Studie-Compendium
Vierde Jaar
Master: ELEKTRONICA ASR ICT ASR ONT
Stand:Academiejaar 2006-2007
INLEIDING
Deze studiegids beschrijft het studieaanbod van de opleiding Master ELEKTRONICA en wil u een overzicht bieden van de opleidingsdoelstellingen evenals de doelstellingen en inhoud van elke onderwijsactiviteit, aangevuld met een aantal praktische gegevens, over de studie in uw afdeling. Deze studiegids is zo opgebouwd dat u erin kan vinden : Een overzichtstabel van de leervakken. Deze tabel bevat de namen van de opleidingsonderdelen- en de deelvakken, de naam van de vaktitularissen, het aantal uren theorie, oefeningen en lab per betreffende semester, tijdstip en wijze van evaluatie en overeenkomstige puntenaantal. Tevens wordt het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel en deelvak aangegeven. Alfabetisch gerangschikt naar de Opleidingsonderdeelcode en vakcode wordt telkens aangegeven in een zogenaamde “opleidingsfiche”* : . de vakdoelstelling gevolgd door de inhoud van de deelvakken; . voor elk deelvak wordt tevens de naam van de titularis en de betrokken docenten aangegeven, het aantal jaaruren uitgedrukt als gemiddeld aantal contacturen per week, de gebruikte onderwijsvorm, het gebruikte studiemateriaal en de wijze van evalueren. Opleidings- en vakdoelstellingen geven aan waartoe de student in staat moet zijn bij het afsluiten van de opleiding/opleidingsonderdeel en de wegen die daartoe gevolgd worden. Vakdoelstellingen geven o.m. het te realiseren waarneembaar eindgedrag van de student weer, rekening houdend met de leerinhoud. Het formuleren van opleidingsdoelstellingen en vakdoelstellingen kadert in een kwaliteitsbeheersingssysteem dat door de KHLimburg wordt opgezet waarbij het mogelijk moet zijn om de kwaliteit van de aangeboden opleiding te meten en te beheersen (bewaken en eventueel bijsturen). De gebruikte code van de verschillende onderwijsactiviteiten zal u in de loop van het academiejaar terugvinden in lessen- en examenroosters, deliberatielijsten, documenten met examenresultaten en toegekende vrijstellingen die na afloop van de proclamatie worden overhandigd. Indien tijdens het academiejaar bepaalde gegevens uit deze gids zouden veranderen dan zal dit u tijdig meegedeeld worden via het mededelingenbord (ad valvas)
Samenstelling : Martin Evens
augustus 2006
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR (MASTER)
ELEKTRONICA In de opleidingsprofielen 2C(MA)-Elektronica, optie(ASR) Ontwerptechnieken en 2C(MA)Elektronica, optie (ASR) informatie- & communicatietechnologie (ICT) beschrijven we twee opleidingen van academisch niveau die : 1. Aansluitend op de drie eerste gemeenschappelijke semesters: − met een polyvalente algemene en technische basisvorming die hem in staat zal stellen om als
ingenieur efficiënt te communiceren met de verschillende opleidingen waarmee hij contact heeft in zijn beroep; − en met voldoende technische en wetenschappelijke kennis om toegang te kunnen hebben tot de tweede cyclus van de basisopleidingen chemie, elektronica en elektromechanica evenals tot de tweede cyclus van de basisopleidingen in de industriële wetenschappen die in andere hogescholen worden aangeboden. Hij verwerft voldoende inzicht en vaardigheid : − om de belangrijkste wiskundige, fysische en chemische begrippen zelfstandig toe te passen op technische problemen waarvan de behandeling tot de taak van een industrieel ingenieur behoort; − om basisopdrachten uit de vakgebieden zowel van de informatica, de bouwkunde, de elektriciteit, de elektronica, als van de werktuigkunde zelfstandig uit te voeren; − om mensgericht en taakgericht te reflecteren over zichzelf en zijn omgeving, zelfstandig nieuwe informatie te verwerven, en erover te rapporteren en te overleggen. 2. Een vorming verzekeren welke leidt tot gediplomeerden die de specifieke kennis en vaardigheden, evenals de noodzakelijke attitudes en ingesteldheid hebben om als ingenieur te functioneren in het vakgebied Elektronica. Een opleiding in het vakgebied Elektronica is gericht op de studie van de middelen en de technieken voor de registratie (opname, omzetting en meting), de manipulatie (bewerking, opslag), de transmissie en de weergave van in elektronische vorm uitgedrukte informatie, en van de elektronische middelen en technieken voor energiebeheersing (inclusief sturen en regelen). In de OPTIE (ASR) ONTWERPTECHNIEKEN focusseert men op de elektronische behandeling van signalen in de context van audio-, video- en telecommunicatie technieken. Men beoogt een gedetailleerde en diepgaande kennis van technieken voor analoog en digitaal ontwerp.
In de OPTIE (ASR) INFORMATIE- & COMMUNICATIETECHNIEKEN (ICT) focusseert men op de elektronische behandeling van data in de context van technieken voor informatieverwerking en -uitwisseling. Men beoogt een gedetailleerde en diepgaande kennis van de informatietechnologie en communicatietechnieken. Van de industrieel ingenieur verwacht men dat hij/zij de verworven kennis op een adequate en effectieve wijze in de praktijk kan omzetten. Oefeningen, laboratoria en ontwerpen nemen dan ook een belangrijke plaats in bij de opleiding. Gelet op de uitgebreidheid van de vermelde vakgebieden en op de snelle evoluties erbinnen, zal gedurende de opleiding de basis worden gelegd voor een proces van leren leren, permanente vorming en verdere specialisatie.
Het opleidingsprofiel 2C(MA)-ELEKTRONICA – OPTIE(ASR) ONTWERPTECHNIEKEN In de MASTER ELEKTRONICA – OPTIE(ASR) ONTWERPTECHNIEKEN krijgt men een opleiding die verder bouwt op de polyvalente basis welke in de kandidatuurjaren werd gelegd. De opleiding omvat onderwijs- en andere activiteiten die gericht zijn op : 1. Diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van : • elektronische technologie, schakelingen en systemen voor analoge en digitale signaalverwerking, inclusief DSP • methodiek voor het ontwerp en de realisatie van elektronische hardware : CAD, CAE, chipontwerp … • audio-, video-, tele- & datacommunicatietechnieken, inclusief transmissie van signalen • elektronische apparaten en technieken voor het registreren en het meten van signalen. 2. Theoretisch onderbouwde, toepassingsgerichte kennis van : • automatisering en regeltechniek • vermogenelektronica en aandrijftechnieken • computertechniek : hard- en software 3. Kennis op gebied van productiebeheer, financieel beheer, personeelsbeheer, commercieel beheer en op het gebied van de technische wetgeving en certificatie. 4. De ontwikkeling van de sociale vaardigheden, de effectiviteitattitudes en de managementvaardigheden. 5. De bekwaamheid om de verworven kennis aan te wenden bij het ontwerpen en het testen van elektronische schakelingen of systemen, rekening houdend met de vereen economische, veilige en milieubewuste uitbating.
eisten van
Verdere uitdieping van één van de vakgebieden kan mogelijk gemaakt worden door de oriëntatie van een eindwerk. Het tot een goed einde brengen van een eindwerk vormt een integraal deel van de opleiding industrieel ingenieur.
Het opleidingsprofiel 2C-(MA)ELEKTRONICA - OPTIE ICT In de MASTER ELEKTRONICA - OPTIE ICT (INFORMATIE & COMMUNICATIE-TECHNOLOGIE) krijgt men een opleiding die verder bouwt op de polyvalente basis welke in de kandidatuurjaren werd gelegd. De opleiding omvat onderwijs- en andere activiteiten die gericht zijn op : 1. Diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van : • computersystemen : hardware architecturen, systeemsoftware, dataorganisatie, … • methodiek voor het ontwerpen, implementeren en testen van software • programmeertalen • integratie van hard- en software • multimedia-, tele- en datacommunicatietechnieken. 2. Theoretisch onderbouwde, toepassingsgerichte kennis van : • automatisering en regeltechniek • elektronische technologie, schakelingen en systemen voor analoge en digitale signaalverwerking • elektronische apparaten en technieken voor het registreren en het meten van signalen • elektronische transmissietechnologie. 3. Kennis op gebied van productiebeheer, financieel beheer, personeelsbeheer,
commercieel beheer en op het gebied van de technische wetgeving en certificatie. 4. De ontwikkeling van de sociale vaardigheden, de effectiviteitattitudes en de
managementvaardigheden. 5. De bekwaamheid om de verworven kennis aan te wenden bij het ontwerpen en het testen van
informatieverwerkende systemen of communicatiesystemen, rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating. Verdere uitdieping van één van de vakgebieden kan mogelijk gemaakt worden door de oriëntatie van een eindwerk. Het tot een goed einde brengen van een eindwerk vormt een integraal deel van de opleiding industrieel ingenieur.
Hier Refkader (in ontwikkeling)
Algemeen Blokschema Masteropleidingen 1ABA Acad. Bachel or
2ABA-CE
2ABA-EM
PBA EM BM/OT
2ABA-ELO
3ABA-EM
3ABA-ELO
PBA-EM-EL EL/REG
AR 3ABA-EM
AR 3ABA-EL
EB-EM
EB-EL
MA-EM
AR MA-EM
EB-ELO
MA-EL
AR MA-AUT
Acad. Bachel or
MA-ELO
AR MA-EL
AR MA-ICT
AR MA-ONT
KO CAD/CAM KO Kunststoffen
M.EVENS 15/05/05
Blok1.1 O.O.
Naam O.O./Vak
CHEM1 CHEM2
Chemie 1 Chemie 2
COMM 0 ELT 1 ELT 2
4 4
CHEM 1 CHEM 2
Communicatie 0
3
COMM 0
Elektrotechniek 1 Elektrotechniek 2
3 4
ELT 1 ELT 2
U/GE U/GE
FYS1 FYS2
Fysica 1 Fysica 2
3 4
FYS 1 FYS 2
WoSt WoSt
GONT 1
Grafisch Ontwerpen 1
4
GONT 1
INF 1
Informatica 1
4
WaPiE Java
ING+MSCH
WIJS ECON
LySy VaMy
MAT 1
Materiaalkunde 1
3
MAT 1
MECH1 MECH2
Mechanica 1 Mechanica 2
3 3
MECH 1 MECH 2
PROJ
Project
3
WIS 1
Wiskunde 1 Wiskunde 1.1 Wiskunde 1.2
7
Wiskunde 2
3
Totaal Aantal /Opleidond./Examens Contacturen/Blok ECTS-punten/Blok Gemidd.contacturen/Jaarb
T
2
1,5
1,5 S
1,5
1,5
ThJo/KeJu P
AeKr HoWy
5
S
X
INF 1A INF 1B
Ing. en Maatschappij Wijsbegeerte Algemene Economie
WIS 2
VhEt VhEt
Stp
P
1
1
1
S
Stp
T
2
1,5
S
1,5
S
1,5
S
2,5
1
P
1,5
1,5
O
L
Stp
T
2
1,5
LyMy 1,5
PROJ
VhEt
0,5
1
1,0
WIS 1.1 WIS 1.2
LeGo LeGo
4
5,25
1,5
WIS 2
LeGo
S
1,5
1,5
1,75
8,75
1
2,5
P
S
3
2,5
1,5
1,5
S
2
2
2,5
2
1,75
S
2
2,5
1
1
0,75
S
2
1,75
3
P
1
S
1
S S
1,5 2
1
0,75
3
0,5
1,75
1,25
1,75
1,25 2,5
1
1,25
4,5
12
OC
3 3 4
e e
3 4
c
4
e
J
e
J
2 2
e e
J J
3 2 3
1
3 3
c
3
S
3
1
1
2
0,5
2
P
1
2
e e
1
9,5
7,5
29
27,63
3
3,75 11,75
1
1
9
4
2 16,5
c e e
c
2
3,75
4 4
e e
1 3
e e
2 1,5
7 14,50
1,5
L
1,5
S
26,25
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
2
O
1
S 13
T
1
1
M
3
Stp
1,25
1,5
FrIs/VaL FrIs/VaL
L
1
1
Stp/Vak
Blok2.2 O
1
60
16
L
1,25
1
Blok2.1
Blok1.2 O
2
1,75
Semester 2
Contract
Semester 1
Docent
Code Vak
Stp O.O.
1ABA (06-07)
e 9,5
7
4,5
21
22,88
6 24,75 16,5
12,5 24,1
J J
4 3 3 60
M
3
1,25
0,75
CHEM 3 CHEM 4
Basischemie Industriële Chemie
4 3
CHEM 3 CHEM 4
VE LM
S
4
1,25
1
CSYS A
Comp/Data A
6
Computersystemen 1
CSYS1
Datacommunicatie 1
COMM1
Stp
30
30
4 3
40 30
40 30
M
4
0,5
0,75
c
J
4
40
RL
M
2
1
0,5
c
J
2
20
M
3
2
1,5
e
3
30
30
S
4
2
1
e e
4 4
40 40
40 40
M
3
1,25
0,75
e
3
30
30
e
3
30
30
1
10
60
Elektrotechniek3 Elektrotechniek4
4 4
ELT 3 ELT 4
DA DA
FLUI
Fluidomechanica1+L
3
FLUI
GA
FYS 3
Fysica 3
3
FYS 3
WS
S
3
2
INF 2B
Informatica 2B
5 0,5
S
4
2
1
0,75
0,75
50
Informatica 21A
INF 21A
VaPa
M
1
Informatica 21B
INF 21B
HW
P
2
Informatica 23
INF 23
AK
S
2
MAT 2 MAT2 L
NL NL
M
3
Uitv.+Transf. 1
U+T 1
ThJ
S
2
Graf. Ont.21
GONT 21
ThJ
S
2
Autocad
GONT 22
ThJ
e 1,5
e 1,5
e
0,75
e c
1,25
J J
2
20
2
20
3
30
2
20
6 2
P
Sterkteleer1
3
STER 1
FI
S
3
1,25
1,5
THE 1
Thermodynamica1+L
3
THE 1
GA
M
3
1,25
0,5
WIS 3
Wiskunde 3 Wiskunde 3A Wiskunde 3B
3 WIS 3A WIS 3B
LG HeJ
S S
3
1,25
Wiskunde C Statistiek Systeemtheorie
4 STAT SYST
LG BaJ
Totaal
60
Aantal Examens/Opl.Ond.
16
30
60 e
1,25
STER 1
2
1,5
0,75
J
c
J
2
20
c
J
2
20
e
3
30
30
e
3
30
30
e
3
30
2 2 60
20 20 600
30 0,75
40 M S
13
5
11
2 2
5
1,25
0,75
1,5
12
1
10
10 22,5
Contacturen/Sem ECTS-punten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
3
HW
ELT 3 ELT 4
Mech.Technologie B
e
L
e e
GeJ/SD
3
O
1,25
DIG 1
Materiaalkunde 2+L
T
1,5
3
WIS C
Ex
3
Digitale Elektronica 1
M.TECH B
L
M
DIG1
MAT 2
O
Punt./O.O.
T
GeJ
Naam O.O./Vak
Punt.Vak
Stp
3
differentiatie ANEL 1
Ex
Analoge Elektronica 1
O.O.
OC
Sem 4
ANEL1
Stp/Vak
Sem 3
Contract
Docent
Code Vak
Stp. O.O.
2ABA-ELO
30
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
23,3
30 22,9
e e
J J
600
BEDR C
CSYS C
DIG C
GA E
MSYS
ONT E
REG B
ELAAN
TELT G
Analoge Elektronica B Analoge Elektronica 3 Analoge Elektronika 3 L Analoge Elektronica 4
4
Bedrijfsbeleid C Wijsbegeerte Welzijn op werk
4
Computersystemen C Computersystemen 4 Datacommunicatie 2 Informatica 4 Informatica 5
13
Digitale technieken C Digitale technieken 4 Digitale technieken 5
7
Geint.Automatisering E PLC PLC L
3
Meetsystemen Meetsystemen Meetsystemen L
3
Ontwerpen E Ontwerpen 7 Ontwerpen 8 Techn. Communicatie
9
Regeltechniek B Regeltechniek 1 Regeltechniek 1L Regeltechniek 2 Regeltechniek 2L
7
Elek. Aandrijvingen Elektrische Aandrijvingen Elektrische Aandrijvingen L
3
Vermogensturingen Vermogenelektronica4 Vermogenelektronica4L Vermogensturingen 1 Vermogensturingen 1L
7
Totaal Aantal Examens Contacturen/Sem ECTS-punten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
Ex
Stp
T
M
2
1
P
1
O
L
Ex
Stp
T
O
2 1 1
20 10 10
2 2
20 20
4 2 3 4
40 20 30 40
4 3
40 30
1 2
10 20
2 1
20 10
3 4 2
30 40 20
30 10 20 10
Punt./O.O.
Contract
Docent
Code Vak
Naam O.O./Vak
Sem 6
Punt./Vak
ANEL B
Sem 5
Stp. Vak
O.O.
Stp. O.O.
3ELO(06-07)
L 40
ANEL3 ANEL 3L ANEL4
MN BJ MN
BEDR1 BEDR2
LS HK
CSYS4 COMM2 INF4 INF5
CL RL RL RL
M
M
4
1
1,5
c
DIG4 DIG5
GeJ/SD MN/SD
M
4
2
1,5
c
GA2 GA2 L
ClE ClE
M
1
P
2
MSYS MSYS L
BaJ BaJ
ONT7 ONT8 COMM 5
GeJ/SD RL/CL X
REG 1 REG 1L REG 2 REG 2L
BaJ BaJ BaJ BaJ
ELAAN ELAAN L
DA GE
VERM4 VERM4 L VERM 1 VERM 1L
DA BJ GeJ BJ
c
1,5
c M
1
1
c
P
2
1,5
e
S
2
1,25
e
40
130 4
1,5
1,5
c M
2
0,5
1
c
M
3
1
1,5
c
70 M
3
1,5
1,5
c
30 0,75
c 1,75
c
30 S
2
1,5
e
1
0,75
c
2
1,5
c
90 1 2
1
1
3 1
1,5
1
P
1,5
P
2
1
1,5
0,5
c
c
70 M
1
c c
3 1 2 1
1
c c
2 1
20 10
c c
2 2 2 1
20 20 20 10
60
600
c 1 M M
2 1
1,25
M P
2 1
1,5
30
70 M
2 2
1,5
M
2
1
1,5
c
1
0,75
11,3
60
c
13,5
8
11,5
0
9,75
9 24,75 33
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
21,25 27 23,0
600
4
Bedrijfsbeleid D Juridische Aspecten Management Accounting Human Resources Manag Quality Management
8
Communicatie 3 Datacommunicatie 3 Datacommunicatie 3
5
Computersystemen D Computersystemen 5 Computersystemen 5 L Informatica 7 Informatica 8.1 Informatica 8.2 Ontwerpen 9
15
Digitale technieken 6 Digitale technieken 6
4
Masterproef Communicatie MP
20
DIG 6
MP
Totaal Aantal Examens Contacturen/Sem Studiepunten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
O
L
Ex
Stp
T
S
4
0,75
4
1,25
O
Punt. O.O.
Analoge Elektronica 5 Analoge Elektronica 5.1 Analoge Elektronica 5.2 Analoge Elektronica 5L
T
Punt./Vak
ANEL 5
Stp
Sem 8
Stp. Vak
4
CSYS D
Docent Ex
SignaalprocessingA/D
COMM 3
Code Vak
Naam O.O./Vak
AD
BEDR D
Sem 7
Contract
O.O.
Stp. O.O.
4ELO-ICT(06-07)
c
4
40
40
c
4
40
2 3 1 2
20 30 10 20
3 2
30 20
30 10 20 20 30 40
40
L
AD
VrBa
ANEL5.1 ANEL5.2 ANEL 5L
GeJa MeNe BrJo
M
BEDR3 BEDR7 BEDR4 BEDR8
HaMa
S
VaMy VPP CKZ
S S
COMM3.1 COMM3.2
VaTo VaTo
M
CSYS5 CSYS5 L INF7 INF8.1 INF8.2 ONT9
VaPa VaPa GijJe RuLe RuLe RuLe
M
3
P
1
1
P
2
1
c
M
2
2
c
DIG6
GeJa
1,5
0,5
40 0,5
c 1
c
80 3 1
2
2
e
1,25
e c
2 0,75
e
S
2
50 3
1,5
c M
2
1,5
c
150
2
c
3,75
c
3 1 2 2 3 4
c
4
2
c c
M
3
P
4
1
40 M
4
2
1,75
200
c
X
0,5
0,5
7
60
13
10,3
5,75
6
8,75
7,25
6 16 26
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
16 34 16,0
20 60
200 600
600
Analoge Elektronica D Analoge Elektronica 7 Analoge Elektronica 6.1 Analoge Elektronica 6.2 Analoge Elektronica 6L
4
Bedrijfsbeleid D Recht Management Accounting Psychologie Kwaliteit
8
Communicatie 3 Datacommunicatie 3 Datacommunicatie 3
5
Computersystemen E Computersystemen 5 Computersystemen 5L Informatica 6 Informatica 7
8
Digitale technieken E Digitale technieken 7 VLSI+Projekt VLSI+Projekt
11
Masterproef Communicatie MP
20
Totaal Aantal Examens Contacturen/Sem Studiepunten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
60
CSYS E
DIG E
MP
O
L
1,5
Ex
Stp
T
S
4
0,75
O
Punt. O.O.
ANEL D
VrVa
T
Punt./Vak
4 AD
Stp
Sem 8
Stp. Vak
Ex
SignaalprocessingA/D
COMM 3
Docent
Code Vak
Naam O.O./Vak
AD
BEDR D
Sem 7
Contract
O.O.
Stp. O.O.
4ELO-ONT(06-07)
c
4
40
40
c c
1 2 1
10 20 10
2 3 1 2
20 30 10 20
L 0,5
40 ANEL7 ANEL6.1 ANEL6.2 ANEL 6L
MeNe GeJa MeNe BoJo
BEDR3 BEDR7 BEDR4 BEDR8
HaMa
M
1
0,75 M
2
1,25
1
0,5
c 1
80 3 1
S
2
2
S
2
1,25
e e e c
1,5
c c
3 2
30 20
1
c c c c
3 1 2 2
30 10 20 20
c
4 4 3
40 40 30
VaMy VPP CKZ
S S
2 0,75
COMM3.1 VaTo COMM3.2 VaTo
M
CSYS3 CSYS3 L INF6 INF7
VaPa VaPa RuLe GijJe
M P
3 1
P
2
DIG7 VLSI 1 VLSI 2
Z Z Z
M
4
2
1,75
M
4
2,5
1,5
50 3
1,5 M
2
80 2 1 M
2
1
1
110 c M
3
1
0,5
c
200
c 0,5
SJ
0,5
7
13 13,5
5,25
7
9,75
3
7 18,8 29
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
12,8 31 15,8
20 60
200 600
600
COMPTETENTIETABEL
1.Het profiel van de academische bachelor Een academische bacheloropleiding heeft drie opleidingsdoelstellingen. In de eerste plaats beoogt zij de student een algemene academische vorming te geven. Ten tweede wil zij de student basiscompetenties verschaffen in één of meerdere wetenschappelijke/ artistieke subdisciplines. Ten derde wil zij de student voorbereiden op een keuze van een verdere studieloopbaan en op een mogelijke intrede op de arbeidsmarkt Decretale specificatie: Algemene Competentiedomein
competenties Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding (a) bevordering van de ontwikkeling van de compe-
ABA tentie (b) toetsing van de ontwikkeling van de competentie
AC1
Denk- en redeneervaardigheid Beoefenen
Disciplinegebonden kunnen redeneren
Afgestudeerde is in staat om zelfstandig en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen.
AC2
Informatie verwerven en verwerken
Geconsolideerde disciplinegebonden informatie (handboeken, overzichtswerken) kunnen verwerven en verwerken in het Nederlands en in een andere forumtaal
Kritische reflecteren
Kritisch kunnen reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline.
De afgestudeerde is in staat geconsolideerde disciplinegebonden informatie terug te vinden en op te zoeken, kan geconsolideerde disciplinegebonden informatie analyseren, disciplinegebonden bronnen het belang van de informatie-elementen bepalen en synthetiseren en kan geconsolideerde disciplinegebonden Informatie verwerven zodat het voor toekomstig eigen gebruik beschikbaar is. De afgestudeerde is in staat de methodologische grenzen van disciplinegebonden inzichten en gebruiken te vatten en is bereid alternatieve verklaringen en benaderingen in overweging te willen nemen.
AC3
Associatie K.U.Leuven - Werkgroep Bamaprofielen
(a) In de opleiding wordt geëxpliciteerd wat een disciplinegebonden kwaliteitsvolle redenering is. (b) In de toetsing wordt identificeerbaar nagegaan of de kandidaat (1) zelfstandig en (2) gegeven de discipline deugdelijk kan redeneren. (a) Opleiding biedt toegang tot een grote variëteit aan disciplinegebonden informatie en spoort studenten aan er gebruik van te maken. (b) Het zelfstandig verwerken van disciplinegebonden informatie en het kunnen gebruiken van verworven disciplinegebonden informatie vormen elementen van de toetsing. (a) De opleiding confronteert de student met een diversiteit aan verklaringen en methodologische benaderingen. (b) Een kritische bespreking met duiding van mogelijke alternatieve verklaringen en methodologische optimaliseringen maakt deel uit van de toetsing.
Competentiedomein
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeLing
Geconfronteerd met nieuwe disciplinegebonden (theoretische en/of toepassingsgerichte) problemen door combinatie van bestaande antwoorden en/of oplossingen planmatig een eigen antwoord/ oplossing kunnen genereren, reeds geformuleerde oplossingen/ antwoorden kunnen terugvinden of op externe deskundigheid een beroep kunnen of willen doen Courante leidinggevende taken kunnen uitvoeren
De afgestudeerde is in staat een disciplinegebonden probleem te analyseren, op zoek te gaan naar reeds geformuleerde oplossingen voor gelijkaardige en/of verwante problemen, de verschillen tussen het concrete probleem en de teruggevonden problemen te identificeren en op grond van een combinatie van bestaande oplossingen een passende oplossing voor het disciplinegebonden probleem te formuleren.
(a) De opleiding confronteert de student met 'nieuwe' problemen en nodigt de student uit hiervoor een eigen oplossing te formuleren. (b) In de toetsing wordt de kandidaat met 'nieuwe' disciplinegebonden problemen geconfronteerd.
De afgestudeerde is in staat een werkplanning op te maken, een vergadering te leiden en mensen te coachen.
(a) De opleiding biedt kansen tot het zelfstandig opmaken van werkplanningen, tot het voorzitten van een vergadering (van werk- of leergroepen) en tot het coachen van mensen. (b) Als deel van de evaluatie kan de kandidaat tonen een adequate werkplanning te kunnen opmaken, vergaderingen te kunnen leiden en mensen te kunnen coachen.
Competentie In het Nederlands en een andere forumtaal12 mondeling en schriftelijk over de eigen disciplinegebonden inzichten en disciplinegebonden methoden kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disci-
Verduidelijking naar afgestudeerde De afgestudeerde is in staat over de eigen werkzaamheden te rapporteren. De afgestudeerde is in staat zowel mondeling als schriftelijk en zowel in het Nederlands als in een andere forumtaal met collega's uit het eigen werkveld en er buiten over een disciplinegebonden probleem constructief van gedachten te wisselen.
Verduidelijking naar opleiding (a) De opleiding biedt herkenbaar kansen tot het oefenen van disciplinegebonden communicatievaardigheden in het Nederlands en in een andere forumtaal. (b) Het schrijven van een toegepast werkstuk gebaseerd op disciplinegebonden inzichten en eigen werkzaamheden maakt deel uit van de toetsing.
ABA
AC4
Leiding geven11
AC5
AC6
Compelentiedomein Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aanleken
AC7
Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
plines en met andere leden uit de samenleving Inzicht hebben in de beperktheden van de eigen disciplinegebonden competenties en de bereidheid hebben om deze via opleiding of zelfstudie weg te werken
De afgestudeerde is in staat om op basis van een kritische reflectie op het eigen functioneren leerpunten te identificeren en op zoek te gaan naar wegen om de vastgestelde punten weg te werken. De afgestudeerde is bereid om de eigen competenties door zelfstudie en deskundigheidsontwikkeling te verdiepen of te verbreden.
(a) De opleiding biedt kansen tot het documenteren van het eigen leerproces en tot het verfijnen van het eigen studiekeuzeproces. (b) Inzicht in de eigen competenties en de bereidheid om via deskundigheidsontwikkeling deze te verbreden of te verdiepen maakt herkenbaar deel uit van de toetsing.
In alle gevallen waarin hier naar een 'disciplinegebonden' probleem wordt verwezen, betreft het theoretische en/of toepassingsgerichte problemen. De werkgroep merkt op dat het ontwerp van decreet hier van 'managementtaken' wordt gesproken zonder dat een nadere omschrijving van managementtaken versus leiding geven wordt geboden. Daarom worden ze hier als synoniemen beschouwd. 11
Associatie K.U.Leuven - Werkgroep Bamaprofielen
Deeretale specificatie: Algemene
ABA AWC 1
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Een onderzoekende houding hebben m.i.v. een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
Kritisch kunnen reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline.
De afgestudeerde is in staat de methodologische grenzen van disciplinegebonden inzichten en gebruiken vatten en is bereid alternatieve verklaringen en benaderingen in overweging te willen nemen.
Onderzoeksmethodologie kunnen hanteren
Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
De afgestudeerde is in staat om gegeven een prototypische disciplinegebonden onderzoeksvraag de meeste aangewezen onderzoeksmethoden te bepalen.
In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
Begrip en betrokkenheid hebben ontwikkeld m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van disciplinegebonden inzichten
Geconfronteerd met een ethische, normatieve of maatschappelijke vraag kan een beredeneerd standpunt worden ingenomen na inventarisering en analyse van verschillende alternatieve standpunten.
(a) De opleiding confronteert de student met een diversiteit aan verklaringen en methodologische benaderingen. (b) Een kritische bespreking met duiding van mogelijke alternatieve verklaringen en methodologische optimaliseringen maakt deel uit van de toetsing. (a) De opleiding confronteert de student met een varieteit aan onderzoeksmethoden en gaat expliciet in op criteria voor keuze, (b) Het selecteren van de meest passende methode en het motiveren van de keuze maakt deel uit van de toetsing. (a) De opleiding confronteert de student met verschillende standpunten inzake de maatschappelijke en ethische consequenties van de toepassing van disciplinegebonden inzichten. (b) Het formuleren en onderbouwen van een standpunt inzake een maatschappelijk en/of ethisch probleem inzake de toepassing van disciplinegebonden inzichten maakt deel uit van de toetsing.
Competentiedomein
AWC 2
AWC 3
wetenschappelijke competenties
28
ABA
Compelentiedomein
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiëren
Geconfronteerd met 'nieuwe' disciplinegebonden theoretische en/of toepassingsgerichte problemen door combinatie van bestaande antwoorden en/of oplossingen planmatig een eigen antwoord/oplossing kunnen genereren, reeds geformuleerde oplossingen/ antwoorden kunnen terugvinden of op externe deskundigheid een beroep kunnen/willen Doen
De afgestudeerde is in staat een disciplinegebonden probleem te analyseren, op zoek te gaan naar reeds geformuleerde oplossingen voor gelijkaardige en/of verwante problemen, de verschillen tussen het concrete probleem en de teruggevonden problemen te identificeren en op grond van een combinatie van bestaande oplossingen een passende oplossing voor het disciplinegebonden probleem te formuleren.
(a) De opleiding confronteert de student met 'nieuwe' problemen en nodigt de student uit hiervoor een eigen oplossing te formuleren. (b) In de toetsing wordt de kandidaat met 'nieuwe' disciplinegebonden problemen geconfronteerd.
AWC 4
Decretale specificatie: Wetenschappelijke ABA
WC1
competenties
Competentiedomein
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Begrip van de wetenschappelijk/ artis-
Kennis hebben van
(a) De opleiding geeft de student gesystematiseerd
tiek-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, systematische kennis van de kemelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis deels geinspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline, begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden
resultaten van in tijd en ruimte gesitueerd wetenschappelijk werk m.i.v. van inzicht in de onderzoeksmethodologische onderbouw van de disciplinegebonden resultaten
De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in de kernbevindingen van de discipline, weet wat er het relatieve belang van is, hoe ze tot stand zijn gekomen en welke nieuwe ontwikkelingen mogen worden verwacht.
toegang tot de (onderbouwing van de) basisbevindingen van een discipline. (b) Kennis van en inzicht in de basisbevindingen van de discipline evenals het vennogen om het belang van nieuwe bevindingen in te schatten maken herkenbaar deel uit van de toetsing.
Een forumtaal is elke vreemde taal die binnen een bepaalde wetenschappelijke of professionele gemeenschap wordt gehanteerd om internationaal over dat wetenschapsveld of dat beroepenveld zowel schriftelijk als mondelmig te communiceren. 12
Associatie K.U.Leuven - Werkgroep Bamaprofielen
2 Het profiel van de master Decretale specificatie: Algemene
Competentiedo mein
competenties Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding (a) bevordering van de ontwikkeling van de compe-
MA
tentie (b) toetsing van de ontwikkeling van de competentie AC 10
AC 11
AC 12
13
Op een wetenschappelijke/ artistieke wijze kunnen denken en handelen
Zelfstandig wetenschappelijk/artistiek redeneren en handelen
De afgestudeerde is in staat om zelfstandig een redenering op te bouwen in overeenstemming met de (domeingebonden) wetenschappelijke of artistieke vereisten.
Om kunnen gaan met complexe problemen/beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming m een onzekere context Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen
Probleemoplossend vermogen
De afgestudeerde is in staat om complexe problemen 13 passend te benaderen.
Kritisch kunnen reflecteren over de eigen competenties inzake wetenschappelijk/artistiek werk en lof inzake de systematische en aantoonbare aanwending ervan in een professionele context en hieraan passend gevolg kunnen geven. Kritische reflectie over de grenzen van de paradigma's.
De afgestudeerde is in staat de eigen inzichten te toetsen aan de wetenschappelijke/artistieke bevindingen en oplossingen uit te denken die kunnen helpen om eventuele discrepanties weg te werken. De afgestudeerde is in staat de grenzen van de verschillende wetenschappelijke paradigma's/ artistieke benaderingen in te schatten en er constructief mee om te springen.
(a) De opleiding daagt de student uit om zelfstandig te denken in overeenstemming met de domeingebonden wetenschappelijke of artistieke vereisten. (b) De zelfstandigheid in het redeneren vormt een deel van de toetsing. (a) De opleiding confronteert de student met vraagstukken die niet algoritmisch oplosbaar zijn. (b) Het aanpakken van een complexe problemen maakt deel uit van de toetsing.
(a) De opleiding daagt de student uit wetenschappelijke/artistieke bevindingen in vraag te stellen. (b) Een kritische bespreking met duiding van mogelijke alternatieve verklaringen en methodologische optimaliseringen maakt deel uit van de toetsing.
Complexe problemen wordt hier gehanteerd ter vertaling van 'ill-structured problems'. Dit zijn problemen die niet algoritmisch kunnen worden opgelost, waarvoor geen 'juist antwoord' bestaat en waarvan de formulering van een passende oplossing een analyse vanuit meerdere invalshoeken vergt.
MA
AC 13
Compelentiedomein Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek 14 en probleemoplossingen met vakgenoten en leken
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
In het Nederlands en een andere forumtaal mondeling en schriftelijk over het eigen onderzoek/artistieke werk kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving
De afgestudeerde is in staat over het eigen onderzoek een wetenschappelijk verantwoord werkstuk te schrijven of toonbaar artistiek werkstuk te verdedigen. De afgestudeerde is in staat zowel mondeling als schriftelijk en zowel in het Nederlands als in een andere forumtaal met toekomstige collega's over het eigen onderzoek/artistieke werk constructief van gedachten te wisselen.15
(a) De opleiding biedt herkenbaar kansen tot het oefenen van academische/artistieke communicatievaardigheden. (b) Het schrijven van een wetenschappelijk/ artistiek verantwoord werkstuk gebaseerd op eigen onderzoek (m.i.v. de systematische en aantoonbare toepassing van wetenschappelijk onderzoek) tonen van een artistiek werkstuk maakt deel uit van de toetsing.
Decretale specificatie: algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau CompetentiedoCompetentie Verduidelijking naar afgestudeerde mein OnderzoeksmeHet kunnen gebruiken van methoDe afgestudeerde is in staat een eigen onderthoden kunnen den en technieken in onderzoek, zoek op te zetten m.i.v. van het formuleren hanteren kunnen ontwerpen van onderzoek van een onderzoeksvraag, de passende onderAWC 10 rekening houdend met de paradigzoeksmethoden te selecteren en een passende ma's van de wetenschappen of de onderzoeksopzet op te bouwen. kunsten
Verduidelijking naar opleiding (a) De opleiding biedt de mogelijkheid eigen ideeën inzake onderzoeksmethoden/artistieke benaderingswijzen concreet toe te passen en er feedback op te krijgen. (b) Een door de kandidaat uitgetekend en rekening houdend met verschillende paradigma's verantwoord onderzoeksopzet/artistiek werkstuk maakt deel uit van de toetsing.
Onderzoek verwijst hier steeds naar een activiteit waarin men een theoretisch gestuurde of praktijkgestuurde vraag op wetenschappelijk of artistiek verantwoorde wijze tracht te beantwoorden. De werkgroep verwijst voor een verdere verduidelijking nar de K.U.Leuven-nota over de meesterproef.
14
15
Associatie K.U.Leuven - Werkgroep Bamaprofielen
MA AWC 11
AWC 12
MA
Competentiedomein
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Beschikken over het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten Het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving
Vermogen en wil om wetenschappelijke/ artistieke problemen te identificeren en op te lossen
De afgestudeerde is in staat om op basis van inzicht in de lacunes in het wetenschapsdomein, grenzen van het artistiek gebeuren een eigen creatieve bijdrage te leveren tot zowel de kennisontwikkeling binnen het wetenschapsdomein als tot de eigen deskundigheidsontwikkeling.
(a) De opleiding biedt kansen om de grenzen van het wetenschapsdomein, artistiek gebeuren te benaderen (b) De wijze waarop de kandidaat omgaat met nieuwe problemen en de grenzen van het wetenschapsdomein/het artistieke maakt deel uit van de toetsing.
Beschikken over het vermogen tot multidisciplinair samenwerken
Vanuit een inzicht in de relaties tussen de wetenschapsdomeinen kan de afgestudeerde met respect voor eenieders inbreng een eigen bijdrage leveren bij het oplossen van multidisciplinaire problemen.
(a) De opleiding biedt kansen tot multidisciplinair samenwerken. (b) De eigen wetenschappelijke inbreng van de kandidaat bij het oplossen van multidisciplinaire pro lemen maakt deel uit van de toetsing.
Decretale specificatie: Algemene Competentiedomein
AWC 13
wetenschappelijke competenties
Een gevorderd begrip hebben van en inzicht hebben in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan
De afgestudeerde kan actief deel uitmaken van de onderzoeksgemeenschap in het eigen wetenschapsdomein
(a) De opleiding biedt kansen tot participatie aan de onderzoeks-/kunstgemeenschap. (b) De vertrouwdheid van de kandidaat met de (levende) onderzoeks-/kunstgemeenschap maakt deel uit van de toetsing.
Associatie K.U.Leuven - Werkgroep Bamaprofielen
MA
Competentiedomein
Competentie
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
AWC 14
In staat zijn om in één of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis of de artistieke ontwikkeling te leveren
In staat zijn op grond van een theoretisch, praktisch of artistiek probleem een eigen onderzoeksvraag te kun-
De afgestudeerde is in staat een eigen onderzoek op te zetten m.i.v. van het formuleren van een onderzoeksvraag, de passende onderzoeksmethoden te selecteren en een passende onderzoeksopzet op te bouwen.
(a) De opleiding biedt de mogelijkheid eigen ideeën inzake onder-zoeksmethoden/artistieke benadermgswijzen concreet toe te passen en er feedback op te krijgen. (b) Een door de kandidaat uitgetekend en rekening houdend met verschillende paradigma's verant-
AWC 15
Het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren, diagnosticeren
Decretale specificatie: Wetenschappelijke competenties Competentiedomein Onderzoeks/beroepsbekwaam zijn WC 10 MA
nen selecteren, formuleren en passend te beantwoorden. Onderzoeker (willen) zijn
Competentie
woord onderzoeksopzet/artistiek werkstuk maakt deel uit van de toetsing. De afgestudeerde is in staat een onderzoeksvraag te formuleren, hierop gericht en in overeenstemming met de wetenschappelij ke/artistieke vereisten een antwoord te zoeken en over de zoektocht systematisch te rapporteren.
(a) De opleiding biedt modellen van wetenschappelijk/ artistiek onderzoeksgedrag. (b) Het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk/ artistiek onderzoek en het rapporteren hierover maakt deel uit van de toetsing.
Verduidelijking naar afgestudeerde
Verduidelijking naar opleiding
De afgestudeerde beheerst de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten van onderzoek of voor de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van een beginnend onderzoeker of kunstenaar. De afgestudeerde beheerst de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar
(a) Uit het programma blijkt duidelijk hoe de verschillende opleidingsonderdelen bijdragen tot het verwerven van de specifieke wetenschappelij ke/artistieke competenties. (b) De mate waarin de kandidaat in staat is als beginnend onderzoeker, kunstenaar en/of beroepsuitoefenaar te functioneren vormt de sluitsteen van de toetsing.
Beroepscompetenties •Persoonlijke – ambitie, creativiteit, flexibiliteit,motivatie, assertiviteit •Communicatieve – communicatief vermogen, besluitvaardigheid, stressbestendigheid, sociabiliteit •Regulatieve(planmatig vermogen) – probleemoplossend vermogen, analytisch vermogen, organisatorisch vermogen, conceptueel denken •Cognitieve(gedrag) – resultaatgerichtheid, klantgerichtheid, methoden & technieken, kwaliteitsgerichtheid WeC1.1 Ambitie WeC1.2 Creativiteit AC4;BC2 WEC1.3 Flexibiliteit WeC1.4 Motivatie WeC1.5 Assertiviteit WeC2.1 Communicatief Vermogen AC2,AC6;AC13 WeC 2.2 Besluitvaardigheid AC2 WeC 2.3 Stressbestendigheid WeC2.4 Sociaal gericht WeC2.5 Teamgerich BC1 WeC3.1 Probleemoplossend vermogen AC11 WeC3.2 Probleemanalytisch vermogen AC2 WeC3.3 Organisatorisch vermogen BC6 WeC 3.4 Conceptueel denken AC4 WeC 3.5 Projectgericht werken WeC4.1 Resultaatgerichtheid AWC15 WeC4.2 Klantgerichtheid BC5 WeC4.3 Methoden en Technieken Kennis BC2/3/4/5/6 WeC 4.4 Kwaliteitsgerichtheid BC7 WeC 4.5 Leidinggeven AC5
OPLEIDINGSTRUKTUUR BAMA-ELEKTRONICA
4
Bedrijfsbeleid D Juridische Aspecten Management Accounting Human Resources Manag Quality Management
8
Communicatie 3 Datacommunicatie 3 Datacommunicatie 3
5
Computersystemen D Computersystemen 5 Computersystemen 5 L Informatica 7 Informatica 8.1 Informatica 8.2 Ontwerpen 9
15
Digitale technieken 6 Digitale technieken 6
4
Masterproef Communicatie MP
20
DIG 6
MP
Totaal Aantal Examens Contacturen/Sem Studiepunten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
O
L
Ex
Stp
T
S
4
0,75
4
1,25
O
Punt. O.O.
Analoge Elektronica 5 Analoge Elektronica 5.1 Analoge Elektronica 5.2 Analoge Elektronica 5L
T
Punt./Vak
ANEL 5
Stp
Sem 8
Stp. Vak
4
CSYS D
Docent Ex
SignaalprocessingA/D
COMM 3
Code Vak
Naam O.O./Vak
AD
BEDR D
Sem 7
Contract
O.O.
Stp. O.O.
4ELO-ICT(06-07)
c
4
40
40
c
4
40
2 3 1 2
20 30 10 20
3 2
30 20
30 10 20 20 30 40
40
L
AD
VrBa
ANEL5.1 ANEL5.2 ANEL 5L
GeJa MeNe BrJo
M
BEDR3 BEDR7 BEDR4 BEDR8
HaMa
S
VaMy VPP CKZ
S S
COMM3.1 COMM3.2
VaTo VaTo
M
CSYS5 CSYS5 L INF7 INF8.1 INF8.2 ONT9
VaPa VaPa GijJe RuLe RuLe RuLe
M
3
P
1
1
P
2
1
c
M
2
2
c
DIG6
GeJa
1,5
0,5
40 0,5
c 1
c
80 3 1
2
2
e
1,25
e c
2 0,75
e
S
2
50 3
1,5
c M
2
1,5
c
150
2
c
3,75
c
3 1 2 2 3 4
c
4
2
c c
M
3
P
4
1
40 M
4
2
1,75
200
c
X
0,5
0,5
7
60
13
10,3
5,75
6
8,75
7,25
6 16 26
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
16 34 16,0
20 60
200 600
600
Analoge Elektronica D Analoge Elektronica 7 Analoge Elektronica 6.1 Analoge Elektronica 6.2 Analoge Elektronica 6L
4
Bedrijfsbeleid D Recht Management Accounting Psychologie Kwaliteit
8
Communicatie 3 Datacommunicatie 3 Datacommunicatie 3
5
Computersystemen E Computersystemen 5 Computersystemen 5L Informatica 6 Informatica 7
8
Digitale technieken E Digitale technieken 7 VLSI+Projekt VLSI+Projekt
11
Masterproef Communicatie MP
20
Totaal Aantal Examens Contacturen/Sem Studiepunten/Sem Gemidd.contacturen/Jaarb
60
CSYS E
DIG E
MP
O
L
1,5
Ex
Stp
T
S
4
0,75
O
Punt. O.O.
ANEL D
VrVa
T
Punt./Vak
4 AD
Stp
Sem 8
Stp. Vak
Ex
SignaalprocessingA/D
COMM 3
Docent
Code Vak
Naam O.O./Vak
AD
BEDR D
Sem 7
Contract
O.O.
Stp. O.O.
4ELO-ONT(06-07)
c
4
40
40
c
10 20 10
L 0,5
40 ANEL7 ANEL6.1 ANEL6.2 ANEL 6L
MeNe GeJa MeNe BoJo
BEDR3 BEDR7 BEDR4 BEDR8
HaMa
M
1
2
1,25
c
1
0,5
c
1 2 1
2 3 1 2
20 30 10 20
0,75 M
1
80 3 1
S
2
2
S
2
1,25
e e e c
1,5
c c
3 2
30 20
1
c c c c
3 1 2 2
30 10 20 20
c
4 4 3
40 40 30
VaMy VPP CKZ
S S
2 0,75
COMM3.1 VaTo COMM3.2 VaTo
M
CSYS3 CSYS3 L INF6 INF7
VaPa VaPa RuLe GijJe
M P
3 1
P
2
DIG7 VLSI 1 VLSI 2
Z Z Z
M
4
2
1,75
M
4
2,5
1,5
50 3
1,5 M
2
80 2 1 M
2
1
1
110 c M
3
1
0,5
c
200
c 0,5
SJ
0,5
7
13 13,5
5,25
7
9,75
3
7 18,8 29
contract: e : examencontract is mogelijk; c geen examencontract mogelijk (creditcontract noodzakelijk)
12,8 31 15,8
20 60
200 600
600
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
Analoog-Digitale SIGNAALVERWERKING AD/AD
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Bart Vanrumste (VaBa) Bart Vanrumste (VaBa) AD Signaal- en beeldverwerking 4ICT-4ONT 4
Doelstellingen
- Voortbouwend op de kennis uit systeemtheorie alle vormen van filters (laag-, hoog-, banddoorlaat- en bandsperfilters) beschrijven, vergelijken en omzetten. (AC10, AC11,BC2, BC4) - Eigenschappen van analoge ontwerpmethodes (Butterworth, …) aangeven. (AC11, BC2) - Voortbouwend op kennis van discrete systemen (REG2), begrippen als bemonsteren, quantiseren en convolutie uitleggen verbanden leggen tussen discrete-filter -eigenschappen en nulpunten/polenligging. (AC10, AC11) - De samenhang tussen het frequentiespectrum van analoge of discrete hetzij periodische of niet-periodische signalen met de DFT aanduiden. (AC2) - Een FFT-berekening uitvoeren en het resultaat ervan interpreteren. (AWC10, AC10) - Verschillen in vorm, opbouw en toepassingsgebieden van digitale filters aanduiden aslook FIR en IIR filters berekenen. (AC11, BC2, BC4) - Begrippen als spectorgram, decimatie en interpolatie uitleggen. (AC11) - Elementaire basistechnieken voor beeldverwerking toelichten. (AC11, BC2)
Inhoudsopgave
Deel 1: Analoge filters - Beschrijving en ontwerp laag-, hoog-, banddoorlaat- en bandsperfilters. Deel 2: Digitale filters - Omzetting van tijdcontinue signalen in tijddiscrete signalen en omgekeerd - Discrete Fourier-transformatie en ‘Fast Fourier’ Transformatie - Filterstructuren en ontwerpmethoden voor digitale filters (FIR, IIR) - Verandering van bemonsteringsfrequentie Deel 3: Beeldverwerking - Basisprincipes van beeldverwerking en digitale beeldweergave. Deel 4: MATLAB-projecten -3 projecten waar de theorie dient gehanteerd te worden om realistische problemen op te lossen. Projecten worden uitgevoerd in groepen van 2 studenten
Onderwijsvorm
Hoorcollege met oefeningen en labozittingen op PC
Studiemateriaal
Boek: "Digitale Signaalbewerking", ir A.W.M. Van Den Enden en ir N.A.M. Verhoeckx, Delta Press BV, ISBN 9066747226 Eigen cursus ‘Beeldverwerking’, ‘Aanvullingen Analoge Filters’
Aanvullende leermiddelen
/
Examenvorm 1ste zittijd
2de zittijd
3 projecten worden beoordeeld en feedback wordt gegeven aan studenten Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding handelend over: 1) Het eerste deel van het examen is gesloten boek en peilt naar de parate kennis van de student over eigenschappen van filters, ontwerpmethodes, transformatietechnieken en beeldverwerking. 2) Het tweede deel peilt naar de theorie nodig om de 3 projecten uit te voeren Zie 1ste zittijd
AD AD Algemene Visie
Analoge en digitale signaalverwerking is een elektronisch ingenieursvak. De kerninhoud omvat het ontwerp en de analyse van analoge en digitale filters, signaaltransformaties tussen tijd en frequentiedomein (Fourier-transformaties) en visiesystemen, zowel qua elektronische opbouw en componenten als qua beeldverwerking. (AC10, AC11, AWC10, BC2, BC4, BC5) Het deel visiesystemen komt tegemoet aan de recente opgang van de industriële (digitale) camera voor een brede waaier aan toepassingen. Omwille van de snel wijzigende beeldvormende systemen, beeldverwerkingstechnieken en –toepassingen, wordt voor dit deel een actieve inbreng van de student gevraagd in die zin dat ze zelf op zoek gaan naar vernieuwingen en deze na grondige analyse toelichten bij de docent. Dit moet de zelfstudie, de opzoekervaring en het analytisch vermogen van de student aanwakkeren hetgeen bevorderlijk zal zijn in hun latere loopbaan. (AC7)
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
- polyvalente algemene en technische basisvorming; - inzicht en vaardigheid om zelfstandig technische problemen op te lossen; - belangrijke technische basiskennis; - beredeneerde kennis; - nauwkeurigheid, attitude;
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
- Diepgaande kennis van schakelingen en systemen voor analoge en digitale signaalverwerking - Realiseren van kwalitatieve elektronische projecten.
Situering van het vak in het curriculum
Het vak analoge en digitale signaalverwerking kent raakpunten met elektronica (AD-DA convertoren, versterkers, filters), elektronisch ontwerpen en meetsystemen (signaaltransmitters en -omvormers).
Instroom-Relatie met andere vakken
Het vak analoge en digitale signaalverwerking bouwt verder op voorkennis uit systeemtheorie (Laplacetransformatie, TF, systeemeigenschappen, Bode-diagram), wiskunde (complex rekenen), regeltechniek (terugkoppeling, Z-transformatie) en elektronica (elektronische componenten)
Relatie met het werkveld
Kennis uit het vak analoge en digitale signaalverwerking komt van pas in de elektronische industrie, in de automatiseringssector (filters, visie), multimediawereld (visie, beeldverwerking, signaalverwerking, digitale tv, mpeg), telefoniesector (GSM) (BC2, BC4, BC5)
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Naast de evidente basiskennis rond analoge en digitale signaalverwerking zelf, (AC10, AC11) vertegenwoordigt AD eveneens een ingenieursvak dat zich uitstekend leent om het ingenieursdenken en probleemoplossend vermogen van de student te ontwikkelen. (AC10, AC12) Een filterontwerp omvat vaak naast een afwegen tussen de verschillende gestelde eisen ook een afwegen in de keuze van de meest geschikte ontwerptechniek. (AC12, AWC10). De evaluatie toetst naar beredeneerd inzicht (AC10) en naar toepassingsgericht (AC11) oplossend vermogen (AC1) om te komen tot het juiste resultaat (BC2, BC4) volgens een adequate werkwijze. (AWC10, AC12) Daarnaast dienen de studenten in groepjes van twee realistische probleem op te lossen door gebruik te maken van de vakinhoud maar ook van de vakliteratuur. Het projectverslag wordt dan geëvalueerd en feedback wordt gegeven aan de studenten. (AC11,AC7)
OPLEIDINGSONDERDEEL ANALOGE ELEKTRONICA 5 O.O. Code/Deelvak ANEL 5 /ANEL 5.1 Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe Jan Genoe ANEL5.1 Gevorderde Analoge technieken 4ICT 3
Doelstellingen
De studenten moeten de verschillende technieken begrijpen (AC10 en AC12) en kunnen gebruiken (AC11 en AC 12) waardoor ze een analoog ontwerp kunnen verbeteren (BC2) en optimaliseren (BC4).
Inhoudsopgave
o o o o o o o o o o o o o o o
Magnetische Opslag Hoogspanningsvoedingen met beperkte stroom Opto-elektronica CD lenssystemen GaAs Transistors MESFET HEMT HBT Gebruik van supergeleiders in elektronische schakelingen Ellipsen, parabolen en hyperbolen als spiegels en lenzen voor optische en elektromagnetische signalen Bootstap schakelingen Klasse E versterker Basisprincipes van de synchrone detectie Latch-up Hybride Koppelingen
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~jgenoe
Aanvullende leermiddelen
Jon B. Hagen, Essenties van hoogfrequent elektronica, pp 193-205, Uitgeverij Segment BV, eerste druk, 1998
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
ANEL 5 ANEL 5.1 Algemene Visie
In deze cursus worden een aantal aanvullende technieken en schema’s besproken die nuttig zijn voor het begrijpen en het ontwerp van (hoogfrequente) analoge systemen. Deze master-cursus is derhalve opgevat als een capita selecta die de basiskennis van de bachelor-opleiding verruimt en verstevigd.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van specifieke kennis en vaardigheden om als ingenieur te functioneren in het vakgebied Elektronica.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van theoretisch onderbouwde, toepassingsgerichte kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van de analoge elektronische technologie.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak bouwt verder op de basiskennis van de andere vakken analoge elektronica van het curriculum. Deze verruiming van de kennis geeft meer achtergrond aan de toekomstige ingenieur.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak bouwt verder op de cursus componenten (ANEL1), de ontwerptechnieken van ANELB, en de vakken fysica (beschrijven van golven) en wiskunde (complex rekenen)
Relatie met het werkveld
De bredere achtergrondkennis die in dit vak geboden wordt, verruimt de horizon van de toekomstig ingenieur en maakt deze derhalve beter inzetbaar in het werkveld.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Zie onder doelstellingen
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA 5 ANEL 5 /ANEL 5.2
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe Nele Mentens ANEL5.2 Analoge Elektronica 5.2 4ICT 1
Doelstellingen
- de versterking van een niet-lineaire OPAMP schakeling berekenen AC1/AC2/AC4 - een niet-lineaire OPAMP schakeling met een gegeven functie realiseren AC1/AC2/AC4 - een Schmitt-trigger schakeling met OPAMPs realiseren AC2 - een absolute waarde schakeling met OPAMPs realiseren AC2 - de werking en de voordelen van de instrumentatieversterker uitleggen AC2 - een transmissielijn aanpassen met een spoel, een condensator of een stub en de juiste grootheden bereken voor deze componenten AC1/AC2/AC4 - het nut en de werking van een kwartgolflengte stukje verklaren AC2 - de thermische ruis van een weerstand berekenen AC1/AC2 - thermische ruis schematisch voorstellen in een schakeling AC2 - ruisbronnen op de juiste manier combineren AC2 - de volgende begrippen uitleggen en de formule afleiden: ruisgetal, bijkomende ruistemperatuur, ruismaat AC2 - uitleggen en berekenen wat de hagelruis is bij een diode AC1/AC2 - de volgende soorten ruis verklaren: 1/f ruis, burst noise, generatierecombinatie ruis, ruis van een bipolaire transistor AC2
Inhoudsopgave
Niet lineaire opamp schakelingen Instrumentatieversterker Smith kaarten Ruis
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~nmentens: “4II: Toepassingen in de analoge elektronica”
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
ANEL5 ANEL5.2 Algemene Visie
In de telecommunicatie is het aanpassen van transmissielijnen zeer belangrijk. Het berekenen van de juiste waarden wordt tegenwoordig meestal met simulatie programma’s gedaan. Toch is het belangrijk om als ingenieur de achterliggende redenering van deze aanpassing in te zien. Omdat ruis een beperkende factor vormt in verschillende elektronische systemen, is het belangrijk om te kunnen inschatten wat de oorsprong van deze ruis is, om zo eventueel ruis te kunnen voorkomen met behulp van analoge technieken.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
De studenten wordt gevraagd om wiskundige berekeningen en redeneringen toe te passen voor het oplossen van basisopdrachten in het vakgebied.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Er wordt vorming verzekerd die aan de basis ligt van het opbouwen en analyseren van verschillende industriële toepassingen en industriële systemen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak vormt het vervolg op vakken handelend over analoge technieken. In dit vak worden analoge schakelingen minder tot op transistorniveau, maar eerder op een hoger niveau bekeken.
Instroom-Relatie met andere vakken
In ANEL7 worden technieken voor het ontwerpen van analoge versterkers aangeleerd. Een onderdeel van ANEL5.2/6.2 is de analyse van ruis in een elektronische schakeling. Dit onderwerp kan toegepast worden op de analoge schakelingen in ANEL7. In ANEL2/3 komen lineaire OPAMP schakelingen aan bod. De niet-lineaire OPAMP schakelingen in ANEL5.2/6.2 zijn een uitbreiding op dit onderwerp. Een onderdeel van het vak ANEL5.2/6.2 handelt over transmissielijnen. Toepassingen van transmissielijnen komen eveneens aan bod in COMM3.
Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Het aanpassen van transmissielijnen is een belangrijke competentie bij het opzetten van communicatie-systemen. In ANEL5.2/6.2 worden transmissielijnen besproken. In de evaluatie wordt vooral belang gehecht aan het uitvoeren van oefeningen in verband met transmissie lijnen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA 5 ANEL 5/ANEL 5L
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jos Broekx (BJ) Jos Broekx (BJ) ANEL 5L Labo analoge Elektronica 5 4ICT
Doelstellingen
- Enkele realisatiemogelijkheden kunnen toepassen die gebruikt worden bij analoge actieve filters. AC4 - Een analoge schakeling kunnen simuleren met een bestaand simulatiepakket en hiervan de eventuele beperkingen kunnen inschatten. AC12/AWC1 - Programmeerbare analoge schakelingen kunnen toepassen en de bruikbaarheid kunnen evalueren. AC11 - Een meetsysteem kunnen opzetten door gebruik te maken van virtuele instrumentatie. AC10/AWC4
Inhoudsopgave
De proeven behandelen onderwerpen die in de theorie gezien worden met o.a. : - PLL-implementaties - Analoge filters - Programmeerbare analoge schakelingen - Virtuele instrumentatie .
Onderwijsvorm
Labozittingen
Studiemateriaal
Eigen labotekst
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Labo-examen of schriftelijk examen (t.g.v. labobezetting) Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
OPLEIDINGSONDERDEEL/Deelvak O.O-code/Deelvakcode Algemene Visie
ANALOGE ELEKTRONICA 5 ANEL 5/ANEL 5L
Analoge signalen, zoals deze van b.v. sensoren van fysische grootheden (temp, druk, licht … enz), dienen aangepast te worden om verder bruikbaar te zijn. Bij een dergelijke signaalconditionering worden veelal frequentieselectieve filters toegepast. Het doel van dit vak is een verantwoorde keuze te kunnen maken van een dergelijke filter en om het ontwerpen van ook andere analoge schakelingen zo efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren door simulatie, programmeerbare analoge schakelingen en virtuele instrumentatie.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Specifieke competenties, vaardigheden en het nodige inzicht verwerven om zelfstandig om als ingenieur zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en analoge elektronische projecten uit te voeren.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
De bekwaamheid om de verworven kennis aan te wenden bij het ontwerpen en het testen van analoge elektronische schakelingen en systemen, rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating. Diepgaande kennis van elektronische technologie en van elektronische apparaten en technieken voor het registreren en meten van signalen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit practicumvak, dat nauw aansluit bij het theorievak ANEL 5.2, verkleint de kloof tussen theorie en praktijk. Ook de zelfwerkzaamheid en initiatief worden gestimuleerd. De student zal hierdoor meer oplossingsgericht kunnen werken wat zeker zijn vruchten zal afwerpen bij andere elektronicavakken en zijn masterproef.
Instroom-Relatie met andere vakken
De voorkennis die van de studenten verwacht wordt is: • Voldoende ervaring hebben in het opbouwen in het uittesten met gebruikelijke apparatuur van elektronische schakelingen. • Voldoende kennis uit voorgaande elektronicaopleiding.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Door opvolging van de jaarlijkse masterproeven, door studiedagen, via internet, alsook door de stages van de professionele bachelors wordt de relatie met het werkveld onderhouden Door simulatieprogramma’s, programmeerbare analoge schakelingen en virtuele instrumentatie toe te passen die in de industrie veelvuldig gebruikt worden tracht men de praktijk dicht te benaderen. De evaluatie omvat: • Bij een aangeboden probleemstelling dient de student een mogelijke oplossing voor te stellen, omschrijven hoe deze kan gesimuleerd, uitgevoerd en uitgetest te worden. (AC4/AC12/AWC1) • De student krijgt een ongekend schema van een schakeling aangeboden (b.v. een toepassing van een programmeerbare analoge schakeling). Deze schakeling dient men dan, uitgaande van de technische gegevens, te analyseren en de signalen dienen voorspeld te worden. (AC10/AC11/AWC4)
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA D ANEL D/ANEL 6.1
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe Jan Genoe ANEL6.1 Gevorderde Analoge technieken 4ONT 3
Doelstellingen
De studenten moeten de verschillende technieken begrijpen (AC10 en AC12) en kunnen gebruiken (AC11 en AC 12) waardoor ze een analoog ontwerp kunnen verbeteren (BC2) en optimaliseren (BC4).
Inhoudsopgave
o o o o o o o o o o o o o o o
Magnetische Opslag Hoogspanningsvoedingen met beperkte stroom Opto-elektronica CD lenssystemen GaAs Transistors MESFET HEMT HBT Gebruik van supergeleiders in elektronische schakelingen Ellipsen, parabolen en hyperbolen als spiegels en lenzen voor optische en elektromagnetische signalen Bootstap schakelingen Klasse E versterker Basisprincipes van de synchrone detectie Latch-up Hybride Koppelingen
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~jgenoe
Aanvullende leermiddelen
Jon B. Hagen, Essenties van hoogfrequent elektronica, pp 193-205, Uitgeverij Segment BV, eerste druk, 1998
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
ANEL D ANEL 6.1 Algemene Visie
In deze cursus worden een aantal aanvullende technieken en schema’s besproken die nuttig zijn voor het begrijpen en het ontwerp van (hoogfrequente) analoge systemen. Deze master-cursus is derhalve opgevat als een capita selecta die de basiskennis van de bachelor-opleiding verruimt en verstevigd.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van specifieke kennis en vaardigheden om als ingenieur te functioneren in het vakgebied Elektronica.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van de analoge elektronische technologie
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak bouwt verder op de basiskennis van de andere vakken analoge elektronica van het curriculum. Deze verruiming van de kennis geeft meer achtergrond aan de toekomstige ingenieur.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak bouwt verder op de cursus componenten (ANEL1), de ontwerptechnieken van ANELB, en de vakken fysica (beschrijven van golven) en wiskunde (complex rekenen)
Relatie met het werkveld
De bredere achtergrondkennis die in dit vak geboden wordt, verruimt de horizon van de toekomstig ingenieur en maakt deze derhalve beter inzetbaar in het werkveld.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Zie onder doelstellingen
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA D ANEL D/ANEL 6.2
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe Nele Mentens ANEL6.2 Analoge Elektronica 6.2 4ONT 1
Doelstellingen
- de versterking van een niet-lineaire OPAMP schakeling berekenen AC1/AC2/AC4 - een niet-lineaire OPAMP schakeling met een gegeven functie realiseren AC1/AC2/AC4 - een Schmitt-trigger schakeling met OPAMPs realiseren AC2 - een absolute waarde schakeling met OPAMPs realiseren AC2 - de werking en de voordelen van de instrumentatieversterker uitleggen AC2 - een transmissielijn aanpassen met een spoel, een condensator of een stub en de juiste grootheden bereken voor deze componenten AC1/AC2/AC4 - het nut en de werking van een kwartgolflengte stukje verklaren AC2 - de thermische ruis van een weerstand berekenen AC1/AC2 - thermische ruis schematisch voorstellen in een schakeling AC2 - ruisbronnen op de juiste manier combineren AC2 - de volgende begrippen uitleggen en de formule afleiden: ruisgetal, bijkomende ruistemperatuur, ruismaat AC2 - uitleggen en berekenen wat de hagelruis is bij een diode AC1/AC2 - de volgende soorten ruis verklaren: 1/f ruis, burst noise, generatierecombinatie ruis, ruis van een bipolaire transistor AC2
Inhoudsopgave
Niet lineaire opamp schakelingen Instrumentatieversterker Smith kaarten Ruis
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~nmentens: “4II: Toepassingen in de analoge elektronica”
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
ANEL D ANEL 6.2 Algemene Visie
In de telecommunicatie is het aanpassen van transmissielijnen zeer belangrijk. Het berekenen van de juiste waarden wordt tegenwoordig meestal met simulatie programma’s gedaan. Toch is het belangrijk om als ingenieur de achterliggende redenering van deze aanpassing in te zien. Omdat ruis een beperkende factor vormt in verschillende elektronische systemen, is het belangrijk om te kunnen inschatten wat de oorsprong van deze ruis is, om zo eventueel ruis te kunnen voorkomen met behulp van analoge technieken.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
De studenten wordt gevraagd om wiskundige berekeningen en redeneringen toe te passen voor het oplossen van basisopdrachten in het vakgebied.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Er wordt vorming verzekerd die aan de basis ligt van het opbouwen en analyseren van verschillende industriële toepassingen en industriële systemen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak vormt het vervolg op vakken handelend over analoge technieken. In dit vak worden analoge schakelingen minder tot op transistorniveau, maar eerder op een hoger niveau bekeken.
Instroom-Relatie met andere vakken
In ANEL7 worden technieken voor het ontwerpen van analoge versterkers aangeleerd. Een onderdeel van ANEL5.2/6.2 is de analyse van ruis in een elektronische schakeling. Dit onderwerp kan toegepast worden op de analoge schakelingen in ANEL7. In ANEL2/3 komen lineaire OPAMP schakelingen aan bod. De niet-lineaire OPAMP schakelingen in ANEL5.2/6.2 zijn een uitbreiding op dit onderwerp. Een onderdeel van het vak ANEL5.2/6.2 handelt over transmissielijnen. Toepassingen van transmissielijnen komen eveneens aan bod in COMM3.
Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Het aanpassen van transmissielijnen is een belangrijke competentie bij het opzetten van communicatie-systemen. In ANEL5.2/6.2 worden transmissielijnen besproken. In de evaluatie wordt vooral belang gehecht aan het uitvoeren van oefeningen in verband met transmissie lijnen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA D ANEL D/ANEL 6L
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jos Broekx (BJ) Jos Broekx (BJ) ANEL 6L Labo analoge Elektronica 6 4ONT
Doelstellingen
- Enkele realisatiemogelijkheden kunnen toepassen die gebruikt worden bij analoge actieve filters. AC4 - Een analoge schakeling kunnen simuleren met een bestaand simulatiepakket en hiervan de eventuele beperkingen kunnen inschatten. AC12/AWC1 - Programmeerbare analoge schakelingen kunnen toepassen en de bruikbaarheid kunnen evalueren. AC11 - Een meetsysteem kunnen opzetten door gebruik te maken van virtuele instrumentatie. AC10/AWC4
Inhoudsopgave
De proeven behandelen onderwerpen die in de theorie gezien worden met o.a. : - PLL-implementaties - Analoge filters - Programmeerbare analoge schakelingen - Virtuele instrumentatie .
Onderwijsvorm
Labozittingen
Studiemateriaal
Eigen labotekst
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Labo-examen of schriftelijk examen (t.g.v. labobezetting) Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
ANEL D ANEL 6L Algemene Visie
Analoge signalen, zoals deze van b.v. sensoren van fysische grootheden (temp, druk, licht … enz), dienen aangepast te worden om verder bruikbaar te zijn. Bij een dergelijke signaalconditionering worden veelal frequentieselectieve filters toegepast. Het doel van dit vak is een verantwoorde keuze te kunnen maken van een dergelijke filter en om het ontwerpen van ook andere analoge schakelingen zo efficiënt mogelijk te kunnen uitvoeren door simulatie, programmeerbare analoge schakelingen en virtuele instrumentatie.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Specifieke competenties, vaardigheden en het nodige inzicht verwerven om zelfstandig om als ingenieur zelfstandig nieuwe informatie te verwerken en analoge elektronische projecten uit te voeren.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
De bekwaamheid om de verworven kennis aan te wenden bij het ontwerpen en het testen van analoge elektronische schakelingen en systemen, rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating. Diepgaande kennis van elektronische technologie en van elektronische apparaten en technieken voor het registreren en meten van signalen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit practicumvak, dat nauw aansluit bij het theorievak ANEL 6.2., verkleint de kloof tussen theorie en praktijk. Ook de zelfwerkzaamheid en initiatief worden gestimuleerd. De student zal hierdoor meer oplossingsgericht kunnen werken wat zeker zijn vruchten zal afwerpen bij andere elektronicavakken en zijn masterproef.
Instroom-Relatie met andere vakken
De voorkennis die van de studenten verwacht wordt is: • Voldoende ervaring hebben in het opbouwen in het uittesten met gebruikelijke apparatuur van elektronische schakelingen. • Voldoende kennis uit voorgaande elektronicaopleiding.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Door opvolging van de jaarlijkse masterproeven, door studiedagen, via internet, alsook door de stages van de professionele bachelors wordt de relatie met het werkveld onderhouden Door simulatieprogramma’s, programmeerbare analoge schakelingen en virtuele instrumentatie toe te passen die in de industrie veelvuldig gebruikt worden tracht men de praktijk dicht te benaderen. De evaluatie omvat: • Bij een aangeboden probleemstelling dient de student een mogelijke oplossing voor te stellen, omschrijven hoe deze kan gesimuleerd, uitgevoerd en uitgetest te worden. (AC4/AC12/AWC1) • De student krijgt een ongekend schema van een schakeling aangeboden (b.v. een toepassing van een programmeerbare analoge schakeling). Deze schakeling dient men dan, uitgaande van de technische gegevens, te analyseren en de signalen dienen voorspeld te worden. (AC10/AC11/AWC4)
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
ANALOGE ELEKTRONICA D ANEL D/ANEL 7
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe Nele Mentens ANEL7 Analoge Elektronica 7 4ONT 1
Doelstellingen
- het Miller effect verklaren AC2/AWC13 - de dominante pool, de parasitaire polen en de GBW van een versterker berekenen a.d.h.v. het transistorschema AC1/AC2/AC4/AWC13 - de CMIR en de output range van een versterker berekenen a.d.h.v. het transistorschema AC1/AC2/AC4 - de werking van een folded cascode schakeling uitleggen AC2 - de werking van een double folded cascode schakeling uitleggen AC2 - de werking van een fully differential versterker uitleggen AC2 - de voordelen van fully differential versterkers opsommen en uitleggen AC2 - het nut van een CMFB schakeling uitleggen AC2 - CMFB toevoegen aan een differentiële versterker AC1/AC2/AC4
Inhoudsopgave
Versterking, pool en GBW van een elementaire trap Miller effect-Belang en reden van de uitgangsweerstand-Schema met cascode transistor Stroomspiegel met cascode transistors Hoe kiezen we VB? Instelling van VB Oefening Uitgangsweerstand en versterking van een cascode trap Cascode schakeling met cascode load Miller effect, poolfrequentie en GBW bij de cascode trap GBW in geval van stroomspiegels Basis ontwerpconcept-Bepaling van de CMIR en de output range Output range met cascode transistors-Folded cascode Uitgangsweerstand en versterking van een folded cascode Laagst toegelaten ingangsspanning-Folded cascode en double folded cascode opamp-Versterkers met hoge GBW Parasitaire pool van een stroomspiegel Gevolgen van de parasitaire polen van stroomspiegels Uitgewerkt voorbeeld-Voorbeeld met veronderstelling: symmetrisch, p4 zeer groot Parasitaire pool van een cascode trap Gedeeltelijk wegwerken van de pool van een cascode-Fully differential output Voordelen fully differential-Fully differential met common mode feedback (CMFB) Fully differential folded cascode schakeling Fully differential double folded cascode schakeling Fully differential double folded cascode opamp met CMFB
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~nmentens: “4II ONT: Analoge ontwerptechnieken”
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
ANEL D ANEL 7 Algemene Visie
Het ontwerpen van analoge chips is een vaardigheid die veel inzicht en creativiteit vergt. Jarenlange ervaring is nodig om op een vlotte manier tot de gevraagde eisen aan de performantie te komen. Daarom is het nodig om de basisbegrippen in het analoog chipontwerp duidelijk uit te leggen en toe te passen op verschillende voorbeelden.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
De studenten wordt gevraagd om te redeneren over reeds vergaarde kennis en deze kennis te gebruiken om toepassingen aan te pakken.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Er wordt vorming verzekerd die aan de basis ligt van het opbouwen en analyseren van verschillende industriële toepassingen en industriële systemen.
Situering van het vak in het curriculum
De voorkennis van de leerlingen bij de start van dit vak is digitale en analoge basiselektronica, samen met het vervolg op de basiselektronica, handelend over componenten zoals OPAMPs, maar ook over transistorconfiguraties. Dit vak gaat vooral verder op het analoge transistorgedeelte. Analoge versterkers, die veel complexer zijn dan de transistorconfiguraties en simpele schakelingen uit de vorige vakken, worden tot in detail besproken.
Instroom-Relatie met andere vakken
In het vak ANEL2/3 worden OPAMP schakelingen besproken waarin de OPAMP als een black-box wordt beschouwd. De studenten leren hoe ze met behulp van OPAMPs een schakeling kunnen maken waarbij de uitgangsspanning een bepaalde functie is van de ingangsspanningen. In ANEL7 gaan de studenten een stapje verder: de OPAMP is geen black-box meer maar moet ontworpen worden rekening houdend met bepaalde specificaties. Eveneens in ANEL2/3 worden enkele eenvoudige één-transistor schakelingen besproken. Deze worden samengevoegd om analoge basisschakelingen, zoals bv. stroomspiegels, te bekomen die in ANEL4 aan bod komen. In ANEL7 worden deze basisschakelingen samengevoegd om zo een volledige versterker te bekomen. In het vak VLSI leren de studenten hoe digitale chips gemaakt worden, van specificatie tot productie. De leerstof in ANEL7 is vooral toepasbaar op analoog chipontwerp. Het is belangrijk om het verschil te zien tussen beide ontwerpmethodes, maar ook om in een reële situatie te kunnen kiezen welke aanpak het meest geschikt zal zijn. In de specificaties van een versterker komen begrippen zoals fasemarge, amplitudemarge, bandbreedte,… voor. Deze begrippen worden uitgelegd in de vakken REG1 en REG2.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De studenten leren technieken die nodig zijn voor het ontwerpen van analoge chips. Ze leren eveneens om analoge transistor-schakelingen beter te begrijpen door het herkennen van deel-schakelingen met een bepaalde functionaliteit. Dit zijn competenties die nodig zijn om vetrekkende van de specificaties van een versterker tot een werkelijk ontwerp te komen. Bij het evalueren van de studenten zal de aandacht vooral gericht zijn op analyseren van praktische schakelingen en het herkennen van basisconfiguraties in grotere gehelen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
BEDRIJFSBEHEER D BEDR D/BEDR 3
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Hanssen Marc Hanssen Marc BEDR 3 Juridische Aspecten 4ELO 2
Doelstellingen
Op basis van concrete problemen in de samenleving moet de student in staat zijn om: -het probleem te analyseren en te situeren in het kader van het toepasselijke recht. -vanuit deze analyse over te gaan tot het formuleren van een concrete oplossing voor het probleem. De student zal op die manier de vaardigheid verwerven om de juridische aspecten van de samenleving en van het bedrijfsleven genuanceerd te beoordelen en zo een juridisch verantwoorde beslissing te nemen.
Inhoudsopgave
-
Onderwijsvorm
-ex cathedra
Studiemateriaal
Cursus "Inleiding tot het recht (Marc Van Hoecke en Boudewijn Bouckaert)" ter beschikking gesteld van de studenten via de cursusdienst.(onder voorbehoud van docent)
de indeling van het recht in verschillende rechtstakken bronnen van het recht de Belgische politieke en gerechtelijke instellingen goederen en zekerheden inleiding tot het burgerlijk recht verbintenissen uit overeenkomst en onrechtmatige daad de verschillende vormen van de arbeidsovereenkomst inleiding in het vennootschapsrecht
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
schriftelijk schriftelijk
BEDR D BEDR3 Algemene Visie
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
In ontwikkeling
OPLEIDINGSONDERDEEL BEDRIJFSBEHEER D O.O. Code/Deelvak BEDR D/BEDR 4 Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Patricia Van Pottelbergh (VPP) Patricia Van Pottelbergh (VPP) BEDR4 Human Resources Management (HRM) 4ICT-4ONT 1
Doelstellingen
Het ontdekken van de toekomstige rol als werknemer en (eventueel) als leidinggevende.AC2 Beschrijven van de werking van personeelsbeheer in organisaties/bedrijven.AC2 Bespreken van selectieprocedures.AC2 Analyseren van de persoonlijkheidskenmerken van zichzelf/anderen.AC3 Evalueren van bedrijfs/organisatiecultuur.AC3 Verbanden leggen tussen bedrijfscultuur en persoonlijkheid.AC2/AC3 Het bepalen van geschikte jobs/bedrijven in functie van de eigen persoonlijkheid.AC3 De verschillende elementen uitleggen van effectieve organisaties, illustreren door middel van voorbeelden uit de praktijk.AC2 De verschillende aspecten weergeven van een professioneel (HR) management.AC2 Voorbeelden uit de actualiteit in verband brengen met concepten uit de cursus.AC2/AC3
Inhoudsopgave
Deel 1. Selectie Hoe kiest een bedrijf haar medewerkers? Hoe kies ik een geschikt bedrijf?Bedrijf: procedures voor werving en selectie: media, interviews, testen, assessment centers ... Medewerkers: waar moet ik op letten bij de keuze van mijn (eerste) werkgever: type bedrijf (familiebedrijf, multinational ...), type job, bedrijfscultuur, Deel 2. Samen werken Zelfde diploma, toch uniek. Belang van persoonlijkheidskenmerken, enkele theorieën. Invloed van bedrijfscultuur, enkele theorieën. Deel 3. Effectieve organisaties Leadership/coaching Verschillende types van leiderschap (relatie met persoonlijkheid). De lerende organisatie Alles is continu in beweging. Performance Management/appraisal/assessment Prestaties en prestatiebeoordeling. Hoe werkt dat? Werken voor hetzelfde doel. Evaluatiesystemen in functie van bedrijfs- en individuele doelstellingen. Competentie(management) en training Analyse van benodigde competenties, de noden van het bedrijf, de noden van het individu. Ontwikkelen van competenties: training management. Carrièrebegeleiding en retentie De “lifetime” van een medewerker in een organisatie. Arbeidstevredenheid en stress Invloed van de kwaliteit van de arbeid op de gezondheid van de werknemer.
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Studiemateriaal
Cursus “Bedrijfspsychologie” door Patricia Van Pottelbergh. Wordt via email aan studenten overgemaakt.
Aanvullende leermiddelen
Copies slides + teksten uit kranten, internet …
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Schriftelijk examen, deels open vragen, deels multiple choice (75% van de punten). Rest van de punten: CV af te leveren tegen 25 december. Schriftelijk examen, deels open vragen, deels multiple choice.
BEDR D BEDR 4 Algemene Visie
In de wereld van vandaag komt het nog maar zelden voor dat ingenieurs in puur technische functies terechtkomen. In de meeste jobs komt een zekere mate van people management voor. Bovendien wordt niet langer aanvaard dat een ingenieur niet over de nodige vaardigheden beschikt om samen te werken met anderen (multidisciplinair).
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
“Voldoende inzicht en vaardigheid verwerven om mensgericht en taakgericht te reflecteren over zichzelf en zijn omgeving, zelfstandig nieuwe informatie te verwerven, en erover te rapporteren en te overleggen.” “Kennis verwerven op het gebied van personeelsbeheer.” “Ontwikkeling van sociale vaardigheden en managementvaardigheden.” AC1/AC2/AC3
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Zie hierboven. Is voor iedere opleiding
Situering van het vak in het curriculum
De cursus laat de student nadenken over zijn eigen persoonlijkheid, en die van anderen. Dit kan hem helpen bij het omgaan met anderen. De link wordt eveneens gemaakt met bedrijfscultuur en cultuurverschillen tussen nationaliteiten (internationale bedrijven). Tijdens de lessen worden verbanden gelegd met de actualiteit uit het bedrijfsleven (vb. stakingen bij postmannen in relatie tot weerstand tegen verandering als element van bedrijfscultuur). In de cursus worden theorie (vb. personeelsbeoordelingssystemen) en praktijkvoorbeelden met elkaar verweven.De verschillende aspecten van personeelsbeheer komen aan bod zodat de student kan “proeven” van wat hij in het professionele leven zal tegenkomen.
Instroom-Relatie met andere vakken
*Wijsbegeerte: ook in dit vak wordt gedoceerd over de ingenieur als mens. *Welzijnsbeleid: hier komt stress(beheersing) aan bod. Binnen de cursus psychologie wordt stress in een brede context besproken (psychologische, fysische, mogelijke oorzaken …). *Recht: binnen het vak psychologie worden de verschillende vormen van arbeidsovereenkomst kort besproken: hoe kan men met een bedrijf verbonden worden, welke elementen zitten er in een contract (vb. groepsverzekering, maaltijdcheques …)?
De ingenieur als medewerker en -op termijn- als leidinggevende/manager.
Relatie met het werkveld
Ruimer: de ingenieur als mens die zich bewust is van zijn sterktes/zwaktes, en in relatie kan treden met anderen, die “anders” zijn. Pas afgestudeerden zijn vaak wereld-/bedrijfsvreemd. Ze beseffen niet dat de eerste job bepalend kan zijn voor de rest van hun carrière, dat er grote verschillen bestaan tussen ondernemingen/organisaties en dat de job op zich (jobinhoud) maar een klein stukje uitmaakt van mogelijk succes. Grote bedrijven (multinationals met moederbedrijf in ander land …), kleine bedrijven (familiebedrijf …), overheidsinstellingen zijn zeer verschillend. Afhankelijk van de persoonlijkheid van de ingenieur vormen zij al dan niet een geschikt arbeidsmilieu.
OPLEIDINGSONDERDEEL BEDRIJFSBEHEER D BEDR D/BEDR 7 O.O. Code/Deelvak Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Myriam Vanbeuren (VM) Myriam Vanbeuren (VM) BEDR 7 Management Accounting 4ICT-4ONT 3
Doelstellingen
De studenten moeten na het volgen van de cursus en zonder enige voorkennis in staat zijn volgende doelstellingen te verwezenlijken: Kunnen aangeven welke de relevante, niet-relevante en opportuniteitskosten zijn in een case-study, afhankelijk v.d. beslissing die genomen moet worden.(AC11). begrippen vaste, variabele, directe en indirecte kosten gebruiken en toepassen in concrete voorbeelden (AC10). break-even analyse kunnen toepassen en beoordelen (AC10). beslissingen kunnen nemen over: * het gebruik van schaarse middelen (AC12). * het al dan niet aanvaarden van een opdracht / contract. (AC12) * het al dan niet sluiten van een afdeling (AC12) overheadkosten kunnen beoordelen, berekenen, verdelen en aanrekenen naargelang de situatie voor kostprijsbepaling van een product. (AC11) Prijszetting v.e. geproduceerd goed of een order kunnen berekenen a.d.h.v. de juiste methode. (AC11) De 4 hoofdmethodes om een investering te beoordelen, evenals de methodes voor controle, kunnen gebruiken op casestudies (AC12) Kunnen verklaren wat een budget is en afwijkingen in een budget kunnen berekenen en verklaren. (AC12)
Inhoudsopgave
1. 2.
3. 4.
5. 6. 7.
Inleiding Relevante kosten voor besluitvorming: diverse voorbeelden van beslissingssituaties waar relevante kostencalculatie gebruikt wordt zoals uitbesteding, speciale orders, uitbreiden of afbouwen,vervanging van machines,.... Kosten-voulume-winstrelaties: kritische afzet, break-even analyse... Bepalen van productkosten: allocatie problematiek van de indirecte kosten, full costing versus marginal costing,. Kostencalculatie in een competitieve omgeving: prijsbeslissingen,... Investeringsbeslissingen: ARR, NPV, PP, IRR Budgetten, flexibele budgetten en standaardkosten om kosten te bewaken
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Studiemateriaal
De student beschikt over een cursus die tijdens de colleges gebruikt wordt.
Aanvullende leermiddelen
De student kan beschikken over aanbevolen literatuur.
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Schriftelijk Schriftelijk
BEDR D BEDR 7 Algemene Visie
Vroeger werden financiële problemen binnen een bedrijf behandeld door economisch opgeleide personen. Intussen bestaat het kader van een bedrijf uit mensen van diverse disciplines, zoals industrieel ingenieurs, die samen (economische) beslissingen nemen. Het is dan ook belangrijk dat ‘alle’ kaderleden notie hebben van de economische consequenties die hun beslissingen kunnen teweegbrengen. ‘Management accounting’ is een vak dat dient om financiële informatie te geven als ondersteuning in de besluitvorming van organisaties. Alle (productie)bedrijven worden geconfronteerd met problemen zoals: prijsbepaling voor hun product, al of niet sluiten van een afdeling, schaarse middelen zo optimaal mogelijk benutten. Maar daarnaast zijn ook investeringsbeslissingen en budgetafwijkingen een cruciaal probleem. Deze cursus heeft als doel de belangrijkste methodes van prijszetting aan te leren, waarbij gekeken wordt naar relevante en niet-relevante kosten. Daarnaast worden de 4 belangrijkste methodes aangeleerd om een investering te beoordelen en wordt aangeleerd hoe budgetafwijkingen moeten bestudeerd worden, om de oorzaken van de afwijkingen op te speuren en zo aan kostenbeheersing te doen binnen het bedrijf.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Hij verwerft voldoende inzicht en vaardigheid en competenties om mensgericht en taakgericht te reflecteren over zichzelf en zijn omgeving, zelfstandig nieuwe informatie te verwerven, en erover te rapporteren en te overleggen. Juridische, bedrijfseconomische inzichten worden eveneens verworven om alleen, in team of als verantwoordelijke voor een groep te kunnen functioneren om: een productiewerkplaats te kunnen beheren (als productiemanager) bij te kunnen dragen tot de verwezenlijking van maatschappelijk welzijn zowel binnen als buiten de onderneming
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Het snel en doelmatig kunnen gebruiken van informatiebronnen. Een initiatie in systeemdenken en leren om via analyse en synthese probleemoplossend te denken. De ontwikkeling van de sociale vaardigheden, effectiviteitattitudes en de managementvaardigheden.
Situering van het vak in het curriculum
Dit opleidingsonderdeel situeert zich in het laatste jaar van de opleiding. Het is noodzakelijk dat ook niet-
Instroom-Relatie met andere vakken
Van de studenten wordt eigenlijk geen bijzondere voorkennis verwacht. De relatie met andere vakken.Zoals kwaliteitszorg, logistiek, psychologie,…werd hierboven al aangehaald.
Relatie met het werkveld
Zoals al bij de Algemene visie werd aangehaald is dit vak zeer verwant met het werkveld van een kaderlid, waaronder ook industrieel ingenieurs.Er werd geopteerd om de voornaamste basismethodes m.b.t. kostprijsberekening, budgetanalyse en investeringsanalyse aan te leren die gebruikt worden in het bedrijfsleven, waarop ze later kunnen voortbouwen, indien ze in contact komen met deze materie.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Tijdens de hoorcolleges wordt gewerkt met een syllabus, waarbij bewust bepaalde dingen werden blanco gelaten om de studenten actief te laten mee werken. Op het einde van dit opleidingsonderdeel wordt de student getoetst a.d.h.v. een schriftelijk examen. Een klein deel bestaat uit multiple choice vragen, waarbij de kennis van theoretische begrippen getest worden. Voor het overige bestaat het examen uit beknopte casestudies, om na te gaan of de student over de nodige vaardigheden beschikt om de aangeleerde methodes toe te passen.
economisten, die potentiële kaderleden zijn, voldoende notie hebben van bedrijfseconomische aspecten die betrekking hebben op productie, prijszetting,… Deze cursus is volledig bedrijfseconomisch gericht. In de colleges wordt de theorie aangebracht a.d.h.v. concrete voorbeelden van beslissingssituaties. Het is de bedoeling de student in contact te brengen met verschillende aspecten van het bedrijfsleven op het gebied van management en productie-, verkoop- en aankoopbeheer, investeringen.. In die zin zijn de vakken psychologie, logistiek, kwaliteitszorg onmiddellijk gelinkt met management accounting omdat al deze facetten deel uitmaken van efficiënt productiebeheer.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
BEDRIJFSBEHEER D BEDR D/BEDR 8
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Allanta:Marc Coninckx Allanta BEDR 8 Quality Management 4ICT-4ONT 2
Doelstellingen Studenten een over- en inzicht doen verwerven op gebied van kwaliteit in organisaties. Kwaliteit gezien vanuit internationale normen met tools en technieken die in de hedendaagse industrie onmisbaar zijn geworden.
Inhoudsopgave
- Het gedachtengoed van IKZ. Waarom IKZ, wat is kwaliteit, de industriespiraal, het processchema, de leverancier klant relatie, het credo van ISHIKAWA, de goeroes : JURAN, DEMING, CROSBY, TAGUCHI. - De technieken van IKZ. Pareto-analyse, visgraatdiagram, statistische procesbeheersing, proefopzetten en variantie-analyse. - ISO-normen.
Onderwijsvorm
Ex-Cathedra: De studenten die op het examen van juni 12/20 halen krijgen een extra-attest uitgereikt door Allanta
Studiemateriaal
Cursus; Kwaliteitszorg Allanta
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Schriftelijk Schriftelijk
BEDR D BEDR 8
In ontwikkeling
Algemene Visie
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
-
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMMUNICATIE 3 COMM 3/COMM 3.1
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Tony Vandenborn Tony Vandenborn COMM3.1 Telecommunicatie 4ICT-4ONT 5
Doelstellingen
Doorheen de hele cursus moeten de studenten 'hoogfrequent leren denken': rekening houden, met de specifieke technieken, eigen aan het gebruik van steeds hogere frequenties. 1. De verschillende soorten ruis kunnen opsommen en bespreken met hun ontstaan, ernst en spectrale eigenschappen. 2. De termen signaal-ruisverhouding, ruisgetal en ruisfactor kunnen omschrijven en berekenen. 3. Van serie-, en zowel theoretische als praktische parallelkringen de eigenschappen (in het bijzonder impedantie- en faseverloop) kunnen bespreken, de betrekkingen voor Q-factor, bandbreedte, fase en impedantie kunnen afleiden. 4. De invloed kunnen bespreken en afleiden van capacitieve en resistieve belastingen, aangesloten op een aftakking van een parallelkring. Bij een bepaalde frequentie kunnen overgaan van een reactieve serie- naar een reactieve parallelschakeling en omgekeerd. 5. Vetrekkend van een y-equivalent en overeenkomstige transistorparameters een inductief gekoppelde HF-versterker kunnen becijferen, en de invloed van een belasting op met name versterking en bandbreedte grondig kunnen bespreken. 6. Het criterium van Barkhausen kunnen afleiden, en aan de hand daarvan de oscillatievoorwaarden kunnen aangeven. De basisschema's voor RC- en LC-oscillatoren kunnen tekenen en herkennen (resp. faseverschuivings- en Wienbrugoscillator; Colpitts-, Hartley- en Clapp-oscillator). 7. Het gedrag en de eigenschappen van kwartskristallen en capaciteitsdiodes, samen met hun gebruik in oscillatoren, kunnen bespreken.
8. Van amplitudemodulatie: de wiskundige vergelijking kunnen afleiden. De bandbreedte bepalen. Een gemoduleerd signaal kunnen tekenen, en er de modulatiediepte (grafisch en wiskundig) van kunnen bepalen. De verschillende vermogenverhoudingen kunnen inschatten en becijferen. Basisschema's van modulatoren en demodulatoren kunnen tekenen en bespreken. 9. Van frequentiemodulatie: de achtergrond kunnen toelichten. Het begrip 'modulatie-index' kunnen verklaren, en er de gevolgen van bespreken. Aan de hand van een tabel met Bessel-coëfficiënten, en aan de hand van de regel van Carson de bandbreedte kunnen bepalen. De eigenschappen en het verschil tussen smalband- en breedband FM kunnen bespreken, en met voorbeelden kunnen illustreren. De begrippen 'pre-' en 'de-emphasis' met hun nut kunnen bespreken. Basisschema's van modulatoren en demodulatoren kunnen tekenen en bespreken (met het accent op kwadratuurdetectie).
Inhoudsopgave
Algemeenheden-Ruis-Serie- en parallelkringen-HF-versterkers Oscilatoren-AM-modulatie-FM-modulatie-Ontvangers Enkelzijband FM-stereo Telefonie en telefonietechnieken
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Studiemateriaal
Handboek ‘Telecommunicatie 1’, cursus
Aanvullende leermiddelen
Divers did. materiaal, studiebezoek
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling mondeling
COMM 3 COMM 3.1 Algemene Visie
De impact van telecommunicatie op het dagelijkse leven en de maatschappij neemt nog steeds toe: internet en mobiele telefonie en hun directe en indirecte toepassingen zijn in een moderne samenleving van levensbelang. De gevolgen van het uitvallen ervan kunnen nauwelijks worden overschat. Binnen de sector zijn er ruime tewerkstellingsmogelijkheden.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Een opleiding in het vakgebied Elektronica is gericht op de studie van de middelen en de technieken voor de registratie (opname, omzetting en meting), de manipulatie (bewerking, opslag), de transmissie en de weergave van in elektronische vorm uitgedrukte informatie.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
De opleiding omvat onderwijs- en andere activiteiten die gericht zijn op de diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van audio-, video-, tele- & datacommunicatietechnieken, inclusief transmissie van signalen. AC2/AC4/AC7
Situering van het vak in het curriculum
Er dient enige basiskennis aanwezig te zijn i.v.m. elektronica en wiskunde. Verder wordt gewerkt met zo sterk mogelijk op de praktijk gerichte voorbeelden.
Instroom-Relatie met andere vakken
Met interne vakken zijn er niet zoveel relaties : een algemene basiscompetentie op het vlak van wiskunde en elektronica volstaat. Als er voor wiskunde dan toch iets specifieks moet worden genoemd kunnen trigoniometrie en de complexe rekenwijze worden genoemd.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De gediplomeerde kan terecht komen in een specifiek telecom-bedrijf, zoals Belgacom, Proximus, Mobistar, Base, VRT, enz. De taken die daar wachten zijn bijzonder uiteenlopend, divers, en vooral gespecialiseerd. In dit geval kan de Hogeschool om uiteenlopende redenen (er is de materiële beperking,de betrokken docent kan onmogelijk een expertise hebben die gelijk is aan die van de experts binnen die bedrijven, er is onvoldoende tijd om op elk van die terreinen diep in te gaan, de kennis evolueert sneller dan wat binnen een academiejaar kan worden bijgehouden…) niets anders doen dan een zo breed mogelijke basiskennis aanbrengen, die de gediplomeerde toelaat zich snel in te werken, en de tijd, nodig om hem/haar te scholen in de nieuwe werkomgeving, zo kort mogelijk te maken. De gediplomeerde kan ook terecht komen in een andere werkomgeving, waar hij niet rechtstreeks met een opdracht op telecom-vlak wordt belast. Toch zal het in dit geval naar mijn mening vaak gaan voorkomen, dat hem of haar om advies wordt gevraagd in verband met beslissingen op telecom-vlak : keuze van een operator, apparatuur of werkwijze. In dat geval moet de gediplomeerde beschikken over een zo breed mogelijke basis, die hem toelaat een overzicht te hebben van de beschikbare technologie. Voor de beide gevallen geldt dus dat de cursus zich m.i. moet beperken tot een zo breed mogelijke basiskennis, waarbij niet zozeer wordt gestreefd naar een kennis tot in het detail, maar eerder naar een zo breed mogelijk inzicht, en naar de samenhang tussen de diverse grootheden. Een goed voorbeeld in dit verband is de relatie tussen het debiet van een kanaal, de transmissiemogelijkheden ervan, en de prijs. Naast een fundamenteel inzicht in de materie, basis voor een begrijpen van de doorlopende evolutie en vordering op dit vlak, wordt ook belang gehecht aan andere vaardigheden: interdisciplinair samenwerken, ethische normen. De evaluatie gebeurt via een mondeling examen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMMUNICATIE 3 COMM 3/COMM 3.2
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming
Jaar/ASR
Tony Vandenborn Tony Vandenborn COMM3.2 Telecommunicatie 4ICT-4ONT
ECTS-punten
5
Doelstellingen
Doorheen de hele cursus moeten de studenten 'hoogfrequent leren denken': rekening houden, met de specifieke technieken, eigen aan het gebruik van steeds hogere frequenties. 10. Het blokschema van een rechtuit- en een superheterodyne ontvanger kunnen tekenen en bespreken. Een cijfervoorbeeld kunnen geven. Kunnen bespreken: de gelijkloop, en de nadelen. De keuze van de middenfrequentie kunnen toelichten. 11. De voor- en nadelen van enkelzijbandmodulatie kunnen bespreken. Gebalanceerde modulatoren: schema kunnen tekenen, en werking verklaren. Van de filtermethode: het blokschema kunnen tekenen; de vereiste filters kunnen bespreken, en het omschakelen van zijband en dragerfrequentie. Van de fasemethode: de wiskundige afleiding kunnen geven, en het blokschema. Beide methodes met elkaar vergelijken. Ontvangers voor SSB. 12. FM-stereo: het ontstaan, het stereo-effect en de opwekking van de basisband volgens het ZEnithsysteem kunnen bespreken en tekenen. Van zowel coder als decoder het blokschema kunnen tekenen en de werking verklaren. De volgende begrippen kunnen bespreken en toelichten: RDS, SCA en ARI. 13. De verschillende functies van een telefoontoestel kunnen bespreken en toelichten. De structuur van het openbare Belgische telefoonnet in grote lijnen kunnen tekenen en bespreken. Volgende begrippen kunnen verklaren en toelichten: lijncircuit, lokale lijn, trunking, DTMF, Erlang-metingen, een hybrid-schakeling. 14. De mux-transmissietechnieken kunnen bespreken en toelichten: FDM en TDM. Van beide enkele voorbeelden kunnen geven. Het ontstaan van quantisatieruis kunnen bespreken, en het verband aantonen tussen deze ruis en het ADC-algoritme. 15. Het verschil tussen kabels en lijnen kunnen bespreken, en de voornaamste eigenschappen van kabels. Het impedantie- en frequentieverloop en de verzwakking van kabels kunnen bespreken, verklaren en tekenen. Het begrip laden en de invloed ervan op deze parameters kunnen toelichten en tekenen. 16. Het ontstaan en de achtergrond van ISDN en ADSL kunnen bespreken, samen met de begrippen DID en MSN, hun mogelijkheden en beperkingen. 17. De structuur van DECT-, GSM- en UMTS-netwerken kunnen tekenen. Een blokschema kunnen tekenen en verklaren van deze netwerken, en de gebruikte modulatietechnieken kunnen uiteenzetten.
Inhoudsopgave
Algemeenheden Ruis Serie- en parallelkringen-HF-versterkers-Oscilatoren-AM-modulatie FM-modulatie-Ontvangers-Enkelzijband FM-stereo Telefonie en telefonietechnieken
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Studiemateriaal
Handboek ‘Telecommunicatie 1’, cursus
Aanvullende leermiddelen
Divers did. materiaal, studiebezoek
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling mondeling
COMM 3 COMM 3.2 Algemene Visie
De impact van telecommunicatie op het dagelijkse leven en de maatschappij neemt nog steeds toe: internet en mobiele telefonie en hun directe en indirecte toepassingen zijn in een moderne samenleving van levensbelang. De gevolgen van het uitvallen ervan kunnen nauwelijks worden overschat. Binnen de sector zijn er ruime tewerkstellingsmogelijkheden.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Een opleiding in het vakgebied Elektronica is gericht op de studie van de middelen en de technieken voor de registratie (opname, omzetting en meting), de manipulatie (bewerking, opslag), de transmissie en de weergave van in elektronische vorm uitgedrukte informatie.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
De opleiding omvat onderwijs- en andere activiteiten die gericht zijn op de diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van audio-, video-, tele- & datacommunicatietechnieken, inclusief transmissie van signalen. AC2/AC4/AC7
Situering van het vak in het curriculum
Er dient enige basiskennis aanwezig te zijn i.v.m. elektronica en wiskunde. Verder wordt gewerkt met zo sterk mogelijk op de praktijk gerichte voorbeelden.
Instroom-Relatie met andere vakken
Met interne vakken zijn er niet zoveel relaties : een algemene basiscompetentie op het vlak van wiskunde en elektronica volstaat. Als er voor wiskunde dan toch iets specifieks moet worden genoemd kunnen trigoniometrie en de complexe rekenwijze worden genoemd.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De gediplomeerde kan terecht komen in een specifiek telecom-bedrijf, zoals Belgacom, Proximus, Mobistar, Base, VRT, enz. De taken die daar wachten zijn bijzonder uiteenlopend, divers, en vooral gespecialiseerd. In dit geval kan de Hogeschool om uiteenlopende redenen (er is de materiële beperking,de betrokken docent kan onmogelijk een expertise hebben die gelijk is aan die van de experts binnen die bedrijven, er is onvoldoende tijd om op elk van die terreinen diep in te gaan, de kennis evolueert sneller dan wat binnen een academiejaar kan worden bijgehouden…) niets anders doen dan een zo breed mogelijke basiskennis aanbrengen, die de gediplomeerde toelaat zich snel in te werken, en de tijd, nodig om hem/haar te scholen in de nieuwe werkomgeving, zo kort mogelijk te maken. De gediplomeerde kan ook terecht komen in een andere werkomgeving, waar hij niet rechtstreeks met een opdracht op telecom-vlak wordt belast. Toch zal het in dit geval naar mijn mening vaak gaan voorkomen, dat hem of haar om advies wordt gevraagd in verband met beslissingen op telecom-vlak : keuze van een operator, apparatuur of werkwijze. In dat geval moet de gediplomeerde beschikken over een zo breed mogelijke basis, die hem toelaat een overzicht te hebben van de beschikbare technologie. Voor de beide gevallen geldt dus dat de cursus zich m.i. moet beperken tot een zo breed mogelijke basiskennis, waarbij niet zozeer wordt gestreefd naar een kennis tot in het detail, maar eerder naar een zo breed mogelijk inzicht, en naar de samenhang tussen de diverse grootheden. Een goed voorbeeld in dit verband is de relatie tussen het debiet van een kanaal, de transmissiemogelijkheden ervan, en de prijs. Naast een fundamenteel inzicht in de materie, basis voor een begrijpen van de doorlopende evolutie en vordering op dit vlak, wordt ook belang gehecht aan andere vaardigheden: interdisciplinair samenwerken, ethische normen. De evaluatie gebeurt via een mondeling examen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN D CSYS D/CSYS 5
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Paul Valckenaers (VaPa) Paul Valckenaers (VaPa) CSYS 5 Computersystemen 5 4ICT-4ONT 4 - Dit vak richt zich tot studenten die een programma in Java kunnen schrijven en dus programming-in-the-small beheersen. - Dit vak is een capita selecta waarin de studenten enerzijds onderliggende technologie leren die voor ICT van belang is (garbage collection, compiler technologie) en anderzijds inzichten verwerven in materie die in het latere beroepsleven gevaarlijke valstrikken (pitfalls) inhoudt (deadlock, numerieke programmatuur). Zie inhoud voor de specifieke onderwerpen die aan bod komen. AC10/AC11/AC12/AWC10 - De student herkent de valstrikken in concrete situaties en kan ze beredeneren. De student herkent situatie waarin valstrikken aanwezig kunnen zijn en kan de eerste stappen ondernemen om de effectieve aanwezigheid na te gaan of te voorkomen. De student kan de onderliggende technologieën beschrijven en de mechanismen daarin toelichten en/of toepassen. De student kan implicaties daarvan inschatten in concrete situaties. AC10/AC11/AC12/AWC10 - De student herkent elementaire valstrikken. De student bespreekt fundamentele begrippen (zoals de numerieke conditie van een probleem) en illustreert die met concrete voorbeelden (zoals de berekening van de beweging van een omgekeerde slinger). De student beschrijft de onderliggende technologie en beredeneert de toepassing ervan. De student lost elementaire oefeningen op i.v.m. de behandelde technologieën. AC10/AC11/AC12/AWC10 - Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, “open boek”.
Doelstellingen
Inhoudsopgave
-
OO ontwerp (Essential models, ‘builds’, ...) Ontwerppatronen. Programmeren van gedistribueerde applicaties. Beginselen van numerieke programmatuur. Complexiteit van algoritmes, correctheidsbewijzen. Memory management / garbage collection. De impact van computerarchitectuur en zijn evolutie. Introductie tot compilertechnologie.
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
Eigen tekst en transparanten. De recentste versie is beschikbaar in elektronische vorm op www.khlim.be/~pvalcken
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
CSYS D CSYS 5 Algemene Visie
Dit vak leert de studenten enerzijds onderliggende technologie die voor ICT van belang is (garbage collection, compiler technologie) en anderzijds inzichten in materie die in het latere beroepsleven gevaarlijke valstrikken inhoudt (deadlocks, numerieke programmatuur). Het is een selectie van onderwerpen en kennis die moeilijk door zelfstudie en praktijkervaring kan verworven worden (of slechts ten koste van veel leergeld).
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak geeft diepgang aan de polyvalente ICT opleiding. Het zorgt dat de student zelfstandig basisopdrachten in het domein kan uitvoeren met diepgaand inzicht en kennis van de gevaarlijkste valstrikken.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak draagt bij tot diepgaande kennis met aandacht voor theorie en praktijk van software en computersystemen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak heeft geen instroomrelatie met ander opleidingsonderdelen. Het heeft wel erg nuttige kennis bijgedragen aan eindwerken (en zal dit in de toekomst ook doen).
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak bouwt voort op INF 2. De studenten beheersen ‘programming in the small’ en hebben een algemene basiskennis van computersystemen.
Relatie met het werkveld
Aangezien dit vak diepgang bijbrengt is de technische evolutie relatief langzaam. Basisprincipes veranderen langzaam en nieuwe principes ontstaan weinig frequent. Toch moet de technologische evolutie opgevolgd worden (bvb. real-time garbage collection).
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding), open boek.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN D CSYS D/INF 7
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Gijbels J. (GJ) Gijbels J. (GJ) INF7 Informatica 7 4ICT-4ONT 2
Doelstellingen
Op basis van concrete problemen uit de procescontrole en –automatisatie moet de student in staat zijn om: - het probleem te ontleden in zijn deelfacetten (analyse); - vanuit deze analyse over kunnen gaan tot een keuze van de verschillende componenten; - uiteindelijk overgaan tot de implementatie en het testen. Hierbij komen de volgende deelfacetten aan bod: - µP - operating systemen of debug monitoren - interfacing - programmatuur. -
Inhoudsopgave
-
Onderwijsvorm
Hoorcollege en labozittingen
Studiemateriaal
Cursusnota’s
µP archtitectuur: . cache . superscalar . superpipelined . bussystemen - implementaties van de verschillende µP –architecturen in . microprocessoren microcontrollers DSP’s - toepassingen op basis van de 68HC11 microcontroller en de MC 68000 microcontroller.
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Mondeling met schriftelijke voorbereiding. Lab: permanente evaluatie + mondeling examen na schriftelijke voorbereiding. Lab 2de zittijd: mondeling na schriftelijke voorbereiding.
CSYS D INF 7 Algemene Visie
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken
Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
In ontwikkeling
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN D CSYS D/INF8
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Leo Rutten (RL) Leo Rutten (RL) INF8 Gedistribueerde Informatiesystemen 4ICT 5 De student kan weergeven welke modellen momenteel gangbaar zijn bij het ontwerpen van informatiebeheerstoepassingen (AC1, AC12, AWC1). De student kan de werking van de verschillende modellen verklaren (AC1, AC2). De student kan tevens afwegen wanneer elk model toegepast kan worden (AC1, AC12, AC13, AWC1). De student is in staat om uitgaande van bestaande programmavoorbeelden een analyse te maken van een nieuwe toepassing (AC1, AC2, AC10, AC11, AWC4, BC2, BC4) en kan deze analyse omzetten in een werkende toepassing (AC1, AC2, AC10, AC11, AWC4, BC2, BC4).
Doelstellingen
Inhoudsopgave
•
Databanken Relationele databank • SQL, gegevensanalyse, normalistatie, JDBC • OO Databanken • Zuivere OO databanken, db4o database, Object mappers(Hibernate) Architecturen • Webserver + CGI, servlets, Tomcat • XML Architectuur • DTD, XML Schema, XML data, coderingen, XSL • Cocoon: XML engine als servlet • Meerdere lagen in architectuur • socket interface • RMI • XSP: XML met ingebedde Java, Flowscript • J2EE versus lichtgewicht containers (Spring) Praktijkvoorbeeld • Voorstelling lokaalbezetting met Linux, XML, XSP, XSL en db4o Niet alle thema's worden met dezelfde diepgang behandeld. In de oefeningen komt een beperkt deel van de onderwerpen aan bod. •
•
•
Onderwijsvorm
hoorcollege, labo
Studiemateriaal
Cursus zie http://www.khlim.be/~lrutten/cursussen/inf8/
Aanvullende leermiddelen
De Linux Slackware distributie
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling examen mondeling examen
CSYS D INF 8 Algemene Visie
In dit vak worden technieken aangeleerd voor zwaardere webapplicaties. Dit vakgebied is redelijk groot en daarom moet er een selectie gemaakt worden: alle aangeleerde paradigma's zijn gebaseerd op Linux, XML en Java. Er worden alleen maar open source tools gebruikt. De belangrijkste tools zijn Tomcat en Cocoon. Deze laatste is een XML applicatieserver die als een Java servlet in Tomcat draait. Cocoon is eind jaren 90 gestart als tool voor het beheren van de documentatie van de Apache projecten en is ook al zo lang in gebruik in dit vak. Cocoon resulteerde in de doctoraatsthesis van Stefano Mazocchi.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum
Met dit vak wordt de eindfaze bereikt van het informaricaonderwijs in deze opleiding. De student heeft met dit vak voldoende houvast om in de toekomst het informaticavakgebied te kunnen volgen.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak is afhankelijk van het merendeel van de informaticavakken eerder in de opleiding.
Relatie met het werkveld
Open source staat sterk in de wereld van webservers en webapplicaties. Daarom wordt getracht om in dit vak een aantal net-vanzelfsprekende thema's aan te bieden met behulp van open source.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN D CSYS D/ONT 9
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Leo Rutten (RL) Leo Rutten (RL) ONT9 Serverontwerp 4ICT 4
Doelstellingen
De student is in staat om Linux op een PC te installeren en zelf te beheren (AC1, AC2, AC10, AC11, AWC4, BC2, BC3, BC4). De student kan met behulp van LVM2 en RAID de schijftoegang optimaliseren (AC1, AC2, AC10, AC11, AWC4, BC2, BC3, BC4). De student installeert en configureert een op LDAP directory systeem (AC1, AC2, AC10, AC11, AC12, AWC4, BC2, BC3, BC4) De student demonstreert de aanmelding via LDAP (AC13) Door middel van een individuele opdracht installeert en configureert de student een bepaalde dienst. De werking ervan wordt gedemonstreerd en gerapporteerd (AC1, AC2, AC10, AC11, AC12, AC13, AWC4, BC2, BC3, BC4).
Inhoudsopgave
• • • • • • • • •
Linux beheer: Slackware en Gentoo Schijfbeheer: LVM2 en RAID Netwerken: VPN Filesystemen: NFS en clustering filesystems Schijfbeheer: LVM2 en RAID Inbraakbeveiliging: Snort Directoryserver: LDAP Authenticatieserver: Kerberos Mailserver: Postfix
Onderwijsvorm
labo
Studiemateriaal
Cursus zie http://www.khlim.be/~lrutten/cursussen/ont9/
Aanvullende leermiddelen
De Linux Slackware distributie
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
De student voert een onderzoeksopdracht uit waarop hij beoordeeld wordt. De student voert een extra onderzoeksopdracht uit waarop hij beoordeeld wordt.
CSYS D ONT 9 Algemene Visie
In dit vak beheert de student zijn eigen server en worden een aantal diensten geinstalleerd en geconfigureerd. Het is georienteerd naar het beheer van complexe netwerken. Er wordt niet geprogrammeerd. Zoals in andere vakken wordt ook hier Linux gebruikt. Het gebruik van Linux heeft verschillende voordelen: er is veel documentatie op het Internet beschikbaar en vele projecten in de Linux wereld hebben een academische oorsprong. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat alle gebruikte software open source is. De student werkt achtereen volgens een aantal opdrachten af. De laatste opdracht is een individuele opdracht waarop de student beoordeeld wordt.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum
Instroom-Relatie met andere vakken
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Dit vak geeft de student het inzicht en vaardigheid op een server te beheren. Dit is een essentieel onderdeel van de taak van een netwerkbeheerder. Het vak is eigenlijk een combinatie van datacommunicatie en besturingssystemen. Dit vak mag beschouwd worden als de voortzetting van COMM1/COMM2 datacommunicatie en INF5 besturingssystemen. Open source staat sterk in de wereld van webservers en webapplicaties. Veel van deze servers draaien op Linux of andere van Unix afgeleide besturingssystemen. Daarom is het voor de studenten een pluspunt om een opleiding te doorlopen waar dit type besturingssysteem centraal staat.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN E CSYS E /CSYS 5
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Paul Valckenaers (VaPa) Paul Valckenaers (VaPa) CSYS 5 Computersystemen 5 4ICT-4ONT 4 - Dit vak richt zich tot studenten die een programma in Java kunnen schrijven en dus programming-in-the-small beheersen. - Dit vak is een capita selecta waarin de studenten enerzijds onderliggende technologie leren die voor ICT van belang is (garbage collection, compiler technologie) en anderzijds inzichten verwerven in materie die in het latere beroepsleven gevaarlijke valstrikken (pitfalls) inhoudt (deadlock, numerieke programmatuur). Zie inhoud voor de specifieke onderwerpen die aan bod komen. AC10/AC11/AC12/AWC10 - De student herkent de valstrikken in concrete situaties en kan ze beredeneren. De student herkent situatie waarin valstrikken aanwezig kunnen zijn en kan de eerste stappen ondernemen om de effectieve aanwezigheid na te gaan of te voorkomen. De student kan de onderliggende technologieën beschrijven en de mechanismen daarin toelichten en/of toepassen. De student kan implicaties daarvan inschatten in concrete situaties. AC10/AC11/AC12/AWC10 - De student herkent elementaire valstrikken. De student bespreekt fundamentele begrippen (zoals de numerieke conditie van een probleem) en illustreert die met concrete voorbeelden (zoals de berekening van de beweging van een omgekeerde slinger). De student beschrijft de onderliggende technologie en beredeneert de toepassing ervan. De student lost elementaire oefeningen op i.v.m. de behandelde technologieën. AC10/AC11/AC12/AWC10 - Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, “open boek”.
Doelstellingen
Inhoudsopgave
-
OO ontwerp (Essential models, ‘builds’, ...) Ontwerppatronen. Programmeren van gedistribueerde applicaties. Beginselen van numerieke programmatuur. Complexiteit van algoritmes, correctheidsbewijzen. Memory management / garbage collection. De impact van computerarchitectuur en zijn evolutie. Introductie tot compilertechnologie.
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
Eigen tekst en transparanten. De recentste versie is beschikbaar in elektronische vorm op www.khlim.be/~pvalcken
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
CSYS E CSYS 5 Algemene Visie
Dit vak leert de studenten enerzijds onderliggende technologie die voor ICT van belang is (garbage collection, compiler technologie) en anderzijds inzichten in materie die in het latere beroepsleven gevaarlijke valstrikken inhoudt (deadlocks, numerieke programmatuur). Het is een selectie van onderwerpen en kennis die moeilijk door zelfstudie en praktijkervaring kan verworven worden (of slechts ten koste van veel leergeld).
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak geeft diepgang aan de polyvalente ICT opleiding. Het zorgt dat de student zelfstandig basisopdrachten in het domein kan uitvoeren met diepgaand inzicht en kennis van de gevaarlijkste valstrikken.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak draagt bij tot diepgaande kennis met aandacht voor theorie en praktijk van software en computersystemen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak heeft geen instroomrelatie met ander opleidingsonderdelen. Het heeft wel erg nuttige kennis bijgedragen aan eindwerken (en zal dit in de toekomst ook doen).
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak bouwt voort op INF 2. De studenten beheersen ‘programming in the small’ en hebben een algemene basiskennis van computersystemen.
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Aangezien dit vak diepgang bijbrengt is de technische evolutie relatief langzaam. Basisprincipes veranderen langzaam en nieuwe principes ontstaan weinig frequent. Toch moet de technologische evolutie opgevolgd worden (bvb. real-time garbage collection). Mondeling examen (met schriftelijke voorbereiding), open boek.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/deelvak
COMPUTERSYSTEMEN E CSYS E/INF 6
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Leo Rutten (RL) Leo Rutten (RL) INF6 Real-time programmeertechnieken in C 4ONT 2
Doelstellingen
• • •
•
De student kan verklaren waarom real-time besturingssystemen noodzakelijk zijn (AC1, AC10, AC12). De student kan verklaren waarom er aanpassingen aan Linux nodig zijn om hard real-time problemen te kunnen oplossen (AC1, AC10, AC12). De student kan eenvoudige problemen splitsen in een real-time en een niet-real-time gedeelte (AC1, AC2, AC10, AC11, AC12, AWC4, BC2, BC4). De student kan het real-time gedeelte van het probleem oplossen in real-time Linux (AC1, AC2, AC10, AC11, AC12, AWC4, BC2, BC4).
Inhoudsopgave
Problematiek RT versus niet-RT besturingssystemen Real-time Linux architectuur Communicatie Linux met real-time Linux Praktijkvoorbeelden real-time Linux op single board PC's
Onderwijsvorm
hoorcollege, labo
Studiemateriaal
Cursus zie http://www.khlim.be/~lrutten/cursussen/inf6/
Aanvullende leermiddelen
De Linux Slackware distributie met Xenomai aanpassing
Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling examen mondeling examen
CSYS E INF 6 Algemene Visie
Dit vak leert de studenten denken over real-time problemen Dit vak is nog software maar ligt dicht bij de hardware. De studenten maken een aansturing van allerlei soorten hardware met behulp van real-time Linux. De gebruikte implementatie is RTAI. Dit is een onderzoeksproject afkomstig van de technische universiteit van Milaan.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Dit is een software vak voor studenten die zich in de toekomst hoofdzakelijk zullen bezig houden met hardware-ontwikkeling. Voor dit vak heeft de student zijn voorkennis C en Linux uit andere vakken nodig.
Zoals bij een aantal andere vakken is er voor dit vak opnieuw geopteerd voor open source software. De voordelen zijn duidelijk: de academische herkomst en de openheid vergemakkelijken het leerproces. Ook in de industrie worden deze eigenschappen geapprecieerd; meer en meer wordt Linux toegepast in ingebedde toepassingen.
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
COMPUTERSYSTEMEN E CSYS E/INF 7
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Gijbels J. (GJ) Gijbels J. (GJ) INF7 Informatica 7 4ICT-4ONT 2
Doelstellingen
Op basis van concrete problemen uit de procescontrole en –automatisatie moet de student in staat zijn om: - het probleem te ontleden in zijn deelfacetten (analyse); - vanuit deze analyse over kunnen gaan tot een keuze van de verschillende componenten; - uiteindelijk overgaan tot de implementatie en het testen. Hierbij komen de volgende deelfacetten aan bod: - µP - operating systemen of debug monitoren - interfacing - programmatuur. -
Inhoudsopgave
-
Onderwijsvorm
Hoorcollege en labozittingen
Studiemateriaal
Cursusnota’s
µP archtitectuur: . cache . superscalar . superpipelined . bussystemen - implementaties van de verschillende µP –architecturen in . microprocessoren microcontrollers DSP’s - toepassingen op basis van de 68HC11 microcontroller en de MC 68000 microcontroller.
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Mondeling met schriftelijke voorbereiding. Lab: permanente evaluatie + mondeling examen na schriftelijke voorbereiding. Lab 2de zittijd: mondeling na schriftelijke voorbereiding.
CSYS E INF 7 Algemene Visie
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen Situering van het vak in het curriculum Instroom-Relatie met andere vakken
Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
In ontwikkeling
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
DIGITALE SYSTEMEN 6 DIG 6 /DIG 6
Titularis Docenten
Jan Genoe Jan Genoe
Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
DIG6 Gevorderde Digitale technieken 4ICT 4
Doelstellingen
De studenten moeten de verschillende concepten en ontwerptechnieken van digitale systemen begrijpen (AC10 en AC12) en kunnen gebruiken (AC11 en AC 12) waardoor ze een digitaal ontwerp kunnen verbeteren (BC2) en optimaliseren (BC4).
Inhoudsopgave
o o
o o o o o o o o o o
VHDL test benches PCI kaart implementatie o PCI introductie o PCI signalen en timing o PCI configuratie o PCI ontwikkelplatformen o PCI-X implementatie o AGP kaart implementatie PCB layout regels voor Hoogfrequente digitale circuits en voor EMC compatibiliteit Selectie van connectors Transmissielijnen Klok circuits op PCB Ontkoppeling op PCB Interconnects en I/O Optimalisatie van FSM Frequentie synthese en phase detectoren voor digitale PLL Retiming Digitale interface protocols
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~jgenoe
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
DIG 6 DIG 6 Algemene Visie
Het doel van deze cursus is een aantal aanvullende technieken en echte voorbeelden aan te reiken om de kennis en de ervaring van de studenten te verruimen in het domein van het ontwerp van hoogfrequente digitale systemen. Deze master-cursus is derhalve opgevat als een capita selecta die de basiskennis van de bachelor-opleiding verruimt en verstevigd.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de algemene doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van specifieke kennis en vaardigheden om als ingenieur te functioneren in het vakgebied Elektronica.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de domeinspecifieke doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van theoretisch onderbouwde, toepassingsgerichte kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van de digitale elektronische technologie.
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak bouwt verder op de basiskennis van de andere vakken digitale elektronica van het curriculum. Deze verruiming van de kennis geeft meer achtergrond aan de toekomstige ingenieur.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak sluit aan bij concepten gezien in het opleidingsonderdeel “digitale technieken C”
Relatie met het werkveld
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De bredere achtergrondkennis die in dit vak geboden wordt, verruimt de horizon van de toekomstig ingenieur en maakt deze ingenieur derhalve beter inzetbaar in het werkveld. Zie onder doelstellingen
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
DIGITALE SYSTEMEN E DIG E /DIG 7
Titularis Docenten
Jan Genoe Jan Genoe
Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
DIG 7 Gevorderde Digitale technieken 4ONT 4
Doelstellingen
De studenten moeten de verschillende concepten en ontwerptechnieken van digitale systemen begrijpen (AC10 en AC12) en kunnen gebruiken (AC11 en AC 12) waardoor ze een digitaal ontwerp kunnen verbeteren (BC2) en optimaliseren (BC4).
Inhoudsopgave
VHDL test benches PCI kaart implementatie PCI introductie PCI signalen en timing PCI configuratie PCI ontwikkelplatformen PCI-X implementatie AGP kaart implementatie PCB layout regels voor Hoogfrequente digitale circuits en voor EMC compatibiliteit Selectie van connectors -Transmissielijnen Klok circuits op PCB Ontkoppeling op PCB Interconnects en I/O -Optimalisatie van FSM Frequentie synthese en phase detectoren voor digitale PLL -Retiming Digitale interface protocols
Onderwijsvorm
hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~jgenoe
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
DIG E DIG 7 Algemene Visie
Het doel van deze cursus is een aantal aanvullende technieken en echte voorbeelden aan te reiken om de kennis en de ervaring van de studenten te verruimen in het domein van het ontwerp van hoogfrequente digitale systemen. Deze master-cursus is derhalve opgevat als een capita selecta die de basiskennis van de bachelor-opleiding verruimt en verstevigd.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de algemene doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van specifieke kennis en vaardigheden om als ingenieur te functioneren in het vakgebied Elektronica.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Dit vak sluit aan bij de domeinspecifieke doelstelling vorming te verzekeren onder de vorm van diepgaande kennis, met aandacht voor theorie en praktijk van de digitale elektronische technologie
Situering van het vak in het curriculum
Dit vak bouwt verder op de basiskennis van de andere vakken digitale elektronica van het curriculum. Deze verruiming van de kennis geeft meer achtergrond aan de toekomstige ingenieur.
Instroom-Relatie met andere vakken
Dit vak sluit aan bij concepten gezien in het opleidingsonderdeel “digitale technieken C”
Relatie met het werkveld
De bredere achtergrondkennis die in dit vak geboden wordt, verruimt de horizon van de toekomstig ingenieur en maakt deze ingenieur derhalve beter inzetbaar in het werkveld.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
Zie onder doelstellingen
OPLEIDINGSONDERDEEL O.O. Code/Deelvak
DIGITALE SYSTEMEN E DIG E /VLSI 1
Titularis Docenten Vakcode Vakbenaming Jaar/ASR ECTS-punten
Jan Genoe / Nele Mentens Nele Mentens VLSI 1 VLSI 1 4ONT 6
Doelstellingen
-
-
-
-
uitleggen hoe een chipontwerp met standaardcellen gebeurt en de verschillende place & route methodes uitleggen AC2-een CMOS schakeling omzetten naar een dynamische CMOS schakeling, rekening houdend met de regels voor cascadeschakelingen AC1/AC2/AC4 de voor- en nadelen en problemen bij dynamische CMOS schakelingen uitleggen AC2 de werking en de voor- en nadelen van de volgende datapad operatoren uitleggen: ripple-carry, carry-lookahead, carry-select, conditionele som, ripple-carry, carry-save, booth, Wallace tree, pariteitsgenerator, comparator, zero/one detector AC2/AWC13-een compacte lay-out van een schakeling tekenen met behulp van Euler paden AC1/AC2/AC4 uitleggen welke soort verbindingen er op een IC kunnen gemaakt worden en de eigenschappen van deze verbindingen geven AC2-de voor- en nadelen en de problemen/oplossingen bij biCMOS schakelingen uitleggen AC2-een basispoort in CMOS omzetten naar biCMOS AC1/AC2/AC4-uitleggen wat stuck-at-1 en stuck-at-0 fouten zijn AC2 de Booleaanse afgeleide van een combinatorische schakeling berekenen en gebruiken voor het vinden van de testpatronen die nodig zijn om alle stuck-at fouten te testen AC1/AC2/AC4 het verschil tussen controleerbaarheid en observeerbaarheid uitleggen, de verschillende vormen opsommen en toepassen in digitale schakelingen AC1/AC2/AC4 het D-algoritme gebruiken om een stuck-at fout op een bepaalde plaats in een combinatorische schakeling te ontdekken AC1/AC2/AC4 de volgende test methodes uitleggen: scan-pad technieken, partial scan, parallelle scan, built-in self test, memory self test, JTAG AC2/AWC13 de architectuur van een SRAM geheugen tekenen en uitleggen hoe een SRAM geheugen verbeterd kan worden AC2-de architectuur van een DRAM geheugen tekenen en uitleggen hoe een DRAM geheugen verbeterd kan worden AC2-uitleggen wat een CAM geheugen is en een CAM geheugen cel tekenen AC2-uitleggen hoe de klasse B output buffer voor een flat panel display kolom aansturing werkt AC1/AC2/AC3/AWC3-uitleggen hoe een sample & hold circuit voor een flat panel display kolom aansturing werkt AC1/AC2/AC3/AWC3-de verschillende mogelijkheden voor snelle D-flipflops geven AC2-ontwerptechnieken voor laag-vermogen digitale schakelingen uitleggen AC2-een simpele micro-processor en instructieset ontwerpen A
Inhoudsopgave
VLSI inleiding-Ontwerp met standaardcellen-Dynamische CMOS schakelingen Datapad operatorenComplexe cel lay-out met Euler paden Verbindingen op IC BiCMOS schakelingen CMOS testmethodes Geheug op IC Case study 1: Klasse B output buffer voor een flat panel display kolom aansturing en Sample and hold circuit voor een flat panel display kolom aanstur Case study 2: D-flip-flops en latches in snelle hardware Case study 3: Ontwerptechnieken voor laag-vermogen digitale systemen Case study 4: Ontwerp van micro-processoren
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Studiemateriaal
cursus on-line op www.khlim.be/~nmentens: “4II ONT VLSI 1: Ontwerptechnieken en –methodes voor VLSI ontwerp ” “4II ONT VLSI 2: Case studies” lesnota’s
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) mondeling met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek)
DIG E VLSI 1 Algemene Visie
Doordat de ontwikkeling van chips een sterke groei kent, is het belangrijk om de technieken die gebruikt worden bij het ontwerpen van vooral digitale chips uit de doeken te doen. Met behulp van enkele case studies aan de hand van journal papers worden de studenten op de hoogte gehouden van de belangrijkste ontwikkelingen, maar leren ze ook hoe ze een paper kritisch kunnen lezen en er nuttige informatie uit extraheren.
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellingen
De studenten wordt gevraagd om te redeneren over reeds vergaarde kennis en deze kennis te gebruiken om nieuwe, complexere technieken te begrijpen.
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
Er wordt vorming verzekerd die aan de basis ligt van het opbouwen en analyseren van verschillende industriële toepassingen en industriële systemen.
Situering van het vak in het curriculum
De voorkennis van de leerlingen bij de start van dit vak is digitale en analoge basiselektronica, samen met het vervolg op de basiselektronica, handelend over componenten zoals OPAMPs, maar ook over transistorconfiguraties. Dit vak gaat vooral over de technieken die gebruikt worden voor het ontwerpen van digitale chips.
Instroom-Relatie met andere vakken
In het vak DIG4 worden de verschillende soorten geheugens besproken. In VLSI worden de verschillende soorten RAM-geheugens meer in detail bekeken. In de vakken DIG4 en DIG5 wordt de hardware-beschrijvingstaal VHDL aangeleerd en ingeoefend. Deze vaardigheden worden toegepast in het vak VLSI, waar de studenten leren welke stappen moeten doorlopen worden om een chip te ontwerpen. Een belangrijk onderdeel van digitaal chipontwerp in VHDL. In het vak ANEL4 raken de studenten vertrouwd met de lay-out stap in een analoog ontwerp. Het lay-outen van een analoog ontwerp wordt in het vak VLSI toegepast op een groter ontwerp. De basis voor alle onderwerpen die in het VLSI worden besproken, zijn de vakken DIG en ANEL in de kandidaturen. Hier worden immers de basisbegrippen uit de digitale en de analoge elektronica aangeleerd, deze zijn nodig bij het ontwerpen van zowel digitale als analoge chips.
Relatie met het werkveld Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De studenten leren technieken die nodig zijn voor het ontwerpen van digitale chips. Bij het evalueren van de studenten zal de aandacht vooral gericht zijn op het toepassen van de aangeleerde technieken.
OPLEIDINGSONDERDEEL VLSI VLSI/VLSI Lab 2 O.O. Code/Deelvak Titularis Docenten
Peter Slaets Peter Slaets
Vakcode Optie Studiepunten
VLSI LAB-2 MA-ELO ONT 1.5
Doelstellingen
In dit lab moet de student leren basisbouwblokken van analoge ICs te ontwerpen. Een tweede doel van dit lab is het leren testen van een groot digitaal ontwerp. (AC10, AC11, BC1, BC2)
Inhoudsopgave
Elke student ontvangt een ander transistorschema van een analoge geïntegreerde schakeling, tezamen met de gegevens van een IC technologie. Op basis van een theoretische analyse en SPICE simulatie van dat schema, dient een chip lay-out van dat circuit ontworpen te worden. Na de lay-out volgt een extract en het circuit wordt nog eens, post-lay-out gesimuleerd. Deze resultaten worden weergegeven in een verslag. Bovendien worden er gedurende dit lab ook testen uitgevoerd op het digitale design dat ontworpen werd in semester 1 van dit lab.
Onderwijsvorm
Lab
Studiemateriaal
cursus on-line op http://www.khlim.be/~pslaets
Aanvullende leermiddelen Examenvorm 1ste zittijd 2de zittijd
Permanente evaluatie Mondelinge toelichting bij het verslag van een nieuwe designoefening
VLSI 2 VLS LAB-2 Algemene Visie
Waar in het eerste deel van het VLSI labo (sem1) de voornaamste focus lag op het ontwikkelen in teamverband van een groot digitaal systeem op chip, wordt in het tweede gedeelte van het VLSI labo vooral aandacht besteed aan het ontwerp en design van een “klein” analoog bouwblok in een geïntegreerde schakeling. Hiervoor is niet meer het omvattende systeemdenken nodig, zoals voor de grote digitale schakelingen in SEM1, maar de moeilijkheid van een analoog ontwerp ligt hem in de vele vrijheidsgraden derhalve ook het ontbreken van rechttoe-rechtaan methode om tot een oplossing te komen overeenstemmende met de eisen aan het ontwerp. Het leren maken van keuzes, zoals “zal ik hier, op deze knoop in mijn ontwerp, de transconductantie vergroten om een hogere versterking te bekomen, of doe dat beter niet, om mijn stroomverbruik te beperken?” speelt een essentiële rol bij dit ontwerp (AC10, BC2). Elk ontwerp is anders en een intuïtief leren omgaan met keuzes, zelf stap voor stap een weg te vinden naar een goed analoog ontwerp en design (eventueel na een aantal omwegen geprobeerd te hebben) zonder het gevoel te hebben te verdwalen in de enorm grote parameterruimte, is dus de voornaamste focus van dit labo (AC11,BC1,)
Relatie Algemene Opleidingsdoelstellinge
1: inzicht en vaardigheid om zelfstandig technische problemen op te lossen 3.2: belangrijke technische basiskennis 3.3: beredeneerde kennis 4.1: respect voor labo-materiaal en orde 4.2: nauwkeurigheid, attitude 5.1: a-d Aanleren vaardigheden
Relatie met de Domeinspecifieke doelstellingen dus Opleidingsdoelstellingen
-De praktisch vaardigheid aanleren waarmee de student in staat is om te gaan met de vele vrijheidsgraden en het maken van gefundeerde keuzes op een zelfstandige basis. -Het ontwikkelen van een probleemoplossend redeneervermogen en aangepaste attitude die inzichten en vaardigheden verschaffen die noodzakelijk zijn om zelfstandig een technisch probleem op te lossen.
Situering van het vak in het curriculum
Dit labo omvat het ontwerpen van een 'kleine' analoge bouwblok en alle ontwerpkeuzes of ontwerpproblemen die hiermee gepaard gaan.
Instroom-Relatie met andere vakken
De vereiste voorkennis is technieken en schema’s die nuttig zijn voor het begrijpen en het ontwerp van (hoogfrequente) analoge systemen.
Relatie met het werkveld
Dit labo brengt de student in contact met het op componentniveau ontwikkelen van een analoge systeem zoals dit in het werkveld ook gebeurt.
Aanvullende Informatie betreffende competenties en Evaluatie van de Competenties
De evaluatie gebeurt op basis van permanente evaluatie van creativiteit, attitude, nauwkeurigheid, samenwerking in de groep, de gekozen werkwijze en de omgang met de vele vrijheidsgraden inherent aan het ontwerp (BC1, BC2, AC10,AC11)
Opleidingsonderdeel: Masterproef, generieke omschrijving voor het departement IWT Titularis: Studiepunten: 20 Begrote studietijd: 600 uren Contacturen op jaarbasis: 0,25 Doelstelling: 1.
Via de masterproef ontwikkelt de student een analytisch vermogen en/of een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau. De realisatie van dit vermogen wordt geëvalueerd aan de hand van de volgende criteria:
Probleemstelling: de student kan het onderwerp van zijn masterproef correct formuleren en vertalen in een reeks van technisch-wetenschappelijke eisen. Aanpak: de student volgt een systematische aanpak voor de oplossing van het probleem. De student levert een persoonlijke inbreng bij de analyse of de realisatie. Informatieverwerking: de student is in staat om informatie te verzamelen en om relevante informatie te selecteren en te synthetiseren. 2. De student levert een scriptie af die de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de student weerspiegelt. De criteria hierbij zijn: 3.
Bewijs competenties: het werkstuk toont aan dat de student blijk geeft van een kritisch-reflecterende ingesteldheid. Eisen scriptie: het werkstuk toont aan dat de student helder en correct kan rapporteren.
De student • • • •
verbreedt, verdiept en past vaktechnische kennis toe; ontwikkelt sociale vaardigheden en leert werken in teamverband; toont belangstelling voor bedrijfseconomische, socio-economische en milieutechnische aspecten van het probleem; heeft aandacht voor zorgsystemen i.v.m. veiligheid en kwaliteit.
Opleidingspecifieke invulling 1. 2. 3. 4. 5.
De opleiding specificeert: (zie evaluatieformulier meesterproef) De gewichtscoëfficiënten voor de te evalueren deelaspecten. Eventuele domeinspecifieke invulling van de te evalueren deelaspecten. De via de masterproef eventueel bijkomend te verwerven competenties. De eisen inzake vorm en inhoud alsook de procedure voor tussentijdse rapportering. De minimumeisen inzake vorm en inhoud van deze eindverhandeling en gebeurlijk stageverslag worden in een afzonderlijk document vastgelegd.
De masterproef 1.
Begeleiding -
Het onderwerp van de masterproef wordt geformuleerd door: - de onderzoeksgroepen van de hogeschool en/of universiteit vanuit eigen onderzoeksprojecten
-
de industrie en onderzoeksinstellingen occasioneel kan de student zelf een onderwerp aanbrengen. Dit dient door een coördinator van de hogeschool goedgekeurd te worden.
De probleemstelling van de masterproef is gericht op de reële academische/professionele context. Een vanuit de opleidingsraad gedelegeerde commissie maakt een selectie uit de voorstellen op basis van de mogelijkheid om de academische competenties in de masterproef te realiseren. Bij voorkeur omvat dit onderwerp ook een praktisch gedeelte, uit te voeren tijdens of voor het masterjaar.
2.
-
De opleiding bepaalt de promotor van de hogeschool.
-
Studenten en promotoren bakenen het onderwerp duidelijk af en maken gedetailleerde werkafspraken. Er bestaat een regelmatige mondelinge en schriftelijke rapportering over de vordering van de masterproef. Tijdens de geplande contactmomenten wordt de werkplanning en de vordering geëvalueerd en indien nodig gecorrigeerd.
-
De studenten worden geïnstrueerd over en begeleid bij de verwachte rapportering.
De scriptie -
-
3.
Een inleidend hoofdstuk bevat de vertaling van het probleem in technisch-wetenschappelijke eisen. De gevolgde methodiek wordt beschreven. De tekst bevat een correcte bibliografie en systematische verwijzingen ernaar. De informatie is op een overzichtelijke wijze samengebracht. Uit de rapportering blijkt dat de student de informatie heeft geïnterpreteerd i.f.v. de probleemstelling. De tekst is duidelijk en bevat de noodzakelijke informatie die op een klare manier is gepresenteerd in tekst, figuren, tabellen, bijlagen...gebruik makend van een correcte en wetenschappelijke taal. De uitwerking van tekst en presentatie gebeurt met eigentijdse hulpmiddelen De student is kritisch t.o.v. de uitgevoerde metingen en (of) berekeningen. Verschillende standpunten, mogelijke alternatieven … worden tegenover elkaar geplaatst en het beargumenteerde standpunt van de student komt tot uiting. Kritische bedenkingen worden geformuleerd. Meetprogramma's bevatten een analyse van de nauwkeurigheid van de meting. Resultaten worden verwerkt op een statistisch verantwoorde wijze. Rekenregels uit handboeken, normen… worden op kritische wijze in vraag gesteld.
Evaluatie van de masterproef -
De masterproef wordt afgesloten met een schriftelijke eindverhandeling en een openbare verdediging voor een jury die optreedt als onafhankelijk beoordelingsorgaan. De promotoren beoordelen het proces en de schriftelijke rapportering.
Naam student:
Evaluatieformulier meesterproef Betekenis afkortingen ZOV: Zwaar onvoldoende OV: Onvoldoende Voldoende G: Goed ZG: Zeer goed NVT: Niet van toepassing
V:
Gelieve per competentie een kruisje te plaatsen in de juiste kolom Competenties: De student: ZOV OV
V
G
Toont inzicht in de bedoeling en de aard van het onderwerp, en in de verwachtingen Kan het onderwerp situeren in een groter geheel Toont aandacht voor bedrijfseconomische aspecten Toont bekwaamheid in het verzamelen, selecteren en verwerken van informatie Toont theoretisch inzicht in verband met het onderwerp Geeft blijk van een kritische ingesteldheid Gebruikt een goede werkplanning en een systematische aanpak Is technisch vaardig en levert kwaliteitsvol praktisch werk Toont aandacht voor milieu- en veiligheidsaspecten Werkt zelfstandig Toont initiatief Toont inzet Geeft blijk van een creatieve ingesteldheid Kan soepel omgaan en communiceren met collega's, begeleiders en leidinggevenden Levert kwaliteitsvolle tussentijdse rapporten af Levert een kwaliteitsvol eindrapport af Indien gewenst (Niet verplicht): Hebt u een suggestie voor een totaalcijfer? /100
ZG NVT