1
Studentenstatuut Nederlands Israëlietisch Seminarium (NIS)
Maart 2011
2
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2
Inleiding Inhoud Studentenstatuut Vaststelling en beschikbaarheid Studentenstatuut
2. 2.1 2.2
Toegang en Inschrijving Toegang Inschrijving
3.
Algemene rechten en plichten van studenten
4.
Gedagsregels
5. 5.1 5.2 5.3 5.4
Onderwijs en toetsing Opleidingen en modules Onderwijs- en examenregeling Onderwijsrooster Toetsing
6. 6.1 6.2
Financiele ondersteuning studenten Bestuursbeurzen Beurzen voor een tijdelijk studieverblijf in het buitenland
7.
Bestuur- en studenteninspraak
8.
Klachten, bezwaar en beroep
3
1.
Inleiding
1.1 Inhoud studentenstatuut Het Studentestatuut bevat een beschrijving van de rechten en plichten van studenten enerzijds en het NIS anderzijds. Het statuut bestaat uit twee delen: - het instellingsdeel, waarin de rechten en plichten staan, die voor alle studenten van het NIS gelden (Studentenstatuut). - Het opleidingsdeel 1.2 Vaststelling en beschikbaarheid Studentenstatuut Het Studentenstatuut wordt jaarlijks door de Curatoren vastgelegd na instemming van de Studentenraad van het NIS. Het statuut wordt voor 1 september gepubliceerd. Het kan via het studiesecretariaat en de website van het Seminarium worden geraadpleegd. Studenten en medewerkers van het NIS worden geacht de inhoud van het statuut te kennen. Alle studenten krijgen informatie toegezonden over het Studentenstatuut. Informatie omtrent de opleidingen wordt opgenomen in de Studiegids van het NIS. Een wijziging van het Studentenstatuut of een herziening, wordt door het NIS vastgesteld na instemming van de Studentenraad. Studenten worden van deze wijziging in kennisgesteld, in ieder geval door publicatie op de website.
4
2.
Toegang en inschrijving
2.1 Toegang Om toegang te krijgen tot een opleiding van het NIS, gelden toelatingseisen. Deze zijn neergelegd in de Studiegids van het NIS en in de kerkelijke verordeningen voor het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK). Het NIS beperkt de toegang tot die personen die op grond van de Halacha, naar de interpretatie van het NIK of het Portugees Israëlitisch Kerkgenootschap (PIK), Joods zijn. Deze personen hoeven niet noodzakelijkerwijze als lid te behoren tot een van de genoemde kerkgenootschappen. Eventuele wijzigingen worden opgenomen in dit Studentenstatuut. Colloquium doctum Wie niet in het bezit is van een toelatingbiedend diploma kan een colloquium doctum afleggen. Een colloquium doctum is een toelatingsexamen tot het NIS voor personen van 21 jaar en ouder die onvoldoende (buitenlandse) vooropleiding hebben. Het colloquium doctum wordt door de interne examencommissie of de Rector afgenomen. Na het behalen wordt een beschikking afgegeven omtrent de toegang tot de instelling. 2.2. Inschrijving Om deel te kunnen nemen aan de opleidingen binnen het NIS en gebruik te kunnen maken van de voorzieningen van het NIS en de Universiteit van Amsterdam moet een student zich jaarlijks (her-) inschrijven bij het NIS. Het NIS kent slechts een inschrijving als student. Studenten Inschrijving als student geeft recht op deelname aan het onderwijs, het afleggen van tentamens en examens binnen het NIS en actief en passsief stemrecht voor de Studentenraad van het NIS.
5
Inschrijvingsprocedure De inschrijvingsprocedure wordt vastgesteld door de Curatoren van het NIS en vastgelegd in de Studiegids. Voor inschrijving aan het NIS moet het inschrijfformulier bij het studiesecretariaat worden ingevuld. De student moet daarbij een legitimatiebewijs (een paspoort of rijbewijs) overleggen. Een student ontvangt, als aan alle voorwaarden voor inschrijving is voldaan, een door de Rector ondertekend bewijs van inschrijving. Het bewijs van inschrijving als student aan het NIS functioneert tevens als studentenkaart.
6
3.
Algemene rechten en plichten van studenten
Rechten De inschrijving als student geeft in ieder geval de volgende rechten: - deelname aan het onderwijs binnen het NIS, als aan de inschrijvingseisen voldaan is. - Studenten hebben recht op individuele begeleiding en begeleiding in groepsverband door een docent. Het NIS kan door haar kleinschaligheid goede zorg aan haar studenten bieden. Dit geldt ook voor studie-, onderzoek-, stage of scriptiebegeleiding. Indien een student verzoekt om scriptiebegeleiding, dan moet binnen vier weken daarin voorzien zijn. In de Studiegids worden de contactgegevens van de docenten opgenomen. Binnen twee weken na bekendmaking van de scriptiebegeleider moet het eerste contact tussen docent en student hebben plaatsgevonden. De overige termijnen voor afspraken met de scriptiebegeleider dienen zodanig te zijn, dat de student in redelijkheid binnen de daarvoor gestelde tijdsduur het verslag of de scriptie kan afronden. Op verzoek van de student kunnen alle data voor besprekingen en de nakijktermijnen van te voren worden vastgelegd. Is de begeleidende docent voor langere tijd niet beschikbaar, dan dient de docent zorg te dragen voor vervanging. - Het afleggen van examens en tentamens binnen de opleiding tenzij er eerst een ander tentamen moet worden afgelegd en tenzij eerst moet worden deelgenomen aan practica (ingangseisen). De student heeft recht op kennisname van de uitslag van een toets binnen twee weken dagen na het afleggen van die toets. Buiten de eigen opleiding aan het NIS kan de student keuzevakken volgen en daarin tentamen afleggen. - Het deelnemen aan practica tenzij er eerst een tentamen of examen moet worden afgelegd. - Het gebruikmaken van de onderwijsvoorzieningen van het NIS, zoals de bibliotheek en dergelijke. - Het gebruikmaken van andere studentenvoorzieningen; - studiebegeleiding (zie ook de Onderwijs en Examenregeling); - bescherming van de persoonsgegevens door het NIS. De student heeft daarbij recht op inzage van diens eigen gegevens, recht op verbetering van die gegevens, recht op mededeling van verstrekking van die gegevens aan (een) derde(n) en recht opverzet tegen verwerking van die gegevens; - In de studentenadministratie van het NIS zijn de volgende gegevens van de student terug te vinden; • gegevens die de student zelf heeft ingevuld op het inschrijfformulier voor het NIS. • betalingsgegevens van het collegegeld. • resultaten van met goed gevolg afgelegde examens.
7
• studievoortgang van de student. Het NIS is op grond van de Wet bescherming Persoonsgegevens verplicht persoonsgegevens aan onder andere het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen of de Dienst Uitvoering Onderwijs te verstrekken. - actief en passief kiesrecht voor de studentenraad. - De student heeft recht van toegang tot de gebouwen en collecties van het NIS. - De student heeft recht op een studeerbaar programma. Dit recht is door de wet vertaald in een plicht van het NIS om de opleiding zodanig in te richten, dat de student in redelijkheid de norm voor de studievoortgang kan behalen. In het kader van de studeerbaarheid is vooral de spreiding van de studielast van belang. Plichten De inschrijving als student geeft in ieder geval de volgende plichten: - het vertonen van goed gedrag conform de in hoofdstuk 4 van dit Studentenstatuut opgenomen gedragsregels: - het tijdig melden bij de Rector als de student verwacht door bijzondere omstandigheden studievertraging op te lopen. - Het NIS kan bepalen dat studenten verplicht aan een practicum deel moeten nemen voordat zij kunnen participeren in een daarop aansluitend tentamen. Deze verplichting moet worden opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling. Onder practica worden verstaan: praktische oefeningen die betrekking hebben op de voor de opleiding aantoonbaar essentiële vaardigheden.
8
4. Gedragsregels Iedere student dient verantwoord gebruik te maken van de door het NIS ter beschikking gestelde leermiddelen en streeft naar het voorkomen van hinder en ongewenst gebruik van de leermiddelen. Studenten kunnen hulp inroepen van een medestudent of hun beklag doen bij de Rector. Arbeidsomstandigheden Het NIS draagt zorg voor de veiligheid en gezondheid en de overige omstandigheden binnen de lokaliteiten van het NIS. Ook zijn de voorschriften van de Arbeidsomstandighedenwet (ARBO) in beginsel op het NIS van toepassing. Deze wet omvat voorschriften ter bescherming van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn en van studenten en personeelsleden. Auteursrechten De student maakt in het kader van de studie veelvuldig gebruik van publicaties (boeken, vakbladen, etc.), die auteursrechtelijk beschermd zijn. Wie de auteursrechten daarop bezit, staat meestal op de eerste pagina of in het colofon. In een beperkt aantal gevallen is het toegestaan fotocopiën te maken of op andere wijze bestaande teksten en afbeeldingen over te nemen zonder dat daarvoor toestemming nodig is. Op grond van de auteurswet gelden de volgende regels: • Fotokopieën: uit boeken, tijschriften, nieuwsbladen en andere geschriften mogen voor eigen gebruik enkele overdrukken van een klein gedeelte daarvan gemaakt worden; uitverkochte werken, die niet meer worden herdrukt en korte artikelen, die in dag- en weekbladen en tijdschriften verschenen mogen in hun geheel gecopieerd worden (art. 16b lid 1 Auteurswet); • Citeren: het is toegestaan in een eigen werk een kort stuk, citaat, over te nemen uit een publicatie mits daarbij de bron waaruit is overgenomen en de auteur vermeld worden. De maximale omvang dient in verhouding te staan tot het doel van het overnemen (art. 15a Auteurswet). Wetten, rechterlijke uitspraken, overheidsbesluiten en overheidsnota’s en dergelijke mogen in de vorm, waarin zij door de overheid zijn gepubliceerd zonder toestemming of vergoeding worden gecopieerd en overgenomen. Voor alle andere overnames is toestemming van de auteursrechthebbende nodig en meestal een vergoeding verschuldigd. Rookverbod Binnen het NIS geldt een rookverbod (art. 10 en 9 Tabakswet).
9
5.
Onderwijs en toetsing
5.1 Opleidingen en modules Het onderwijs binnen het NIS is georganiseerd in modules. Gedurende het eerste studiejaar kunnen studenten zich oriënteren op het vervolg van de opleiding. Ze krijgen een goed beeld van de vakken en specialisaties, die in de rest van de opleiding aan bod komen. Hierdoor wordt bevorderd dat de studenten een verantwoorde keuze maken voor het vervolg van hun opleiding. In het eerste studiejaar kunnen minimaal 360 studielasturen (slu’s) worden behaald. De studenten die het eerste jaar van hun NIS studie succesvol afronden, ontvangen hiervan bij de afsluiting van het eerste studiejaar een getuigschrift. De duur van iedere opleiding aan het NIS is drie jaar (minimaal 1080 slu’s). Naast het vakspecifieke deel bestaat er ook ruimte voor keuzevakken. De opleiding tot Docent Joodse Vakken leidt tot een door de overheid erkende onderwijsbevoegdheid voor de vakken Hebreeuws en Godsdienst. In principe biedt het NIS haar studenten een brede opleiding. Op deze wijze krijgt de student inzicht in de samenhang tussen de verschillende disciplines. De opleiding Darsjan omvat 1080 slu’s en heeft een studieduur van drie jaar. De instelling kent geen ius promovendi. De opleiding tot Darsjan leidt tot een door de overheid erkende onderwijsbevoegdheid voor de vakken Hebreeuws en Godsdienst. Na het afleggen van het examen ontvangt de student een getuigschrift. Vrije opleiding Het NIS biedt naast de kerkelijke opleidingen, de mogelijkheid tot het volgen van een vrije opleiding (zoals de opleiding docent Joodse geschiedenis). In overleg met de Rector stelt de individuele student een vakkenpakket samen uit de binnen het NIS aangeboden vakken, waarover een afsluitend examen wordt afgelegd. De vrije opleiding omvat tenminste 1080 slu’s, heeft een duur van drie jaar en wordt afgesloten met het schrijven van een scriptie. Na afronding van het examen ontvangt de student een getuigschrift. De vakken, die het NIS aanbiedt worden opgenomen in de Studiegids. De Studiegids en de Onderwijs- en Examenregeling worden jaarlijks gratis aan iedere student beschikbaar gesteld. Hierin worden onder meer opgenomen een beschrijving van het onderwijsaanbod van het NIS, de nadere regeling van de inrichting en omvang van de tentamens en examens, het rooster, de verdere faciliteiten, regelingen, beroepsmogelijkheden en verder van belang zijnde informatie aangaande het onderwijs in de opleidingen. Al deze informatie moet
10
op zodanige wijze worden verstrekt dat de student zich een goed oordeel kan vormen omtrent de inhoud en de inrichting van het onderwijs. Voertaal Het onderwijs aan het NIS wordt in principe in het Nederlands gegeven. Daarvan wordt afgeweken bij vakken die een andere taal onderwijzen, (gast-) colleges door een buitenlandse docent of als de specifieke aard, inrichting of kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt. Het vakgebied van de Joodse Studiën is per definitie interdisciplinair. Het gebruik van een vreemde taal gedurende het onderwijs mag niet leiden tot verlies van kwaliteit. Kwaliteitsbewaking Het NIS is verplicht een jaarverslag op te stellen waarin openbare verantwoording wordt afgelegd over het functioneren van het instituut in het algemeen. 5.2. Onderwijs- en Examenregeling In de Onderwijs- en Examenregeling is alles te vinden over de inrichting en de toetsing van de opleiding. In de Onderwijs- en Examenregeling staat informatie over: • inhoud en opbouw van de opleiding; • ingangseisen voor de opleiding en voor bepaalde modules; • wijze van toetsing; • inzagerecht; • herkansingsmogelijkheden; • de termijn waarbinnen toetsingswerk nagekeken moet zijn; • sancties bij fraude/ plagiaat; • studiebegeleiding. De Onderwijs- en Examenregeling van de opleidingen worden zodra daar de mogelijkheid toe bestaat via de website toegankelijk gemaakt. 5.3. Onderwijsrooster Het onderwijs aan het NIS wordt geregeld in een onderwijsrooster. Dit rooster wordt in de studiegids gepubliceerd. 5.4. Toetsing Voor het afnemen van de examens en tentamens publiceert het NIS haar Onderwijs- en Examenregeling. De Onderwijs- en Examenregeling sluit aan op de kerkelijke verordeningen op de examens van het NIK en het PIK.
11
Als een student niet heeft voldaan aan alle examenverplichtingen, maar wel minimaal twee tentamens heeft afgelegd, dan kan de student de Rector verzoeken een verklaring uit te reiken, waarin de tentamens worden vermeld die de student met goed gevolgd heeft afgelegd. Studiepunten behaald in het buitenland Een student die in het kader van zijn studie in het buitenland vakken heeft gevolgd, kan de Rector verzoeken die studiepunten op te nemen in het studieprogramma. 6. Financiële ondersteuning studenten In een aantal gevallen kan de student in aanmerking komen voor financiële ondersteuning: bij het verrichten van bepaalde bestuursactiviteiten (§6.3) en voor tijdelijk studeren in het buitenland (§6.4). 6.1. Bestuursbeurzen Studenten, die lid zijn van de Studentenraad, een bestuursfunctie vervullen bij een studentenorganisatie of bij een studievereniging, kunnen in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs kan worden verstrekt voor een periode van één tot maximaal twaalf maanden. 6.2. Beurzen voor een tijdelijk studieverblijf in het buitenland Studenten van het NIS kunnen voor een bepaalde periode studeren aan een universiteit, Seminarium, jeshivah of midrasha in het buitenland. Gestreefd wordt naar een officieel uitwisselingsprogramma. De voorwaarden en aanvraagformulieren daartoe staan vermeld op www.duo.nl. 7.
Bestuur en studenteninspraak
Medezeggenschap Het NIS heeft de medezeggenschap voor en door studenten geregeld. Jaarlijks kiezen de Studenten de leden van de Studentenraad uit hun midden. Zij hebben medezeggenschap op instellingsniveau betreffende de onderwerpen, die het NIS als geheel aangaan. Het NIS is doende een uitputtende regeling op te stellen voor instemmings- en adviesrecht van studenten en personeel. Verkiezingen Studentenraad Jaarlijks vinden verkiezingen plaats van de leden van de Studentenraad. Hiervoor stelt de Studentenraad een Kiesreglement op.
12
Opleidingscommissie De studentenvertegenwoordiging in de Opleidingscommissie van het NIS wordt jaarlijks door de studenten gekozen. Hierop is het Reglement voor de Opleidingscommissie binnen het NIS van toepassing. De Opleidingscommissie levert een belangrijke bijdrage aan de constante kwaliteitsborging binnen het NIS. De Opleidingscommissie heeft tot taak: 1. gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling van de opleidingen aan de Rector van het NIS; 2. het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; 2. het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de Rector en Curatoren over aangelegenheden betreffende het onderwijs binnen de Instelling. 3. De Opleidingscommissie is de aangewezen plaats om onderwijsevaluaties te bespreken, evenals acties die kunnen leiden tot verbetering van het onderwijs. De Opleidingscommissie is de een orgaan waarin studenten hun adviesrecht kunnen uitoefenen. 8. Klachten, bezwaar en beroep In het Examenreglement is de klachten-, bezwaar- en beroepsprocedure geregeld.
NIS Maart 2011