STEDELIJKE HEFFING op leegstand, verwaarlozing en verkrotting
1
INHOUD Vooraf
p. 4
Wat wordt belast: woningen en gebouwen / 3 lijsten
p. 5
De inventaris ongeschikt / onbewoonbaar / onveilig
p. 6
De inventaris verwaarlozing
p. 7
Het leegstandregister
p. 8
Samen voorkomen op inventarissen
p. 8
Gevolgen van de inventarisatie: jaarlijkse heffing
p. 9
Vrijstellingen
p. 10
Schrapping uit de inventaris
p. 13
Deze brochure is bedoeld als toelichting bij de regelgeving van de verschillende overheden. Het gaat hierbij slechts om een samenvatting die niet in plaats komt van de wetteksten. In geval van betwisting geldt de wettekst.
3
VOORAF WAAROM EEN HEFFING TEGEN LEEGSTAND, VERWAARLOZING EN VERKROTTING Heel wat woningen en gebouwen staan lange tijd leeg, zijn verwaarloosd of verkrot. Hierdoor zijn ze niet meer beschikbaar op de markt. Bijkomend is er vaak een tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. De stad streeft ernaar leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen te ontraden en deze woningen terug op de woningmarkt te brengen, zowel door stimulerende (vb. premies) als ontradende maatregelen. Ook ten aanzien van het bestrijden van leegstand en verwaarlozing van gebouwen wordt een actieve politiek gevoerd. Door een heffing kan de stad mee helpen sturen om deze woningen en gebouwen terug bruikbaar te maken en beschikbaar te maken en de kwaliteit van deze woningen of gebouwen te verhogen. Langdurige leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen hebben ook een negatieve impact op de leefomgeving en de uitstraling ervan. De stad investeert in de kwaliteit van openbaar domein en de leefbaarheid van de buurten. Door een heffing kan verloedering van panden of straten mee vermeden worden. Een heffing op leegstand heeft daarmee een dubbele bedoeling. Zij heeft een ontradend effect, en heeft daarmee niet in de eerste plaats de bedoeling zoveel mogelijk inkomsten te genereren.
ONTRADENDE MAATREGELEN: EEN GEMEENTELIJKE HEFFING NAAST EEN EVENTUELE VLAAMSE HEFFING Leegstand, verwaarlozing en verkrotting werden reeds enkele jaren belast door de Vlaamse overheid. Vanaf 2010 is er geen eigen Vlaamse heffing op leegstand meer, maar blijft de Vlaamse heffing op verwaarlozing en verkrotting onverminderd bestaan. Aangezien de stad zelf actief leegstand, verkrotting en verwaarlozing van woningen en gebouwen wil bestrijden is naast een eventuele Vlaamse heffing ook een eigen gemeentelijke heffing ingevoerd. Een woning of gebouw kan dus soms belast worden door de Vlaamse overheid én door de gemeente. Op deze manier hoopt de stad een krachtiger signaal te geven. In deze brochure vindt u een toelichting bij de gemeentelijke heffing. Het gaat hier enkel om een samenvatting. In geval van betwisting geldt het heffingsreglement zoals dat door de gemeenteraad werd goedgekeurd.
STIMULERENDE MAATREGELEN: PREMIES EN TEGEMOETKOMINGEN Hoewel leegstand, verwaarlozing en verkrotting worden belast, zijn er een pak tegemoetkomingen voor eigenaars die werken uitvoeren om woningen terug in goede staat te brengen. Een overzicht van de premies van de verschillende overheden en organisaties is opgenomen in een aparte brochure ‘Premies bouwen en verbouwen. Ook voor u! ‘ die u kan bekomen bij de dienst huisvesting of kan terugvinden op de website www.turnhout.be
BOUWEN PREMIES WEN BOU EN VER ! o ook v or u 4
WAT WORDT BELAST: WONINGEN EN GEBOUWEN / 3 LIJSTEN Zowel woningen als gebouwen kunnen belast worden. Een woning is elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd in voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. Een woning is bijvoorbeeld een eengezinswoning, een appartement, een studio, een (studenten)kamer, … Een gebouw is een bebouwd onroerend goed dat geen woning is en een kadastrale oppervlakte heeft van minder dan 5 are. Gebouwen die groter zijn dan 5 are die geen economische functie hebben of hebben gehad kunnen eveneens belast worden. Gebouwen met een economische functie en groter dan 5 are (bedrijfsruimten) worden niet mee volgens dit reglement belast. Er bestaat immers een aparte heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. Indien na onderzoek en een plaatsbezoek wordt vastgesteld dat een woning of gebouw leegstand, verwaarloosd, ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig is, wordt de eigenaar hiervan verwittigd. Hij heeft dan de kans om de vaststellingen te betwisten. Indien zijn bezwaar wordt verworpen, wordt een woning of gebouw opgenomen op een of meer lijsten, inventaris of register, genaamd. Er zijn drie lijsten waarop een woning of gebouw kan worden opgenomen: - een inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ - een inventaris ‘verwaarlozing’ - een register ‘leegstand’ Een woning of gebouw kan op meerdere lijsten tegelijk voorkomen. Een woning kan bijvoorbeeld zowel leegstaan als verwaarloosd zijn. Zolang een woning of gebouw op een of meer lijsten staat, kan zij belast worden. Elke woning of gebouw op de inventaris wordt belast, tenzij zij vrijgesteld zijn van een belasting. Een vrijstelling kan bijvoorbeeld gegeven worden wanneer er werken worden uitgevoerd, wanneer de woning of het gebouw recent aangekocht is, … Als een woning wordt geschrapt uit de inventaris of het register is geen belasting meer verschuldigd.
5
DE INVENTARIS ONGESCHIKT / ONBEWOONBAAR / ONVEILIG
BEGRIPPEN Elke woning die in Vlaanderen bewoond wordt moet aan minimale normen voldoen op vlak van comfort, veiligheid en kwaliteit. Of een woning al dan niet voldoet aan deze normen kan worden vastgesteld in een plaatsbezoek. Indien uit het onderzoek blijkt dat er de woning niet voldoet aan de normen, kan de burgemeester de woning ongeschikt verklaren en werken opleggen aan de eigenaar. In het slechtste geval, als er ook een gevaar is voor de veiligheid en de gezondheid van de bewoners, kan het gevolg van dergelijk onderzoek zijn dat de woning niet langer bewoond mag worden. In dit geval is er sprake van een onbewoonbaarverklaring. Een woning of gebouw is onveilig indien er een gevaar is voor de openbare veiligheid (vb. voor omwonenden of voorbijgangers) kan de burgemeesters eveneens maatregelen opleggen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om dringende werken aan een woning of aan een gebouw, of zelfs de sloop ervan.
OPNAME OP DE INVENTARIS ‘ONGESCHIKT/ONBEWOONBAAR/ONVEILIG’ Wanneer de burgemeester een besluit neemt tot ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig verklaring wordt de woning of het gebouw opgenomen op de inventaris ‘ongeschikt / onbewoonbaar / onveilig’ op datum van het besluit van de burgemeester. Het besluit, en de opname op de inventaris, wordt aangetekend verstuurd aan de eigenaar. Er bestaat een mogelijkheid om beroep aan te tekenen tegen het besluit van de burgemeester. Om deze reden is er geen aparte bezwaarprocedure voorzien tegen de opname op de inventaris op zich. Woningen of gebouwen die in het verleden reeds ongeschikt, onbewoonbaar of onveilig werden verklaard en waarvoor het besluit nog niet is opgeheven en dus nog steeds van kracht is, kunnen eveneens belast worden. Zij worden op de inventaris ‘ongeschikt / onbewoonbaar / onveilig’ opgenomen op datum van inwerkingtreding van het besluit. De eigenaars worden hiervan met een aangetekende brief van op de hoogte gebracht.
6
DE INVENTARIS VERWAARLOZING BEGRIPPEN Een woning of gebouw is verwaarloosd indien er zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval zijn aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, kroonlijst, dakgoten, glas, …. In sommige gevallen is het verval zo sterk dat niet alle gebouwelementen meer aanwezig zijn (bijvoorbeeld wanneer het dak of een deel van de muren, … ontbreekt). We spreken dan van ruïnes of restanten. Deze worden als verwaarloosd beschouwd. Ook wanneer een woning of gebouw onafgewerkt is, dat wil zeggen als een woning of gebouw drie jaar na de aanvang van werken nog niet winddicht is en hierdoor de stedenbouwkundige vergunning is vervallen, wordt beschouwd als verwaarloosd. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een nieuwbouwwoning gaan waarvan de bouw is stilgevallen en die bijgevolg al jaren zonder ramen en deuren is gebleven.
OPNAME OP DE INVENTARIS ‘VERWAARLOZING’ De dienst huisvesting stelt de verwaarlozing van een woning of gebouw ter plaatse vast aan de hand van een technisch verslag. Mogelijke gebreken aan de woning of het gebouw worden opgenomen in het technisch verslag. Wanneer een woning of gebouw een bepaald aantal gebreken heeft wordt zij beschouwd als verwaarloosd. De eigenaar wordt van deze vaststelling op de hoogte via een administratieve akte, die aangetekend wordt verstuurd. De eigenaar heeft 30 dagen de tijd om de vaststellingen te betwisten. Indien de eigenaar de vaststellingen wenst te bestwisten dient hij hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen. Het indienen van een bezwaar dient schriftelijk te gebeuren via aangetekende zending aan het college van burgemeester en schepenen, Campus Blairon 200 te 2300 Turnhout of tegen ontvangstbewijs aan het loket van de dienst huisvesting. Het college doet een uitspraak over het bezwaar binnen een termijn van 90 dagen. Indien de vaststellingen niet worden betwist of de eigenaar de vaststellingen niet kan weerleggen, wordt de woning of het gebouw opgenomen op de inventaris verwaarlozing en dit op de datum van de administratieve akte.
7
HET LEEGSTANDSREGISTER BEGRIPPEN Een woning wordt beschouwd als leegstaand als ze gedurende tenminste 12 maanden niet effectief gebruikt wordt als woning. Dit betekent ook dat bijvoorbeeld het gebruik van een woning als opslagruimte niet beschouwd wordt als een gebruik als woning, en dus wordt beschouwd als leegstaand. Een gebouw wordt beschouwd als leegstand als het voor meer dan 50 % van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt gebruikt volgens de bestemming gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De bestemming blijkt uit de stedenbouwkundige vergunningen of de kadastrale gegevens.
OPNAME OP HET ‘LEEGSTANDSREGISTER’ De dienst huisvesting stelt de leegstand van een woning of gebouw ter plaatse vast aan de hand van een technisch en beschrijvend verslag. Dit verslag bestaat o.m. uit een lijst met criteria. Als één van de criteria of een combinatie van criteria wordt aangeduid, wordt vermoed dat het gaat om een leegstaande woning of gebouw. De eigenaar wordt van deze vaststelling op de hoogte gebracht via een administratieve akte, die aangetekend wordt verstuurd. De eigenaar heeft 30 dagen de tijd om de vaststellingen te betwisten. Indien de eigenaar de vaststellingen wenst te bestwisten dient hij hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen. Het indienen van een bezwaar dient schriftelijk te gebeuren via aangetekende zending aan het college van burgemeester en schepenen, Campus Blairon 200 te 2300 Turnhout of tegen ontvangstbewijs aan het loket van de dienst huisvesting. Het al dan niet aanvaarden van een bezwaar kan worden voorafgegaan door een vraag tot plaatsbezoek aan de woning of het gebouw door de stadsdiensten. Indien dit plaatsbezoek wordt geweigerd of indien aan de stadsdiensten geen toegang wordt verleend, dan wordt het bezwaar niet aanvaard. Het college doet een uitspraak over het bezwaar binnen een termijn van 90 dagen. Indien de vaststellingen niet worden betwist of de eigenaar de vaststellingen niet kan weerleggen, wordt de woning of het gebouw opgenomen in het leegstandsregister en dit op de datum van de administratieve akte.
SAMEN VOORKOMEN OP INVENTARISSEN Een woning of gebouw kan op meerdere inventarissen tegelijkertijd voorkomen. Een gebouw kan bijvoorbeeld leegstaan en verwaarloosd zijn of een woning kan bijvoorbeeld onbewoonbaar worden verklaard en verwaarloosd zijn. Hierop is slechts een uitzondering: woningen of gebouwen die voorkomen op de inventaris ongeschikt – onbewoonbaar – onveilig kunnen niet worden opgenomen op de inventaris leegstand. Als bijvoorbeeld een verbod tot bewoning in het besluit van de burgemeester wordt opgelegd, zou het niet logisch zijn dezelfde woning nog eens te belasten omdat ze niet wordt bewoond.
8
GEVOLGEN VAN DE INVENTARISATIE: JAARLIJKSE HEFFING BEDRAG HEFFING Soort heffing
Inventarisatiedatum
1 jaar na inventarisatiedatum
2 jaar na inventarisatiedatum
3 jaar na inventarisatiedatum
4 jaar na inventarisatiedatum
> 4 jaar na inventarisatiedatum
Leegstand
0 euro
2500 euro
3750 euro
5000 euro
6250 euro
6250 euro
Verwaarlozing
0 euro
2500 euro
3750 euro
5000 euro
6250 euro
6250 euro
Ongeschikt Onbewoonbaar Onveilig
0 euro
2500 euro
3750 euro
5000 euro
6250 euro
6250 euro
VOORBEELD – COMBINATIE VAN HEFFINGEN Er zijn verschillende combinaties van heffingen mogelijk: vb. Een gebouw opgedeeld in 2 delen - beneden handelspand dat leeg staat, bovenliggende woning verwaarloosd zowel heffing voor leegstand als voor verwaarlozing. In dit geval moet de som van beide heffingen betaald worden.
WIE BETAALT DE HEFFING De heffing moet betaald worden door de houder van het zakelijk recht. Meestal is dit de volle eigenaar, maar soms kan het ook gaan om een vruchtgebruiker, erfpachter of een houder van een recht van opstal. Als het zakelijk recht verdeeld is over meerdere personen, dan betaalt iedereen in verhouding tot zijn aandeel. Indien de woning verkocht wordt is de verkoper verplicht om de koper op de hoogte te brengen van de opname op de inventaris. Hij bezorgt de gegevens van de nieuwe eigenaar per aangetekend schrijven eveneens aan de dienst huisvesting. Indien hij dit niet doet, blijft hij en niet de nieuwe eigenaar heffingsplichtig.
AANSLAGBILJET Indien u een heffing dient te betalen ontvangt u een aanslagbiljet, met daarop het bedrag van de heffing. De heffing dient betaald te worden binnen de 2 maanden na het verzenden van het aanslagbiljet.
BEZWAARSCHRIFT TEGEN HET AANSLAGBILJET Tegen een aanslag kan bezwaar worden ingediend. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend bij het College van burgemeester en Schepenen, Stadskantoor, Campus Blairon 200 te Turnhout, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of de kennisgeving van de aanslag. De indiener van een bezwaarschrift heeft het recht om gehoord te worden voor de betreffende aanslag in een hoorzitting. De hoorzitting moet niet meer verplicht voor elk bezwaar worden georganiseerd, maar enkel indien de belastingschuldige er uitdrukkelijk om gevraagd heeft in zijn bezwaarschrift. Het college doet een uitspraak binnen de zes maanden na de datum van ontvangst van het bezwaarschrift. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de vervolging en de eisbaarheid van de belasting niet.
9
VRIJSTELLINGEN In enkele gevallen kan de eigenaar van het gebouw of de woning vrijgesteld worden van betaling van de heffing. Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden door middel van een aanvraagformulier. De aanvraag van een vrijstelling dient schriftelijk te gebeuren via aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs voor de verjaardag van datum van opname op de inventaris. Tijdens de periode van vrijstelling blijft de woning wel geïnventariseerd. Soms zijn vrijstellingen beperkt in de tijd, of worden ze voorwaardelijk toegekend. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en dient de heffing als nog betaald te worden.
VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN / OF GEBOUWEN BINNEN ONTEIGENINGSPLAN Woningen en / of gebouwen gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd onteigeningsplan worden vrijgesteld. Dit geldt ook voor woningen en / of gebouwen gelegen binnen een gebied waar een onteigeningsplan wordt voorbereid en waarvoor om die reden geen bouwvergunning meer kan verkregen worden.
VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN / OF GEBOUWEN ERKEND ALS MONUMENT De eigenaar van woningen en / of gebouwen die in het kader van het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten erkend zijn als monument én waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend kan een vrijstelling krijgen. Dit geldt ook voor monumenten waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand mag bewaard blijven.
VRIJSTELLING VOOR WONINGEN WEGENS BEWONING VAN DE ENIGE WONING De eigenaar van een woning kan een vrijstelling van onbepaalde duur krijgen voor een woning die zijn enige eigendom is én die hij zelf als hoofdverblijfplaats bewoont.
VRIJSTELLING WEGENS BEPERKTE HANDELINGSBEKWAAMHEID De eigenaar van een woning kan een vrijstelling krijgen indien de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing.
TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN WEGENS VERBLIJF IN EEN INSTELLING Eigenaars die in een erkende ouderenvoorziening of instelling verblijven, kunnen tijdelijk worden vrijgesteld van de heffing, indien zij geen andere woning in eigendom hebben. Deze vrijstelling geldt enkel voor ‘leegstand’ en dit voor een periode van maximaal 5 jaar vanaf de datum van de administratieve akte. Deze vrijstelling geldt niet voor opname op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ of ‘verwaarlozing’
10
TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN / OF GEBOUWEN WEGENS VERKRIJGEN VAN HET ZAKELIJK RECHT (NIEUWE EIGENAAR) Eigenaars die een pand minder dan twee jaar in eigendom hebben, kunnen een vrijstelling krijgen. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 2 jaar vanaf het moment van de aankoop en op voorwaarde dat de woning of het gebouw in deze periode niet verkocht wordt. Op deze manier kan de nieuwe eigenaar werken voorbereiden (aanvraag stedenbouwkundige vergunning, offertes opvragen, …). Aansluitend aan de vrijstelling als nieuwe eigenaar kan hij dan bijvoorbeeld ook nog een vrijstelling voor renovatiewerken aanvragen (zie verder). Wanneer de eigenaar de nieuwe eigenaar de woning toch terug zou verkopen tijdens de vrijstellingsperiode van twee jaar, vervalt de vrijstelling en moet hij alle verschuldigde heffingen toch nog betalen. Een aantal nieuwe eigenaars kan geen beroep doen op deze vrijstelling. Zo is er geen vrijstelling voor nieuwe eigenaars die een bloed- of aanverwant zijn tot en met de derde graad van de vorige eigenaar, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament. Een vrijstelling wordt ook niet gegeven wanneer de verkoper over meer dan 10% van de aandelen beschikt in de vennootschap die aankoopt.
TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN / OF GEBOUWEN WEGENS RENOVATIEWERKEN Er wordt in een periode van 10 jaar éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning of het gebouw waarbij de problematische situatie te gronde wordt aangepakt. De eigenaar moet de geplande renovatie aantonen aan de hand van een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning en een tijdschema of de schriftelijke bevestiging van een volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en een tijdschema voor werken die vergunningsplichtig zijn. Voor werken die niet vergunningsplichtig zijn dient de eigenaar een renovatienota voor te leggen bestaande uit: (1) een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd, (2) een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht, (3) een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van mijzelf indien ik zelf de werken zal uitvoeren, (4) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen en (5) indien van toepassing akkoord van de mede-eigenaars. Deze vrijstelling wordt verleend voor een termijn van maximum 3 jaar, maar wordt in schijven van één jaar toegekend. Indien de ingeleverde documenten ontvankelijk zijn, dan krijgt u een principiële goedkeuring van het eerste jaar vrijstelling op voorwaarde dat de werken ook effectief gestart worden in dit eerste jaar. Om een tweede schijf te krijgen moet u opnieuw een aanvraag indienen een maand vooraleer de eerste schijf verstrijkt. Uit de stand van zaken moet blijken dat de werken gestart zijn. De stadsdiensten kunnen een plaatsbezoek brengen. Om een derde schijf te kunnen krijgen moet u opnieuw een aanvraag indienen een maand vooraleer de tweede schijf verstrijkt. Ook hier moet een stand van zaken worden toegevoegd en kan de stad ter plaatse komen. De derde vrijstelling wordt toegekend als uit de stand van zaken blijkt dat de werken vorderen zoals voorzien in het tijdschema. Woningen of gebouwen die zowel op de inventaris ‘verwaarlozing’ als op de inventaris ‘leegstand’ voorkomen kunnen uitzonderlijk nog een vierde schijf krijgen, wanneer de woning na drie jaar renovatiewerken wel geschrapt is uit de inventaris verwaarlozing, maar nog niet uit de inventaris leegstand. Voor het wegwerken van deze leegstand wordt een extra vrijstelling van één jaar toegekend.
11
TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN WEGENS RENOVATIEHUURCONTRACT MET SOCIAAL VERHUURKANTOOR Eigenaars die voor een woning een renovatiehuurcontract hebben afgesloten met een sociaal verhuurkantoor hebben recht op een vrijstelling voor een periode van twee jaar vanaf de datum van het renovatiehuurcontract.
TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN/OF GEBOUWEN BIJ EEN GERECHTELIJK DOSSIER Eigenaars van woningen of gebouwen waarvan die niet kunnen gebruikt worden door een verzegeling hebben recht op een vrijstelling. Deze vrijstelling geldt voor een periode tot maximaal 2 na het einde van de onmogelijkheid van gebruik.
Tijdelijke vrijstelling voo r woningen en / of geb ouwen bij een ramp Eigenaars van woningen of gebouwen die getroff en worden door een ram TIJDELIJKE VRIJSTELLING VOOR WONINGEN EN/OF GEBOUWEN BIJramEEN RAMP vrijstelling. Een p hebben r p is een gebeurtenis die zich voo rdoet buiten de wil van recht en waardoor de de houde sch dervrijstelling. mate is dat hetEen Eigenaars van woningen ofegebouwen die getroffen worden door een ramp hebben recht opade een ramp gebruik onmogelijk is (bv. brand, blikseminslag, …). Er wo mp p en o ra t n h e c gas e re rdt ij een n b vrijstede en llinschade g gegevendermate is een gebeurtenis voordoet zakelijk en waardoor p hebbe die zich lijk buiten de wil van de houder van het gedurende een period de dat of gebouw um vanrecht de ramp. or een ram n het zake e tot 2 jaar o va d r n ngen en / e e d u rd o o h w is edat hetil gebruik van de onmogelijk getroffen ngis, (bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, …). Er wordt een vrijstelling gegeven geduuit n de w ouwen die asontploffi nd, gtot ordoet brende ra vo b h v. c een periode 2 jaar op de datum van de ramp. Vrijstelling voor de lee (b zi is op ie lgendvolgend gstand van een wonin mogelijk eurtenis d g gelegen boven een geb tot 2 jaar vo gebruik on e t d e o is h ri en waarvan de gevelb t e a p d ouw dat effecti n e e e reedte beperkt is d n re ermate is u d e g n ve e De eigenaar van een wo g e g g n lli ning, die gelegen is bov n vrijste en een gebouw dat effe niet afsplitsbaar van is, ruik ctief in gebruik gebLEEGSTAND heeft f in VRIJSTELLING VOOR DE VAN EEN WONING GELEGEN BOVEN EEN DAT rechtGEBOUW e op een vrijstellin ti c e ff e t g, indien de gevelbree a d de w stra u atk o ant b dte van het g minder dan 6 meter bed e g n e e n raagt en de woning nie ove IN GEBRUIK IS EN WAARVAN DE GEVELBREEDTE IS gen bEFFECTIEF toeganBEPERKT t toegankelijk is via een g. oning gele daar af w n e n e is e ik n d va gebru Deze vrijstelling geldt nie tief in aangelegen is boven een gebouw dat effectief w ten voodaar at effecvan t is u De eigenaar een woning, die in gebruik is niet afsplitsbaar van d r o opn rk b e am w e p e u op g e o de t b b inv e e ent h te aris ‘ongeschikt-onbewo verwaarlozing’. Deze vrij n een g dte van onbaar-on stellin rlijke velbreeop en is bove g is nietdan een aan de straatkant minder 6 meter van toe de gerecht passingbeienheeft n afzonde indien de gevelbreedte van het gebouw , die geleg indien een bestaande eevrijstelling, , indis, a werd verwijderd zonder g vi n lli is te k afzonderlij lij ijs ke vr de n n nod a e ige g e e ste p den to o bouwkundige vergunnin draagt niet en de woning niet toegankelijk is via een afzonderlijke toegang. t recht kan gerealiseerd worde gen, indien een afzon e woning n langs de straat- of een f‘ raagt en d onveilig’ o andere zijde, of indien ra a gan b meter bed g n aan o we o een gemeensch zig w is e of b kan Dezegevrijstelling geldt niet voor opname op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ of ‘verwaarlozing’. g n n voo o a rzie tg n worden via aanpalend rlijke toe n schik e woningen en / of geb aan dezelfde eigenaar. e afzonde ng ventaris ‘o d a ouwen d n g in a e e a d to st p e e o b ijk me een derl fzontoepassing dien vrijstelling Deze isnniet voor opna een avan e-indien een bestaande afzonderlijke toegang werd verwijderd zonder de nodige die passing in e to in , to n ke n e lij g e va in p t n p Overige vrijstellingen worden langs de straat- of een indien eenscha e vergun elling is nie n gemvergunningen, kundigstedenbouwkundige oren een afzonderlijke toegang kan gerealiseerd f indien ee edenbouw die toebeh e, ozijde, n jd Een e zi w endvoorzien u re e sociale hui o e andere of indien een gemeenschappelijke toegang aanwezig is oferk kan worden viaaat aanpalende woningen e nodige st b d svestingsm n an of ge schappij, raat- of ee ingen en / ongebouwen een gemeentelijk extern w e d n le langs de st a en / of die toebehoren aan dezelfde eigenaar. p verzelfstandigd agentaan orden via schap, de gemeente, het voorzien w OCMW of een intergemeentelijke verenigin g worden vrijgesteld van de heffing. Deze vrij stelling is beperkt tot maximaal 5 jaar. ij, p p a aatsch isvestingsm tdigd agen n a st lf n verze rte in n of ee het OCMW vrijgesteld n e rd o ing w tot is beperkt vrijstelling
VOOR
NA
12 14
SCHRAPPING UIT DE INVENTARIS SCHRAPPING UIT DE INVENTARIS ‘ONGESCHIKT / ONBEWOONBAAR / ONVEILIG’ Een woning of gebouw blijft op de inventaris staan zolang het besluit van de burgemeester niet is opgeheven. De voorwaarden voor een opheffing van het besluit staan vermeld in het besluit zelf. Pas als aan al deze voorwaarden is voldaan, en een woning terug voldoet aan de minimale normen of een gebouw of woning geen gevaar meer vormt voor de openbare veiligheid en gezondheid, zal de burgemeester het besluit opheffen. Op datum van opheffing van het besluit wordt de woning of het gebouw geschrapt uit de inventaris.
SCHRAPPING UIT DE INVENTARIS ‘VERWAARLOZING’ Nadat de eigenaar werken heeft uitgevoerd brengt hij de dienst huisvesting hiervan schriftelijk op de hoogte. De dienst huisvesting voert een plaatsbezoek uit. Wanneer uit het technisch verslag blijkt dat de woningen of gebouwen volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of niet meer als ruïne of restant kunnen worden beschouwd, worden deze geschrapt uit de inventaris. Onafgewerkte woningen of gebouwen worden geschrapt als deze winddicht zijn. De datum van de schrapping is de datum waarop de stadsdiensten hebben vastgesteld dat de gebreken zijn weggewerkt. Wanneer het college van burgemeester en schepenen een vraag tot schrapping heeft geweigerd dan kan hiertegen beroep aangetekend worden door middel van een aangetekende zending. Het beroep dient binnen een termijn van 30 dagen ingediend te worden. Het college zal dit beroep binnen een termijn van 90 dagen behandelen.
SCHRAPPING UIT HET ‘LEEGSTANDSREGISTER’ Nadat een woning terug bewoond is, brengt de eigenaar de dienst huisvesting hiervan schriftelijk op de hoogte. De stadsdiensten kunnen beslissen om de bewoning ter plaatse te controleren. Wanneer de woning na 6 opeenvolgende maanden nog steeds bewoond is, wordt ze geschrapt op datum van de start van de bewoning. Wanneer het gaat om een gebouw dat opnieuw voor meer dan 50% van de vloeroppervlakte opnieuw gebruikt wordt, brengt de eigenaar eveneens de dienst huisvesting schriftelijk op de hoogte. De dienst huisvesting voert een plaatsbezoek uit om na te gaan of het gebouw effectief gebruikt wordt overeenkomstig de bestemming. Na 6 maanden wordt opnieuw een plaatsbezoek uitgevoerd. Wanneer blijkt dat na deze periode het gebouw nog steeds voor meer dan 50% van de vloeroppervlakte in gebruik is, wordt ze geschrapt op datum van de eerste controle. De stadsdiensten kunnen ook een tussentijdse controle uitvoeren. Als blijkt dat het gebouw niet in gebruik is, wordt de procedure tot schrapping stopgezet. Wanneer het college van burgemeester en schepenen een vraag tot schrapping heeft geweigerd dan kan hiertegen beroep aangetekend worden door middel van een aangetekende zending. Het beroep dient binnen een termijn van 30 dagen ingediend te worden. Het college zal dit beroep binnen een termijn van 90 dagen behandelen.
13
uitgave oktober 2013
STAD TURNHOUT Dienst Huisvesting & Patrimonium Campus Blairon 200 2300 Turnhout 014 44 33 94
[email protected]