Studenten over online privacy Wat vinden ze er nu van en hoe kijken ze tegen hun toekomstige werkomgeving aan?
Samenvatting van een onderzoek onder studenten in opdracht van Kaspersky Lab Maart 2016; project 16.156 - v3
Paul Sikkema
1.
Vooraf “Er komt een moment dat je al bekend bent voordat je jezelf hebt voorgesteld.” In maart 2016 heeft Qrius in opdracht van Kaspersky Lab een onderzoek gehouden onder een representatieve steekproef van ruim 1.000 studenten in de leeftijd van 18 t/m 30 jaar. Het onderzoek gaat over online privacy en wordt onder meer gehouden in het kader van een speciale editie van het bekende programma ‘College Tour’. Deze vindt op 5 april 2016 op de TU in Delft plaats. Het onderzoek is probleemloos verlopen en de jongeren vonden het leuk om mee te werken. De informatie over de opzet en uitvoering van het onderzoek is opgenomen in hoofdstuk 2, de inleiding (op pagina 3 en verder). De resultaten zijn te vinden in hoofdstuk 3, vanaf pagina 6. In dit hoofdstuk zijn ook de antwoorden opgenomen op een aantal vragen over de toekomstige werkomgeving van de studenten (vanaf pagina 9). In hoofdstuk 4 zijn de belangrijkste conclusies opgenomen (vanaf pagina 18). Over Qrius Het onderzoek is uitgevoerd door Qrius (van het Engelse ‘curious’). Wij houden ons bezig met onderzoek & strategie en zijn gespecialiseerd in kinderen en jongeren van pakweg 4 t/m 29 jaar. Ook doen we projecten onder volwassenen die belangrijk zijn voor jonge doelgroepen, zoals ouders en leraren. Op basis van de onderzoeken die we uitvoeren geven we advies aan onze klanten. Ook helpen we ze met het maken van nieuwe producten, diensten, communicatiemiddelen en campagnes en bij het schrijven van marketingplannen. Ons belangrijkste ‘eigen’ project is het grootschalige onderzoek ‘Jongeren’, dat al sinds 1986 loopt en waarvan in de loop van 2015 een nieuwe editie is uitgevoerd. Deze verschijnt in april 2016.
De foto op de voorpagina is afkomstig uit het fotoarchief van Qrius. Er is geen directe relatie tussen de jongeren op de foto en de onderwerpen waar dit onderzoek over gaat.
2
2. Introductie
Inleiding Technologie speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. We delen bijvoorbeeld massaal informatie via sociale media, we winkelen op internet, we bankieren online of via apps en we gebruiken digitale diensten van de overheid. Bij al deze processen wordt steeds meer informatie over ons vastgelegd. Het lijkt erop alsof de huidige generatie jongeren er niet wakker van ligt dat er steeds meer over hen bekend is. Zij zijn ‘digital natives’, opgegroeid met technologie. Vaak wordt gezegd dat zij niet beter weten dan dat je alles met iedereen deelt. Maar is dat ook zo? Daarover heeft Kaspersky Lab in de afgelopen weken door ons (Qrius) een onderzoek laten doen. Kaspersky Lab is een technologiebedrijf dat consumenten en bedrijven helpt om hun digitale apparatuur (pc, laptop, tablet en/of smartphone) te beveiligen. Het is één van de grootste aanbieders op dit gebied ter wereld. Het onderzoek is uitgevoerd onder studenten: jongeren die op dit moment een opleiding aan een universiteit (wo), een hbo-instelling of een ROC volgen. Zij zijn niet alleen interessant omdat zij in een digitale omgeving zijn opgegroeid, maar ook omdat zij de werknemers (‘professionals’) van de toekomst zijn. Zij zullen, zo is de verwachting, gebruik maken van een grotere diversiteit aan devices dan huidige werknemers en een minder strikte scheiding hanteren tussen werktijd en privé-tijd en tussen persoonlijke activiteiten en werk-gerelateerde activiteiten. Ook zullen ze op meer plekken actief zijn en meer gebruik maken van applicaties en gegevens die niet binnen de muren van een gebouw blijven – via clouddiensten en apps. In het onderzoek hebben we over dit soort ontwikkelingen vragen gesteld (waarbij we de studenten vooruit hebben laten kijken naar hun toekomstige rol als professional op de arbeidsmarkt). Hoe vinden ze dat in dit soort omstandigheden de ‘digitale veiligheid’ moet worden geregeld? Wat verwachten ze van een werkgever als het gaat om digitale vrijheid en digitale bescherming? En hoe zien ze hun eigen rol? De resultaten van het onderzoek zullen onder meer gebruikt worden tijdens een evenement dat Kaspersky Lab op 5 april 2016 organiseert. Tijdens dat evenement, een speciale editie van de bekende College Tour, gaat presentator Rick Nieman in gesprek met Eugene Kaspersky, de topman van het technologiebedrijf.
3
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek was als volgt: In kaart brengen welke waarde studenten (mbo, hbo, wo) in Nederland aan online privacy hechten in een samenleving die steeds verder digitaliseert. Belangrijke subvragen zijn:
Uitvoering van het onderzoek
•
In hoeverre houden studenten zich bezig met dit thema? Besteden ze er aandacht aan, vinden ze het belangrijk of niet belangrijk?
•
Wat zou de rol van online privacy moeten zijn binnen de toekomstige werkomgeving?
•
Wie (burgers, overheid, bedrijfsleven) heeft welke rol bij het al dan niet beschermen van online privacy?
Het onderzoek is gehouden onder een zo representatief mogelijke steekproef van 1.032 studenten van 18 t/m 30 jaar. Dit betekent dat de jongste leerlingen van het mbo zijn uitgesloten van het onderzoek, omdat hun afstand tot de arbeidsmarkt nog relatief groot is. De meeste ondervraagden zijn tussen de 18 en de 25 jaar oud. De jongeren zijn afkomstig uit een onderzoekspanel van één van de partners waar wij nauw mee samenwerken. Ze hebben de uitnodiging per mail ontvangen en konden de vragenlijst via internet invullen. Het onderzoek is op woensdag 23 maart 2016 van start gegaan en afgesloten op donderdag 31 maart. Na afloop van het veldwerk zijn de verzamelde data gecontroleerd en vergeleken met de populatiecijfers. Hierna is het onderzoek gewogen. De vragenlijst is in nauw overleg met Kaspersky Lab opgesteld.
Over de rapportage
Op de volgende pagina’s vatten we de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek samen. Dat doen we door middel van percentages en gemiddelden (in het geval van gesloten vragen) en door middel van een selectie uit de antwoorden op open vragen. Deze antwoorden nemen we letterlijk over, als citaat. Het zijn unieke antwoorden die gekozen zijn omdat ze in onze ogen relevant zijn en een bijdrage leveren aan het beeld dat van de respondenten ontstaat. In de meeste gevallen gaat het om antwoorden die vaker dan één keer voorkomen (en in die zin typerend zijn) of die een waardevolle suggestie bevatten. Op de percentages zijn betrouwbaarheidsmarges van toepassing.
4
3. Inleiding
De resultaten Het onderzoek viel in drie delen uiteen. Eerst hebben we een aantal achtergrondvragen gesteld. Daarna zijn we ingegaan op online privacy in het algemeen. Het derde en laatste deel ging over de verwachtingen van studenten ten aanzien van hun toekomstige werksituatie. Uit het eerste deel (met de achtergrondvragen) blijkt onder meer dat bijna alle studenten (97%) ervaring hebben opgedaan met het werken bij een bedrijf of een andere organisatie: • • •
80% heeft een bijbaantje (of een bijbaantje gehad). 19% heeft een echte baan (of een echte baan gehad). 52% loopt stage (of heeft stage gelopen). Dit zijn met name de jongeren uit het mbo en het hbo.
Enkele jongeren geven ook nog aan dat ze vrijwilligerswerk bij organisaties hebben gedaan.
Gebruik en bezit van apparaten
Van welke devices maken de studenten gebruik? En welke hebben ze in bezit? Uit het onderzoek blijkt (niet verrassend) dat met name smartphones en laptops populair zijn; mobiele apparaten dus.
Desktop computer Laptop Tablet Smartphone
Gebruik ik iedere dag 22% 60% 13% 97%
Gebruik ik minder vaak 50% 38% 51% 3%
Gebruik ik nooit
Zelf in bezit
28% 2% 36% 1%
44% 95% 48% 99%
Wat opvalt is dat maar liefst 95% van alle studenten eigenaar is van een laptop. Bijna 1 op de 3 jongeren gebruikt nooit een desktop en ook tablets zijn bij deze groep weinig populair. We hebben ook gevraagd naar wearables, maar die heeft en gebruikt nog bijna niemand. 7% van de studenten heeft er een en 4% gebruikt die iedere dag.
Vaardigheid
Hoe goed kunnen studenten met hun laptop of desktop overweg? • • • •
Iedereen kan natuurlijk een computer aan en uit zetten, opstarten en gebruiken. 80% kan zelf een programma installeren. 62% kan zelf een nieuwe computer installeren. 23% kan zelf software programmeren en/of een computer bouwen.
5
Opvallend is dat de vaardigheden van mbo-studenten beduidend achterblijven bij die van hbo- of wo-studenten. Er zijn significant minder mbo-studenten die een programma of een computer kunnen installeren of die zelf kunnen programmeren en/of een computer bouwen. Dit beeld kennen we ook uit ander onderzoek.
Online privacy
Na deze inleidende vragen hebben we de volgende vraag gesteld: Waar denk jij aan als je het woord online privacy hoort? Wat komt er in je op? Studenten denken dan vooral aan de volgende woorden en beelden: • • • • • • • • • • •
‘Wachtwoorden’ (door bijna 100 studenten als eerste genoemd). ‘Cookies’. ‘Veiligheid’. ‘Facebook’. ‘Bescherming’. ‘Beveiliging’. ‘Sociale media’. ‘Hackers’. ‘Virussen’. ‘Firewall’. ‘NSA’.
Heel af en toe heeft iemand het over ‘phishing’, ‘camera’s’, ‘criminaliteit’, ‘online pesten’, ‘naaktfoto’s’, ‘bankgegevens’, ‘leveringsvoorwaarden’ of ‘software’. Sociale media als WhatsApp of Instagram worden helemaal niet bij naam genoemd; Google (naast Facebook) wel.
Perceptie van risico
Hierna hebben we de studenten gevraagd hoe groot ze het risico inschatten dat mensen of bedrijven informatie van ze of over ze in handen krijgen zonder dat ze dat weten of willen. De vraag is als volgt geïntroduceerd: Tegenwoordig maken we 24/7 gebruik van internet: via onze computers, smartphones, maar ook via smart watches en auto’s. We gebruiken sociale media, we bankieren via internet, we kopen spullen via internet, onze locatie is vaak bekend via internet … Daardoor loop je het risico dat mensen of bedrijven informatie van jou (of over jou) in handen krijgen zonder dat je dat weet of wilt. Hoe groot is dat risico, denk jij? Wat blijkt is dat 90% van de studenten dat risico als (heel) groot inschat; zie de tabel bovenaan de volgende pagina.
6
Heel groot Groot Klein Heel klein
Allen 36% 54% 9% 1%
Maar 10% denkt dat het risico (heel) klein is. Er zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen de verschillende opleidingsniveaus. Wat zien de studenten als de grootste risico’s: • • • • • • • • •
“Dat mijn bankgegevens worden gestolen”, “dat ik geld verlies”, “phishing”. “Dat mijn foto’s openbaar worden” (gebruikt voor reclame, gebruikt door een werkgever, openbaar op internet, delen van naaktfoto’s). “Dat ik gehackt word en hackers toegang krijgen tot mijn gegevens.” “Identiteitsfraude”, “dat iemand anders zich voor kan doen als mij.” “Dat ik benaderd wordt door bedrijven waar ik geen interesse in heb”, “ongewenste reclame”, “spam”. “Oplichting.” “Stalken.” “Je telefoongegevens op straat.” “Dat andere mensen te weten komen waar je woont”, “waar je bent”, “waar je interesses liggen”.
Studenten zien er, samenvattend, het meest tegenop dat ze geld kwijtraken, dat foto’s openbaar worden, dat iemand het beheer van hun accounts overneemt (al of niet met kwade bedoelingen) en dat iemand hun identiteit aanneemt.
Bescherming
Vinden de studenten het belangrijk om hun online privacy te beschermen? Ja, dat is (heel) belangrijk, zegt 94%.
Ja, heel belangrijk Ja, belangrijk Nee, niet zo belangrijk Nee, helemaal niet belangrijk
Allen 54% 40% 5% 1%
Toch zegt 42% van de ondervraagden dat ze er ‘niet zo actief’ of ‘helemaal niet actief’ mee bezig zijn:
Heel actief, ik doe er veel aan Actief Niet zo actief Helemaal niet actief, ik doe er weinig aan
Allen 6% 52% 39% 3%
7
Hierna hebben we aan de jongeren een lijst met 14 dingen voorgelegd die ze kunnen doen om hun online privacy te beschermen. In de tabel hieronder zien we in hoeverre ze die toepassen; de tabel is geordend van hoog naar laag.
Onze Wi-Fi thuis is beveiligd met een wachtwoord Ik gebruik sterke wachtwoorden Ik denk goed na wat ik op sociale media zet Ik let goed op mijn instellingen in sociale media Ik gebruik een beveiligingsprogramma op mijn computer Ik gebruik verschillende wachtwoorden voor verschillende websites en apps De locatie van mijn smartphone is uitgezet De locatie van mijn computer is uitgezet Ik verander mijn wachtwoorden regelmatig Ik gebruik een beveiligingsprogramma op mijn smartphone Ik heb de camera op mijn computer afgeplakt Ik lees de privacy-voorwaarden voordat ik online gegevens doorgeef Ik heb mijn browser ingesteld op ‘niet volgen’ Ik maak nooit gebruik van openbare Wi-Fi Ik doe nog andere dingen Geen van deze
Allen 84% 75% 74% 69% 59%
54%
44% 33% 24% 24%
23% 23%
12% 11% 3% 1%
De studenten vinden het dus belangrijk om hun online privacy te beschermen, maar er zijn veel maatregelen die ze niet toepassen. Veel jongeren veranderen hun wachtwoorden bijvoorbeeld niet regelmatig en er zijn ook veel jongeren die gebruik maken van openbare Wi-Fi. Opvallend is dat mbo-studenten zich significant minder beschermen dan hbo- en wo-studenten. Eerder bleek al dat zij gemiddeld ook minder computervaardig zijn. De bescherming kan dus veel beter.
8
Degenen, die nog andere dingen doen, noemen onder meer: • • • • • • •
Problemen met online privacy
“Ik gebruik geen bank-apps op openbare Wi-Fi.” “Ik gebruik altijd een VPN-server.” “Ik gebruik een tweede e-mail adres voor niet-essentiële zaken.” “Ik heb alleen een LinkedIn-profiel, geen andere sociale media.” “Ik google mezelf en zorg ervoor dat geen van de resultaten naar mij leiden.” “Een reden om Linux te gebruiken.” “Keypass generated passwords.”
Ruim een kwart (27%) van alle studenten heeft het wel eens meegemaakt dat zijn of haar online privacy is geschonden:
Ja, dat gebeurt regelmatig Ja, dat gebeurt af en toe Ja, dat is wel eens gebeurd Nee, nooit
Allen 1% 8% 18% 73%
Dat is eigenlijk een laag percentage, als we het afzetten tegen het door de jongeren gepercipieerde risico op de schending van online privacy. Misschien worden de risico’s overdreven, maar wat ook kan is dat jongeren zich er niet van bewust zijn en/of het niet waarnemen.
Privéactiviteiten in werktijd
We komen nu bij het derde deel van het onderzoek, dat gewijd is aan de verwachtingen van de studenten over hun toekomstige werkomgeving. Is het inderdaad zo dat zij tijdens hun werk privé-activiteiten willen doen (zoals het lezen en beantwoorden van WhatsApp-berichtjes), maar het in ruil daarvoor ook niet erg vinden als ze na werktijd berichtjes voor hun werk moeten beantwoorden? Uit het onderzoek blijkt inderdaad dat studenten de verwachting hebben dat ze tijdens werktijd privéberichtjes kunnen bekijken en beantwoorden. Maar het online kopen of betalen van spullen tijdens werktijd gaat te ver. De vragen hierover zijn als volgt gesteld: Stel dat jij in de toekomst bij een bedrijf of organisatie gaat werken. Vind jij dat jouw werkgever dan het volgende moet toestaan? Dat je tijdens werktijd privéberichtjes bekijkt en beantwoordt die je binnen krijgt, bijvoorbeeld via WhatsApp, Facebook of Instagram. De studenten kijken hier als volgt tegenaan (zie de tabel op de volgende pagina):
9
Ja, onbeperkt Ja, maar alleen in de pauze Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen in noodgevallen Nee, nooit
Allen 10% 35% 37% 12% 6%
Dat je tijdens werktijd privé-telefoongesprekken voert.
Ja, onbeperkt Ja, maar alleen in de pauze Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen in noodgevallen Nee, nooit
Allen 5% 30% 20% 39% 6%
Dat je tijdens werktijd online dingen koopt, betaalt of andere online transacties doet.
Ja, onbeperkt Ja, maar alleen in de pauze Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen in noodgevallen Nee, nooit
Allen 4% 30% 13% 12% 41%
Het bekijken en beantwoorden van privéberichtjes moet dus wel kunnen, volgens veel studenten; 47% vindt dat dat onder werktijd kan plaatsvinden (‘onbeperkt’ of ‘als het niet te vaak is’). Als het over privé-telefoongesprekken gaat is dat 25%, als het om online kopen en betalen gaat 17%.
Werkactiviteiten in privétijd
Omgekeerd: vinden de studenten dat werkgevers ook activiteiten van ze mogen vragen na werktijd? De volgende mogelijkheden zijn voorgelegd: Dat je na werktijd nog mailtjes of andere berichtjes beantwoordt die over jouw werk gaan; bijvoorbeeld van klanten of collega’s. Mag een werkgever dit van jou vragen?
10
Ja, onbeperkt Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen doordeweeks Nee, helemaal niet, na mijn werk wil ik vrij zijn
Allen 14% 52% 15% 20%
Dat je na werktijd nog telefoontjes beantwoordt die over jouw werk gaan; bijvoorbeeld van klanten of collega’s.
Ja, onbeperkt Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen doordeweeks Nee, helemaal niet, na mijn werk wil ik vrij zijn
Allen 10% 43% 14% 33%
Dat je na werktijd nog dingen afmaakt die je niet af hebt gekregen.
Ja, onbeperkt Ja, als het niet te vaak is Ja, alleen doordeweeks Nee, helemaal niet, na mijn werk wil ik vrij zijn
Allen 12% 48% 16% 24%
Het is dus inderdaad zo dat veel studenten (80%) er geen bezwaar tegen hebben om na werktijd nog mailtjes of andere zakelijke berichten te beantwoorden; zeker doordeweeks. Het voeren van telefoontjes is wat minder populair, maar er is ook in dit geval een grote groep (67%) die er geen bezwaar tegen heeft. Uit het onderzoek blijkt dat er meer vrouwen zijn die hun vrije tijd willen afschermen dan mannen. Privé en werk lopen bij veel studenten dus inderdaad in elkaar over en het lijkt erop alsof de wens, om tijdens het werk privéberichtjes te bekijken minder groot is dan de bereidheid om na werktijd nog iets voor de werkgever te doen. Zouden werknemers wat dit betreft wel wat meer privéruimte mogen nemen?
11
Onderlinge communicatie
We hebben ook gevraagd wat de studenten prettige manieren vinden om via internet met hun baas of collega’s te communiceren. Uit het onderzoek blijkt dat e-mail nog steeds populair is, maar dat veel studenten ook gebruik zouden willen maken van WhatsApp:
Via e-mail Via SMS Via WhatsApp Via Skype, Facetime en dergelijke Via geen van deze
Allen 78% 17% 65% 23% 3%
Mannen en mbo’ers zijn bovengemiddeld enthousiast over WhatsApp.
BYOD
Aan het begin van het onderzoek zagen we al dat bijna alle studenten zelf een laptop en een smartphone hebben. Betekent dat ook dat ze in de toekomst graag op hun eigen devices willen werken (‘bring your own device’)? Nee, dat geldt maar voor 21% van de studenten (en nog eens 10% maakt het niets uit). De meeste studenten willen graag de keuze hebben uit een aantal computers (laptops) en smartphones die de werkgever aanbiedt. De vraag is als volgt gesteld: Als je bij een bedrijf of organisatie gaat werken zijn er 3 mogelijkheden: 1. Je neemt je eigen computer en smartphone mee en maakt daar op je werk gebruik van. De werkgever wil dan meestal wel programma’s op je computer zetten, zodat je bijvoorbeeld op het netwerk kunt. 2. Het bedrijf of de organisatie laat je kiezen uit verschillende soorten computers en/of smartphones. Je kunt de apparaten kiezen die je het meest aanspreken, maar ze zijn van het bedrijf. 3. Je moet gewoon het soort computer (en soms ook het soort telefoon) gebruiken dat het bedrijf of de organisatie je aanbiedt. De apparaten zijn van het bedrijf. Wat heeft jouw voorkeur?
Mogelijkheid 1 Mogelijkheid 2 Mogelijkheid 3 Anders Het maakt me niet veel uit
Allen 21% 55% 12% 1% 10%
12
Ook op dit vlak zijn er nauwelijks verschillen tussen de subgroepen in het onderzoek.
Waar of onwaar?
We hebben de studenten hierna een aantal uitspraken voorgelegd die betrekking hebben op de online privacy op hun werkplek. Het gaat om dingen die werkgevers nu al mogen, maar dat hebben we de studenten niet verteld. We hebben ze gevraagd of ze denken dat de uitspraak ‘waar’ of ‘niet waar’ is. De uitkomsten zijn als volgt: Waar 24%
Onwaar 63%
? 14%
Als jouw werkgever jou een mobiele telefoon geeft om mee te werken, dan heeft hij het recht om alle berichten te bekijken die jij met die telefoon verzendt. Bijvoorbeeld via WhatsApp.
19%
70%
12%
Jouw werkgever heeft het recht om alle berichten te bekijken die jij op Facebook of Instagram zet en die jouw vrienden ook kunnen bekijken. Bijvoorbeeld over feestjes waar je naartoe gaat of vakanties die je houdt.
29%
60%
11%
Jouw werkgever heeft het recht om alle berichten te bekijken die jij via het netwerk van het bedrijf verzendt. Bijvoorbeeld via jouw zakelijke mail. Ook als je daar je eigen computer voor gebruikt.
42%
45%
13%
Als jouw werkgever jou een laptop geeft om op te werken, dan heeft hij het recht om alle berichten te bekijken die jij op die laptop verzendt. Bijvoorbeeld per mail.
Opvallend is dat de studenten overwegend zeggen dat de uitspraken niet waar zijn; terwijl ze dat dus wel zijn. Ze weten dus niet wat werkgevers op dit moment al mogen (en waarschijnlijk in veel gevallen ook al doen). Studenten aan een universiteit zitten er vaak nog wat meer naast dan mbo-studenten.
De toekomst
Ook over toekomstige mogelijkheden voor werkgevers om hun werknemers te monitoren hebben we een aantal uitspraken voorgelegd, omdat we wilden weten wat de studenten daarvan vinden. Daarbij hebben we ze de uitspraak zowel laten beoordelen vanuit het perspectief van een werkgever als van een werknemer.
13
De vraag is als volgt gesteld: Technologie maakt nu en in de toekomst binnen bedrijven en organisaties heel veel mogelijk. En daar krijg jij misschien ook mee te maken. We willen je nu een aantal toepassingen voorleggen. Kun je steeds aangeven: Of jij die, als je baas van een bedrijf was, zou toepassen? Of jij die, als je werknemer was, prima zou vinden? De resultaten zijn als volgt: Zou ik, als ik baas was: Toepassen Niet toepassen
Zou ik, als ik werknemer was: Prima Niet Ik zou een vinden prettig andere vinden baan zoeken
Jij werkt op een computer van jouw werkgever en daarmee kan hij (via een speciaal programma) volgen of je wel of niet doorwerkt.
41%
59%
20%
65%
15%
Jij hebt een telefoon van jouw werkgever en daarmee kan hij jou (via een speciaal programma) volgen als je naar een afspraak gaat. Hij kijkt of je geen omwegen maakt en geen tijd verliest.
28%
72%
19%
61%
20%
Aan het einde van het jaar krijg jij van je werkgever een slim horloge (een smart watch) cadeau. Daarmee krijgen jij en je werkgever inzicht in de vraag of je voldoende beweegt en slaapt.
25%
75%
29%
47%
24%
Tijdens een gesprek vraagt jouw werkgever of je jouw collega’s, klanten en zakelijke relaties toe wil voegen aan jouw FB en Instagram, zodat iedereen elkaar beter leert kennen.
25%
75%
29%
60%
11%
14
Jouw werkgever maakt gebruik van camera’s in werkruimtes om te zien of het personeel wel doorwerkt. De camera’s zitten alleen niet in de toiletten.
35%
65%
27%
50%
23%
Over de hele linie roepen deze toepassingen veel weerstand op. Als werkgever zouden studenten nog het meest zien in controles of werknemers wel doorwerken en in het toepassen van camera’s. Als werknemer zijn ze nog het meest gecharmeerd van het gebruiken van een wearable en in het toevoegen van collega’s, klanten en zakelijke relaties aan hun eigen sociale media.
Waar liggen de grenzen?
Waar liggen de grenzen voor de studenten? We hebben de vraag hierover als volgt ingeleid: Er is dus veel informatie over jou bekend. Omdat we 24/7 op internet aangesloten zijn en er van alles geregistreerd en gedeeld wordt. Waar liggen voor jou de grenzen als het om je werk gaat? Wat mag een werkgever beslist niet doen? Ik zou niet willen dat mijn werkgever …
Mij via een camera in de werkruimte filmt Mijn telefoongesprekken met bijvoorbeeld klanten en collega’s afluistert Informatie verzamelt over mijn gezondheid Andere dingen doet Ik weet het niet
Allen 66% 75%
66% 8% 5%
De mbo-studenten in het onderzoek zijn hierover wat minder uitgesproken dan de wo-studenten. Bij ‘andere dingen’ noemen de ondervraagden onder meer: • • • • • •
“Zich met mijn privéleven bemoeit.” “Me in de gaten houdt als ik niet op het werk ben.” “Mijn locaties volgt.” “Persoonlijke berichten leest.” “Dingen die op mijn sociale media staan tegen me gebruikt.” “Het is voor mij gewoon een kwestie van vertrouwen, die je in je werknemers moet hebben. Anders is de werksfeer denk ik ook niet goed.”
15
Stellingen
We hebben over online privacy op het werk ook nog een aantal stellingen aan de studenten voorgelegd. Daaruit blijkt onder meer dat 64% van de ondervraagden het een probleem vindt als de werkgever informatie over hem/haar verzamelt en bijhoudt.
Werkgevers moeten volledig open zijn over de informatie die ze van jou verzamelen Het is belangrijk om duidelijke afspraken met je werkgever te maken over je online privacy Ik vind het geen probleem als mijn werkgever informatie over mij verzamelt en bijhoudt In de nabije toekomst zal een werkgever alles van je weten, niets is meer geheim Ik moet veel voorzichtiger omgaan met wat ik op sociale media zet Er moet veel meer voorlichting worden gegeven over hoe je informatie privé kunt houden Online privacy bestaat niet
Helemaal mee eens
Mee eens
Niet mee eens
57%
38%
4%
Helemaal niet mee eens 1%
37%
53%
8%
2%
4%
31%
49%
15%
7%
36%
43%
13%
14%
37%
39%
9%
27%
61%
10%
2%
12%
48%
34%
6%
Studenten vinden ook dat het belangrijk is om duidelijke afspraken met een werkgever te maken (90%), dat ze voorzichtiger om moeten gaan met wat ze op sociale media zetten (51%) en dat er veel meer voorlichting over online privacy moet worden gegeven (88%).
Wet Datalekken
We hebben ter afsluiting van het onderzoek nog twee vragen gesteld. De eerste ging over de bekendheid van de Wet Meldplicht Datalekken. 9% zegt dat ze ongeveer weet wat daar in staat (vooral veel mannen):
Ja, ik weet wel ongeveer wat daar in staat Ja, ik heb alleen het woord/de naam gehoord Nee, nooit van gehoord
Allen 9% 18% 74%
De wet is dus nog erg onbekend.
Naar wie toe?
Naar wie zouden de studenten toegaan als ze het vermoeden hadden dat het bedrijf, waar ze werken, informatie van of over ze verzamelt terwijl ze daar niet van op de hoogte zijn en dat ook niet willen?
16
Opmerkelijk genoeg gaat 49% dan eerst naar zijn of haar baas en 42% naar de afdeling personeelszaken van het bedrijf. Ze proberen het dus intern op te lossen. 41% zou op internet kijken om te zien wat ze kunnen doen.
Naar mijn baas Naar de afdeling personeelszaken van het bedrijf Naar de politie Naar mijn ouders Naar iemand anders Ik zou op internet zoeken wat ik kan doen Dat weet ik niet
Allen 49% 42% 16% 13% 3% 41% 7%
Met ‘iemand anders’ bedoelen ze: “vrienden met verstand van zaken”, “de vakbond”, “de rechtsbijstand”, “een juridisch loket” en “een advocaat”. Mbo’ers noemen internet veel minder vaak en weten ook wat vaker geen antwoord op deze vraag.
Slot
Aan het einde van de vragenlijst konden de studenten nog opmerkingen maken over de onderwerpen die aan bod zijn gekomen of over het onderzoek zelf. Enkele opmerkingen die gemaakt zijn: • • • • • •
“Ik ben erachter gekomen dat er best veel is hierover wat ik nog niet weet en wel zou willen weten.” “Goede vragenlijst, zet jezelf ook aan het denken!” “Ik vind de antwoorden ook wel redelijk afhankelijk van het soort werkplek.” “Ik zou graag willen weten hoe ik Facebook zo kan instellen dat niet iedereen ziet wie ik een like geef.” “Toevallig schrijf ik hier net een scriptie over, over de grenzen die de arbeidsovereenkomst stelt aan het gebruik van sociale media.” “Leg graag de data lek wet uit.”
17
4.
Belangrijkste conclusies In maart 2016 heeft Qrius in opdracht van Kaspersky Lab een onderzoek gehouden onder een representatieve steekproef van ruim 1.000 studenten (mbo, hbo en wo) in de leeftijd van 18 t/m 30 jaar. Het doel van het onderzoek was om in kaart te brengen welke waarde de studenten aan online privacy hechten in een samenleving die steeds verder digitaliseert. De studenten zijn niet alleen interessant omdat zij in een digitale omgeving zijn opgegroeid, maar ook omdat zij de werknemers (‘professionals’) van de toekomst zijn. De resultaten van het onderzoek zullen onder meer gebruikt worden tijdens een evenement dat Kaspersky Lab op 5 april 2016 organiseert. Het betreft een speciale editie van het bekende programma ‘College Tour’; presentator Rick Nieman gaat dan in gesprek met Eugene Kaspersky, de topman van het technologiebedrijf, en met studenten. Uit het onderzoek blijkt onder meer het volgende: •
De studenten maken intensief gebruik van smartphones (bij 99% in bezit) en laptops (bij 95% in bezit); dus van mobiele devices. Het bezit en het gebruik van desktop computers en tablets is veel lager. Nog maar heel weinig studenten (7%) hebben een wearable.
•
Als ze het woord ‘online privacy’ horen, denken ze uit zichzelf met name aan ‘wachtwoorden’, ‘cookies’, ‘veiligheid’ en ‘Facebook’.
•
90% van de studenten schat het risico, dat mensen of bedrijven informatie over ze in handen krijgen zonder dat ze dat weten of willen, als (heel) groot in.
•
De grootste risico’s (dingen die ze niet graag meemaken) zijn: o o o o o
Dat hun bankgegevens worden gestolen, dat ze geld kwijtraken. Dat hun foto’s openbaar worden. Dat ze gehackt worden en dat hackers toegang krijgen tot hun gegevens; met name hun sociale media accounts. Identiteitsfraude. Dat ze benaderd worden door bedrijven waar ze geen interesse in hebben.
18
•
94% van de studenten vindt het (heel) belangrijk om hun online privacy te beschermen. Toch zegt 42% dat ze er ‘niet zo actief’ of ‘helemaal niet actief’ mee bezig zijn.
•
Uit het onderzoek blijkt dat de studenten veel maatregelen, die ze kunnen nemen om hun online privacy te beschermen, niet toepassen. Veel jongeren veranderen hun wachtwoorden bijvoorbeeld niet regelmatig (76%) en er zijn ook veel jongeren (89%) die gebruik maken van openbare Wi-Fi. Veel studenten lijken dus betrekkelijk achteloos of gemakzuchtig op dit gebied; of misschien weten ze er te weinig van of denken ze dat het schenden van de online privacy hun niet zal overkomen.
•
27% van de studenten heeft wel eens meegemaakt dat zijn of haar online privacy is geschonden; in de meeste gevallen eenmalig.
We hebben hierna een aantal vragen aan de studenten gesteld die betrekking hebben op hun verwachtingen ten aanzien van hun toekomstige werkomgeving. •
Bijna de helft van de studenten (47%) is van mening dat je op je werk, onder werktijd, in staat moet zijn om privéberichten te bekijken en te beantwoorden die binnen komen via bijvoorbeeld WhatsApp of Facebook; ‘onbeperkt’ (10%) of ‘als het niet te vaak is’ (37%). Nog eens 35% wil deze berichten in de pauze bekijken en beantwoorden. Er zijn veel minder studenten die vinden dat je ook privé-telefoongesprekken mag voeren onder werktijd (25%) of online transacties mag doen (dingen kopen, betalen; 17%).
•
Omgekeerd hebben veel studenten (80%) er geen bezwaar tegen om na werktijd nog mailtjes of andere zakelijke berichten te beantwoorden; zeker doordeweeks. Ook tegen het voeren van telefoongesprekken hebben veel studenten (67%) geen bezwaar.
•
De studenten zouden het liefst met hun baas en collega’s willen communiceren via e-mail (78%) en WhatsApp (65%). Mannen en mbo’ers zijn bovengemiddeld enthousiast over WhatsApp.
•
De meeste studenten (55%) willen op hun werk graag gebruik maken van een computer en een smartphone van hun baas, waarbij ze dan zelf uit een aantal soorten computers en smartphones willen kunnen kiezen. 21% wil graag zijn/haar eigen apparaten meenemen.
•
Als het om online privacy gaat, blijkt dat veel studenten niet weten wat werkgevers op dit moment al mogen. Bijvoorbeeld als het gaat om het bekijken van berichten die werknemers vanaf een device van hun baas verzenden.
19
•
De studenten hebben veel weerstand tegen nieuwe mogelijkheden die werkgevers door de technologische ontwikkelingen krijgen om hun personeel te bekijken, te volgen en te monitoren. 75% wil niet dat werkgevers hun gesprekken met klanten en collega’s afluisteren. 66% wil niet dat ze gefilmd worden in een werkruimte. En ook 66% wil niet dat de werkgever informatie verzamelt over hun gezondheid (bijvoorbeeld via wearables). Ook willen veel studenten niet dat de werkgever ze in de gaten houdt als ze niet op hun werk zijn.
•
90% vindt dat het belangrijk is om duidelijke afspraken te maken met je werkgever over online privacy.
•
26% van de studenten zegt wel eens gehoord te hebben van de Wet Meldplicht Datalakken, al weet maar 9% waar die over gaat.
•
88% vindt dan ook dat er meer voorlichting over online privacy moet worden gegeven.
Studenten willen niet alles delen – en zeker niet met hun werkgever Al met al maakt het onderzoek inderdaad duidelijk dat deze studenten intensief gebruik maken van digitale en mobiele devices en dat ze, als ze op de arbeidsmarkt komen, niet zo’n strikte scheiding zullen hanteren tussen werktijd en privétijd. Ze zeggen dat ze ‘online privacy’ belangrijk vinden, kunnen ook een aantal belangrijke en reële risico’s noemen, maar ze zijn er in de praktijk onvoldoende actief mee bezig. Ze beseffen zich niet wat werkgevers, als het om het verzamelen van persoonlijke informatie van werknemers gaat, allemaal al mogen en kunnen. Zodra ze zich dat wel realiseren, geven ze aan dat er wat hun betreft duidelijke grenzen zijn. Ze willen hier duidelijke afspraken over maken met hun werkgever en vinden ook dat er meer voorlichting op dit gebied moet worden gegeven.
20
5.
Slot Op de voorgaande pagina’s zijn de resultaten van het onderzoek zo overzichtelijk mogelijk weergegeven. Mochten jullie nog vragen over de uitkomsten hebben, dan horen wij dat uiteraard graag! Namens Qrius,
Paul Sikkema
[email protected] www.qrius.nl www.hetjongerenonderzoek.nl
21