Studiehandleiding. Basiscursus MRT Inholland Den Haag. Motoriek.nl Baarsjesweg 254 hs 1058 AB Amsterdam

Studiehandleiding Basiscursus MRT Inholland

2013 -2014 Den Haag

Deze opleiding wordt verzorgd door:

Stichting ‘Motorische Remedial Teaching’ in beweging Harrelaers 8 1852 KW Heiloo [email protected]

Motoriek.nl Baarsjesweg 254 hs 1058 AB Amsterdam [email protected] 06 24 55 93 44

Inhoud 1

Globaal overzicht van alle opdrachten

Bijlagen A B

A1

Data + globale cursusinhoud

B1

Startformulier

B2

Persoonlijk Ontwikkelingsplan

C

C1

Portfolio

C2

Inhoud portfolio basiscursus

C3 D1

Beoordeling portfolio Critical friend

D2

Beoordelingsformulier presentaties LVS

E

E1

Remedie opdracht

E2

Beoordelingsformulier presentaties remedie

F

F1

Eindpresentaties

F2

Videobeelden gebruiken in een presentatie

F3

Beschrijving van de inhoud van een hand- out

F4

Beoordelingsformulier eindpresentaties

F5

Onderzoek groepssamenstelling doelspelen

F6

Onderzoek groepssamenstelling tikspelen

G1 G2

Het probleem in beeld

G3

Inschrijfformulier Stichting

D

G

Opdracht Leerlingvolgsysteem

Informatie Stichting MRT in beweging

Studentenhandleiding

Opstart/ Basiscursus MRT 2013-2014

3

1. Globaal overzicht van de opdrachten Opdrachten Basiscursus Invullen van het startformulier Graag zo spoedig mogelijk per mail inleveren (graag binnen 7 dagen) Het zorgkind in beeld Zie bijlage G1 Leerlingvolgsysteem Opdracht (zie bijlage D) Casus grote motoriek (zie bijlage E) Je neemt van een door jouw gesignaleerd kind met bewegingsproblemen de OMT 2011 af. Je neemt deze test op video op Je vult de invulformulierenformulieren in en bepaalt het stereotype. Je levert de videoband + formulieren in bij een 2e jaars student van de opleiding in Amsterdam. Zij kijken de band voor je na en sturen een handelingsplan terug. Vervolgens kun je met deze informatie een oudergesprek voeren en de remedie starten. Je voert de remedie uit Je doet een tussenevaluatie. Je neemt de eindtest af Je evalueert de casus (resultaten, gesprek met ouders en kind en zelfreflectie) Samenstellen van een portfolio ( bijlage C en op surfgroepen) Presentatie voorbereiden voor het afronden van de cursus( bijlage F)



Schematisch overzicht persoonlijke studiebegeleiding en toetsing

Wat

Duur

Hoe

Beoordeling

Docent

Student

Startformulier gesprek

10 minuten

gezamenlijk

Geen

Startformulier bestuderen

Startformulier invullen

LVS presentatie

20 minuten

Individueel

Peerassesment + docent

supervisie beoordeling

Opdracht uitvoeren en presenteren aan medestudent(en)

Remedie presentatie

20 minuten

Individueel


supervisie beoordeling

Opdracht uitvoeren en presenteren aan medestudent(en)

Examen OMT

120 minuten

Individueel

2e jaars student DH

beoordeling

OMT bestuderen

Portfolio

Gehele cursus

Individueel

Docent beoordeelt

beoordeling

Portfolio bouwen

maximaal 20 minuten

Individueel


Beoordeeld de presentatie

Knippen en plakken van de beelden en voorbereiden van de presentaties

Eindpresentatie



Wanneer Tweene bijeenkomst

Data + globale cursusinhoud

Basiscursus MRT 2013 – 2014 Den Haag

Bijlage A

Rooster Motorische Remedial Teaching Jaar 1 Schooljaar: Locatie: Lesdag: Tijdstip:

week

Datum

39

24-sep-13

40

1-okt-13

41

8-okt-13

2013-2014 Den Haag Dinsdag 19:00 - 22:00

Module

Modulenaam

Docent

1

Opstartcursus 1

Elise van Weene

Motorische Ontwikkeling Introductie

1

Opstartcursus 2

Elise van Weene

Leerlingvolgsysteem en Homogene/heterogene groepen

Elise van Weene

Informatie over MRT (individueel, groeps-MRT en resultaten). Extra zorg + opstellen Handelingsplan + inbreng beelden vanstudenten LVS

1

42/43

Opstartcursus 3

Lokaal

Opmerkingen

HERFSTVAKANTIE Schoolpleinopdracht Inbreng beelden van studenten LVS

44 45

29-okt-13 5-nov-13

1 2

Opstartcursus 4 Basiscursus 1

Elise van Weene Elise van Weene

46

12-nov-13

2

Basiscursus 2

Elise van Weene

registratie middels de formulieren van de OMT + het opstellen van een handelingsplan

47

19-nov-13

1

Opstartcursus 5

Elise van Weene

Schoolpleinopdracht, groeperingsvormen, remediemogelijkheden

48 49

26-nov-13

2

Basiscursus 3

Elise van Weene

Introductie Onderwijsgeschikte Motorische Test

2.138

OMT opstellen handelingsplan/stereotypen en begeleidingsplan

6

50

10-dec-13

1

Opstartcursus 6

Elise van Weene

Eindpresentatie schoolplein en groeperingsvormen

51 52 1

17-dec-13 24-dec-13 31-dec-13

2

Basiscursus 4 KERSTVAKANTIE KERSTVAKANTIE

Elise van Weene

Intervisiebijeenkomst

Elise van Weene

Klassikale instructie: Remedie 1; Individuele MRT. Wat zijn bewegingskaarten, hoe werk je daarmee. Kracht en zwakte van het werken met de kaarten.

2 3 4 5

7-jan-14

2

Basiscursus 5

6

4-feb-14

2

Basiscursus 6

7

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28

11-feb-14 18-feb-14 25-feb-14 4-mrt-14

2

2

Basiscursus 7 VOORJAARSVAKANTIE VOORJAARSVAKANTIE Basiscursus

25-mrt-14

2

Basiscursus 8

22-apr-14 29-apr-14 6-mei-14

Elise van Weene

Remediebeelden bekijken van elkaar. Intervisie over de remedie.

Bastiaan Goedhart heb ik niet gecheckt met Bas

Leerhulp, reguleren en buitenspelen

Elise van Weene

Reservedatum. Van 18.00 - 22.00 uur

Elise van Weene

Eindpresentaties

MEIVAKANTIE MEIVAKANTIE MEIVAKANTIE

ZOMERVAKANTIE ZOMERVAKANTIE 7

8

Startformulier

Bijlage B1

(digitaal te vinden op surfgroepen) Je ontwikkeling als MRT-er begint bij de start van de opleiding. Het is van belang om je beginsituatie goed in beeld te krijgen -

wat breng je al mee aan kennis en vaardigheden? persoonlijke drijfveren en kwaliteiten hoe ziet je praktijksituatie eruit? in hoeverre ben je in staat om de opdrachten in een praktijksituatie uit te voeren?

Het in kaart brengen van je beginsituatie is van belang voor de begeleiding op maat die de docent je probeert te bieden. Mailen voor de tweede bijeenkomst Vul onderstaand formulier zo volledig mogelijk in, sla het op met: achternaam + startformulier + datum . Elise van Weene

[email protected]

Persoonlijke informatie Naam Adres Postcode Plaats Telefoonnummer thuis Telefoonnummer mobiel Eventueel ander nummer E-mail adressen

Achtergrond informatie Welke opleidingen heb je afgerond? Waar heb je gewerkt (naam, plaats, typen onderwijs en functie)

Waar werk je momenteel (naam, plaats, typen onderwijs en functie)

Betaalt je werkgever de opleiding (denk aan geld/tijd)?

9

Heb je andere cursussen/opleidingen gedaan die raakvlakken hebben met deze opleiding? Wie verzorgt de lessen bewegingsonderwijs/LO op school? Wordt de ontwikkeling van de motoriek of van het bewegingsgedrag gevolgd? Denk aan leerlingvolgsystemen (Pravoo) e.d. Zo ja; hoe bevalt het systeem? Is er een zorgstructuur op het gebied van bewegen en spelen? Zo ja, hoe ziet het eruit? Voor PO: - Wat vind je van de mogelijkheden van het schoolplein (denk aan ruimte, aantal kinderen, grote materialen en kleine materialen) - Gebruikt de school de kalender ‘De klas beweegt’ Zijn er contacten met sportverenigingen Zijn er contacten met fysiotherapeuten/MRT-ers of club extra? Schat je in dat je voldoende tijd hebt om de opdrachten uit te voeren?

5 – 10 uur per week 10 – 15 uur per week

Krijg je voldoende ruimte (accommodatie en tijd) op school om je opdrachten uit te voeren?

Denk hierbij aan momenten waarop er gebruik gemaakt kan worden van: Speelzaal Gymzaal Kinderen beschikbaar zijn Tijdstippen waarop je zelf beschikbaar bent

10

Verwachtingen Wat zijn je verwachtingen van deze opleiding?

Waarom heb je voor deze opleiding gekozen?

Denk je dat je al over kennis en vaardigheden beschikt die je kunt gebruiken bij het geven van MRT? Zo ja welke?

Benoem aandachtspunten

Voorbeelden ( kun je weghalen als je eigen aandachtspunten formuleert) Ik ben groepsleerkracht en werk niet zo vaak in de gymzaal Ik ben vakleerkracht en heb nooit oudergesprekken Ik ben ongeduldig als ………

Verwacht je dat er voor MRT (meer) formatie vrijgemaakt zal worden (nu of in de toekomst) binnen je werksituatie?

Hoe bereik ik wat ik wil bereiken

Deze vraag is bij de start van een opleiding moeilijk te beantwoorden maar komt in de cursus terug

11

Persoonlijk ontwikkelingsplan POP

Bijlage B2

Een persoonlijk ontwikkelingsplan is een ‘actieplan’ waarmee je je persoonlijke en professionele ontwikkeling kunt stimuleren en plannen. Het is een dynamisch instrument. Je zult het regelmatig bijstellen, want je ontwikkeling gaat altijd verder. Bij de professionele ontwikkeling gaat het om het ontwikkelen van de competenties die horen bij het beroep. Je studeert, maakt opdrachten, discussieert, werkt met kinderen, observeert, bereidt lessen voor en werkt samen met anderen aan producten. Ook je studiemanagement en studievaardigheden vallen hieronder. Je persoonlijke ontwikkeling betreft persoonsgebonden gedrag en vaardigheden. Je hebt bepaalde talenten, hobby’s, interesses en een eigen manier om met kinderen en collega´s om te gaan. Je uiteindelijke doel is startbekwame MRT- er te worden. Het persoonlijk ontwikkelingsplan is daarvoor een soort spoorboekje. Het geeft antwoord op de vragen: ‘Wie ben ik? , ‘Wat kan ik? , ‘Wat wil ik?’ en ‘Hoe bereik ik wat ik wil?’. Je plaatst deze vragen uiteraard steeds in het kader van de vereiste beroepscompetenties van een MRT-er. In grote lijnen gaat je POP over drie gebieden:

Opleiding Praktijk Persoonlijke mogelijkheden In je POP formuleer je eigen ontwikkeltaken met bijbehorende leerdoelen. In deze cursus zal zoveel mogelijk rekening gehouden worden met je persoonlijke situatie, doelen en al opgedane kennis. De docent en je medestudent(en) ondersteunen je daarbij. Hoe duidelijker jij weet wat je wilt leren en hoe concreter je maakt hoe je dat denkt te bereiken, hoe groter de kans is dat je hierin slaagt.

12

Portfolio

Bijlage C1

Bij competentiegericht opleiden probeer je te bewijzen dat je een gegeven niveau hebt behaald. Je probeert aan te geven hoe jouw leerproces verloopt en hoe je ervoor probeert te zorgen dat de opbrengst van jouw leerproces optimaal is. Voor dit doel wordt het portfolio gebruikt. Hierin verzamel je de bewijsmaterialen die jouw ontwikkeling in kaart brengen. Het vervult daarmee een functie als sturingsinstrument. Je kunt hiermee jezelf en anderen inzicht geven in je leerproces. Je docent krijgt aan de hand van je POP, n.a.v. je startformulier en je portfolio zicht op je begeleidingsbehoefte. Je laat in de opleiding regelmatig een tussenproduct van een opdracht aan een medestudent zien. Deze student, de critical friend, voorziet jou van feedback. Daarnaast kun je docent of je raadplegen.

13

Inhoud portfolio basiscursus A

Beschrijving van de eigen situatie

A1

Beschrijving van de situatie m.b.t. speel- en beweegomgeving van de kinderen op jouw school (bewegingsonderwijs, schoolplein, extra zorg. Schoolsport e.d.)

A2

Beschrijving van de veranderingen die je graag zou willen aanbrengen in jouw werksituatie.

Bijlage C2

B

Leerlingvolgsysteem

B.1

Videobeelden (op CD/DVD of video) van de 4 vaardigheden en de 4 angsten van het LVS van 4 kinderen

B.2

Overzichtsformulieren van deze 4 kinderen

B.3

Uitdraai van de klassenlijst ‘Springen – Kracht’ (hinkelen)

B.4

Tekst over ervaringen met heterogene en homogene groepen op basis van de hinkelvaardigheid. Eventueel met beelden en/of uitkomsten van een onderzoekje (document m.b.t. onderzoek vind je op Surfgroepen)

B.5

Schriftelijke voorbereiding van de lessen waarin geobserveerd is.

B.5

Reflectie op (de opdracht) het werken met het LVS. Wat vond je er van. Hoeveel tijd koste het. Wil je het gaan toepassen op school? Welke mogelijkheden zie je? En welke knelpunten?

C

Onderwijsgeschikte Motorische Test (OMT 2011)

C.1

Videobeelden (op cd/dvd of video) van de OMT van minimaal één kind

C.2

Invulformulieren van de OMT 2011 (1 t/m 12)

C.3

Vul het stereotype handelingsplan aan met gegevens die je verzameld hebt. Aanvullende gegevens die van belang kunnen zijn: over de thuissituatie, leerproblemen, sociaal-emotionele ontwikkeling (samenspel), motivatie in bewegingssituaties e.d.

C.4

Raadpleeg hiervoor je eigen ervaringen met een kind, een collega, ouders en een eventueel dossier

.

D

Oudergesprek 1

D.1

Verslag van het oudergesprek.

D.2

Vragenformulier voor ouders (anamnese)

E

Remedie

E.1

Evaluatie van de uitvoering van het handelingsplan. Een korte beschrijving van de gang van zaken van elke week. Gebruik hiervoor het stereotype handelingsplan.

F

Tussenevaluatie

F.1

Een tussenevaluatie na ongeveer 6 weken (o.a. m.b.v. de 4 ss-en van het LVS) om mogelijke vorderingen zichtbaar te maken.

F.2

Een videoband met 15 minuten beeldmateriaal van diverse (minimaal 3) bewegingsmomenten die het (remediërend) proces in beeld brengen.

14

G

Oudergesprek 2

G.1

Verslag van het afsluitende oudergesprek.

G.2

Evaluatieformulier voor ouders en het kind. Verwerk dit in het stereotype handelingsplan van jou kind.

H

2e OMT

H.1

Videobeelden (op cd/dvd of video) van de (2e) OMT

H.2

De 3 a 4 meest opvallende items op één band achter elkaar zetten (bijvoorbeeld rollen November gevolgd door rollen Maart).

H.3

Evaluatieformulier behorende bij de OMT

H.4

Aanvullende gegevens; ervaringen andere leerkrachten of deskundigen

H.5

Eindverslag van de casus: Wat heeft het opgeleverd, Wat is er goed gegaan, wat zou je achteraf anders doen en hoe gaat het kind nu verder?

I

Logboek

I.1

Ingaan op de vragen van het startformulier

I.2

Reflectie* op de inhoud de bijeenkomst over bewegingsonderwijs.

I.3

Reflectie* op de inhoud de bijeenkomst over motorische ontwikkeling.

I.4

Reflectie* op de inhoud de bijeenkomst over Leerlingvolgsysteem. Reflectie* op de inhoud de bijeenkomst over OMT 2011.

Waaruit bestaat je logboek?

*- denk hierbij aan opdracht zelf - je ervaringen met de opdracht - je eigen functioneren/kwaliteiten - vragen en opmerkingen bij de opdracht

I.5

Aan het einde van het jaar een eindevaluatie van: - Basiscursus Evaluatieformulieren kun je vinden op Surfgroepen. De ingevulde formulieren zend je aan de docent

I.6

Reflectie op het werken met Surfgroepen

I.7

Reflectie op je eigen ontwikkeling; wat wil je het volgende jaar leren/doen?

J

Critical friend

J.1

Beoordeling van het portfolio van een medestudent door jou Afhankelijk of er mede studenten zijn?

J.2

Beoordeling van jouw portfolio door een medestudent Afhankelijk of er mede studenten zijn?

K

Presentatie

K.1

Hand-out toevoegen en/of power point presentatie

L

Evaluatie van de opleiding

L.1 L.2

Eigen tekst Evaluatieformulier van Inholland

15

BEOORDELING PORTFOLIO Critical friend

Bijlage C3

basiscursus MRT Naam cursist:

1ste keer

Critical friend 1ste jaars

datum ingeleverd

datum retour

2de keer

x

A t/m D E t/m I

MISSEN

O

Beoordeling V

(Ontbreekt)

(Onvoldoende)

(Voldoende)

A

Beschrijving van de eigen situatie

A.1 A.2

M M

B

Leerlingvolgsysteem

B.1 B.2 B.3 B.4 B.5 B.6 B.7

M M M M M M M

C

Onderwijsgeschikte Motorische Test (OMT 2005)

O O

O O O O O O O

O O O O

U (Uitmuntend)

Opmerking critical friend

Eventuele aanpassing



V V

V V V V V V V

C.1 C.2 C.3 C.4

M M M M

D

Oudergesprek 1

D.1 D.2

M M

O O

G (Goed)





V V V V

V V

16

Algemene opmerkingen Critical Friend over de onderdelen A t/m D

E

Remedie Opmerking critical friend

E.1

M

O


V

F

Tussenevaluatie

F.1

M

O

V

F.2

M

O

V

G

Oudergesprek 2

G.1

M

O

V

G.2

M

O

V

H

2e OMT

H.1

M

O

V

H.2

M

O

V

H.3

M

O

V

H.4

M

O

V

H.5

M

O

V






I

Logboek

I.1

M

O

V

I.2

M

O

V

I.3

M

O

V

I.4

M

O

V

I.5

M

O

V

I.6

M

O

V

I.7

M

O

V


Waaruit bestaat je logboek? Opmerking critical friend


Eindbeoordeling Onvoldoende

Voldoende

Ruim voldoende

Goed

Uitstekend 17

Opdracht Leerlingvolgsysteem 1.

2.

Bijlage D1

Neem bij vier kinderen de acht observatie-items van het Leerlingvolgsysteem ‘Bewegen en spelen’ (van Gelder & Stroes) af. Neem de items op met een videocamera. Probeer van die vier kinderen minstens twee kinderen te kiezen waarvan je verwacht dat ze motorisch minder vaardig zijn. Vraag de ouders van deze vier kinderen eerst toestemming! - registreer de observaties op de daarvoor bestemde (vereenvoudigde) overzichtsformulieren Observeer en registreer (en film!) van een hele klas het onderdeel Springen kracht (hinkelen). - voer deze gegevens in ‘in de computer’ - print de klassenlijst uit. Je maakt aan de hand van deze observaties videobeelden van de minst vaardige kinderen in twee lessen bewegingsonderwijs. Eén les waarin de kinderen homogeen zijn ingedeeld en één les waarin de kinderen heterogeen ingedeeld zijn. Je beschrijft en filmt de verschillen en zet de beelden overzichtelijk achter elkaar zodat de eventuele verschillen goed zichtbaar zijn. Stappenplan A Maak drie homogene groepen op grond van de scores bij het hinkelen en maak een les met behulp van tabel ‘relatie leerlijnen en 4 vaardigheden + angsten van het LVS bewegen en spelen (bijlage H) . Kies drie situatie die een sterk/dominante relatie hebben met het onderdeel hinkelen. Verdeel je zaal in drie vakken. Bijvoorbeeld een tikspel, touwklimmen, hurkwendsprong. B Film hierbij het kind (of kinderen) met de laagste score bij Springen-Kracht (hinkelen). C Geef en film deze les tweemaal aan dezelfde groep kinderen. Maar…….werk in de eerste les in heterogene groepen (qua vaardigheid) en de tweede les in homogene groepen.

Bijvoorbeeld: Op 5 oktober heb ik bij de kinderen van groep 7 het leerlingvolgsysteem onderdeel ‘Springen –Kracht’ (hinkelen) afgenomen. David en Petra scoorden het laagst. Op 12 oktober geef ik een les waarin in 3 vakken gewerkt wordt. De groepsindeling is heterogeen. Ik film de groepjes van Petra en David in deze les . Op 17 oktober geef ik dezelfde les in niveauhomogene groepen en volg David en Petra weer. d a b c d

Maak een schriftelijke voorbereiding van deze les. Voor welke groep/ klas maak je de les? Groep 1,2/ 3,4/ 5,6/ 7,8, / VO Maak een beschrijving van de bewegingssituatie waarin geobserveerd wordt. - verduidelijk de bewegingssituatie met tekeningen of foto’s. Beschrijf welke doelstelling(en) je hebt. Beschrijf ook de differentiatie- mogelijkheden

18

e

Vergelijk en beschrijf het effect op het kind van de verschillende groepsindelingen (homogeen en heterogeen).

Wanneer je bijvoorbeeld de leeuwenkooi als bewegingssituatie aanbiedt, registreer dan; Kwantitatieve observatie a hoeveel keer het kind getikt is in de homogene situatie b hoeveel keer het kind getikt is in de heterogene situatie

Maar ook in de andere rol;

c hoeveel kinderen het kind tikt is in de homogene situatie d hoeveel kinderen het kind tikt is in de heterogene situatie

Kwalitatieve observatie e hoe vaak maakt het kind de goede keuze ( goede moment van overlopen of tikken) of een (goede) schijnbeweging f hoe het kind zich in de beide situaties gedraagt; welke indruk maakt het kind op jou (actief/ passief/ blij/ initiatiefrijk g maak een tabel waarin je de resultaten verwerkt. Formulieren hiervoor vind je bijlage van deze studentenhandleiding.

19

Beoordeling opdracht Leerlingvolgsysteem Student die presenteert: Overige student(en)

Bijlage D2 Notulist Tijd bewaker

Welke beelden worden getoond? Observaties LVS: Welke activiteit (bij homogene/heterogene groepen) Geef bij onderstaande criteria een beoordeling: Onvoldoende, Voldoende, Goed of Uitstekend. Ook kun je aangeven of het onderdeel mist. Probeer met een enkele zin of steekwoorden de beoordeling te motiveren. De notulist noteert en leest zijn bevindingen voor en stelt deze eventueel bij als de groep een andere mening heeft. Het moet een groepsbeoordeling zijn.

Kwaliteit van de beelden - technisch

Missen

O

V

Scherpte, lichtsterkte, camera stabiel, kind(eren) duidelijk in beeld

Kwaliteit van de beelden - inhoudelijk

Missen

O

V

Geven de beelden een goede indruk van de link die de student in beeld wil brengen. Bijvoorbeeld: score Springen - Kracht van 2 kinderen heeft een duidelijke relatie met het niveau waarop deze kinderen deelnemen aan een tikspel

Hoe is de presentatie voorbereid?

Missen

O

V

Heb je het gevoel dat deze student het LVS goed kan afnemen en dat de overige mogelijkheden van het LVS duidelijk zijn?

Missen

O

V

Kwaliteit van de hand-out

Missen

O

V

Missen

O

V

2 a 3 A4tjes met duidelijk informatie en overzichten (grafieken en invulformulieren). Niet teveel tekst.

Kwaliteit van de presentatie Duidelijk, boeiend, goed gestructureerd

Felicitaties, complimenten, tips of opmerkingen?

Eind beoordeling: Onvoldoende of Voldoende

20

Remedie opdracht

Bijlage E1

Opdracht Maak beelden waarop jij en het kind in beeld zijn met het behandelen van de bewegingskaarten. Een week later film je weer: - het terugvragen van de kaarten van vorige week - het inoefenen van nieuwe kaarten Maximaal 10 minuten beeldmateriaal Presentatie duurt 25 a 30 minuten

Beoordeling Ontwerpt lessenreeksen, oefenreeksen en lessen voor individuele MRT volgens de doelen van het handelingsprogramma Maakt en gebruikt verschillende (specifieke?) leermiddelen en instructiematerialen. Stelt vooruitgang en verhinderingen vast in de leersituatie en past deze direct aan Gedragscriteria Hoe is je lerarengedrag? Dilemma’s - leuke betekenisvolle activiteiten tegenover het doen van een oefening (omdat het moet)

Maak een hand-out: Welke kaarten heb je meegegeven (Namen en codes) Hoe heb je deze op maat (leuk) gemaakt voor het kind Welke aantallen heb je meegegeven? Heb je 10x schema’s aangeboden? zo ja, beschrijf Bij herhaling van bewegingskaart - hoe vaak is er geoefend? - welk resultaat is er zichtbaar - welke kaart vond het kind het leukst/minst leuk.

21

Beoordeling remedie opdracht Student die presenteert: Overige studenten

Bijlage E2 Notulist Tijd bewaker

Welke beelden worden getoond? Remediebeelden van het uitvoeren van het handelingsplan OMT: Welke activiteit: individuele MRT Geef bij onderstaande criteria een beoordeling: Onvoldoende en Voldoende. Ook kun je aangeven of het onderdeel mist. Probeer met een enkele zin of steekwoorden de beoordeling te motiveren. De notulist noteert en leest zijn bevindingen voor en stelt deze eventueel bij als de groep een andere mening heeft. Het moet een groepsbeoordeling zijn.


Missen

O

V

Missen

O

V



Geven de beelden een goede indruk van de link die de student in beeld wil brengen. Bijvoorbeeld: het werken met de huiswerkkaartjes.


Missen

O

V

Heb je het gevoel dat deze student in staat is een aantrekkelijk individueel handelingsplan op te stellen en binnen het proces aanpassingen te doen indien dat nodig is.

Missen

O

V


Missen

O

V

Missen

O

V




Eind beoordeling: Onvoldoende / Voldoende

22

Eindpresentatie

Bijlage F1

Alle cursisten houden een presentatie van maximaal 30 minuten. Het is de bedoeling dat de presentatie een indruk geeft van de werkwijzen, problemen en resultaten van jouw casus. Gebruik hiervoor kenmerkende videobeelden. Bijvoorbeeld het vergelijken van maximaal 4 vaardigheden/ testitems uit de eerste test in vergelijk met de tweede. Vertel wat het probleem van het kind is/was, welke zorg is toegepast (individueel, kaartjes, individuele-mrt, groeps-mrt, verwijzen e.d.) en hoe deze zorg ontvangen/verlopen is Je kunt bij het maken van een presentatie denken aan de volgende opbouw: 

introductie

wie ben jij waar werk je met welke kinderen werk je



samenvatting

kan snel en overzichtelijk aan het begin kan ook later in de presentatie



inleiding

wat ga je vertellen met welk kind heb je gewerkt hoe kwam je tot je keuze ondervindt het kind last van het motorisch minder vaardig zijn hoe gaan de ouders er mee om wat waren je verwachtingen e.d.



kern

hoe is het proces verlopen



tabellen

overzichtstabellen met motorisch niveau uit bv LVS of OMT overzichtsformulier 6.1 van de OMT



samenvatting

zie boven

Maak een ‘hand-out’ of een uitdraai van je PP presentatie (één a twee A4, zie voor inhoudbijlage I en Surfgroepen.) met een samenvatting/overzicht van het bewegingsprobleem, wat je met het kind gedaan hebt en de resultaten. Kopieer deze 3x zodat alle cursisten en de docent op de dag van de presentatie kunnen meelezen. Cursisten leveren uiterlijk op het portfolio in zodat de docent het kan bestuderen voor de eindpresentatie.

23

Videobeelden gebruiken in een presentatie Bijlage F2 Wanneer je een presentatie wilt maken en je wilt verschillende videobeelden laten zien is het praktisch als alle beelden achter elkaar (geplakt) op één band/ schijf staan. Voor het vergelijken van de videobeelden is het belangrijk dat de beelden van hetzelfde onderdeel (bijvoorbeeld ‘op een been staan’ voor- én na de remedie) direct achter elkaar getoond worden. Anders is het moeilijk om de vaardigheden goed te kunnen vergelijken voor de toehoorders. En gaat vaak veel tijd verloren met het spoelen naar de juiste beelden. Er zijn vier manieren om beelden te plakken en knippen:

Digitaal op surfgroepen staat een pp-presentatie met een werkwijze Verschillende beelden inladen in een video bewerkingsprogramma en monteren tot één film Hoe doe je dat?

Je verzamelt alle beelden die je wilt gebruiken om een film van te maken. De videocamera zet je op speler en verbindt je met een usb- of fire-wire kabel aan een pc. De beelden laad je in je computer en dan kun je uit alle ingeladen beelden stukken plakken en knippen, overgangen maken, stukken vertragen en versnellen en titels maken. Je kunt heel eenvoudig filmpjes maken.

Voordeel

Je hebt geduld, kennis en specifieke software nodig!

Nadeel

Analoog: Video-opnamen ‘plakken’

Selectie van twee grote banden

Hele test op twee grote banden

Hoe doe je dat?

Je hebt hiervoor de twee ‘kleine’ bandjes uit de videocamera nodig. Je wilt bijvoorbeeld de looppas vergelijken. Handelingen: Plaats het bandje van de eerste test in de videocamera en een lege band in de videorecorder (verbind de camera en de recorder) en neem de looppas van de eerste test op een grote vhs-band op. Vervolgens haal je het 1e bandje eruit en plaatst het tweede bandje in de videocamera. Van de tweede test neem je nu de looppas op. Etc.

Soort tussen oplossing: Enkele items van de eerste test worden op VHS-band 1 opgenomen en dezelfde items op VHS band 2. Bijvoorbeeld: Looppas Hakken Tenen Hinkelen.

Test 1 (integraal) op een vhs band opnemen en vervolgens de tweede test op een andere band. De twee testen achter elkaar op één band maakt vergelijken bijna onmogelijk.

Voordeel

Prima evaluatiemateriaal dat bij goede resultaten bijzonder illustrerend is voor ouders, collega’s directies e.d.

Nadeel

Veel werk en je moet technisch de werkwijze kennen

- tussen -

- tussen -

Minder werk Veel spoelen om vergelijking mogelijk te maken.* Bij gebruik van twee video’s wordt wel een goed vergelijk mogelijk.

Informatie: http://www.microsoft.com/netherlands/windowsxp/moviemaker/thuisvideomaken.aspx http://www.pinnaclesys.com/PublicSite/du/Home/ http://video-editing-software-review.toptenreviews.com/?ttreng=1&ttrkey=video-editing

24

Het maken van een hand-out

Bijlage F3

Tijdens de opleiding zul je regelmatig een hand-out maken als ondersteuning van een presentatie. Hieronder een aantal criteria/ richtlijnen/tips waaraan je kunt denken bij het maken van en hand-out. Je kunt bij het maken van een hand-out denken aan de volgende opbouw: 

introductie

wie ben jij ( mogelijk alleen de eerste keer als de groepssamenstelling hetzelfde blijft) waar werk je met welke kinderen werk je

 inleiding

wat ga je vertellen met welk kind heb je gewerkt/ hoe oud is het kind

 kern

steekwoorden over het verloop van het proces  wat is het bewegingprobleem?  Hoe zag het handelingplan eruit (wat ben je gaan doen)?  Hoe is dat gegaan?  Wat is het resultaat?  Wat heb je van deze casus geleerd?

 tabellen

overzichtstabellen met motorisch niveau uit bv LVS of OMT m.n. evaluatieformulier 6.1 Zijn handig en illustratief.

25

Beoordeling eindpresentatie individuele MRT Student die presenteert: Overige student(en)

Bijlage F4 Notulist Tijd bewaker

Welke beelden worden getoond? Beelden van de eerste en tweede OMT/ remediebeelden, schoolplein e.d. Welke activiteit: individuele MRT Geef bij onderstaande criteria een beoordeling: Onvoldoende en Voldoende. Ook kun je aangeven of het onderdeel mist. Probeer met een enkele zin of steekwoorden de beoordeling te motiveren. De notulist noteert en leest zijn bevindingen voor en stelt deze eventueel bij als de groep een andere mening heeft. Het moet een groepsbeoordeling zijn.


Missen

O

V



Missen

O

V

Geven de beelden een goede indruk van de link die de student in beeld wil brengen. Bijvoorbeeld: het opnemen van een OMT.


Missen

O

V

Heb je het gevoel dat deze student in staat is een kind individueel te begeleiden met een individueel handelingsplan. Is de student in staat om het hendelingsplan aan te passen wanneer dit ‘nodig’ is?

Missen

O

V


Missen

O

V

Missen

O

V




Eind beoordeling: Onvoldoende / Voldoende

26

Bijlage F5

Onderzoek homogene – heterogene groepen Formulier voor het beoordelen van de mate van succes in een doelspel Observatieformulier van:

Groep:

Doelspel

Doelspel in heterogene groep

Spel 1

Spel 2

Spel 3

Lummel/onderschepper/verdediger: - aantal keer bal onderscheppen - aantal keer afspeellijn sluiten Balbezitter: aantal keer (bal ontvangen) aantal goede passes aantal scores Ontvanger/medeaanvaller: opent afspeellijn (staat vrij) Is er een duidelijk verschil in niveau tussen de 3 rollen?

Facultatief

+

+/-

-

+

+/-

-

+

+/-

-

Hoe vaak maakt hij/zij goede - neutrale – verkeerde/geen keuzes?

Welke indruk maakt het kind? Actief, passief, blij, initiatiefrijk

Voor niveaus/doelstellingen bij spelbeschrijving zie basisdocument bewegingsonderwijs

Doelspel In homogene groep

Spel 1

Spel 2

Spel 3

Lummel/onderschepper/verdediger: - aantal keer bal onderscheppen - aantal keer afspeellijn sluiten Balbezitter: aantal keer (bal ontvangen) aantal goede passes aantal scores Ontvanger/medeaanvaller: opent afspeellijn (staat vrij) Is er een duidelijk verschil in niveau tussen de 3 rollen?

Facultatief

+

+/-

-

+

+/-

-

+

+/-

-

Hoe vaak maakt hij/zij goede - neutrale foute keuzes?


Beschrijf de overeenkomsten en verschillen tussen deelname in heterogene en in homogene groep

27

Onderzoek homogene – heterogene groepen

Bijlage F6

Formulier voor het beoordelen van de mate van succes in een tikspel Observatieformulier van:

Tikspel in heterogene groep

Groep: Spel 1

Spel 2

Spel 3

Spel 4

Spel 5

Spel 6

Spel 1

Spel 2

Spel 3

Spel 4

Spel 5

Spel 6

Taak (loper of tikker) Hoeveel kinderen getikt? Hoeveel keer getikt? Hoe vaak loopt hij/zij over zonder getikt te worden Facultatief

Hoe vaak maakt hij/zij goede keuze bij overlopen


Tikspel in homogene groep Taak (loper of tikker) Hoeveel kinderen getikt? Hoeveel keer getikt? Hoe vaak loopt hij/zij over zonder getikt te worden Facultatief

Hoe vaak maakt hij/zij goede keuze bij overlopen


Beschrijf de verschillen en overeenkomsten tussen deelname in heterogene en in homogene groep Overeenkomsten

Verschillen

28

‘Problemen in beeld’ maken van videobeelden en analyses

Bijlage G1

Maak de eerste twee weken videobeelden van minder vaardige kinderen waar je mee gaat werken. Neem deze beelden de tweede bijeenkomst mee naar de opleiding. Denk aan beelden van:  niet mee (mogen) spelen  niet gemotiveerd zijn  compensatoir gedrag (clown, agressie en vermijden)  eenzijdig spelen (alleen in de zandbak of op de kar)  door andere kinderen niet gezien/aangesproken worden  veel naar de juf/meester lopen (praten/klagen)  Angst  Iets niet kunnen

4 deelopdrachten Maak beelden van minimaal één kind:  A.1. in minimaal één les bewegingsonderwijs (minimaal 5 minuten film)  A.2. werk deze opnamen uit met behulp van onderstaande aanwijzingen  A.3 in minimaal één pauze op het schoolplein (minimaal 5 minuten film)  A.4 werk deze opnamen uit met behulp van onderstaande aanwijzingen En indien mogelijk (facultatief):  In de klas  In de buurt (via ouders)  Op de vereniging (via ouders) Het is handig als je met de geobserveerde kinderen ook kunt werken met de volgende opdrachten van de cursus.

29

De beelden van het kind in problemen zijn erg belangrijk voor:  het vaststellen van het probleem  Het concretiseren van het probleem  Het stellen van (haalbare) doelen  Aan het einde zichtbaar maken van het effect Tevens kunnen deze beelden – bij je eindpresentatie - de illustratie vormen van de beginsituatie van dit kind. Bij de uitwerking van de observaties probeer je de gedragingen van het kind zo goed mogelijk te concretiseren en van getallen (aantal keer, cm. seconden etc.) te voorzien. Enkele voorbeelden: Bewegen  Aantal beurten  % beweegtijd  Niveau waarop beogen wordt (hoogte van kast, afstand tot bank e.d.)  Aantal keer vallen, botsen e.d. Spel    

Aantal keer de bal, vrijlopen, scoren % beweegtijd/betrokken in spel Niveau Zie eventueel formulieren bij opdracht C. Effecten van groeperingvormen

Gedrag/motivatie  Lichaamshouding/gelaatsuitdrukking/uitspraken. Uitdrukken in aantallen of tijdseenheid. o (glim)lacht 2 keer in 5 minuten o Sloft 3 van e 5 minuten door de zaal o Staat 2,5 min stil of zit op bank o Vraagt 9 x actief om de bal, krijgt deze 1 keer (van Thijs, zijn vriendje)  Herhalingswens; hoe lang duurt het voordat het kind de activiteit opnieuw probeert  Aantal keer: o Naar leerkracht o Naar wc o Veters strikken o conflicten 30

Angst concretiseren door:  bal (en andere kinderen): bij welke balsoort voelt een kind zich (niet meer) veilig. Beschrijven van frequentie van angstreacties in een balspel (welk spel)? Met welke bal wordt spel gespeeld. Met wie wordt spel gespeeld, wie zijn tegenstanders. Anders geformuleerd van wie is het kind (niet) bang  hoogte: in welke situaties en bij welke hoogte (niet) bang. Beschrijf waaruit blijkt dat kind bang is o gaat niet verder dan 3e sport o trekt vanaf 2e sport klimraam dicht naar zich toe o klimt erg traag en verplaats maar één van de ledematen  rollen: ook angst met hulp? Om de lengte-as? Probeert uit zichzelf …

A2 Observatie van kind in problemen in de les bewegingsonderwijs Docent: Datum: Groep: Omschrijving van de bewegingssituatie: Lengte van de film:

Tijdseenheid

Registratie van geobserveerde bewegingen en gedrag

0 – 30 sec Aanpassen ..

30 – 60 sec

31

A4

Observatie van kind in problemen op het schoolplein

Docent: Datum: Welke groepen zijn op plein aanwezig (+ aantal kinderen) Lengte van de film:

Tijdseenheid

Registratie van geobserveerde bewegingen en gedrag

0 – 30 sec Aanpassen ..

30 – 60 sec

32

Stichting Motorische Remedial Teaching

in

Opgericht op 5 februari 1993 n.a.v. de vraag van cursisten op een vervolg op de cursussen Motorisch Remedial Teaching. Web : www.mrtinbeweging.nl E-mail : [email protected] Adres : Harrelaers 8 1852 KW Heiloo. Gironummer: 6459230 Kamer van Koophandel Haarlem NOS226 10 5

De doelstelling van de stichting

Het vergroten van kennis en vaardigheden op het gebied van de Motorische Remedial Teaching (MRT), binnen het onderwijs. Onder MRT verstaan wij: het verlenen van extra onderwijshulp op het gebied van het bewegen en spelen.

Doelstelling in ruimere zin: Het verbreden van de zorg voor bewegende en spelende kinderen.

We willen deze doelstelling bereiken door    

Het organiseren van cursussen en bijeenkomsten. Het ontwikkelen en uitgeven van publicaties. Het helpen van leerkrachten bij het stellen van diagnoses en het opzetten en bijstellen van handelingsplannen. het adviseren van scholen en besturen bij het verbreden van de zorg m.b.t. (samen)spelen en bewegen.

De donateurs 

Krijgen minimaal twee keer per jaar een mailing met de activiteiten van de Stichting en de noviteiten op MRTgebied. Onder de noviteiten vallen ook de nieuwe of vernieuwde publicaties, materialen, documenten als motorische testen, lesideeën, oefenkaarten e.d.. Deze worden gratis toegezonden of kunnen tegen een gereduceerde prijs worden aangeschaft.  Kunnen (minimaal) één avond per jaar op zogenaamde stichtingsavonden bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen, workshops te volgen, vragen te stellen e.d..  Worden (via de site) op de hoogte gehouden van de adressenbestanden van: kinderfysiotherapeuten, functionele optometristen (optologen), podotherapeuten e.d..  Kunnen specifieke materialen als zitballen, foamballen, pedalo’s e.d. via de stichting aanschaffen.

Kosten Individuele donateurs betalen een jaarlijkse bijdrage van 17,- , Scholen 27,Mytylscholen 34,50 Opleidingen & grote instellingen 60,-.

Publicaties (2008) Cursusmap van de Basiscursus Motorische Remedial Teaching (inclusief test) Remedie-map MRT-Steps handleiding en kaartjes, CD en DVD Elise van Weene Leerlingvolgsysteem bewegen en spelen + software Van Gelder en Stroes 2002 Onderwijsgeschikte Motorische Test van Van Gelder,van der Meer en van Weene 2008 Basislessen bewegingsonderwijs deel 1van Van Gelder & Stroes 1990 Basislessen bewegingsonderwijs deel 2 (spel) idem 1994 Basislessen bewegingsonderwijs deel 3 kinderen met motorische beperkingen Zorg voor beweging 2006 Esstede Heeswijk-Dinther

400 pag. 50,00 250 pag. 50,00 40,00 250 pag. 92,55 50 pag. 15,00 360 pag. 570 pag. 370 pag. 220 pag.

49,50 55,00 49,50 19,75

Aanmeldingsformulier van

Stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging’ Harrelaers 8 1852 KW HEILOO

De stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging' houdt zijn donateurs op de hoogte van de ontwikkelingen in het vakgebied Motorische Remedial Teaching. Twee keer per jaar ontvangen de donateurs een mailing en kunnen zijn de ‘stichtingsavond’ zonder kosten bezoeken. Tevens organiseert zij verdiepingscursussen. Ja, ik wil donateur worden van de stichting 'Motorische Remedial Teaching in beweging'. Individuele donateurs betalen €17,- per jaar. Scholen voor speciaal, basis- en voortgezet onderwijs betalen € 27,- per jaar. Mytylscholen € 34,50 per jaar Voor grotere instituten en opleidingen gelden andere bedragen (op aanvraag) Naam

Functie

Straat

Telefoonnummer

Mobiel

Postcode

Plaats

E-mailadres:

School (waar je werkzaam bent) Straat

Telefoonnummer

Postcode

Plaats

E-mailadres:

Opleiding plaats -jarige opleiding tot Motorische Remedial Teacher plaats: Ervaring met MRT

jaar: jaar: jaar:

Ervaring met MRT (in jaren): Aantal uren (betaald):

Opmerkingen

26

Studiehandleiding. Basiscursus MRT Inholland Den Haag. Motoriek.nl Baarsjesweg 254 hs 1058 AB Amsterdam

Recommend Documents