STEEK JE VINGER IN DE LUCHT Lesbrief voor kleuterleid(st)ers
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 1
‘mi fa solletje notenbalkje zingt de hele dag noten met en zonder stok, noten met een vlag’ INLEIDING Muziek is voor ons allen iets bijzonders. Met muziek kunnen we onze stemmingen ondersteunen of we kunnen er juist door in de ‘stemming’ komen. Maar worden we ook uitgenodigd om zelf muziek te maken? Door kleuters attent te maken op geluiden en de verscheidenheid en de mogelijkheden ervan, zullen ze zeker spontaan beginnen te experimenteren. Met hun stem, hun lichaam en materialen zullen ze alle mogelijke geluidseffecten uitzoeken en uitproberen. Het kijk- en luisterboek ‘Steek je vinger in de lucht’ bevat zoveel mogelijkheden om thema’s uit te werken in de kleuterklas dat je er onmiddellijk mee aan de slag wilt. Beluister het eerste liedje op de cd en je hebt meteen het ideale gespreksonderwerp voor een onthaal: ‘Hoe gaat het met je? Alles goed?’
WIE WAS WOODY GUTHRIE?
De liedjes op de cd ‘Steek je vinger in de lucht’ werden geschreven door Woody Guthrie. Wie was dat nu precies? Woody Guthrie (1912-1967) wordt algemeen beschouwd als een van de sleutelfiguren in de folkmuziek. Bob Dylan en Bruce Springsteen hebben hun grote bewondering voor het talent en de persoonlijkheid van Guthrie nooit onder stoelen of banken gestoken. Een minder bekend aspect van zijn veelzijdig songschrijftalent is dat hij naast een zeer groot aantal sociaal bewogen liederen ook een heleboel ‘kinderliedjes’ heeft gecomponeerd. De meeste van deze liedjes hebben een tijdloos en universeel karakter en werden rond 1950 geschreven voor zijn toen vijfjarige dochter Cathy. De speelse thematiek van de teksten richt zich vooral tot kinderen van vier tot acht jaar. De muzikale invulling door Jan De Smet en Arne Van Dongen maakt echter dat de liedjes ook aanslaan bij oudere kinderen en volwassenen. Het is voor het eerst dat dit materiaal in het Nederlands wordt vertolkt in een vertaling van Frank Vander Linden.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 2
HOE GEBRUIK JE DE CD IN DE KLAS? EEN SCHAT AAN INSTRUMENTEN Het opvallendste kenmerk van de cd is het gebruik van wel vijfentwintig echte muziekinstrumenten die zorgen voor de typische klanken bij de liedjes. Je luistert en gaat op zoek welke instrumenten het kunnen zijn. Het klinkt als… Maar is het wel dat instrument? De meeste volwassenen kennen een banjo en kunnen zich dit instrument visueel voorstellen. Kleuters kunnen dit niet. Daarom is het een goed idee op zoek te gaan naar plaatjes of foto’s van verschillende instrumenten. Ook kun je de instrumenten een andere, herkenbare naam geven: de contrabas wordt bijvoorbeeld de brombeer. Op deze manier wordt het voor de kleuters gemakkelijker instrumenten te herkennen in de liedjes. Er zit een schat aan moderne, oudere en alternatieve instrumenten verstopt in de liedjes. Het wordt beslist een boeiende zoektocht. Hieronder maak je kennis met de opvallendste instrumenten op de cd. Hierbij vind je ook telkens enkele weetjes rond dit instrument. Die kunnen nuttig zijn om de kleuters een goed beeld van de instrumenten te geven. 1. Banjo Een banjo is een snaarinstrument met veel variaties: je hebt banjo’s met vier, vijf en zes snaren, elk met zijn welbepaalde klank en speelwijze. Bij dit instrument wordt de trilling van de snaar versterkt door het contact met een dierenvel, plastic vel of kunststofvel. De klank is kort en ritmisch.
Knutseltip Ook wij kunnen onze eigen klankdoos maken, met vier, vijf of zes snaren… Luister naar de klank en naar de verschillen. 2. Ukulele Dit instrument lijkt wel een ‘kaboutergitaartje’ en is een perfecte aanzet om de snaarinstrumenten te leren kennen. Leuk om te weten en om aan de kleuters te vertellen: ukulele betekent ‘springende vlo’. Op een ukulele (spreek uit: joekelele) tokkelen we! 3. Accordeon Een accordeon noemen we soms ook ‘trekzak’ of ‘piano met bretellen’. De accordeon bestaat al 150 jaar. Dit is een van de meest ‘complete instrumenten’ want je kunt er tegelijk mee stappen en solomelodieën op spelen. Een heel orkest op je buik en dan kun je er nog bij zingen ook! Een blaasbalg (‘den boek’) zorgt voor de windtoevoer waardoor de ijzeren lamellen (tongen) gaan trillen en geluid voortbrengen. 4. Contrabas Het grootste instrument van de violenfamilie is zo goed als onmisbaar in vele soorten muziek. De ronde diepe basklank zorgt voor een aangename en soms swingende ondertoon. Je kunt de vier dikke snaren met de vingers ‘plukken’ maar meestal worden ze met een strijkstok aangestreken, wat een heel andere klank geeft. De contrabas is zo een beetje de gezellige ‘brombeer’ van het orkest.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 3
Tip voor een activiteit Wie is er niet gefascineerd door de vormen van de contrabas? De sierlijke lijnen nodigen uit dit instrument na te tekenen: de ideale voorbereidende schrijfoefening. 5. Mondharmonica De mondharmonica is een zeer klein instrument dat met de mond wordt aangeblazen, waardoor er lucht door de lamellen stroomt. Die beginnen dan te trillen en brengen op die manier hun geluid voort. De mondharmonica kan heerlijk ‘janken’ en is zeer geschikt om de ‘blues’ te spelen.
Tip voor een activiteit Neem een oude kam, doe er aluminiumfolie over en laat de kleuters erop blazen. Laat hen achteraf vertellen welk geluid ze horen en ook waaraan ze denken. 6. Kazoo Een kazoo is een klein, plezierig effectinstrument waarmee je je eigen stemgeluid kunt vervormen. Je zingt als het ware in een plastic of metalen buisje waar bovenaan een ‘vliesje’ is bevestigd. Dit vliesje trilt mee met je stemgeluid. Op die manier kun je verschillende instrumenten en zelfs een echte raceauto imiteren.
Tip voor een activiteit De kazoo is misschien wel het eenvoudigste instrument. Het toeterlied (Bart Peeters) is kleuters gemakkelijk aan te leren. Leuk op een grootouder- of ouderfeest of bij een muzikale activiteit.
ACTIEF LUISTEREN Je zou de cd eigenlijk gedurende de hele dag kunnen opzetten om blij te worden. De muziek werkt aanstekelijk, overtuigt je om mee te zingen en mee te fluiten. De kleuters kunnen erop bewegen, handen geven, zwemmen, timmeren en gaan zelf op zoek naar alternatieve manieren om muziek te maken. Zo draagt de cd zeker bij tot de ontwikkeling van het muzikale in het kind! Enkele voorbeelden uit de klas:
Kleuters maken een regenstok
www.lannoo.com/lesbrief
Experimenteren met instrumenten
l
Steek je vinger in de lucht 4
LESIDEEËN BIJ DE LIEDJES Liedje 1: Alles goed? De dag in de kleuterklas begint met een goed onthaal. Na even rustig gespeeld te hebben in de klas, verzamelen de kleuters zich op het tapijt of in de luisterhoek: tijd om even tot rust te komen en te luisteren naar elkaars verhaal. Iemand beleefde iets spannends, de juf wil een nieuw thema aankondigen, er is een verrassingsmoment voor een jarige… Iedereen moet zich welkom weten en krijgt even wat persoonlijke aandacht van de juf. ‘Hoe gaat het?’ Is ‘alles goed?’ Door de vrolijke muziek voelen we ons in ieder geval al picobello!
Tips voor activiteiten • De kleuters beelden het lied uit: wandelen in het park, mijn hoofd door het raam, eten uit mijn bord, handje in de lucht, op bezoek gaan bij elkaar… Je laat de kleuters het lied dramatiseren en neemt foto’s. Als je een digitaal toestel hebt, druk je de foto’s af, je lamineert ze en laat de kleuters het lied opnieuw samenstellen aan de hand van de foto’s. De foto’s kunnen ook een plaatsje krijgen in het liedjes- en versjesboek. • In een bewegingsactiviteit stappen de kleuters rond in de klas en telkens als ze ‘alles goed’ horen, geven ze elkaar een hand. • De volgende keer dat de kleuters het lied beluisteren gaan we een stap verder (voor de derde kleuterklas): als iemand vraagt ‘alles goed’, antwoorden we dan altijd ‘ja, alles is goed’ of durven we eerst na te denken hoe we ons echt voelen? Heb je slecht geslapen, ben je moe… Durf je dat dan te zeggen? Als je buik pijn doet en je hebt geen zin om te spelen… Zeg je dat dan? Maar ook omgekeerd: als je net een superdag hebt, zeg je dan enkel ‘ja, alles goed’ of zeg je ‘ik voel me super’? • Filosoferen met kleuters: een uitdaging. ‘Ik ben blij dat je bestaat … jij brengt leven in mijn straat’ kan een uitgangspunt zijn naar een geloofsmoment. Knutseltip In de kringloopwinkel, op een beurs voor tweedehands spullen of een rommelmarkt koop je voor een prikje allerlei oude lijsten. De kleuters maken een zelfportret en je bevestigt de lijst eromheen: ‘Met mijn hoofd door het raam’. Een leuk geschenk voor moeder- of vaderdag.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 5
Liedje 2: Wakker
We houden pyjamadag in de klas: de kleuters komen in hun pyjama en/of kamerjasje en pantoffels naar de klas. De activiteit begint al op de speelplaats: mama’s en papa’s bekijken alle kleuters. De ene kleuter heeft een pyjama aan, de andere een nachtjapon. Voor de ene gaat slapen nog niet zonder fopspeen, voor de andere is het dekbedje voldoende. Er komen gesprekken op gang maar wij trekken allemaal naar de klas en spreiden ons bedje op het grote tapijt in de klas of in de luisterhoek. Als de kleuters gaan liggen, wordt het opeens muisstil: duimen verdwijnen in mondjes. We gaan toch niet slapen zeker? ‘Wakker, wakker, wakker… Oogjes open… Rek je uit…’ We werken verder aan dit dagthema en we eten een gezond ontbijt, poetsen tandjes, kleden ons aan en gaan … ‘spelen, spelen, spelen’. De zon is daar, we luisteren en genieten van elk geluid! Dit is een ideale manier om de daglijn zowel bij peuters als bij oudere kleuters te introduceren, maar ook het moment om aan intercultureel onderwijs te doen. Hoe ziet jouw slaapkamer eruit en je bedje? Slaap je alleen in je kamer? Wat is het bedritueel bij jullie thuis? Om kleuters tot praten aan te zetten kun je vooraf voor de ouders een enquête maken en gerichte vragen stellen. Knutseltip • Een dienblad maken met een plastic bekertje. • Een bordje van karton versieren. • Een spiegeleitje maken met stickerpapier. • Vork, lepel en mes op de juiste plaats leggen. Voor de jongste kleuters tekenen we de silhouetten af en maken we van het dienblad een alternatieve ‘inlegpuzzel’. Dit liedje kun je gemakkelijk combineren met: Liedje 10: Blinkeuh Dit is een liedje over het proces naar zelfredzaamheid: schoentjes poetsen, we wassen ons, haartjes wassen en drogen…
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 6
Tips voor activiteiten • Popjes wassen. • Schoenen vergelijken. • Rondlopen in allerlei soorten schoenen: moonboots (Waar ga jij naar toe? Ga je skiën?), schoenen met hakken (Ga je naar het feest?), zeesandalen (Ga je naar de kust?), gummilaarzen (Ga je wandelen in het bos?). • Zelf zeep maken met zeepvlokken, geurmiddel en kleurmiddel. Je kunt ook natuurzeep nemen, smelten en in een vorm gieten. • Maak een schoen na in karton, schilder en vernis hem. Met een perforator maak je er gaatjes in, je steekt er een echte veter in en zo leer je de kleuters schoenen knopen. Als het lukt, mag de schoen mee naar huis als beloning. Zo komen we weer een stapje dichter bij zelfredzaamheid! Liedje 3: Droog bed Als je kind overdag zindelijk is, kan het nog een aantal maanden duren voordat het ook ’s nachts droog blijft. Het is voor hem veel gemakkelijker om overdag zijn blaas te beheersen dan ’s nachts, wanneer hij slaapt. Hoogstwaarschijnlijk gaat het bedplassen vanzelf over als je kind ongeveer zes jaar is, maar af en toe een nat bed is zelfs tot zeven jaar niet ongebruikelijk.
Vele kleuters hebben de moed niet om daarover te praten in de groep. Het boekje De eend op de pot (Uitgeverij Leopold, 2002) van Nannie Kuiper kan helpen om over dit probleem te praten. En dan komt de dag dat een kleuter ook ’s nachts droog is. Trots als een pauw komen de ouders dit soms vertellen. Je kunt hierop inspelen in de klas: bepaalde dingen kunnen nu nog wel maar straks niet meer. Denk met de kleuters na over de volgende zaken: • Nu kan ik nog rijden met een driewieler, straks niet meer. • Nu helpt mama me nog bij het smeren van mijn boterham. • Nu gaat de juf nog mee naar het toilet, straks niet meer. • Ik kan nu al alleen mijn handen wassen. • Nu kan ik nog niet … lezen. We maken een persoonlijk boekje waarin kleuters hun vaardigheden en beperkingen kunnen tekenen. Er wordt ruimte gemaakt om hierover te praten. Als kleuterleid(st)er doe je hieraan mee: ik kan niet goed zingen maar ik teken heel graag; ik durf niet met de wagen op de autosnelweg maar ik zou dolgraag bungeejumpen… We zijn niet allemaal gelijk, gelukkig maar… Wedden dat deze persoonlijke boekjes in de klasbibliotheek enorm zullen aanslaan? De kleuters zullen elkaar op deze manier ook beter leren kennen.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 7
Liedje 4: Postbode
Tijd om een oude brievenbus in de klas te zetten en je stempelhoek uit te breiden met oude enveloppen. Je leent een oude postpet of een posttas en de postbode komt op bezoek. Samen met de kleuters ga je elke dag de ‘echte’ brievenbus van de school legen. Je sorteert brieven, reclamefolders, kranten, enzovoort. Via een gesprek over brieven ontvangen kun je overgaan naar: Liedje 12: Ik stuur mezelf wel op Een briefje ontvangen is zo leuk: een verjaardagskaart, een kaart met nieuwjaar, een brief van oma, enzovoort.
Tip voor de boekenhoek Ken je het boek Brieven van Felix (Gottmer, 2004) van Annette Langen? Felix is een knuffel die verloren loopt op het vliegveld. Hij is zijn vriendje kwijt en bezoekt daardoor bijna de hele wereld. Vanuit elke hoek van de wereld stuurt hij een brief. Die brieven zitten ook echt in het boek en die kun je openen. Prachtig om mee te werken bij kleuters en prima te gebruiken als ondersteuning bij dit lied. Liedje 5: Vrooaar In de klas staat een autobus met een groot stuur, een achteruitkijkspiegel, zitjes met kussens, een versnellingspook, pasjes voor de bus, een reisgids… Om ruzie om de chauffeursstoel te vermijden, gebruiken we een rollensysteem. Een microfoon zorgt ervoor dat een gids uitleg kan geven bij een stadsbezoek, enzovoort.
De autobus kan aangepast worden aan het thema: een brandweerwagen, ziekenwagen, caravan, kampeerwagen, enzovoort. Maar hij doet wel altijd vrooaar!
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 8
Tip voor een activiteit We maken een kartonnen doos als auto, met ringen als stuur… Het kan allemaal, als we maar rijden.
Verdere activiteiten rond voertuigen • Werken met tegenstellingen: spring in en uit de auto, rijd snel en traag, bergop en bergaf, klik klak deur open en dicht… • Werken met lotto over allerlei voertuigen: maak de lotto of memory samen met je kleuters. • Ga op stap met de kleuters en neem geluiden langs de straat op: een tractor, bromfiets, motor, auto, vrachtwagen… • Werken met toeters. • Een echte garage in de klas. • Een bezoek brengen aan een autokerkhof, de garage… Liedje 6: Waarom Waarom kan ik geen soep eten met een vork? Waarom zijn bananen krom? Waarom kan ik niet vliegen? Waarom worden mensen oud? Waarom moet ik zo vroeg naar bed? Er zijn vele vragen waarop niet steeds een gemakkelijk antwoord gegeven kan worden.
Humor in de kleuterklas is een moeilijk maar dankbaar thema om eens uit te proberen. Wat brengt kleuters aan het lachen? Het is bijna zeker dat het andere zaken zijn dan wat ons aan het lachen brengt. Wij lachen met een leuke woordspeling, zij met een clown die valt… Het ‘Waarom? Daarom!’-spel in het lied houdt in dat kleuters nieuwsgierig zijn: ze willen het fijne van iets weten. Dit lied zet aan tot onderzoek en tot ontdekken. Maak verschillende ontdekdozen met magneten, doosjes en deksels, met afbeeldingen van dieren en onderzoek waarom een slang geen pootjes heeft, wat een muisje wel eet… Kleuters die vragen stellen, zijn kleuters die leergierig zijn. Daar moeten we zeker op inspelen. Tip voor een activiteit We bouwen een muurtje met een mond: een muurtje dat kan spreken en ons elke dag iets te vertellen heeft! Liedje 7: Wip er op los We organiseren een groot dierenfeest. Je kunt je laten inspireren door Het grote dierenfeest. Kleuterproject (Averbode, 1978) van Jos Devijver.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 9
Kunnen dieren naast mekaar leven? Wat zijn hun specifieke kenmerken en geluiden? Welke dieren zijn vrienden of vijanden van elkaar? Als deze dieren nu ook echt op de wip zouden zitten, wie zou dan het hoogste zitten, dus wie is de lichtste? Je kunt ook een trampoline in de klas zetten en echt gaan wippen. Dit kan opnieuw een dagthema worden: Zet een wip in de klas. Zet een weegschaal in de klas. Tijd om boerderijdieren aan te bieden. Ook op een binnenband van een tractor kun je heerlijk wippen! Tips voor activiteiten • Uitwerken van enkele dierenboekjes: bijvoorbeeld Plons of Bertje Big die eventjes geen big meer wilde zijn… • Een sportdag kan ook eens paardrijden zijn, in draf… Wip er op los!
• Het dierenfeest kan ook eens modder maken zijn (peuters). • Met pijpenragers krulstaartjes draaien rond onze vinger. • In de boerderijhoek bieden we stro en hooi aan (geur waarnemen), eventueel ook echte graszoden waarop de dieren grazen. Liedje 8: Kling klang Dit liedje is rijk aan leuke klanken en klanknabootsingen. We maken een eigen geluidsmuur in de klas met plastic zakken, zagen, lepels, flessen… De kleuters mogen ook hun eigen instrument maken.
We werken nu onze timmerhoek uit want we moeten een huisje maken voor de baby: iemand maakt een wiegje, iemand een bedje, iemand een huisje… We kunnen ook een ladder timmeren. De kleuters moeten eerst de sporten tellen van de ladder. Daarna moeten we ervoor zorgen dat alle sporten even lang zijn en dat ze even ver van elkaar staan. Liedje 9: Om ter eerst We houden een wedstrijdje: om ter sterkst, om ter vlugst, om ter traagst, om ter hoogst, om ter laagst… We spelen met deze begrippen. In een bewegingsles stellen we samen met de kleuters een parcours samen (eventueel voor een andere klas): iemand richt het bos is, iemand maakt een berg, een picknickplekje, een huis, een vijver… Overal maken we opdrachten en als we buiten adem zijn, rusten we even uit! Liedje 10: zie pagina 6
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 10
Liedje 11: Pesten is een pest We stellen een anti-pestplan op. Er is een groot verschil tussen plagen en pesten. Het is belangrijk dat je als leerkracht weet wanneer er in de klas wordt geplaagd en wanneer er echt wordt gepest. Als er een plagerij is, hoef je daar als kleuterleid(st)er niets aan te doen maar als het pesten is, zul je moeten ingrijpen. Pesten is een problematiek die heel actueel is. We leren onze kleuters op een aangename manier samen spelen en samen leven: iets delen, niemand uitlachen en alle mensen nemen zoals ze zijn. Dit is niet gemakkelijk maar erover praten en zingen helpt misschien. Om pesten te kunnen voorkomen is het belangrijk dat er in de klas een goed pedagogisch klimaat heerst. We delen onze boterham, onze koek. We dansen samen, jij drinkt van mijn fles… Tijd om het over ‘delen’ en de ‘helft’ te hebben.
Tips voor activiteiten • Van karton maken we een koek. Met klittenband zorgen we dat we de koek in twee kunnen verdelen, maar ook in vier en misschien zelfs wel in acht. Hetzelfde doen we met een boterham… We zijn wiskundig bezig maar we zijn zeker ook aan het meedelen. • Maak samen met je kleuters een verhaal waarin de volgende zaken moeten voorkomen: - brullen en schreeuwen, - eten van mijn boterham, - spelen op het tapijt met twee, niet met drie… • Stel de kleuters voor een probleem: drie kleuters spelen met twee auto’s. Zij zoeken een oplossing. Liedje 12: zie pagina 8 Liedje 13: Zwemmie zwem
Zwemmen, plonzen in het water, watergewenning, met de klas naar het zwembad. De busreis ernaartoe is al een belevenis op zich. Je eigen zwemtas, je kam, een grote badhanddoek… De wekelijkse of tweewekelijkse zwemles is voor de kleuters iets om naar uit te kijken.
Spetter de spat, spetter de spat Vind je het ook zo leuk in bad? Druppeltjes hier en druppeltjes daar Op je neus en in je haar!
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 11
Tips voor activiteiten • Breng een oud zwembadje dat je in de zomer buiten zet mee naar de klas, vul dit met ballen en we kunnen in de klas zwemmen op het droge. • Blaas enkele strandballen op en hang een ring op in de klas. • Bied zwembanden (verschillende groottes) aan in de ontdekhoek. • Spelen met doktersspuitjes, verstuivers, trechters, de waterbak. • Woorden zoeken die ook beginnen met zw … zwart, zwem, zwaluw, zweven, zwak, zwaar, zwijn, zweet… (stempelhoek). ‘Zeg weet je wat ik het allerliefste doe? Ik ga zo graag naar het zwembad toe, lekker spelen in het grote bad. Mijn hoofd onder water en ik word kletsnat, spetter spetter de, spetter spetter de, spetter de spat. Liedje 14: Steek je vinger in de lucht Dit is een leuk bewegingsliedje met een duidelijke tekst. Het is gemakkelijk om mee te bewegen, ook voor de kleinsten. Als we iets willen vertellen, steken we ook onze vinger in de lucht. Prima liedje om het lichaamsschema te leren kennen en om actief mee te doen. Tips voor activiteiten • Elke kleuter krijgt een kartonnen vinger op een stokje. We leggen de vinger steeds waar het liedje ons brengt. Maar je mag ook eens een vinger bij je vriendje op zijn hoofd, kin of kaak leggen, bijvoorbeeld. • Steek een, twee, drie, vier, vijf … tien vingers in de lucht. Maak van het liedje een telvers of een tellied.
DOELSTELLINGEN
• De kleuters leren op een muzikale manier omgaan met taal; • De kleuters gaan muzisch om met geluiden en muziek; • De kinderen gaan muzisch om met materialen en beelden; • De kinderen drukken eigen ervaringen creatief uit in muzikale expressievormen; • De kleuters denken na en spreken over eigen muzikale uitingen en die van anderen; • De kleuters gaan muzisch om met lichaamshoudingen en bewegingen; • De kinderen verwerven inzichten over mens en samenleving; • De kleuters verwerven inzichten over meten en getallen; • De kleuters verwerven inzichten over de tijd; • De kinderen verwerven inzichten over techniek.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
• De kinderen onderscheiden klanken en denken erover na; • De kinderen passen bij het musiceren verschillende verwerkingsmogelijkheden of musiceervormen toe; • De kleuters herkennen en vergelijken eenvoudige vormen van samenklank; • De kleuters herkennen en benoemen de structuur en de vorm van een ritme, een melodie of een klank- of muziekstuk aan de hand van de structurele principes.
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 12
Samenstelling en foto’s: Karin Proot en Jan De Smet Vormgeving: Ampersand © 2005 Uitgeverij Lannoo www.lannoo.com Steek je vinger in de lucht ISBN 90-209-6097-0
www.lannoo.com/lesbrief
l
Steek je vinger in de lucht 13