Koninklijk Nederlands Watersport Verbond
Overkoepelende organisatie ten dienste van de watersport
Toelichting voorlopige begroting 2015, Algemene Vergadering, 22 november 2014 Prognose resultaat 2014 Geen meerjarenbeleidsplan kan worden uitgevoerd zonder een voldoende stevige financiële positie van het Watersportverbond. Zoals gebruikelijk wordt in de Najaarsvergadering een voorlopige begroting gepresenteerd. De definitieve begroting 2015 wordt aangeboden voor goedkeuring bij de Algemene Vergadering in mei 2015. Het is de verwachting dat het geprognosticeerde positieve resultaat van het jaar 2014 iets hoger uitvalt dan het begrote resultaat van het jaar 2014. Bovenop dit resultaat komt dan nog een bedrag van € 25.500,-, de afgesproken terugbetaling door de afdeling Topsport voor het jaar 2014 (opgenomen als last / reservering EV in de begroting 2014, pijler topsport). De optelsom van beide bedragen wordt toegevoegd aan het Eigen Vermogen van het Watersportverbond. De contributie wordt geïndexeerd conform de jaarlijkse inflatiefactor. Thans bedraagt de inflatiefactor 0,9 procent. Afgerond leidt dit tot de volgende aanpassing van de contributie in het verenigingsjaar 2015: Watersportverenigingen Kanoverenigingen Volwassenen
€ 19,70
Jeugd / Gezinslid € 9,85
€ 19,70 + € 3,00 € 9,85
In het integratiedocument met de Nederlandse Kanobond is opgenomen dat na 3 jaar de contributies gelijk worden getrokken met het Watersportverbond. De systematiek van het Watersportverbond vervangt hiermee dus de systematiek van de NKB. In de afgelopen jaren waren de kosten door van het magazine Kanosport versleuteld in de contributie van de volwassen kanoleden (gebaseerd op de systematiek van de NKB). In overleg met de commissie kanovaren is besloten om deze systematiek wel te handhaven. Dit betekent dat de kosten van het magazine Kanosport versleuteld wordt in / bovenop de reguliere contributie van de volwassen (kano)leden komt. De contributie van de persoonlijke leden wordt gelijkgeschakeld aan de contributie voor begunstigers en de afdracht aan de Stichting Ontwikkelingsfonds Kanosport wordt na het jaar 2014 beëindigd. Begrotingsinformatie De gepresenteerde informatie bestaat uit: 1. 2.
Begroting 2014; Dit is de vastgestelde begroting van de ALV van 12 mei 2014 Begroting 2015; Dit is de concept begroting van 2015, deels gebaseerd op de geprognosticeerde begroting van 2014 en deels gebaseerd op de expertise van de managers en directeur.
Ten opzichte van de begroting 2014 is er voor de begroting 2015 is er 8% gekort op de subsidies van NOC*NSF die we ontvangen voor Sportparticipatie en Algemeen functioneren sportbonden. Dit heeft direct te maken met de dalende inkomsten die de sport ontvangt vanuit het Lotto. Deze post staat bij Staf & Management en Sport & Recreatie onder de noemer subsidie baten. Het is aannemelijk dat de hoogte van deze subsidies in 2015 niet zullen wijzigen ten opzichte van de begroting in 2016. Voor Topsport echter is de korting op Maatwerkfinanciering Top 10 ‘slechts’ 2%, zie deelbegroting topsport. Structuur De systematiek van begroten is ten opzichte van de begroting 2014 ongewijzigd gebleven. De ondersteunende afdelingen, Staf & Management en Communicatie, Marketing & Sponsoring, zullen
dan ook net als voorgaand jaar volledig in baten en lasten worden doorbelast aan de verschillende primaire afdelingen. Doorbelasting Methodisch is de doorbelasting voor 2015 gelijk aan die van 2014. Bij de doorbelasting is uitgegaan van de strikte toedeling van de contributie van minimaal 80% aan recreatie en maximaal 20% aan sport. Van de 20% aan sport gaat 10% naar Topsport. Toelichting begroting 2015 Staf en Management • Voor de contributiebaten wordt uitgegaan van een ledenafname enerzijds en een indexatie 0,9% van de contributietarieven anderzijds. • Bijzondere baten is de Ecotaks, deze zijn voor 2015 ondergebracht bij Dienstverlening. • Subsidies van NOC*NSF worden met 8% gekort. Daarnaast is de subsidie voor Organisatie Ontwikkeling in 2014 afgerond. Communicatie, Marketing & Sponsoring • Inkomsten uit sponsoring is ook in 2015 afhankelijk van de evaluatie 2014, dit in verband met een prestatieclausule die in het contract is opgenomen. Dienstverlening • De baten van de wedstrijddocumenten (meetbrieven, startlicenties en bemanningslicenties) zijn op het gerealiseerde niveau van 2014 voor 2015 begroot. Belangenbehartiging & Infrastructuur • Personele lasten dalen in 2015 en 2016 in verband met het vertrek van 2 medewerkers. De Coördinator Belangenbehartiging & Infrastructuur stopt medio 2015 met werken en wordt vervangen. De Beleidsadviseur gaat, conform planning, in 2015 minder werken. Sport & Recreatie • Sportstimuleringsprojecten dalen in 2015 ten opzichte van 2014 i.v.m. de extra (gewestelijke) kanogelden welke in 2014 zijn ingezet. En niet meer inzetbaar zijn in 2015. • Kosten van Veilig Sportklimaat kosten zijn aanzienlijk lager in 2015 omdat het een afbouw subsidie betreft en daarmee ook de baten lager zijn. • Overige baten dalen door minder inzet voor de VAMEX. Topsport • Door minder inkomsten van NOC*NSF zijn de begroting en de topsportprogramma’s aangepast. Een niet sluitende begroting 2015 De Algemene Vergadering wordt verzocht om akkoord om eenmalig € 150.000,- extra uit te geven in 2015. Deze investering / kosten zijn niet gedekt door inkomsten en dient plaats te vinden in de periode 2015 en eventueel 2016, indien de bestedingen niet in 1 jaar te realiseren zijn. Deze middelen kunnen uitsluitend worden ingezet voor die aspecten die direct gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van een samenhangende klantenstrategie (kosten) en / of producten en dienstenpakket (investering) ten behoeve van watersportorganisaties en individuele watersporter. Een deel van deze besteding is dus activa is en een deel is kosten. De kosten worden geraamd op € 75.000,-. Daarmee wordt de investering ook geraamd op € 75.000,- met een afschrijvingsperiode van 5 jaar. Inleiding Het Watersportverbond heeft in de periode 2009 - 2012 het ledenaantal zien afnemen met ruim 13%. Verenigingen en watersporters vragen zich in steeds grotere mate af wat de toegevoegde waarde is van het lidmaatschap bij het Watersportverbond. De achterban en het kader vergrijzen, watersportverenigingen spelen onvoldoende in op de veranderende markt en behoefte van de jongere consument. De inkomsten lopen terug waardoor dienstverlening aan verenigingen en belangenbehartiging voor de watersport op termijn niet op voldoende niveau kan blijven. De watersport in Nederland is en blijft echter populair. Ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking van 18 jaar of ouder onderneemt
jaarlijks één of meer watersportactiviteiten. Dit komt neer op 2,6 miljoen Nederlanders die op jaarbasis gezamenlijk ruim 23,8 miljoen watersportactiviteiten ondernemen in Nederland (Bron: Hét Watersportonderzoek). Daarentegen wordt ruim de helft van de bij het Watersportverbond aangesloten verenigingen geconfronteerd met een dalend ledenaantal. De wereld om ons heen verandert dus. De consument wil toegevoegde waarde voor het lidmaatschap of in de klantrelatie. De betekenis van lidmaatschap en verenigingen is aan verandering onderhevig, het traditionele lidmaatschap staat onder druk. Naast het verbeteren van de dienstverlening aan verenigingen zal het Watersportverbond in 2015 ook het sport – en recreatieaanbod moderniseren, zie jaarplan 2015. Verder heeft het Watersportverbond in haar beleid er ook voor gekozen zich verder te richten op de brede doelgroep van watersporters, wel of niet via een vereniging verbonden. Een groep watersporters die juist op een andere ongebonden manier actief is in de watersport. Van uitsluitend een ledenorganisatie naar ook een klantgerichte organisatie met impact. Deze strategische keuze heeft de belangrijke consequentie dat het Watersportverbond fundamenteel zal moeten gaan werken vanuit de toegevoegde waarde voor de klant/eindgebruiker. Dit vereist een omslag in denken en een omslag in benadering van de markt met een ander portfolio van producten en diensten. Daarom wil het Watersportverbond een samenhangende strategie ontwikkelen, die richting moet gaan geven aan een integrale benadering van de markt met circa 1,5 miljoen watersporters in Nederland naast de ongeveer huidige 440 aangesloten met ongeveer 90.000 aangesloten watersporters. Deze strategie kan op heel veel dimensies invloed hebben, denk aan lidmaatschapsstructuur, productportfolio, communicatiestrategie en sponsoring. Centraal in deze strategie zal in ieder geval moeten staan de ontwikkeling van een soort ‘platform’, waarmee het Watersportverbond een relatie kan gaan opbouwen met de markt van 1,5 miljoen watersporters. Dit platform moet uiteindelijk ook leiden tot nieuwe verdienmodellen voor het Watersportverbond en haar verenigingen (mede gezien het licht van teruglopende inkomsten van contributie en subsidies, hetgeen de dienstverlening aan de verenigingen, de watersporters en vrijwilligers verder onder druk zet). Juist daarom is het van belang om te investeren in innovatieve en vraaggerichte ontwikkelingen die worden bepaald door de behoeften van verenigingen en watersporters, zonder dat dit ten koste gaat van de huidige dienstverlening. Het een kan niet zonder het ander en het niet investeren in ontwikkeling en innovatie is geen optie, temeer daar we streven naar meer marktaandeel, minder afhankelijkheid van subsidies en meer tevreden en loyale klanten. Aanpak Om dit te bewerkstelligen is het noodzakelijk om producten en diensten in de markt te zetten die voldoen aan de behoefte van deze organisaties en de individuele (recreatieve) watersporter. Voor de ontwikkeling van een samenhangende klantenstrategie en voor de ontwikkeling van een aantal producten en diensten is een extra investering noodzakelijk. In de ontwikkeling van een samenhangende klantenstrategie wordt antwoord gegeven op o.a. de volgende specifieke en exclusieve vragen: - Welke kansen en uitdagingen in de watersportmarkt voor de komende 4 jaar hebben de hoogste relevantie voor het Watersportverbond? -
Op welke klantsegmenten gaat het Watersportverbond zich focussen vanuit marktpotentie en onderscheidend vermogen Watersportverbond?
-
Wat zijn de kernredenen per segment om verbonden te willen zijn met het Watersportverbond?
-
Welke toegevoegde waarde / rol wil het Watersportverbond bieden in de focussegmenten?
-
Welke concrete producten en diensten kan/moet het Watersportverbond per segment bieden om de klant te gaan verleiden en binden?
-
met welke samenwerkingspartijen kunnen we invulling geven aan deze strategie?
-
Wat is het overkoepelende raamwerk/platform voor de klantbenadering, inclusief uitwerking van visie op bereiken, verleiden, binden en behouden?
-
Wat zijn de belangrijkste consequenties in kader van:
- lidmaatschapsstructuur sponsormodel
- productportfolio
- samenwerkingspartners - organisatie
Aan de ontwikkeling van een producten- en dienstenpakket voor watersportorganisaties en individuele watersporters valt bijvoorbeeld te denken aan: - Een Vaarapp -
Een online webshop
-
Een verzekeringsproduct afgestemd op de specifieke behoeften van watersporters
-
collectieve aanbiedingen voor organisaties en individuen
Dit mogelijke hernieuwde producten en dienstenpakket wordt concreet nadat de strategie en het Businessplan is uitgewerkt en vastgesteld. Ook wordt dan bepaald via welke communicatiestrategie en -middelen deze producten en diensten worden ‘vermarkt’. Financieel Bovenstaande aanpak is meegenomen in de begroting van 2015, zowel de ontwikkeling van de strategie als de ontwikkeling van een hernieuwd producten- en dienstenpakket. De begroting van 2015 is met deze gewenste aanpak niet sluitend en eindigt met een negatief resultaat van € 75.000,-. Dit negatief resultaat is geheel te wijten aan de in de begroting opgevoerde kosten die noodzakelijk worden gedaan om het Watersportverbond verder klantgericht te laten opereren enerzijds en minder uitval van verenigingen en meer aanwas van klanten te bewerkstelligen anderzijds. Een geheel sluitende begroting 2015 presenteren zonder verzoek voor het mogen maken van deze extra kosten / extra investeringen heeft tot gevolg of dat er geen samenhangende klantenstrategie en producten en dienstenpakket ontwikkeld kan worden of dat er drastisch ingegrepen moet worden in de organisatie en bestaande activiteiten en dienstverlening. Beide keuzes leiden tot: - minder dienstverlening - minder leden - discontinuïteit van de organisatie respectievelijk op de korte of middellange termijn. Met andere woorden, beide keuzes betekenen verdere stappen achterwaarts en het in gang zetten van een neerwaartse spiraal in plaats van kleine stappen voorwaarts. Het verhogen van de contributie van het Watersportverbond wordt, afgezien van een indexering, als een niet wenselijke optie beschouwd, temeer daar de financiële positie van (watersport)verengingen de afgelopen jaren 1 verder is verslechterd . Er is dus een urgentie en noodzaak voor deze bestedingen, aangezien het geen optie is om verder te snijden in het primaire proces van het Watersportverbond. Dit eenmalige extra bedrag is gepland voor de periode 2015 en eventueel 2016, indien de bestedingen niet in 1 jaar te realiseren zijn. De betreffende kosten zullen verwerkt worden in de begroting van 2015 en zijn uitsluitend alloceerbaar voor die aspecten die direct gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van een samenhangende klantenstrategie en / of producten en dienstenpakket ten behoeve van watersportorganisaties en individuele watersporter. Het gevolg van het maken van deze kosten en doen van investeringen is dat de begroting 2015 eindigt op een ongeveer negatief resultaat van € 75.000,- en dat de begroting van 2016 eindigt met een negatief resultaat van € 15.000,-.
1
Stichting Waarborgfonds Sport, zie ook http://www.sportknowhowxl.nl/alleen-op-de-wereld/8747
Het Eigen Vermogen blijft na onttrekking van dit bedrag op een niveau van meer dan € 1.000.000,-, zie ultimo onderstaande boekjaren. - 2011 € 766.940 - 2012 € 1.052.976 - 2013 € 1.143.126 - 2014 € 1.190.000 (Terugbetaling topsport 25,5k / geprognosticeerd positief resultaat € 21.400) - 2015 € 1.141.800 (Terugbetaling topsport 25,5k / begroot negatief resultaat € 73.700) - 2016 € 1.153.000 (Terugbetaling Topsport 25,5k / begroot negatief resultaat € 14.300) Tevens blijkt uit de liquiditeitsplanning van 2015 dat er voldoende liquiditeit is om dit te kunnen dragen. de Het is aannemelijk dat de hoogte van de inkomsten (contributie, 3 geldstromen, sponsoring en subsidies) van de begroting 2015 zeer vergelijkbaar is met de hoogte van de inkomsten van de begroting van 2016. En uiteindelijk moet de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten leiden tot extra inkomsten vanaf 2016, hetzij via een direct of indirect verdienmodel, hetzij via stijging aantal leden / klanten. De verwachting is dat genoemde besteding hiervoor volstaat en dat de benodigde investering ook wordt terugverdiend, zodat daarmee de dienstverlening aan de verenigingen en vrijwilligers verder kan worden verbeterd. Het eenmalig extra bedrag van € 150.000,- kan uitsluitend worden ingezet voor die aspecten die direct gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van een samenhangende klantenstrategie (kosten) en / of producten en dienstenpakket (investering) ten behoeve van watersportorganisaties en individuele watersporter. Ondanks dat de werkorganisatie functioneert aan de hand van strikte regels (procuratieschema, directiestatuut, etc) is voor het inzetten van (een deel van) dit bedrag een separaat bestuursbesluit nodig. Dit om de noodzakelijke check and balances extra te waarborgen.