Een herfstreis door Canada en de Verenigde Staten met als hoofdbestemming
The Greater Yellowstone Ecosystem 24 augustus - 15 september 2015
Zicht over het prachtige ‘Wilmer Bird Sanctuary’, gelegen aan de Columbiarivier
Tekstverslag: Johan Schaerlaeckens, tekstbijdrage: Pierre Adriaensen Foto’s: Pierre Adriaensen, Vital van Gorp, Ad Jansen Reisorganisatie: Travelhome (www.travelhome.nl)
Canada - U.S., 24 augustus - 15 september 2015 Inleiding “Johan, dit jaar trekken we 50 jaar met elkaar op, dat moet gevierd worden”. Deze opmerking van Ad (uiteraard in de kroeg) was de aanleiding voor deze geslaagde reis. Het duurde niet lang of Vital en Pierre maakten het gezelschap compleet. 2 Jaar geleden hadden Ad en ik een geslaagde reis door de Canadese Rockies gemaakt. We besloten om een soortgelijke camperreis te maken. De hoofdbestemming werd nu het “Greater Yellowstone Ecosystem” in de U.S. Gezien onze goede ervaringen met ‘Travelhome’ 2 jaar geleden, namen we weer contact op met hen. Zij regelden de vluchten, de camper en het hotel. Ook gaven ze tal van nuttige adviezen. Het grootste probleem was een periode te vinden waarin we alle vier konden. Dat werd dus in de vroege herfst, niet bepaald de beste tijd.
“Johan, dit jaar trekken we 50 jaar met elkaar op, dat moet gevierd worden”. Deze opmerking van Ad (uiteraard in de kroeg) was de aanleiding voor deze geslaagde reis.
Verwachting en resultaten De beste tijd om vogels en beren te zien in de Rocky Mountains is eind mei en juni. Helaas hadden de meesten van ons in deze tijd andere (reis)besognes. Het werd dus de laatste week augustus en de eerste 2 weken van september. Beren zien wordt dan moeilijker. Vanaf juli zitten ze hoger in de bergen om zich vol te vreten met bessen. Ze ontlopen zo en passant de muggen. Veel vogels zijn vertrokken of hebben hun broedkleed verloren. Het voordeel van deze tijd is
dat de migratie op gang gekomen is en dat de landschappen, in hun herfstkleuren, betoverend mooi zijn: indian summer. Bovendien is het bronsttijd voor de elks (wapiti). Ons hoofddoel was de Yellowstone wolf. Verder hoopten we op grizzly, black bear (zwarte beer), coyote, american badger (zilverdas) en moose (eland). Van de vogels stond voor mij ‘varied thrush’ (bonte lijster) nummer 1. Deze prachtige vogel prijkt op de cover van Sibley’s “Field guide to the birds of Western North America”. Zowel Vital, als Ad, als ik hadden de ‘varied thrush’ tijdens vorige reizen gemist. Roofvogels en hoenders staan ook altijd hoog op het lijstje. De reis overtrof onze verwachting. We zagen tussen de 11 en 15 Yellowstone wolven in zowel Hayden als Lamar Valley (Yellowstone). We zagen ze spelen, vechten, eten, huilen en hun jongen opvoeden. We zagen 3 grizzly’s, 8 black bears (zwarte beer), 4 moose (eland), 2 groepen mountain goats (sneeuwgeit), 3 groepen bighorn sheep (dikhoornschaap). Mule deer (muildierhert), white-tailed deer (witstaarthert), bison en elk (wapiti) waren talrijk. In Waterton hadden we de varied thrush vol in de telescoop. In Teton een jagende american badger. In de Oxbow River Bend hadden we tussen beavers en musk rats een spelende/vissende american river otter. In Waterton zagen we een dusky grouse (blauw sneeuwhoen) en in Red Rock Lakes een prachtige groep van maar liefst 15 ruffed grouse (kraaghoen). We zagen slechts één prairy falcon (prairievalk), één zekere ferruginous hawk (rosse ruigpootbuizerd), slechts enkele sharpshinned (amerikaanse sperwer) en cooper’s hawks (coopers sperwer) maar bald eagle (amerikaanse zeearend), osprey (visarend), swainson’s hawk (prairiebuizerd), red-tailed hawk (roodstaartbuizerd), american kestrel (amerikaanse torenvalk), northern harrier (blauwe kiekendief) en zelfs golden eagle (steenarend) waren tamelijk algemeen. Een regelrechte tegenvaller waren de aantallen steltlopers. We hebben ook weinig geschikte biotopen gezien, het was hier een droge zomer.
Nuttige info De organisatie door Travelhome is perfect, de service professioneel en vriendelijk. Nadat we de reis hadden vastgelegd, hebben ze ons (via de mail) nog enkele malen goed geholpen met bruikbare tips. Zo hebben ze ons geadviseerd om vóór de reis een ESTA (Electronic System for Travel Authorization) aan te vragen. Deze aanvullende reis toestemming heb je nodig voor de Verenigde Staten en is eenvoudig online aan te vragen. Met een camper kun je de ESTA ook bij de grensovergang aanvragen maar dat kost een hoop tijd. We hebben besloten op Calgary te vliegen zodat we, na Yellowstone/Teton, nog de mogelijkheid hadden de Columbia River, Banff en Jasper te bezoeken. We hebben gekozen voor één grote camper (de C 30) i.p.v. 2 kleine. Dit is natuurlijk (veel) goedkoper i.v.m. huur en brandstof. In de grote camper hadden we ook 4 aparte slaapplaatsen. Ook heb je achter de chauffeur en bijrijder goed zicht op het landschap. Goede navigatie in de camper is een aanrader. Pierre had thuis de kaarten van Amerika en Canada gedownload op zijn Mio. Pierre had ook oplaadapparatuur om tijdens het rijden op te laden: een omvormer tot 220 volt, een stekkerdoos en splitter voor 12 voltcontact. In onze camper zaten twee aansluitingen. In de nazomer, vanaf augustus (het seizoen is hier erg kort), is warme kleding aan te bevelen. ’s Avonds en ’s morgens kan het koud zijn en ’s nachts daalt de temperatuur tot onder nul. Check thuis of je in Amerika kunt telefoneren met je mobiel, omdat lang niet alle providers toegang hebben (zoals Ad merkte). Om in de Nationale Parken te komen kun je keuzes maken. Een (1 jaar geldige) Toegangspas voor de nationale parken kost in Amerika € 80,00 per auto, inclusief passagiers. In Canada is dat € 99,00 per auto, inclusief passagiers. Je kunt ook voor een dag of een week betalen.
Om efficiënt te reizen beheerde Ad de pot voor de dagelijkse boodschappen. Tanken, entreegelden betaalde Vital met zijn creditcard. Deze kosten werden voor en na de reis verrekend. Tijdens ons verblijf stond de Canadese dollar op € 0,69 en de Amerikaanse dollar op € 0,90. Boodschappen zijn zo’n 15% duurder dan bij ons. Als je eenmaal gewend bent aan de automaat is het reizen met de camper door Canada en de U.S. ‘a piece of cake’.
Als je eenmaal gewend bent aan de automaat is het reizen met een camper door Canada en de U.S. ‘a piece of cake’, zeker met ervaren camperchauffeurs zoals Ad en Pierre. Pierre (links) zorgde er ook nog eens voor dat we niet van de honger omkwamen. De campers hebben een bergversnelling, zijn sterk en verrassend ruim. Houd wel rekening met het stevige benzine verbruik. 2 Jaar geleden reed de 6 meter lange camper 1 op 5, deze 9 meter lange camper reed 1 op 3 (mijn 6 meter lange camper thuis rijdt 1 op 11). Daar tegenover staat dat de benzine veel goedkoper is dan bij ons. De benzine kostte in Canada: € 0,78 en in Amerika € 0,70. De wegen in Canada en de U.S. zijn uitstekend. Files komen bijna niet voor of het moet een bear-jam zijn. De campgrounds in de Nationale Parken liggen mooi en zijn relatief goedkoop (8 tot € 22 per nacht) maar hebben alleen toiletten en picknicktafels. De commerciële campings zijn duurder (€ 48,- per nacht). In Yellowstone is het zaak tijdig te boeken op de campings. Soms kun je niet boeken en gaat het volgens het principe: “wie het eerst komt….” Zaak is dan om om 08.00 uur te checken of er plaats is. Wild kamperen is streng verboden. De laatste jaren wordt Yellowstone overlopen door toeristen (vooral Chinezen en Japanners). Wetenschappers beweren al jaren aan dat de draagkracht van het park overschreden wordt (qua infrastructuur, aantal campings,
afvalstromen, verstoring, energie- en waterverbruik etc). We hoorden dat het Parkmanagement overweegt het aantal toeristen aan een maximum te binden. De rijkdom aan natuur is fenomenaal en de landschappen zijn overweldigend. Dit geldt niet alleen voor de Rockies: we bezochten vogelrijke meren en prachtige rivieren met brede uiterwaarden.
De rijkdom aan natuur is fenomenaal en de landschappen zijn overweldigend Doordat er in de Nationale Parken niet gejaagd wordt, zijn zowel zoogdieren als vogels vrij tam. Beren lijken zich niets van je aanwezigheid aan te trekken. In sommige Wildlife Refuges wordt wel gejaagd (bijv. Red Rock Lakes), daar zie je nauwelijks zoogdieren. De (High)ways door de Nationale Parken zijn wat drukker dan we hoopten. Het is geen probleem dat je in de berm parkeert als er beren naast de weg grazen. Waar we konden, pakten we bypasses. In mei/ juni heb je overigens veel meer kans op beren omdat ze zich dan tegoed doen aan (vooral) dandelions (paardenbloemen) in de wegbermen. We zagen toen 7 grizzly’s en 17 zwarte beren, nu 3 grizzly’s en 8 zwarte beren. De Amerikanen waren verrassend vriendelijk en hulpvaardig. In de Amerikaanse restaurants is dat zelfs wat overdone: “How are you to day sir? is de geijkte vraag waarbij het antwoord niet afgewacht wordt. Canadezen zijn steeds nieuwsgierig wat je van hun land vindt. Levensmiddelen en bier zijn vrij prijzig. In Canada is bier en wijn alleen te krijgen in zgn. liquour stores. In de Nationale Parken van Canada hebben we vaak vrij overnacht op picknickplaatsen binnen en buiten de parken. Dit durfden we in de U.S. niet aan i.v.m. de strenge controles en torenhoge boetes.
Bronnen
“Field Guide to the birds of North America” van John L. Dunn. ISBN 978-0-7922-53143 “Field Guide to the birds of western North America” van David Sibley. ISBN 0-71366658-7 Mammals of North America, Fiona A. Reid, Peterson Field Guides Road Atlas United States-Canada-Mexico, Mark’s Map Vending. Road Atlas United States-Canada-Mexico, Michelin “Wereldreisgids Canada & Alaska West” van de ANWB: ISBN 978-90-18-03622-5 De Audubon gidsen; “Birds of North America , Mammals, Wildflowers, Butterflies” zijn te downloaden vanuit Play Store en kosten ongeveer € 3,50 per stuk. Vooral de gids over de zoogdieren geeft erg goede informatie. Verslagen op Internet o.a. www.cloudbirders.com Kaarten van Canada en de U.S., kaarten beschikbaar gesteld door Travelhome. Adviezen van de medewerksters van Travelhome Bij de ingang en de infocentra van de parken heb je prima kaarten die vaak gratis te verkrijgen zijn. Ook is er in de infocentra een keur aan boeken te koop.
Travelhome en kosten `Travelhome´ (www.travelhome.nl) organiseert camperreizen over heel de wereld en heeft prijzen in de wacht gesleept als populairste specialistische touroperator. In hun vestiging in Geldrop kregen we uitstekend uitleg over onze camperreis door Canada/U.S. De dames die je helpen zijn zelf ervaren camperreizigers in Canada en de U.S. Ze weten precies waar ze het over hebben. Kosten: Voor de retourvlucht Amsterdam/Calgary – Calgary/Amsterdam + huur camper voor 20 dagen (ongelimiteerd aantal km) + 1 hotelovernachting betaalden we, inclusief belastingen, poliskosten, reserveringskosten, afkoop eigen risico, heffingen etc: € 1362 p.p. We schatten dat we in totaal € 2200,- p.p kwijt waren (inclusief alles). Tijdens de reis gaat het grootste gedeelte op aan brandstofkosten. € 2200 voor een 23 dagen durende reis op een ander continent lijkt ons niet veel.
De bezochte gebieden met hoogtepunten
24-8: Chaam – Amsterdam. Vertrek Schiphol, aankomst Calgary met tussenlanding op Heathrow. 25-8 t/m 26-8: Wyndham-Carseland Provicial Park (Canada): een geweldige plek als eerste kennismaking met de Canadese vogelwereld: Coyote (de enige van de reis), white-faced ibis, veel steltloper-, zangvogel- en spechtensoorten. 26-8 t/m 27-8: Waterton N.P. (Canada): black bear, mountain goat (8 dieren op een helling), varied thrush, dusky grouse, olive-sided flycatcher. Het aangrenzende Glacier National Park werd niet bezocht vanwege de steeds dichter wordende smog ten gevolge van hevige bosbranden. 28-8: Extensieve prairies ten zuiden van Augusta (U.S.): prairy falcon, turkey vulture, western meadowlark, northern harrier, sandhill crane. Je rijdt door prachtige extensieve landschappen. Dit (onverwacht) mooie gebied had meer aandacht verdiend. 29-8 t/m 3-9: Yellowstone (U.S.): grizzly, black bear, wolf (indrukwekkende waarnemingen van in totaal 11 tot 15 verschillende dieren in zowel Lamar als Hayden Valley), moose (w.o. een mannetje met imposant gewei), bison (zeer talrijk), pika (we
zagen de fluithazen fluiten), pronghorn, white-tailed deer, mule deer, elk. Uiteraard bezochten we ‘Old Faithfull’ en het ‘Midway Geyser Basin’. Vele tientallen vogelsoorten. 3-9 t/m 5-9: Teton (U.S.): black bear (moeder met 2 jongen in een rivierbedding), american badger, american river otter, rock wren, golden eagle. 5-9 t/m 7-9: Red Rock Lakes (U.S.): ruffed grouse (groep van 15!!), townsend’s solitaire, ferruginous hawk, huilende coyotes, pronghorn, moose (2 wijfjes). Dit gebied lijkt in functie van de jacht te staan. Nauwelijks zoogdieren, wel een geweldige rijkdom aan vogels, vooral op de meren. 7-9 en 8-9: Bison Range (U.S.): Black bear (langdurige observatie van een moeder die haar 2-jarig jong verjaagt), western meadowlark (heel talrijk op deze prachtige, ongeschonden prairie), townsend’s solitaire. Hier wordt niet gejaagd. De dieren zijn veel tammer (o.a. mule deer, elk, pronghorn en white-tailed deer). Gebied is wel omheind, vooral voor de bisons. Raster lijkt voor herten geen probleem. Er zou een territoriaal paartje poema’s in het park huizen. 8-9 t/m 10-9: Columbia River (Canada): Red fox, pileated woodpecker, commn loon, pied-billed grebe, hooded merganser, wood ducks in prachtkleed. Vooral Wilmer bird Sanctuary is erg goed. 10-9 t/m 13-9: Kootenay, Banff, Jasper (Canada): Grizzly, mountain goat (groep van 10 dieren op 3 meter), bighorn sheep, greater scaup, common loon (roepend). 2 Jaar geleden was dit gebied (in juni) veel beter voor vogels en zoogdieren. 14 en 15-9: Calgary-Heathrow-Schiphol-Chaam: White-tailed jackrabbit tijdens (teugwandeling restaurant Calgary)
Dagverslag In het dagverslag staan alle soortennamen van vogels en zoogdieren in het Engels. In de soortenlijsten staan, behalve de Engelse namen, ook de wetenschappelijke en de Nederlandse namen van alle waargenomen soorten. Van alle bezochte gebieden wordt extra informatie gegeven (cursief en ingekaderd). Alle waargenomen soorten worden in het dagverslag cursief vermeld. Algemene soorten worden niet steeds herhaald. Op maandag 24 augustus is het dan eindelijk zo ver. Om 02.30 druppelen de mannen bij mij binnen. Vital is zelfs een kwartier te vroeg. Knap temeer omdat hij enkele malen heeft aangegeven een uur later te willen vertrekken. Met een Chaams worstenbroodje en warme koffie in de maag rijden we in Vitals auto richting Schiphol waar we bijna stipt op tijd opstijgen richting Heathrow. In London moeten we een paar uurtjes wachten. Om de tijd te doden overhoor ik de mannen met een 100tal foto’s van de moeilijkere vogelsoorten. Vital wint hoewel de anderen niet veel voor hem onderdoen. De vlucht naar Calgary duurt lang maar verloopt probleemloos. We landen om 13.30 uur, enkele uurtjes later dan dat we vertrokken zijn (9 uur tijdverschil). Een taxi brengt ons naar het Travelodge Airport Hotel. Onderweg noteren we de eerste soorten: fox sparrow, american crow, black-billed magpie, house sparrow. Travelhome had ons gewaarschuwd dat het hotel vrij ‘basic’ zou zijn en gekozen is omdat het vlakbij Cruise Canada ligt. Dat ‘basic’ valt ons alleszins mee. Zelfs wereldreiziger Vital laat zich niet misprijzend uit. ’s Avonds bezoeken we een restaurant op wandelafstand van het hotel. De cola’s hebben het formaat van een bloemenvaas. Je betaalt alleen het eerste glas, de rest wordt gratis bijgeschonken. Alleen Vital profiteert hiervan, wij drinken bier. Op dinsdagmorgen 25 augustus doen we het rustig aan. We kunnen de camper pas ’s middags ophalen. Het ontbijtbuffet is overdadig. De meesten kiezen voor een English breakfast; bacon and eggs. De koffie is gratis. Na het ontbijt wandelen we naar ‘Cruise Canada’ in een poging de ophaaltijd te vervroegen. Dat lukt, we kunnen de camper om 12.00 uur ophalen. De camper
is een bakbeest van 9 meter. Het voordeel is wel dat we allemaal een eigen slaapplaats hebben. Cruise Canada in Vancouver was 2 jaar geleden duidelijk beter, zo krijgen we het bestek in een plastic buil aangereikt. De camper zelf maakt een afgereden indruk. We noteren alle krassen en deuken. De tank is half vol dat wil bij deze campers zeggen dat er nog zo’n 100 liter bij kan. De boodschappen in het shopping centre verlopen (zonder onze dames) vrij moeizaam: 28 enorme vuilniszakken zullen voorlopig toereikend zijn en met 24 rollen wc-papier moeten we ook even toekomen. We pinnen Canadese dollars en kopen bier en wijn in een Liquor Store. In Canada is alcohol niet te verkrijgen in een supermarkt. Dan kunnen we eindelijk op weg. Pierre heeft thuis de kaarten van Canada en de U.S. op zijn Mio geladen, een gouden greep zal tijdens de reis blijken. We typen de coördinaten in en chauffeur Ad leidt ons in enkele uurtjes naar Wyndham. Thuis heb ik Wyndham Carseland Provincial Park als eerste bestemming voorbereid (60 km ten zuiden van Calgary). Dit zou een vogelrijk gebied zijn, uitnemend geschikt als eerste kennismaking met de Canadese avifauna.
Wyndham Carseland Provincial Park Het Wyndham-Carseland Provincial Park ligt aan de oevers van de Bow River langs Highway 24 op een hoogte van 900 meter. De oppervlakte bedraagt slechts 240 ha. Het gebied is vooral interessant voor watervogels en visetende soorten zoals belted kingfisher, great blue heron, american pelican en double-crested cormorant. Rond en in het park leven beaver, mule deer, moose, coyote. Vissoorten waarop gevist wordt zijn o.a. brown en rainbow trout.. De dichte oeverbegroeiing zou een paradijs zijn voor tal van zangvogelsoorten. In de open gebieden en langs de oprijzende heuvels zitten maar liefst 6 soorten gorzen. Het gebied zou ook tijdens de trek (nu dus) goed zijn. We rijden langs een beboste natuurcamping en vinden, na 1 km, een plekje langs de rivier (Bow River) met uitstekend zicht over de zich hier uitdijende rivier. We betalen 26 dollar voor de overnachting (geen water, geen stroom, geen douches, wel een zuiver toilet). Pierre bewijst dat zijn observatiedip (als zodanig gediagnostiseerd in Estland) niet chronisch is door onze eerste (en enige) coyote te ontdekken. Het prachtige dier loopt langs de oever aan de overkant van de rivier. Het gebied is enorm vogelrijk. Rond de camper en tijdens enkele wandelingetjes rijven we een rits aan leuke soorten bij elkaar. Om 20.45 uur begint het te schemeren. Waarnemingen Carseland 25 en 26 augustus: canadian goose, red-tailed buzzard, yellowrumped warbler, double-crested cormorant, ring-billed gull (grote groep), american robin, american kestrel, greater yellowlegs, solitary sandpipier, spotted sandpiper, american pelican (2 groepen, gaan op het water zitten: 25 vogels), eastern kingbird, common merganser (groep van 30), barrow’s goldeneye, cedar waxwing (8 vogels bij elkaar), bullock’s oriole, mourning dove, forster’s tern (winterkleed), common tern (winterkleed), yellow warbler, northern goshawk (zou zeldzaam zijn maar regelmatig gezien tijdens de reis), black-capped chickadee, common nighthawk (we zullen deze reis vaak amerikaanse nachtzwaluwen overdag zien, waarschijnlijk migrerende vogels), killdeer plover, great blue heron, swainson’s hawk, northern flicker, downy woodpecker, american goldfinch, white-breasted nuthatch, hairy woodpecker, rough-winged swallow, northern harrier, lincoln’s sparrow, white-faced ibis (helaas gemist door mij), common starling, belted kingfisher, orange-crowned warbler, Coyote (ook huilend in de avondschemering), desert cottontail, mule deer. Ondanks de warme dag is de nacht vrij koud. Op woensdagmorgen 26 augustus maken we een prachtige wandeling langs de rivier en de oooh’s en aaaah’s zijn niet van de lucht bij elke nieuwe soort die zich aanmeldt. Ik zie een bullock’s oriole vliegen die later door Pierre en Vital (in zit) terug gevonden wordt. We komen
een goede vogelaar tegen. Volgens hem is coyote hier algemeen, ook porcupine en zelfs poema (heel zelden) laten zich hier wel eens zien.
Een groep american pelicans zoekt thermiek om hun reis naar het zuiden voort te zetten. Het is niet gemakkelijk om ons van dit prachtige gebied los te weken maar dit is slechts een voorproefje van wat ons nog te wachten staat. Door prachtige, eindeloze extensieve prairies (northern harriers, swainson’s en red-tailed hawks) rijden we over de ‘22’ zuidwaarts richting Waterton N.P. Langs de weg liggen regelmatig mooie meren. We zien turkey vulture, rednecked grebe, barn swallow. Op advies van Vital stoppen we regelmatig: Zijn sappige “We gaan ons niet afjagen mannen” zal een veel geciteerd zinnetje worden deze reis.
Waterton Waterton N.P. ligt 270 km ten zuiden van Calgary en 713 km ten noorden van Yellowstone. In Waterton ontmoeten de prairies van Alberta de pieken van de Rocky Mountains. Waterton is relatief klein (500 km²) maar samen met het U.S. Glacier N.P. vormt het t Waterton-Glacier International Peace Park. Er liggen evergreen forests, prairies, diepe meren en steile bergen. In dit smalle gedeelte van de Rocky Mountains komen de ecosystemen van noord, oost, zuid en west bij elkaar. Er zijn weinig gebieden in de Rocky Mountains met zo’n diversiteit aan soorten (60 zoogdiersoorten, 250 vogelsoorten en 24 vissoorten). Er leven grizzly’s, wolven, elanden en poema’s. Het gebied is ook belangrijk als migratieroute voor talloze zoogdier- en vogelsoorten. De beste plek in het park is de Red Rock Parkway, een van de twee geasfalteerde wegen.
Bij de ingang van Waterton N.P. ligt een mooi meer (Maskinonge Lake) . Dit meer zou vogelrijk zijn. Behalve een groepje clay-colored sparrows zien wij niet veel. We rijden naar de beroemde Red Rock Parkway (2 km ten noorden van het Visitor Centre). Least chipmunk is talrijk. We zien soms meerdere exx langs de weg. Halverwege de Red Rock Parkway ligt het campinkje ‘Grandell Mountain Campground’ heel rustiek aan een riviertje. Beren zien we niet (zwarte beren zouden soms op de camping lopen). Wel krijgen we voor het eerst te maken met de enorme smog van de bosbranden die in Washington en Idaho woeden. De smog ligt als een dikke deken over het prachtige landschap. Op donderdag 27 augustus is het om 6.00 uur reveille. We willen als eersten de Red Rock Parkway afrijden om zo de kans op beren te vergroten. Het is koud met vorst aan de grond. We rijden de geasfalteerde weg langzaam af. We zien weinig dieren en al helemaal geen beren. Op het einde van de weg is een ruime parkeerplaats, waar verschillende wandelingen beginnen. We besluiten een gedeelte van de ‘Goat Lake Trail’ af te wandelen. Dat blijkt een goede beslissing. We kunnen weer een aantal soorten aan de lijst toevoegen: american dipper (bij het bruggetje). De Amerikaanse waterspreeuw demonstreert uitgebreid zijn vaardigheden.
De Amerikaanse waterspreeuw demonstreert uitgebreid zijn (onder water) vaardigheden. In het prachtige boreale bos zien we: gray jay en golden crowned kinglet (groepje). Dan een mega waarneming: In het topje van een boom ontdek ik een prachtige varied thrush (een van Canada’s mooiste vogels en 2 jaar geleden gemist). Vital taped de vogel dichterbij zodat we hem uitstekend door de telescoop kunnen bekijken. We snappen nu waarom deze vogel op de cover van Sibley’s Field Guide staat afgebeeld. Verder: wijfje elk, goshawk, cooper’s hawk (ook prachtig in zit), groep bighorns (op de parking), red squirrel, least chipmunk en golden mantled ground squirrel, three-toed woodpecker (een lang gezochte lifer voor Pierre), red
crossbill, dusky grouse (prachtige waarneming van deze korhoengrote hoenderachtige op de trail), white-crowned sparrow (parking), dark-eyed junco (algemeen) en red-naped sapsucker, Na deze prachtige wandeling rijden we naar Waterton Village. Op de hier gelegen camping gaat Pierre (traditiegetrouw) op onderzoek uit met als gevolg dat we allemaal kunnen douchen. We relaxen nog even (met een ijsje) in de zon en voegen een 15tal franklin’s gulls aan de lijst toe (Waterton Lake). Boven ons hangen roepende ravens. Pierre en Ad wandelen in de richting van mooie live muziek en komen terecht bij een concert van ‘Duck’; die Canadese countrymuziek speelt. Ad koopt zelfs een cd’tje. Na deze aangename verpozing besluiten we een ander deel van het park te bezoeken. Over de Akamina Parkway rijden we richting Cameron Lake. Al gauw is het prijs. Langs de kant van de weg loopt onze eerste black bear. We denken dat het een jong beest is. Op de parking van het meer zijn gray jay en stellers jay handtam. De fotografen zijn niet meer te houden. Ik speur met mijn telescoop het reusachtige meer af en ontdek aan de achterkant een yellow-billed loon. Op de typische duikermanier gaat hij regelmatig voor langere tijd onder water. Om beurten kijken we door de telescoop. Iedereen is opgetogen en niemand bestrijdt deze prachtige waarneming totdat, een kwartiertje later, Vital me terloops vraagt: “Johan, kun je tegen kritiek?” Hij is ergens op uit natuurlijk. Ik ben op m’n hoede. Wat blijkt: Hij heeft zojuist vlakbij een aalscholver zien landen en de geelsnavelduiker ligt er niet meer. Zijn implicatie is duidelijk. De geelsnavelduiker zou een aalscholver geweest zijn. Ik zoek het meer nog een tiental minuten vergeefs af naar de duiker: “Nee Vital, ik kan niet tegen kritiek”. Het zou de eerste keer zijn dat ik een duiker met een aalscholver verwar. Na dit intermezzo rijden we terug naar de Red Rock parking met de bedoeling daar te eten en dan in de schemering richting camping te rijden; zo meer kans op beren denken we. Pierre tovert in no time een 3-gangen diner op tafel. Spelende chipmunks en goldenmantled ground quirrels zijn (samen met american dipper) weer ter plaatse en boven ons vliegt een red-tailed hawk.
De golden mantled ground squirrel is een zekerheidje op picknickplaatsen en campings
Terug op de camping genieten we nog even van een chipmunkshow en enkele rouwmantels. Op vrijdag 28 augustus staan we vroeg op maar onze drieste plannen worden snel gedwarsboomd. We ontdekken dat de fototas van Pierre met daarin de camera van Ad niet meer in de bus staat. Een grondige analyse leert dat we de tas op de Red Rock-parking vergeten zijn. De snelle rit is vergeefs: geen fototas. Nu we toch hier zijn, plakken we er toch maar een wandeling aan vast. We nemen nu de trail die naar de Blakiston Falls leidt. Het verlies van zijn fototoestel weerhoudt Ad er niet van een groep van 8 mountain goats hoog in de bergen te ontdekken. Helaas slaagt de zon er niet in om door te breken door de steeds dichter wordende smog. De bosbranden woeden nog steeds. We kunnen de dieren lang volgen als ze de helling afdalen naar de rivier. Met één telescoop is het soms even wachten tot je aan de beurt bent. Als sommigen zich wat teveel telescooptijd toe-eigenen beginnen we met aftellen. Een doeltreffende remedie voor de rest van de reis. In het topje van een dode naaldboom ontdekken we een grote vliegenvanger. Het kost niet veel moeite die te determineren als de zeldzame olivesided flycatcher. De rivierwandeling levert nog red-tailed hawk, belted kingfisher en coopers hawk op. Tijdens de terugrit ontdek ik een adulte grazende black bear op een helling. Door de telescoop zien we dat de beer niet zo maar willekeurig graast. Op subtiele wijze worden de planten van hun besjes/bloemknoppen ontdaan, een voor een zelfs, een monnikenwerk. Als de beer de helling afdaalt, staan we paraat. Zoals verwacht komt hij pal voor ons de weg op. Niet ernstig verontrust bekijkt hij ons een paar keer maar hij doet zich weer snel tegoed aan de overvloedige bermbeplanting.
Zoals verwacht komt de beer pal voor ons de weg op. Niet ernstig verontrust bekijkt hij ons een paar keer maar hij doet zich weer snel tegoed aan de overvloedige bermbeplanting. We volgen hem (op respectabele afstand) tot hij weer de bush ingaat. We wensen hem succes toe. Hij heeft nog maar een paar weken om zoveel eten binnen te werken dat hij de winter(slaap) overleeft. Na deze vruchtbare ochtend checken we bij de campingreceptie en het infocentrum van Waterton of de tas teruggebracht is. Helaas. We verzoenen ons al met het verlies. Als enig
overblijvende landschapsfotograaf komt er dan een zware druk op Vitals schouders te liggen. Ad en Pierre ondernemen nog een laatste poging in het politiebureau van Waterton. De dienstdoende politieman is nog even bezig met een verloren gelopen driejarig jongetje. Dan krijgen Ad en Pierre de gelegenheid de fototas met inhoud te beschrijven. Na enkele seconden houdt de politieman de tas met inhoud omhoog. De tas is gevonden en teruggebracht. Er zijn nog eerlijke mensen op de wereld. Tijdens de brunch op de Waterton-camping valt een voorstel van Vital in goede aarde. Vanwege de alsmaar dichter wordende smog besluiten we het aangrenzende Glacier N.P. over te slaan en meteen richting Yellowstone te rijden. Een juiste beslissing, zo zou achteraf blijken. Onderweg noteren we ring-necked pheasant en eurasian collared-dove, beide exoten. Ondanks alle wilde verhalen over camperinspecties bij de Canada/U.S.-grens verloopt de passage soepel. Onze Esta-documenten doen hun werk. De camperinspectie is kort zodat we na een kwartiertje verder kunnen. Op goed geluk overnachten we in Augusta, een western stadje met een heuse rodeo. Na een tip van een Australische (!!!) brandweerman vinden we een uitstekend restaurant. De mannen betrappen me erop dat ik de Tbone steak niet met de van mij bekende gulzigheid aanval, een omen? Inderdaad, op zaterdagmorgen 29 augustus constateer ik dat de dichte smog zijn werk heeft gedaan. Hoestbuien en lichte koorts doen me besluiten een dokter te bezoeken. Die vinden we 80 km verderop in Helena. Vanaf Augusta rijden we door prachtige prairies. We stoppen regelmatig en zien onze eerste (4) pronghorns. Verder veel northern harriers (bijna allemaal jonge vogels), prairy falcon (de enige van de reis!!), gray catbirds, turkey vultures, brewer’s blackbirds, american kestrels, sandhill cranes, american pipits, prachtige western meadowlarks, swainson’s hawks (talrijker dan red-tailed), red-tailed hawks en groepen brown-headed cowbirds). Op deze prachtige vlaktes zien we zelfs eerste pronghorns. In Helena zijn we enkele uurtjes kwijt. De huisartsen zetelen hier in een ziekenhuis. Na een grondig onderzoek (lichte longinfectie) doen de voorgeschreven medicijnen snel hun werk. Ondertussen doen Vital en Ad boodschappen. Ze brengen van alles mee behalve wat er op Pierres lijstje staat. Vital ontpopt zich als groenteboer. Met een grote variëteit aan fruit zorgt hij dat we de nodige vitamines binnen krijgen. Vooral de druiven zijn van ongekend goede smaak. Van de appels krijgen we nooit veel mee omdat die binnen de kortst mogelijke tijd door hemzelf verorberd zijn. Langzaam veranderen de steppes in heuvelland, we naderen Yellowstone. Niet ver voor de ingang van Yellowstone vinden we de prachtige Canyon Camp Ground met een geweldig uitzicht over het rotsgebergte. Boven de rotsen hangen 2 golden eagles.
Yellowstone Het Yellowstone National Park omvat het reuzendeel van het Greater Yellowstone Ecosystem. Het park is 9000 km² groot. De gemiddelde hoogte bedraagt 2350 m. Het is een Nationaal Park sinds maart 1872 en is daarmee het oudste Nationale Park ter wereld. Yellowstone ligt voor het grootste gedeelte in de staat Wyoming maar loopt door tot in de staten Montana and Idaho. Het park kent veel ecosystemen maar het grootste gedeelte wordt ingenomen door subalpiene naaldbossen. Het Yellostone National Park is in feite een slapende supervulkaan met talloze actieve geisers en warmtebronnen. Men vreest dat als de vulkaan uitbarst een groot deel van de Verenigde Staten bedekt zal worden met as. Het noordelijk halfrond zal dan te maken krijgen met een nieuwe ijstijd. Elk jaar wordt Yellowstone getroffen door bosbranden. In 1988 brandde ⅓e deel van het park af. Yellowstone is Amerika’s grootste en spectaculairste natuurgebied. Het park is niet alleen beroemd vanwege de unieke combinatie van warmtebronnen maar er huizen ook spectaculaire dieren zoals poema, grizzly, grijze wolf en bizon. Yellowstone is de enige plaats in de U.S. waar zich een kleine populatie (slechts 50 dieren) van de wilde amerikaanse bison wist te handhaven na de enorme slachting door de eerste pioniers.
Het is nog vroeg als we op zondag 30 augustus Yellowstone binnenrijden. Nog vóór de ingang hebben we groepjes elks. Ik ben licht gespannen. Gaan we wolven zien? Gaan we grizzly’s zien? Bij de ingang van het park horen we dat de beroemde camping ‘Slough Creek’ in Lamar Valley al dagen vol zit, daar waren we een beetje bang voor. Geen probleem; de camping bij ‘Lower Falls’ ligt ook vrij strategisch. Vrij overnachten is verboden en ook niet aan te raden i.v.m. de torenhoge boetes.. Doordat we alles door vieren kunnen delen zijn de entreegelden een schijntje (7,5 dollar p.p. voor een week). In de camper maakt een doordringende rioollucht ons duidelijk dat we vuil water moeten lozen. Over een mooie hooggelegen route (tot 2650 meter) rijden we eerst naar Canyon Village. Onderweg zien we groepjes elks, red-winged blackbirds, american kestels, pronghorns en de eerste bisons. Op de meertjes drijven ring-
necked ducks, common coots, little grebes, en mallards. Boven de vlaktes jagen northern harriers. Door Ads technische vaardigheden is het lozen een fluitje van een cent. In het infocentrum in Canyon Village kunnen we naar het thuisfront mailen en ons op de hoogte stellen van het laatste wereldnieuws. Ad krijgt geen verbinding met zijn Aletta maar mijn tablet en Pierres mobieltje bieden uitkomst. Op geraffineerde wijze weten Vital en ik een sobere campermaaltijd te ontwijken. Op de Tower Fall campground ontdekken we pine siskin, mountain chickadee en clark’s nutcracker. Na een tip van een Amerikaan gaan we op zoek naar Floating Island. Hier zouden veel vogels zitten. We krijgen het gebied niet gevonden maar als we van Norris terugkeren staan er allerlei voertuigen op de weg en in de berm: onze eerste bear jam en nog wel een grizzly.
Zo’n eerste grizzly maakt altijd een geweldige indruk, vooral als hij recht naar je toe komt gelopen zoals hier. De schouderpartijen, de grootte, de kopvorm en de kleur onderscheiden hem van de zwarte beer. We hebben geluk: een enorm mannetje komt door het bos onze richting uitgelopen en steekt pal voor de camper de weg over. Ondanks zijn simpele toestelletje produceert Vital een prachtig filmpje. Pal links van ons begint de grizzly verwoed te graven. Ook hij moet zorgen dat hij voldoende voedsel binnen krijgt. De winter is nakende. Ads fototoestel maakt overuren. Even verder staan er weer een aantal auto's kris kras op de weg. Dit keer betreft het een Moose Jam. Een geweldige moose met imposant gewei graast aan de rand van het bos. We naderen het dier te voet maar we kunnen hem niet fotograferen. Jammer want zo’n kolossaal gewei heb ik nog nooit gezien. Bij een rotsformatie ontdekken we white-throated swifts die hun jongen nog voeren. ’s Avonds rijden we naar Lamar Valley, een eerste poging om wolven te spotten. Op en naast de weg lopen bisons. Op de vlaktes tientallen pronghorns en groepjes elks. Op de uitkijkpost is het druk. We zien mountain bluebirds, 100den bisons en groepjes elks. De mountain bluebirds zijn hun prachtkleed kwijt. Hoe we de vlaktes ook afturen, we zien geen wolven. Geen ramp want het hoeft niet allemaal op één dag te gebeuren. Op de terugweg (het is al donker) moet Ad vol in de remmen. Pal voor de auto staat een enorme bizonstier op de weg. Even later ben ik blij dat ik de 9-meter lange camper niet hoef te parkeren maar voor Ad (met aanwijzingen van Pierre) is het een fluitje van een cent.
Pal voor ons steekt hij de weg over……
…..en begint verwoed te graven. Grizzly’s zijn in deze tijd constant voedsel aan het zoeken om op te vetten om zo (in diepe winterslaap) de winter door te kunnen komen. Let op de enorme voorklauw. Eén klap hiervan en je hersens spatten in het rond. Toch zijn in Yellowstone wandeltrails uitgezet. Ontmoetingen van wandelaars met beren zijn dan ook niet uitzonderlijk.
Op maandag 31 augustus staan we om 5.45 uur op. We willen op tijd bij de wolven zijn. Ontbijten doen we ginder. Ben blij dat de mannen mijn Estland modus moeiteloos overnemen. Het is berenkoud maar kraakhelder. Onze snelle rit wordt gestuit door op de weg lopende bisons. Eenmaal ter plaatse staan er tientallen wolfwatchers. We horen dat het territoriale wolfpack (met jongen) gisteren het gebied heeft verlaten. Hoe je dit zo stellig kunt beweren, blijft voor mij een raadsel. De opkomende zon schildert het landschap in adembenemende kleuren. Bij gebrek aan wolven gaan de fotografen als gekken te keer. Ik weet niet beter dan hen te voorzien van hete koffie. Sommige watchers kijken ons wat jaloers aan, zeker als ze de gebakken eitjes ruiken. Tijdens de koffie ben ik blij dat we zowel grizzly, black bear en moose in de pocket hebben. Ik ben niet graag verantwoordelijk voor een mislukte reis. Wolven kunnen wel eens moeilijk worden (denk ik toen nog). Licht teleurgesteld rijden we naar het infocentrum van Canyon Village en krijgen nog wat nuttige info. Vervolgens gaan we Hayden Valley verkennen. De weg langs de Yellowstone rivier is geweldig en rijk aan vogels. We stoppen bij elk uitzichtpunt: bald eagle (meerdere vogels ook in zit ), osprey (meerdere), trumpeter swans (kleine groepjes), blue-winged ducks, pintails, green-winged teal, american avocets, canvasback (groep), canada goose, clark’s nutcracker, chipping sparrows, red-winged blackbirds en american pipit. Als echte toeristen mengen we ons tussen de vele Japanners en Chinezen en bewonderen de vulkanische verschijnselen van Yellowstone: De zwavelgeur van de Solfataren (modderpotten) en de Fumarolen (nevelpluimen) valt best mee. Wat verderop zien we, in een stroomversnelling, behalve american dipper en belted kingfisher, een groep van 14 harlequin ducks. De prachtige mannetjes zijn in winterkleed maar je kunt nog altijd het verschil met de wijfjes zien. Prachtig hoe hun lijfjes moeiteloos anticiperen op het snel stromende water. We kunnen ze helermaal goed bekijken en fotograferen als ze op een eilandje gaan rusten.
Harlequin ducks: De mannetjes zijn in winterkleed maar je kunt nog altijd het verschil met de wijfjes zien. Prachtig hoe hun lijfjes moeiteloos anticiperen op het snel stromende water.
Op de terugweg noteren we nog meer bald eagles en ospreys. Dan stuiten we weer op een jam. We hopen op grizzly. En inderdaad; op de vlakte is een adulte grizzly voedsel aan het zoeken. We beklimmen een heuveltje om hem beter te bekijken. Deze beer is verder weg dan de eerste zodat er weer filevorming achter de telescoop ontstaat. Om Vital te plezieren eten we in een Amerikaanse variant van een Belgisch friteskot. Hoewel hij zich dapper houdt en niet klaagt, hebben we de indruk dat hij behoorlijk moet wennen aan ons karige bestaan. Tegen de avond rijden we terug naar het wolven uitkijkpunt in Hayden Valley (na Lamar Valley is Hayden Valley de beste plek voor wolven). De grizzly is nog altijd op zijn post. Om 19.00 uur staan we op onze post. Enkele malen wordt er (vals) alarm geslagen door wolfwatchers. We nemen maar niet de moeite om ze duidelijk te maken dat er niets te zien is als wij niets zien. Duidelijk is dat de wolven tegen de avond uit het bos moeten komen. Het is dus zaak voortdurend de bosrand af te turen. Bald eagles en northern harriers krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Met kijker en telescoop scan ik voortdurend de bosrand maar het is Pierre die 2 wolven achter een groep grazende bisons ziet rennen. “We’ve got them” imiteren we George double U. Het duurt niet lang of we hebben de wolven in de telescoop. De waarneming is kort en ver weg maar de hoofdbuit is binnen. Het is al donker als we terug naar Tower Falls rijden. De weg is donker en bochtig. Bovendien moet je voortdurend bedacht zijn op overstekende dieren. Een frontale botsing met een tot 900 kg wegende bizonstier is niet wat je moet hebben. Op de camping krijgen we problemen met Zwitsers die op onze plek willen gaan staan. Ze zouden de plek gereserveerd hebben. Pierre maakt (tamelijk fel) in niet mis te verstane woorden duidelijk dat ook wij voor 2 dagen gereserveerd en betaald hebben. Te fel volgens de Zwitsers: “We don’t want to talk with him”, zeggen ze tegen de meer diplomatieke Ad. Er moet zelfs een ranger aan te pas komen. Voor mij was de uitslag vóór de discussie al duidelijk. Ze krijgen ons niet van deze plek af, hetgeen geschiedde.
Bisons zijn talrijk in Yellowstone. Ze zijn gewend aan mensen en niet moeilijk te fotograferen. Yellowstone was een van de laatste plaatsen waar de bizons konden overleven nadat er in de 19e eeuw tussen de 30 en 60 miljoen waren afgeknald door de blanken. Na op de rand van uitsterven te hebben gestaan, leven er nu weer zo’n 30.000, nog altijd maar een fractie van de oorspronkelijke populatie.
Het is paartijd en de mannetjes kunnen dan wat humeurig zijn. Elk jaar worden er wel enkele toeristen gedood die de bisons te dicht benaderen. Ondanks de lethargische indruk die ze maken, kunnen ze verrassend snel zijn. Er staan dan ook vele waarschuwingsborden (links) om de dieren niet te benaderen om ze te fotograferen. Rechts het resultaat. Ook op dinsdag 1 september staan we om 5.30 uur op. Het is ijzig koud, windstil, zonnig en kraakhelder: wolvenweer. Ook nu stellen we het ontbijt uit. We rijden naar Lamar Valley in een poging wolven van dichterbij te zien. We zijn nog maar net ter plaatse of we horen de pack huilen: kippenvel. Vital laat van de weeromstuit zijn kopje koffie uit zijn handen vallen. Nu duurt het niet lang of we hebben, redelijk dichtbij, het zwarte alpha mannetje met een grijs wijfje. De telescoop wordt door sommigen onevenredig lang in beslag genomen zodat we het hardop aftellen weer invoeren. Juist op het moment dat ik door mijn telescoop kijk, heft het zwarte mannetje zijn kop op en begint te huilen. Het door merg en been dringende gehuil bereikt ons 1,5 seconde later. Voor mij het hoogtepunt van de reis. Natuurlijk is er nog veel meer te zien wat (terloops) door de betreffende waarnemer gemeld wordt: swainson’s hawk (in zit), osprey (in zit), bald eagle, northern harrier (verrassend talrijk, veelal jonge roodbruine vogels) en (uiteraard) groepjes pronghorns, bisons en mule deer.
Met een kopje koffie in de hand naar wolven kijken, wat wil je nog meer???
De pronghorn (gaffelbok) was verrassend talrijk in de dalen van de Rockies. Na het jachtluipaard is de gaffelbok het snelste landdier op aarde. Wetenschappers denken dat hun snelheid evolueerde door de aanwezigheid van de amerikaanse cheetah. Men vermoedt dat deze cheetah 12000 jaar geleden is uitgestorven.
Het witstaarthert was zeldzamer. Als witstaartherten vluchten voor poema of wolf heffen ze de staart op waardoor de grote witte spiegel zichtbaar wordt. Dit (gevlekte) jong probeert alvast een povere voorstelling te geven.
Na dit wolvenspektakel rijden we Lamar Valley helemaal af. Het landschap is indrukwekkend. Op de overstromingsvlaktes grazen bisons, pronghorns, mule deer en elks. We stoppen regelmatig bij picknickplaatsjes en maken korte wandelingetjes: 2 golden eagles (niet ver van de northeast entrance), osprey, bald eagle, turkey vulture (5 vogels), sharp-shinned hawk (super klein mannetje), white-crowned sparrow (talrijk), red squirrel, dark-eyed junco en mountain chicadee. De tweede campground in Lamar Valley “Pebble Creek” ziet er goed uit maar zit waarschijnlijk ook vol. Bovendien hebben we al besloten vanavond weer naar Hayden Valley te gaan. De camping in Canyon Village ligt voor dit doel strategischer. Onderweg bezoeken we “Floating Island” met ruddy duck, eared grebe. Pierre sleurt een prachtige yellow-headed blackbird (een moerasmerel) uit het riet aan de overkant van het meer. We komen uiteindelijk terecht op de “Fishing Bridge RV Park” (54 dollar). Hier staan vooral bakbeesten van campers, niet bepaald onze stijl maar we durven in Yellowstone niet goed illegaal te overnachten. Bovendien kunnen we hier vuil water lozen en vers water tanken. ’s Avonds rijden we weer naar Hayden Valley. We vinden het te druk op het wolven uitkijkpunt. We rijden 500 meter verder. Ook hier krijgen 2 zwarte wolven, 1 grijze en 1 bijna witte wolf uitstekend in beeld. Boven de vlakte hangen (tussen de northern harriers) 5 common nighthawks, waarschijnlijk migrerende vogels. Charmeur Ad is (zoals altijd) al gauw het middelpunt van groepjes toeristen. Hij is (groot)meester in het aan zich binden van vreemde mensen. In dit geval vriendelijke Amerikanen. Hij toont (veinst?) oprechte belangstelling, en weet op het psychologisch juiste moment met gevatte antwoorden te komen. In zijn enthousiasme laat hij zelfs de wolven voor wat ze zijn, ons zo meer waarnemingstijd gevend. Op woensdag 2 september staan we om kwart voor 6 op. We gaan voor de laatste keer naar de wolven. Juist deze dag krijgen we het mooiste wolvenspektakel te zien. Vital en ik ontdekken resp een zwarte en een grijze wolf. Na een half uur hebben we zelfs prachtig zicht op een pack wolven bij een karkas. Ze hebben afgelopen nacht toegeslagen. We zien 2 adulte zwarte, 2 adulte grijze wolven en 4 jongen (w.o. 1 zwarte). We zien de jongen (van de grijze dominante wolvin) om voedsel bedelen, spelen en de oude wolven lastig vallen. Ook de volwassen wolven hebben soms zin in een spelletje. We kunnen ze meer dan een uur bekijken. We hebben zoveel waarnemingstijd dat we Amerikaanse en Chinese toeristen door de telscoop laten kijken. Ze zijn dolblij. Sommigen van hen maken zelfs een vreugdedansje. Gekscherend rekenen we 5 dollar per kijkbeurt. Ons wolvenavontuur heeft meer gebracht dan waar we op gehoopt hadden. We rijden naar Yellowstone Lake voor een laat ontbijt met gebakken eieren. Pierre weet inmiddels precies hoe ieder zijn eitje gebakken wil hebben. Op het meer zien we (waarschijnlijk door de hoogte) weinig vogels: ring-necked ducks en californian gulls. Van wolfwatchers transformeren we ons moeiteloos tot toeristen. We hebben nog altijd geen werkende geisers gezien. “Old Faithfull” mag natuurlijk niet ontbreken op het programma. Trouw (=faithfull) blaast hij om de 60 tot 80 minuten hete dampen in de lucht. Old Faithfull geldt als de grootste attractie van het park. Eén uitbarsting (5 tot 10 minuten) kan tot 32.000 liter kokend water zo'n 56 m hoog spuiten. Als we aankomen, zitten er vele 100den toeschouwers op de banken. Het lijkt wel een voetbalwedstrijd die op punt van beginnen staat. De geiser heeft op ons gewacht. We zijn er net enkele minuten als de geiser begint te spuiten. Na dit imposante schouwspel bezoeken we het Midway Geyser Basin ( met 2 luid roepende ospreys en bald eagle) met de Grand prismatic Spring, een andere bekende geiser in Yellowstone. De waterbron zelf heeft een diepblauwe kleur omdat het water volmaakt helder is. De onvoorstelbare kleurenpracht aan de randen wordt veroorzaakt door bacteriën. Hier is het water voldoende afgekoeld. De vreemde kleuren geven een buitenaards gevoel. Wetenschappers denken trouwens dat deze vorm van leven ook op andere planeten mogelijk is omdat deze bacteriën geen zuurstof nodig hebben. Mogelijk vormen ze zelfs de bron van het leven zoals wij het kennen.
Twee foto’s van de geisers in Yellowstone. De bovenste betreft de beroemdste geiser ‘Old Faithfull’. Van de vele geisers is dit de meest actieve. Trouw (vandaar ‘faithfull’) blaast hij om de 60 tot 80 minuten hete dampen metershoog de lucht in. Een andere bekende geiser in
Yellowstone is de ‘Grand prismatic Spring’. De waterbron zelf heeft een diepblauwe kleur. De vreemde kleuren aan de randen worden veroorzaakt door bacteriën. Hier is het water voldoende afgekoeld. De vreemde kleuren geven een buitenaards gevoel. Wetenschappers denken ook dat deze vorm van leven ook op andere planeten mogelijk is omdat deze bacteriën geen zuurstof nodig hebben. Mogelijk vormen ze zelfs de bron van het leven zoals wij het kennen Het wordt tijd om afscheid van Yellowstone te nemen. We rijden naar de South Entrance. Op de rand van het park liggen de Lewis Falls, 3 km voorbij de Lewis Campground. We zien cliff swallows, belted kingfisher, cassin’s finch, williams’s sapsucker, lincoln’s sparrow, american kestrel en bald eagles. We troosten een jongedame die wanhopig op zoek is naar haar vriend die even is gaan vissen. Een uur later is ze nog aan het zoeken, zelfs wij beginnen ongerust te worden. Een keer uitglijden en je wordt meegesleurd door het woeste water. Het schemert al als hij eindelijk op komt dagen, zich van geen kwaad bewust. Na een korte, felle woordenwisseling vallen ze elkaar hartstochtelijk in de armen. Wij applaudisseren. Bij een van ons roept dit de eerste heimwee kriebeltjes op. Op Lewis Campground is het heel rustig. We gaan een keertje vroeg naar bed. Het wolvenavontuur is ten koste gegaan van de nachtrust. We slapen de volgende ochtend uit tot 7.30 uur. De organisatie m.b.t. het campergebeuren verloopt inmiddels soepeltjes. Omdat we zo’n 40 tot 50 jaar met elkaar optrekken, hoeven er geen afspraken gemaakt worden. Het is simpel gebruik maken van elkaars sterke kanten. Vital: landschapsfotograaf, cineast, man van de creditcard, kuiser, afwas, recensent restaurants. Johan: tourleader, afwas en hawkeye. Pierre: hoofdkok, hoofd inkoop, landschapsfotograaf en chauffeur. Ad: Kok, chauffeur, telefotograaf, kasbeheerder, charismatische contactlegger en technicus. Op donderdag 3 september vertrekken we pas om 9.00 uur. Het is weer even geleden dat we pal na het opstaan ontbeten hebben. Bij de brug zien we, behalve belted kingfisher en osprey, een red-naped sapsucker. In Nederland hebben wij deze groep spechten niet. Misschien zijn er wel sapsuckers in Nederland maar dat zijn geen spechten. Op Internet heb ik een plek (1 km voorbij de brug/waterval) gevonden waar pika’s zouden zitten. Ter plaatse turen we de hellingen af: geen pika’s. Nauwelijks 500 meter verder komen we bij een rotsformatie die er veel geschikter voor pika’a uitziet. Na een tijdje turen attendeert Ad ons op een fluitend geluid, dat wel eens van pika’s (fluithazen) kan zijn. We zien ze niet maar Ad blijft volharden en…. met succes. We krijgen de koddige diertjes prachtig in de telescoop. We zien ze het fluitende geluid maken. Ook zij zijn bezig met het aanleggen van hun wintervoorraad. We noteren nog altijd nieuwe (reis)soorten: black swift, een zeldzame rots broedende gierzwaluw die nog niet naar het zuiden is. Door de South Entrance rijden we via de Rockefeller Memorial Parkway naar Colter Bay Village in Grand Teton.
Grand Teton Grand Teton grenst aan Yellowstone en behoort tot het ‘GreaterYellowstone Ecosystem’. Het park ligt boven de 2000 meter met een hoogste top van 4200 meter. De grootte is 1.255 km². Het laagste punt is 1.935 meter (zuidgrens). De Grand Teton Mountains vormen een van de jongste bergketens van Noord-Amerika. De 130 kilometer lange Teton Range heeft geen voorgebergte, de bergen rijzen direct naast de vloer van de vallei omhoog (“where the mountains meet the prairie”). De tongen van de gletsjers bereikten vroeger de valleien waardoor zich veel mooie meren hebben gevormd. De Jackson Hole vallei is 72 kilometer lang en 10 tot 20 kilometer breed. Er leven hier erg veel vogels en wilde dieren, waaronder poema’s, zwarte beren, grizzly’s , elanden en prairiewolven.
De 130 kilometer lange Teton Range heeft geen voorgebergte, de bergen rijzen direct naast de vloer van de vallei omhoog (“where the mountains meet the prairie”). De naam “Village” in Colter Bay Village is eigenlijk misplaatst. Het is meer een toeristencentrum met een benzinepomp, supermarkt, infocentrum, cafetaria, restaurant en een (mooi afgelegen) rustige campground. In het infocentrum krijgen we deskundige uitleg. Het slechte nieuws is dat de mooiste weg in het park de “Moose Wilson Road” voor campers niet toegankelijk is. Rond het centrum vliegen veel barn swallows. Ad en ik gaan op onderzoek uit en constateren dat we in de cafetaria voor 8 dollar kunnen eten. Als Pierre en Vital ter plaatse zijn, lopen we echter abusievelijk het restaurant binnen waardoor we wat meer kwijt zijn. Als we de camping geïnspecteerd en gereserveerd hebben, rijden we via Willow flats (bank swallow, ruddy ducks, american wigeons, osprey, lesser scaups) naar de Oxbow Bend Turnout in een poging voor de American river otter. Voor otters is het bij aankomst nog te vroeg. We zien trumpeter swans, canada geese en american pelicans. We rijden de weg verder af en slaan de Pacific Road in. We rijden door uitgestrekte sagevlaktes met sage sparrows, vesper sparrows, american kestrel, mountain bluebirds en northern harriers. Voordat we het goed en wel beseffen, rijden we bij de oostelijke ingang (Moran Entrance) bijna het park uit, wat dubbel betalen zou zijn. We rijden terug naar de Oxbow Bend. Het is wat later nu. Op de oevers foerageren 15 killdeer plovers, western sandpipers en wilson’s snipes. Uiteraard zijn osprey, northern harrier en bald eagle ter plaatse. Op het water dobberen common mergansers, pelicans, american wigeons en trumpeter swans. Op de voorgrond zwemmen een vijftal beavers en enkele muskrats. Nu komen mijn urenlange otterobservaties in Europa goed van pas. Op de achterste vijver zie ik (ver weg) bewegingen die karakteristiek voor otters zijn. Het duurt geruime tijd voordat mijn reisgenoten de otter als otter zien. De afstand en de vele beavers maken het tot een echte puzzel. Gelukkig komt er een river otter genoeg dichtbij om alle twijfels weg te nemen. Het is al donker als we naar de campground terugkeren. 's Nachts teisteren regen- en onweersbuien de camper maar dat slaapt heerlijk.
Het weer op vrijdag 4 september is prachtig. We willen vandaag een lange tocht maken door de oostelijke prairies van Grand Teton. We zijn nog maar net vertrokken of we ontdekken vanaf de brug in de bijna droge rivierbedding een black bear met 2 jongen. Helaas lopen ze van ons af. We rijden door extensieve prairies met in de verte steil oprijzende bergen. Helaas zijn grote delen van de prairies in gebruik door boeren. Deze farmers huren gronden in het park. Voor mij zijn de (soms verplaatsbare houten) rasters een doorn in het oog. Hier lopen koeien, paarden, pronghorns en bisons door elkaar. Op de Cunningham Cabin Historic Site heeft zich in. in 1880 een familie gevestigd in het eenvoudige houten huisje. Je krijgt een indruk hoe hard het bestaan toen geweest moet zijn: “How the west was won”. Achter het gebouwtje gedraagt een groep elks zich zeer onrustig. Regelmatig staan ze stil en draaien voortdurend de kop om naar het dichte struikgewas. Wij denken aan een roofdier. Terwijl Vital en Ad fotograferen/filmen hoe de elks zich door de houten rasters wurmen, ontdek ik een jagende american badger (zilverdas). Zeker niet het roofdier waarvoor de elks op de loop zijn maar wel een schitterende, onverwachte waarneming. Het is weer dringen achter de telescoop. We praten met een ranger over de interacties tussen koeien/schapen en wolven. Volgens hem zorgen de 6 packs wolven in Teton niet voor overlast. Daar geloven we dus niets van. Waar koeien, schapen èn wolven rondlopen ontstaan er onherroepelijk problemen waarbij de wolven aan het kortste eind trekken. Waarschijnlijk laat de ranger niet het achterste van zijn tong zien of wil hij zijn eigen broodwinning niet in gevaar brengen. Jammer dat deze prairies er minder woest bijliggen dan wij hoopten. We maken regelmatig stops om over het stroomgebied van de Snake River te kijken. In feite slaan we geen enkele turn out over. Via de Schwabacher’s Landing (blue-winged teal, wilson’s snipe, american wigeon) rijden we naar de Antilope Flats (groepjes pronghorns). We kammen in linie een grote woeste (sage)prairie uit op zoek naar de sage grouse maar helaas: “you can't have them all”. Wel savannah sparrow in overvloed.
Struinen door uitgestrekte vlaktes. Je loopt het risico dat je op een grizzly stuit. Deze wandeling gelukkig niet. Maar goed ook want je wilt zo’n prachtig dier geen pijn doen.
Langs de gross Ventre River/Rd nog 2 golden eagles , 4 turkey vultures en 2 wondermooie rock wrens op (de naam zegt het al) op kleine rotsen. Hier jaagt ook een zeldzame ferruginous hawk. Vital en Pierre maken prachtige foto’s van de abrupte overgang van prairie naar bergen. Op de terugweg zien we onze eerste red fox. Route oostelijke prairies Teton: Via Oxbow Bend, naar Moran Entrance, voorbij de ingang rechts op de ‘191’, via bezoekjes aan Cunningham Cabin Historic site, Deadman’s bar Rd, Snake River overlook, Schwabacher Rd: linksaf op Antelope Flats Rd, op het einde naar het noorden en terug zuidwaarts, linksaf op de Gros Ventre Road en terug. Bij Kelly rechtsaf richting grote weg. Op de kruising rechtsaf naar Colter Bay Village. We besluiten de volgende dag het park uit te rijden mede omdat Vital last heeft van de hoogte. We zitten al een week boven de 2000 meter. Dat merken we vooral als we bergop wandelen. ’s Avonds maakt Vital een foutje. Hij laat de camperdeur open staan. Binnen een mum van tijd zit de camper vol met muggen. Pierre slaapt in het achterste ‘luxe’ gedeelte van de camper, af te sluiten door een deur. Terwijl Pierre in het toiletgebouwtje de uitwendige mens verzorgt, doven snoodaards Vital en Ad de lichten in hun eigen centrale slaapgedeelte, openen de deur en doen het licht in Pierres slaapgedeelte vol aan waarna de deur (na een tijdje) weer gesloten wordt. Pierre ligt nog maar net op bed of de ene na de andere vloek rolt uit zijn mond. “Waar komen in Godsnaam al die muggen ineens verdaan??” klinkt het na de zoveelste dreun tegen de wand. Ad en Vital komen (onder de dekens) nauwelijks bij van het lachen en slapen even later heerlijk muggenvrij. Ik ben dan al lang in dromenland. Op zaterdag 5 september is het weer totaal veranderd. Het heeft de hele nacht geregend en het is koud en winderig. De Amerikanen hebben pech. Tijdens dit vrije "Labor weekend" wordt gewaarschuwd voor een koude inval t.g.v. een hevige noordenwind met een temperatuurval van 20 graden Celcius. Ons deert het niet zo. We hadden, gezien de te verwachte drukte, de reis al zo gepland dat we Yellowstone uit waren vóór “Labor weekend”. We rijden langs Jackson, een toeristisch westernstadje vol met eethuizen en winkeltjes. Het is er erg druk, niets voor ons. Voorbij Jackson heb ik een binnendoor weg gevonden over een pas. Op de kaart kon ik niet zien dat het hellingspercentage meer dan 10% bedraagt. Onze reus kruipt traag tegen de helling op. De automatische versnelling reageert totaal anders dan wij met de handgeschakelde versnelling zouden doen. Het irritante hoge, jankende toerental veroorzaakt waarschijnlijk ook een draaikolk in de tank. Normaal rijdt de camper 1 op 3, dat zal nu wel 1op 1 zijn.
Red Rock Lakes De Red Rock Lakes is een vrij groot National Wildlife Refuge ten westen van Yellowstone. Het reservaat is in 1935 gesticht en is ongeveer 20500 ha groot waarvan 6700 ha uit meren bestaat. Het ging destijds vooral om de (toen) op uitsterven staande trumpeter swan. Het is een afgelegen vallei begrensd door de 3 km hoge ruige Centennial Mountains. Voor veel dieren vormt het een corridor tussen Yellowstone en andere gebieden van Montana/Idaho. Het is het grootste wetlandgebied in de ‘Greater Yellowstone Ecosystem’. Bijna alle biotopen zijn aanwezig tot en met zandduinen. Er lopen verschillende rivieren en er liggen een paar grote meren (bijv. Upper Red Rock Lake). Behalve veel (zeldzame) watervogels komen er ook beren (vooral zwarte), wolven en roofvogels voor. De roofdieren zijn wel aanwezig maar worden nauwelijks gezien. De Refuge heeft een kleine, simpele campground. De wegen in het park zijn matig. Helaas wordt er veel gejaagd in het park. In feite lijkt het meer op een jachtreservaat. Het gebied is (voor een camper) niet te doen bij nat weer.
Na 20 km schokkeren over grindwegen bereiken we National Wildlife Refuge Red Rock Lakes. Het eerste meer (“Upper Red Rock Lake”) ligt vol met vele 100den vogels. Helaas zijn alle eenden in eclips kleed. Bovendien liggen ze op grote afstand. We parkeren de camper op de Upper Lake Campground. Er zijn maar weinig plaatsen waar je bij het water kunt komen. We noteren weer een aantal nieuwe reissoorten: bufflehead, redhead, western grebe, eared grebe, american wigeon, horned grebe, canvasback, lesser scaup, pintail, sandhill crane, shoveler, trumpeter swan en northern harrier. Aan de overkant graast ook een groepje pronghorns. We wandelen het hoofdgrindpad af. In de verte zie ik een vogel aan de rand van het pad zitten. Het telescoopbeeld levert een ruffed grouse (Amerikaanse variant van ons hazelhoen). Hij steekt de weg over en… er volgen er meer. Hardop tellen we mee 3, 4…… we zijn bij 8 als een groep Franse wielertoeristen heel de groep opjaagt. We tellen maar liefst 15 ruffed grouse. Gezien alle verslagen die ik gelezen heb, is dit een spectaculaire waarneming. We zien nog sharp-shinned hawk, william’s sapsucker, dark-eyed junco (talrijk), De klap op de vuurpijl is een prachtige townsend’s solitaire, juist op het moment dat Pierre de camper ophaalt. Even later baalt Pierre. Zeker als we de vogel niet terugvinden. We rijden langzaam door een prachtig gebied naar het volgende meer waar een kleine nederzetting (met infocentrum) ligt. We worden niet goed als we op de infoborden lezen waarop er allemaal gejaagd mag worden. Het irriteert ons dat onder de noemer “National Wildlife Refuge” de jacht zo’n centrale rol inneemt. Helaas is het infocentrum dicht, zodat we geen verhaal kunnen halen. Geen wonder dat we zo weinig zoogdieren zien. ’s Avonds genieten we van een prachtige sterrenhemel. De Melkweg met daarin de oplichtende nevels tekent zich duidelijk af. De nachtvorst van 5 op 6 september kleurt de grond wit. Het is kraakhelder en windstil. De stilte wordt ‘verstoord’ door huilende coyotes. Ze zitten waarschijnlijk aan de overkant van het meer. We krijgen ze niet gevonden. We doen de wandeling van gisteren dunnetjes over. Ik weet dat Pierre op zijn sterkst is als hij een soort gemist heeft. Hij staat hevig. Zelfs imaginaire vlekjes op zijn broek moeten even wijken. Ook nu duurt het niet lang of hij herontdekt zelf de townsend’s soliaire die (klapeksterachtig) het liefst hoog in een boom vertoeft, bij voorkeur in het topje. Verder: pine siskin, De ruffed grouses laten zich niet meer zien. Boven de velden zoeken 17 luid roepende sandhill cranes thermiek. We rijden naar het, in oude staat bewaarde, pittoreske cowboydorpje. Ook vandaag (zondag) is het infocentrum gesloten. Ik weet wat me nu te wachten staat en bied spontaan aan de (grote) afwas te doen. En ja: Pierre en Vital fotograferen zich kwijt in het dorpje. Ze vinden een museum dat is ingericht als woning van een bemiddelde familie kolonisten. Er is niemand aanwezig. Je kunt zelfs je eigen kopje koffie inschenken. Pierre enVital laten zich fotograferen als welgestelde kolonialen (wat niet ver naast de actuele waarheid is. Dit wordt zelfs Ad teveel. Hoofdschuddend komt hij bij de camper terug. Bij het infocentrum ergeren we ons opnieuw over de jacht. Ze hebben geluk dat ze niet open zijn. Waterwild, pronghorns, mule deer, moose, white-tailed deer zijn hier vogelvrij. Het doet aan siërra de la Culebra in Spanje denken. Er zou hier één solitaire wolf rondzwerven maar wolven leven niet lang in gebieden waar hertachtige geschoten mogen worden. De wandeling naar het 2e meer (Lower Red Rock Lake) levert 2 moose op, helaas jonge wijfjes. Op en rond het water zien we een jonge bald eagle, savannah sparrow en (opnieuw) een prachtige yellow-headed blackbird. Ik ben er vrij zeker van onze 2e ferruginous hawk te zien. Ze lijken groter dan onze ruigpoot. Langzaam maar zeker beginnen we aan de thuisreis.
Pierre enVital laten zich fotograferen als welgestelde kolonialen (wat niet ver naast de actuele waarheid is). In de vroege namiddag besluiten we noordwaarts (evenwijdig aan Yellowstone) te rijden. Vital en ik hebben enkele gebieden geselecteerd. De volgende tussenstop is The National Bison Range op 450 km afstand. We rijden door het schaars bewoonde wilde westen. Het landschap bestaat uit heuvelachtige, extensieve prairies op een hoogte van 1600 tot 2000 meter. Ongeveer halverwege vinden we een RV (Recreational Vehicle)-park met alles erop en eraan. Op maandag 7 september hebben we nog 250 km voor de boeg. Onderweg zet een volumineuze serveerster van het "Bison restaurant" in Ravalli chicken en chips (van ongeschilde aardappelen) in een plastic mandje met sobere salade voor ons weg: onze slechtste maaltijd van de reis. Dan nog liever de plakkerige spaghetti van Ad met een onbestemd rood goedje erover. Even na de middag komen we op de eindbestemming aan.
Bison Range The National Bison Range is deel van het National Wildlife Refuge System. Gesticht in 1908 is het een van de oudste Refuge systems. Het is 7500 ha groot. Het grootste gedeelte bestaat uit prairie. Behalve 400 bisons leven er elks,, pronghorns, mule deer, white-tailed deer, black bear en coyotes. In tegenstelling tot veel andere gebieden is Bison range nooit gecultiveerd geweest. Wel is het omheind, de bisons kunnen het gebied niet verlaten. De omgeving is al té gecultiveerd. De meest typische (en talrijkste) vogel is de prachtige western meadowlark. We hebben geluk: met een camper korter dan 30 feet (= 9 meter 14) mag je door de prairie rijden. Je mag er niet overnachten. Heel het gebied is ’s nachts afgesloten. GPS coördinaten naar de hoofdingang: N47 22.338 W114 15.807 Bij aankomst worden we verrast door een prachtig infocentrum. Het centrum biedt vooral info over het uitmoorden van de bisons. In 10 jaar tijd zijn er 30 tot 50 miljoen bisons afgeslacht tot er niet meer dan 100 over waren. We mogen tot 21.00 uur rondrijden. We rijden de
geaccidenteerde (800 tot 1450 meter) 27,5 km lange Red Sleep Mountain Drive door het park. Er staat 2 uur voor, maar wij doen er bijna 5 uur over. Het eerste dat we zien zijn 2 vechtende black bears. Aanvankelijk denken we dat er een territoriumstrijd gaande is. Onze gedragsobservatie leert anders: Het betreft moeder beer die haar bijna volwassen jong wegjaagt. Een half uur lang kijken we naar een ‘hartverscheurend’ tafereel. Een 2-jarige black bear wordt verjaagd door zijn (drachtige?) bruine moeder. Steeds probeerde het jong terug te keren maar moeder is meedogenloos. Enkele keren achtervolgt ze hem zelfs over 100den meters. Zo pal voor de winterslaap heeft ze haar eigen besognes. “Zoek het voortaan zelf maar uit, je bent oud genoeg” lijkt ze te willen zeggen. Terwijl het jong, al staande op de achterpoten, wanhopig op zoek is naar zijn moeder, vervolgt deze onverstoorbaar haar weg, het jong aan zijn lot overlatend. In de camper gaat de zakdoek van hand tot hand.
We zagen in totaal 8 zwarte beren. Een half uur lang keken we naar een ‘hartverscheurend’ tafereel. Een 2-jarige zwarte beer werd verjaagd door zijn moeder. Enkele keren achtervolgde ze hem zelfs over 100den meters. Steeds probeerde het jong terug te keren maar moeder was meedogenloos. Op de foto is het jong, al staande op de achterpoten, wanhopig op zoek is naar zijn moeder. Moeder beer vervolgt echter onverstoorbaar haar weg (zie onder), het jong aan zijn lot overlatend. “Zoek het voortaan zelf maar uit, je bent oud genoeg” leek ze te willen zeggen. In de camper gaat de zakdoek van hand tot hand. ,
Nadat ze haar jong voor de zoveelste keer weggejaagd heeft, vervolgt de moeder (een zwarte beer van de bruine fase) onverstoorbaar haar weg. In dit park wordt niet gejaagd, reden dat het talrijke wild bijna handtam is. Na het berenavontuur zien we groepjes elks (grote kudde met imposant mannetje), white-tailed deer, mule deer en pronghorns. Volgens de mensen van het infocentrum huist er in het park zelfs een territoriaal paartje poema’s die hun kostje hier gekocht weten. Aan vogels: western meadowlark (verrassend talrijk en nog volop zingend), en onze 2e townsend’s solitaire, Als we de route voltooid hebben, vinden we een overnachtingsplek op een schoolplein in de buitenwijk van een nabijgelegen dorpje. Van ons driest plan de route twee keer te rijden komt niets terecht. Op dinsdag 8 september staat ons een reisdag van maar liefst 580 km te wachten. Het eindpunt is het Canadese dorpje Spillmacheen. Vanaf daar zitten Ad en ik weer op bekend terrein. Het is een prachtige route, vooral het gedeelte Dixon – Donnersferry. Regelmatig zien we ospreys (ook op nest), een enkele bald eagle en kleine groepjes white-tailed deer. Langs de weg zien we enkele malen groepen wild turkeys die zich graag op onze alsmaar groeiende vogellijst laten bijschrijven. We staan verbaasd over het grote aantal doodgereden skunks. Er is er helaas niet één bij die nog een beetje na spartelt zodat we hem op de lijst kunnen zetten. We zitten inmiddels op 650 meter hoogte. Vital heeft dan ook geen last meer van zijn hoogtedip. Onderweg eten we veel beter dan gisteren maar de nadruk blijft meer op kwantiteit dan kwaliteit liggen wat zich vertaalt in de lichaamsomvang van de Amerikanen. Enorme koppen koffie en glazen cola worden zo vaak ‘refilled’ als je maar wil. We vinden een verklaring voor die vraatzucht. De Amerikanen weten deksels goed dat hun grizzly groter is dan onze bruine beer, hun elk is groter dan ons edelhert, hun moose is groter dan onze eland, hun bizon is groter dan onze wisent, hun timberwolf is groter dan onze wolf en ga zo maar door. Zelf wilden ze ook groter worden dan ons, Europeanen. Toen dat niet lukte, zijn ze maar dikker geworden.
Hoewel het winkelen in de U.S. goedkoper is, doen we geen boodschappen want we weten niet wat er met het eten bij de grens gebeurt. Eenmaal ter plaatse stelt de vriendelijke douanebeambte alleen maar de geijkte drugs-, wapen- en alcoholvragen. We kunnen zonder camperinspectie doorrijden. In de eerste de beste grote supermarkt verdeelt Pierre als een veldheer de taken. Boodschappen doen is inmiddels een fluitje van een cent. Ik ben de ‘papjesman’. Vital zorgt (niet zonder eigenbelang) voor de broodnodige appels. “Flink wat appels voor 4 personen”, zie je de kassière denken. Ze moest eens weten.
Columbia Valley Wetlands met Wilmer Bird Sanctuary De machtige Columbia rivier begint in Columbia Lake en stroomt kalm en sereen noordwaarts naar Windermere Lake waar het een binnenlandse delta vormt. Het stuk van Windermere Lake tot Golden wordt beschouwd als de Columbia Valley. Over een lengte van 180 km heeft de rivier hier zijn vrij stromende, meanderende karakter behouden. Dit wetland is uniek in westelijk Noord-Amerika en wordt beschouwd als het grootste wetland van het continent. De wetlands zijn niet alleen belangrijk als broedplaats voor zeldzame vogelsoorten maar is ook een belangrijke migratieroute (the Pacific Flyway). De totale oppervlakte bedraagt bijna 30.000 ha. De beste plekken zijn Spillmacheen, Brisco en (vooral) de Wilmer Bird Sanctuary, deze ligt 5 km ten noorden van Invermere. Vanaf nu rijden we langs de prachtige Columbiarivier met red crossbills en (migrerende) common nighthawks. Pal voorbij het dorpje Spillmacheen posten we bij wondermooie weilandjes die aan de achterkant overlopen in het bos van Kootenay N.P. Twee jaar geleden hadden we hier onze 1ste (van de 17) black bear. Nu levert het alleen een jagende red fox op. Het schemert al als we op hetzelfde prachtige overnachtingsplekje van 2 jaar geleden parkeren. We zitten midden in de (beschermde) uiterwaarden van de Columbia River. Het duurt niet lang of we zien belted kingfisher, bald eagle, osprey, (3 vogels) en maar liefst 7 beavers. Op woensdag 9 september worden we pas om 7.45 uur wakker. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen. Het is zwaar bewolkt maar de wandeling levert toch weer de nodige soorten op: 2 prachtige pileated woodpeckers (neefje van onze zwarte specht maar veel mooier), groepje pied-billed grebes, goshawk, osprey, bald eagle, northern harrier, belted kingfisher, redhead, american wigeon, eastern kingbird, red-tailed hawk, groepje tree swallows en een overvliegende common loon. Op het pad dat (over enkele bruggetjes) naar de overkant loopt ligt warempel berenpoep. Een deskundige Canadese birdwatcher geeft ons een plek waar hij gisteren nog ‘common loon’ (ijsduiker) heeft gezien. Niet iedereen heeft de overvliegende common loon gezien. Het meer (Brisco Lake) ligt 10 km ten noorden van Spillmacheen achter een houtzagerij. We hebben succes. De 2 common loons zijn ook nog in prachtkleed. Hier ook nog pied-billed grebes en hooded mergansers die, in hun winterkleed, even determinatieproblemen opleveren. Even ten noorden van Radium Hot Springs ligt (volgens de Canadees) het prachtige Wilmer Bird Sanctuary, een kleine binnendelta in de Columbia rivier. Op slinkse wijze (“goedkope reis tot nu toe!!”) weten Vital en ik de aangekondigde spaghettimaaltijd te ontwijken. We eten heerlijk in Radium Hot Springs. Bij Invermere moeten we het stadje door. Hoe we ook zoeken, we krijgen het reservaat niet gevonden. Ten einde raad stap ik uit en houd een willekeurige auto aan. De beeldschone chauffeuse biedt spontaan aan ons voor te rijden. We vinden een parking en maken, door heuvelachtig gebied, een ferme wandeling naar het grote binnenmeer die de Columbia River hier gevormd heeft. Er liggen 1000den eenden op het water, vnl. in eclipskleed. Gelukkig zijn de prachtige mannetjes wood ducks nog in prachtkleed. Hetzelfde geldt voor een paar american wigeons. Op en langs het water pied-billed grebes, belted kingfisher, sandhill cranes, red-naped sapsucker, downy woodpecker, cinnamon teal (mannetje in nog niet volledig
eclipskleed) en pileated woodpecker. Boven het water en de aangrenzende moerassen jagen bald eagle (adulte en juveniele vogel), osprey (bald eagle en osprey in één beeld) en northern harrier (meerdere vogels). De rest van de dag blijven we in Wilmer. In de namiddag trek de lucht open, de aangrenzende Rockies liggen vol in de zon. Het is nog licht (18.00 uur) als we een vijftal common nighthawks naar het zuiden zien migreren. In de avondschemering loop ik tijdens een wandeling tussen 3 mule deer door. Een hinde met jong staan op 5 meter. Ze kijken me aan maar verzetten geen pas. Conclusie: hier wordt niet gejaagd. ’s Nachts hebben we weer een prachtige sterrenhemel.
De nacht van woensdag op donderdag 10 september levert nog een wreed accident op. Als ik ’s nachts van mijn alkoof afdaal om te plassen, gebruik ik steeds, als voetsteun, Vitals bed. Dat doe ik steeds zo voorzichtig mogelijk om hem niet wakker te maken. Deze nacht zó voorzichtig dat ik ervan glijd en tussen alkoof en campervloer bungel. Mijn schrikreactie maakt Vital wakker. In plaats van dat hij zijn bed uitspringt om mij te helpen, hoor ik van mijn dierbare zwager een meewarig: “Hang je goed?“ Met kunst en vliegwerk weet ik mezelf te redden. Natuurlijk laat ik de dagen daarop pseudograppig geen gelegenheid onbenut om hem hiermee te confronteren. De Columbia wetlands liggen deze ochtend prachtig in de zon maar leveren geen nieuwe soorten op. We doen boodschappen en tanken in Radium Hot Springs. Radium Hot Springs is de toegangsweg naar Kootenay wat op zijn beurt weer de laars is van Banff N.P. De weg is schitterend en voert, op 1500 m hoogte, langs de Kootenay River door een machtig
rotsgebergte. Bij het eerste uitkijkpunt hebben we gelijk 2 golden eagles. Verder laten zich amper zoogdieren en vogels zien. Geen probleem, de fototoestellen snorren voortdurend. De beginnende herfst levert prachtige kleuren op; indian summer. De uitgezette wandeling langs Marble Canyon is een aanrader. De Vermillon River heeft hier een 60 m diepe kloof uitgesleten. De golden-mantled ground squirrels zijn handtam. Pine siskins en least chipmunks kunnen niet meer voor opwinding zorgen. ’s Avonds rijden we in Banff N.P. een paar keer de Bow Valley Parkway heen en weer. We hopen op spectaculaire zoogdieren, helaas vergeefs. De weg (in feite een lange bypass) is drukker dan we hoopten. 2 Jaar geleden hadden we hier (in juni) zowel grizzly’s als black bears. We overnachten op een wondermooi plekje langs deze Bow Valley Parkway. Bij het naar bed gaan acteer ik een val uit mijn alkoof. Uiteraard staat mijn aardige zwager Vital onmiddellijk paraat om me te helpen. Het slaapt overigens heerlijk in de camper en, waar ik het meest schrik van had, valt erg mee: er wordt door niemand gesnurkt. Ook maalt er niemand om als de camper wat schommelt, als er ’s nachts iemand moet gaan plassen. De camper schommelt het hardst als ik van de alkoof afdaal, meestal voor de anderen een aanleiding om ook maar een plasje te doen. Op vrijdag 11 september rijden we naar de beroemde Icefield Parkway die door de Nationale Parken Banff en Jasper loopt. Dit op speciaal verzoek van Pierre en Vital. Het worden 2 dagen voor de fotografen. Ze hebben geluk, we hebben 2 dagen schitterend weer. Voor Ad en mij 2 lange dagen, maar allee, iedereen moet wel eens lijden. Ad zorgt de laatste dagen voor het ontbijt en de koffie. Heerlijk als de koffie klaar staat als je bent omgekleed.
De Icefields Parkway tussen Banff en Jasper De Icefields Parkway, ook bekend als de Alberta Highway 93, is de beroemde weg door het hart van de Canadese Rockies. De weg loopt van Banff naar Jasper (230 km). Onderweg zie je veel natuurpracht; van besneeuwde bergtoppen (tot 3800 meter), dramatische rotspartijen, turquoise gletsjermeren tot klaterende watervallen. Je dient in het bezit te zijn van een geldige parkpas. Het voordeel is dat veel doorgaand verkeer deze weg mijdt. De weinige files worden veroorzaakt door de wilde dieren die langs of op de weg lopen.
Langs de Icefields Parkway zie je betoverende landschappen
Men is bezig om langs de Highway een groot hekwerk te plaatsen om aanrijdingen met dieren, vooral beren, herten en elanden, te voorkomen. Dit moet een miljoenenproject zijn. Het heeft ook nadelen, het natuurlijke gaat er zo wel een beetje van af. We waarschuwen Vital en Pierre voor de drukte bij Lake Louise en Lake Moraine. Dat is tegen dovemans oren gezegd. Ze willen alles zien en krijgen nog net geen spleetogen. Het is nóg drukker dan we al vreesden, het lijkt wel een invasie van Chinezen en Japanners. Vogels zien we niet. Zelfs de handtamme gray jays en clark’s nutcrackers laten het afweten. We rijden langzaam de Highway af en stoppen bij elke lay out om foto’s te nemen. Bij de overgang Banff-Jasper zien we een jonge grizzly (onze derde) een veilig heenkomen zoeken achter het opgetrokken hekwerk. Op de rivier ontdekken we een groep greater scaups, toch nog een nieuwe soort. Net voor de Saskatchewan Crossing gaan we rechtsaf op zoek naar een wat rustiger plekje. We vinden een prachtige campground net buiten het park. Een mooie plek om te lunchen. Ik spreek de campingeigenaar die zegt dat er vorige week (illegaal) een grizzly is geschoten. Hij geeft aan dat er niet of nauwelijks tegen deze praktijken wordt opgetreden. De gronden tegen het park zijn omgevormd tot enorm grote ranches. De eigenaren staan niet toe dat er roofdieren op hun gebied rondlopen (ze zouden eens een schaap kwijtraken). Zelfs poema’s worden afgeschoten Triestig. Het beperkt ook de migratiemogelijkheden van de dieren. We vervolgen onze tocht. Overal zien we brede overstromingsvlaktes waar de rivier nu in zijn zomerbedding stroomt. Aan vogels en zoogdieren is het veel rustiger dan 2 jaar geleden. We denken dat veel vogels al naar het zuiden zijn en dat de meeste zoogdieren (vooral beren) nu hoger op de hellingen zitten om zich tegoed te doen aan bessen. De invallende herfst zet de berghellingen in prachtige kleuren. Op de kruising (Saskatchewan Crossing) is het een drukte van belang. We tanken voor de laatste keer benzine en zuiver water en lozen zowel grijs als zwart water. Vital beseft dat hij (net als ik) bij dit soort handelingen niet veel kan betekenen en trakteert ons op een schepijsje. Even later ontkomen ook de gletsjers bij het Icefield Centre niet aan een uitgebreide fotobeurt. Hier liggen de hoogste bergen van het park. Op deze hoogte staan veel borden die waarschuwen voor overstekende wilde rendieren. We weten niets over de status van deze dieren in het park. We rijden naar de bypass net voor Jasper. Ad en ik weten hier een wondermooi overnachtingsplekje (“Meeting of the Waters”) aan de Athabasca rivier. De rivier nodigt enkelen diehards uit voor een wasbeurt in het ijskoude water. De late wandeling levert niet de dieren op waarop we hoopten (2 jaar geleden; 5 black bears en 4 grizzly’s). Het is super rustig. Op zaterdagmorgen 12 september is het zonnig. We ontbijten aan de picknicktafel tegen de rivier. We rijden naar het stadje Jasper. Het valt ons op dat we geen elks zien in het stadje, 2 jaar geleden wemelde het ervan. De dieren zoeken hier beschutting tegen de wolven. Het parkmanagement vond dit niet passen en hebben de elks met vuurwerk de wildernis terug ingedreven. Men hoopte ook dat de wolven zo meer voedsel hadden en zich minder snel zouden vergrijpen aan het vee aan de randen van het park. We vervolgen onze weg door de Valley of the Five Lakes: mooi, rustig en vogelloos. Bij Medicine Lake (common mergansers en barrow’s goldeneyes) heeft onlangs een ferme bosbrand gewoed. Het ziet er desolaat uit. We rijden tot het verste punt: Lake Maligne (met golden eagle). Ook hier barst het van de toeristen. We spenderen onze laatste Canadese dollars uit de pot aan koffie met koek. Vogels zien we nauwelijks. Op de terugweg hebben we dan toch nog een mooie groep bighorn sheep tegen de weg.
Een andere typische bewoner van de Rockies is het bighorn sheep (dikhoornschaap), net als de mountain goat een soort wild schaap en ook een uitstekende klimmer. Hoewel dat niet te zien is, zouden ze verwant zijn met mountain goats. Niet het mannetje maar een dominante ooi is (net als bij ons) de baas van de gezinskudde. Dikhoornschapen danken hun naam aan de grote gekromde (holle) hoorns van de rammen. De hoorns kunnen tot 83 cm lang worden. De ooi heeft ook hoorns maar die zijn veel korter. De poema is de belangrijkste natuurlijke vijand maar lammeren zouden regelmatig ten prooi vallen van golden eagles (steenarenden). In Jasper kunnen we geen pinautomaat vinden om nog wat extra dollars in te slaan. We zullen dus moeten teren op de creditkaart van Vital. Bij Pierre slaat de hongerklop toe maar Ad weet de stop uit te stellen tot een turn out waar we zicht hebben. De beloning is fantastisch. In de bedding van de rivier zijn maar liefst 10 mountain goats hun dorst aan het lessen. Ze dalen de hellingen niet alleen af om te drinken maar ook om minerale zouten te likken van een afgraving. Schuw zijn ze bepaald niet. We kunnen ze tot op enkele meters benaderen. Het koddige baardje kan tot 12 cm lang worden. Al gauw ontstaan er een ‘mountaingoat jam’. Doordat ze zo hoog leven zijn ze relatief veilig voor predatoren (poema’s). De meeste slachtoffers vallen door sneeuw- en rotslawines. Een Canadees die al 15 jaar door deze vallei rijdt, vertelt dat hij nog nooit eerder mountain goats langs de weg heeft aangetroffen. We besteden een uur aan deze prachtige dieren. Twee jaar geleden hadden we ook regelmatig mountain goats maar dat was steeds op grote afstand.
We waren dolblij met deze groep mountain goats (sneeuwgeit) in de Canadese Rockies. In feite zijn sneeuwgeiten nauwer verwant aan gemzen dan aan geiten. In hoogzomer begeeft hij zich tot boven de sneeuwgrens waar andere grote dieren zich niet wagen. Sneeuwgeiten zijn uiterst behendige klimmers en weten te overleven op de steilste rotswanden. Men heeft ze sprongen van 8 meter naar beneden zien maken. Meestal zie je deze beesten op enorme afstand tegen berghellingen. In de zomer steken ze dan fel af.
We bezoeken nog een prachtige canyon. Bij terugkomst hebben we een lang gesprek met een ranger. Zij bevestigt de visie van de campingbeheerder dat de roofdieren (wolven, beren, poema’s) buiten het park meedogenloos vervolgd worden door de ranchers. Als ik naar de status van wilde rendieren informeer, hoor ik dat die op uitsterven staan. Er loopt een laatste groepje van 8 dieren rond, daarbij zou ook een jong zijn van minder dan een jaar. Ze verklaart dat dit ook een van de redenen was om de vele elks uit het stadje Jasper te verjagen. Zo wordt de kans dat dit toch al kleine groepje verder door wolven wordt uitgedund wat kleiner. We komen bij campground Waterfowl Lakes. Deze blijkt gesloten, maar dat is voor ons uiteraard geen probleem. We hebben zo een overnachtingsplekje gevonden en slapen heerlijk. Op zondagmorgen 13 september is het mooi weer ondanks dat het ’s nachts geregend heeft. We zijn nog maar net de camper uit of Ad attendeert ons op het prachtige geluid van duikers. Dat kan hier alleen maar ijsduiker zijn hoewel het geluid sprekend lijkt op dat van onze parelduiker. Het is moeilijk te bepalen waar het geluid vandaan komt. We wandelen eerst naar het Lower Lake, maar daar is niets te vinden. Dan naar het Higher Lake waar we al snel 3 common loons ontdekken. We zien 2 ospreys met succes vissen. Benieuwd wat voor vis er hier op 1400 meter zit. We bewonderen de herfstkleuren van stuiken, planten en de beboste hellingen. De herfst valt hier sneller in dan bij ons. We lopen over de camping en zien dat die al winterklaar gemaakt is. We ontdekken onder de overstek van een van de gebouwtjes een nest met vliegvlugge jongen van de cliff swallow, die moeten opschieten. Het kampeerseizoen is hier wel heel erg kort; van eind juni tot begin september. We vertrekken richting Calgary, een afstand van 245 km. Onze reis zit er zo goed als op. We stoppen nog enkele malen om foto’s te nemen. Ik maan de mannen tot spoed. Ad en ik hebben zin in een koele pint, een uitgebreide douchebeurt en een geweldig afscheidsdiner. Om 14.30 uur vinden we een RV-camping in Calgary, vlakbij het voormalige Olympisch dorp waar de winterspelen van 1988 gehouden werden en waar Yvonne van Gennip 3 gouden medailles ophaalde. De camper staat nauwelijks stil of we pakken enkele pinten op de geslaagde reis. We pakken de koffers in wat zelfs mij relatief gemakkelijk afgaat (‘proppen’ gaat nu eenmaal gemakkelijker dan inpakken). We genieten van een heerlijke douche en wandelen naar restaurant ‘Van Gogh’. We gaan voor een New York steak met de nodige aankleding en de nodige pinten. Zelfs op de terugweg zien we nog een nieuwe soort: white-tailed jackrabbit. ’s Nachts krijgt de camper de nodige regen te verwerken maar ‘who cares?’, de reis zit erop.
“Hoera, weer een geslaagde reis, op naar de volgende”.
Op maandagmorgen 14 september pakken we nogmaals een douche om alvast te wennen aan het thuisritme. Het regent pijpenstelen, voor het eerst in deze 3 weken. We hebben bijna altijd schitterend weer gehad. Pierres Mio leidt ons feilloos naar het Travelodge airport hotel waar onze reis 3 weken geleden begon. We gaan natuurlijk voor het English breakfast ontbijt. We hebben blijkbaar bij het vertrek indruk gemaakt want we worden onmiddellijk herkend. Er wordt zelfs geïnformeerd naar onze ervaringen in Yellowstone. De poetsbeurt van de camper is minder grondig dan 2 jaar geleden. We hebben ergens opgevangen dat ze hier niet zo nauw kijken. Van het overtollige eten maakt alleen Pierre een lunchpakket voor zichzelf. Vital weigert beleefd. Ik ook want ik heb sterke vermoedens wat de snode plannen van Vital zijn. De procedure van het camper inleveren verloopt voorspoedig. Het regent nog steeds zodat we besluiten naar het vliegveld te rijden waar ons een lange zit wacht. Pal nadat Pierre zijn sobere lunch van oud brood met oud beleg verorberd heeft, deelt Vital mee dat hij een ‘Chineesje’ heeft ontdekt. Ad, Vital en ik genieten van een heerlijke maaltijd terwijl een grimmig kijkende Pierre onze koffers bewaakt. De vlucht is lang maar verloopt voorspoedig. In Heathrow hoeven we minder lang te wachten dan 3 weken geleden. Op Schiphol laden we de koffers in Vitals auto. We belanden in enkele files en zijn wat later dan gepland in het vertrouwde Chaam waar onze dames ons verwelkomen. Met een schuin oog zie ik dat Loes de bakplaat al klaar heeft gezet. “Houdoe mannen”. De komende dagen zullen we alle vier met een flinke jetlag worstelen.
Vogel- en zoogdiersoorten Canada, U.S.: 24 augustus – 15 september Vogels: Canada Goose, Branta canadensis, Canadese gans: Algemeen. Trumpeter Swan, Cygnus buccinator, Trompetzwaan: Stond op punt van uitsterven. Dank zij tal van maatregelen nu weer vrij algemeen, bijv. Yellowstone River, Oxbow River Bend (Teton), groepjes Red Rock Lakes. Wood Duck, Aix sponsa, Carolina eend: Tientallen exx. in Wilmer. Meeste mannetjes nog in prachtkleed. Mallard, Anas platyrhynchos, Wilde eend: Algemeen Gadwall, Anas strepera, Krakeend: Op de meeste plaatsen waargenomen, talrijk Red Rock Lakes. Green-winged Teal, Anas crecca, Amerikaanse wintertaling: Yellowstone river, talrijk Red Rock Lakes American Wigeon, Anas americana, Amerikaanse smient: Algemeen; meestal in winterkleed. In Red Rock Lakes nog mannetjes in zomerkleed Northern Pintail, Anas acuta, Pijlstaart: Yellowstone River en Red Rock Lakes Northern Shoveler, Anas clypeata, Slobeend: Yellowstone River en Red Rock Lakes Cinnamon teal, Anas cyanoptera, kaneeltaling: Enkele vogels Wilmer (Columbia River), moeilijk te determineren in eclipskleed. Blue-winged Teal, Anas discors, Blauwvleugeleend: Talrijke eend maar vanwege eclipskleed moeilijk te determineren. In vlucht wel gemakkelijk: Schwabacher’s Landing, Red Rock Lakes. Canvasback, Aythya valisineria, Grote tafeleend: Talrijk Red Rock Lakes Redhead, Aythya americana, Amerikaanse tafeleend: Talrijk Red Rock Lakes, Spillimacheen Ring-necked Duck, Aythya collaris, ringsnaveleend: Groepje Yellowstone Lake, groepje Red Rock Lakes Lesser Scaup, Aythya affinis, Kleine topper: Willow flats (Teton) en Red Rock Lakes
Greater scaup, Aythya marila, Grote topper: Net als 2 jaar geleden groepje Sunwapta River, Icefields parkway. Harlequin Duck, Histrionicus histrionicus, Harlekijneend: 16 Vogels op rapids Yellowstone River Bufflehead, Bucephala albeola, Buffelkopeend: Meertje Yellowstone, Brisco (Columbia River), talrijk Red Rock Lakes Barrow’s Goldeneye, Bucephala islandica, IJslandse brilduiker: Wyndham-Carseland, Yellowstone Lake, Red Rock Lakes, Maligne Lake Common Merganser, Mergus merganser, Grote zaagbek: Algemeen, op elk water van betekenis. Hooded Merganser, Lophodytes cucullatus, Kokarde zaagbek: Brisco en Wilmer (Columbia River) Ruddy Duck, Oxyura jamaicensis, Rosse stekelstaarteend: Floating island (Yellowstone), Red Rock Lakes, Willow flats (Yellowstone) Ring-necked Pheasant, Phasianus colchicus, Fazant (exoot): Prairies zuidelijk van Augusta Gray Partridge, Perdix perdix, Patrijs (exoot): Groepje Bison Range Ruffed Grouse, Bonasa umbellus, Kraaghoen: Groep van 15 vogels Red Rock Lakes. Dusky grouse = Blue Grouse, Dendragapus obscurus, Blauw sneeuwhoen: Op de weg pal na passeren grens Canada – U.S. Op Goat Lake trail Waterton. Wild Turkey, Melagris gallopavo, Kalkoen: Groepjes in weilanden op traject Dixon – Donnersferry, op weg naar Spillimacheen Red-necked Grebe, Podiceps grisegena, Roodhalsfuut: Chain lake (onderweg naar Waterton) Pied-billed Grebe, Podilymbus podiceps, Dikbekfuut: Brisco, Spillimacheen en Wilmer (allemaal Columbia River) Horned (Slavonian) Grebe, Podiceps auritus, Kuifduiker: Red Rock Lakes Eared (Black-necked) Grebe, Podiceps nigricollis, Geoorde fuut: Floating Lake (Yellowstone), Red Rock Lakes. Western Grebe, Aechmophorus occidentalis, Zwanenhalsfuut: Red Rock Lakes (een tiental vogels) Common loon 1 ex Spillmacheen, 2 exx Briso (allebei Columbia River), 2 exx op meren bij camping Waterfowl Lakes langs de Icefields Parkway (Banff). Double-crested Cormorant, Phalacrocorax auritus, Geoorde aalscholver: Algemeen American White Pelican, Pelecanus erythrorhynchos, Witte pelikaan: Verrassend algemeen, Wyndham-Carseland, Yellowstone, Teton, Red Rock Lakes etc Great Blue Heron, Ardea herodias, Amerikaanse blauwe reiger: Algemeen White-faced Ibis, Plegadis chihi, Witmaskeribis: Enige waarneming in Wyndham-Carseland. Turkey Vulture, Cathartes aura, Roodkopgier: In elk N.P. enkele vogels waargenomen, ook extensieve prairie ten zuiden van Augusta, 5 vogels north-east entrance Yellowstone. In totaal zo’n 25 vogels. Northern Goshawk, Accipiter gentilis, Havik: Wyndham-Carseland, Waterton, Yellowstone Osprey, Pandion haliaetus, Visarend: Tientallen exx, sommige nog op nest: Yellowstone, Bison Range, Teton, vooral aanwezig langs traject Dixon – Donnersferry Golden Eagle, Aquila chrysaetos, Steenarend: Canyon Camground (noordelijke ingang Yellowstone), 2 vogels (north-east entrance Yellowstone), 2 vogels Gross Ventre Road (Teton), juv vogel Red Rock Lakes, 2 vogels Kootenay N.P., 1 vogel Lake Maligne (Jasper N.P.)
Bald Eagle, Haliaeetus leucocephalus, Amerikaanse zeearend: 40+: In alle parken waargenomen. Northern Harrier, Circus cyaneus hudsonius, Blauwe kiekendief: 150+; verrassend algemeen, veelal jonge roodbruine vogels, slechts 3 mannetjes. In alle parken. Talrijk in Hayden Valley en prairies rond Red Rock Lakes. Sharp-shinned Hawk, Accipiter striatus, Amerikaanse sperwer: 1 ex Waterton, 1 ex Lamar Valley, 1 ex Red Rock Lakes Cooper’s Hawk, Accipiter cooperii, Coopers sperwer: Parking Red Rock Parkway (Waterton), 1 ex Teton. Swainson’s Hawk, Buteo swainsoni, Prairiebuizerd: Algemeen, vooral in de wolvengebieden van Yellowstone. Ferruginous Hawk, Buteo regalis, Rosse ruigpootbuizerd: Slechts 1 zekere vogel boven hoogvlakte Red Rock Lakes, 1 waarschijnlijke vogel Gross Ventre Road (Teton). Red-tailed Hawk, Buteo jamaicensis, Roodstaartbuizerd: Talrijkste roofvogel, eigenlijk zoals de buizerd bij ons. American Kestrel, Falco sparverius, Amerikaanse torenvalk: Tamelijk algemeen Prairy Falcon, Falco mexicanus, Prairievalk: Slechts één vogel gezien op de prairie ten zuiden van Augusta. American Coot, Fulica americana, Amerikaanse meerkoet: Algemeen, 1000+ exx op Red Rock Lakes. Sandhill Crane, Grus canadensis, Prairie kraanvogel: Regelmatig groepjes o.a. prairies ten zuiden van Augusta, Red Rock Lakes, Wilmer (Columbia River). Killdeer, Charadrius vociferus, Killdeerplevier: Wyndham-Carseland, Teton, Red Rock Lakes, talrijk in ottergebied Oxbow Bend Turnout (Teton) Black-necked Stilt, Himantopus mexicanus, Amerikaanse steltkluut: Wyndham-Carseland, Yellowstone River Greater Yellowlegs, Tringa melanoleuca, Grote geelpootruiter: Talrijk Wyndham Carseland Solitary Sandpiper, Tringa solitaria, Amerikaanse bosruiter: Wyndham-Carseland Spotted Sandpiper, Actitis macularia, Amerikaanse oeverloper: Wyndham-Carseland, Oxbow Bend Turnout (Teton) Wilson’s Snipe, Gallinago delicata, Amerikaanse watersnip: 5 vogels Oxbow Bend Turnout (Teton), Schwabacher’s Landig (Teton) Franklin’s Gull, Leucophaeus pipixcan, Franklins meeuw: Talrijk Waterton Lake. Ring-billed Gull, Larus delawarensis, Ringsnavelmeeuw: Algemeen, bijv. 200+ in WyndhamCarseland California Gull, Larus californicus, Prairiemeeuw: Groep op Yellowstone Lake. Forster’s Tern, Sterna forsteri, Forsters stern: 10 Vogels Wyndham-Carseland Rock (Feral) Pigeon, Columba livia, Stadsduif: Algemeen Eurasian Collared-Dove, Streptopelia decaocto (exoot), Turkse tortel: Algemeen Mourning Dove, Zenaida macroura, Treurduif: Regelmatig in alle landschappen Common nighthawk, Chordeiles minor, Amerikaanse nachtzwaluw: Verrassend veel migrerende vogels (ook overdag) o.a. Yellowstone. Alleen al in Wilmer een 15tal vogels. Belted Kingfisher, Megaceryle alcyon, Bandijsvogel: Regelmatig, o.a. Wyndham-Carseland, Lewis Falls, Waterton, Yellowstone River, Spillmacheen.
White-throated Swift, Aeronautes saxatalis, Bonte gierzwaluw: Groep adulte vogels die hun jongen nog voerden, rotsgebergte Yellowstone Black swift, Cypseloides niger, zwarte gierzwaluw: Enkele vogels rotsen nabij Lewis falls (Yellowstone) Williamson’s Sapsucker, Sphyrapicus thyroideus, bergsapspecht: Lewis Waterfalls (Yellowstone), Red Rock Lakes. Red-naped Sapsucker, Sphyrapicus nuchalis, Roodneksapspecht: Regelmatig. Goede plek is Lewis Falls (Yellowstone) en wandeling Wilmer (Columbia River). Downy Woodpecker, Picoides pubescens, Donsspecht: Wyndham-Carseland, Wilmer (Columbia River), Red Rock Lakes. Hairy Woodpecker, Picoides villosus, Haarspecht: Wyndham-Carseland Three-toed Woodpecker. Picoides tridactylus, Drieteenspecht: 1 prachtige waarneming Goat Trail (Waterton) in spruce forest Pileated woodpecker, Dryocopus pileatus, Noord-Amerikaanse helmspecht: Wat een beauty: Spillmacheen en 2 vogels Wilmer (beide Columbia River). Northern Flicker, Colaptes auratus, Noordelijke grondspecht: De algemeenste specht, overal waargenomen. Western Wood-Pewee, Contopus sordidulus, Westelijke bospiewie: Wyndham-Carseland Olive-sided Flycatcher, Contopus cooperi, Sparrenpiewie: Prachtige waarneming van deze grote vliegenvanger in spruce forest, trail Waterton. Eastern Kingbird, Tyrannus tyrannus, Koningstiran: Algemeen, vooral in WyndhamCarseland Loggerhead Shrike, Lanius ludovicianus, Amerikaanse klapekster: 1 vliegende vogel sageprairie Teton. Clark’s Nutcracker, Nucifraga columbiana, Grijze notenkraker: Talrijk, meestal in vlucht waargenomen. Gray Jay, Perisoreus canadensis, Canadese taigagaai: Algemeen, meestal in groepjes. Steller’s Jay, Cyanocitta stelleri, Stellers gaai: Handtam op parking Cameron Lake (Waterton). Black-billed Magpie, Pica hudsonia, Ekster: Algemeen American Crow, Corvus brachyrhynchos, Amerikaanse kraai: Algemeen Common Raven, Corvus corax, Raaf: Opvallend talrijk langs oever Waterton Lake (Colterbay Village) Northern Rough-winged Swallow, Noord-Amerikaanse ruwvleugelzwaluw: WyndhamCarseland, meerdere plaatsen Columbia River. Barn Swallow, Hirundo rustica, Boerenzwaluw: Tamelijk algemeen. Veel vogels in Colter Bay village (Waterton). Tree swallow, Tachycineta bicolor, boomzwaluw: Spillmacheen, brug Columbia River. Bank Swallow, Riparia riparia, Oeverzwaluw: Willow flats (Teton) Cliff Swallow, Petrochelidon pyrrhonota, Amerikaanse klifzwaluw: Lewis Falls (Yellowstone). Nog jongen op nest, gebouwen campground Waterfowl Lakes, langs Icefields Parkway (Banff). Black-capped Chickadee, Poecile atricapilla, Amerikaanse matkop: Algemeen. Mountain Chickadee, Poecile gambeli, Gambels mees: Minder algemeen, regelmatig in de wat hoger gelegen spruce forests zoals Goat Lake trail, campground Tower Falls (Yellowstone). White-breasted Nuthatch, Sitta carolinensis, Witborstboomklever: Wyndham-Carseland
Red-breasted nuthatch, Sitta canadensis, Canadese boomklever: Camping Lewis Lake. Winter wren, Troglodytes troglodytes, Oost-Amerikaanse winterkoning: Wyndham-Carseland Rock Wren, Salpinctes obsoletus, Amerikaanse rotswinterkoning: 2 vogels op rotsjes op hoogvlakte oostelijk Teton Marsh Wren, Cistothorus palustris, Moeraswinterkoning: Oever Lower Red Rock Lake American Dipper, Cinclus mexicanus, Noordamerikaanse waterspreeuw: Langdurig kunnen bekijken bruggetje parking Red Rock Parkway. Yellowstone River (samen met harlequin ducks). Golden-crowned Kinglet, Regulus satrapa, Amerikaanse Goudhaan: Regelmatig, groepjes Goat Lake trail (Waterton). Mountain Bluebird, Sialia currucoides, Bergsialia: Algemeen, vooral langs grindweg door Red Rock Lakes Townsend’s Solitaire, Myadestes townsendi, Bergsolitaire: 2 vogels, 1 Red Rock Lakes, 1 Bison Range Gray Catbird, Dumetella carolinensis, Katvogel: Ten zuiden van Augusta Varied Thrush, Ixoreus naevius, Bonte lijster: 1 prachtige waarneming spruce forest langs Goat Lake Trail (Waterton). American Robin, Turdus migratorius, Roodborstlijster: Talrijk, niet meer in prachtkleed. American Pipit, Anthus rubescens, Amerikaanse waterpieper: enkele exx. Op extensieve landbouwvlaktes, bijv. Ten zuiden van Augusta. European Starling, Sturnus vulgaris, Spreeuw (exoot): Bijna net zo algemeen als de spreeuwen bij ons, vooral op de prairies en extensieve landbouwgronden. Cedar Waxwing, Bombycilla cedrorum, Cederpestvogel: Regelmatig in groepjes, o.a. Wyndham-Carseland Orange-crowned Warbler, Oreothlypis celata, Groene zanger: Wyndham-Carseland Yellow Warbler, Setophaga petechia, Gele zanger: Wyndham-Carseland, Red Rock Lakes Yellow-rumped Warbler, Setophaga coronata, Geelstuitzanger: De algemeenste warbler Wilson’s Warbler, Cardellina pusilla, Wilsons zanger: mannetje Wyndham-Carseland, mannetje Red Rock Lakes. Green-tailed Towhee, Pipilo chlorurus, Groenstaarttowie: Claim van juveniele vogel tijdens wandeling Red Rock Lakes. Lincoln’s Sparrow, Melospiza lincolnii, Lincolns gors: Als zodanig gedetermineerd in Wyndham-Carseland en Lewis waterfalls. Sage Sparrow, Amphispiza belli, Bells gors: Enkele exx tijdens de wandeling over de enorme sage vlaktes in oostelijk Teton op zoek naar greater sage grouse. Clay colored Sparrow, Spizella pallida, Bleke gors: Groepje zich wassende vogels op parking ingang Waterton (Maskinonge Lake) Chipping Sparrow, Spizella passerina, Musgors: Lamar Valley (Yellowstone) Brewer's Sparrow , Spizella breweri, Brewers gors: Lamar Valley (Yellowstone) Vesper Sparrow, Pooecetes gramineus, Avondgors: Enkele exx tijdens de wandeling over de enorme sage prairies in Teton op zoek naar greater sage grouse. Fox Sparrow, Passerella illiaca, Roodstaartgors: alleen tussen vliegveld en hotel, determinatie niet zeker en waarschijnlijk over het hoofd gezien. Savannah Sparrow, Passerculus sandwichensis, Savannegors: In sage prairies, talrijk Red Rock Lakes.
White-crowned Sparrow, Zonotrichia leucophrys, Witkruingors: Regelmatig vooral op de picknickplaatsen, zoals bijv. De parking van de Red Rock Parkway (Waterton) en parking nabij east entrance Yellowstone. Dark-eyed Junco, Junco hyemalis, Grijze junco: Algemeen, vooral foeragerend in de bermen van de grindwegen. Bullock’s Oriole, Icterus bullockii, Bullocks troepiaal: Slechts 1 vogel (te laat in het seizoen?) Wyndham-Carseland. Western Meadowlark, Sturnella neglecta, Geelkaakweidespreeuw: Regelmatig op de open extensieve prairies. Zeer algemeen (ook zingend) in Bison Range Red-winged Blackbird, Agelaius phoeniceus, Epauletspreeuw: Prairie ten zuiden van Augusta Yellow-headed Blackbird, Xanthocephalus xanthocephalus, Geelkoptroepiaal: 1 vogel Floating island (in het riet), 1 vogel moeraszone Lower Red Rock Lake. Brewer’s Blackbird, Euphagus cyanocephalus, Brewers troepiaal: Algemeen, vooral op de prairies ten zuiden van Augusta. Common Grackle, Quiscalus quiscala, Glanstroepiaal: Groepjes in Waterton en Teton. Brown-headed Cowbird, Molothrus ater, Bruinkopkoevogel: Regelmatig groepjes in open gebieden, vooral in de extensieve landbouwgebieden. Cassins Finch, Carpodacus cassinii, Cassins roodmus: 1 ex Lewis Waterfalls (Yellowstone) Red Crossbill, Loxia curvirostra, Kruisbek: Groepjes trails Waterton American Goldfinch, Carduelis tristis, Goudsijs: 1 ex. Wyndham-Carseland House Sparrow, Passer domesticus, Huismus (exoot): Talrijk, vooral in dorpen en steden Pine Siskin, Carduelis pinus, Dennensijs: Vaak waargenomen rond picknickplaatsen, campings en langs trails (bijv. Marble Canyon en Tower Fall Campground (Yellowstone) Zoogdieren Golden-mantled ground-squirrel, Spermophilus lateralis, Mantelgrondeekhoorn: Talrijk op picknickplaatsen en campings. Niet schuw. American red squirrel, Tamiasciurus hudsonicus, Amerikaanse rode eekhoorn: Vrij algemeen in de wat zwaardere bossen, ook bij Campgrounds. Uinta ground squirrel, Spermophilus armatus, Uinta grondeekhoorn: 1 in Yellowstone Least chipmunk, Eutamias minimus, Kleine chipmunk: Talrijkste chipmunk. Zit overal. Yellow pine chipmunk, Eutamias amoenus, Geelsparchipmunk: Enkele malen met zekerheid gezien, lijkt veel op least chipmunk Mountain of nuttal’s cottontail, Sylvilagus nutalli, Bergkatoenstaartkonijn: WyndhamCarseland, mogelijk hier uitgezet White-tailed jackrabbit, Lepus californicus, Witstaarthaas: 1 Calgary (niet ver van Olympisch Dorp). American pika, Ochotona princeps, Noord-Amerikaanse fluithaas: 1 pika goed gezien Lewis Waterfalls, meerdere dieren aanwezig (Yellowstone). Muskrat, Ondatra zibethicus, Muskusrat: Enkele Oxbow river Bend (Teton) Beaver, Castor canadensis, Bever: Talrijk Oxbow river Bend. 7 Beavers in één beeld American River otter, Lontra canadensis, Noord-Amerikaanse otter: 1 mogelijk 2 Oxbow river Bend tussen beavers en musk rats Bison, Bison bison, Bizon; Talrijk in Yellowstone, Teton en Bison range.
Bighorn sheep, Ovis canadensis, Dikhoornschaap: Parking Red Rock Parkway (Waterton), weg richting Maligne Lake (Jasper) Mule deer, Odocoileus hemionus, Muildierhert: Algemeen, het talrijkste hert White-tailed deer, Odocoileus virginianus, Witstaarthert: Zeldzamer dan Mule deer. Verrassend aanwezig op extensieve landbouwvlaktes zoals gebied ten zuiden van Teton en het traject Dixon – Donnersferry. Ook vrij talrijk Bison Range. Steeds enkele exx in de nationale parken. Elk, Cervus canadensis, Wapiti: Algemeen in de Nationale Parken, ook Bison range. De dieren in het stadje Jasper zijn met vuurwerk de wildernis ingejaagd. Men wil zo de laatste kudde wilde rendieren beschermen (meer voedsel voor de wolven). Pronghorn, Antilocapra americana, Gaffelbok: Algemeen in de Nationale Parken maar handhaaft zich ook in extensieve landbouwprairies. Enkele in Red Rock Lakes. Algemeen in Bison Range. Mountain goat, Oreamnos americanus, Sneeuwgeit: Groep van 8 Teton, groep van 10 langs Icefields Parkway (op 3 meter). Moose, Alces alces, Eland: adult mannetje, jong mannetje (Yellowstone), 2 jonge dieren Red Rock Lakes American badger, Taxidea taxus, Amerikaanse das of Zilverdas: Een jagende badger bij Cunningham Cabin Historic site (Teton). American river otter, Lutra canadensis, Rivierotter: Minstens 1 maar waarschijnlijk 2 dieren tussen de beavers Oxbow River Bend (Teton). Red fox, Vulpes vulpes, Vos: 1 op terugweg naar camperplek Colter Bay Village. 1 op weilanden voorbij Spillmacheen waar we 2 jaar geleden black bear hadden. Coyote, Canis latrans, Coyote: Wyndham-Carseland (onze enige waarneming). Black bear, Ursus americanus, Zwarte beer: 8 dieren: 1 weg naar Cameron Lake (Waterton), 2 op de Red Rock Parkway (Waterton), berin met 2 jongen in Yellowstone. Moeder die puber wegjaagt in Bison Range. Grizzly, Ursus arctos horribilis, Grizzly: 3 dieren: 2 exx Yellowstone, 1 overgang BanffJasper. Gray wolf, Canis lupus, Wolf: Tussen de 11 en 15 dieren in Lamar en Hayden Valley (Yellowstone)
Johan Schaerlaeckens,
[email protected]