Felle bliksem. Met kostengereduceerd optreden:
Sport-Line NOVAX S 4000
Gebruikershandboek en serviceboekje
2
Dit gebruikershandboek en serviceboekje is van kracht voor het model emco NOVAX S 4000
Voertuigidentificatienummer (VIN): Eerste toelating voertuig:
.
.
____________________________________________
____________________________________________
Stempel
Datum, handtekening
emco dealer
emco dealer
Wij verzoeken u de gegevens 'Service eerste toelating' op pagina 43 ('Serviceboekje') in te vullen.
3
Gebruikershandboek en serviceboekje Sport-Line NOVAX S 4000
4
In dit handboek worden de functies, het gebruik, onderhoud en de verzorging van uw nieuwe voertuig beschreven. Lees alles goed door en volg de aanwijzingen precies op, dan zal uw NOVAX een lange levensduur hebben en zult u heerlijk kunnen rijden.
OPGELET
Lees alle veiligheidsvoorschriften en instructies.
Het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften en instructies kan een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel veroorzaken en gevolgen hebben. Neemt u in elk geval het betreffende inspectie- en onderhoudsschema in acht en zorg dat de voor de garantie noodzakelijke servicewerkzaamheden, die door onze dealer werden uitgevoerd, door deze afgestempeld en ondertekend worden.
De garantietermijn voor de aangeschafte elektroscooter bedraagt 24 maanden na het eerste gebruik.
Bewaar dit gebruikershandboek voor toekomstig gebruik en berg het in het voertuig op.
Lingen, april 2013 Rev01-01
5
Inhoud Veiligheidsvoorschriften. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het voertuig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Schoonmaken en verzorgen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Overzicht belangrijkste componenten. . . . . . . . . . . . . . . 10
Onderhoud – verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Bedieningselementen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Schakelaarcombinatie links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Instrumenten en indicaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Schakelaarcombinatie rechts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Veilig rijden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Regeling lichtkegel dimlicht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Knipperlicht voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Contactslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Achterlamp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Stuurslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Dashboardverlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Zadel openen en sluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Knipperlicht achter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Hoofdschakelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Siliconen accu’s (40 Ah) opladen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Visuele controles. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Li-ion accu’s (60 Ah) opladen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Remmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Instelling van de achterste wielophanging. . . . . . . . . . . 22
Zekering van de verlichting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Accu's en bekabeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Instelling van de achteruitkijkspiegels. . . . . . . . . . . . . . . 23
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Inspectie- en onderhoudsschema. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Controles voor rijbegin. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Motor inschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Starten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Serviceboekje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6
Veiligheidsvoorschriften Belangrijke informatie Bij vragen over rijbewijs-, toelatings-, belasting- en verzekeringsplicht moet u altijd de wettelijke voorschriften van het land waarin u de scooter in gebruik wilt nemen opvolgen. Bij vragen over helmplicht, het verplicht meevoeren van voertuigpapieren, verbanddoos of gevarendriehoek moet u altijd de wettelijke voorschriften (ook toelatingsbepalingen) van het land waarin u met de scooter wilt rijden opvolgen.
• Wanneer het voertuig niet volgens de voorschriften wordt
gebruikt, vervalt de garantie.
• De scooter is bedoeld voor gebruik met bestuurder en bijrijder
in het wegverkeer.
• De toegestane maximumsnelheid van 25 resp. 45 km/u mag niet worden overschreden. • Alle handelingen om de motor/snelheid op te voeren en het 'tunen' van motoren en controllers zijn wettelijk verboden. U brengt hiermee uw eigen veiligheid in gevaar. Bovendien worden de veiligheid en levensduur van uw voertuig verkort en komen de verzekering, het Europese gelijkvormigheidsattest (COC) en de garantie te vervallen. • Het veranderen of aanpassen van de kentekenplaathouder, de verlichtingsgroepen, akoestische signalen en de achteruitkijkspiegel zijn strafbaar en hebben tot gevolg dat de garantie en verzekering komen te vervallen. • Het veranderen van het voertuigidentificatienummer is strafbaar en kan juridisch worden vervolgd; de eigenaar wordt hiervoor aansprakelijk gesteld.
7
• Noteer a.u.b. de voertuiggegevens van uw scooter:
• Rijd bij slecht weer (regen, sneeuw, ijs) bijzonder voorzichtig.
- Voertuigidentificatienummer (VIN)
- motornummer
• Bij lange ritten in de regen en na het wassen van de scooter
- typeplaatje
kan de rem trager reageren i.v.m. het vocht.
- kenteken
Na het wassen van de scooter raden we u aan de remmen, op een
verkeersveilige plaats, voorzichtig 'droog te remmen'.
en bewaar die samen met de reservesleutel op een veilige plaats, dus niet bij uw voertuig.
Tijdens ritten in de regen is het goed vaker voorzichtig te remmen om een goede remfunctie te garanderen.
• Voor iedere rit moet de scooter op verkeersveiligheid worden
gecontroleerd. Controleer altijd:
- functioneren van de remmen
- goede bandenspanning
- functioneren van alle signalen en verlichting
- veilige algemene staat
• Houd rekening met het toegestane maximumgewicht.
8
Aan de rechterkant van het stuur zit de remhendel voor de
Voor uw veiligheid
voorrem. • Het voertuig mag alleen met geheel omhoog geklapte standaard
Voor dit voertuig geldt in heel Europa de helmplicht. Rij alleen met helm (ook de bijrijder) en met passende beschermkleding. Draag opvallende en lichte kleuren,
worden gebruikt.
• Rijd altijd met licht! • De service-intervallen (serviceboekje) moeten altijd worden aangehouden (Bovag-werkplaats) en in het serviceboekje worden
zodat u beter en sneller wordt gezien door de andere
gedocumenteerd om uw recht op garantie in stand te houden.
verkeersdeelnemers.
Het voertuig werd door de fabrikant compleet bedrijfs-
klaar geleverd. Desondanks verzoeken wij u de volgende punten in acht te nemen voor de eerste ingebruikneming: • Laad de accu met de meegeleverde acculader geheel op
OPGELET
voordat u de eerste keer met de scooter gaat rijden.
• Accu's verliezen per dag tot wel één procent van hun vermogen. In de winter kan de accu door de lage temperaturen aan vermogen
Het rijden onder invloed van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen is voor u en anderen zeer gevaarlijk.
verliezen. • Controleer de werking van de remmen. Aan de linkerkant van het stuur zit de remhendel voor de achterrem.
De NOVAX is uitgerust met een overbelastingsbeveiliging.
Laat in dit geval de hoofdaccu's door een contractdealer testen. Het is
Deze kan bij het achteruit rollen geactiveerd worden en
niet gezegd dat alle accu's defect zijn, zodat elke accu afzonderlijk en
de aandrijving blokkeren. Rem in dit geval tot uw voertuig
los van de rest zou moeten worden gecontroleerd. Vanzelfsprekend
helemaal stilstaat en geef pas daarna opnieuw gas, zodat de aandrijving weer kan worden ingeschakeld. Bij hindernissen en hellingen met een percentage van meer dan 20% kan de overbelastingsbeveiliging van de
zou ook de acculader in geval van een minder wordende eindsnelheid of reikwijdte aan een controle moeten worden onderworpen. Rij de accu's van de scooter nooit helemaal leeg (diepontlading), aangezien hierdoor de capaciteitopname van de accu's aanzienlijk kan
NOVAX eveneens geactiveerd worden en de aandrijving
worden verslechterd.
worden geblokkeerd.
Lithium-ion- en siliconen accu’s regelmatig half opladen, heeft niet tot gevolg dat de oplaadcapaciteit slechter wordt resp. dat het aantal laadcycli van de accu's vermindert. Integendeel, de accu's zijn hier dankbaar voor met een langere
OPGELET
levensduur. Houd hierbij rekening met het feit dat de garantieduur voor de
Mocht uw scooter tijdens het rijden niet meer zijn volledige maximumsnelheid resp. bereik halen, ondanks dat de accu's volledig zijn opgeladen, .dan zou het kunnen zijn dat een van de hoofdaccu's defect is.
9
hoofdaccu's van het voertuig beperkt is tot 24 maanden.
20
10
Het voertuig Overzicht belangrijkste componenten
4 3 5 2
1 Knipperlicht linksvoor
2 Koplamp
3 Remvloeistoftank
achteras
4 Veiligheidsschakelaar
6
5 Achterlicht / remlicht
7
6 Knipperlicht
1
linksachter
8
10
9
7 Zadelslot
8 Motor achteras
9 Middenstandaard
10 Zijstandaard
11
11 Accu's
12 Knipperlicht
rechtsachter
13
14
15
16
17
18
12
13 Steunbeugel bijrijder
14 Voertuigidentificatie-
nummer
(onder het zadel)
19
11
15 Typeplaatje (achter afdekking)
16 Zadel
17 Onderhoudsafdekking
18 Remvloeistoftank vooras
19 Knipperlicht rechtsvoor
20
4 3 5
20 Reflector
12
3
4
Bedieningselementen
3
1 Schakelaarcombinatie
links
2
5
2 Achterremhendel
3 Achteruitkijkspiegel
4 Instrumenten en
indicaties
1
6
5 Voorremhendel
6 Schakelaarcombinatie
rechts
7 9
8
7 Contactslot /
stuurslot
8 Opbergvak rechts
9 Opbergvak links
13
1
2
1
1
cb a
2 3
5
4
2 3
3
Schakelaarcombinatie links
Instrumenten en indicaties
Schakelaarcombinatie rechts
1 Groot- en dimlicht
1 Knipperindicatie links
1 Gashendel / potentiometer
2 Knipperlichtschakelaar links /
2 Knipperindicatie rechts
3 Indicatie acculaadtoestand
2 Verlichting
4 Indicatie groot licht
5 Snelheidsmeter
rechts
3 Claxon
a – uit
b – stadslicht
c – rijlicht
3 Claxon
14
ON
LOCK
TIO N
NI
PUSH
PUSH
OFF
IG
Contactslot
Stuurslot
OFF – de volledige stroomkring is onderbroken. De motor en
Sleutel in PUSH-positie brengen en het stuur helemaal naar
lichten kunnen niet worden ingeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
links of rechts draaien. De sleutel in de LOCK-positie draaien. Het stuur hierbij licht
ON – de elektrische motor is startklaar. De lichten kunnen
worden ingeschakeld. De sleutel kan niet worden uitgenomen.
bewegen tot het stuurslot vastklikt.
De sleutel uittrekken.
15
Zadel openen en sluiten De sleutel naar rechts draaien: het zadel is ontgrendeld en kan
Om het zadel te sluiten, moet dit naar beneden geklapt en op het in
worden geopend.
de afbeelding getoonde punt gedrukt worden, tot het zadel vastklikt.
16
Hoofdschakelaar
Het voertuig heeft in het opbergvak onder het zadel een
hoofdschakelaar voor de stroomtoevoer.
Open het zadel om bij de hoofdschakelaar te komen.
De schakelaar heeft twee posities:
I staat voor 'Aan' – de stroomkring is gesloten.
O staat voor 'Uit' – de stroomkring is onderbroken.
Functie:
Met de hoofdschakelaar kan de stroomvoorziening van de scooter worden onderbroken.
Wanneer u uw scooter een langere periode niet gebruikt
(bijv. 'winterpauze') adviseren wij om de hoofdschakelaar
van positie I (Aan) op positie O (Uit) te zetten. Hierdoor wordt de stroomvoorziening onderbroken, wat hetzelfde effect heeft als dat een van de twee accupoolaansluitingen van de accu gescheiden zou worden.
17
Let op:
Als de hoofdschakelaar op O (Uit) staat:
- is de stroomkring onderbroken en kan de scooter niet
- kunnen de accu's niet worden opgeladen.
Als de hoofdschakelaar op I (Aan) staat:
- is de stroomkring gesloten en kan de scooter
worden gestart.
worden gestart.
- is de stroomkring gesloten en kunnen de accu's worden
opgeladen.
18
FUSE 1
LED2 LED1
2
Siliconen accu’s (40 Ah) opladen
Steek eerst de netstekker van de acculader (1) in een 230 volt stopcon-
Bij uw scooter wordt een acculader geleverd, die op ieder normaal 230
zadel aan.
volt stopcontact kan worden aangesloten.
Neem de veiligheidsinstructies op pagina 19 in acht! Zorg ervoor dat het ventilatorwiel aan de achterzijde vrij kan draaien en dat het koellichaam niet wordt afgedekt.
tact. Sluit vervolgens de acculader (1) op het laadcontact (2) onder het
Laadstatus: LED1 - rood – oplader aan
LED2 - rood – laadt op
LED2 - groen – accu's opgeladen
De oplader is beveiligd met een 10A/250V fijne beveiliging (fuse), die zonder gereedschap kan worden verwisseld door de zekeringhouder eruit te draaien.
19
Veiligheidsvoorschriften
• Gebruik alleen de meegeleverde accu's en voor het
• Breng de acculader, het net- en aansluitsnoer
schroefverbinding.
• Laad de accu's uitsluitend met de originele,
• Niet met vochtige handen aanraken.
• De scooter moet uitgeschakeld zijn als de netstekker in het stopcontact wordt gestoken.
meegeleverde acculader van de fabrikant.
• Voor het opladen van de accu's moet de hoofdschakelaar
• Neem de acculader niet in gebruik als de acculader zelf, het netsnoer of het aansluitsnoer zichtbaar
van de scooter op I (Aan) staan.
beschadigd zijn door scherpe randen, hitte of
• Let bij het opladen van de accu's op:
beknelling.
- de correcte aansluiting van de acculader via de hiervoor bedoelde oplaadstekker,
nooit in contact met water.
aansluiten alleen de direct hierop aangesloten
• Sluit de acculader alleen aan op een verlengsnoer
- voldoende ventilatie,
dat geschikt is voor de capaciteit en de veiligheidsklasse
- droge omgeving.
van de acculader – zie de 'Technische gegevens'.
• Voer nooit zelf reparaties uit aan de hoofdaccu's of aan
• Trek de stekker uit het stopcontact,
- als zich tijdens het gebruik een storing voordoet,
• Voer regelmatig visuele controles uit van de aansluit-
- na het gebruik resp.
stekker en de acculader. Laat deze bij beschadigingen
- voor het reinigen.
de acculader.
vervangen.
• Trek altijd aan de stekker, nooit aan het snoer.
20
Led
1
2
Li-ion accu’s (60 Ah) opladen
Zorg ervoor dat het ventilatorwiel aan de achterzijde vrij kan draaien
Bij uw scooter wordt een acculader geleverd. Deze acculader kan op
van de acculader (1) in een 230 volt stopcontact.
ieder normaal 230 volt stopcontact worden aangesloten.
Sluit vervolgens de acculader (1) op het laadcontact (2) onder het
Neem de veiligheidsinstructies op pagina 21 in acht!
en dat het koellichaam niet wordt afgedekt. Steek eerst de netstekker
zadel aan. Laadstatus:
Led rood knipperend – laadt op
Led groen
– accu opgeladen
21
Veiligheidsvoorschriften
• Gebruik alleen de meegeleverde accu's en voor het
• Breng de acculader, het net- en aansluitsnoer nooit in contact met water.
aansluiten alleen de direct hierop aangesloten schroefverbinding.
• Laad de accu's uitsluitend met de originele,
• Niet met vochtige handen aanraken.
• De scooter moet uitgeschakeld zijn als de netstekker in het stopcontact wordt gestoken.
meegeleverde acculader van de fabrikant.
• Voor het opladen van de accu's moet de hoofdschakelaar
• Neem de acculader niet in gebruik als de acculader zelf, het netsnoer of het aansluitsnoer zichtbaar be-
van de scooter op I (Aan) staan.
schadigd zijn door scherpe randen, hitte of beknelling.
• Let bij het opladen van de accu's op:
- de correcte aansluiting van de acculader via de
• Sluit de acculader alleen aan op een verlengsnoer dat geschikt is voor de capaciteit en de veiligheidsklasse
hiervoor bedoelde oplaadstekker,
- voldoende ventilatie,
- droge omgeving.
• Voer nooit zelf reparaties uit aan de hoofdaccu's of aan
de acculader.
• Voer regelmatig visuele controles uit van de aansluit-
stekker en de acculader. Laat die bij beschadigingen
vervangen.
van de acculader – zie de 'Technische gegevens'.
• Trek de stekker uit het stopcontact,
- als zich tijdens het gebruik een storing voordoet,
- na het gebruik resp.
- voor het reinigen.
• Trek altijd aan de stekker, nooit aan het snoer.
22
Instelling van de achterste wielophanging De achterste wielophanging/vering bestaat uit een dubbel werkende schokdemper (dempt bij het trekken en drukken). De schokdemper is uitgerust met een draadring waarmee de veervoorspankracht kan worden ingesteld. De standaard fabrieksinstelling is op een gewicht van de bestuurder van 75-80 kg ingesteld. Voor andere gewichten of eisen moet de draadring met een hoeksleutel worden versteld en op de ideale rijomstandigheden worden ingesteld.
OPGELET
De twee achterste schokdempers moeten op dezelfde
veervoorspankracht worden ingesteld.
Een draaiing met een klik naar + verhoogt de veervoorspankracht. Hardere wegligging. Bij gladde en normale wegen en bij ritten met bijrijder gebruiken.
23
Een draaiing naar - met een klik verlaagt de veervoorspanning. Soepelere wegligging. Bij onverharde wegen en bij ritten zonder bijrijder gebruiken.
Instelling van de achteruitkijkspiegels Stel de achteruitkijkspiegels voor iedere rit goed in. De arm van de achteruitkijkspiegel moet in een rechte hoek t.o.v. de rijrichting van het voertuig staan. Beide achteruitkijkspiegels hebben een rechtse schroefdraad.
•
•
Schuif, indien nodig, de beschermkap 1 naar boven en draai de contramoer 2 met een steeksleutel los.
•
Stel de achteruitkijkspiegel 3 met de hand in op de gewenste positie. Draai de contramoer 2 weer vast en schuif de beschermkap 1 over de contramoer.
3 1 2
24
Rijden
Controles voor rijbegin
Controleer uw voertuig a.u.b. met behulp van de volgende controlelijst voor iedere rit op functie en veiligheid.
Bedenk dat het niet uitvoeren van deze controles zwaar lichamelijk letsel of grote materiële schade aan het voertuig kan veroorzaken.
Het controleren neemt erg weinig tijd in beslag, maar het veiligheidsaspect is bijzonder groot. Controlepunt
Controleren...
Schijfremmen voor en achter
Functie, de vrije slag van de remhendel, het remvloeistofpeil (evt. laten bijvullen), de remslangen op beschadigingen controleren.
Gashendel
Soepel beweegbaar, bij alle stuurposities compleet te openen en sluiten.
Banden/wielen
Bandenstaat, bandenspanning, slijtage, eventuele beschadigingen.
Stuur
Kan gelijkmatig, zonder speling worden gedraaid.
Achteruitkijkspiegel
Stel de achteruitkijkspiegels voor iedere rit goed in.
Middenstandaard
Soepel beweegbaar. Klapt de hoofdstandaard door de veerspanning automatisch en volledig in?
Bevestigingselementen
Controleren of ze goed vastzitten.
Accu's
De laadtoestand, m.b.v. de dashboardaanduiding.
Achterste wielophanging/vering
Instellen op het gewicht van de bestuurder.
25
ON
TIO N
NI
PUSH
2
1
IG
Motor inschakelen
Starten
• Waarborgen dat de hoofdzekering op I (Aan) staat.
• Controleren of de gashendel in de nulpositie staat.
• Contactsleutel insteken.
• Evt. stuurslot openen.
• Achterremhendel 2 inknijpen.
• Contactsleutel op ON draaien.
• Op laadtoestand letten.
• De zij- en middenstandaard moeten bij het starten omhoog
geklapt zijn.
• Gashendel 1 langzaam draaien en tegelijkertijd de achterremhendel 2 loslaten.
• Zodra de scooter gaat rijden, uw voeten op de treeplank
zetten.
26
Veilig rijden Hieronder geven wij u enkele eenvoudige tips hoe u met uw scooter in het dagelijkse gebruik veilig en ontspannen kunt rijden. Uw vaardigheden en kennis van de scooter vormen de basis voor veilig rijgedrag. Maak daarom net zolang proefritten met uw scooter op zijstraten met weinig verkeer, tot u goed vertrouwd bent met uw voertuig.
Rijd altijd binnen de grenzen van uw vaardigheden.
• Voordat u wegrijdt, uw helm opzetten en goed vastmaken.
• Op onverharde wegen langzaam en voorzichtig rijden.
• Let a.u.b. op: na lange ritten op natte straten zonder
• Bij natte wegen, onverharde wegen of wegen met glad wegdek niet abrupt remmen. • Altijd met beide remmen tegelijk remmen om de remwerking te verdelen over beide wielen. • Rijd nooit weg als de scooter nog op de standaard staat. Om abrupt wegrijden te voorkomen, mag het achterwiel niet draaien als het met de grond in aanraking komt. • Als het voertuig op zandige, modderige of door sneeuw en strooizout vervuilde wegen wordt gebruikt, moet de remschijf regelmatig met een neutraal schoonmaakmiddel worden schoongemaakt om schurende deeltjes uit de gaten van de remschijf te verwijderen, die anders voortijdige slijtage van de remblokken tot gevolg zouden hebben. • Bij gebruik met 2 personen adviseren wij de bandenspanning met
te hebben geremd is de remcapaciteit aanvankelijk
0,2 - 0,3 bar te verhogen.
verminderd. Onder deze rijomstandigheden moet
• Wij adviseren om de banden bij minder dan 2 mm profieldiepte te
de rem regelmatig worden gebruikt.
vervangen. Neem ook hier de wettelijke voorschriften in acht!
• Het voertuig is uitgerust met banden zonder binnenband
Stoppen/parkeren
(tubeless). In geval van een kapotte band met geringe
beschadiging kan een bandenreparatiespray worden
• De scooter stoppen
gebruikt. Voor een permanente reparatie of het vervangen
• De achterremhendel inknijpen
van de band adviseren wij u om contact op te nemen
• Contactsleutel op Off draaien
met een contractdealer.
• Het voertuig op de zijstandaard of hoofdstandaard zetten
• Stuurslot vastklikken
• Contactsleutel verwijderen
Remmen Een gemotoriseerd voertuig met twee wielen heeft een remkrachtverdeling van 80% op de vooras en 20% op de achteras. Het voertuig moet daarom altijd met beide remmen tegelijk worden geremd. Nooit alleen met de achterrem remmen!
27
28
Schoonmaken en verzorgen
Informatie over reiniging en verzorging
Om op betrouwbare wijze roestvorming te voorkomen,
adviseren wij om de scooter na het rijden in de regen grondig
eventuele schoonmaakresten te verwijderen.
te reinigen en te drogen.
Wij raden het gebruik van roestwerende onderhoudsmiddelen
nadrukkelijk aan.
• Gebruik geschikte schoonmaak- en onderhoudsmiddelen
en een zachte spons.
• Gebruik nooit oplosmiddelen.
• Nooit een directe waterstraal op de volgende onderdelen
- koplamp
- schakelaars op het stuur
- remhendels
- stuurslot
- wiel-, lagernaaf voor
• Met een zeem afdrogen.
OPGELET
• Bij buitentemperaturen rond het vriespunt dient u altijd
de onberispelijke functie van alle remmen te controleren.
NA HET WASSEN
richten:
• Na het wassen met schoon water afspoelen om
• Extreem voorzichtig op een verkeersveilige plaats
enkele remacties uitvoeren. Het water op de remoppervlakken vermindert kortstondig de remcapaciteit.
29
Onderhoud – verlichting 2
Koplamp (dimlicht/groot licht)
• Hoofdzekering op OFF.
• Vier schroeven van de
1
• Spatbescherming 1 van de betreffende lamp trekken.
• Steekfitting 2 van de
• Beugel bij de lamp
• De beugel vastklikken en
losmaken en het defecte
lampje uitnemen.
steken.
• Nieuwe lamp beschermen
de steekfitting erop
onderhoudsafdekking
behuizing van de lamp
met een kruiskopschroe-
trekken.
tegen vingerafdrukken.
• Functietest uitvoeren en lichtkegel instellen.
vendraaier uitdraaien en
In de koplampfitting
Montage in omgekeerde
afdekking verwijderen.
steken.
volgorde uitvoeren.
30
1
10 m
H
9/10
Regeling lichtkegel dimlicht
• De hoogte van de
• Plaats de scooter op een
bovenste licht-donker-
Stadslicht
grens mag niet meer dan
stadslichtlampje is
afstand van tien meter
9/10 en niet minder dan
zonder gereedschap
voor een verticale muur.
7/10 van de gemeten
mogelijk.
recht oppervlak op een
• Met bestuurder en
hoogte (H) zijn. • Draai voor het instellen
de afstand van het
de draaiknop 1
ting op de tast zien te vin-
midden van de koplamp
- rechtsom om het hoger
den en de fitting met het
te zetten.
- linksom om het lager
te zetten.
door een nieuw lampje. Voorkom vingerafdrukken.
• De fitting met het nieuwe lampje in de koplamp
afdekking de stadslichtfit-
defecte lampje uittrekken.
• Het defecte lampje uitdraaien en vervangen
• Hiervoor onder de voorste
ingeschakeld dimlicht
tot de grond meten (H).
• Vervangen van het
plaatsen.
• Functiecontrole uitvoeren.
31
Knipperlicht voor
• De knipperlichtfitting naar
• Het defecte lampje
• De knipperlichtfitting in
links draaien en de fitting
uitdraaien en vervangen
de lampfitting doen en
terste knipperlichtkapje
met het defecte lampje
met een kruiskopschroe-
uit de lampfitting trekken.
door een nieuw lampje.
met een rechtsdraaiing
Voorkom vingerafdrukken.
vergrendelen.
• Een schroef van het ach-
vendraaier uitdraaien en afdekking verwijderen.
• Na een succesvol uitgevoerde functietest, in omgekeerde volgorde monteren.
32
Achterlamp
• Nieuwe lamp beschermen
Knipperlicht achter
• Het defecte lampje licht in
• Hoofdzekering op OFF.
tegen vingerafdrukken.
• Hoofdzekering op OFF.
de fitting duwen, linksom
• Twee schroeven van het
In de fitting steken en
• Twee schroeven van het
draaien en uitnemen.
achterlichtglas met een
rechtsom vastklikken.
achterlichtglas met een
• Nieuwe lamp beschermen
kruiskopschroevendraaier
• Het achterlichtglas voor-
kruiskopschroevendraaier
tegen vingerafdrukken.
uitdraaien en achterlicht-
zichtig vastschroeven en
uitdraaien en achterlicht-
In de fitting steken en
glas weghalen.
de werking testen.
glas weghalen.
rechtsom vastklikken.
• Het defecte lampje licht in
• Knipperlichtglas naar
de fitting drukken, linksom
achteren wegtrekken.
draaien en eruit trekken.
• Knipperlichtglas opschuiven.
33
• Het achterlichtglas voorzichtig vastschroeven en de werking testen.
Dashboardverlichting
Zekering van de verlichting
• Neem bij een storing in de
De complete verlichting is
dashboardverlichting a.u.b. contact op met een erkende werkplaats.
uitgevallen, maar de laad- indicatie is in orde:
• Verwijder vier zeskantschroeven in het helmvak. • Haal het zadel met het helmvak los.
• Hoofdzekering op OFF. • Verwijder vier inbuschroe-
De betreffende zekeringen
ven van de bagagedrager
vindt u in de nu zichtbare
en haal deze los.
kabelbundel in de buurt van de hoofdzekering.
34
Visuele controles
• Laat het remvloeistofpeil
De eerste zekering vindt u
De tweede zekering vindt
Voer voor de montage in
in een openklapbare witte
u in de kabelstreng van de
omgekeerde volgorde, een
in een erkende
kunststof behuizing, incl. een
12V-omzetter in een open te
functietest uit.
werkplaats controleren.
reservezekering.
• Vervang de defecte zekering door een geschikte reservezekering (F 10A, 6,3mm x 32mm).
draaien behuizing.
• Vervang de defecte zekering door een geschikte reservezekering (F 10A, 5mm x 20mm).
Remmen • Controleer de remleiding en de remcilinder op lekken. • Controleer de remschijf op groeven en beschadigingen.
• Houd de aanbevolen onderhoudsintervallen aan zodat de remschijf en -voering bij het bereiken van de slijtagegrens worden vervangen.
35
• Hoofdzekering op OFF.
het onderhoudsdeksel in
van de accu's en de
geen zichtbare beschadi-
• Vier schroeven van de
het zadelvak verwijderen.
bekabeling uit.
gingen blijken, kunt u de
• Neem bij zichtbare
afdekking en het onder-
• Voer een visuele controle
afdekking met een kruis-
kopschroevendraaier
beschadigingen a.u.b.
houdsdeksel weer met de
uitdraaien en afdekking
onmiddellijk contact op
desbetreffende schroeven
met een contractdealer.
bevestigen.
verwijderen.
• Deksel weghalen.
• Als uit de visuele controle
• Een kruiskopschroef van
Accu's en bekabeling
Neem de scooter niet meer in gebruik!
36
Storingen verhelpen Probleem/fout
Oplossing Hoofdschakelaar onder het zadel op positie I (Aan)? Contactsleutel op ON (Aan)? Accuspanning in orde? Zijstandaard helemaal ingeklapt?
De scooter start niet
Wij adviseren om voor het opladen van de accu's de meegeleverde acculader te gebruiken. Deze is ook geschikt om de lading op peil te houden bij langere stilstandperioden. U voorkomt hierdoor defecten door diepontlading. OPGELET De accu voor het opladen nooit openen! De accu bevat gel! Bandenspanning controleren! Bandenspanning voor: 2,1 bar.
Slingerend rijgedrag, onnauwkeurig stuurgedrag
Bandenspanning achter: 2,3 bar. OPGELET Bij een te lage bandenspanning bestaat het gevaar dat de band tijdens het rijden loskomt van de velg. De luchtdruk liefst voor iedere rit controleren.
37
Probleem/fout
Oplossing Als uw scooter tijdens het rijden niet meer zijn volle topsnelheid of reikwijdte bereikt, hoewel de accu's helemaal werden opgeladen, zou dat aan een defect van een van de hoofdaccu's kunnen liggen. Laat in dit geval de hoofdaccu's door een contractdealer testen.
Verminderde eindsnelheid of geringere reikwijdte
Het is niet gezegd dat alle accu's defect zijn, zodat elke accu afzonderlijk en los van de rest zou moeten worden gecontroleerd. Vanzelfsprekend zou ook de acculader in geval van een minder wordende eindsnelheid of reikwijdte aan een controle moeten worden onderworpen. Houd hierbij rekening met het feit dat de garantieduur voor de hoofdaccu's van het voertuig beperkt is tot 24 maanden.
38
Inspectie- en onderhoudsschema Inspectie- en onderhoudsintervallen 500 km Elektr. installatie: verlichting, knipperlicht, claxon Bandenspanning (voor: 2,1 bar / achter: 2,3 bar), profieldiepte (min. 2 mm) Remvloeistofpeil/dichtheid Remfunctie voor/achter
12000 km
16000 km
20000 km
C
4000 km C
8000 km C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Werking vering/demping/dichtheid
C
C
C
C
C
C
Acculaadspanning / vermogen controleren
C
C
C
C
C
C
Accu's op dichtheid controleren
C
C
C
C
C
C
Remleidingen op beschadigingen controleren
C
C
C
C
C
C
Remvloeistof (min.1x per jaar vervangen)
C
C
C
C/V
C
C/V
Remschijf, -voering voor controleren
C
C
C
C/V
C/V
C/V
Remschijf, -voering achter controleren
C
C
C
C/V
C/V
C/V
Werking claxon controleren/instellen
C
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Motor-hoofdkabel controleren op beschadigingen
C
C
C
C
C
C
Elektromotor op centrische montage controleren
C
C
C/I
C/I
C/I
C/I
Controleren of alle veiligheidsrelevante schroeven goed zijn aangedraaid
C
C
C
C
C
C
39
Inspectie- en onderhoudsintervallen 500 km Werking remlichtschakelaar controleren Koplampinstelling Wielen: lagerspeling, rustige loop Banden controleren op beschadigingen en vreemde elementen
12000 km
16000 km
20000 km
C
4000 km C
8000 km C
C
C
C
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C/V
C
C/V
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
C/I
Functionaliteit van alle sloten controleren
C
C
C/S
C/S
C/S
C/S
Aandrijving snelheidsmeter smeren/controleren
C
C
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
C/S
Lagerspeling stuurkop/schroeven stuur
Smeerpunten: kabels, hendels, remnokken, zijstandaard, middenstandaard, sloten, zadelscharnier
Tot slot: proefrit maken waarbij de werking van alle systemen wordt gecontroleerd. Indien noodzakelijk voor de bedrijfsveiligheid, moet de verantwoordelijke monteur de klant evt. op andere noodzakelijke reparaties attent maken en d.m.v. een handtekening van de klant laten bevestigen dat deze hier kennis van heeft genomen.
(V) vervangen (C) controleren (I) instellen (R) reinigen (S) smeren
40
Technische gegevens Motor
Spanningsomvormer
Accu
Oplader
model
MC48V4000W
maximum toerental
600 t/min.
maximum vermogen
4000W
max. vermogen (pk)
5,4 pk
model
A4860BX3-WY18A
boordspanning
12 V boordnet, 48 V rijden
accutype
siliconen
Li-ion
accuspanning
48V / 40Ah
48V / 60Ah
aantal
8 oplaadspanning/oplaadduur 48VDC / 5A , 7-8 uur (bij 100% lading) model KP4805A
48VDC / 20A, 3 uur (bij 100% lading)
ingangsspanning
220-240 VAC
150-250 VAC
uitgangsspanning
48VDC/5A
48VDC/20A
Frame Chassis Remmen Banden
16 EVPS
stalen buis vork
met veer en hydraulische ondersteuning
veerpoot
centrale veerpoot met hydraulische ondersteuning
voor
hydraulische reminstallatie met remschijf
achter
hydraulische reminstallatie met remschijf
voor/achter
100/80-14 / 120/80-14
41
Capaciteit
Afmetingen
Gewicht
max. snelheid
25 km/u of 45 km/u
min. snelheid
≤ 2 km/u
max. hellingshoek
20%
lengte
1991 mm
breedte
666 mm
hoogte
1148 mm
wielbasis
1400 mm
zithoogte
730 mm
afstand boven de grond
160 mm
accutype
siliconen
Li-ion
eigen gewicht
145 kg
124 kg
maximale belading
150 kg
180 kg
toegestaan maximumgewicht 295 kg koplamp 12V/35W Verlichting
Maximumbereik
knipperlicht
12V/10W
achterlicht/remlicht
12V/5W/21W
stadlicht
12V/5W
dashboardverlichting
12V/1,7W 55 km
23%
304 kg
100 km
42
1220
Technische gegevens - afmetingen (in mm)
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maanden garantie op voertuig en voertuigaccu's met als
43
Service bij eerste toelating
Inspectie bij 500 km
Inspectie bij 4000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
voorwaarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco dealer wordt uitgevoerd.
44
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maanden garantie op voertuig en voertuigaccu's met als
Inspectie bij 8000 km
Inspectie bij 12000 km
Inspectie bij 16000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
voorwaarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco dealer wordt uitgevoerd.
45
Inspectie bij 20000 km
Inspectie bij 24000 km
Inspectie bij 28000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
46
Serviceboekje emco electroroller GmbH biedt 24 maanden garantie op voertuig en voertuigaccu's met als
Inspectie bij 32000 km
Inspectie bij 36000 km
Inspectie bij 40000 km
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
Uitgevoerd op:
__________________________
__________________________
__________________________
Kilometerstand:
Kilometerstand:
Kilometerstand:
__________________________
__________________________
__________________________
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
Stempel/handtekening
voorwaarde dat het inspectie- en onderhoudsschema door een emco dealer wordt uitgevoerd.
47
850-22012 06/13 Uw emco elektrische scooter dealer
Goede reis naar een schone toekomst!
Emco Benelux BV Baronieweg 12b 5321 JW Hedel Nederland Telefoon +31 (0)73 599 8300
[email protected]
www.emco-scooters.com