de meeste migranten geen enkele kans maken op een verblijfsvergunning. Sommigen bepleiten een ‘amnesty’ ofwel een soort ‘generaal pardon’ voor de 11 miljoen ongedocumenteerden in de VS. Dat deed nota bene president Reagan in de jaren tachtig, maar nu is ‘amnesty’ in politieke kringen een taboe-woord. Tegenover deze houding moeten ‘liberals’ een goed verhaal hebben, en dat is lastig. Jennifer maakt een vergelijking met Occupy. In Austin is het tentenkamp na een half jaar ontruimd omdat de gemeente vond dat er zich teveel daklozen bij aansloten. Maar terwijl liberals weinig weerwoord leverden op de Tea Party, of te complexe verhalen brachten, kwam
27
Occupy met het concept van de 1 vs. 99 %, en die 99 %: ‘dat ben jij!’ Dat heeft veel mensen de ogen geopend en in beweging gebracht. Zo’n kernachtig en krachtig concept zou ook nodig zijn voor het thema immigratie. Walter en Jennifer brengen me naar de Greyhound, en ik neem afscheid van een bijzonder stel: beiden sterk betrokken bij de bedreigde levens van hun gasten en cliënten, en dat al vele jaren, met grote inzet. ==============
Andere groepen Het ligt voor de hand om een bezoek te brengen aan Casa Juan Diego, het Catholic Worker huis in Houston. In 1980 begonnen Mark en Louise Zwick een opvanghuis voor politieke vluchtelingen uit centraal-amerikaanse landen, vandaag runnen ze tien huizen ‘to serve immigrants and refugees, uprooted by the realities of the global economy’. Zie www.cjd.org Over hun werk publiceerden ze in 2010 het boek ‘Mercy without borders. The Catholic Worker and immigration’. Mijn emails bleven onbeantwoord en van anderen begreep ik dat de Zwicks nauwelijks tijd kunnen maken voor bezoekers, terwijl het in hun organisatie niet mogelijk is om er een paar dagen te logeren of te komen meehelpen als vrijwilliger. Dus reis ik verder, via New Orleans naar Atlanta. In de bus en op straat zijn veel minder latino’s te zien, veel meer mensen die blank of zwart zijn. De focus van deze reis ligt bij leefgemeenschappen die gastvrijheid bieden aan migranten. Daarom had ik vooraf contact gezocht met Catholic Worker groepen in St. Louis, Chicago, Akron en Washington DC. Doordat m’n verblijf in Atlanta veel langer duurde dan gepland, bleef er geen tijd voor bezoek aan Chicago en Akron. Voor de groepen in beide andere steden is opvang van migranten wel een deel van hun activiteiten, maar staat het niet centraal. Om dit reisverslag rond gastvrijheid en migranten af te ronden, volgen hier nog enkele notities die daar mee te maken hebben. Bij de Open Door Community in Atlanta in de zuidelijke staat Georgia gaat het om gastvrijheid voor daklozen, voornamelijk zwart en blank. Thema’s zijn hier armoede, racisme en de doodstraf. Zie www.opendoorcommunity.org Voorafgaand aan de soupkitchen lezen we met alle huisgenoten de beroemde brief van Martin Luther King, die hij in april 1963 schreef vanuit de cel in Birmingham, Alabama. Daarin reageert hij op een open brief van blanke kerkleiders die vinden dat de ‘negroes’ niet zoveel haast moeten maken met de strijd tegen rassenscheiding. Opgemerkt wordt dat die kerkleiders dezelfde denklijn volgen als degenen die vandaag tegen migranten zeggen dat ze netjes in de rij op hun beurt moeten wachten, in plaats van de wet te overtreden door illegaal binnen te komen. Zo’n rij bestaat niet! Of als degenen die zeggen dat migranten moeten wachten tot de derde wereld meer ontwikkeld raakt – terwijl de westerse wereld die ontwikkeling enerzijds wel steunt, maar anderzijds tegelijk op veel grotere schaal tegenwerkt. Ik vertel kort over de acties van ‘Vluchtelingen op Straat’ en de krachtige toespraak van dr. Helen Hintjens, die betoogde dat ongedocumenteerden ervaren dat rassenscheiding en apartheid nog springlevend zijn in Nederland en Europa. De daklozen die in huis worden opgenomen mogen blijven zolang ze willen, tenzij ze onhoudbaar gedrag vertonen. De kerngroep hanteert geen evaluatie-termijnen: ‘Dat zou ik voor mezelf ook niet
28
willen,’ zegt Ed Loring, ‘zolang we het met elkaar uithouden, wonen we bij elkaar.’ Zo past hij de Gulden Regel toe, die Jezus gegeven heeft: Behandel anderen zoals u zelf behandeld wilt worden. Voor de gasten is het huis een rustplek, om hun leven weer op orde te krijgen en nieuwe plannen te maken; sommige vertrekken vanzelf, andere blijven en gaan volop meedoen in de leefgemeenschap. Op de boerderij van de Open Door, een eind buiten de stad, komen vrienden op bezoek van de leefgemeenschap Jubilee. Deze groep bewoont een groot terrein elders in Georgia; daar bieden zij eerste opvang aan uitgenodigde vluchtelingen uit allerlei landen. Die worden in vluchtelingenkampen geselecteerd door de amerikaanse tak van het International Rescue Committee, en op diverse plaatsen in de VS ondergebracht. Later verneem ik dat ook in Tucson zo’n opvangcentrum is, waar vooral veel Eritreërs verblijven. Jubilee verzorgt onderdak en cursussen engels en inburgering in theorie en praktijk. Na twee maanden verhuizen de gasten naar Atlanta, waar zij onder begeleiding van een diaconale organisatie woonruimte krijgen, de kinderen naar school gaan en de volwassenen werk gaan zoeken. Zie www.jubilee-partners.org Dit betreft dus een andere groep dan degenen die asiel vragen en/of ongedocumenteerd zijn of worden. Deze mensen worden door de amerikaanse overheid als erkende vluchtelingen uitgenodigd. Ook Nederland laat jaarlijks enkele honderden vluchtelingen op deze wijze overkomen. Bij de beschrijving van de groep in en rond Carl Kabat House in St. Louis vermeldt de lijst op www.catholicworker.org dat zij onderdak bieden aan spaanstalige daklozen en dat hun focus ligt bij immigranten. Hun tijdschrift bood in 2009 een themanummer over ‘Immigration: Loving our neighbors as ourselves’ Zie www.karenhousecw.org/Immigration2009.htm Als ik er kom, wonen er inderdaad enkele latino mannen in het huis: twee Cubanen maken wel kans op een verblijfsvergunning, de man uit Mexico waarschijnlijk niet. Dit laatste geldt ook voor de vrouw uit Oost-Europa; zij spreekt nauwelijks engels, heeft psychische problemen en sliep enkele jaren in een stadspark. Deze huisgenoten mogen blijven zolang ze willen, want ‘gastvrijheid en samen delen vormen het hart van ons visioen van een betere wereld voor alle mensen.’ De huidige vaste bewoners zijn minder met immigratie bezig dan voorheen: naast hun part-time banen worden ze opgeslokt door andere kwesties, waaronder renovatie van verkrotte huizen, meehelpen in Karen House, urban farming, Food not Bombs, Occupy e.a. Ze proberen duurzaam te leven, in eenvoud en door te delen met wie niets hebben. Met veel liefde en humor maken ze zichtbaar dat een andere wereld mogelijk is. Het themanummer is beslist lezenswaard, evenals andere nummers van hun tijdschrift.
Dorothy Day House in Washington DC biedt al dertig jaar gastvrijheid aan dakloze vrouwen en kinderen, met name migranten, uit LatijnsAmerika en ook andere delen van de wereld. Sommigen zijn ongedocumenteerd, anderen hebben een tijdelijke verblijfsvergunning, van
29
weer anderen weet de kerngroep het niet, en dat maakt hun ook niet uit. De vijf vrouwen en hun kinderen kunnen blij-ven zolang ze willen - immers, zeggen kerngroepleden, we willen hen behandelen zoals we zelf graag behandeld willen worden, als we in hun schoenen zouden staan: ook zij hanteren de Gulden Regel. Ook mèt een verblijfsvergunning is goedkope woonruimte in de hoofdstad vreselijk moeilijk te vinden. Sinds anderhalf jaar is geen van de gasten vertrokken, een vrouw woont er met haar zoontje al zeven jaar. De aanwezigheid van migranten in het huis houdt de kerngroep alert op de gevolgen van het amerikaanse politieke en economische beleid. In respons daarop voeren zij dan ook voortdurend geweldloze acties o.m. door wakes bij het Witte Huis en het Pentagon. Alle kerngroepleden zijn al meermalen gearresteerd, enkelen zaten gevangen vanwege Ploegschaar-acties. Vaak wordt zelfs de kapel nog gevuld met matrassen voor activisten die vanuit het hele land komen logeren om te protesteren tegen oorlog en te getuigen voor vrede. Zie ook www.dccatholicworker.wordpress.com Voormalig kerngroeplid Paul Magno woont nu met zijn dochter en incidentele gasten een straat verderop en werkt bij de organisatie Witness for Peace. Zie www.witnessforpeace.org Deze groep begon in 1983 delegaties amerikaanse burgers te sturen naar Nicaragua, terwijl de Reagan-regering het geweld van de contra’s steunde. Daarmee bouwden ze een organisatie die ter plaatse feiten verzamelt, ze in de VS in de publiciteit brengt en tegelijk een stevige grassroots-beweging in de VS heeft gecreëerd. Doel is: vrede, gerechtigheid en duurzame economieën stimuleren in heel Amerika, door middel van veranderingen in het beleid van de VS en in de handelwijze van grote bedrijven die nu nog leiden tot armoede en onderdrukking in Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied. Ze wijzen nadrukkelijk de vrijhandelsverdragen zoals NAFTA aan als oorzaak voor migratie, omdat kleine boeren hun inkomsten verliezen en de lonen in de maquiladores vaak onder het bestaansminimum blijven. Daarom promoten zij alternatieve wetgeving over handelsverdragen, met uitgewerkte details, alsook een reeks principes voor ‘immigration reform’. Daartoe behoren o.a.: Beleid dat prioriteit geeft aan mensenrechten, werknemersrechten, en toegang tot gezondheidszorg, ongeacht verblijfsstatus. Beleid dat geweldloosheid hooghoudt en jonge immigranten niet dwingt om in het leger te dienen om zo een verblijfsvergunning te verkrijgen. – Hiermee wijken ze af van vele andere groepen die de DREAM-act ondersteunen. Het instellen van duidelijke en niet-discriminerende procedures naar burgerschap, verblijfsrecht en transnationale mobiliteit. Beëindiging van de nauwe samenwerking tussen politie en immigratiedienst, opdat de politie weer betrouwbaar kan zijn voor immigranten. Intrekken van wetgeving, zoals SB1070 in Arizona, die discriminatie op taal of huidskleur bevordert (racial profiling). Een verbod aan commerciële gevangenisbedrijven om te assisteren bij het formuleren van antiimmigranten-wetten en te lobbyen voor strafwetgeving. Zie hiervoor het ‘Statement on Immigration Policy’ op de website. Het is een moeizaam proces om verandering te bewerkstelligen. De alternatieve wet over handelsverdragen, de TRADE-act, is in Huis en Senaat besproken, maar (nog) niet aangenomen.
30
In New York ben ik op 1 mei bij manifestaties van Occupy Wall Street – ook daar aandacht voor het anti-migrantenbeleid. Oproepen om een eind te maken aan detentie en deportatie. ‘Equal rights for all workers. Stop the raids and deportations.’ Zie ook www.may1.info
========
========
Tenslotte Zijn de vragen waarmee ik op pad ging beantwoord? Gedeeltelijk, en de context bleek anders dan ik vermoedde. Daar valt nog veel op te studeren. Ik heb bijzondere groepen bezocht en kennisgemaakt met inspirerende mensen. Zij leven de werken van barmhartigheid in hun dagelijks bestaan, en daarmee bieden ze tegenwicht aan de amerikaanse politiek, economie en cultuur die het recht van de sterkste verheerlijken. Zij laten zien dat een andere wereld mogelijk is, met compassie en de Bergrede als leidraad. Het grensgebied is voor Amerikanen makkelijk te betreden, zodat voor wie dat wil de verschrikkingen en het onrecht goed zichtbaar zijn. De Middellandse zee is voor bewoners van Fort Europa moeilijker te overzien, waardoor de tragiek meer op afstand blijft en praktische hulpverlening veel minder makkelijk te organiseren is. De ‘No Border’-actiekampen en de vaartocht van ‘Boats4People’ zijn pogingen om die afstand kleiner te maken. Water in de woestijn is vandaag nodig om levens te redden, en tegelijk gaat het om een andere politiek, meer menselijke wetten. Een duitse bezoeker aan Tucson zei dat wij in Europa te maken hebben met een woestijn aan wetsartikelen die erop gericht zijn om migranten uit arme landen op afstand te houden. Water brengen in deze woestijn is een onafgebroken strijd, met weinig succes en veel tegenslag. Ook bij ons is het voor mensen die geweld ontvluchten, moeilijk om asiel te krijgen; voor wie armoede ontvluchten in hoop op een beter bestaan is het praktisch onmogelijk om verblijfsrecht te krijgen, omdat de asielwetgeving daar niet in voorziet. In de VS hebben groepen die hulp bieden aan migranten een scherp oog ontwikkeld voor de economische en politieke mechanismen die de armen arm houden en hen doen vluchten om hun heil elders te zoeken. Deze groepen beseffen dat hun eigen regering en bedrijfsleven – ondanks de retoriek van het tegendeel – die mechanismen, zoals vrijhandelsverdrag NAFTA, in stand houden en uitbreiden. Ze benoemen armoede als structureel onrecht en daarom verbinden zij hun praktische hulp aan
31
migranten tegelijk aan politieke pleidooien om migranten te behandelen zoals je ook zelf behandeld wilt worden. Hoe staat het met de effecten van ons economisch en politiek beleid op de regio’s waar veel migranten vandaan komen die als asielzoeker kansloos zijn? Zouden de woorden van Rachel Winch niet evenzeer gelden voor onze context, in die zin dat elke discussie over hervorming van het immigratiebeleid die voorbijgaat aan de neo-liberale handelspolitiek van de Europese Unie de plank misslaat? Irene Kahn van Amnesty International heeft armoede benoemd als schending van mensenrechten (‘Een ongehoorde waarheid. Armoede en mensenrechten’). Waar regeringen en multinationals in gebreke blijven vindt zij het dan ook niet verbazingwekkend dat mensen elders op zoek gaan naar oplossingen. Thomas Pogge biedt in ‘World poverty and human rights’ een filosofische onderbouwing voor argumentatie rond armoede als onrecht. Het Transnational Institute, gevestigd in Amsterdam, doet kritisch onderzoek naar vrijhandelsverdragen die vanuit de Europese Unie worden ontworpen; zie www.tni.org Hierbij past ook het project ‘Africa in Motion’ van migrantenorganisaties; zie http://africainmotion.nl. Dit project krijgt steun van Oikos, dat ook Tax Justice promoot; zie www.taxjustice.nl - Terwijl velen onder de asielwetgeving geen kans maken op legaal verblijf, zijn nieuwe regelingen denkbaar waardoor zij hier wel kunnen wonen en werken. Eerder gedane suggesties voorzien in tijdelijke gastarbeiders-contracten. In ‘Principles of a free society’ beschrijft Nathanael Smith een origineel voorstel voor vrije migratie in de VS, met praktische uitwerking. Zie ook zijn website http://freethinker.typepad.com/the_free_thinker/freedom_of_migration/ Is zo’n idee te vertalen naar de Europese context? Inzet voor nieuwe kansen voor wie nu uitgesloten worden vraagt veel creativiteit, energie en taai uithoudingsvermogen, met het visioen voor ogen dat we ooit de facto èn de jure kunnen zeggen: ‘Geen mens is illegaal.’
Frans Zoer
december 2012 - Amsterdam
[email protected]
32
========== Voor wie meer wil lezen over migratie in Amerika volgen hier enkele suggesties: David Bacon – Illegal people. How globalization creates migration and criminalizes immigrants, 2008 Aviva Chomsky – “They take our jobs!” and 20 other myths about immigration, 2007 D. Kerwin en J. M. Gerschutz, eds. – And you welcomed me. Migration and Catholic social teaching, 2009 Philippe Legrain – Immigrants. Your country needs them, 2007 M. F. Marquardt e.a. – Living “illegal”. The human face of unauthorized immigration, 2011 Ched Myers en Matthew Colwell – Our God is undocumented. Biblical faith and immigrant justice, 2012 Immanuel Ness – Guest workers and resistance to U.S. corporate despotism, 2011 Jason L. Riley – Let them in. The case for open borders: six arguments against immigration and why they are wrong, 2008 M. Soerens en J. Hwang – Welcoming the stranger. Justice, compassion & truth in the immigration debate, 2009 T. G. Sterling – Illegal. Life and death in Arizona’s immigration war zone, 2010 M. W. Varsanyi, ed. – Taking local control. Immigration policy activism in U.S. cities and states, 2010 Mark en Louise Zwick – Mercy without borders. The Catholic Worker and immigration, 2010 Nathanael Smith – Principles of a free society, 2010 De amerikaanse situatie krijgt een bredere context in: Jeffrey Kaye – Moving millions. How coyote capitalism fuels global immigration, 2010 Een algemene introductie is: I. Goldin, G. Cameron, M. Balarajan – Exceptional people. Hoe migration shaped our world and will define our future, 2011. – Het laatste hoofdstuk behandelt ideeën over vrije migratie. Anderen die in hun slothoofdstuk argumenteren voor open grenzen zijn: J. Guskin en D. L. Wilson – The politics of immigration. Questions and answers, 2007 - en ook: T. J. Dunn – Blockading the border and human rights, 2009 ==========
33