Toekomstvisie Productschap MVO
2011 – 2015
November 2010
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................. 2 De koers van het Productschap MVO ..................................................................... 3
1. Missie en kernwaarden.......................................................................................... 3 2. Positie
............................................................................................................. 3
3. Kerntaken ........................................................................................................... 5 4. Platform ............................................................................................................. 6 5. Thema’s, ambities en activiteiten............................................................................ 7 ■ Duurzame ontwikkeling ...................................................................................... 7 ■ Biotechnologie................................................................................................... 8 ■ Voeding en gezondheid....................................................................................... 9 ■ Kwaliteit en voedselveiligheid ............................................................................ 10 ■ Arbeidsmarkt en scholing.................................................................................. 10 ■ Marktontwikkelingen en innovatie ...................................................................... 11
6. Organisatie en financiën ...................................................................................... 12 6.1
Bestuurlijke organisatie ............................................................................... 12
6.2
Interne organisatie, efficiency en waarden en normen ..................................... 12
6.3
Financieel beleid......................................................................................... 13
Bijlage A Evaluatie Visie 2006 - 2010 ....................................................................... 14 Bijlage B Marktontwikkelingen 2006 - 2010............................................................... 17 Bijlage C Trends en ontwikkelingen.......................................................................... 19
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
1
November 2010
Inleiding Voor u ligt de Toekomstvisie 2011-2015 van het
Tijdens een Voorstudie traject in 2009 waaraan veel
Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO). Deze
experts uit de sector hun medewerking hebben
Toekomstvisie geeft antwoord op vragen zoals: Wat is
verleend, zijn de belangrijkste trends en
de missie en wat zijn de kernwaarden van MVO? Hoe is
ontwikkelingen voor de MVO-sector in kaart gebracht.
de positie van het productschap ten opzichte van
Tijdens een Strategische Sessie in september van dat
brancheorganisaties, vakbonden en externe
jaar zijn deze analyses met de gehele sector besproken
stakeholders? Op welke aandachtsgebieden is MVO
(zie bijlage c). In 2010 hebben we de visie 2006 –
actief en met welke ambities? En tevens: op welke
2010 geëvalueerd (bijlage a) en zijn de ontwikkelingen
wijze wordt het bedrijfsleven betrokken bij de
in de markt in kaart gebracht (bijlage b). De afgelopen
activiteiten en wat doet MVO voor de werknemers in de
maanden hebben we in de werkgroepen en in
sector?
gesprekken met brancheorganisaties en vakbonden de Toekomstvisie 2011-2015 ontwikkeld. Voor u ligt dan
Het Productschap MVO zet zich samen met het
ook een stuk dat voor en door de sector is geschreven.
bedrijfsleven in voor een internationaal concurrerende
We danken eenieder die hieraan heeft meegewerkt.
sector die zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. We zijn ervan overtuigd dat we deze missie
De MVO-sector staat er goed voor. Het imago van oliën
alleen kunnen vervullen als we nauw samenwerken
en vetten is de afgelopen jaren verbeterd en er zijn
met de bedrijven en de werknemers in de sector.
veel investeringen gedaan. Aan de andere kant zijn er
Werkgevers en vakbonden staan dan ook aan het roer
ook nog genoeg uitdagingen. Deze Toekomstvisie geeft
van het productschap. In deze visie past het dan ook
aan hoe de agenda er voor de komende jaren uitziet.
dat onze toekomstagenda het afgelopen jaar in nauw
Met veel enthousiasme en overtuiging en in nauwe
overleg met de brancheorganisaties, de vakbonden en
samenwerking met de sector zullen we deze visie de
de werkgroepen van MVO tot stand is gekomen.
komende jaren in de praktijk brengen.
Wim Oosterhuis
Frans Claassen
Voorzitter
Secretaris / Directeur
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
2
November 2010
De koers van het Productschap MVO 1. Missie en kernwaarden Missie Het Productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) zet
■ Omgevingsbewust
zich samen met het bedrijfsleven in voor een
Wij werken aan goede relaties met de (nationale)
internationaal concurrerende sector die zijn
overheid, maatschappelijke organisaties, politiek,
maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.
wetenschap, ketenpartijen en media.
Kernwaarden
■ Dienstverlenend
Het Productschap MVO opereert vanuit een visie op de
Wij bieden toegevoegde waarde aan bedrijven in de
toekomst waarbij zowel het belang van de sector als
gehele oliën- en vettenketen gebaseerd op
het algemeen belang centraal staan. Bij het realiseren
professionaliteit.
van onze toekomstvisie zijn wij:
Hierbij kiezen we voor een creatieve en proactieve
■ Betrokken
houding, waarbij het continue streven naar goede
Wij zetten ons in voor de gehele oliën- en vettenketen
interne en externe samenwerking en open
en bieden een platform voor overleg, meningsvorming
communicatie ons gedrag bepalen.
en afstemming.
2. Positie MVO is door zijn positie als ketenorganisatie en
In de Wet op de Bedrijfsorganisatie is bepaald dat het
publiekrechtelijke instantie de intermediair tussen
productschap de belangen van de ondernemingen en
bedrijven, werknemers en externe partijen. Wij zijn
de in die ondernemingen werkzame personen behartigt
informatiebron, dienstverlener, coördinator,
waarvoor het productschap is ingesteld, terwijl ook een
initiatiefnemer en aanjager.
het algemeen belang dienende bedrijfsvoering moet
Het productschap is het verlengstuk van individuele bedrijven, brancheorganisaties en vakbonden en kan de door maatschappij en sector gewenste activiteiten en doelstellingen op een doelmatige wijze uitvoeren en nastreven. MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers en werknemers. Zij bepalen samen wat de prioriteiten zijn en welke activiteiten het productschap dient te ontplooien.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
3
November 2010
worden bevorderd. Het algemeen belang is op deze
Met een publieke organisatie en dankzij een publieke
wijze verankerd in de doelstellingen van het
heffing is er geen discriminatie tussen leden van
productschap. MVO geeft hieraan invulling door met
brancheorganisaties en niet-leden. Dit schept
betrekking tot zaken die de hele keten aangaan en die
gelijkwaardige concurrentieverhoudingen. Alle MVO-
dus de capaciteit en reikwijdte van individuele
bedrijven profiteren van de resultaten van de
bedrijven of brancheorganisaties te boven gaan, de rol
activiteiten van het productschap. Hierbij zij
te vervullen van informatiebron, dienstverlener,
opgemerkt, dat door de verscheidenheid aan bedrijven
platform voor discussie, coördinator, initiatiefnemer en
- en dus belangen - uiteraard niet elke activiteit voor
aanjager. MVO onderscheidt zich dus van private
alle ondernemers hetzelfde voordeel zal opleveren. De
brancheorganisaties doordat het zich richt op
variatie in activiteiten zorgt echter voor een brede
ketenissues waarbij niet alleen het sectorbelang maar
spreiding over meer sectoren.
ook het algemeen belang aan de orde is. Daar waar ontwikkelingen de belangen van een afzonderlijke
MVO wordt volledig gefinancierd door de bedrijven in
schakel overstijgen, neemt MVO het initiatief tot een
de oliën- en vettenketen en bestuurd door werkgevers
gezamenlijke aanpak. Dit alles ten behoeve van een
en werknemers. Zij bepalen samen waar de prioriteiten
economisch gezonde sector die in staat is nieuwe
in de keten liggen en welke activiteiten het
maatschappelijke uitdagingen op te pakken en die in
productschap dient te ontplooien.
internationaal opzicht concurrerend is. Door de mogelijkheid om verordeningen aan de hele De Wet op de Bedrijfsorganisatie biedt de oliën- en
sector op te leggen kan het productschap indien
vettensector de mogelijkheid om door middel van het
noodzakelijk ‘freerider’-gedrag voorkomen. MVO maakt
productschap hun gezamenlijke maatschappelijke
beperkt gebruik van de verordenende bevoegdheid
verantwoordelijkheid op een doelmatige wijze in te
omdat wordt gestreefd naar zelfregulering op basis van
vullen. Het productschap is daarbij het verlengstuk van
overeenstemming. Het hebben van een verordenende
individuele bedrijven en brancheorganisaties om de
bevoegdheid op de achtergrond is een stimulans om
door maatschappij en sector gewenste activiteiten en
het bereiken van overeenstemming te bespoedigen.
doelstellingen na te streven.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
4
November 2010
3. Kerntaken Wat doet het productschap MVO voor de sector en voor
Zelfregulering
de maatschappij:
Wij realiseren doelstellingen die de hele keten aangaan en niet alleen het bedrijfs- of sectorbelang maar ook
Platform
het algemeen belang dienen.
Wij brengen partijen uit de gehele MVO-keten samen en bieden een platform voor overleg, meningsvorming en afstemming. De sector (werkgevers en werknemers) beslist zelf over de prioriteiten en activiteiten van het productschap. Door samen op te trekken werkt de sector effectief en efficiënt.
Belangenbehartiger Wij behartigen het sectorbelang en treden op als woordvoerder bij sectorbrede thema’s en activiteiten.
Bij onderwerpen als gezondheidclaims, duurzaamheid van de productie van palmolie of soja, genetische modificatie, handelspolitiek, kwaliteit en voedselveiligheid, ‘vet-tax’, etc. treden wij namens de sector op als woordvoerder en gaan wij de dialoog aan met ketenpartijen, de overheid, politiek, maatschappelijke organisaties, wetenschap, onderwijs en media om onze ambities te realiseren. MVO is dus de spreekbuis van de MVO-sector en zal hier de komende jaren extra op investeren. We bekijken wat dit betekent voor de organisatiestructuur en/of competenties van de medewerkers.
Wij zijn overtuigd van de kracht van zelfregulering voor het realiseren van strategische (maatschappelijke) doelen. Op het gebied van bijvoorbeeld duurzame grondstoffenvoorziening, energiebesparing, ketentransparantie, voedselveiligheid en verbetering van de vetzuursamenstelling van de voeding, heeft zelfregulering haar waarde bewezen. Het belang van zelfregulering wordt de komende periode groter als de overheid mede als gevolg van bezuinigingen zich verder terugtrekt. MVO werkt waar mogelijk samen met ketenpartijen, overheid en maatschappelijke organisaties om onze doelstellingen te realiseren.
Kennis Wij fungeren als bron van betrouwbare en genuanceerde informatie en analyseren en delen onze kennis actief met de sector (bedrijven en medewerkers).
Kennis is de basis van onze activiteiten. Wij zijn het kenniscentrum van de sector en namens de sector leggen wij verantwoording af over producten, productiewijzen, ontwikkelingen, prioriteiten, visies en standpunten.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
5
November 2010
4. Platform Wij hanteren de volgende structuur voor overleg,
Het voorlichtingsbureau heeft als doelgroepen:
meningsvorming en afstemming:
voedingsvoorlichters, medewerkers (jeugd) gezondheidszorg, onderwijs, horeca, retail en media.
Bestuur
Het voorlichtingsbureau is een onafhankelijke stichting
Het bestuur is verantwoordelijk voor de kaders en de
met een eigen bestuur. De kosten worden gedekt door
hoofdlijnen van het te voeren beleid. Het dagelijks bestuur beheert het vermogen en de inkomsten en uitgaven van het productschap.
het productschap en de Bond van Nederlandse Margarine Fabrikanten (BNMF). Het voorlichtingsbureau (VB) wil gezien worden als een betrouwbare en geloofwaardige afzender van
Werkgroepen MVO heeft werkgroepen voor alle aandachtsgebieden. Samen met de sector worden in de werkgroepen standpunten en activiteiten voorbereid en uitgevoerd. Voor actuele onderwerpen zijn er ad-hoc werkgroepen. Elk MVO-bedrijf kan in een werkgroep participeren, ongeacht of het lid is van een MVO-brancheorganisatie. MVO zal regelmatig externe deskundigen uitnodigen om de werkgroepen te ondersteunen.
voorlichting over oliën en vetten. Ambitie: Kennis over vetten (gezondheid en duurzaamheid) in de voeding bevorderen, met als doel het gebruik van oliën en vetten in een gevarieerde en verantwoorde voeding te stimuleren. Kernwaarden: Het voorlichtingsbureau stelt zich op als een
Samenwerking MVO werkt nauw samen met nationale en Europese / internationale brancheorganisaties, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en overheden om onze ambities te realiseren.
betrouwbare, kundige en geloofwaardige afzender van voorlichting over vetten. Activiteiten:
■ verstrekken van informatie over de rol van vetten in een gezonde gevarieerde, eigentijdse en duurzame
Strategische sessie
voeding;
Met enige regelmaat organiseert MVO strategische sessies / bestuurdersbijeenkomsten met de bedrijven en vakbonden op voor de sector belangrijke thema’s. Deze strategische sessies creëren betrokkenheid bij het beleid en de activiteiten van MVO en versterken de gezamenlijke visie op onze toekomst.
■ verstrekken van productinformatie over margarine, halvarine, bak- en braadproducten, oliën en frituurvet;
■ bevorderen van het gebruik van MVO-producten met een gezonde vetzuursamenstelling.
MVO is de spreekbuis van de MVO-sector en zal hier de komende jaren extra op investeren. De communicatie- en woordvoerderfuncties worden uitgevoerd door het Productschap MVO en het Voorlichtingsbureau MVO. Het versterken van het imago van de oliën- en vetten sector is daarbij voor beide organisaties het uitgangspunt. Het productschap richt zich daarbij op ketenpartijen, overheden, politiek, media, maatschappelijke organisaties en wetenschap.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
6
November 2010
5. Thema’s, ambities en activiteiten Thema’s: In overleg met de MVO-sector is ervoor gekozen om de
■ Duurzame ontwikkeling
komende jaren de inzet te concentreren op een zestal
■ Biotechnologie
thema’s waar het Productschap MVO een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van individuele bedrijven of nationale brancheorganisaties. Het zijn thema’s die niet
■ Voeding en gezondheid ■ Kwaliteit en voedselveiligheid
alleen onze bedrijven raken, maar die tevens
■ Arbeidsmarkt en scholing
maatschappelijk relevant zijn:
■ Marktontwikkelingen en innovatie
Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling is een geïntegreerd onderdeel
levensmiddelenindustrie en retail), binnen de
van ons denken en handelen. Duurzame ontwikkeling
overheid en met maatschappelijke organisaties;
is en zal ook de komende jaren in onze sector een
■ we zetten de komende jaren meer in op
werkwoord blijven. We streven naar duurzame
transparantie binnen en communicatie over inzet en
productiewijzen, producten en oplossingen voor de
behaalde resultaten van onze sector en de ketens
sector. Daarbij gaat het niet alleen om duurzame
waarin wij actief zijn. In dit kader komt MVO onder
grondstofvoorziening maar ook om bijvoorbeeld
andere met een duurzaamheidverslag voor de
energiebesparing, onze ecologische en
sector.
watervoetafdruk, milieubelasting en het hergebruiken van reststromen/afval. Niet alleen individuele bedrijven
Rethink – verduurzaming van de
moeten verantwoording afleggen; ook het
grondstofvoorziening
productschap neemt verantwoordelijkheid in de vorm van het faciliteren, coördineren en communiceren van
Ambitie:
ambities en resultaten van maatschappelijk
Ambitie:
Eind 2015 worden er alleen nog maar duurzame grondstoffen (palm, soja, dierlijk vet) gebruikt en zijn er voor andere grondstoffen concrete stappen gezet voor verduurzaming.
De Nederlandse MVO-sector is agendazettend op het gebied van duurzame ontwikkeling.
Activiteiten
verantwoord ondernemen op sectorniveau.
■ we zetten ons nationaal en Europees/internationaal Activiteiten
in voor verbreding van het draagvlak voor
■ De Nederlandse MVO sector wil agendazettend zijn
internationale initiatieven (RSPO, RTRS) gericht op
op het gebied van duurzame ontwikkeling, zowel in
verduurzaming van de productie van palmolie en
Nederland als op Europees/internationaal niveau
soja;
(Fediol, Imace, EU-lidstaten, RSPO en RTRS) uitgaande van een level playing field.
■ we werken samen met ketenpartijen, overheid (IDH, Platform Verduurzaming Voedsel) en
■ we ondersteunen de sector in zijn streven to
maatschappelijke organisaties om de omschakeling
Rethink (grondstofvoorziening), Reduce
naar duurzame grondstoffen daadwerkelijk te
(energieverbruik, ecologische voetafdruk en
realiseren (Task Force Duurzame Palmolie / Task
milieubelasting) & Reuse (hergebruik reststromen);
■ we nemen actief deel aan duurzame
Force Duurzame Soja);
■ we communiceren over productie en consumptie
ontwikkelingstrajecten in aanverwante sectoren
van duurzame grondstoffen (palmolie, soja, dierlijk
(diervoeder-, biobrandstof-,
vet) binnen voedingsmiddelenindustrie, de retail en richting consumenten;
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
7
November 2010
■ we gaan de dialoog aan met maatschappelijke organisaties, politiek, overheid en media over de inzet en behaalde resultaten van de sector bij de verduurzaming van de grondstofvoorziening.
om de carbon voetafdruk van de gehele keten te verminderen;
■ we doen onderzoek en delen kennis op het terrein van logistieke optimalisatie en voor strengere milieueisen t.a.v. afvalwater, lucht, geur- en
Reduce – verminderen van energieverbruik, ecologische en watervoetafdruk en belasting
geluidsoverlast;
■ we nemen deel aan discussies over de belasting van het milieu in aanverwante sectoren (diervoeder-,
van het milieu
biobrandstof-, levensmiddelenindustrie en retail).
Ambitie Energiebesparing in het kader van de MJA3 (20% in 2020) ligt op schema. Er zijn concrete resultaten behaald voor het verkleinen van de ecologische voetafdruk. De sector heeft inzicht in de watervoetafdruk en heeft concrete verbeterstappen gezet.
Reuse - hergebruik van bij-/restproducten Ambitie Bij- en restproducten uit de MVO-sector worden hoogwaardig ingezet / toegepast. Activiteiten
■ versterken van het hoogwaardig gebruik van bij- en
Activiteiten
■ we maken in het kader van de MJA3 streefwaarden en resultaten inzichtelijk;
■ we analyseren de ecologische voetafdruk van de sector, stellen een concreet actieplan op om deze te
restproducten zoals dat past in een bio-based economy;
■ de sector neemt zijn verantwoordelijkheid voor het inzamelen van gebruikt frituurvet.
verkleinen en gaan in discussie met ketenpartijen
Biotechnologie De toelating en acceptatie van genetisch
Ambitie
gemodificeerde organismen (ggo’s) in Europa is een
De toelating en acceptatie van ggo’s in Europa loopt
onderwerp dat de komende jaren steeds actueler
gelijk met die in de rest van de wereld.
wordt. Nieuwe ggo-variëteiten en introductie van een technische oplossing voor (nog) niet toegelaten
Activiteiten
variëteiten zijn van groot belang voor de gehele MVO-
■ we zetten ons samen met ketenpartijen fors in
sector.
richting nationale en Europese overheid en politiek voor oplossing op korte termijn van de problematiek rondom (nog) niet toegelaten ggo’s in Europa;
■ we zetten ons in voor een snellere toelating van nieuwe ggo’s in Europa;
■ we richten, samen met andere partijen, een informatieplatform op voor groene biotechnologie om het draagvlak voor deze groene biotechnologie te versterken bij maatschappelijke organisaties, overheid, levensmiddelenindustrie en consumenten;
■ we volgen en ondersteunen waar mogelijk internationaal onderzoek;
■ we informeren overheid en politiek over het belang en de consequenties van ggo’s;
■ we zetten ons in voor het overbruggen van de kloof tussen realiteit en perceptie met betrekking tot genetisch gemodificeerde organismen.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
8
November 2010
Voeding en gezondheid Gezonde voeding is een onderwerp met een grote maatschappelijke impact. Het imago van oliën en vetten in relatie tot gezondheid is mede dankzij inzet van MVO en de MVO-sector de afgelopen jaren
■ we verbreden en verdiepen de kennis over gezondheid en duurzaamheid van oliën en vetten bij de retail en levensmiddelenindustrie;
■ we voeren voorlichtingsactiviteiten
verbeterd. Mede dankzij de resultaten binnen de Task
(voorlichtingsbureau) uit ter ondersteuning van het
Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling is de
imago van oliën en vetten en ter bevordering van
vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding
het gebruik van MVO-producten die passen in een
verbeterd. Door activiteiten van het
gezonde en duurzame voeding;
voorlichtingsbureau is de kennis over vetten in een
■ we volgen en initiëren wetenschappelijk onderzoek
gezonde voeding en over het onderscheid tussen
naar ontwikkelingen op het terrein van
verzadigde en onverzadigde vetten verbeterd. Gezonde
vetzuursamenstelling, verzadigd vet versus
voeding staat ook de komende jaren in de
koolhydraten, en aanbevelingen vet en delen onze
belangstelling. Alhoewel het imago van oliën en vetten
kennis met de sector;
in Nederland sterk is verbeterd, blijft het belangrijk deze situatie verder te versterken en kennis om te zetten in gedragsverandering. Doelgroepen zijn levensmiddelenindustrie, retail, politiek, overheid,
■ we zoeken in onze activiteiten nauwe samenwerking met overheid, ngo’s, wetenschappers en andere industriële partijen (m.n. de zuivel);
■ we behartigen de belangen van de sector bij de
wetenschap en intermediaire voedingsvoorlichters.
ontwikkeling van nieuw beleid en wetgeving op het
Tevens zal MVO zich inzetten om ook op Europees
gebied van voeding en gezondheid over onder meer
niveau het imago te verbeteren.
claims en reclame, etikettering, microvoedingsstoffen en notificaties op het gebied
Ambitie
van transvetzuurbeperkingen; we doen dit op
Toename in het gebruik van oliën en vetten die passen
nationaal en Europees niveau in nauwe
in een gezonde voeding.
samenwerking met de brancheorganisaties;
■ we werken proactief mee aan het verbeteren van
Activiteiten
■ we zetten ons in voor het verder verbeteren van de
het gezondheidsimago van oliën en vetten op Europees niveau.
vetzuursamenstelling van de Nederlandse voeding via een vernieuwde opzet van de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling;
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
9
November 2010
Kwaliteit en Voedselveiligheid De continu hogere wensen van de moderne
contaminanten en pesticiden, veterinaire
consument, retail, diervoeder- of
regelgeving). We streven daarbij naar een
levensmiddelenindustrie, de impact en risico’s van
geharmoniseerde aanpak en interpretatie van
voedselveiligheidskwesties (3-MCPD, acrylamide, etc.),
wetgeving. We onderhouden daarvoor een actieve
de opkomst van genetisch gemodificeerde organismen
relatie met nationale (ministeries, nVWA, NEN),
en een terugtredende overheid bepalen het belang van
Europese en internationale (Codex) overheden en
een proactieve houding van MVO op het terrein van
organisaties. Waar mogelijk werken we daarbij
kwaliteit en voedselveiligheid. Zelfregulering, het
samen met ketenpartijen en (Europese/nationale)
vergroten van transparantie en belangenbehartiging
brancheorganisaties;
richting nationale, Europese en internationale
■ we bevorderen Good Agricultural Practices en
overheden en organisaties worden steeds belangrijker.
voedselveiligheid(systemen) in samenwerking met nationale en internationale ketenpartijen (o.a. in
Ambitie
belangrijke grondstofproductiegebieden in Oost-
Een transparante sector die kwaliteit en
Europa);
voedselveiligheid goed heeft geborgd. Activiteiten
■ we zijn de spreekbuis en belangenbehartiger voor
■ ■ ■ ■
we ondersteunen actief het EFISC-systeem; we ondersteunen actief de Food Standard; we coördineren de inhoudelijke inbreng GMP+; we treden op bij voedselveiligheidskwesties en zijn
de sector op het gebied van kwaliteit en
het coördinatiecentrum in samenwerking met
voedselveiligheid;
relevante (EU) brancheorganisaties tijdens crises;
■ we volgen en behartigen de belangen van de sector bij de totstandkoming van nationaal en Europees
■ we onderhouden en ontwikkelen (margarineindustrie) risicoanalyses;
beleid en wetgeving (m.n. hygiëneregelgeving,
Arbeidsmarkt en scholing Om medewerkers met talent en ambitie te kunnen
■ we geven concrete invulling aan het Programma
aantrekken en behouden moeten zowel de MVO-sector
Arbeidsmarkt en Opleiding van de Nederlandse
als de MVO-bedrijven zich profileren en waarmaken als
overheid en de productschappen
aantrekkelijke werkgever. MVO ondersteunt bedrijven in hun streven naar een goede afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Door het aanbieden van diverse mogelijkheden voor medewerkers om zich te ontwikkelen, zet MVO zich verder in om de kennispositie van werknemers te verbeteren. Ambitie Huidige en toekomstige werknemers zijn goed opgeleid en vinden de MVO-sector een interessante sector om in te werken.
■ wij versterken de relatie tussen de MVO-sector en de onderwijsinstellingen;
■ we onderhouden het MVO Kenniscentrum en breiden dit verder uit;
■ we organiseren cursussen en studiedagen:
• • • •
Food Safety of vegetable oils and fats course Sustainability of oils and fats course Cursus Preventiemedewerker Cursussen op het terrein van de arbeidsmarkt
■ we ontwikkelen concepten voor maatschappelijke stages en voeren deze uit.
■ we zetten ons in voor versterking van de
Activiteiten
■ we continueren de samenwerking tussen de vakbonden en de productschappen binnen het
samenwerking op het vlak van arbeid met de bedrijven en vakbonden.
project Verankering Arbeid;
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
10
November 2010
Marktontwikkelingen en innovatie Marktontwikkelingen
Innovaties
Het productschap beschikt over niet-
Ambitie
concurrentiegevoelige informatie op het gebied van
Het productschap is goed geïnformeerd over de kansen
import, export, productie en consumptie die van belang
en bedreigingen van de Biobased Economy waardoor
is voor gehele MVO-sector. Door expertise en een goed
de sector zich kan voorbereiden op toekomstige
netwerk signaleert, analyseert en rapporteert MVO
ontwikkelingen
over de ontwikkelingen in overheidsbeleid, politiek, wetenschap en bij maatschappelijke organisaties.
Activiteiten
Hiermee ondersteunt MVO de bedrijfsvoering in de
■ we verkennen samen met wetenschappers en
sector.
specialisten in de sector de kansen en bedreigingen van op dierlijke en plantaardige oliën en vetten
Ambitie
gebaseerde producten. De focus zal daarbij liggen
Het productschap is het kenniscentrum voor oliën en
op hoogwaardige toepassingen waarvan de
vetten
grondstoffen niet direct concurreren met bestaande (food) afzetmarkten.
Activiteiten
■ we volgen de actuele markt, handelspolitieke ontwikkelingen, trends en innovaties;
■ we volgen nationaal en internationaal onderzoek en werken samen met belangrijke kenniscentra;
■ we analyseren marktontwikkelingen en concurrentiegegevens;
■ we houden statistieken bij; ■ we maken informatie actief beschikbaar via websites, nieuwsbrieven, factsheets, quickscans en ‘op maat’.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
11
November 2010
6. Organisatie en financiën 6.1 Bestuurlijke organisatie In het MVO-bestuur hebben de werkgevers (brancheorganisaties) en werknemers (vakbonden) zitting. De samenstelling van het bestuur, de benoemende organisaties en de zetelverdeling worden door de SER vastgesteld. Het bestuur kent een zittingsperiode van twee jaar. Het bestuur telt in zijn huidige samenstelling 14 leden (9 leden van
ondernemerszijde en 5 leden van werknemersorganisaties). De voorzitter van het bestuur wordt voor een periode van twee jaar benoemd. MVO zal zich de komende jaren inzetten dat ook de FNV daadwerkelijk bestuursverantwoordelijkheid neemt.
6.2 Interne organisatie, efficiency en waarden en normen MVO kiest voor een kleine efficiënte organisatie van professionals. De huidige formatie van circa 16 fte’s wordt gehandhaafd. MVO kiest voor een duurzaam inkoopbeleid en verdere efficiency bij de uitvoering van administratieve en BackOffice-activiteiten. MVO zoekt daarbij de samenwerking met andere productschappen en brancheorganisaties. MVO wil een organisatie zijn waar de volgende waarden en normen leidend zijn:
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
open communicatie; creativiteit; samenwerking; ontplooiing medewerkers; langetermijnperspectief; klanttevredenheid; professionaliteit; betrokkenheid medewerkers; kwaliteit; samenwerking met klanten.
Een intensieve samenwerking met onze eigen achterban en externe partijen is belangrijk voor ons functioneren waarbij de vragen wat, waarom, wie en wanneer centraal staan.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
12
November 2010
6.3 Financieel beleid Het financieel beleid van MVO heeft de volgende uitgangspunten:
■ wij werken op basis van een evenwichtige begroting; ■ wij handhaven een eigen vermogen van rond de EUR 1 mln.; ■ wij gaan uit van een gelijkblijvend kostenniveau van EUR 2,4 mln.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
13
November 2010
Bijlage A Evaluatie Visie 2006 – 2010 Om tot een evaluatie te komen van de Toekomstvisie 2006-2010 worden de genoemde doelstellingen die verbonden waren aan de kerntaken herhaald en wordt aangegeven welke resultaten zijn behaald. In deze bijlage treft u een compleet overzicht aan per kerntaak van de concrete activiteiten die tot deze resultaten hebben geleid. Tot slot wordt gekeken naar de financiën en de interne organisatie.
Kerntaken
informatiebijeenkomsten. Ter versterking van de input / sturing van de achterban heeft MVO voor alle relevante aandachtsgebieden werkgroepen
Zelfregulering
(WG) en/of ad-hoc werkgroepen opgericht. Onder deze kerntaak heeft MVO fors geïnvesteerd in
Doelstelling:
■ MVO zet zich in voor een maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering in de sector. Hiertoe initieert en coördineert MVO ketenactiviteiten met concrete doelstellingen.
uitbreiding van activiteiten op het gebied van arbeid en scholing (Project Verankering Arbeid, www.mvo-kenniscentrum.nl en cursussen).
Belangenbehartiging
Resultaat:
■ MVO heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in zelfregulering op het gebied van voeding & gezondheid, duurzame ontwikkeling (energiebesparing, palmolie, soja) en voedselveiligheid (risicoanalyses, dierlijk vet, foodstandard). Er zijn diverse concrete positieve nationale en internationale resultaten behaald. Met deze inzet heeft MVO de concurrentiepositie van de MVO-sector versterkt, maatschappelijk verantwoord ondernemen in de sector fors gestimuleerd en daarvoor veel waardering ontvangen van externe stakeholders (overheid, maatschappelijke organisaties en ketenpartijen) en zichzelf nationaal en Europees / internationaal positief geprofileerd.
Doelstelling:
■ Belangenbehartiging gericht op het zorgen voor een transparante en werkbare wetgeving die een vrije grondstoffenvoorziening mogelijk maakt en ruimte biedt voor innovaties. Resultaat:
■ Belangenbehartiging is in eerste instantie vooral een taak van de brancheorganisaties. Daar waar MVO een toegevoegde waarde heeft, werken we vooral samen met brancheorganisaties richting de nationale of EU-overheid. Op nationaal en Europees niveau heeft deze samenwerking succes gehad met de proactieve inzet voor versnelling van toelating van nieuwe ggo’s en het vinden van een ‘technische oplossing’. Op handelspolitiek terrein heeft MVO een
Serviceverlening en
sterk netwerk en een goede informatiepositie
informatievoorziening bedrijfsleven
opgebouwd waardoor de belangen goed konden
Doelstelling:
overheidssteun is invloed van BNMF/MVO op
■ Ontsluiten van relevante informatie over beleid,
Europese ontwikkelingen op het terrein van claims,
worden behartigd. Ondanks Nederlandse
wetenschap, markt en maatschappelijke
voedingsprofielen en etikettering beperkt gebleken.
ontwikkelingen en analyseren van de mogelijke
Samenwerking tussen VVS en MVO heeft ertoe
consequenties. Tevens versterken van input /
geleid dat belangrijke wijzigingen in de Europese
sturing van de achterban.
bijproductenverordening konden worden gerealiseerd. Gezien verschillende belangen in de
Resultaat:
deelsectoren was de rol van MVO richting het
■ Er is geïnvesteerd in professionalisering van (inhoud
biobrandstoffenbeleid vooral beperkt tot het
en digitaal) en uitbreiding van het aantal
ondersteunen van de multisourcing strategie binnen
nieuwsbrieven en organisatie van vele
de Commissie Cramer en de Commissie Corbey.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
14
November 2010
Informatievoorziening externe stakeholders
duidelijk een genuanceerd beeld over belang van
Doelstelling:
en onverzadigd vet, belang van vloeibaar boven
■ Namens de MVO-sector informeert het productschap
vast vet, etc.. Het VB MVO heeft zich bij overheid,
essentiële vetzuren, de verschillen tussen verzadigd
externe stakeholders over standpunten van de
wetenschap en intermediaire voedingsvoorlichters
sector. Doelstelling was alle relevante externe
een duidelijke positie verworven als een
stakeholders meer te informeren over inzet van de
Voorlichtingsbureau dat genuanceerde en
MVO-sector. Tevens versterking dialoog met
betrouwbare informatie verschaft. VB heeft tevens
maatschappelijke organisaties en overheid.
de mogelijkheid om doelgroepen te benaderen (peuters via smeerdiploma) die voor het
Resultaat:
bedrijfsleven zelf niet bereikbaar zijn. Ook
■ Relaties met nationale overheden (ministeries van
wetenschappers, overheid en Voedingscentrum
LNV, EZ, VROM, OS en VWS) zijn goed en de
spreken zich meer publiekelijk uit over belang van
afgelopen jaren duidelijk versterkt. Ministeries en
oliën en vetten. Vanaf 2010 zal VB ook gaan
ministers zijn goed op de hoogte van de positie en
communiceren over duurzaamheid van oliën en
werkzaamheden van MVO en de MVO-sector. De
vetten (palmolie, soja en gebruikte frituurvetten).
sector wordt regelmatig als voorbeeld genomen.
De inzet van het VB, in nauwe samenwerking met
Contacten en dialoog met diverse maatschappelijke
de bedrijven vanuit de BNMF-sector, heeft duidelijk
organisaties (Solidaridad, Oxfam Novib, WNF, IUCN)
positief bijgedragen aan het bredere imago van de
zijn intensief. Met anderen meer incidenteel
oliën- en vettenketen in Nederland.
(Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, etc.). Relaties met politieke partijen zijn op de belangrijkste thema’s (voeding, duurzame ontwikkeling en biotechnologie) goed maar verdienen naar de toekomst toe blijvend aandacht.
Marktonderzoek Doelstelling:
■ Inzichtelijk maken van de Nederlandse, Europese en
MVO heeft geïnvesteerd in goede
een groot aantal exportmarkten. Ontwikkelen van
informatievoorziening naar de
markttrends, exportkansen en effecten van
voedingsmiddelenindustrie en retail. MVO
overheidsbeleid op de concurrentiepositie.
onderhoudt daarnaast relaties met voor de sector
Belangrijke prioriteit lag op monitoring en analyse
belangrijke organisaties zoals Voedingscentrum,
van de biobrandstoffenmarkt.
VWA, KHN, FNLI, IDH, SER, Agentschap NL en wetenschap (universiteiten van Wageningen,
Resultaat:
Maastricht, Amsterdam). De inzet van MVO en de
■ MVO beschikt over een bijzondere informatiepositie
MVO-sector is echter weinig herkenbaar bij het
als het gaat om statistische informatie (productie,
grote publiek (wat overigens geen concrete
handel, prijzen, etc.) over de Nederlandse en in
doelstelling was).
mindere mate ook de Europese markt. Via diverse publicaties wordt deze info gedeeld met de sector.
Productvoorlichting
Daarnaast publiceert MVO marktonderzoeken over
Doelstelling:
producten (palmolie, soja, raap). MVO heeft een
■ MVO voorziet in eenduidige informatie over de rol
goede positie opgebouwd m.b.t. kennis over
landen in ontwikkeling (BRIC) en de relevantste
van oliën en vetten in een gezonde, gevarieerde
overheidsbeleid en marktontwikkelingen op het
voeding en kiest daarbij voor productvoorlichting.
gebied van biobrandstoffen en daarover regelmatig
Focus in de periode 2005-2010 lag op stimulering
via onderzoeksrapporten (Oils and Fats for Fuel)
vloeibare margarine en vloeibaar frituurvet. Samen
gerapporteerd. Voor een betere afstemming van de
met de BNMF wordt het Voorlichtingsbureau MVO
activiteiten heeft MVO een nieuwe werkgroep
gefinancierd.
marktonderzoek opgericht die meer verantwoordelijk zal zijn voor de aansturing van
Resultaat:
activiteiten op het gebied van marktonderzoek. Een
■ Imago van vetten en oliën is duidelijk veranderd.
kwalitatieve analyse van diverse statistische
Was het eind 2005 nog ‘Let op Vet’, nu is er
rapportages ontbreekt tot nu toe.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
15
November 2010
Financiën Uitgangspunten en beleidsprioriteiten:
Door de forse groei van de binnenlandse productie kon
■ de begrotingsopzet moet transparant zijn voor de
door de positieve effecten van deze groei op de
interne sturing van en verantwoording aan het
inkomsten van het productschap het basistarief van de
bestuur;
administratieve heffing worden verlaagd van € 0,40 in
■ de beheersing van de kosten is een prioriteit; ■ er wordt gestreefd naar een eigen vermogen dat schommelt rond de € 1.000.000;
2005 naar € 0,35 in 2006 tot een niveau van € 0,32 per 1.000 kg in 2007 en 2008. In 2009 is de basisheffing verhoogd naar € 0,35 per 1.000 kg en voor de
■ er wordt gestreefd naar een begroting waarin de
begroting 2010 weer op € 0,40 per 1.000 kg gebracht.
structurele inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk
De huidige administratieve heffing bedraagt € 0,40 per
in evenwicht zijn;
1.000 kg en daarbij is voor de komende jaren ook al
■ de hoogte van het tarief van de administratieve heffing is gebaseerd op een kostendekkend niveau.
deels rekening gehouden met nieuwe capaciteitsuitbreidingen.
Omvang van het Eigen Vermogen Het Eigen Vermogen heeft een bufferfunctie om (tijdelijke) exploitatietekorten op te vangen ongeacht
Personeelsbezetting
de economische en/of politieke oorzaken daarvan. Het
In 2001 en 2002 is de MVO-organisatie gemo-
bestuur heeft er daarbij voor gekozen om te streven
derniseerd en is het aantal fte’s in enkele jaren
naar een eigen vermogen dat schommelt rond de € 1
teruggebracht van 18,6 fte in 2001 tot 13,4 fte in
miljoen.
2003. Als gevolg van de eerder vermelde uitbreiding
De afgelopen jaren is ingeteerd op het Eigen
van activiteiten groeide het aantal fte’s in de daarop
Vermogen. In 2002 bedroeg het Eigen Vermogen nog
volgende jaren tot circa 16,0 fte. De ondersteunende
meer dan € 2 miljoen. Dit daalde geleidelijk tot het
activiteiten zijn in de afgelopen jaren zoveel mogelijk
huidige niveau van € 1.080.852 in 2009. De huidige
afgebouwd. Er is gekozen om zoveel mogelijk gebruik
omvang van het Eigen Vermogen is daarmee gelijk aan
te maken van elektronische informatievoorziening.
die van het doelvermogen.
De huidige organisatie kent twee beleidsunits, met een brede inzetbaarheid, gerichte samenwerking en een
Ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven 2002-2010
grote flexibiliteit. Diverse werkzaamheden
Het niveau van de lasten zal in 2010 iets onder het
(salarisadministratie, automatisering, administratie)
niveau van 2002 liggen. In 2001 en 2002 is een
zijn uitbesteed en op afroep beschikbaar. Feitelijk zijn
bezuinigingsoperatie doorgevoerd (het aantal fte’s
de afgelopen periode stafmedewerkers vervangen door
verminderde van 18,6 in 2001 tot 13,4 in 2003). In het
beleidsmedewerkers waardoor met dezelfde formatie
verlengde daarvan daalden de lasten in 2004
een aanzienlijke toename is gerealiseerd van de
aanzienlijk. Als gevolg van o.a. een uitbreiding van de
activiteiten op het vlak van de aandachtsgebieden en
activiteiten van het Voorlichtingsbureau MVO en meer
daarmee op de output van de organisatie.
taken op met name het terrein van duurzame ontwikkeling zijn de lasten in de jaren daarna geleidelijk toegenomen.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
16
November 2010
Bijlage B Marktontwikkelingen 2006 – 2010 De belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaren in de diverse schakels van de MVO-keten zijn hieronder samengevat. Door met name het herstel van de oliezadencrush en de forse uitbreiding van de raffinagecapaciteit zijn de activiteiten in de Nederlandse oliën- en vettensector sterk toegenomen. De MVO-sector is thans een van de grootste agrosectoren in Nederland. Er werken zo’n 5.300 medewerkers bij de Nederlandse productie-, opslag- en handelsbedrijven. Het sterk internationaal georiënteerde karakter en de grote omvang van de goederenstromen benadrukken het belang van de Rotterdamse haven en de rol van Nederland als distributieland en mainport van Europa.
De verwerking van oliezaden
Productie van geraffineerde en verder bewerkte
Er is sprake van een herstel van de Nederlandse
plantaardige vetten en oliën
productie van ruwe plantaardige vetten en oliën. De
In de periode 1995-2009 zijn de activiteiten van de
productie lag met 1.136 miljoen ton in 2009 weer op
Nederlandse raffinage- en hardingsindustrie meer dan
het oude niveau van vóór 2001. De sojacrush is in
verdubbeld, namelijk van 1,4 miljoen ton in 1995 tot
Europa onder druk komen te staan vanwege onder
3,2 miljoen in 2009. De afgelopen 5 jaar is de
andere de ggo-discussie. Sojaolie is daarom in veel
productie met ongeveer 1,0 miljoen gestegen. In
producten en toepassingen vervangen door palm- en
Rotterdam is in 2005 tot en met 2007 geïnvesteerd in
raapolie. Momenteel worden er zo’n 2,9 miljoen ton
ultramoderne palmoliefabrieken en vanaf 2010 zal de
sojabonen gecrusht, een forse daling ten opzichte van
raffinagecapaciteit nog verder toenemen.
enkele jaren geleden. Daarentegen is de verwerking
De ggo-discussie in Europa heeft geleid tot een
van raapzaad de afgelopen jaren gestegen tot zo’n
verminderde productie van sojaolie. Er wordt
800.000 ton. Raapolie is in toenemende mate ingezet
momenteel nog zo’n 320.000 ton sojaolie bewerkt. De
als vervanger voor sojaolie. Naast sojabonen en
productie van bewerkte palmolie is daarbij gestegen tot
raapzaad is er een redelijk constante verwerking van
ongeveer 1,8 miljoen ton. De totale productie van
zonnebloempitten (290.000 ton per jaar). De overige
kokos-/palmpitvet bedraagt iets meer dan 450.000
zaden spelen nauwelijks een rol van betekenis. De
ton, terwijl de productie van zonnebloemolie en
Nederlandse uitvoer betreft voornamelijk ruwe
raapolie met een productie van ieder 200.000 ton per
zonnebloemolie en sojaolie naar andere EU-lidstaten.
jaar stabiel blijft. De Nederlandse uitvoer van bewerkte plantaardige
Productie van dierlijk vet
vetten en oliën laat op hoofdlijnen eenzelfde beeld zien
De productie van ruwe dierlijke vetten schommelt de
als bij de verschuivingen in de productie. De afzet van
laatste jaren rond de 200.000 ton per jaar. De
bewerkte plantaardige oliën en vetten gaat in
productie van geraffineerde dierlijke vetten ligt al jaren
toenemende mate naar andere EU-lidstaten (totale
iets boven de 20.000 ton per jaar. De ruwe dierlijke
uitvoer schommelt rond de 2,2 miljoen ton) met België,
vetten vinden voornamelijk hun bestemming in de
Duitsland en Frankrijk als belangrijkste
diervoederindustrie en in de technische industrie.
handelspartners. De afzet buiten de EU is de afgelopen
Daarnaast is er een beperkte maar stabiele afzet van
jaren gedaald tot zo’n 150.000 ton.
dierlijke vetten voor menselijke consumptie. Bij de diervoederindustrie is er, als gevolg van een
Productie van margarine, halvarine, bak- en
verslechterd imago en toegenomen concurrentie van
braadproducten en frituurvetten en –oliën
plantaardige producten, de afgelopen jaren een
De aandacht voor de rol van vetten in de voeding is de
verschuiving opgetreden naar plantaardige oliën en
afgelopen periode toegenomen en in positieve zin
vetten (met name palmolie) ten koste van dierlijke
veranderd. De afgelopen 10 jaar zijn veel
vetten. Het binnenlands verbruik van dierlijke vetten is
productinnovaties doorgevoerd in margarines,
gedaald tot zo’n 225.000 ton. De laatste jaren is er
halvarines, bak- en braadvetten en frituuroliën
sprake van een toename van de invoer en uitvoer van
(uitbannen transvetzuren, forse verlaging van
dierlijke vetten vanwege de toegenomen vraag vanuit
verzadigde vetzuren, introductie van vloeibare
de energiesector in onder andere Duitsland.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
17
November 2010
margarine, introductie van margarine met
lager vetgehalte (halvarine vervangt margarine). De
cholesterolverlagende eigenschappen, introductie van
productie van bak-, braad- en frituurvetten laat een
vloeibare frituurvetten).
kleine groei zien. De productie is gestegen tot
Een belangrijk deel van de afzet van margarine en
ongeveer 140.000 ton per jaar.
halvarine is bestemd voor West-Europa waar sprake is
Het binnenlands verbruik van margarine en halvarine is
geweest van een verminderde vraag. Ondanks de
gedaald en verder concentreert de afzet zich op de
verminderde vraag is sprake van een stijging van de
Europese markt. Voor deze productgroepen is
margarine en halvarineproductie in Nederland als
Duitsland de belangrijkste handelspartner, gevolgd
gevolg van productieconcentratie in Nederland. De
door België en Frankrijk. De afzet buiten de EU is fors
Nederlandse productie van margarine ligt iets boven de
afgenomen. Er wordt zo´n 60.000 ton naar landen
200.000 ton per jaar, terwijl er ongeveer 95.000 ton
buiten de EU uitgevoerd, met name bestemd voor
halvarines wordt gemaakt. De afgelopen vijf jaar is er
Afrikaanse landen.
een verschuiving opgetreden naar producten met een
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
18
November 2010
Bijlage c Trends en ontwikkelingen Op basis van de MVO Voorstudie en de Strategische Sessie met de MVO-sector in september 2009 worden in deze bijlage de belangrijkste internationale maatschappelijke trends en ontwikkelingen benoemd die de komende 10-20 jaar een impact hebben op de toekomst van de MVO-sector. Toename wereldbevolking
reserves is de beschikbaarheid van voldoende fossiele
Wereldbevolking zal toenemen van 6 miljard nu naar 9
brandstoffen niet vanzelfsprekend. Verwachting is dat
miljard in 2050. Dit zal leiden tot een verdubbeling van
de prijzen aanzienlijk zullen stijgen. Volgens
de vraag naar oliezaden en dierlijke en plantaardige
scenariostudies van het CPB kan dit leiden tot
vetten en oliën in 2030. Het grootste deel van de
prijsstijgingen van 50 tot 100% in 2030 ten opzichte
groeiende vraag zal uit China en India komen.
van de prijzen in 2004. Fossiele brandstoffen zijn een
Verwachting is dat deze landen ondanks groei van de
belangrijk onderdeel van de productiekosten van MVO-
eigen productie tot ver na 2030 een groter aandeel in
producten (voor productie grondstoffen, transport,
de wereldhandel (import) van zaden en oliën blijven
verwerking, etc.). Hogere prijzen voor fossiele
houden. Hierdoor vormen deze landen voor
brandstoffen zullen leiden tot hogere kosten. Bedrijven
oliehoudende zaden, dierlijk vet en olieproducerende
zullen nog meer dan in het verleden de kosten voor
landen de belangrijkste afzetmarkt.
energie in de keten willen reduceren. Schaarste aan en hogere prijzen van fossiele brandstoffen bieden echter
Toename van de welvaart
ook mogelijkheden voor ontwikkeling van
De toename van de welvaart in vooral niet-westerse
hernieuwbare biobrandstoffen en de biobased economy
landen zal leiden tot een toenemende vraag naar
in zijn geheel. De vraag naar dierlijke en plantaardige
eiwitrijk voedsel (o.a. vlees). Als gevolg van deze
oliën en vetten zal daardoor toenemen.
toename zal de wereldwijde vraag naar dierlijke en plantaardige oliën en vetten voor menselijke
Grotere druk op voorzieningszekerheid – Europa
consumptie en via groeiende vraag naar eiwitrijk meel
afhankelijk van import
voor de veehouderijsector fors gaan toenemen.
De voorzieningzekerheid van MVO-grondstoffen komt als gevolg van toenemende wereldbevolking, groeiende
Klimaatverandering
welvaart, schaarste aan fossiele brandstoffen en
Klimaatveranderingen zullen naar verwachting leiden
opkomst van biobrandstoffen de komende jaren onder
tot meer fluctuaties in weerpatronen (langere periodes
druk te staan. De groeiende vraag zal leiden tot
van droogte afgewisseld met periodes met veel
uitbreiding van het aanbod in onder andere Oost-
neerslag in korte tijd). Hierdoor zullen grotere variaties
Europa, Azië en Zuid-Amerika. Het aanbod zal worden
in oogsten ontstaan. Meer dan in het verleden zullen
vergroot door areaaluitbreiding en
overschotperiodes worden afgewisseld met periodes
productiviteitstijgingen (gewassen met hogere
met tekorten. De landbouwsector staat voor de
opbrengsten, zaden met meer olie). De stijging van de
uitdaging om door middel van efficiencyverbetering in
oliezadenproductie zal vooral plaatshebben in Brazilië,
de keten en de inzet van moderne technologieën
Rusland en Oekraïne. De mogelijkheden voor
(gemodificeerd zaad) de nadelige consequenties op te
productiestijgingen van tropische oliën zullen zich
vangen. Klimaatverandering kan op lange termijn ook
vooral voordoen in Indonesië, Zuid-Amerika en (voor
leiden tot structureel lagere opbrengsten in bestaande
palmolie) Afrika. Europa zal voor zijn plantaardige oliën
landbouwgebieden en groei van de opbrengst in
en vetten en eiwitbehoefte sterk afhankelijk blijven van
noordelijk gelegen gebieden en dus verplaatsing van
importen.
landbouwproductie. Klimaatverandering zal de roep om duurzame productie en consumptie (inclusief carbon
Sterke prijsschommelingen
footprint) de komende jaren versterken.
Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen is het de verwachting dat de prijzen voor de MVO-grondstoffen
Hoge prijzen van fossiele brandstoffen
sterker zullen fluctueren dan voorheen het geval was.
Door de groei van de bevolking, toename van de
Onderliggende oorzaken zoals klimaatverandering,
welvaart en afname van exploiteerbare beschikbare
groeiende wereldbevolking en welvaart, sterke
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
19
November 2010
fluctuaties in de olieprijs en lagere voorraadniveaus
inkopen. Er zal de komende jaren dan ook meer
zullen leiden tot een hogere gemiddelde prijs en
vraag zijn naar duurzame eindproducten en
sterkere prijsschommelingen voor zaden en oliën dan
informatie over de wijze waarop de producten zijn
we in de afgelopen decennia gewend waren. Hogere
geproduceerd. Duurzaamheidsaspecten van de
grondstofprijzen hebben grote consequenties voor het
primaire productie van agrarische grondstoffen
benodigde werkkapitaal in de gehele MVO-keten.
krijgen meer aandacht. Zo is er een groeiende belangstelling voor het beperken van het verlies aan
Globalisering en voortschrijdende
biodiversiteit, zorgen omtrent kinderarbeid en
handelsliberalisatie
andere sociale misstanden of aspecten rechtstreeks
Ondanks signalen van overheden en maatschappelijke
gerelateerd aan de productie zoals vermindering
organisaties wijzend op protectionistische maatregelen
gebruik pesticiden, dierenwelzijn, vermindering
en/of ‘lokale productie’ zullen globalisering en
contaminanten en erosiegevoeligheid van de teelt.
voortschrijdende handelsliberalisatie een belangrijke
Tevens komt er meer aandacht voor het meer lokaal
invloed hebben op de MVO-sector. De in het kader van
‘sourcen’ van grondstoffen (Europa zelfvoorzienend
de WTO (Doha Ronde) beoogde verdere liberalisering
voor wat betreft eiwitvoorziening?).
van de mondiale handel, in het bijzonder de sterke
De consumptie van meer duurzame eindproducten
wereldwijde verlaging van invoerrechten op
zal toenemen. Op korte termijn is het reëel te
plantaardige oliën en vetten, zal de internationale
verwachten dat de levensmiddelenindustrie en
handel in deze producten op middellange termijn een
andere eindgebruikers van oliën en vetten minder
sterke impuls geven. Regionale en bilaterale
duurzaam geachte grondstoffen (o.a. palmolie)
vrijhandelsinitiatieven van de EU met een reeks van derde landen die een sterke positie hebben op de
zullen proberen te vermijden in hun producten.
■ Verduurzaming van de bedrijfsvoering:
internationale markt voor oliezaden, oliën en vetten
Naast aandacht voor de primaire sector zal er ook
(w.o. Oekraïne, Russische Federatie, Mercosur- en
steeds meer gekeken worden naar de
Asean-landen) zullen deze ontwikkeling verder
verduurzaming van de industriële activiteiten, mede
versterken. Deze ontwikkelingen zullen leiden tot
ook door de verwachte hogere prijzen voor fossiele
andere concurrentieverhoudingen tussen
brandstoffen. Speciale aandacht valt te verwachten
productieregio’s, verschuiving van productie, en
op onderwerpen zoals energiebesparing,
toenemende concurrentie en handel. In dit kader is
transportkilometers, vermindering CO2-footprint,
belangrijk op te merken dat de EU ook in de komende
strengere milieueisen t.a.v. afvalwater (temperatuur
periode voor haar eiwitbehoefte sterk afhankelijk zal
en stofconcentraties), lucht (fijnstof, vluchtige
blijven van de invoer van sojaproducten uit derde
organische stoffen), geur- en geluidsoverlast. Onder
landen (m.n. Noord- en Zuid-Amerika) die momenteel
invloed van strengere Europese wetgeving op het
circa 75% van de Europese eiwitbehoefte voor hun
gebied van milieu worden er steeds meer eisen
rekening nemen. Het stimuleren van alternatieve
gesteld aan de productielocaties in Nederland maar
gewassen binnen Europa zal procentueel weinig effect
ook in andere delen van Europa (incl. voormalig
hebben op de importen.
Oost-Europa).
■ Vermindering en hergebruik van afval (sluiten van Duurzame productie en consumptie
de kring):
Onder invloed van discussies rondom
Het verminderen en hergebruiken van afval heeft
klimaatveranderingen en schaarste aan grondstoffen
economische en milieuvoordelen. Tevens krijgt het
en ondersteund door maatschappelijke ontwikkelingen
steeds meer maatschappelijke en politieke
(toenemend overheidsbeleid, activiteiten van
aandacht. Op het gebied van het sluiten van de
maatschappelijke en consumentenorganisaties) zal de
keten zijn nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Te
vraag naar duurzame productie en consumptie de
denken valt aan meer aandacht voor het
komende jaren fors toenemen. Het gaat hier dan
vermindering van restafval (verpakkingsbelasting)
vooral om:
en hergebruik (bijvoorbeeld dierlijk vet, recyclen
■ Duurzame productie van grondstoffen / consumptie
van frituurvet).
van duurzame eindproducten Er is in Europa maar zeker ook internationaal een
Bovengenoemde ontwikkelingen ten aanzien van
groeiende groep consumenten, maatschappelijke
duurzame productie en consumptie zullen geschieden
organisatie en overheden die duurzamer wil
onder druk van overheden (verpakkingsbelasting,
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
20
November 2010
biobrandstofeisen (RED), strengere milieueisen), onder
en consumentenorganisaties voor gezond voedsel.
druk van maatschappelijke organisaties (druk van
Blijvende aandacht voor een gezonde voeding zal met
ngo’s om bepaalde niet-duurzame leveranciers of
name in de westerse wereld leiden tot functional foods
producten te boycotten ) of op initiatief van het
en vraag naar specifieke producten zoals producten
bedrijfsleven zelf o.a. middels de Ronde Tafels voor
met een laag transvetzuurgehalte. Dit leidt
verduurzaming van grondstoffen, convenanten met
waarschijnlijk tot een verdere verschuiving van vast
overheid voor terugdringen van energieverbruik – MJA,
naar vloeibaar vet en een betere vetzuursamenstelling.
eigen doelstellingen voor gebruik duurzame
Ligt momenteel de nadruk op het belang van
grondstoffen (palmolie, soja), initiatieven voor
onverzadigde vetten ten opzichte van verzadigd vet,
verbetering CO2-footprint.
door voortschrijdend wetenschappelijk inzicht zal de komende jaren meer aandacht komen voor de
Transparantie en garanties rondom kwaliteit,
verschillen in verzadigd vet. Oliën en vetten die een
voedselveiligheid en duurzaamheid
relatief gunstigere vetzuursamenstelling hebben, zullen
Onder invloed van bovengenoemde maatschappelijke
in de toekomst een strategisch voordeel hebben. Oliën
ontwikkelingen, het verminderde vertrouwen van de
en vetten met een ongunstiger vetzuursamenstelling
consument in overheid en bedrijfsleven en de
zullen aan imago moeten gaan denken.
groeiende behoefte van de consument naar
De aandacht voor gezondheid kan ook de inzet van
vraaggerichte communicatie (consument zoekt zelf
milde raffinagetechnieken en nieuwe
informatie op het internet) wordt het belang van
scheidingstechnologieën stimuleren. Bedrijven die
transparantie en traceerbaarheid in de gehele
voedingsbestanddelen of producten leveren, zullen
productieketen de komende jaren alleen maar groter.
daardoor met vraaggestuurde productinnovaties voor
Eisen en wensen ten aanzien van kwaliteit,
specifieke doelgroepen (ouderen, mensen met
voedselveiligheid, GGO, duurzaamheid (triple P, CO2-
overgewicht etc) moeten inspelen op het belang van
footprint, fairtrade, vermindering verpakking,
goede en gezonde voeding.
biologisch) en maatschappelijk verantwoord
De claims- en etiketteringwetgeving zal mede als
ondernemen in zijn algemeenheid zullen steeds
gevolg van de inzet van de European Food Safety
strengere eisen stellen aan transparantie,
Autority strenger worden. De behoefte aan ‘evidence
traceerbaarheid en certificering van processen en
based’, onafhankelijk (dus zonder industriële belangen)
producten. Bij verdere globalisering van de productie
onderzoek om te komen tot goede voorlichting en
en handel in agrarische grondstoffen zal aandacht voor
beleid zal daardoor toenemen.
voedselveiligheid niet verminderen. Daarnaast willen burgers maar ook andere eindgebruikers (retail,
Vergrijzende EU-bevolking
industrie) zich steeds beter kunnen informeren over de
Demografische ontwikkelingen zorgen voor een hoger
productiewijze (duurzaamheid, fairtrade, etc.). Gevolg
percentage ouderen in de EU. Dit zal een effect hebben
zal zijn dat aantal en complexiteit van grondstoffen-,
op de vraag naar meer producten met
goederen- en informatiestromen worden vergroot. Het
gezondheidsclaims en/of heeft invloed op portiegrootte
realiseren van transparantie en traceerbaarheid in de
van producten.
gehele keten blijft daardoor een uitdaging en vereist
Vergrijzing in de EU kan ook leiden tot een
meer samenwerking met alle ketenpartijen.
verminderde beschikbaarheid van (specifiek jonge)
Verantwoordelijkheid voor transparantie en
werknemers voor de arbeidsmarkt. Het vinden van
traceerbaarheid komt steeds meer bij de industrie te
voldoende beschikbaar en goed opgeleid personeel zou
liggen. Het proces van de terugtredende overheid zal
een uitdaging kunnen worden.
daardoor extra verantwoordelijkheid bij het Overheid verliest autoriteit en treedt verder terug
bedrijfsleven leggen.
Het vertrouwen van consumenten en burgers in Gezondere eetpatronen
institutionele organisaties (banken, overheid,
In de westerse markten maar ook in opkomende
multinationals) zal verder verminderen. Tevens zal als
economieën (o.a. China) zal meer aandacht komen
gevolg van de economische crisis de komende jaren
voor gezondere eetpatronen. Aandacht voor de rol van
extra bezuinigd gaan worden op overheidsuitgaven
vetten in de voeding zal alleen maar toenemen mede
(incl. ambtenaren). Het proces van de terugtredende
als gevolg van aandacht voor groeiende ziektekosten
overheid zal daardoor worden versterkt. Ook het
i.v.m. vetzucht/obesitas en de aandacht van overheden
bedrijfsleven zal nieuwe manieren moeten vinden om
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
21
November 2010
vertrouwen van de consument te behouden / winnen.
overheidsbeleid (nieuwe Renewable Energy Directive)
Draagvlak en kansen voor zelfregulering zullen
groeien van 2% nu naar 8 tot 10% in 2020. De politiek
toenemen.
hoopt dat een deel van deze doelstelling wordt gerealiseerd met elektriciteit of vloeibare
Genetisch gemodificeerde gewassen
biobrandstoffen op basis van houtige biomassa. Deze
Wereldwijd zal in toenemende mate gebruik worden
vormen van hernieuwbare energie worden extra
gemaakt van genetisch gemodificeerde gewassen. Het
gestimuleerd, maar zijn vooralsnog de eerste jaren niet
totale areaal aan gg-gewassen maar ook het aantal
commercieel beschikbaar. De groei van biobased fuel
variëteiten zal de komende jaren fors blijven stijgen.
zal ook de komende periode sterk bepaald worden door
De introductie van nieuwe variëteiten zal leiden tot
het (Europese) overheidsbeleid. Onderwerpen die zeer
meer oogstzekerheid (beter bestand tegen droogte,
bepalend zullen zijn voor ontwikkeling van de Europese
water, pesticiden, etc.), productieverhoging en tot
biobased brandstoffen zijn: de targets, de
productie van gewassen die beter aansluiten bij de
randvoorwaarden m.b.t. duurzaamheid, ILUC, etc. De
wensen van consumenten en verwerkende industrie
vraag naar biobased fuel zal in de periode tot 2020 de
(verbeterde vetzuursamenstelling, hoger
druk op en voorzieningszekerheid van plantaardige
eiwitpercentage, etc.). De nieuwe generatie ggo’s met
grondstoffen verder versterken en kan daarmee
duidelijke voordelen voor de consument (w.o. gunstige
nadelig zijn voor de food en oleochemie. Alternatieve
vetzuursamenstelling) zal bijdragen aan de acceptatie
grondstoffen zoals jatropha en algen bieden op korte
van genetische modificatie door de Europese
termijn geen substantiële oplossing. Ook bij deze
consument. Acceptatie van ggo’s zal zeer geleidelijk
grondstoffen is de opbrengst gerelateerd aan input van
gaan en zeker niet in alle EU-lidstaten even snel. De
water, nutriënten en energie. Momenteel is er sterke
komende jaren zullen de maatschappelijke voordelen
schaalvergroting gaande waarbij kleine producenten op
van ggo’s duidelijk voor het voetlicht moeten worden
het Europese platteland massaal failliet gaan. Grote
gebracht om consumenten en retail te overtuigen. De
installaties die met het oog op efficiency zijn gebouwd
markttoelating van ggo’s voor de Europese markt zal
in Europese zeehavens kunnen in de toekomst
de komende jaren moeten worden versneld. De eerste
concurrentie verwachten van biodieselproducenten uit
jaren zal Europa achter blijven lopen bij internationale
landen met eigen teelt zoals Argentinië. Grootschalige
ontwikkelingen met het risico van serieuze
biodiesel- en ethanolproductie zal overigens leiden tot
consequenties voor de import van agrarische
grootschalige beschikbaarheid van bijproducten die als
grondstoffen. De EU zal echter ook in de komende
grondstof zullen gaan dienen voor de
periode voor haar eiwitbehoefte sterk afhankelijk
diervoerderindustrie. Deze ontwikkeling zal
blijven van de invoer van sojaproducten uit derde
consequenties hebben voor de huidige afzet van
landen (m.n. Noord- en Zuid-Amerika) die momenteel
sojameel richting de diervoederindustrie. Mocht
circa 75% van de Europese eiwitbehoefte voor hun
biodiesel- en ethanolproductie zich concentreren in
rekening nemen. Het stimuleren van alternatieve
Zuid-Amerika, dan zal dit consequenties hebben voor
gewassen binnen Europa zal procentueel weinig effect
de sojacrush-activiteiten in Europa.
hebben op de importen. De vraag naar non-ggoproducten zal binnen Europa verminderen als gevolg
Biobased economie
van hogere premiums die nodig zijn om bij een
Volgens het kennisnetwerk bioraffinage en het platform
groeiende productie van en handel in ggo-gewassen te
groene grondstoffen zal biomassa in 2030 ongeveer
kunnen blijven garanderen dat non-ggo-stromen
30% van de fossiele grondstoffen voor chemie,
volledig vrij zijn van ggo’s. De markt voor non-ggo-
transport, warmte en elektriciteit vervangen. Voor de
producten zal naar verwachting een steeds kleinere en
MVO-keten betekent dit wellicht een uitbreiding van de
exclusievere nichemarkt worden. De noodzakelijke
afzet van de oleochemie. Een succesvolle introductie
etikettering, druk van NGO’s en beperkte acceptatie
van biobased producten is afhankelijk van een goede
door Europese consumenten lijken belangrijke
prijsstelling en de toegevoegde waarde van de
argumenten voor deze terughoudendheid.
functionele eigenschappen van de biobased producten. De oleochemie vormt binnen de MVO-keten de schakel met non-food/non-feed toepassingen.
Biobased fuel De komende jaren zullen we groei zien in productie en consumptie van biobased of renewable fuel. Vraag naar hernieuwbare biobrandstoffen zal als gevolg van
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015
22
November 2010
Ontwikkeling veestapel in Europa
Commissie verwacht een wereldwijde groei van 9% in
Op Nederlands/Europees niveau zal als gevolg van
2015. Een ontwikkeling die nog in de kinderschoenen
maatschappelijke ontwikkelingen (minder
staat, maar waar wel serieus aan wordt gewerkt, is de
vleesconsumptie, maatschappelijke vragen rondom
productie van kweekvlees. Hierbij wordt spiermassa
vleesconsumptie – dierenwelzijn, milieuaspecten) en
gekweekt in een reageerbuis, zonder dat daar dieren
ontmoedigingsbeleid van de overheid (verbod op
voor nodig zijn. Uiteraard is ook hiervoor input nodig,
uitbreiding van intensieve veehouderij / megastallen,
maar wellicht in een andere vorm en omvang dan de
stimuleren biologische productie, afschaffing subsidie)
huidige diervoedergrondstoffen.
en door druk op de ruimte door een sterke groei van kapitaalkrachtige ruimtevraag voor wonen en
Schaalvergroting
recreëren, de vleesconsumptie op de Nederlandse
De schaalgrootte van transport (over zee) en
markt zich stabiliseren of verminderen en daarmee ook
verwerking (crush / raffinage) neemt internationaal
de vraag naar schroten en oliën en vetten voor
toe. De aanvoer van grondstoffen zoals sojabonen en
diervoer. Een verminderde vleesproductie zal ook
palmolie gebeurt met steeds grotere schepen die
leiden tot een lagere beschikbaarheid van lokaal dierlijk
ligging aan diep vaarwater vereisen. Ook de
vet.
verwerking van bonen en zaden in de productielanden
Wereldwijd gezien neemt de productie van
neemt toe, waarbij de nieuwe installaties vaak veel
varkensvlees toe, vooral dankzij groei in China,
groter zijn en efficiënter werken dan de installaties in
Rusland en Canada. Ook pluimveevlees blijkt in
Nederland. Dit kan er op termijn toe leiden dat alleen
vergelijking tot andere vleessoorten steeds
nog raffinage en verdeling in de EU geschieden.
aantrekkelijker te worden. De concurrerende prijzen en
Strengere milieueisen in Europa en oprukkende
de voorkeur voor wit boven rood vlees leiden tot een
woningbouw kan de uitbreiding van specifiek de crush
groeiende vraag naar dit soort vlees. De Europese
nadelig beïnvloeden.
Toekomstvisie Productschap MVO 2011 – 2015