Patiënteninformatie
Totaalruptuur U bent bevallen in het ziekenhuis of thuis en u heeft daarbij een zogenoemde ‘totaalruptuur’ opgelopen
Inhoudsopgave Pagina Wat is een totaal ruptuur? 4 De bekkenbodem 5 De inwendige kringspier 5 De uitwendige kringspier 5 Klachten na een totaalruptuur 6 Behandeling van een totaal ruptuur 6 Medicijnen, die ontlasting zacht maken 7 Bulkvormers 7 Vochtbinders 7 Wat kunt u zelf doen voor een goed herstel? 7 Hechtingen 7 Oefenen van de bekkenbodemspieren 8 Oefening 1: Aanspannen en ontspannen 8 Oefening 2: ‘Knipogen’ 8 Oefening 3: Accent leggen 8 Doel: bewust worden van de voor- en achterkant van uw bekkenbodem 9 Voeding 9 Eet gezond, gevarieerd en vezelrijk 9 Drink voldoende 10 Zorg voor voldoende beweging 10 Gezond toiletgedrag 10 Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis? 10 Advies voor een volgende bevalling 10 Bij wie kunt u terecht als uw klachten niet vanzelf overgaan? 11 Wat doet een bekkenfysiotherapeut? 11 Tot slot 14
3
Totaalruptuur U bent bevallen in het ziekenhuis of thuis en u heeft daarbij een zogenoemde ‘totaalruptuur’ opgelopen. Deze folder geeft u informatie over wat een totaalruptuur is, welke behandelingen er mogelijk zijn en wat u zelf kunt doen om uw herstel te bevorderen.
Wat is een totaal ruptuur? Tijdens de bevalling moet de baby de bekkenbodem passeren. Deze spierlaag wordt daarbij fors opgerekt, waarbij er vaak sprake is van beschadiging van huid en slijmvliezen. Soms is deze schade tot ver in de spierlaag in de richting van de anus of zelfs door de anus heen. We spreken dan van een gedeeltelijke of een totaal ruptuur van de anale kringspieren. Direct operatief herstel is dan noodzakelijk. Bij deze operatie hechten we de spierscheur, waarna goed en volledig herstel weer mogelijk is. Risicofactoren voor een totaalruptuur zijn: hoog geboortegewicht van de baby, langdurig persen en kunstverlossingen (tang, vacuüm- pomp). NB: Een ‘knip’ kan een totaalruptuur niet voorkomen.
4
De bekkenbodem De bodem van het bekken bestaat uit steun- en spierweefsel. Deze spieren liggen in de bekken-uitgang, dus tussen het schaambeen, de zitbeenknobbels en het stuitje. Door deze spier lopen drie uitgangen: aan de achterkant de anus, tussenin de vagina en aan de voorkant de plasbuis. De bekken-bodemspier ondersteunt de bekkenorganen zoals blaas, vagina, baarmoeder en darmen. De anale kringspieren zijn een onderdeel van de bekkenbodem. De bekkenbodemspieren hebben meerdere functies: • ze ondersteunen de organen onder in de buik; • ze moeten goed kunnen aanspannen om urine, ontlasting en windjes tegen te houden; • ze moeten goed kunnen ontspannen om te kunnen plassen, ontlasten en vrijen. De anale kringspier is opgebouwd uit een inwendige en een uitwendige kringspier. De inwendige kringspier Deze inwendige kringspier is bijna voortdurend aangespannen. De inwendige kringspier zal zich pas ontspannen als de endeldarm zich vult met ontlasting. U kunt zelf geen invloed uitoefenen op de inwendige kringspier. U kunt deze dus niet bewust aanspannen of ontspannen. De uitwendige kringspier De uitwendige kringspier is normaal gesproken ontspannen. Als de endeldarm vol raakt met ontlasting en de inwendige sluitspier ontspant, spant de uitwendige sluitspier zich juist. U houdt uw ontlasting dan op. Als u naar het toilet gaat, ontspant u de uitwendige sluitspier, zodat de ontlasting naar buiten komt. 5
U heeft dus zelf wel invloed op de uitwendige sluitspier. U kunt deze bewust aanspannen (om ontlasting op te houden) of ontspannen (als u op het toilet zit). De uitwendige kringspier zorgt ervoor dat we de ontlasting op kunnen houden, totdat er een toilet in de buurt is.
Klachten na een totaalruptuur Na een totaalruptuur kunnen er klachten ontstaan. Deze klachten kunnen direct na de bevalling ontstaan, maar soms ook tot lang daarna. De meest gehoorde klachten na een totaal ruptuur zijn: • moeite met het ophouden van ontlasting; • ontlastingsverlies; • verlies van windjes; • gevoel van verzakking; • verlies van urine; • pijn bij het vrijen; • pijn in bekkenbodem bij langdurig staan en/ of zitten
Behandeling van een totaal ruptuur Operatief herstel van de kringspier is noodzakelijk. Bij deze operatie hechten we de spierscheur en is goed en volledig herstel weer mogelijk. We maken daarbij gebruik van oplosbare hechtingen. Vaak duurt het ongeveer zes weken voordat alle hechtingen zijn opgelost. De huid tussen uw vagina en anus kan onderhuids of door de huid heen worden gehecht. Hiervoor gebruiken we een dun draadje, zodat u zo min mogelijk pijn ervaart. Deze hechting lost sneller op, namelijk in ongeveer drie weken. Bij aanhoudende pijnklachten kunnen deze hechtingen door uw gynaecoloog of verloskundige na enkele dagen worden verwijderd. De hoeveelheid pijn is, die u ervaart, is afhankelijk van de uitgebreidheid van de totaalruptuur. Een diclofenac zetpil is zeer effectief in het verminderen van pijn in de eerste 24 uur na de bevalling. Als uw inwendige kringspier is gescheurd, dan mag u geen zetpil, maar moet u een tabletje slikken. Diclofenac wordt volledig door eiwitten gebonden en daarom is er nauwelijks uitscheiding in de moedermelk. U kunt dit middel dus veilig gebruiken bij borstvoeding. 6
Om te voorkomen dat u pijn krijgt tijdens de ontlasting, schrijft uw al uw gynaecoloog medicijnen voor voor thuis. Deze medicijnen maken uw ontlasting zachter. U moet zelf het recept bij uw apotheek ophalen. In het algemeen kan u de dag na de bevalling naar huis.
Medicijnen, die ontlasting zacht maken Bulkvormers Deze middelen hebben dezelfde eigenschappen als oplosbare voedingsvezels: ze nemen vocht op. Ze zorgen voor een soepele ontlasting en een goede darmwerking. Het is belangrijk dat u bij bulkvormers extra veel drinkt, omdat deze medicijnen averechts werken als ze niet voldoende vocht kunnen opnemen. Voorbeelden van bulkvormers zijn Metamucil® of Volcolon®. Bulkvormers bevatten vaak psylliumzaad/psylliumvezels en zemelen. Ze kunnen zonder problemen langdurig worden gebruikt, omdat ze de darm niet prikkelen. Bulkvormers kunt u oplossen in bijvoorbeeld water, yoghurt, of vruchtensap. Vochtbinders Deze middelen houden vocht vast in de darm, waardoor de ontlasting zachter wordt. Voorbeelden van deze vochtbinders zijn: anorganische zouten (magnesiumoxide, magnesiumhydroxide en magnesiumsulfaat) en macrogol (o.a. Movicolon®, Transipeg®, Forlax®).
Wat kunt u zelf doen voor een goed herstel? Hechtingen In- en uitwendige hechtingen zorgen vlak na de bevalling voor ongemak. Hieronder leest u wat u zelf kunt doen om uw herstel te bevorderen. • de eerste dagen na de bevalling hebben uw bekken en uw bekkenbodem rust nodig. Probeer veel te liggen, afgewisseld met kleine stukjes lopen en zitten. Sta niet te lang achter elkaar. Uw lichaam geeft aan wat u kunt; • spoelen met de douchekop of een kan lauw water tijdens het plassen kan het plassen makkelijker en minder pijnlijk maken;
7
• probeer de ontlasting vanzelf te laten komen door goed te ontspannen en pers eventueel voorzichtig mee. U krijgt medicatie om de ontlasting zachter te maken en de stoelgang makkelijker te laten verlopen; • tegen pijn en zwelling rond de hechtingen kan een ‘koude pakking’ helpen. Bijvoorbeeld een bevroren nat maandverband in een washandje; • u kunt het beste zitten op een stevige zitting, en zo ontspannen mogelijk. Bouw het zitten rustig op van kort naar steeds langer. Oefenen van de bekkenbodemspieren Uw bekkenbodemspieren kunt u gaan oefenen zodra u enig gevoel terugkrijgt. Door te doen alsof u uw plas ophoudt, een windje tegenhoudt of door uw vagina te ‘sluiten’ spant u de juiste spieren aan. Probeer dit rustig uit en bouw langzaam op. Onderstaande oefeningen zijn voor de eerste twee maanden na de bevalling. Oefening 1: Aanspannen en ontspannen U kunt beginnen met twee tellen aanspannen, viet tellen ontspannen. Herhaal dit enkele keren als u dit kunt. Als uw spieren moe worden, voelt u minder controle over het aanspannen en loslaten. U kunt dan beter stoppen en het een paar uur later nog eens proberen. Liggend is de oefening het makkelijkst, zittend iets moeilijker en staand het moeilijkst. Probeer goed door te ademen en blijf bewust ontspannen na elke aanspanning. Bij hoesten, niezen, tillen en dragen kunt u proberen uw bekkenbodemspieren in te schakelen Oefening 2: ‘Knipogen’ Als u enige controle voelt over uw bekkenbodemspieren, kunt u proberen ze snel aan te spannen en weer los te laten: u ‘knipoogt’ dan als het ware met uw bekkenbodemspieren. Oefening 3: Accent leggen Beginpositie: a. rechtop zittend op een kruk of een stoel; b. zitten met een bolle rug; c. zitten met een holle rug;
8
Doel: bewust worden van de voor- en achterkant van uw bekkenbodem Oefening: trek tijdens een uitademing rustig uw bekkenbodem in, alsof u uw kruis iets optilt van de ondergrond. Loslaten voordat de inademing start. Voel dat het accent in uitgangshouding… • bij positie a in het midden van de bekkenbodem ligt; • bij positie b meer rond de anus ligt; • en bij positie c meer aan de voorzijde bij de plasbuis ligt. a b c
Voeding Belangrijke punten waar u op kunt letten bij verstopping en diarree zijn voeding en leefstijl. Onderstaande tips en adviezen helpen u daarbij. Eet gezond, gevarieerd en vezelrijk Gebruik vezelrijke voeding. Vezels zorgen voor een soepele ontlasting, doordat veel vezels net als een spons vocht opnemen. Ook bij diarree is het belangrijk dat u vezels blijft eten. Deze zorgen er namelijk voor dat de ontlasting de juiste dikte krijgt. Daarnaast werken vezels stimulerend voor de darmbeweging. Vezels zitten voornamelijk in volkorenproducten, groenten en fruit. Een gezonde en gevarieerde voeding bevat alle voedingsstoffen die u dagelijks nodig heeft. De ‘Schijf van Vijf’ van het Voedingscentrum vormt de basis voor het samenstellen van een gezonde maaltijd. Neem dagelijks voedingsmiddelen uit alle vijf de groepen van de ‘Schijf van Vijf’. Dan weet u zeker dat u alle belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt. 9
Op www.vezeltest.nl kunt u testen of u dagelijks voldoende vezels eet. Drink voldoende Als u vezelrijke voeding gebruikt, is het verstandig om voldoende te drinken. Vezels hebben namelijk vocht nodig om goed te kunnen werken. Drink daarom dagelijks minstens anderhalf tot twee liter vocht. Zorg voor voldoende beweging Door regelmatig te bewegen wordt de darmbeweging gestimuleerd en kunt u verstopping voorkomen. Gezond toiletgedrag Ga direct naar het toilet gaan als u aandrang heeft. Door de ontlasting op te houden, wordt deze verder ingedikt. Hierdoor kan verstopping ontstaan. Neem rustig de tijd voor uw toiletgang.
Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis? We vragen u contact op te nemen met het ziekenhuis, T 088 753 51 20* wanneer u: • binnen 48 uur na de operatie geen ontlasting heeft gehad; • koorts heeft (temperatuur boven 38,5 °C); • pussige afscheiding heeft; • toename van pijn en/of zwelling heeft, die niet te controleren zijn met de maatregelen zoals u hierboven heeft kunnen lezen. (* zie voor overige telefoonnummers bij ‘Tot slot’).
Advies voor een volgende bevalling In het algemeen is de kans op een totaalruptuur tijdens een bevalling drie procent. De meeste mensen herstellen goed en volledig na de operatie. Zij hebben geen klachten. In het algemeen is het advies voor de volgende bevalling een normale vaginale bevalling. De kans dat u opnieuw een totaalruptuur krijgt, is verhoogd van drie naar vier procent. Er bestaat momenteel geen aanwijzing dat uw risico op ontlastingsverlies is verhoogd. Als het herstel niet volledig is, dan bespreekt uw gynaecoloog met u het advies voor uw volgende bevalling. 10
Dit gebeurt tijdens uw controle, enkele weken na uw bevalling.
Bij wie kunt u terecht als uw klachten niet vanzelf overgaan? Heeft u zes weken na de bevalling nog klachten, bespreek dit dan met uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Zij kunnen u eventueel verwijzen naar een bekkenfysiotherapeut. Wanneer uw klachten gespecialiseerde zorg nodig hebben, kunt u worden doorverwezen naar de chirurg of maag,darm- leverarts.
Wat doet een bekkenfysiotherapeut? Bij bekkenfysiotherapie worden de spieren van het bekkenbodem getraind onder begeleiding van een gespecialiseerde fysiotherapeut. De meest gehoorde klachten bij de bekkenfysiotherapeut zijn: • verlies van windjes, ontlasting en/of urine; • heftige drang voor ontlasting en/of urine; • gevoel van verzakking, een drukkend of zwaar gevoel in bekkenbodem, onderbuik en/of onderrug; • pijn in onderrug en/of bekken; • pijn bij het vrijen; • pijn in de bekkenbodem bij langdurig staan en/of zitten. Via oefeningen en voorlichting kunt u bij een bekkenfysiotherapeut weer leren controle te krijgen over uw bekkenbodemspieren. Bij bekkenfysiotherapie kan worden gebruikgemaakt van biofeedback. Bij biofeedbacktraining brengt de fysiotherapeut een sonde in de anus, die de elektrische impuls van de bekkenbodemspieren opvangt. Deze wordt omgezet in beeld op een beeldscherm. Uw fysiotherapeut en u kunnen zo de spierkracht zichtbaar maken en daarmee het effect van de oefeningen bekijken. Uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts kan u doorverwijzen naar een geregistreerde bekkenfysiotherapeut. Adressen zijn ook te vinden op www.debekkenfysiotherapeut.nl.
11
Ruimte voor aantekeningen
12
13
Tot slot Als u nog vragen heeft, dan kunt u, tijdens kantooruren, contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum, T 088 753 11 30, of met de polikliniek Fysiotherapie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum, T 088 753 14 50 Wanneer u behoefte heeft aan steun of informatie van lotgenoten: Stichting Bekkenbodem Patiënten Postbus 183 2950 AD Alblasserdam Website: http://www.bekkenbodem.net
© Tergooi 000690530 13012015
14
15
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp