TECHNISCH DOSSIER Deze technische voorlichting beperkt zich tot kleine en middelgrote gebouwen met volledig of gedeeltelijk ingegraven ruimtes (kelders, woon- of werkruimtes) op een beperkte diepte (tot ongeveer 3 m onder de grond). Dit is dus niet van toepassing op tunnels, metrostations, hoge flatgebouwen met kelders of parkeerruimtes met verschillende ondergrondse verdiepingen, enz.
• •
•
Mogelijke gevolgen van doorsijpeling van water De doorsijpeling van water of vocht in een gedeeltelijk of volledig ingegraven gebouw kan verschillende gevolgen hebben, zoals: • Schade aan de binnenafwerking (pleisterwerk, verf, enz.): verkleuring, loskomen van de ondergrond, enz. • De corrosie van metalen elementen, • Water- en modderplassen, • De vorming van schimmel of de aantasting van materiaal dat in de ruimtes bewaard wordt. In ingegraven muren kunnen drie soorten vochtigheid voorkomen: • • •
Condensatie (pas de verluchting aan de ruimtes aan) Opstijgend vocht (zie onderdeel B100) Drukkend water
Samenstelling van de ingegraven wanden De samenstelling en het soort opbouw van de kelderwanden beinvloed eventueel infiltratie van water.
Mei 2013
/
•
•
Beton is relatief waterdicht; het risico is dus vrij klein met uitzondering van de verbinding tussen de muren en de grond; Holle bakstenen zijn veel minder waterdicht. Er moet dus rekening gehouden worden met hun relatief hoge capillaire absorptie en eventuele chemische reacties (hygroscopische zoutuitbloeiingen); Metselwerk in betonblokken is zeer waterdoorlatend. De nodige maatregelen moeten dus getroffen worden; Bij muren die uit bakstenen en betonblokken zijn samengesteld, blijft de voeg een zwak element: - Hoge waterabsorptiegraad - Microscopische barstjes door krimpen Andere frequente oorzaak van waterdoorsijpeling: verbinding tussen de grond en de muren.
Oplossingen Inleiding Bij interventies na het bouwen om waterinfiltratie te bestrijden is het probleem van ondergrondse muren hun toegankelijkheid vanaf buiten. Het is nochtans logisch een muur langs buiten waterdicht te maken door het water te verhinderen in de muur door te dringen. Raadpleeg D.T.U. 20.1 en 4301. Het verwijderen van de aarde is zwaar werk dat een tuin kan verwoesten. In bepaalde stedelijke omgevingen is dit zelfs onmogelijk. Als dit echter wel mogelijk is, dan geniet het de voorkeur om zich naar een dergelijke interventie te oriënteren om de problemen van het oorspron-
www.technichem.be – www.facabelle.be
95
KELDERDICHTING • TECHNISCH DOSSIER
kelijke beschermingssysteem te verhelpen. Zo wordt de oorzaak van het probleem opgelost. De beste oplossing bestaat uit de verwezenlijking van een waterdichtheid aan de buitenzijde, in combinatie met een drainagesysteem. Wanneer het niet mogelijk is om de muren langs buiten waterdicht te maken en te draineren, en dit om verschillende redenen (onmogelijke toegang, enz.), kan er na een grondige bestudering van het bouwterrein overwogen worden om de ingegraven muren langs binnen te behandelen, met voorzorgsmaatregelen voor de afvoer van water onder druk en met aangepaste oplossingen naargelang het geval. Een behandeling langs binnen vertrekt van het principe van de bekuiping, m.a.w. waterdichtheid langs binnen die het water verhindert om helemaal door de muur te dringen. De waterdichtheid kan uitgevoerd worden met behulp van pleisterwerk op basis van synthetische harsen (epoxy) en/of cement. Het is ook mogelijk om een injectie in de massa uit te voeren (in de diepte en over de volledige, ingegraven hoogte van de muur) met een aangepast vochtwerend product dat ervoor zorgt dat de muur niet nat wordt. Deze ingreep blokkeert water dat door capillariteit migreert, maar niet water onder druk. Er kan overwogen worden om de 2 systemen tegelijkertijd te gebruiken, met name injectie in de massa + waterdichtheid langs binnen. De aanbrenging van dergelijke producten vereist echter enkele voorzorgsmaatregelen ten opzichte van de voegen, de barsten en de staat van de muur. Voegen moeten volledig gevuld worden. Voegen die losgekomen zijn, moeten verwijderd en opnieuw gedaan worden. Barsten moeten vergroot, schoongemaakt en opgevuld worden met waterdichte mortel. De muur mag geen vlekken, uitbloeiingen, zwammen en schimmel vertonen, of alles wat de goede hechting van het product zou kunnen verhinderen. De muur moet voldoende cohesie vertonen.
96
In dit kleine dossier zullen we alleen maar de behandeling van keldermuren langs binnen bespreken.
Behandeling van binnenmuren Volledig ingegraven ruimtes We leggen de nadruk op het feit dat het bouwterrein vóór het toepassen van dergelijke behandelingen grondig bestudeerd moet worden. Twee mogelijkheden: • Ingegraven muren zonder waterdoorsijpeling, zelfs na regen. - Geen plassen op de vloer. - Geen ophoping van water achter de muren. Dit is dus een geval van watermigratie door zijwaartse capillariteit, veroorzaakt door het contact met de vochtige aarde. Een ingreep om de druk achter de muren weg te nemen is niet nodig. •
Vochtige ingegraven muren met waterdoorsijpeling. - Min of meer belangrijke ophoping van water achter de muren naargelang het grondwaterpeil.
Het wegnemen van de druk is vereist! Eventueel de keldermuren dooboren op het laagste niveau waarbij hier een kelderput of goot wordt aangebracht. Er moet een pomp in stand-by geplaatst worden die het opgepompte water afvoert via gootjes onderaan de muren. 1e stap: VOORBEREIDEN VAN DE ONDERGROND EN VERWIJDEREN VAN OUD PLEISTERWERK EN OUDE VERF. Het voorbereiden van de ondergrond is noodzakelijk om een goede hechting van de waterdichte „pap” te verzekeren, en ook om de hygroscopische zouten te kunnen behandelen.
www.technichem.be – www.facabelle.be
/ Mei 2013
B 300
Het is niet aanbevolen om de nieuwe waterdichte „producten” op het oude pleisterwerk (verf, cementering, enz.) aan te brengen, want als het pleisterwerk niet goed meer aan de muur vastzit en los zou komen, dan gaat dit onvermijdelijk de nieuwe waterdichting meesleuren. 2e stap: HERSTELLING VAN DE VOEGEN Stofferige en slechte voegen moeten door nieuwe voegen vervangen worden om ook op de voegen een goede hechting van de waterdichtingsproducten mogelijk te maken. 3e stap: (raadpleeg onderdeel B200) omvormingsbehandeling van de hygroscopische zouten. De hygroscopische zouten (nitraten, chloriden, sulfaten, salpeter, enz.) die in bouwmaterialen en in de grond aanwezig zijn, kunnen in vochtige muren en pleisterwerk migreren. Hun invloed op het metselen pleisterwerk is niet te verwaarlozen. Zij kunnen een grote druk uitoefenen op het pleisterwerk of verflagen. De kristallisering van de zouten leidt gewoonlijk tot het loskomen van de bepleistering die op vochtig metselwerk werd aangebracht. Twee mogelijkheden: 1) Een volledige verzadiging van de zoutgebieden door injectie en/ of verstuiving van een omvormer van hygroscopische zouten maakt de hygroscopische eigenschappen van de zouten ongedaan en verhindert zo het fenomeen van kristallisering en van het loskomen van het pleisterwerk. De aanbrenging van een zoutomvormer is in elk geval vereist. Dit gebeurt door verstuiving in twee lagen met een interval van +/- 24 uur, zodat de ondergrond goed verzadigd wordt (verbruik = +/- 1 à 1,5 l/m2).
Injectie in de massa wordt vooral voorgeschreven in geval van een hoge zoutconcentratie. Diameter van de gaten: 12 à 14 mm Diepte van de boringen: 2/3 à 3/4 van de dikte van de muren Ingespoten volume: 1,5 à 2,5 l/m2 per 10 cm dikte (= 15 à 25 l/m2) Ruimte tussen de gaten: 15 cm Met de MERCKOQUANT-strookjes kunt u deze zouten snel analyseren en informatie verkrijgen over hun aard en concentratie PRODUCT = B202 TECHNICURE CS
2) Het aanbrengen met een borstel van een twee-componentenepoxyhars (TECHNICURE AS) in twee lagen van +/- 300 gr/m² (voor de 2 lagen) vormt een fysieke barrière tegen salpeter. Dankzij de aanbrenging van dit product worden de zouten fysiek vastgezet, zodat ze niet kunnen migreren naar het oppervlak van de muren en naar het nieuwe pleisterwerk. PRODUCT = B201 TECHNICURE AS
4e stap: INJECTIE IN DE MASSA VAN EEN VOCHTWEREND PRODUCT OPTIONEEL Deze stap is niet verplicht, maar als u er zeker van wilt zijn dat de muur niet vochtig wordt en waterdoorsijpeling door capillariteit wilt vermijden, dan kunt u een aangepast vochtwerend product in de massa inspuiten. Het vochtwerende product zal de capillaire elementen waaruit het metselwerk is samengesteld, waterafstotend maken. Deze stap garandeert geen volledige uitdroging van de muur, maar maakt het mogelijk om het watergehalte in de muur aanzienlijk te verminderen. Als uw muur belangrijke barsten vertoont, dan kan er nog altijd water onder druk doorsijpelen. Als u al een zoutomvormer in uw muur hebt ingespoten, dan kunt u het vochtwerende product in de massa in dezelfde gaten inspuiten. Als u echter geen zoutomvormer hebt ingespoten, ga dan als volgt te werk: Diameter van de gaten: 12 à 14 mm Diepte van de boringen: 2/3 à 3/4 van de dikte van de muren Ingespoten volume: 1,5 à 2,5 l/m2 per 10 cm dikte (= 15 à 25 l/m2) Ruimte tussen de gaten: 15 cm PRODUCT = TECHNISIL HYBRIDE of B105 10 TECHNIFUGE MS-ECO
Mei 2013
/
www.technichem.be – www.facabelle.be
97
KELDERDICHTING • TECHNISCH DOSSIER
5e stap: PLAATSEN VAN EEN KIM De hoeken die door de kelder muur, de vloer en de binnendraagmuren gevormd worden, zijn de gebieden die het meest onderhevig zijn aan waterdoorsijpeling. Om eventuele infiltratie te vermijden moeten er met een krimpvrije mortel een waterdichte kim gemaakt worden. PRODUCT = B304 SPERRMORTEL
6e stap: AFWERKING Eenmaal wanneer het metselwerk gereinigd is, de voegen hersteld zijn, de hygroscopische zouten geneutraliseerd zijn, de kimnaden uitgevoerd zijn en het vochtwerende product eventueel ingespoten werd, blijft er nog maar alleen de afwerking over. Er zijn drie soorten afwerking mogelijk: 1. Kwastmortel • Kwastmortel: B303 TECHNICRETE M; het betreft een mengeling van kwarts, gewijzigd cement en een additief in poedervorm (in zak), waarmee u een pap van enkele millimeter dik kunt maken. De pap wordt met een borstel in twee lagen aangebracht. Hiermee kunt u een systeem verwezenlijken dat bestand is tegen positieve druk (gebruik bij een grote negatieve druk eerder B303 TECHNICRETE E), met geringe dikte. Als u dit systeem toepast, dan moeten het metselwerk en vooral de voegen in goede staat zijn (eerst opnieuw voegen, indien nodig).
3. Cementering • Hydraulische cementering: B302 TECHNICRETE E; het betreft een mengeling van kwarts, gewijzigd cement en een additief in poedervorm (in zak), waarmee u een cementering van enkele centimeter dik kunt maken. De cementering wordt met een truweel, pleisterspaan, strijkbord, reilat, enz. aangebracht. Maakt het mogelijk om een systeem te verwezenlijken dat bestand is tegen positieve en negatieve druk. Maakt het mogelijk om muren weer recht (zoals bij een bepleistering) en mooi te maken. Boven op dit systeem kan ook het product B301 TECHNIPOX E aangebracht worden. 7e stap: BIJKOMEND IN BEPAALDE GEVALLEN 1. Afvoer van water onder druk: De vorming van een grote waterkolom achter een ingegraven muur wordt het best altijd vermeden. Het water moet dus eerst afgevoerd worden door onderaan in de muur een reeks gaten te boren, zodat het water via een goot kan weglopen.
2. Epoxycoating • Epoxycoating: B301 TECHNIPOX E; het betreft een twee-componentenepoxyhars op basis van water, waarmee u een laag van enkele millimeters dik kunt maken. De pap wordt met een borstel in twee lagen aangebracht (de tweede laag boven op de eerste laag die nog niet droog is). Hiermee kunt u een systeem verwezenlijken dat bestand is tegen positieve druk en een geringe negatieve druk. Als u dit systeem toepast, dan moet het metselwerk en vooral de voegen in goede staat zijn (eerst opnieuw voegen, indien nodig). Toe te passen in de voedselsector voor de bescherming van waterzuiveringsstations, spaarbekkens, citernes, wateropslag.
B202 TECHNICURE CS
98
B302 TECHNICRETE E + B301 TECHNIPOX E
B301 TECHNIPOX E
B301 TECHNIPOX E
www.technichem.be – www.facabelle.be
/ Mei 2013
B 300
Voer dit water vervolgens naar een lager gelegen punt af, waar u een pomp installeert, of via een rioolafvoer, een inspectieput, enz. 2. Ontsmetting van de ondergrond: Bij aanwezigheid van schimmels of zwammen op de muur moet een behandeling van de ondergrond overwogen worden door verstuiving van een saneringsmiddel. De zwammen kunnen zich ook aan de binnenkant van de muur ontwikkelen. Om dit probleem te verhelpen moet u ditzelfde saneringsmiddel in de massa inspuiten.
4. Verluchting van de ruimtes: Een goede verlucting van de kelder is essentiëel ten einde condensatie op de waterdichting te vermijden. 5. Behandeling van de binnenmuren die in contact staan met de ingegraven muur: Wanneer binnenmuren in contact staan met de ingegraven muur (die behandeld wordt), wordt u aangeraden een verticale barriere te maken (losmaken van de muur of binnenmuren met de bekuiping). PRODUCT = B101 TECHNISIL MS of B105 TEHNISIL MS ECO
PRODUCT = C101 TECHNICIDE +
3. Waterlek: Als u te maken hebt met een waterlek (waterstraal, lek, enz.) aan het oppervlak van de kelder muur die behandeld moet worden, dan moet u voor de voorbereiding van de ondergrond een systeem installeren voor de afvoer van het water achter de muur (pomp in stand-by die het verzamelde water via gootjes onderaan de muur afvoert). Eenmaal wanneer de ondergrond gereinigd is en de voegen hersteld zijn, moeten eerst de gaten die het lek veroorzaken met een snelcement gedicht worden. PRODUCT = B305 POUDRE X
B301 TECHNIPOX E Type
Epoxycoating
Kleur
Wit of grijs
Aanbrenging Systeem
B303 TECHNICRETE M Mengeling van kwarts – gewijzigd cement – additieven in poedervorm Grijs Borstel
Dun (500 micron) 2 tot 4 mm dun 2 lagen – de tweede op de eerste laag die Naargelang de gewenste dikte 2 lagen nog niet droog is (nat in nat) +/- 1 kg/m² voor de 2 lagen 19 kg/m² per cm dikte 1,4 kg/m² per cm dikte Ingegraven muur, citerne, kelder Ingegraven muur, citerne, kelder Ingegraven muur, citerne, kelder Positieve druk – lage negatieve druk Positieve druk – lage negatieve druk Positieve en negatieve druk Metselwerk in goede staat Metselwerk in goede staat Metselwerk in slechte staat Dunne laag Dunne laag Aanbevolen gebruik van B201 TECHNICURE AS of B202 TECHNICURE CS
Aantal lagen Verbruik
Aanbevolen
Mei 2013
Borstel
B302 TECHNICRETE E Mengeling van kwarts – gewijzigd cement – additieven in poedervorm Grijs Truweel – pleisterspaan – strijkbord – reilat 1 tot 3 cm dik per laag
/
www.technichem.be – www.facabelle.be
99