Eindtermen en exameneisen
SVH Basisvakbekwaamheid horeca (onderdeel van SVH Cafébedrijf)
Pagina 1/5
Eindtermen en exameneisen SVH Basisvakbekwaamheid Horeca (onderdeel van SVH Cafébedrijf) Vastgesteld door het Koepelbestuur Stichting Nationaal Onderwijscentrum Horeca (SVH) d.d. 16 maart 1996 Eindterm exameneis
Omschrijving
Markt
De kandidaat kan een omschrijving geven van de horecamarkt en van de meest relevante aspecten met betrekking tot marketing/bedrijfsformules.
1
De kandidaat kan een omschrijving geven van de vraagzijde en de aanbodzijde van de horecamarkt en kan een opsomming geven van de op deze markt voorkomende aanbieders van gastvrijheid (dranken-, voedsel-, en logiesverstrekkende bedrijven). De kandidaat kan uitleggen wat de begrippen marketing en bedrijfsformule inhouden. De kandidaat kan een omschrijving geven van de marketingmix (6 P's: product, plaats, promotie, prijs, presentatie en personeel) en kan de relatie uitleggen tussen de verschillende P's, beide toegepast op de horeca.
1
Producten
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot dranken en eetwaren in de horeca.
2
De kandidaat kan met betrekking tot de volgende productgroepen: dranken alcoholhoudend: bier, wijn, gedistilleerd, cocktails en longdrinks alcoholvrij: koffie/thee, zuivel, sappen, frisdranken, mineraalwaters, sport- en energiedranken kleine eetwaren ’maaltijden’, snacks, bittergarnituren, consumptie-ijs de volgende aspecten noemen: wat is het/hoe wordt het gemaakt (belangrijkste ingrediënten/ bereidingswijzen)? 1 hoe wordt het behandeld (uitgebreider; onderscheid vers/convenience, zelf maken/kopen en met welke hygiënische eisen dient bij de behandeling rekening te worden gehouden)? hoe wordt het gepresenteerd en welk materiaal is daarbij nodig? wat zijn relevante aspecten van het etiket (bijvoorbeeld voedingswaarde)? hoe wordt het bewaard (hoe is de logistiek van het product)? welke apparatuur is nodig voor de behandeling?
Uitgangspunt hierbij is: wat wil de gast daarover weten; denk bijvoorbeeld aan geur/kleur/smaak.
Eindtermen en exameneisen SVH Basisvakbekwaamheid horeca
Pagina 2/5
2
Eindterm exameneis
Omschrijving
Apparatuur
De kandidaat kan een omschrijving geven van de werking van de meest relevante apparatuur met betrekking tot de in eindterm 2 genoemde producten.
3
De kandidaat kan met betrekking tot de volgende apparatuur: biertapinstallatie koffiezetapparatuur frisdrankapparatuur koeling/vriezer ijsblokjesmachine fornuis frituur bakplaat grill magnetron(oven) halogeen convectomaat combisteamer toasters au bain marie de volgende aspecten aangeven: wat is de werking (in hoofdlijnen)? wat zijn de (on)mogelijkheden/wat is de capaciteit? welke in eindterm 2 genoemde producten kunnen ermee worden bereid? welk soort onderhoud is nodig? welke algemene veiligheidsaspecten gelden? hoe om te gaan met eventuele brand(preventie)?
Hygiëne
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot hygiëne.
4
De kandidaat kan de wettelijke kaders waarbinnen hygiëne zich afspeelt benoemen en kan het belang aangeven van hygiënisch werken. 2
Serveren
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot het serveren van dranken en eetwaren.
5
De kandidaat kan: de algemene serveerregels opsommen en uitleggen in welke situatie welke regel wordt toegepast; de attributen die bij de aankleding van een tafel van belang zijn noemen en aangeven waarvoor ze dienen; algemene in- en opdekregels opsommen en uitleggen in welke situatie welke regel wordt toegepast; drie draagmethoden en hun kenmerken benoemen.
Als uitgangspunt hierbij productaansprakelijkheid nemen.
Eindtermen en exameneisen SVH Basisvakbekwaamheid horeca
Pagina 3/5
Eindterm exameneis
Omschrijving
Gastgerichtheid
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot gastgericht handelen.3
6
De kandidaat kan benoemen wat gastgericht handelen in de horeca inhoudt in de verschillende fasen van het proces van ‘ontvangst-verblijf-afscheid’. De kandidaat kan aangeven wat verbaal en non-verbaal gedrag is en wat de invloed hiervan is op gastgericht handelen. De kandidaat kan uitleggen hoe op een goede manier met klachten van gasten omgegaan kan worden.
Verkopen van gastvrijheid
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot het verkopen van gastvrijheid. 4
7
De kandidaat kan omschrijven wat gastvrijheid in de horeca inhoudt. De kandidaat kan de relatie uitleggen tussen het verschil in inkoop- en verkoopprijzen van horecaproducten en de kosten van de P's. De kandidaat kan basale verkooptechnieken benoemen.
Overige apparatuur
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante overige apparatuur die in een horecabedrijf voorkomt.
8
De kandidaat kan het doel van de volgende in horecabedrijven voorkomende apparatuur aangeven: luchtbehandelingapparatuur kassasystemen telefoonapparatuur speelautomaten /behendigheidsspelen overige keukenapparatuur (vaatwasmachine enz.) schoonmaakapparatuur brandpreventie- en veiligheidsapparatuur muziekapparatuur
Werken in de horeca
De kandidaat kan een omschrijving geven van de meest relevante aspecten met betrekking tot het werken in de horeca.
9
De kandidaat kan globaal de strekking van de belangrijke artikelen van de Horeca CAO aangeven. De kandidaat kan de persoonlijk/sociale consequenties van werken in de horeca benoemen (denk aan dag/nachtritme, werken in het weekend/op feestdagen enz.). De kandidaat kan de fysieke aspecten van werken in de horeca benoemen en eventuele oplossingen daarvoor aandragen.
3 4
Kennis van sociale vaardigheden. Kennis van commerciële vaardigheden.
Eindtermen en exameneisen SVH Basisvakbekwaamheid horeca
Pagina 4/5
Eindtermen en exameneisen SVH Basisvakbekwaamheid horeca
Pagina 5/5