Stichting Pensioenfonds Astellas
Stichting Pensioenfonds Astellas Sylviusweg 62, 2333 BE Leiden Telefoon
: 071 - 5455 745
Telefax
: 071 - 5455 800
Internetsite : www.pensioenfondsastellas.nl
Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41168442 BTW-nummer 8014.81.107 B01
Jaarverslag 2013
2
Inhoud
Pagina Bestuur en organisatie
5
Meerjarenoverzicht
7
Bestuursverslag Algemeen 9 Risicoparagraaf
16
Beleggingen 22 Verslag van het Verantwoordingsorgaan Verslag Verantwoordingsorgaan
27
Reactie van het bestuur op het verslag van het Verantwoordingsorgaan 28 Samenvatting van het rapport Risicobereidheidsonderzoek
29
Jaarrekening Balans per 31 december
32
Staat van baten en lasten
34
Kasstroomoverzicht 36 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
37
Toelichting op de balans per 31 december
43
Toelichting op de staat van baten en lasten
51
Risicoparagraaf 57 Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum
67
Financiering 67 Resultaatbestemming 67 Uitvoering 68 Actuariële verklaring
69
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
71
Bijlagen Beleggingsoverzicht (in duizenden euro)
73
Begrippenlijst 75
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
3
4
Bestuur en organisatie
Bestuur per 31 december 2013
Benoemd vanuit werkgeverszijde
D. Veenvliet
voorzitter
A.G.C. Vermazen
secretaris
Benoemd vanuit werknemerszijde
S. Feenstra (tot 14-02-2013)
A. Beijert (vanaf 14-02-2013)
V.A.W.M. Rot
Gekozen door en uit pensioengerechtigden
H.J.L. Janssen
Verantwoordingsorgaan per 31 december 2013
M.E. Bovenhoff
vertegenwoordiger van de deelnemers (secretaris)
J.W.C.B. Schotel
vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden
A.C. de Wolf
vertegenwoordiger van de werkgever (voorzitter)
Compliance officer per 31 december 2013
S. Boskamp
Organisatie
Accountant
KPMG Accountants N.V., Utrecht
Actuaris (adviserend)
Towers Watson B.V., Purmerend
Actuaris (waarmerkend)
Towers Watson B.V., Purmerend
Administrateur
Vermogensbeheerder
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
AZL N.V., Heerlen AZL Vermogensbeheer B.V., Heerlen
5
6
Meerjarenoverzicht
2013 2012 2011 2010 2009
Aantallen Actieve deelnemers
894 878 848 852 864
Gewezen deelnemers
588 560 525 467 407
Pensioengerechtigden
177 155 136 120 101
Totaal aantal
1.659 1.593 1.509 1.439 1.372
Financiële gegevens (in duizenden euro) Beleggingen Belegd vermogen voor risico fonds 1)
213.585 196.300 165.807 149.398 128.271
Belegd vermogen voor risico deelnemers
16.360
13.112
9.855
7.752
5.391
Beleggingsopbrengsten voor risico fonds
8.852
22.377
9.770
13.932
16.701
981
1.305
159
533
588
4,8%
13,3%
6,1%
10,5%
14,6%
Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Rendement o.b.v. total return (volgens opgave van de vermogensbeheerder) Reserves Algemene reserve
-2.989 -18.780 -22.549 -5.103
Beleggingsreserve
32.623 31.429 27.390 23.764 21.694
-652
Totaal reserves
29.634 12.649 4.841 18.661 21.042
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Voorziening Sociaal Plan Totaal technische voorzieningen
1)
187.260 186.419 164.621 134.230 112.709 0 440 344 206 0 187.260 186.859 164.965 134.436 112.709
Zie pagina 44.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
7
2013 2012 2011 2010 2009
Voorzieningen pensioenverplichtingen voor risico deelnemers Voorziening pensioensparen Voorziening rendementdeling
15.418 11.845 9.730 7.246 4.834 942 1.267 125 506 557
Totaal voorzieningen pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
16.360 13.112 9.855 7.752 5.391
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Bijdragen voor risico fonds Bijdragen voor risico deelnemers
11.410
10.535
9.555
7.837
17.213
2.300 2.133 1.966 1.889 1.691
Totaal premiebijdragen van werkgevers en werknemers
13.710
12.668
11.521
9.726
18.904
Pensioenuitkeringen
-4.159 -3.959 -3.651 -3.376 -3.227
Dekkingsgraad Aanwezig
115,8% 106,8% 102,9% 113,9% 118,7%
Op basis van swaprente
112,9%
Vereiste
117,4% 116,8% 116,6% 117,7% 119,2%
Rente o.b.v. rentetermijnstructuur
8
101,1%
2,70% 2,51% 2,74% 3,45% 3,90%
Bestuursverslag
Algemeen Het verslagjaar voor Stichting Pensioenfonds Astellas stond, net als de vorige jaren, in het teken van de ontwikkelingen van de dekkingsgraad van het fonds. Ultimo verslagjaar bedraagt de dekkingsgraad 112,9% resp. 115,8% op basis van swaprentes danwel UFR-rentes. Het fonds is daarmee uit het kortetermijnherstelplan. Het langetermijnherstelplan is nog wel van kracht. Op het terrein van de pensioenen heeft de regering wettelijke veranderingen aangekondigd. Het bestuur bereidt zich hierop voor. De aangekondigde herziening van het Financieel Toetsingskader (FTK) en de inperking van het fiscale Witteveenkader raken de inhoud van de pensioenovereenkomst. Het bestuur heeft reeds de nodige stappen gezet in het kader van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen (hierna: WVBP) en de Code Pensioenfondsen. Profiel Stichting Pensioenfonds Astellas Het fonds is een ondernemingspensioenfonds verbonden aan de onderneming Astellas B.V. en de aan haar gelieerde ondernemingen. Het pensioenfonds heeft de stichting als rechtsvorm en is statutair gevestigd in Leiden. In overeenstemming met de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over boekjaar 2013. De in het verslag vermelde bedragen zijn op basis van duizenden euro, tenzij anders is aangegeven. Doelstelling Het doel van het fonds is het verzekeren en uitkeren van een ouderdomspensioen ten behoeve van de (gewezen) deelnemers. Dit ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en is een aanvulling op de AOW-uitkering die door de overheid wordt uitbetaald. Daarnaast verzekert het fonds nabestaandenpensioenen welke in geval van overlijden van de (gewezen) deelnemer aan diens partner en/of kinderen worden uitgekeerd. Bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer kan de pensioenverzekering worden voortgezet. De financiering van de pensioenvoorziening vindt plaats door bijdragen van werkgever en werknemers. De afspraken met betrekking tot de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling zijn vastgelegd in uitvoeringsovereenkomsten tussen het fonds en de ondernemingen. Het fonds heeft een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) opgesteld waarin gemotiveerd is omschreven welk beleid wordt gevoerd om de doelstelling van het fonds te kunnen nakomen. In de ABTN wordt nader ingegaan op de organisatie van het fonds, de inhoud van de pensioenregeling (pensioenovereenkomst), de financiële opzet (grondslagen, beleidskader en sturingsmiddelen), hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem inclusief risicomanagement en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle alsmede de hoofdlijnen van de uitvoeringsovereenkomst.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
9
Structuur Statuten De statuten van Stichting Pensioenfonds Astellas zijn in het verslagjaar gewijzigd. De vestigingsplaats is daarbij gewijzigd van Leiderdorp naar Leiden. Verder is artikel 7 lid 1 van de statuten gewijzigd. Niet langer wordt de eis gesteld dat kandidaat bestuurders tenminste een jaar deelnemer zijn of zijn geweest om tot bestuurder te kunnen worden benoemd. Bestuur Het bestuur, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de door de werkgever toegezegde pensioenregeling, bestaat uit vijf personen: twee bestuurders benoemd door de werkgever, twee bestuurders benoemd door de ondernemingsraad en een bestuurder gekozen door en uit de pensioengerechtigden. De bestuurders zijn benoemd voor een periode van vier jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Met ingang van 14 februari 2013 is de heer Beijert, na een verklaring van ‘geen bezwaar’ door DNB tot het bestuur toegetreden. Hij volgt de heer Feenstra op en heeft zitting in het bestuur namens de werknemers. Keuze inzake governance Per 1 januari 2014 is de WVBP van kracht. Deze wet heeft gevolgen voor de mogelijke bestuursmodellen van besturen van pensioenfondsen. Het bestuur heeft in 2013 de mogelijkheden onderzocht en de voorkeur uitgesproken voor het paritaire bestuursmodel, zonder toevoeging van externe deskundigen. Het intern toezicht wordt vormgegeven door een jaarlijkse visitatie. Tevens wordt de werkwijze met het verantwoordingsorgaan gecontinueerd. De bestuurders worden als zodanig niet bezoldigd. Het bestuur vergaderde vijfmaal in het verslagjaar. De belangrijkste aandachtspunten waren: –– de financiële positie van het fonds en de ontwikkelingen rondom het herstelplan; –– opstellen transitieplan en in het algemeen de overgang naar een nieuw pensioencontract; –– nieuwe wetgeving, zoals onder andere de WVBP; –– nieuwe governancemodel; –– het ‘Witteveenkader 2014’; –– risicobeheersing, onder andere door het houden van een risicobereidheidsonderzoek onder deelnemers en gepensioneerden; –– Richtlijnen Vermogensbeheer; –– deskundigheidstoets; –– de jaarstukken 2012. Rooster van benoemingen bestuurders per 31 december: A. Beijert
1-1-2013 t/m 31-12-2016
H.J.L. Janssen
1-1-2011 t/m 31-12-2014
V.A.W.M. Rot
1-1-2009 t/m 31-12-2014
D. Veenvliet
1-1-2012 t/m 31-12-2015
A.G.C. Vermazen
1-1-2014 t/m 31-12-2017
Verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft een verantwoordingsorgaan ingesteld, bestaande uit een vertegenwoordiger van de werkgever, een vertegenwoordiger van de deelnemers (benoemd door de ondernemingsraad van Astellas Pharma Europe B.V.) en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. Het bestuur vergadert minimaal tweemaal per jaar met het verantwoordingsorgaan.
10
Daarnaast zijn de leden van het verantwoordingsorgaan uitgenodigd bij een studiedag van het bestuur inzake de WVBP en de nieuwe governancestructuur van het fonds. De leden van het verantwoordingsorgaan worden als zodanig niet bezoldigd. Het bestuur legt jaarlijks verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan als vertegenwoordiger van de bij het fonds betrokken (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. Het bestuur heeft mevrouw Bovenhoff en de heer De Wolf in 2013 herbenoemd na een voordracht door de centrale ondernemingsraad resp. de werkgever. In dit jaarverslag wordt verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan ten aanzien van het door het bestuur in 2013 gevoerde beleid. Rooster van benoemingen verantwoordingsorgaan per 31 december: Mevrouw M.E. Bovenhoff
1-1-2008 t/m 31-12-2016
J.W.C.B. Schotel
18-9-2009 t/m 17-9-2015
A.C. de Wolf
1-1-2008 t/m 31-12-2016
Intern toezicht en visitatiecommissie In het kader van goed pensioenfondsbestuur draagt het bestuur zorg voor intern toezicht. Het bestuur heeft laatstelijk in 2012 een visitatie laten uitvoeren door VC Holland. De aanbevelingen van de visitatiecommissie zijn in 2013 door het bestuur opgepakt. In 2014 zal het bestuur wederom een visitatiecommissie de opdracht verschaffen het functioneren van het pensioenfonds te bezien. Als voorgeschreven door de WVBP zal het bestuur vanaf 2014 jaarlijks een visitatie laten verrichten door een visitatiecommissie. Compliance officer De compliance officer bewaakt dat de bestuurders de van toepassing zijnde gedragscode naleven. In het verslagjaar zijn door de compliance officer geen bijzonderheden gemeld. Communicatie De website van het fonds neemt een belangrijke plaats in bij de communicatie-activiteiten van het fonds. Op de website worden regelmatig nieuwsberichten gepubliceerd. Maandelijks wordt informatie verstrekt over de ontwikkeling van de dekkingsgraad van het fonds. Namens het bestuur is een bestuurder, de heer Rot, speciaal belast met het coördineren van de communicatie-activiteiten. Door de werkgever worden vanaf juli 2012 pensioenspreekuren georganiseerd voor de actieve deelnemers van het fonds. Deze spreekuren worden verzorgd door medewerkers van AZL. Uitbestede werkzaamheden De pensioenadministratie (deelnemersadministratie en pensioenbetalingen) en de financiële administratie worden verzorgd door AZL N.V. te Heerlen. Het vermogen van het fonds en de beleggingsadministratie worden eveneens beheerd door AZL. Deze activiteiten worden uitgevoerd door AZL Vermogensbeheer B.V. AZL Vermogensbeheer B.V. werkt hierbij op basis van de door het bestuur vastgestelde richtlijnen met betrekking tot het vermogensbeheer.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
11
Voor actuariële werkzaamheden en adviezen maakt het bestuur gebruik van de diensten van Towers Watson B.V. te Purmerend. Voor de waarmerking van de voorziening pensioenverplichtingen maakt het bestuur gebruik van de gesepareerde waarmerkende actuariële diensten van Towers Watson B.V. De controle van de administratie en de jaarrekening wordt verricht door KPMG Accountants N.V. te Utrecht. Het fonds heeft de rechten en plichten van de externe partijen vastgelegd in contracten met daarbij behorende Service Level Agreements (SLA’s). Wet en regelgeving Principes voor goed pensioenfondsbestuur/ Code Pensioenfondsen Het bestuur onderschrijft de principes voor goed pensioenfondsbestuur die de Stichting van de Arbeid heeft vastgesteld en die in de Pensioenwet zijn opgenomen. Per 1 januari 2014 is de Code Pensioenfondsen van kracht. Deze Code komt voor pensioenfondsen in de plaats van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. De Code is opgesteld door de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid, die hiermee normen hebben geformuleerd voor ‘goed pensioenfondsbestuur’. Hoewel deze Code formeel pas geldt per 1 januari 2014 is het bestuur van mening dat ook in 2013 inzake ‘goed pensioenfondsbestuur’ niet enkel naar de principes kan worden gekeken, maar dat ook de Code van belang is. Overeenkomstig de principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur in zijn statuten een procedure opgenomen teneinde zijn eigen functioneren, zowel van het bestuur als geheel als van de individuele bestuurders, jaarlijks te evalueren. Deze zelfevaluatie van het bestuur heeft plaatsvonden in het kader van de deskundigheidstoetsing, die door Aon Hewitt is uitgevoerd op deskundigheidsniveau 2 en afgerond met een plenaire sessie op 27 september 2013. De deskundigheid en benodigde vaardigheden per individuele bestuurder alsmede als collectief zijn op grond van deze deskundigheidstoets en zelfevaluatie als in ruim voldoende mate aanwezig beoordeeld. Daarnaast heeft het bestuur in het verslagjaar aandacht besteed aan verdere deskundigheidsbevordering. Het bestuur heeft in oktober 2013 een studiedag belegd waarbij aandacht is besteed aan de WVBP en de governance structuur van het bestuur. Deze studiedag werd verzorgd door medewerkers van AZL. Leden van het verantwoordingsorgaan waren aanwezig bij deze studiedag. In het verslagjaar hebben individuele bestuurders bijeenkomsten en seminars bijgewoond die door de Pensioenfederatie, AFM, AZL, DNB en Towers Watson zijn georganiseerd. Het bestuur is van mening dat het in het verslagjaar heeft voldaan aan de principes voor goed pensioenfondsbestuur en vooruitlopend aan de normen uit Code Pensioenfondsen en dat het heeft zorggedragen voor een integere bedrijfsvoering. In 2014 zal het bestuur aandacht besteden aan de naleving van de normen uit de Code Pensioenfondsen en deze, waar nodig, verwerken in de fondsdocumenten. Zo zal het bestuur in 2014 gezamenlijk met het verantwoordingsorgaan de normen uit de Code behandelen om te bezien in hoeverre het bestuur de normen reeds naleeft, waar het bestuur eventueel actie dient te ondernemen of van welke normen het bestuur gemotiveerd wenst af te wijken. De verantwoording over eventueel niet gevolgde normen door het bestuur wordt verwoord in de jaarverslagen van het fonds vanaf het jaarverslag over 2014.
12
Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen De WVBP, die per 1 januari 2014 van kracht is leidt tot een aantal aanpassingen van de Pensioenwet. Het bestuur heeft reeds in 2013 aandacht besteed aan het in overeenstemming brengen van haar fondsdocumenten met de WVBP. Dit proces zal in 2014 worden afgerond. Witteveenkader 2014 De pensioenregeling voldoet reeds aan de normen die het Witteveenkader voor 2014 als maximum normen aangeeft. Het bestuur leeft het Witteveenkader 2014 dan ook na door het opbouwpercentage van de regeling te handhaven op 1,75% per jaar en een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar te hanteren. Het bestuur zal in 2014 bezien of deze regeling aanpassing behoeft om aan de normen van het Witteveenkader 2015 te voldoen. Naleving wet- en regelgeving In het verslagjaar zijn aan het fonds geen dwangsommen of boetes opgelegd door de toezichthouder. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is de bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds gebonden aan toestemming van de toezichthouder. Vooruitblik 2014 Het bestuur heeft begin 2013 een transitieplan opgesteld. Dit plan is de ‘handleiding’ bij de transitie naar een nieuw pensioencontract eind 2014. CAO-partners hebben het plan omarmd en het bestuur van het fonds gevraagd een centrale en sturende rol in dit traject op te nemen. Het bestuur zal deze rol in 2014 verder op zich nemen. Met het oog op de wijzigingen heeft het bestuur besloten in 2014 een visitatie te laten uitvoeren zodat reeds in een vroeg stadium de stappen die reeds gezet zijn in het transitietraject kunnen worden bekeken door de visitatiecommissie. Begin 2014 zal het bestuur in samenspraak en met samenwerking van het verantwoordingsorgaan een selectie-traject starten voor mogelijke visitatiepartijen. Ten slotte zal het bestuur in 2014 zijn fondsdocumenten in overeenstemming brengen met de wijzigingen die voortvloeien uit de WVBP en voor zover nodig/ gewenst met de Code Pensioenfondsen. De pensioenregelingen van het fonds Met ingang van 1 januari 2006 bestaat de pensioenregeling voor de actieve deelnemers uit een middelloonregeling (uitkeringsovereenkomst) en een beschikbare premieregeling (premieovereenkomst). Middelloonregeling (DB-regeling): Het ouderdomspensioen bedraagt voor elk deelnemersjaar 1,75% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De pensioengrondslag wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld door van het pensioensalaris een franchise af te trekken. Indien de deelnemer in ploegendienst werkzaam is, wordt het pensioensalaris achteraf (na afloop van het kalenderjaar) verhoogd met de in het betreffende kalenderjaar ontvangen ploegendiensttoeslagen. In het verslagjaar is de franchise vastgesteld op € 16.406,- (was € 16.133,- over 2012); over dit deel van het salaris wordt geen aanvullend pensioen opgebouwd omdat de overheidsvoorzieningen (AOW) geacht worden dit gedeelte af te dekken. Het (vanaf 1 januari 2005) op te bouwen partnerpensioen bedraagt 70% van het ouderdomspensioen (tot 1 januari 2005: 80%). De tot 1 januari 2005 al opgebouwde aanspraken op partnerpensioen blijven gehandhaafd. Het partnerpensioen kan op de pensioendatum volledig of voor de helft worden ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen. Hiermee vervalt het recht op partnerpensioen geheel of gedeeltelijk en wordt een hoger ouderdomspensioen verkregen.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
13
De middelloonregeling kent een voorwaardelijke toeslagregeling: indien en voor zover de middelen van het fonds dit toelaten worden de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers alsmede de premievrije aanspraken en de ingegane pensioenuitkeringen van de inactieve deelnemers jaarlijks per 1 januari aangepast. Gelet op de dekkingsgraad ultimo 2012 (106,8%) heeft het bestuur in mei 2013 besloten om de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemer per 1 januari 2013 niet te verhogen. De ingegane pensioenen (pensioengerechtigden) en de pensioenaanspraken van de inactieve deelnemers (slapers) zijn met ingang van 1 januari 2013 evenmin verhoogd. De toeslagverlening voor zowel actieve als inactieve deelnemers is voorwaardelijk, dat wil zeggen afhankelijk van de eventuele overrendementen van het fonds. Er bestaat geen recht op toeslagverlening en het is ook voor de lange termijn niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. Pensioenspaarregeling (beschikbare premieregeling, DC-regeling): De pensioenspaarregeling is op 1 januari 2006 ingevoerd ter vervanging van de FUT-regeling die, in verband met VPL-wetgeving op 1 januari 2006, is beëindigd voor de deelnemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950. In de beschikbare premieregeling van het Pensioenfonds worden ten behoeve van de deelnemers door de werkgever maandelijks premies gestort. Na afloop van een kalenderjaar vindt een rendementsdeling plaats. Met de rendementsdeling wordt het behaalde beleggingsrendement, verminderd met kosten, verdeeld over alle (gewezen) deelnemers. De beschikbare premies worden collectief belegd conform het beleggingsbeleid van het pensioenfonds; de in mindering te brengen kosten hebben betrekking op de kosten van het vermogensbeheer en de administratiekosten welke zijn toe te rekenen aan de beschikbare premieregeling (pensioensparen). Met de door de werkgever afgedragen premies en de jaarlijkse rendementsdeling wordt een pensioenkapitaal gevormd waarmee de (gewezen) deelnemer op de pensioendatum een extra levenslang ouderdomspensioen (met pensioenleeftijd 65 jaar) kan aankopen dat dan samen met het in de middelloonregeling opgebouwde pensioen zal worden uitgekeerd. Net als bij aankoop/inkoop van pensioenen vanuit de FUT-regeling van Stichting FUT-fonds Astellas naar Stichting Pensioenfonds Astellas, zal ook bij aanwending van het in de beschikbare premieregeling van het Pensioenfonds opgebouwde pensioenkapitaal voor aankoop/inkoop van een extra levenslang ouderdomspensioen, een solvabiliteitskorting op het pensioenkapitaal van toepassing zijn. Financiële positie van het fonds Op 1 januari 2007 is het Financieel Toetsingskader (FTK, onderdeel van de Pensioenwet) in werking getreden. Onder het FTK-regime is de voorziening pensioenverplichtingen vastgesteld op basis van marktwaarde. De voorziening pensioenverplichtingen is in 2013 met € 0,4 miljoen toegenomen tot € 187,3 miljoen (2012: € 186,9 miljoen), hetgeen resulteert in een (aanwezige) dekkingsgraad van 112,9% op basis van swaprentes resp. 115,8% op basis van UFR-rente. Ultimo 2012 bedroeg de dekkingsgraad nog 106,8%. Voor 2012 en 2013 betreft dit de RTS met toepassing UFR. De voorziening pensioenverplichtingen is mede vastgesteld op basis van de van de AG-prognosetafel 2012-2062 rekening houdend met een verdere fondsspecifieke verfijning door toepassing van de ‘Towers Watson ervaringssterfte 2012’. Hierdoor wordt expliciet rekening gehouden met het opleidings- en loonniveau van de deelnemerspopulatie. Doordat het opleidings- en loonniveau van de deelnemers over het algemeen hoger ligt dan het Nederlands gemiddelde is de levensverwachting ook hoger dan het gemiddelde. De toegenomen levensverwachting heeft een neerwaartse invloed op de dekkingsgraad. De benodigde solvabiliteit onder FTK dient zodanig te zijn dat het fonds met 97,5% zekerheid in het volgend jaar nog voldoende vermogen heeft om de verplichtingen op marktconforme basis over te dragen. De benodigde solvabiliteit wordt bepaald met behulp van een door DNB aangereikt standaardmodel. De benodigde dekkingsgraad op basis van het risicoprofiel van het fonds bedraagt ultimo 2013 117,4%.
14
Artikel 129 van de Pensioenwet schrijft voor dat de te ontvangen premie ten minste gelijk dient te zijn aan de conform de ABTN te ontvangen kostendekkende premie. Door de actuaris is vastgesteld dat de ontvangen premie ten minste gelijk is aan de kostendekkende premie. Verder wordt opgemerkt dat het fonds sinds de oprichting nooit premies aan de werkgever heeft gerestitueerd. Herstelplan en herstelkracht In herinnering wordt gebracht dat de dekkingsgraad van het pensioenfonds door de gevolgen van de kredietcrisis ultimo 2008 lager was dan de minimaal vereiste dekkingsgraad. Er was eind 2008 daarom sprake van een reserve- en dekkingstekort. Deze tekorten zijn door het pensioenfonds onverwijld gemeld aan DNB. Het fonds heeft in 2009 gewerkt aan het opstellen van een korte- en een langetermijnherstelplan op basis van een actuele continuïteitsanalyse. Het fonds had ultimo 2013 een dekkingsgraad van 112,9% resp. 115,8% op basis van swaprentes dan wel UFR-rentes. Het fonds is daarmee per 31 december 2013 uit het kortetermijnherstelplan. Het langetermijnherstelplan is nog van kracht. Uitvoeringskosten In 2012 heeft de Pensioenfederatie de Aanbevelingen uitvoeringskosten van november 2011 verder uitgewerkt. Pensioenfondsen worden opgeroepen om de kosten van het pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten te publiceren. Deze kosten moeten naar de mening van de Pensioenfederatie volledig bekend zijn binnen het pensioenfonds en beschikbaar zijn voor deelnemers. De aanbevelingen luiden als volgt: –– Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer. –– Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen. –– Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen. Het fonds deelt de mening van de Pensioenfederatie en wenst volledige transparantie te realiseren ten aanzien van deze kosten. Dit gaat dus verder dan alleen de direct in de jaarrekening te verantwoorden kosten. Het transparant maken van alle kosten en mogelijk afzetten tegen een benchmark is daarbij een middel om de kosten verder te beheersen. Met onderstaand overzicht geeft het fonds gevolg aan de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Kostenoverzicht 2013 2012 2011 Pensioenbeheer Kosten in euro per deelnemer
€ 631
€ 591
Kosten in % van het gemiddeld belegd vermogen
0,50%
0,47%
Transactiekosten in % van het gemiddeld belegd vermogen
0,02%
0,02%
€ 645
Vermogensbeheer N.B.
Totale kosten vermogensbeheer in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,52% 0,49% Kosten van het pensioenbeheer bestaan uit de kosten van uitbesteding, bestuurskosten en de kosten van toezicht. De totale kosten bedragen 676.000 euro. Om de kosten per deelnemer te berekenen is conform de aanbeveling van de Pensioenfederatie het aantal deelnemers gedefinieerd als de som van het aantal actieve deelnemers en pensioengerechtigden. Gewezen deelnemers tellen dus niet mee. Dit in tegenstelling tot de methode ‘normdeelnemer’ waarbij elk type deelnemer een weging krijgt in het totale aantal deelnemers. Een pensioengerechtigde en gewezen deelnemer kosten immers minder dan een actieve deelnemer.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
15
Kosten van het vermogensbeheer kunnen in twee categorieën worden onderscheiden. De eerste categorie betreft de kosten zoals die in de jaarrekening zijn verwerkt. Daaronder vallen de beheervergoeding van de vermogensbeheerder(s) en overige beheervergoedingen zoals transactiekosten. Dit betreft een bedrag van 348.000 euro aan beheervergoedingen en 51.000 euro aan transactiekosten. De tweede categorie betreft kosten die rechtstreeks ten laste van het beleggingsrendement zijn gebracht. Deze kosten zijn dus niet inbegrepen in de kosten van de vermogensbeheerder(s) zoals opgenomen in de jaarrekening en zijn geschat op 751.000 euro. De totale kosten vermogensbeheer komen daarmee uit op circa 1.150.000 euro. Herverzekering Het fonds is vrijwel volledig zelf risicodragend. Alleen de individuele risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid zijn door middel van een (risico-)verzekering herverzekerd. Ter zake van het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico heeft het fonds ingaande 1 januari 2007 een herverzekeringsovereenkomst met Zwitserleven (onderdeel van SNS Reaal) afgesloten. De contractperiode is vijf jaar. De maximale dekking, ten gevolge van een catastrofe, bedraagt € 50 miljoen. De maximale aansprakelijkheid per deelnemer is gelijk aan € 2,5 miljoen. Bij het contract is sprake van winstdeling achteraf. De overeenkomst met Zwitserleven is met ingang van 1 januari 2012 verlengd. Hierbij is het bedrag van de maximale aansprakelijkheid per deelnemer verhoogd naar € 3 miljoen.
Risicoparagraaf Algemeen Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioenverplichtingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. In deze paragraaf wordt ingegaan op het beleid van het pensioenfonds en de risico’s die het pensioenfonds bij de uitvoering van zijn taken loopt. Voor de wijze waarop deze risico’s zijn afgedekt en een kwantificering van deze risico’s wordt verwezen naar de paragraaf “Financiële risico’s” in de jaarrekening. In 2010 heeft het fonds een risicoanalyse laten uitvoeren door Towers Watson. Uit de analyse blijkt dat het bestuur de risico’s niet alleen voldoende onderkent maar ook, voor zover mogelijk, afdekt en beperkt. Het bestuur monitort de risico’s op regelmatige basis. Hiervoor heeft het fonds een intern risicobeheersingssysteem opgesteld. Dit interne systeem is sinds 2012 volledig operationeel. Daarnaast beschikt het fonds vanaf mei 2012 over een financieel crisisplan. In dit plan is vastgelegd wat het bestuur onder een financiële crisis verstaat en welke maatregelen in een dergelijk geval worden ingezet. Beleid en risicobeheer Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de ABTN. Algemene leidraad voor het uitvoeren van zijn beheertaken is risicomijdend operationeel management. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: –– ALM-beleid en duration matching; –– dekkingsgraad; –– beleggingsbeleid; –– premiebeleid; –– toeslagbeleid; –– herverzekeringsbeleid; –– beleid ten aanzien van uitbesteding; –– risicomanagementbeleid; –– crisisplan.
16
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. De invloed van deze sturingsmiddelen op de financiële positie van het fonds wordt jaarlijks geëvalueerd. Bij deze evaluatie speelt zowel de huidige financiële positie, alsmede de financiële positie van het fonds in de toekomst, een rol. Bij de analyse wordt onder meer gebruik gemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Het bestuur heeft in 2010 een nieuwe ALM-studie laten verrichten door Towers Watson. Op basis van deze studie heeft het bestuur geconcludeerd dat de huidige beleggingsmix gehandhaafd wordt. Om te toetsen of het beleid op lange termijn tot de gewenste resultaten leidt, voert het pensioenfonds ten minste eens in de drie jaar een continuïteitsanalyse uit. Het fonds heeft deze continuïteitsanalyse in het jaar 2008 voor het eerst laten uitvoeren. In het kader van het opstellen van het herstelplan is deze continuïteitsanalyse in 2009 geactualiseerd. In 2012 is wederom een continuïteitsanalyse uitgevoerd door Towers Watson. Deze analyse is voor het bestuur geen aanleiding om beleidswijzigingen door te voeren. Het financiële model van DNB kent voor een aantal risicocategorieën vastgestelde scenario’s (‘schokken’). De hoofdletter ‘S’, aangevuld met een nummer achter een aantal risicocategorieën vertegenwoordigt de code die DNB in het risicomodel voor de desbetreffende risicocategorie hanteert. Bij de berekening van het vereist eigen vermogen (buffers) past het pensioenfonds de standaardmethode toe op basis van de zogenaamde wortelformule (S1 t/m S6). Kwantitatieve en kwalitatieve toelichtingen van deze risico’s zijn opgenomen in de “risicoparagraaf” in de jaarrekening. In 2012 heeft het bestuur besloten om op basis van actief beheer de risico’s bij het bepalen van het vereist eigen vermogen te berekenen. Dit heeft een lichte stijging van het vereist eigen vermogen tot gevolg. Het vereist vermogen wordt berekend op basis van zowel de feitelijke als de strategische beleggingsmix. De hoogste van beide wordt gehanteerd als zijnde het vereist eigen vermogen. Financiële risico’s Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het fonds betreft de solvabiliteit, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor eventuele toeslagverlening over de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De solvabiliteit wordt bepaald door de volgende risicocategorieën: –– Renterisico (S1); –– Marktrisico op zakelijke waarden (S2); –– Valuta risico (S3); –– Grondstoffenrisico (S4); –– Kredietrisico (S5); –– Verzekeringstechnisch risico (S6); –– Liquiditeitsrisico (S7); –– Concentratierisico (S8); –– Operationeel risico (S9 zie paragraaf: “Niet financiële risico’s”).
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
17
Renterisico (S1) Pensioenfondsen kennen doorgaans een langere looptijd voor hun verplichtingen dan voor hun bezittingen. Vanwege deze mismatch ondervindt een fonds renterisico. Immers bij een rentedaling zullen de verplichtingen sterker toenemen in waarde dan de bezittingen. Het standaardmodel van DNB bevat voorgeschreven rentescenario’s (verschuiving actuele rentetermijnstructuur via voorgeschreven rentefactoren) om het vereist eigen vermogen voor dit risico te bepalen. Om de aanwezige mismatch te beperken, dekt het fonds het renterisico gedeeltelijk –50%– af. Hierbij wordt een bandbreedte gehanteerd zodat minimaal 45% en maximaal 55% van het renterisico wordt afgedekt. Marktrisico op zakelijke waarden (S2) De waarden van aandelen en onroerend goed zijn onderhevig aan marktfluctuaties. Fondsen die een deel van hun vermogen in dergelijke zakelijke waarden hebben belegd, lopen hierdoor risico. Beleid van het fonds is om deze risico’s zoveel mogelijk te spreiden. Valutarisico (S3) Valutarisico betreft het risico dat de waarde van de beleggingen in vreemde valuta verslechtert als gevolg van veranderingen van vreemde valutakoersen. De kans dat de wisselkoers van vreemde valuta verslechtert ten opzichte van de euro betekent een risico voor een pensioenfonds omdat verplichtingen veelal in euro luiden en bezittingen (deels) in vreemde valuta. Dit risico is van belang voor zowel directe posities in een valuta, als voor beleggingen die gewaardeerd zijn in een andere valuta. Het beleid van het pensioenfonds is om het valutarisico voor 50% af te dekken. Grondstoffenrisico (S4) Fondsen die beleggen in grondstoffen (commodities) lopen het risico dat de waarde van deze beleggingen daalt. Het fonds heeft in 2013 niet in grondstoffen belegd. Kredietrisico (S5) Bij het kredietrisico dient het effect van de kredietwaardigheid van de tegenpartij tot uitdrukking te komen. Het kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze spread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid, risicovrij, tot uitkering zal komen. Het beleid van het fonds bepaalt dat alleen kredieten worden verleend aan hoogwaardige instellingen. Verzekeringstechnisch risico (S6) Naast de financiële risico’s staat het fonds bloot aan verzekeringstechnische risico’s. Binnen het verzekeringstechnische risico worden in principe alleen risico’s meegenomen die verband houden met sterfte. Het omvat de risico’s als gevolg van afwijkingen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). De sterftetrend zelf dient te worden meegenomen bij de bepaling van de voorziening voor risico fonds. Het verzekeringstechnisch risico van het fonds is miniem aangezien de premie-inkomsten hoger zijn dan de pensioenuitkeringen en de uitvoeringskosten. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Het liquiditeitsrisico van het fonds is miniem aangezien de premie-inkomsten hoger zijn dan de pensioenuitkeringen en de uitvoeringskosten.
18
Concentratierisico (S8) Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. In het algemeen geldt dat concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. Een portefeuille van leningen die sterk sectorgebonden is, kan door deze sectorconcentratie een verhoogd risico lopen. Indien aandelen in dezelfde sector worden aangehouden is sprake van een cumulatief concentratierisico. Het fonds heeft in de beleggingen spreiding aangebracht. Namelijk een geografische spreiding, spreiding in economische sectoren en spreiding in tegenpartijen. Inflatierisico Het pensioenfonds kent een voorwaardelijk toeslagbeleid en communiceert dit beleid, conform wettelijke voorgeschreven formuleringen, naar alle (gewezen) deelnemers, slapers en pensioengerechtigden. Door die communicatie is de kans zeer gering dat verwachtingen worden gewekt en juridische claims moeten worden gehonoreerd. Niet financiële risico’s Sponsorrisico Het pensioenfonds heeft een directe economische en contractuele band met de werkgever als sponsor van het pensioenfonds. Deze afhankelijkheid vertaalt zich in risico’s voor het pensioenfonds, de zogenaamde sponsorrisico’s. Voorbeelden van sponsorrisico’s zijn onder meer: faillissementsrisico, betalingsonmacht van de sponsor veroorzaakt door negatieve ontwikkelingen bij de sponsor, financieringsrisico, beëindiging van de relatie met de sponsor en belangenverstrengeling tussen het pensioenfonds en de sponsor. Omgevingsrisico Hieronder worden risico’s verstaan als gevolg van externe veranderingen. Gedacht kan worden aan veranderingen in de maatschappelijke wens om duurzaam te beleggen. Het fonds heeft een duurzaam beleggingsbeleid geïntroduceerd, dit beleid kan leiden tot een beperkter rendement. Operationeel risico (S9) Het operationeel risico is het risico op verlies als resultaat van inadequate of foutieve interne processen, mensen en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Operationele risico’s hebben een negatieve impact op een goede uitvoering van de pensioenregeling. Voor deze operationele risico’s geldt wel dat een verregaande reductie onevenredig veel inspanning en kosten met zich mee kan brengen. De operationele uitvoering geschiedt door AZL N.V. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee kwaliteitsgaranties tegemoet te komen heeft AZL er enkele jaren geleden voor gekozen om gecertificeerd te worden volgens de richtlijnen van SAS 70. Inmiddels bestaat SAS70 niet meer en is dit per 15 juni 2011 vervangen door de ISAE3402 rapportage. De ISAE 3402 rapportage bestaat uit een type I en een type II verklaring en hier worden de processen beschreven die de financiële verantwoording raken. Ook voor 2013 heeft AZL een ISAE 3402 type II rapportage en geeft de directie wederom een In Control Statement af. Het overleggen van de ISAE 3402-verklaring komt tevens tegemoet aan de Beleidsregel ‘Uitbesteding Pensioenfondsen’ waarin DNB heeft vastgesteld dat een pensioenfonds dat zijn administratie uitbesteedt aan een uitvoerder verantwoordelijk is en blijft voor een juiste administratie. Voorts beschikt het fonds over een intern risicobeheersingssysteem waarin alle procedures zijn beschreven.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
19
Uitbestedingsrisico’s Het bestuur heeft onder behoud van zijn verantwoordelijkheden een aantal werkzaamheden structureel uitbesteed. De uitbesteding van werkzaamheden aan een derde partij heeft tot gevolg dat het bestuur geen directe gezagsverhouding heeft met de personen die bij de derde partij feitelijk en dagelijks zijn belast met de uitvoering van die werkzaamheden. Het bestuur heeft voorts geen rechtstreeks zicht op en voert geen directe controle uit op administratieve processen, zoals uitbetaling van pensioenen, pensioenberekeningen e.d. Het bestuur erkent voorts dat aan de uitbesteding het risico is verbonden van discontinuïteit van de dienstverlening door AZL N.V. Bij alle uitbestedingsactiviteiten conformeert het fonds zich volledig aan de regelgeving van DNB op het gebied van uitbesteding. Het fonds beschikt voor iedere extern uit te voeren activiteit over een uitbestedingsovereenkomst die voldoet aan het bij of krachtens artikel 34 van de PW bepaalde. In voorkomende gevallen worden met de uitvoerende organisatie nadere afspraken omtrent procedures, processen, informatieverschaffing en te leveren diensten vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). In een SLA worden tenminste ook afspraken vastgelegd over de administratieve organisatie (AO), de autorisatie en procuratiesystemen en de interne controle (IC) van de uitvoerende organisatie. Voor wat betreft de uitbestedingsrisico’s kan worden opgemerkt dat het bestuur overleg heeft gevoerd met AZL N.V. over de dienstverlening inclusief de SLA. Om aan de behoefte van het bestuur aan zekerheid en daarmee aan kwaliteitsgaranties tegemoet te komen, heeft AZL N.V. ervoor gekozen om gecertificeerd te worden volgens de richtlijnen van ISAE 3402. Voor de meeste relevante processen is een beschrijving van de AO/IC opgesteld, die heeft geleid tot een beschrijving van de beheersingsmaatregelen voor de betreffende processen. Voorts wordt het bestuur door middel van periodieke rapportages van zowel de uitvoeringsorganisatie alsmede van externe adviseurs in staat gesteld de risico’s en fondssituatie goed te monitoren. IT risico De informatietechnologie is een belangrijke risicocategorie voor pensioenfondsen. Omdat het merendeel van de fondsen de IT hebben uitbesteed, is dit risico tot een uitbestedingsrisico verworden. Dit geldt ook voor Stichting Pensioenfonds Astellas. AZL heeft maatregelen genomen om het IT risico zoveel als mogelijk te beperken. Integriteitsrisico DNB verstaat hieronder het risico dat de integriteit van het pensioenfonds dan wel het financiële stelsel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel van de leiding, een en ander in het kader van weten regelgeving en maatschappelijke en door het fonds opgestelde normen. Bij de beheersing van dit risico kan gedacht worden aan onder meer gedragscodes en procesmatige waarborgen. Het fonds heeft een gedragscode en een compliance beleid opgesteld. Beide zijn een wettelijke verplichting en DNB ziet actief toe op naleving. DNB toetst voorts nieuwe bestuursleden. Juridische risico’s Een pensioenfonds loopt het risico in rechte aangesproken te worden. Ten einde dit risico te beperken kan het fonds maatregelen treffen. Eén risico is dat de fondsstukken niet voldoen aan de wettelijke bepalingen. Een tweede risico betreft het niet in voldoende mate vorm geven aan consistent beleid, dit maakt het fonds kwetsbaar indien het hierop wordt aangesproken. Een derde risico betreft het niet of onduidelijk communiceren naar partijen. Een vierde risico betreft aansprakelijkheid door het niet of niet goed uitvoeren door partijen die het fonds heeft ingehuurd. Met betrekking tot bovengenoemde risico’s heeft het bestuur de volgende maatregelen genomen: 1. Het fonds heeft AZL en Towers Watson als bestuursadviseur aangesteld. AZL en Towers Watson toetsen bij wetswijzigingen de fondsstukken en stellen waar nodig wijzigingen voor aan het Bestuur.
20
2. Het fonds ziet erop toe dat besluitvorming consistent en goed gedocumenteerd plaatsvindt. Deze documentatie zorgt ervoor dat ook derden de inhoud en werking van dit beleid kunnen volgen. 3. Het fonds werkt volgens een communicatieplan. Dit plan bewaakt de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Hiernaast heeft het fonds eigen communicatiedoeleinden. 4. Met alle ingehuurde partijen zijn contractuele afspraken gemaakt. Partijen dienen regelmatig te rapporteren over het wel of niet voldoen aan de gemaakte afspraken. Daar waar mogelijk heeft het pensioenfonds activiteiten gescheiden ondergebracht, waardoor er een mechanisme ontstaat van controle van de ene door de andere partij. Jaarlijks vinden er controles plaats door actuaris en accountant op de uitvoering door het fonds. Materiële onvolkomenheden worden door hen gerapporteerd. Het bestuur draagt er zorg voor dat zij voldoende kennis en kunde bezit om haar verantwoordelijkheid te kunnen dragen. De hierboven genoemde risico’s zijn niet limitatief maar de juiste afdekking van deze genoemde risico’s geven wel een indicatie over de juridische weerbaarheid van het pensioenfonds.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
21
Beleggingen Beleggingsbeleid van het fonds 1. Algemeen Het belegde vermogen van het fonds is in 2013 met € 21,2 miljoen toegenomen naar € 232,0 miljoen. Dit vermogen is wereldwijd belegd in aandelen, vastrentende waarden en vastgoed. Een zeer beperkt gedeelte van het vermogen wordt aangehouden in de vorm van liquiditeiten. De normgewichten voor de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën zijn niet gewijzigd ten opzichte van ultimo 2012. De normweging voor vastrentende waarden is in 2013 derhalve gehandhaafd op 60%; aandelen op 30% en vastgoed op 10%. De afwijkingen ten opzichte van de normgewichten waren gedurende het jaar beperkt. Ter beheersing van het risico van renteveranderingen voor de dekkingsgraad wordt een gedeelte van het renterisico afgedekt. Hiervoor maakt het fonds gebruik van zowel vastrentende beleggingen (obligaties) als rentederivaten (swaps). Deze rentegevoelige beleggingen zijn opgenomen in een zogenaamde matching portefeuille, gericht op het beheersen van het renterisico van de verplichtingen van het fonds. Deze matching portefeuille bestaat uit staatsleningen, bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit (welke tenminste een BBB kredietrating hebben) en renteswaps. Met deze portefeuille wordt ongeveer 50% van het renterisico van de verplichtingen afgedekt. Ter beheersing van het valutarisico dekt het pensioenfonds het valutarisico van de belangrijkste valuta’s binnen de aandelen- en vastgoed portefeuille strategisch af. Hiertoe wordt met behulp van valutatermijn contracten ongeveer 50% van de feitelijke valuta blootstelling naar de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en het Britse pond afgedekt. Het fonds voert een duurzaam beleggingsbeleid ten aanzien van haar beleggingen. Mede in dit kader heeft het fonds belangen in enkele beleggingsfondsen waarin een actief uitsluitingsbeleid wordt gevoerd op grond van uitgangspunten voor verantwoord beleggen. De gehanteerde uitsluitingscriteria in deze fondsen betreffen schending van de kernrechten van de mens, ernstige vormen van kinderarbeid, dwangarbeid, zware milieuvervuiling, controversiële wapens, vrijheid van vakvereniging en betrokkenheid bij corruptie. 2. Vastrentende waarden De vastrentende portefeuille was ultimo boekjaar 2013 volledig belegd in euro’s. De vastrentende beleggingen zijn ondergebracht in twee deelportefeuilles. De deelportefeuille staatsleningen kent een normweging van 85% en de deelportefeuille bedrijfsobligaties kent een normweging van 15%. Aan het begin van het boekjaar was de deelportefeuille staatsobligaties onderwogen ten opzichte van de norm en was de deelportefeuille bedrijfsobligaties overwogen ten opzichte van de norm. In de loop van het boekjaar is het relatieve belang in bedrijfsobligaties licht afgenomen. Een belangrijke reden hiervoor was de afgenomen extra vergoeding die ontvangen wordt op bedrijfsobligaties ten opzichte van staatsleningen. Binnen staatsobligaties waren de beleggingen gedurende een groot gedeelte van het jaar geconcentreerd in de landen die kunnen bogen op een zogenaamde ‘AAA’ kredietbeoordeling. Omdat Nederland eind november bij kredietbeoordelaar S&P haar ‘AAA’ status verloor, daalde het gewicht aan ‘AAA’ beoordeelde staatsobligaties in de portefeuille.
22
3. Aandelen Met betrekking tot de aandelenportefeuille geldt een normweging van 50% voor Europese aandelen. Voor aandelenbeleggingen in de Verenigde Staten geldt een normweging van 30%. Naar Japan, de Pacific-regio (exclusief Japan) en Opkomende markten worden strategisch respectievelijk 8%, 5% en 7% gealloceerd. Bij aanvang van het boekjaar was de categorie aandelen Opkomende Markten overwogen. Echter, gedurende het jaar werd deze overweging (ten opzichte van het normgewicht) teruggebracht naar een onderwogen positionering. Aanleiding voor deze onderweging werd ingegeven door de verminderde korte termijn economische vooruitzichten voor deze groeilanden. De allocatie van het aandelenvermogen naar Japan was gedurende het grootste deel van het boekjaar hoger dan de normweging. De allocaties naar Europa, de Verenigde Staten en de regio Pacific ex Japan waren gedurende het grootste deel van het jaar in lijn met de normwegingen. Ultimo boekjaar was de situatie als volgt: Regio
Allocatie versus normweging
Europa +0,4% Verenigde Staten
-0,1%
Japan +1,0% Pacific ex Japan
-0,2%
Opkomende markten
-1,0%
Voor de feitelijke invulling van de aandelenbeleggingen in Europa en de Verenigde Staten wordt gebruik gemaakt van zogenaamde multimanager fondsen. Dit zijn beleggingsfondsen die het belegde vermogen spreiden over meerdere fondsbeheerders. In Japan zijn de beleggingen gespreid over twee managers met complementaire stijlen. In de Pacific-regio (exclusief Japan), wordt gebruikt gemaakt van een zogenaamde index tracker, een belegging die als doelstelling heeft het zo nauwkeurig mogelijk volgen van de marktindex in de betreffende regio. Ultimo 2013 was de feitelijke allocatie naar aandelen hoger dan het normgewicht: 33,8% van het vermogen versus een normgewicht van 30%. 4. Onroerend goed De beleggingen in onroerend goed zijn onderverdeeld in twee categorieën: beursgenoteerd en niet beursgenoteerd. Voor beursgenoteerd onroerend goed hanteert het pensioenfonds een normweging van 70%. De overige 30% van de normweging voor onroerend goed wordt gerealiseerd door middel van participaties in twee fondsen. Het ene fonds richt zich op de Nederlandse woningmarkt en het andere is een breed gespreid fonds voor niet-beursgenoteerde vastgoed beleggingen in Europa. De beleggingen in beursgenoteerd vastgoed zijn verdeeld in twee beleggingsfondsen (Europa en wereldwijd). De allocatie naar onroerend goed is het gehele jaar lager geweest dan het normgewicht. Aan het eind van 2013 was er nog steeds sprake van een onderweging van de beleggingscategorie Onroerend goed: de feitelijke allocatie was 8,5% van het belegde vermogen versus een normgewicht van 10%. 5. Valutarisico Het pensioenfonds kent een valutabeleid dat er op gericht is om strategisch 50% van de feitelijke valutarisico’s af te dekken. Binnen nauwe bandbreedtes kan van deze norm worden afgeweken. Ultimo 2013 is 48,2% van de feitelijke positie in Amerikaanse dollar afgedekt. Voor het Britse pond is dat 47,6% en van de positie in Japanse yen is 47,6% afgedekt.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
23
6. Renterisico Het pensioenfonds kent een renterisicobeleid dat er op gericht is om 50% van de zogenaamde modified euroduratie (maatstaf voor rentegevoeligheid) van de VPV af te dekken door middel van vastrentende waarden en renteswaps. Binnen nauwe bandbreedtes kan van deze norm worden afgeweken. Wanneer de VPV per 31 december 2013 als uitgangspunt wordt genomen, is per einde boekjaar 51% van de Euroduratie van de VPV afgedekt. Voor de waardering van de verplichtingen is hierbij gebruik gemaakt van de swapcurve. 7. Rendement Over het gehele jaar realiseerde de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds een rendement van 4,77%. De samengestelde benchmark van het fonds steeg in 2013 met 2,82% in waarde. Ten opzichte van de samengestelde index presteerden de beleggingen van het fonds dus aanmerkelijk beter. Het rendement van de matching portefeuille (inclusief swaps) bedroeg -5,9%. Hoewel deze portefeuille in 2013 een verlies realiseerde, was dit verlies kleiner dan het verlies van de benchmark van de matching portefeuille (de marktwaarde ontwikkeling van de VPV). Op basis van de swapcurve daalde deze benchmark met -6,74%. Het rendement van de aandelenbeleggingen stak eveneens positief af bij de samengestelde benchmark. De portefeuille realiseerde een rendement van 23,1% versus 18,9% voor de benchmark. De aandelenbeleggingen in Noord Amerika, Europa en Japan presteerden bovengemiddeld. De beleggingen in vastgoed realiseerden een negatief rendement (-0,32%), hetgeen volledig te wijten was aan niet beursgenoteerde beleggingen. De beursgenoteerde vastgoed beleggingen realiseerden een bescheiden plus over het gehele jaar. De afdekking van een deel van het valutarisico droeg positief bij aan het rendement van de beleggingen. Als gevolg van de stijging van de euro ten opzichte van de afgedekte valuta’s leidde de afdekking tot een positieve bijdrage van 0,67% aan het rendement van de beleggingen. 8. Corporate Governance Sinds het voorjaar van 2005 neemt het fonds haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door uit hoofde van haar aandeelhouderschap stemrecht uit te oefenen op aandeelhoudersvergaderingen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Het grootste gedeelte van de beleggingen van het pensioenfonds zijn momenteel ondergebracht in beleggingsfondsen. Sedertdien stemt Altis, een onderdeel van ING Investment Management Integrated Client Solutions, namens het pensioenfonds tijdens vergaderingen van beleggingsfondsen, mits zij, gezien hebbende de onderwerpen, dit nodig acht. Zo nodig, neemt zij vooraf contact op met het pensioenfonds met betrekking tot, door haar, als controversieel ervaren onderwerpen ter stemming. 9. Maatschappelijk verantwoord beleggen; uitsluitingsbeleid Bij het vaststellen en het uitvoeren van het beleggingsbeleid wordt niet alleen rekening gehouden met financiële en risicoaspecten, maar ook met aspecten die van belang zijn voor een duurzame en sociale ontwikkeling van de maatschappij. Bij die aspecten komen onder meer ethische kwesties en milieu aangelegenheden aan de orde. Het bestuur betrekt informatie over duurzame economische groei –vaak van niet-financiële aard– bij zijn analyses van de kwaliteit van ondernemingen waarin wordt belegd en brengt het belang daarvan tevens onder de aandacht van haar dienstverleners zoals externe vermogensbeheerders. Mede in dit kader heeft het fonds belangen in enkele beleggingsfondsen waarin een actief uitsluitingsbeleid wordt gevoerd op grond van uitgangspunten voor verantwoord beleggen. De gehanteerde uitsluitingscriteria in deze fondsen zijn kernrechten van de mens, ernstige vormen van kinderarbeid, dwangarbeid, zware milieuvervuiling, controversiële wapens, vrijheid van vakvereniging, geen
24
dwangarbeid en geen betrokkenheid bij corruptie. Eind 2013 stonden voor wat betreft Europa 13 beursgenoteerde ondernemingen op de uitsluitingslijst, in Noord Amerika betrof het 22 ondernemingen en in de rest van de wereld 38 ondernemingen. Benchmarks In het boekjaar 2013 werden de volgende benchmarks gehanteerd. Vastrentende waarden: Het fonds heeft een matching portefeuille (vastrentende waarden plus renteswaps) gericht op het volgen van 50% van de veranderingen in de marktwaarde van de technische voorziening. Aandelen: Composite met een samenstelling analoog aan de geografische normverdeling van 50% Europa, 30% Verenigde Staten, 8% Japan, 5% Pacific (exclusief Japan) en 7% Opkomende Markten op basis van MSCI-indices. Onroerend goed: Composite op basis van meerdere GPR indices (70%) en 30% ROZ/IPD Woningen index. Totaal: Composite op basis van de normverdeling van het vermogen (60% vastrentende waarden, 30% aandelen, 10% onroerend goed) en de bijbehorende benchmark per beleggingscategorie.
Leiden, 13 juni 2014 Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Astellas
de voorzitter
de secretaris
D. Veenvliet
A.G.C. Vermazen
bestuurslid bestuurslid A. Beijert
V.A.W.M. Rot
bestuurslid H.J.L. Janssen
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
25
26
Verslag van het Verantwoordingsorgaan
Verslag Verantwoordingsorgaan Algemeen Naar aanleiding van de principes voor goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur met ingang van 1 januari 2008 een verantwoordingsorgaan ingesteld. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit een vertegenwoordiger van de werkgever, een vertegenwoordiger van de deelnemers en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid om na afloop van ieder boekjaar een oordeel te vormen over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur gevoerde beleid en over beleidskeuzes voor de toekomst. Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan het recht advies uit te brengen over een aantal onderwerpen, waaronder de vorm, inrichting en samenstelling van het interne toezicht alsmede het vaststellen en wijzigen van het communicatiebeleid. Bevindingen Het verantwoordingsorgaan is in 2013 twee keer in vergadering bijeen gekomen. Daarnaast heeft in 2013 twee keer een gezamenlijke vergadering plaatsgevonden tussen het bestuur (inclusief adviseurs) en het verantwoordingsorgaan. Leden van het verantwoordingsorgaan hebben verder gesprekken gevoerd met het bestuur om inzicht te krijgen in het handelen van het bestuur, en hebben inzage gekregen in de notulen en besluitenlijsten van de bestuursvergaderingen. Ten aanzien van het jaarverslag heeft het verantwoordingsorgaan een bestuurvergadering in de periode na afloop van het verslagjaar bijgewoond waarin het 2013 jaarverslag gedetailleerd werd besproken met de externe accountant en de externe certificerend actuaris. Gedurende deze vergadering werden inhoudelijke discussies gevoerd en werden vragen van het verantwoordingsorgaan op deskundige wijze door het bestuur beantwoord. Het verantwoordingsorgaan is tevreden met de opvolging van haar aanbeveling van vorig jaar ten aanzien van communicatie met belanghebbenden, waarbij vooral het in juli 2013 uitgevoerde risicobereidheidsonderzoek waardevolle informatie verschaft. Een samenvatting van dit onderzoek staat elders in dit jaarverslag vermeld. Bovendien is naar de mening van het verantwoordingsorgaan het informatieniveau van het jaarverslag wederom verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Op beleidsgebied heeft het verantwoordingsorgaan geconstateerd dat er in 2013 met name aandacht is besteed aan voorbereiding ten aanzien van transitie naar een nieuw pensioencontract. De bepaling, en daarmee de invoering, van het nieuwe FTK is echter uitgesteld zodat een zinvolle brede communicatie over een nieuw pensioencontract niet heeft plaatsgevonden gedurende het verslagjaar. Vooralsnog is dit nu voorzien voor 2014, afhankelijk van de politieke voortgang en de gegunde periode voor implementatie. Het verantwoordingsorgaan doet de aanbeveling om communicatie tijdig en op gepaste wijze aandacht te blijven geven, zeker wanneer de politieke contouren van het pensioencontract voldoende helder en zeker zijn. Het verantwoordingsorgaan zal zich in 2014 vooral richten tot het bestuur om inzicht te verkrijgen over de beleidsvisie en acties ten aanzien van deze ontwikkelingen. Tijdens een speciale studiedag in 2013 hebben het pensioenfondsbestuur en leden van het verantwoordingsorgaan zich laten informeren over de wet versterking bestuur en nieuwe bestuursmodellen voor pensioenfondsen. Na uitgebreide discussies heeft
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
27
het bestuur gekozen voor een paritair bestuursmodel, waarbij gekozen is voor intern toezicht middels een visitatiecommissie en handhaving van het verantwoordingsorgaan. Deze besluiten worden door het verantwoordingsorgaan gesteund. Als gevolg van het premiebeleid is de kostendekkende pensioenpremie in 2013 licht gestegen. Er zijn in 2013 wederom geen kortingsmaatregelen toegepast. Zoals weergegeven in het bestuursverslag zijn in 2013 geen toeslagen verleend. Het verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat de aanbevelingen in het rapport van de visitatiecommissie aangaande de in 2012 uitgevoerde visitatie in 2013 door het pensioenfondsbestuur zijn opgevolgd. Oordeel Het verantwoordingsorgaan is van oordeel dat het bestuur op deskundige en toereikende wijze heeft gehandeld gedurende het verslagjaar 2013, en daarbij een overwegend evenwichtig en consistent beleid heeft gevoerd waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen zijn. Het verantwoordingsorgaan is voorts van mening dat het bestuur er in geslaagd is de principes voor goed pensioenfondsbestuur in hun algemeenheid na te leven. Leiden, 13 juni 2014
De leden van het verantwoordingsorgaan
J.W.C.B. Schotel
A.C. de Wolf
M.E. Bovenhoff
voorzitter
secretaris
lid
Reactie van het bestuur op het verslag van het Verantwoordingsorgaan Het bestuur waardeert de betrokkenheid en de inzet van de leden van het verantwoordingsorgaan ten zeerste. Het bestuur is tevreden met het oordeel van het verantwoordingsorgaan dat het bestuur op een deskundige en toereikende wijze heeft gehandeld gedurende het verslagjaar 2013, en daarbij een overwegend evenwichtig en consistent beleid heeft gevoerd waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen zijn. Uiteraard zal het bestuur ook in de komende jaren dit beleid continueren. Het bestuur is blij te constateren dat het verantwoordingsorgaan tevreden is met de opvolging van haar aanbeveling over het verslagjaar 2012 ten aanzien van communicatie met belanghebbenden. Het bestuur onderschrijft daarbij de waarde van het in juli 2013 uitgevoerde risicobereidheidsonderzoek. Met het verantwoordingsorgaan is het bestuur van mening dat het informatieniveau en leesbaarheid van het jaarverslag wederom verbeterd is ten opzichte van vorig jaar. Het bestuur zal zich blijven inspannen de leesbaarheid van het jaarverslag te vergroten en wijst erop dat het ook dit jaar weer een verkort jaarverslag laat opstellen om zoveel mogelijk deelnemers te kunnen bereiken. De aanbeveling van het verantwoordingsorgaan om communicatie tijdig en op gepaste wijze aandacht te blijven geven, zeker wanneer de politieke contouren van het pensioencontract voldoende helder en zeker zijn onderstreept het bestuur ten volste. Het bestuur bedankt de leden van het verantwoordingsorgaan en spreekt de wens uit de komende jaren op dezelfde open en constructieve wijze te blijven samenwerken. Het bestuur zal het verantwoordingsorgaan alle medewerking blijven verlenen zodat dit orgaan haar taak naar behoren kan blijven uitvoeren.
Leiden, 13 juni 2014
28
Samenvatting van het rapport Risicobereidheidsonderzoek In juli 2013 heeft het bestuur van het Pensioenfonds Astellas in samenwerking met Intomart GfK en Zegwaart Consultancy een risicobereidheidsonderzoek uitgevoerd onder de deelnemers en pensioengerechtigden van Stichting Pensioenfonds Astellas. De resultaten van het onderzoek zijn te vinden op de documentenpagina van de website. De conclusies op basis van de resultaten zijn nu ook getrokken. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn onder te verdelen in vier categorieën, te weten Algemeen, Regeling specifiek, Risicobereidheid deelnemers en pensioengerechtigden en Communicatie. Algemeen –– De resultaten laten een consistent beeld zien, met enige differentiatie naar geslacht, leeftijd, inkomen en opleiding. –– Het oordeel over het functioneren van het pensioenfonds is positief. –– Op hoofdlijnen is de kennis over pensioen iets boven het niveau dat de onderzoekers aantreffen bij andere fondsen. Regeling specifiek –– De deelnemers geven een voorkeur aan om collectief pensioen op te bouwen binnen een aan de onderneming verbonden fonds boven een individuele regeling. –– Tot op zekere hoogte zelf het moment bepalen waarop met pensioen kan worden gegaan, wordt positief gewaardeerd. –– De geënquêteerden hebben een voorkeur voor een regeling met een “zekere” bodem, met daarboven een mogelijkheid van “iets extra”, ongeacht hoe die vorm wordt gegeven. Risicobereidheid deelnemers en pensioengerechtigden –– Risicovoller beleggen, zoals onder andere in aandelen waardoor de kans op hoger rendement gecreëerd wordt, maar tevens met een risico voor negatieve rendementen, wordt begrepen en onderschreven. –– De mate van risico die de deelnemers acceptabel vinden in combinatie met de verwachte uitkering die de voorkeur krijgt, correspondeert met een beleggingsmix van globaal 60% aandelen (nu 40%, dit is inclusief 10% in vastgoed fondsen) en 40% vast rentende waarden (nu 60%). De getallen zijn indicatief. Zie ook de opmerking over het verschil in risicobereidheid tussen jongeren en ouderen. –– De achterban steunt in relatief grote mate scenario’s waarbij de bandbreedte tussen de verwachte uitkering en de uitkering als het tegenzit groot is. –– Bij jongeren bestaat een grotere terughoudendheid tot het nemen van (beleggings-)risico’s dan bij ouderen in het fonds. Communicatie –– Hoewel het oordeel over de communicatie van het fonds positief is, is er wel ruimte voor verbetering. te denken valt dan over de frequentie en leesbaarheid. –– Ook zou men graag meer geïnformeerd willen worden over het beleggingsbeleid.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
29
30
Jaarrekening
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
31
Balans per 31 december (na resultaatverdeling; in duizenden euro)
Activa 2013 2012 Beleggingen voor risico pensioenfonds [1] Vastgoed beleggingen
19.575
18.031
Zakelijke waarden
78.193
64.297
131.153
115.928
Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Af: beleggingen voor risico deelnemers
8.267 20.520 0
8
-16.360
-13.112
220.828 205.672 Beleggingen voor risico deelnemers [2] Beleggingen Nog toe te kennen rendement 2013/2012
15.418 11.845 942
1.267
16.360 13.112 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [3]
77
100
Vorderingen en overlopende activa [4]
4.637
5.547
Liquide middelen [5]
1.579
410
Totaal activa 243.481 224.841
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal
32
onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Passiva 2013 2012 Reserves Algemene reserve [6]
-2.989
-18.780
Beleggingsreserve [7]
32.623
31.429
29.634 12.649 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [8] Voorziening Sociaal Plan [9]
187.260
186.419
0
440
187.260 186.859 Voorzieningen voor risico deelnemers Voorziening pensioensparen [10] Voorziening rendementdeling [11]
15.418
11.845
942
1.267
16.360 13.112 Kortlopende schulden en overlopende passiva [12]
10.227
12.221
Totaal passiva 243.481 224.841
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de balans, die een integraal
onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
33
Staat van baten en lasten (in duizenden euro)
2013 2012 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds [13] Directe beleggingsopbrengsten
3.395
3.670
Indirecte beleggingsopbrengsten
5.805
19.021
-348
-314
Kosten van vermogensbeheer
8.852 22.377 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers [14]
981
1.305
Premiebijdragen van werkgevers en werknemers [15]
11.410
10.535
Premiebijdragen voor risico deelnemers [16]
2.300
2.133
Saldo van aanspraken en verplichtingen [17]
2.050
1.577
Saldo van aanspraken en verplichtingen voor risico deelnemers [18] 70 19 Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers [19]
-30
-162
Pensioenuitkeringen [20] -4.159 -3.959 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds [21] Toevoeging pensioenopbouw Toevoeging indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor uitkeringen
-8.780
-8.053
0
-2
-670 -2.584 4.170
3.972
208
199
Wijziging marktrente
7.114
-10.629
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
-2.253
-1.496
Overige mutaties
-759
454
Mutatie IBNR voorziening
129
0
0
-3.659
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
Opslag i.v.m. overlevingskansen
-841 -21.798
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een
34
integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
2013 2012 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen [22]
-23
-19
Mutatie voorziening Sociaal Plan [23]
440
-96
Mutatie voorziening pensioensverplichtingen voor risico deelnemers [24] Mutatie voorziening pensioensparen Mutatie voorziening rendementdeling
-3.573
-2.115
325
-1.141
-3.248 -3.256 Herverzekering [25] -102 -198 Pensioenuitvoeringskosten [26] -676 -611 Pensioenuitvoeringskosten voor risico deelnemers [27]
-39
-39
Saldo van baten en lasten
16.985
7.808
Bestemming van het saldo Beleggingsreserve 1) Algemene reserve
1.194 4.039 15.791
3.769
16.985 7.808
1)
De beleggingsreserve is gelijk aan het vereist eigen vermogen dat conform DNB aangehouden dient te worden.
[..] De tussen haken vermelde nummers verwijzen naar corresponderende nummers in de toelichting op de staat van baten en lasten, die een
integraal onderdeel uitmaakt van de jaarrekening.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
35
Kasstroomoverzicht (in duizenden euro)
2013 2012 Pensioenactiviteiten Ontvangsten Premieontvangsten van werkgevers en werknemers
12.412
12.787
Uitkeringen uit herverzekering
392
383
Overgenomen verplichtingen
2.984
1.748
15.788 14.918 Uitgaven Uitbetaalde pensioenen
-4.157
-3.944
Overgedragen verplichtingen
-358
-29
Premies herverzekering
-454
-32
Pensioenuitvoeringskosten
-648 -475
-5.617 -4.480 Beleggingsactiviteiten Ontvangsten Directe beleggingsopbrengsten Verkopen en aflossingen beleggingen
2.777
3.734
25.541
37.129
28.318 40.863 Uitgaven Aankopen beleggingen Kosten van vermogensbeheer
-36.963
-50.529
-357
-470
-37.320 -50.999 Mutatie liquide middelen
1.169
302
Saldo liquide middelen 1 januari
410
108
Saldo liquide middelen 31 december
1.579
410
36
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Het doel van Stichting Pensioenfonds Astellas, statutair gevestigd te Leiden (hierna ‘het fonds’) is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden; tevens verstrekt het fonds uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van de volgende aangesloten ondernemingen: Astellas B.V. en Astellas Pharma Europe B.V. Toepassing richtlijnen volgens de overeenstemmingsverklaring Stichting Pensioenfonds Astellas heeft bij de samenstelling van dit jaarverslag de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en BW2 Titel 9 toegepast. De beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post “vorderingen of schulden uit hoofde van effectentransacties”. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
37
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar Euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Voorzieningen voor risico deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Waardering Vastgoed beleggingen De ter beurze genoteerde aandelen in vastgoedbeleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Zakelijke waarden De ter beurze genoteerde aandelen worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Vastrentende waarden De ter beurze genoteerde obligaties worden gewaardeerd tegen de beurswaarde ultimo boekjaar. De niet ter beurze genoteerde fondsen worden gewaardeerd tegen hun actuele waarde, zijnde de intrinsieke waarde ultimo boekjaar, waarbij de onderliggende beleggingen zijn gewaardeerd op marktwaarde. Hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor participaties in hypothekenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op staatsobligaties met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen. Deposito’s worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor deposito’s is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde in het algemeen gering.
38
Derivaten Beleggingen in beursgenoteerde derivaten worden gewaardeerd tegen de op 31 december bekende marktprijzen. Beleggingen welke onderhands zijn gekocht, waarvoor geen directe marktwaardering beschikbaar is, worden gewaardeerd op basis van actuele marktparameters. RJ 610 schrijft voor dat derivaten met een negatieve waarde op de passivazijde van de balans moeten worden weergegeven. Overige beleggingen Overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Beleggingen voor risico deelnemers De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico polishouders zijn gelijk aan die voor de beleggingen die voor rekening van het fonds worden aangehouden. Herverzekeringen Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening voor pensioenverplichtingen. Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als kapitaalcontracten worden gewaardeerd voor de waarde van het verzekerde risico op basis van de grondslagen van het contract. Bij de waardering van de vorderingen wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar (afslag voor kredietrisico). Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Beleggingsreserve De beleggingsreserve is berekend conform de FTK-methodiek (wortelformule DNB). Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toezeggingen tot) toeslagen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentecurve. Voor 2011 (vergelijkende cijfers) betrof dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Voor 2012 en 2013 betreft dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve (ultimo 2013 hogere rente) wordt gehanteerd. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
39
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of toeslagen op de opgebouwde pensioenaanspraken worden verleend. Alle per balansdatum bestaande besluiten tot toeslag-verlening (ook voor besluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex-ante- condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt tevens rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: Sterfte Volgens de AG Prognosetafel 2012-2062 inclusief Towers Watson 2012 ervaringssterfte. Ervaringssterfte Er wordt rekening gehouden met het verschil in overlevingskansen tussen de werkende en de totale bevolking door toepassing van de fondsspecifieke Towers Watson 2012 ervaringssterfte. Intrest Conform de rentetermijnstructuur van de nominale marktrente per 31 december 2013 zoals gepubliceerd door DNB. Gehuwdheid Het nabestaandenpensioen is gebaseerd op een bepaald partnersysteem. Leeftijdsverschil Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op drie jaar gesteld (man ouder dan vrouw). Kosten Voor kosten zijn de verplichtingen 5% verhoogd. Herverzekeringsdeel technische voorziening Deze voorziening is opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers. Voorziening toekomstige opbouw Sociaal Plan (voorheen voorziening toekomstige opbouw 55+) In verband met een doorgevoerde reorganisatie is voor een aantal deelnemers die 55 jaar of ouder zijn, conform het overeengekomen sociaal plan, een voorziening gevormd. Omdat er geen deelnemers meer zijn is deze voorziening in 2013 vrijgevallen in de reserve. Voorzieningen voor risico deelnemers Voorziening pensioensparen Deze voorziening bestaat uit de door de werkgever in het kader van de beschikbare premieregeling (hoofdstuk 3 van het Pensioenreglement 2006) ten behoeve van de deelnemers gedane stortingen (beschikbare premiebijdragen). De voorziening wordt jaarlijks verhoogd (of verlaagd) met een rendementdeling (deze vindt na afloop van het boekjaar plaats vanuit de hiertoe gevormde voorziening rendementdeling) alsmede verlaagd met de onttrekkingen vanuit de voorziening pensioensparen naar de voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening in verband met omzetting van pensioenspaarkapitaal in pensioenuitkeringen en/of pensioenaanspraken (inkoop). Daarnaast kan de voorziening pensioensparen worden verhoogd of verlaagd als gevolg van inkomende respectievelijk uitgaande waardeoverdrachten.
40
Voorziening rendementdeling De voorziening rendementdeling dient jaarlijks per 1 januari van het volgende boekjaar als rendementdeling toegevoegd te worden aan de pensioenspaarkapitalen van de beschikbare premieregeling in het Pensioenfonds. Ten behoeve van vaststelling van het rendementdelingspercentage wordt de voorziening rendementdeling gedeeld door het gemiddeld pensioenspaarkapitaal van het betreffende jaar. Aan de voorziening rendementdeling worden de netto beleggingsopbrengsten toegevoegd die kunnen worden toegerekend aan de beschikbare premieregeling (onder aftrek van de kosten vermogensbeheer). Tevens worden de administratiekosten in mindering gebracht die kunnen worden toegerekend aan de beschikbare premieregeling alsmede het totaal van de in het betreffende boekjaar reeds tussentijds verleende rendementdelingen. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden zoveel mogelijk aan het jaar waarop ze betrekking hebben toegerekend. Directe beleggingsopbrengsten Onder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vastrentende waarden verstaan de rente-opbrengst verminderd met de kosten; bij de zakelijke waarden wordt hieronder verstaan het bruto-dividend verminderd met de kosten. De intresten van overige activa en passiva worden opgenomen op basis van nominale bedragen. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van aandelen, leningen op schuldbekentenis en obligaties; gerealiseerde koersverschillen bij (af )lossingen van leningen op schuldbekentenis en obligaties; boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis; gerealiseerde koersverschillen bij optie- en futuretransacties; valutaverschillen met betrekking tot obligaties, deposito’s en bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijntransacties; niet-gerealiseerde koersverschillen inzake aandelen, leningen op schuldbekentenis en obligaties. Bestemming saldo Het saldo van de staat van baten en lasten wordt ultimo boekjaar gedoteerd of onttrokken aan de beleggingsreserve conform de grondslagen. Het daarna resterende saldo wordt toegevoegd dan wel onttrokken aan de algemene reserve.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
41
42
Toelichting op de balans per 31 december (in duizenden euro) Activa [1] Verloop van de beleggingen voor risico pensioenfonds Niet
Stand
Aankopen/ Gerealiseerde gerealiseerde
Stand
ultimo Verstrek- Verkopen koers- koers- ultimo
Categorie
2012
kingen aflossingen verschillen verschillen
2013
Vastgoed beleggingen Aandelen vastgoedmaatschappijen 18.031 1.953 -109 -1 -299 19.575
18.031 1.953 -109
-1 -299 19.575
Zakelijke waarden Beleggingsfondsen in aandelen
64.297
3.854
-4.800
64.297 3.854 -4.800
720
14.122
78.193
720 14.122 78.193
Vastrentende waarden Obligaties
94.308 22.645 -2.400
-22 -5.625 108.906
Vastrentende beleggingsfondsen
21.620 10.779 -10.779
-41
115.928 33.424 -13.179
668 22.247
-63 -4.957 131.153
Derivaten Swaps
20.219
Valutatermijntransacties
0 -5.653 -734 -5.589 8.243
301 0 -1.725 1.424 24 24 20.520
0 -7.378
690 -5.565 8.267
Overige beleggingen AZL AES
8 0 -8 0 0 0
8 0 -8 0 0 0
Af: beleggingen voor risico deelnemers Belegd vermogen activa zijde
-13.112
-2.306
0
0
-942
-16.360
205.672
36.925
-25.474
1.346
2.359
220.828
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
43
Niet
Stand
Aankopen/ Gerealiseerde gerealiseerde
Stand
ultimo Verstrek- Verkopen koers- koers- ultimo
Categorie
2012
kingen aflossingen verschillen verschillen
2013
Derivaten Swaps
-9.372 37 0 0 2.092 -7.243
-9.372 37 0 0 2.092 -7.243
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
196.300
36.962
-25.474
1.346
4.451
213.585
De beleggingen bevatten geen beleggingen in de premiebijdragende ondernemingen. Er zijn geen beleggingen uitgeleend en er is geen sprake van security lending. Aansluiting beleggingen, voor risico fonds en voor risico deelnemers, vóór en na toepassing Look Through (t.b.v. de Risicoparagraaf ): Stand
Stand
Categorie
Over-
Te vorderen
Debiteuren
Toepassing
risico
ultimo
Liquide
lopende
dividend
crediteuren
Look
paragraaf
2013
middelen
intrest
belasting
effecten
Through
2013
Onroerende zaken 19.575 0 0 7 0 -7 19.575 Zakelijke waarden 78.193 0 0 0 0 -1.483 76.710 Vastrentende waarden 131.153 0 2.502 0 0 437 134.092 Derivaten
1.024
Overige beleggingen Totaal
0 -611
0 157
0
0
0 -574 -161
0
-3 1.627 1.781
229.945 157 1.891 7 -3 0 231.997
Stand
Stand
Categorie
Over-
Te vorderen
Debiteuren
Toepassing
risico
ultimo
Liquide
lopende
dividend
crediteuren
Look
paragraaf
2012
middelen
intrest
belasting
effecten
Through
2012
Onroerende zaken 18.031 0 0 9 0 -9 18.031 Zakelijke waarden 64.297 0 0 0 0 -1.376 62.921 Vastrentende waarden 115.928 0 2.091 0 0 -124 117.895 Derivaten
11.148 0 -819 0 0 24 10.353
Overige beleggingen Totaal
44
8
80
0
0
-2 1.485 1.571
209.412 80 1.272 9 -2 0 210.771
Methodiek bepaling marktwaarde (op basis van look trough) Level 1: Directe marktwaardering: beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd). Level 2: Afgeleide marktwaardering: geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet actieve markt met niet-significante prijsafspraken (gebaseerd op aannames en schattingen). Level 3: Modellen en technieken: marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beïnvloeden.
Level 3
Modellen en
Level 1
Level 2
technieken
Directe
Afgeleide
niet
Categorie
Vastgoed beleggingen Zakelijke waarden Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen Totaal belegd vermogen
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
markt- markt- notering
15.598
gebaseerd ultimo
noteringen op marktdata
0
Stand
3.977
2013
19.575
76.710 0 0 76.710 134.092 0 0 134.092 0 -161
0 -161
1.785
0
-4
1.781
228.185
-161
3.973
231.997
45
Collateral Voor de beheersing van het rente- en valutarisico maakt het pensioenfonds onder andere gebruik van niet-beursgenoteerde derivaten. Deze derivaten worden afgesloten met een of meerdere tegenpartijen. Ter bescherming tegen het niet nakomen van de overeengekomen afspraken zijn ISDA overeenkomsten afgesloten met (potentiele) tegenpartijen. Daarin wordt onder meer geregeld in welke gevallen onderpand ter beschikking moet worden gesteld (en van welke kwaliteit). Ultimo 2013 had het pensioenfonds onderpand ontvangen ter waarde van € 4,5 miljoen van drie tegenpartijen, Rabobank 3 miljoen, Deutsche Bank en Royal Bank of Scotland 1,5 miljoen. Aan een ander tegenpartij (Credit Suisse) was onderpand ter waarde van € 4 miljoen ter beschikking gesteld.
Tegenpartij
Uitgevende instelling
Instrument
Marktwaarde Collateral
Credit Suisse
Netherlands King
5.500 JAN 15 28
-2.192
Credit Suisse
Germany(Fed Rep)
4.750 JUL 04 34
-209
Credit Suisse
Netherlands King
4.000 JUL 15 16
-1.581
Barclays
Netherlands King
5.500 JAN 15 28
-41
-4.023
Tegenpartij
Ontvangen collateral
Instrument
Marktwaarde Collateral
Rabobank
France(Govt OF)
4.750 APR 25 35 OAT
1.817
Rabobank
Netherlands King
4.000 JUL 15 19
1.138
Deutsche Bank
France(Govt OF)
0.100 JUL 25 21
16
Royal Bank of Scotland
Netherlands King
4.000 JUL 15 18
1.534
Royal Bank of Scotland
Netherlands King
4.000 JUL 15 19
48
4.553 Totaal 530
46
2013 2012 [2] Beleggingen voor risico deelnemers Stand ultimo boekjaar Per 1 januari volgend jaar toe te kennen rendement huidig boekjaar
15.418
11.845
942
1.267
16.360 13.112 [3] Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand per 1 januari
100
119
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
-23
-19
Stand per 31 december
77
100
[4] Vorderingen en overlopende activa Lopende intrest en nog te ontvangen dividend Vastrentende waarden
2.502
Derivaten
1.387 1.270
Subtotaal lopende intrest en nog te ontvangen dividend
2.091
3.889
3.361
Overige vorderingen Dividendbelasting Verzekeringsmaatschappijen Astellas B.V. Stichting FUT-fonds Astellas: overdrachten spaarkapitaal Vooruitbetaalde kosten
7 9 662 94 8
1.312
71
766
0
5
Subtotaal overige vorderingen
748
2.186
Totaal vorderingen en overlopende activa
4.637
5.547
De vorderingen en overlopende activa hebben een kortlopend karakter. [5] Liquide middelen –– Kas Bank N.V. Depotbank –– ING Bank N.V.
157
80
1.422
330
1.579 410 De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
47
Passiva 2013 2012 Reserves [6] Algemene reserve Stand 1 januari
-18.780
-22.549
Dotatie uit bestemming saldo
15.791
3.769
Stand 31 december
-2.989
-18.780
[7] Beleggingsreserve Stand 1 januari Dotatie uit bestemming saldo
31.429
27.390
1.194
4.039
Stand 31 december
32.623
31.429
Totaal eigen vermogen
29.634
12.649
Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt Het vereist eigen vermogen bedraagt
8.427 32.623
De dekkingsgraad is
4,5%
8.409
4,5%
17,4%
31.429
16,8%
115,8%
106,8%
De dekkingsgraad is vastgesteld als het totaal vermogen gedeeld door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds. De berekening is als volgt: (243.481 -/- 16.360 -/- 10.227) / 187.260 x100% = 115,8% Technische voorzieningen [8] Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Stand 1 januari
186.419
164.621
8.780
8.053
0
2
Mutaties: –– Toevoeging pensioenopbouw –– Toevoeging indexering en overige toeslagen –– Rentetoevoeging –– Onttrekking voor uitkeringen
670 2.584 -4.170
-3.972
-208
-199
–– Wijziging marktrente
-7.114
10.629
–– Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
2.253
1.496
–– Overige mutaties
759
-454
–– Mutatie IBNR voorziening
-129
0
0
3.659
–– Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
–– Wijziging overlevingstafels
Stand 31 december
48
187.260
186.419
2013 2012 De voorziening pensioenverplichtingen, zijnde de contante waarde van de toekomstige pensioenbetalingen waartoe het fonds zich heeft verplicht, kan als volgt worden gespecificeerd: –– Actieven –– Arbeidsongeschikten
80.855 82.746 2.570 2.590
–– Premievrijen
38.557 39.563
–– Ingegane pensioenaanspraken
65.278
Totaal
61.520
187.260 186.419
[9] Voorziening Sociaal Plan Stand 1 januari
440
344
Mutatie resultaat
-440
96
Stand 31 december
0
440
Totaal technische voorzieningen
187.260
186.859
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers [10] Voorziening pensioensparen Stand 1 januari Dotatie ten laste van het resultaat
11.845
9.730
3.573
2.115
Stand 31 december
15.418
11.845
[11] Voorziening rendementdeling Stand 1 januari
1.267
125
1 januari: vrijval rendementdeling vorig boekjaar
-1.267
-125
942
1.267
Dotatie boekjaar: rendement huidig boekjaar
Stand 31 december
942
1.267
Totaal voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
16.360
13.112
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
49
2013 2012 [12] Kortlopende schulden en overlopende passiva Derivaten (negatieve posities)
7.243
9.374
Derivaten overlopende interest
1.998
2.089
2
2
Crediteuren effecten Actuaris Accountant Administrateur
42 61 33 22 211 205
Dubbel ontvangen IWO
83
0
Nog te verwerken IWO
18
141
Loonheffingen en sociale lasten
101
99
Astellas B.V. (rek crt AO)
358
0
0
17
DNB bijdrage AON Vooruitontvangen premie Overige
11 0 125
211
2 0
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
10.227
12.221
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Met KPMG, Towers Watson, AZL N.V. Heerlen en AZL Vermogensbeheer B.V. zijn meerjarige contracten afgesloten. Verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen tussen het fonds en de sponsor, de aangesloten ondernemingen en hun bestuurders. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders. De bestuurders waarvoor dit geldt, nemen deel aan de pensioenregeling van het fonds onder de algemeen geldende voorwaarden, zoals die ook voor de overige deelnemers gelden. De negatieve derivaten posities hebben een langlopend karakter.
50
Toelichting op de staat van baten en lasten (in duizenden euro) Bezoldiging bestuurders De bestuurders van Stichting Pensioenfonds Astellas hebben in 2013 geen bezoldiging ontvangen. Personeel Gedurende het boekjaar 2013 had Stichting Pensioenfonds Astellas geen personeel in dienst.
Baten en lasten
2013
2012
[13] Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten Vastgoed beleggingen Zakelijke waarden Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingsopbrengsten Liquide middelen Intrest waardeoverdrachten
132
111
3
3
3.595
3.305
-345 241 0
3
3.385 3.663 0
2
10
5
Totaal directe beleggingsopbrengsten
3.395
3.670
Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde resultaten: Vastgoed beleggingen
-1
0
720
223
Vastrentende waarden
-63
-99
Derivaten
690 475
Zakelijke waarden
Valutaverschillen banken
66
-1
Gerealiseerde resultaten
1.412
598
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
51
2013 2012 Niet-gerealiseerde resultaten: -299
2.876
Zakelijke waarden
Vastgoed beleggingen
14.122
8.790
Vastrentende waarden
-4.957
6.019
Derivaten
-3.473 2.066
Overige beleggingen
0
-6
Niet-gerealiseerde resultaten:
5.393
19.745
Naar risico deelnemers
-1.000
-1.322
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
5.805
19.021
Kosten vermogensbeheer -343
-310
Bewaarloon effecten
Beheerloon vermogensbeheerder
-24
-21
Naar risico deelnemers
19
17
-348 -314 Totaal beleggingsopbrengsten voor risico fonds
8.852
22.377
[14] Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Beleggingsopbrengsten minus kosten vermogensbeheer
981
1.305
981 1.305 [15] Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Werknemersbijdragen Bijdragen inactieve deelnemers Werkgeversbijdragen Bijdrage FVP regeling
3.234 2.967 17
32
8.147 7.526 12
10
11.410 10.535 De premiebijdragen van werkgevers en werknemers bedragen in totaal 28,1% (2012 28,1%) van de pensioengrondslag. De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate verantwoord.
52
2013 2012 Feitelijke premie 1)
11.514 10.728
Kostendekkende premie
11.325
10.409
Gedempte premie
11.484
10.514
–– Actuarieel benodigd
8.780
8.053
–– Opslag in stand houden vereist vermogen
1.985
1.798
560
558
0
0
De kostendekkende premie is als volgt samengesteld:
–– Opslag voor uitvoeringskosten –– Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening
11.325 10.409
De gedempte premie is als volgt samengesteld: –– Actuarieel benodigd
8.971
8.141
–– Opslag in stand houden vereist vermogen
1.953
1.809
560
564
0
0
–– Opslag voor uitvoeringskosten –– Actuarieel benodigd ten behoeve van toeslagverlening
11.484 10.514
[16] Premiebijdragen voor risico deelnemers Stortingen DC regeling
2.300
2.133
2.300 2.133 [17] Saldo van aanspraken en verplichtingen Overgenomen pensioenverplichtingen: –– Spaarkapitaal van Stichting FUT-fonds Astellas –– Overgenomen van andere pensioenfondsen –– Ontvangen spaarkapitaal uit DC (t.b.v. inkoop rechten)
931
1.209
1.481
235
30
161
-358
-28
-34
0
Overgedragen pensioenverplichtingen: –– Overgedragen naar andere pensioenfondsen –– Overgedragen spaarkapitalen naar andere pensioenfondsen
2.050 1.577
1)
De premie van € 11.410 wordt verminderd met de eigen bijdrage van sociaal planners € 9 en vermeerderd met de financiering uit de voorziening Sociaal Plan € 60 en de
arbeidsongeschiktheidsrente herverzekering € 53.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
53
2013 2012 [18] Saldo van overdrachten van rechten voor risico deelnemers Overgenomen inzake DC
70
19
70 19 [19] Onttrekking beleggingen voor risico deelnemers Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten
-30
-162
-30 -162 [20] Pensioenuitkeringen Ouderdomspensioen
-3.184 -2.856
Partnerpensioen
-452 -365
Prepensioen
-488 -703
Wezenpensioen (Extra) arbeidsongeschiktheidspensioen
-34 -30 -1
-5
-4.159 -3.959 [21] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor
risico pensioenfonds
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
-8.780 -8.053 0
-2
-670 -2.584 4.170
3.972
208
199
Wijziging marktrente
7.114
-10.629
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
-2.253
-1.496
Overige mutaties
-759
454
Mutatie IBNR voorziening
129
0
0
-3.659
Opslag i.v.m. overlevingskansen
-841 -21.798
[22] Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Stand 1 januari Stand 31 december
100
119
77
100
Mutatie -23 -19 [23] Mutatie voorziening Sociaal Plan Mutatie uit resultaat
54
440 -96
2013 2012 [24] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor
risico deelnemers
Mutatie voorziening pensioensparen Stortingen: –– Premies DC regeling
-2.300
-2.133
-70
-19
–– Onttrekkingen t.b.v. inkoop rechten
30
162
–– Onttrekkingen t.b.v. uitgaande waardeoverdrachten
34
0
-1.267
-125
–– Overgenomen pensioenverplichtingen Onttrekkingen:
Rendement: –– Toekenning rendement vorig boekjaar
-3.573 -2.115 Mutatie voorziening rendementdeling Vrijval: toekenning rendement vorig boekjaar Dotatie: rendement huidig boekjaar
1.267
125
-942
-1.266
325 -1.141
Totale mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers -3.248 -3.256 [25] Herverzekeringen Premievrijstelling i.v.m. arbeidsongeschiktheidsrisico
-173
-156
Premie overlijdensrisico
-254
-206
Overlijdensuitkering
272 118
Bijdragen herverzekeraar t.b.v. deelnemers met premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid
53
46
-102 -198
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
55
2013 2012 [26] Pensioenuitvoeringskosten Administratie Accountant (onderzoek van de jaarrekeningen en jaarstaten) Accountant (andere controleopdrachten) Actuaris De Nederlandsche Bank
-483 -375 -30
-22
-13
0
-137 -184 -15
-17
Contributie Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen
-5
-5
AFM
-1 -2
Opleidingskosten
-1 -15
AON Visitatiecommissie Bestuurs- en vergaderkosten Diversen Kosten voor risico deelnemers
-11 0 0 -15 -9
-14
-10 -1 -715 -650 39
39
-676 -611 [27] Pensioenuitvoeringskosten voor risico deelnemers
-39
-39
Saldo van baten en lasten
16.985
7.808
2013 2012 Actuariële analyse van het resultaat Interest Bijdragen
15.023 8.919 2.010 1.854
Overdrachten
-169 81
Sterfte
-597 460
Voorziening Sociaal-Plan
662
0
Kosten
92 146
Diversen
-36 -3.652
16.985 7.808
56
Risicoparagraaf (in duizenden euro) In de risicoparagraaf binnen het bestuursverslag is het beleid rond risicobeheersing uiteengezet. Hierna worden een aantal specifieke risico’s nader toegelicht en gekwantificeerd. Conform de berekeningen van het Vereist eigen vermogen in het Actuarieel rapport is de risicoparagraaf gebaseerd op basis van het doorkijkbeginsel (lookthrough-principe) en wordt er rekening gehouden met recente ontwikkelingen zoals het gebruik van de UFR. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste financieel risico voor het Pensioenfonds is het niet kunnen nakomen van de pensioentoezeggingen. Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode vastgelegd om te kunnen toetsen of het aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aantal specifieke risico’s op te kunnen vangen (het standaardmodel). Het eigen vermogen van het pensioenfonds is per 31 december 2013 kleiner dan het vereist eigen vermogen volgens het standaard model, waardoor het pensioenfonds in een reservetekort verkeert. Jaarlijks vindt toetsing plaats aan de hand van dit standaardmodel. De verschillende standaard risicofactoren hierin worden benoemd onder de noemer S1 tot en met S6. Naast de standaard risicocomponenten (S-componenten) is in de bepaling van het vereist eigen vermogen ook rekening gehouden met het additionele risico als gevolg van actief beheer. Dit risico wordt verwerkt binnen de berekening van de S2 middels een aanpassing van de standaard schokken.
2012 nieuwe
2013
methode
2012 oude methode
€ % % € %
Renterisico (S1)
11.605 2,2 1,8 10.417 5,6
Zakelijke waarden risico (S2)
23.251
Valutarisico (S3) Grondstoffenrisico (S4) Kredietrisico (S5) Verzekeringstechnisch risico (S6)
8,8
9,2
23.187
12,4
8.828 1,3 1,0 7.659 4,1 0 0,0 0,0 0 0,0 87 0,0 0,0 179 0,1 6.418 0,7 0,7 6.432 3,4
Diversificatie-effect
-17.566 4,4 4,1 -16.445 -8,8
Vereist eigen vermogen (strategisch)
32.623
17,4
16,8
31.429
16,8
Aanwezige dekkingsgraad 115,8 106,8 106,8 Minimaal vereiste dekkingsgraad 104,5 104,5 104,5 Vereiste dekkingsgraad 117,4 116,8 116,8
De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het Pensioenfonds (minus de passiefposten Kortlopende schulden en overlopende passiva en Herverzekeringsdeel technische voorzieningen) te delen door de Voorziening pensioenverplichtingen (plus Overige technische voorzieningen). Het afgelopen jaar is deze, op grondslagen van het Pensioenfonds, toegenomen van 106,8% (2012) tot 115,8% (2013).
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
57
Renterisico Dit is het effect van de meest ongunstige wijziging van de rente/rentetermijnstructuur volgens de tabel in de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Doorgaans zal dit een rentedaling betreffen. Een daling van de rente leidt tot een verhoging van de TV en tot een waardestijging van de vastrentende waarden. Het saldo van deze beide effecten geeft het renterisico weer. Bij Stichting Pensioenfonds Astellas wordt er naar gestreefd om 50% van het renterisico af te dekken door middel van “durationverlenging” en renteswaps. De duration van de verplichtingen is ca. 19 De duration van de staatsleningen (inclusief derivaten) is ca. 14 De duration van de credits is ca. 5 Het renterisico van de verplichtingen wordt afgedekt via de matching portefeuille (de vastrentende waarden portefeuille in combinatie met renteswaps). Zakelijke waarden risico Mogelijke waardedalingen van beleggingen voor het vastgoed en de aandelen zijn in het hiervoor genoemde standaardmodel begrepen. Hiervoor wordt een gedifferentieerde berekening naar categorieën van markten en beleggingen uitgevoerd. Ter zake van het zakelijke waarden risico worden risico-inschattingen aan de hand van de in de markt gebruikelijke risicoparameters gemaakt. In het beleggingsbeleid wordt met dergelijke risico’s rekening gehouden door ondermeer een toepassing van voldoende spreiding in de beleggingsportefeuille naar categorieën, markten en dergelijke. De volatiliteit van de marktwaarden (prijsrisico’s) van beleggingen wordt periodiek geëvalueerd en kan leiden tot bijstellingen in het vermogensbeheer.
2013 2012
€ % € %
Verdeling zakelijke waarden per categorie: Ontwikkelde markten (Mature markets) Opkomende markten (Emerging markets)
72.230
94,2
57.778
91,8
4.480
5,8
5.143
8,2
76.710 100,0 62.921 100,0
Valutarisico De pensioenverplichtingen luiden in euro’s, de mogelijke risico’s als gevolg van valutakoersontwikkelingen komen daarom alleen bij de beleggingen tot uitdrukking. Het valutarisico is voor 50% afgedekt. Zonder afdekking van valutarisico loopt het pensioenfonds risico bij een daling van vreemde valuta ten opzichte van de euro. Door meer dan 100% van het risico af te dekken loopt het fonds risico bij een stijging van vreemde valuta ten opzichte van de euro. Het valutarisico wordt berekend aan de hand van een scenario waarbij wordt uitgegaan van een waardedaling van de beleggingen in vreemde valuta van 20%. Het valutarisico is het totale negatieve effect op de waarde van alle beleggingen als gevolg van dit scenario. Afdekking van het valutarisico vindt plaats via derivatencontracten.
58
2013 2012
€ % € %
Vastgoed beleggingen Onroerende zaken naar valuta vóór afdekking met derivaten Euro
8.320 42,5 8.406 46,6
Amerikaanse dollar
4.360 22,3 3.542 19,6
Australische dollar
696 3,6 750 4,2
Canadese dollar
635 3,2 542 3,0
Britse pound sterling
1.249
Hongkongse dollar
1.107 5,7 832 4,6
6,4
922
5,1
Japanse yen
1.364 7,0 1.398 7,8
Zweedse kronen
508 2,6 494 2,7
Singaporese dollar
315 1,6 378 2,1
Zwitserse francs
675 3,4 236 1,3
Overige valuta
346 1,7 531 3,0
19.575 100,0 18.031 100,0
Onroerende zaken naar valuta na afdekking met derivaten Euro
11.904 60,9 9.003 49,9
Amerikaanse dollar
2.182 11,1 3.064 17,0
Australische dollar
696 3,6 750 4,2
Canadese dollar
635 3,2 542 3,0
Britse pound sterling
489
Hongkongse dollar
2,5
854
4,7
1.107 5,7 832 4,6
Japanse yen
718 3,7 1.347 7,5
Zweedse kronen
508 2,6 494 2,7
Singaporese dollar
315 1,6 378 2,1
Zwitserse francs
675 3,4 236 1,3
Overige valuta
346 1,7 531 3,0
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
19.575 100,0 18.031 100,0
59
2013 2012
€ % € %
Zakelijke waarden Zakelijke waarden naar valuta vóór afdekking met derivaten Euro
20.905 27,3 16.429 26,1
Amerikaanse dollar
22.193 28,9 18.548 29,5
Australische dollar
2.555 3,3 2.296 3,6
Canadese dollar
897 1,2 791 1,3
Britse pound sterling
9.527
Deense kronen
1.287 1,7 826 1,3
12,4
8.151
13,0
Hongkongse dollar
2.287 3,0 2.051 3,3
Japanse yen
7.096 9,3 5.523 8,8
Koreaanse won
576 0,8 560 0,9
Indiase roepi
441 0,6 402 0,6
Noorse kronen
728 0,9 741 1,2
Singaporese dollar
660 0,9 674 1,1
Zweedse kronen
1.124 1,5 1.133 1,8
Zwitserse francs
3.562 4,6 2.698 4,3
Overige
2.872 3,6 2.098 3,2
76.710 100,0 62.921 100,0
Zakelijke waarden naar valuta na afdekking met derivaten Euro
41.153 53,6 35.686 56,7
Amerikaanse dollar
11.105 14,5 8.096 12,9
Australische dollar
2.555 3,3 2.296 3,6
Canadese dollar
897 1,2 791 1,3
Britse pound sterling
3.728
4,9
2.244
3,6
Deense kronen
1.287 1,7 826 1,3
Hongkongse dollar
2.287 3,0 2.051 3,3
Japanse yen
3.735 4,9 2.625 4,2
Koreaanse won
576 0,8 560 0,9
Indiase roepi
441 0,6 402 0,6
Noorse kronen
728 0,9 741 1,2
Singaporese dollar
660 0,9 674 1,1
Zweedse kronen
1.124 1,5 1.133 1,8
Zwitserse francs
3.562 4,6 2.698 4,3
Overige
2.872 3,6 2.098 3,2
60
76.710 100,0 62.921 100,0
2013 2012
€ % € %
Vastrentende waarden Vastrentende waarden naar valuta vóór afdekking met derivaten Euro
132.849 99,1 117.181 99,4
Britse pound sterling
485
Amerikaanse dollar
758 0,5 393 0,3
Australische dollar
0,4
321
0,3
0 0,0 0 0,0 134.092 100,0 117.895 100,0
Vastrentende waarden naar valuta na afdekking met derivaten Euro
134.092 100,0 117.181 0
Amerikaanse dollar
0 0,0 393 0,3
Australische dollar
0 0,0 0 0,0
0,0
321
99,4
Britse pound sterling
0,3
134.092 100,0 117.895 100,0
Derivaten Ter afdekking van de valutarisico’s op de effectenportefeuille zijn er door de vermogensbeheerders valutatermijntransacties afgesloten. De post valutatermijntransacties bestaat uit de volgende transacties, omgerekend in euro per 31 december 2013:
aankoop
verkoop
uiterlijke
transacties transacties einddatum Euro
23.856 17 maart 2014
Amerikaanse dollar
4.007 17 maart 2014
Pound sterling
13.266 17 maart 2014
Japanse yen
6.559 17 maart 2014
23.856 23.832 Indien de afrekening van deze transacties op 31 december 2013 zou hebben plaatsgevonden dan zou het af te rekenen bedrag € 24 duizend hoger uitvallen dan overeengekomen (ongerealiseerde resultaat van € 24 duizend). Grondstoffenrisico Het fonds belegt niet in grondstoffen.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
61
Kredietrisico Voornamelijk wordt belegd via fondsen die aan de hand van mandaten gemanaged worden. Een van de aspecten daarbij is het beheersen van kredietrisico’s. Bij het kredietrisico dient het effect van de kredietwaardigheid van de partijen, waarin belegd wordt, tot uitdrukking te komen. Het kredietrisico komt tot uitdrukking in de zogenaamde creditspread. Deze creditspread is het verschil tussen de uitkering die afhangt van de kredietwaardigheid van de tegenpartij en een uitkering die met volledige zekerheid (risicovrij) tot uitkering zal komen. Het kredietrisico verbonden aan derivatentransacties wordt beheerst door het afsluiten van standaardovereenkomsten met tegenpartijen, het beoordelen van de kredietwaardigheid van tegenpartijen, het spreiden van het transactievolume over verschillende tegenpartijen, het eisen van voldoende onderpand en een adequate monitoring met betrekking tot de gestelde eisen inzake het onderpand. De portefeuille Vastrentende waarden bevat ook rechtstreekse beleggingen waarbij het kredietrisico mede met behulp van de Standard & Poor’s rating wordt gemonitord. Bij de balanspost Vastrentende waarden is een nadere toelichting opgenomen waaruit de verdeling van de portefeuille blijkt.
2013 2012
€ % € %
Rating vastrentende waarden: AAA
53.294 39,7 79.881 67,8
AA
59.301 44,3 18.296 15,5
A BBB Lager dan BBB Geen rating
6.901 5,1 7.663 6,5 11.590 8,6 10.143 8,6 2.267
1,7
720
0,6
739 0,6 1.192 1,0 134.092 100,0 117.895 100,0
Verdeling vastrentende waarden naar looptijd: Resterende looptijd < 1 jaar
821
0,6
2.495
2,1
Resterende looptijd 1 <> 5 jaar
49.864
37,2
57.003
48,4
Resterende looptijd >= 5 jaar
83.407
62,2
58.397
49,5
134.092 100,0 117.895 100,0
Verzekeringstechnisch risico Binnen het verzekeringstechnische risico worden in principe alleen risico’s meegenomen die verband houden met sterfte. Het omvat de risico’s als gevolg van afwijkingen ten opzichte van de verwachte sterfte en afwijkingen van de verwachte sterftetrend (langlevenrisico). Tot het verzekeringstechnische risico worden gerekend: procesrisico, risico-opslag voor afwijkingen ten opzichte van de sterftetrend en negatieve stochastische afwijkingen van de verwachtingswaarde. Deze drie risico’s bedragen een percentage van de op actuele waarde berekende technische voorziening. Het procesrisico neemt af naarmate het deelnemersbestand toeneemt, omdat het sterfteproces dan beter kan worden geschat. De beide andere risicofactoren houden respectievelijk rekening met de onzekerheid in de sterftetrend en met de negatieve stochastische afwijkingen.
62
In verband met het langlevenrisico wordt aanvullend boven het hanteren van de prudente grondslagen, de Voorziening toekomstige sterfteontwikkeling gevormd. Concentratierisico Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie van de portefeuille in regio’s, economische sectoren of tegenpartijen. De spreiding van de portefeuille is in de toelichting op de balans nader toegelicht. Ook “grote posten” zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd In het standaardmodel is de gevoeligheid van het eigen vermogen voor concentratierisico (S8) gelijkgesteld aan 0%.
2013 2012
€ % € %
Vastgoed beleggingen Verdeling vastgoed beleggingen per sector: Kantoren
0 0,0 0 0,0
Winkels
0 0,0 0 0,0
Woningen
0 0,0 0 0,0
Participaties in vastgoed beleggingsfondsen
19.575
100,0
18.031
100,0
19.575 100,0 18.031 100,0
Verdeling vastgoed beleggingen per regio: Europa
9.180 46,9 8.677 48,1
Wereldwijd
10.395 53,1 9.354 51,9
19.575 100,0 18.031 100,0
Grote posten: vastgoed beleggingen van eenzelfde uitgevende instelling groter dan 5% van de totale beleggingen in onroerende zaken Kempen Int Fnds Global Prop Fund Am Index Fd
10.396
53,1
9.354
51,9
Kempen European Prop Smart Index Fund
5.203
26,6
4.323
24,0
CBRE Dutch Resid. Fund IV
2.358
12,0
2.491
13,8
CBRE Euros Iris Fund
1.618
8,3
1.862
10,3
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
63
2013 2012
€ % € %
Zakelijke waarden Verdeling zakelijke waarden per regio: Europa exclusief Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk Wereld Noord-Amerika
28.320
37,0
22.463
35,7
9.339 12,2 8.683 13,8 28 0,0 0 0,0 22.399 29,2 18.008 28,6
Midden- en Zuid-Amerika
0
Azië
0 0,0 0 0,0
0,0
3.398
0,0
Pacific exclusief Japan
5.167
Japan
6.977 9,1 5.266 8,4
Opkomende markten
4.480 5,8 5.103 8,1
6,7
0
5,4
76.710 100,0 62.921 100,0
Verdeling zakelijke waarden per sector: Financiële instellingen
27.498 35,8 13.150 20,9
Informatietechnologie
7.664 10,0 7.702 12,2
Industriële ondernemingen
7.654 10,0 7.827 12,4
Niet-cyclische consumentengoederen
6.128
Cyclische consumentengoederen
9.437 12,3 9.400 14,9
Farmacie
5.239 6,8 4.914 7,8
Energie
4.009 5,2 5.229 8,3
Nutsbedrijven
8,0
6.726
10,7
359 0,5 415 0,7
Telecommunicatie
3.950 5,1 3.071 4,9
Basisindustrieën
4.600 6,0 4.449 7,1
Andere sectoren
172 0,2 38 0,1
76.710 100,0 62.921 100,0
Op basis van de look through methode zijn geen onderliggende posten zakelijke waarden van eenzelfde uitgevende instelling groter dan 5%.
64
2013 2012
€ % € %
Vastrentende waarden Verdeling vastrentende waarden per regio: Europa exclusief Verenigd Koninkrijk
126.809
94,6
111.078
94,2
Verenigd Koninkrijk
3.437 2,6 3.311 2,8
Noord-Amerika
2.172 1,6 2.076 1,8
Japan
57 0,0 0 0,0
Pacific exclusief Japan
451
Wereld
367 0,3 269 0,2
Opkomende markten
750 0,6 645 0,5
Overige
0,3
453
0,4
49 0,0 63 0,1 134.092 100,0 117.895 100,0
Grote posten: vastrentende waarden van eenzelfde uitgevende instelling groter dan 5% van de totale beleggingen in vastrentende waarden Nederlandse staatsobligaties
36.245 27,0 32.004 27,1
Duitse staatsobligaties
30.397 22,7 27.466 23,3
Finse staatsobligaties
13.887
10,4
10.959
9,3
Franse staatsobligaties
8.285 6,2 7.566 6,4
Oostenrijkse staatsobligaties
8.526 6,4 6.746 5,7
Vaststelling van de jaarrekening:
Leiden, 13 juni 2014 Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds Astellas
de voorzitter
de secretaris
D. Veenvliet
A.G.C. Vermazen
bestuurslid bestuurslid A. Beijert
V.A.W.M. Rot
bestuurslid H.J.L. Janssen
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
65
66
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
Financiering Stichting Pensioenfonds Astellas heeft een kostendekkende doorsneepremie die beoogt de toename van de aanspraken uit hoofde van de jaaropbouw, de uitvoeringskosten van het fonds (exclusief de kosten van het vermogensbeheer) alsmede een buffer voor beleggingsrisico’s te dekken. De doorsneepremie wordt betaald door de werkgever en de deelnemers. De door de deelnemer verschuldigde bijdrage in de kosten van de pensioenregeling wordt bepaald in het collectieve arbeidsvoorwaardenoverleg. De eigen bijdrage van de werknemer wordt door de werkgever ingehouden op het salaris. De bijdragen van de werkgever alsmede de op het salaris van de werknemers ingehouden bijdragen, worden maandelijks door de werkgever afgedragen aan het pensioenfonds. De aan de deelnemers verleende aanspraken op tijdelijk nabestaandenpensioen en de nabestaandenpensioenen over toekomstige deelnemersjaren, worden gefinancierd door middel van eenjarige risicopremies. Bij de vaststelling van de premiebijdrage is hiermee rekening gehouden. De met het spaarkapitaal uit de Stichting FUT-fonds Astellas in dit fonds in te kopen pensioenaanspraken, worden op het tijdstip dat deze aanspraken voor dit fonds ontstaan, volledig ingekocht. Vanaf 1 januari 2006 wordt rekening gehouden met een solvabiliteitsopslag.
Resultaatbestemming Resultaatverdeling Het bestuur heeft besloten het resultaat over het boekjaar 2013 als volgt te verdelen: 2013 Algemene reserve
x € 1.000 15.791
Beleggingsreserve 1.194 _______ 16.985
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
67
Uitvoering Vermogensbeheer Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. Het vermogensbeheer wordt door AZL Vermogensbeheer B.V. verzorgd. Administratie De pensioen- en beleggingsadministratie alsmede de financiële administratie worden uitgevoerd door AZL N.V. te Heerlen. De controle van de jaarrekening is uitgevoerd door KPMG Accountants N.V. te Utrecht. De verantwoordelijkheid voor de certificering van de voorziening pensioenverplichtingen berust bij Towers Watson Netherlands B.V. te Purmerend, actuaris van Stichting Pensioenfonds Astellas. De actuariële advieswerkzaamheden worden uitgevoerd door Towers Watson Netherlands B.V. te Purmerend.
68
Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Pensioenfonds Astellas te Leiden is aan Towers Watson Netherlands B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: –– Heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld; en –– Heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132 (vereist eigen vermogen), vanwege het reservetekort.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
69
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds Astellas is naar mijn mening niet voldoende, vanwege het reservetekort. Op basis van de door het pensioenfonds uitgevoerde evaluatie van het herstelplan constateer ik dat het reservetekort naar verwachting binnen de daartoe gestelde termijn zal zijn opgeheven.
Purmerend, 13 juni 2014
Mw. A. Plekker AAG Verbonden aan Towers Watson Netherlands B.V.
70
Aan: Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Astellas
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening over 2013 van Stichting Pensioenfonds Astellas te Leiden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het inrichten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Astellas per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
71
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Utrecht,13 juni 2014
KPMG Accountants N.V.
A.J.H. Reijns RA
72
Bijlagen
Beleggingsoverzicht (in duizenden euro) Overzicht belegd vermogen
2013 2012
€
% Norm
€
% Norm
Onroerende zaken Aandelen vastgoedmaatschappijen
19.575
8,5
10
18.031
9,0
10
Zakelijke waarden Beleggingsfondsen in aandelen
78.193
33,8
64.297
32,1
Totale zakelijke waarden
78.193
33,8
64.297
32,1
30
30
Vastrentende waarden Obligaties Vastrentende beleggingsfondsen
108.906 47,0 94.308 47,1 22.247
Lopende intrest Totaal vastrentende waarden
9,6
21.620
10,8
2.502 1,1 2.091 1,0 133.655
57,7
60
118.019
58,9
60
Overige beleggingen AES
0 0,0 8 0,0
Totaal overige beleggingen
0 0,0 0 8 0,0 0
Liquide middelen beleggingen
157
Dividendbelasting
80
0,0
7 0,0 9 0,0
Totaal on-balance vermogen
0,1
164 0,1 0 89 0,0 0 231.587
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
100,0
100
200.444
100,0
100
73
2013 2012
€
% Norm
€
% Norm
Derivaten Swaps Valutatermijntransacties
1.000 10.847 24 301
Lopende intrest
-611 -819
Totaal derivaten
413 10.329
Crediteuren effecten Totaal vermogen
74
-2 -2 231.998 210.771
Begrippenlijst ABTN Afkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. In de ABTN wordt door het bestuur van een pensioenfonds uiteengezet welke actuariële en bedrijfstechnische opzet ten grondslag ligt aan een fonds. Ook wel bedrijfsplan genoemd. De ABTN bevat onder meer een beschrijving van de financiële opzet (reservering, beleggingsbeleid), de financiële sturingsmiddelen, de hoofdlijnen van het interne beheersingssysteem en de opzet van de administratieve organisatie en interne controle. Accounting standaarden Raamwerk van verslaggevingsregels voor het opstellen van een jaarrekening en jaarverslag. Met ingang van het verslagjaar 2005 moeten alle beursgenoteerde ondernemingen, banken en verzekeringsmaatschappijen hun geconsolideerde jaarrekening volledig inrichten op basis van International Accounting Standards (IAS), door de IAS Board omgedoopt in International Financial Reporting Standards (IFRS). Het doel van IFRS is om de transparantie en internationale vergelijkbaarheid van de externe financiële verslaggeving te verbeteren. Niet beursgenoteerde rechtspersonen hebben de keuze om of IFRS toe te passen, of de Nederlandse Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Actuaris Een actuaris combineert economische en wiskundige technieken ten behoeve van de vaststelling van de benodigde koopsommen of premies en de verplichtingen van het fonds (vaststelling voorziening pensioenverplichtingen). Tevens verricht de actuaris risicoanalyses en studies met betrekking tot het afstemmen van verplichtingen en beleggingen. Actuele waarde De actuele waarde is voor beleggingen waarvoor dagelijks openbare prijzen worden vastgesteld, zoals aandelen, obligaties en beursgenoteerde vastgoedfondsen, de beurswaarde. Voor andere vastrentende waarden, zoals onderhandse leningen en hypotheken, wordt de actuele waarde benaderd als de contante waarde van de toekomstige nettokasstromen. Als actuele waarde van de beleggingen in niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen wordt de intrinsieke waarde gehanteerd. AG-prognosetafel Specifieke AG-tafel, waarbij naast sterftewaarnemingen uit het verleden, ook rekening wordt gehouden met een toekomstige sterftetrend. AG-tafels Jaarlijks publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) sterftetafels die zijn gebaseerd op waarnemingen van sterfte in de bevolking uit het verleden. Om die sterftetafels geschikt te maken voor actuarieel gebruik worden ze aangepast door het Actuarieel Genootschap. Deze aangepaste tafels krijgen de naam ‘AG-tafels’. Asset Liability Management (ALM) Deze studie geeft inzicht in de toekomstige ontwikkelingen van een pensioenfonds en biedt een pensioenfondsbestuur de mogelijkheid diverse beleidsvariabelen (zoals beleggingsbeleid, financieringsbeleid en indexatiebeleid) in hun onderlinge samenhang te evalueren. Autoriteit Financiële Markten De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is een bij wet ingesteld toezichthoudend orgaan dat toezicht houdt op het gedrag van de gehele financiële marktsector. De AFM is toezichthouder op de pensioenfondsen voor zover het gaat om het effectentypisch gedragstoezicht.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
75
Belegd vermogen voor risico deelnemers: Dit betreft de DC regeling en is vermogen waar het pensioenfonds geen risico over loopt. Belegd vermogen voor risico pensioenfonds Dit betreft de DB regeling en is het vermogen waar het pensioenfonds risico over loopt. Beleggingsmix Verdeling van de beleggingen over zakelijke en vastrentende waarden. Beleidsregel Uitbesteding Pensioenfondsen Voorschriften van De Nederlandsche Bank met betrekking tot de uitbesteding van activiteiten door de pensioenfondsen. Benchmark Engels woord voor financiële “meetlat”: een ijkpunt, b ijvoorbeeld een index of een bepaalde staatslening, w aartegen de prestaties van een beleggingsportefeuille kunnen worden afgezet. Beschikbaar premiesysteem Pensioensysteem waarbij het pensioen afhankelijk is van de beschikbare premie. De hoogte van de pensioenuitkering is mede afhankelijk van de aanvangsleeftijd van de deelnemer, het toekomstige salarisverloop en (vooral) van de rendementen op de ingelegde premie. Een beschikbare premieregeling wordt ook wel pensioenspaarregeling genoemd. Andere soorten pensioenregelingen zijn de eindloonregeling en de middelloonregeling. De FUT-regeling van de Stichting FUT-fonds Astellas is een voorbeeld van een beschikbare premieregeling c.q. pensioenspaarregeling. Met ingang van 1 januari 2006 bestaat de pensioenregeling van Pensioenfonds Astellas uit een middelloonregeling en een beschikbare premieregeling c.q. pensioenspaarregeling. Beurskoers Marktprijs van een aandeel, obligatie of andere waardepapieren. Commodities (grondstoffen) Een commodity is een type belegging. Letterlijk betekent het grondstoffen. Beleggen in commodities is direct investeren in grondstoffen of indirect via bijvoorbeeld termijncontracten, waarbij de waarde is gebaseerd op grondstoffen. Verhandelde grondstoffen zijn onder andere energie, metalen en landbouwproducten. Commodities bestaan uit de zgn. ‘soft’ commodities (graan, cacao, pinda’s) en de zgn. ‘hard’ commodities (goud, zilver, oil, chemicals etc.) Contante waarde De waarde die op dit moment aanwezig moet zijn om, rekening houdend met rente-aangroei (rekenrente) en eventuele andere actuariële grondslagen, toekomstige pensioenbetalingen te kunnen verrichten. Continuïteitstoets Deze is bedoeld om inzicht te geven in de financiële opzet van een pensioenfonds en een oordeel te geven over de continuïteit van het pensioenfonds. Converteerbare obligatie Een obligatie die gedurende (een deel van) de looptijd kan worden omgewisseld (geconverteerd) in aandelen. Deze mogelijkheid is als een extraatje aan de obligatie meegegeven door de uitgever, teneinde de obligatie gemakkelijker te kunnen plaatsen.
76
Corporate Governance Stel regels of aanbevelingen die betrekking hebben op goed management van organisaties zoals private ondernemingen. Deze aanbevelingen kunnen uiteraard worden toegepast op pensioenfondsen in welk geval wordt gesproken over goed pensioenfondsbestuur. Crisisplan In een financieel crisisplan staan maatregelen en procedures die worden ingezet in een crisissituatie. Daarmee geeft het bestuur vooraf aan zichzelf en aan de deelnemers duidelijkheid over wat er moet gebeuren in een crisissituatie. Het bestuur spreekt van een financiële crisis als de dekkingsgraad zodanig is gedaald dat herstel binnen de wettelijke termijnen niet meer mogelijk is. Dekkingsgraad Een maat voor de solvabiliteit van een pensioenfonds. De klassieke dekkingsgraad is de verhouding tussen het beschikbaar vermogen (BV) en de voorziening pensioenverplichtingen (VPV), uitgedrukt in een percentage. Een klassieke dekkingsgraad van 100% geeft aan dat het beschikbaar vermogen juist toereikend is om de voorziening pensioenverplichtingen te dekken, terwijl een percentage lager dan 100 aangeeft dat er sprake is van onderdekking. Volgens de DNB-normen is er sprake van een onderdekking als de middelen van het fonds (waarde beleggingen verhoogd met saldo van vorderingen minus schulden) niet langer toereikend zijn om de VPV en de reserve voor algemene risico’s te dekken. De reserve voor algemene risico’s dient volgens de DNB-normen ten minste 5% van de VPV te bedragen. Volgens de DNB-normen is er sprake van een reservetekort als de middelen van het fonds ontoereikend zijn om naast de VPV en de reserve voor algemene risico’s, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisico’s en eventuele andere bestemde reserves te dekken. Dekkingstekort Situatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toereikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risico’s te dekken. De Nederlandsche Bank Bij wet ingesteld toezichthoudend orgaan dat onder andere de navolging van de pensioenwetgeving tot 1 januari 2007 Pensioen- en spaarfondsenwet en vanaf 1 januari 2007: de Pensioenwet bewaakt. Duration De gewogen gemiddelde looptijd van de kasstromen van een obligatie, waarbij weging geschiedt op basis van de contante waarde van iedere kasstroom. Duration is een graadmeter voor de rentegevoeligheid van een obligatie. In de regel: hoe langer de looptijd van een obligatie, hoe gevoeliger de koers van die obligatie voor renteveranderingen. Indien men een daling van de rente verwacht is het profijtelijk een obligatie met een zo lang mogelijke duration te kopen, aangezien de koers daarvan het meest zal oplopen. Effectentypisch gedragstoezicht Gedragstoezicht dat vooral betrekking heeft op de gedragingen van verantwoordelijke directies en besturen van financiële instellingen, zoals de naleving van gedragscodes, corporate governance e.d. Het gedragstoezicht wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten. Een ander onderwerp van aandacht van het gedragstoezicht is de consumentenbescherming. Effectentypisch gedragstoezicht onderscheidt zich van prudentieel toezicht dat wordt uitgeoefend door De Nederlandsche Bank. Eindloonsysteem Pensioensysteem waarbij het pensioen afhankelijk is van de laatst geldende pensioengrondslag. Andere soorten pensioenregelingen zijn de middelloonregeling en de beschikbare premieregeling (pensioenspaarregeling). Tot 1 januari 2005 werd het (gemitigeerde) eindloonsysteem bij Pensioenfonds Astellas toegepast voor de vaststelling van de basis-pensioenaanspraken.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
77
Enhanced passive Hybride beleggingsstrategie tussen indexbeleggen (‘buy and hold’) en actief beleggen. Vermogensbeheerders welke deze beleggingsstrategie hanteren beleggen nagenoeg passief, trachten echter, gebruikmakende van een beperkt risicobudget, extra rendement ten opzichte van de gehanteerde benchmark te kunnen toevoegen. Euro duration “Euro duration” is een afgeleide van het begrip “duration”, een maatstaf voor de rentegevoeligheid van bijvoorbeeld een obligatie. De “euro duration” van een obligatie is het product van de duration en de marktwaarde van de onderliggende obligatie. Pensioenfondsen hanteren het begrip “euro duration” als graadmeter voor de “duration mismatch” tussen enerzijds beleggingen en anderzijds verplichtingen. Financieel Toetsingskader Benaming van het nieuwe toezichtregime dat vanaf 1 januari 2007 van toepassing is op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen. De nieuwe waarderingsmethoden vervangen de Actuariële Principes Pensioenfondsen. Het nieuwe toezichtregime is opgenomen in de op 1-1-2007 in werking getreden Pensioenwet. Franchise Het deel van het pensioengevend salaris dat voor de pensioenberekening buiten beschouwing wordt gelaten. Dit deel wordt geacht door de AOW-uitkering voldoende van pensioen te worden voorzien. FUT-regeling Pensioenspaarregeling (beschikbare premieregeling) van de Stichting FUT-fonds Astellas op grond waarvan in het Pensioenfonds Astellas extra pensioenaanspraken kunnen worden aangekocht. Voor de deelnemers die geboren zijn op of nà 1 januari 1950 is vanaf 1 januari 2006 de bestaande FUT-regeling beëindigd. Wel is voor deze groep deelnemers de bestaande pensioenregeling uitgebreid met een beschikbare premieregeling. Gedragscode De gedragscode bevat voorschriften voor bestuurders en eventuele medewerkers van het pensioenfonds ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het fonds aanwezige, vertrouwelijke informatie. Deze informatie betreft voor een belangrijk deel de beleggingstransacties namens het fonds. Hedge funds Een hedge fund is een beleggingsfonds met ruime mogelijkheden om een rendement te genereren, onafhankelijk van de richting van de beurs. Hedgefondsen proberen onder alle omstandigheden een positief rendement te behalen, en zijn daarom niet te vergelijken met de rendementen die behaald worden op de aandelenbeurzen. Dit streven naar een “absolute return” gecombineerd met een ogenschijnlijk laag risico en lage correlatie met de rest van de markt maakt deze hedgefondsen populair onder grote beleggers, zoals pensioenfondsen. Herstelplan Plan (van aanpak) gericht op het herstel van de financiële positie van het pensioenfonds. Als er sprake is van onderdekking (dekkingstekort), dan moet een kortetermijnherstelplan worden ingediend. Als er sprake is van een reservetekort bij een pensioenfonds, dan moet er een langetermijnherstelplan worden ingediend.
78
Herverzekering Het door een pensioenfonds geheel of gedeeltelijk onderbrengen van een pensioenregeling in een levensverzekeringsovereenkomst en/of het door een pensioenfonds onderbrengen van (extra hoge) risico’s bij een levensverzekeraar, zoals overlijdens- en invaliditeits risico’s (risicoherverzekering). Index Cijfer dat een gewogen gemiddelde uitdrukt en waaraan men kan zien hoe een grootheid (bijvoorbeeld de beurskoersen in Amsterdam) zich ontwikkeld heeft. Indexatie Hieronder wordt verstaan de aanpassingen van de(premievrije) pensioenaanspraken en de ingegane p ensioenen op basis van de stijging of daling van een indexcijfer dan wel een vast percentage. Bij Pensioenfonds Astellas worden de pensioenen en pensioenaanspraken, indien en voor zover de middelen van het fonds dit toelaten (voorwaardelijke indexatie), jaarlijks per 1 januari aangepast. Vanaf 1 januari 2005 wordt voor wat betreft het indexatiebeleid onderscheid gemaakt tussen actieve deelnemers en inactieve deelnemers. Indien en voor zover de middelen van het fonds dit toelaten, worden de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks per 1 januari aangepast op basis van de algemene loonontwikkeling zoals die bij de werkgever in het voorafgaande kalenderjaar heeft plaatsgevonden. Indien en voor zover de middelen van het fonds dit toelaten, worden de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken van de inactieven alsmede de pensioengrondslagen van de arbeidsongeschikte deelnemers jaarlijks per 1 januari aangepast op basis van de ontwikkeling van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde (afgeleide) consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens), zoals deze zich gedurende de 12 maanden gelegen vóór de maand oktober van het voorafgaande jaar heeft voorgedaan. Inverse yieldcurve Als het rendement van korter lopende leningen hoger is dan dat van langer lopende leningen, is er sprake van een “inverse yieldcurve”. Die situatie doet zich vooral voor w anneer de centrale bank van het land de o fficiële t arieven sterk heeft verhoogd, meestal in het kader van inflatiebestrijding of het afremmen van een al te onstuimige conjunctuur. Large cap beleggingen De marktkapitalisatie van een onderneming is de totale beurswaarde van het bedrijf. Dit valt uit te rekenen door alle uitstaande aandelen te vermenigvuldigen met de beurskoers. Dit bedrag is de prijs waarvoor de hele onderneming in theorie te koop is. In de praktijk wordt de marktkapitalisatie vaak aangeduid als market cap, een afkorting van het Engelse Market Capitalization. Voortvloeiend hieruit zijn de aanduidingen voor de grootte van verschillende ondernemingen. Als algemene richtlijn geldt normaliter: –– Market caps van meer dan € 5 miljard worden aangeduid als large cap. –– Market caps van € 1 miljard tot € 5 miljard als mid cap. –– Market caps van € 250 miljoen tot € 1 miljard als small cap. –– Market caps kleiner dan € 250 miljoen als micro cap. Bovenstaande indeling kan per vermogensbeheerder verschillen. Mid cap beleggingen Zie large cap beleggingen. Middelloonsysteem Pensioensysteem waarbij het aan het einde van de deelneming toe te kennen pensioen is gerelateerd aan de gemiddelde pensioengrondslag over de gehele periode van deelneming aan de pensioenregeling. Soms worden de reeds opgebouwde pensioenaanspraken jaarlijks geïndexeerd; er is dan sprake van een geïndexeerd middelloonsysteem. Andere soorten pensioenregelingen zijn de eindloonregeling en de beschikbare premieregeling (pensioenspaarregeling). Het voorwaardelijk
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
79
(geïndexeerde) middelloonsysteem wordt bij Pensioenfonds Astellas toegepast voor de vaststelling van de aanvullende pensioenaanspraken uit hoofde van de ploegendienst. Vanaf 1 januari 2005 wordt bij Pensioenfonds Astellas het voorwaardelijk geïndexeerde middelloonsysteem ook toegepast voor de vaststelling van de basispensioenaanspraken. Nabestaandenpensioen Verzamelnaam voor weduwe-, weduwnaars- en partnerpensioen, soms ook voor wezenpensioen. Off-balance instrumenten Verzamelnaam voor rente immunisatie instrumenten welke niet worden opgenomen op de balans van een pensioenfonds. Onder deze categorie vallen ondermeer swaps en swaptions. On-balance instrumenten Verzamelnaam voor rente immunisatie instrumenten welke op de balans van het pensioenfonds dienen te worden vermeld. Onder deze categorie vallen ondermeer bestaande vastrentende producten en Liability Driven Investment Funds (LDI pools). Onderdekking Situatie dat de middelen van het pensioenfonds niet langer toereikend zijn om de voorziening pensioenverplichtingen te dekken. De Nederlandsche Bank verlangt een dekkingsgraad van minimaal 105%. Bij een lagere dekkingsgraad is sprake van onderdekking. Ouderdomspensioen Pensioen, bestemd voor de financiële verzorging van de gerechtigde, nadat deze de in de pensioenregeling omschreven pensioenleeftijd heeft bereikt. Het ouderdomspensioen gaat bij Pensioenfonds Astellas in op 65 jaar. Over/onderweging Een hoger of lager belang in een beleggingscategorie dan overeenkomt met de normverdeling van het pensioenfonds. Pensioenfondsenrichtlijn Een richtlijn van de Europese Commissie (op initiatief van de Nederlandse Eurocommissaris Bolkestein) om ook met betrekking tot het aanvullende pensioenterrein te komen tot een interne markt zonder barrières. Doelstellingen als een vrij kapitaalverkeer en vrije dienstverlening krijgen op voornoemd beleidsterrein hun vertaling. Op grond van deze richtlijn kunnen pensioeninstellingen grensoverschrijdende activiteiten ontplooien waardoor het mogelijk wordt om Europese pensioenfondsen op te richten die de deelneming organiseren aan de verschillende pensioenregelingen in de diverse lidstaten waar een multinational een locale vestiging heeft. Pensioengrondslag Het bedrag waarover pensioen wordt toegekend. Dit is het voor het pensioen meetellende salaris minus de franchise. Pensioensparen Bij een pensioenspaarregeling is de beschikbare premie het uitgangspunt. De premie wordt bijgeschreven op een individuele pensioenspaarrekening. Het rendement op de te beleggen gelden (premies) wordt eveneens op de pensioenspaarrekening geboekt. Het uiteindelijk gevormde pensioenspaarkapitaal is vervolgens beschikbaar voor inkoop van pensioen(en) op basis van individuele wensen van de deelnemer. De FUT-regeling van de Stichting FUT-fonds Astellas is een voorbeeld van een pensioenspaarregeling c.q. beschikbare premieregeling. Pensioenwet De nieuwe wet die vanaf 1 januari 2007 de voormalige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) vervangt.
80
Premievrije aanspraken Indien het deelnemerschap aan een pensioenregeling eindigt, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioenleeftijd, verkrijgt de gewezen deelnemer een premievrije aanspraak op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Prepensioen Een (tijdelijk) vroegpensioen dat voorafgaand aan het (levenslang) ouderdomspensioen wordt uitgekeerd, tot uiterlijk de 65-jarige leeftijd. Dit pensioen kan bij Pensioenfonds Astellas worden aangekocht met het krachtens de FUT-regeling van de Stichting FUT-fonds Astellas opgebouwde pensioenspaarkapitaal. Private Equity Private Equity is een brede term die verwijst naar investeringen in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Het verschil zit hem voornamelijk in de manier waarop het geld verzameld is voor een investering, namelijk privaat vermogen in tegenstelling tot publiek vermogen zoals bij beursemissies. Prudentieel toezicht Bedrijfseconomisch toezicht dat zich met name richt op de handhaving c.q. waarborging van de financiële soliditeit van het pensioenfonds. Dit type toezicht berust bij De Nederlandsche Bank. Prudentieel toezicht onderscheidt zich van effectentypisch gedragstoezicht dat wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten. Rekenrente De rekenrente is het fictieve percentage dat het belegde pensioenvermogen wordt geacht op te brengen in de toekomst en waarvan bij de berekening van de contante waarden (voorziening pensioenverplichtingen) wordt uitgegaan. Deze rente werd op 4% gesteld. Per ultimo 2005 zijn de contante waarden evenwel berekend op basis van de door DNB gepubliceerde rentecurve (rentetermijn structuur ultimo 2005). Renteswap De renteswap wordt in het algemeen gebruikt om renterisico’s te beheersen of af te dekken, of om een gewenste rentepositie in te nemen. De meest gebruikte termen voor de renteswap zijn IRS of Interest Rate Swap. De koper van een renteswap koopt een renteswap om zich te beschermen tegen renterisico’s. De koper kan zo kiezen om een lopende lening tegen een variabele rente niet om te zetten in een nieuwe lening, maar met de swap het renterisico af te dekken. De koper betaalt dan voor de looptijd van de swap een vast rentepercentage aan de verkoper, die zich weer verplicht de koper het variabele percentage terug te betalen (wat de koper dan gebruikt voor de rentebetaling op zijn originele lening). De hoofdsommen van de leningen worden bij een IRS niet uitgewisseld, die zijn alleen in theorie, in de berekeningen herkenbaar. Er vindt uitsluitend uitwisseling van de rentes plaats. Rentetermijnstructuur (RTS ) De rentetermijnstructuur, of yield curve, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale rentetermijnstructuur heeft een stijgend verloop. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij normaliter een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn. Reservetekort De Nederlandsche Bank spreekt van een reservetekort als de middelen ontoereikend zijn om naast de voorziening pensioenverplichtingen en de reserve voor algemene risico’s, ook nog de vereiste reserve beleggingsrisico’s, de reserve voorgenomen pensioenaanpassing en eventuele andere reserves te dekken. Solvabiliteit Het vermogen om (nu en op termijn) aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
81
Stichting van de Arbeid (STAR) Overlegorgaan van centrale organisaties van werkgevers en werknemers. Tevens adviesorgaan van het kabinet op sociaal en arbeidsvoorwaardelijk terrein. Stockpicking Bij een stock-picking strategie worden aandelen geselecteerd welke aan specifiek vastgestelde criteria’s van een belegger voldoen en waardoor deze een rendement verwacht te realiseren dat boven het gemiddelde marktrendement rendeert. Stop-lossverzekering Verzekering die ertoe dient om de totale schade in enig jaar als gevolg van overlijden te beperken. Deze bovengrens wordt ook wel prioriteit genoemd. Swap Zie renteswap. Technische Voorziening De belangrijkste post in de balans van een p ensioenfonds is de voorziening pensioenverplichtingen, ook wel Technische Voorziening genoemd. Technische Voorzieningen worden gevormd om alle uit de pensioenregeling voortvloeiende pensioenverplichtingen te kunnen voldoen. Toeslag Een toeslag is een verhoging van een pensioen of aanspraak op pensioen, gebaseerd op een in het pensioenreglement omschreven toeslagregeling. Een nadere toelichting is opgenomen in het begrip “indexatie”. Total return Het totaalrendement op beleggingen zijnde de directe en de indirecte beleggingsopbrengsten. UFR DNB publiceert op maandbasis de actuele rentetermijnstructuur (RTS) voor de waardering van de verplichtingen van pensioenfondsen. Introductie van de ultimate forward rate (UFR) betekent een aanpassing van het deel van de RTS voorbij het zogenoemde laatste liquide punt (20 jaar). Met de introductie van de UFR voor pensioenfondsen is aansluiting gezocht bij de UFR die vanaf 30 juni 2012 voor verzekeraars geldt. De specificaties van de UFR (laatste liquide punt 20 jaar, convergentieperiode 40 jaar en ultimate forward rate 4,2%) zijn gelijk. Uitruil Meestal de omzetting van het pensioenvermogen, bestemd om te zijner tijd te worden gebruikt voor het doen van periodieke uitbetalingen van nabestaandenpensioen, in een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Ingevolge de Pensioenwet is ook uitruil van ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen mogelijk. Valuta termijnaffaires Dit is een contract voor het afdekken van valutarisico. In dit contract wordt vooraf afgesproken tegen welke prijs en op welke datum de valutaposities worden verrekend. Vastrentende waarden Hypotheken, leningen op schuldbekentenis en obligaties.
82
Voorziening pensioenverplichtingen Dit is de, met inachtneming van de actuariële grondslagen (rekenrente, kansstelsels en kostenopslagen), vastgestelde balanspost die de gekapitaliseerde waarde (contante waarde) van de opgebouwde pensioenen aangeeft. Waardeoverdracht Het overdragen van de contante waarde van de bij (het pensioenuitvoeringsorgaan van) de oude werkgever verkregen premievrije aanspraken aan (het pensioenuitvoeringsorgaan van) de nieuwe werkgever, waarvoor de deelnemer in de nieuwe pensioenregeling extra deelnemersjaren verkrijgt (in eindloonregelingen) dan wel extra pensioenaanspraken krijgt toegekend (in middelloonregelingen). Zakelijke waarden Aandelen, converteerbare obligaties en onroerende zaken. Onder onroerende zaken worden verstaan beleggingen in onroerend goed, zoals kantoren, winkels en woningen. Deze kunnen zowel op directe wijze geschieden als op indirecte wijze door belegging in op dat terrein gespecialiseerde al dan niet beursgenoteerde beleggingsfondsen.
Stichting Pensioenfonds Astellas Jaarverslag 2013
83