L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 1
Speciale uitgave voor O&O-fondsen
Nieuwskrant DERDE JAARGANG
NUMMER
In dit nummer
5
JULI 2004
2 ‘Arbeidsbureau’ voor de houthandel 3 De koeien moeten tóch gemolken worden 4 Subsidie is hefboom in energiesector 5 ‘Taxirijden is ook een vak!’ 6 Scholing houdt verpleegkundigen
spiegel voor
Wist u... … dat ook opleidingen op hbo-niveau in aanmerking komen voor ESF3-subsidie? Vooral kennisintensieve branches, zoals bijvoorbeeld de ict-sector of de bank- en verzekeringsbranche, kunnen profiteren van deze verruiming. …dat ook outplacement van met werkloosheid bedreigde werknemers gesubsidieerd kan worden? Doel van de subsidie is mensen sneller aan de slag te krijgen en zo kort mogelijk uit hun werkritme te halen (loonverletkosten kunnen hierin niet meegenomen worden). …dat deze verruimingen van de subsidieregeling gelden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004.
Europese subsidie breed toepasbaar:
Van preventieve training tot reïntegratie Op 17 juli 2004 is de subsidieregeling van ESF-3 verruimd. Bedrijven kunnen nu ook subsidie krijgen voor onder andere preventie van ziekteverzuim, voorkomen van instroom in de WAO en verbetering van arbeidsomstandigheden. Hans Cramer en Bart van Gelder van het Agentschap SZW vertellen over de nieuwe mogelijkheden van de regeling.Waarom bedrijfsfitness niet en een cursus tiltechniek wel gesubsidieerd wordt. De employability van werknemers bevorderen, dat is het uitgangspunt van ESF3-subsidie. In de woorden van Hans Cramer, teamleider Agentschap SZW in Eindhoven: “ESF draagt bij aan de marktwaarde van een medewerker; aan zijn inzetbaarheid binnen het bedrijf én bij andere Bart van Gelder en Hans Cramer
bedrijven.” Goede arbeidsomstandigheden en het tegengaan van ziekteverzuim verbeteren die inzetbaarheid. Vandaar de verruiming van de subsidieregeling. Maar wat betekent dat in de praktijk? Welke projecten en activiteiten komen wel en welke niet voor subsidie in aanmerking? Consultant Bart van Gelder van het Agentschap SZW: “De regeling zelf is vrij abstract geformuleerd. Bij het toekennen van ESF-subsidie moeten we daar een weg in zien te vinden. Het gaat daarbij om de werknemer. Die moet direct en blijvend profijt hebben van de ESFsubsidie.” Verbeteringen op de werkplek, zoals het aanpassen van meubilair of machines, zijn bijvoorbeeld niet subsidiabel. Bart van Gelder: “Een werknemer die bij het bedrijf weggaat, neemt zijn werkplek niet mee, dan is er veel geld geïnvesteerd in iets waar hij maar kortstondig voordeel van heeft gehad.” Herplaatsen zieke werknemers Wel subsidiabel zijn bijvoorbeeld preventieve tiltrainingen voor medewerkers of leren omgaan met werkdruk, agressie of gevaarlijke stoffen.
Wordt een medewerker toch langdurig ziek dan kan ESF-3 bijdragen in de reïntegratiekosten. Er zijn restricties: niet alle arbo- en reïntegratieactiviteiten komen in aanmerking voor subsidie. Voor de wettelijke verplichtingen op basis van de Wet Poortwachter, zoals het maken van een reïntegratieplan, is bijvoorbeeld geen subsidie beschikbaar. “Maar”, voegt Bart van Gelder daar direct aan toe, “voor de maatregelen die uit dat reïntegratieplan voortkomen, in principe wel. Zo is ook
‘Het beoordelen van subsidieaanvragen is maatwerk’ de ontwikkeling van een arboplan alleen niet genoeg voor subsidie. Het arboplan moet vertaald worden in acties waar de medewerkers direct baat bij hebben.” Verder zijn de activiteiten van deskundigen als arbo- en opleidingscoördinatoren wel subsidiabel en die van arboartsen en medische specialisten niet. “Daar bestaan andere regelingen en zorgverzekeringen voor”, legt Van Gelder uit. Ook bedrijfsfitness of een cursus stoppen met roken komen niet in aanmerking voor ESF. “Die hebben
wel toegevoegde waarde voor medewerkers, maar staan te ver af van hun directe werkzaamheden.” Hans Cramer: “Beladers of vuilnismannen die een preventieve rugontlastende training krijgen, logisch. Voor die training kan het bedrijf dus subsidie aanvragen.” Beoordelen is maatwerk “Het beoordelen van dit type subsidieaanvragen is maatwerk”, concludeert Hans Cramer. “Per project kijken we kritisch naar de subsidiabele kostenposten: waar kan ESF aan meebetalen? Aanvragers moeten met goede argumenten komen waarom een bepaalde activiteit bijdraagt aan de inzetbaarheid van medewerkers en dus in aanmerking komt voor subsidie. Zo werkt het ook bij bedrijven zelf: de baas betaalt niet mee aan het hippe montuurtje van een medewerker, wel aan zijn computerbril.” Nog een laatste tip van beide consultants: “ESFsubsidie staat voor optimalisatie van je investeringen, niet voor maximalisatie. Gebruik de subsidie om de kwaliteit van je plannen te verbeteren. Houd een project of aanvraag bovendien simpel en overzichtelijk. Zo kun je na afloop van het project de gemaakte kosten goed verantwoorden.”
1
L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 2
Stichting WESP en ESF-3:
‘Arbeidsbureau’ voor de houthandel
Jos van Aken, interim-manager leerwerkplaats Zuid West Nederland in Zwijndrecht, Marleen de Leeuw, opleidings- en werkgelegenheidsadviseur bij WESP en Leon Koopman, directeur WESP (in het zwart).
Gesteund door ESF3-subsidie helpt de Stichting Werkgelegenheids- en Scholingsprojecten werklozen uit de houthandel om zo snel mogelijk weer werk te vinden en hun kennis en ervaring voor de bedrijfstak te behouden. Om hen te stimuleren zich voor bemiddeling aan te melden, krijgen ze – betaald uit eigen middelen – de eerste dertien weken een aanvulling van tien procent op hun uitkering. “We proberen mensen zo efficiënt en zo snel mogelijk te plaatsen.” “In de jaren tachtig is veel knowhow verdwenen uit de branche. Als dan de markt weer aantrekt, zit je met een hiaat”, vertelt Jos van Aken, interimmanager van de Leerwerkplaats Houthandel ZuidWest Nederland. “De houthandel is een kleine branche, bovendien hebben we een wat stoffig imago. Het is dus van groot belang om mensen met houtspecifieke kennis en ervaring die werkloos worden, in de bedrijfstak te houden en snel weer aan het werk te helpen.” Om dat te bereiken diende de Stichting Werkgelegenheids- en Scholingsprojecten (WESP) in 2003 een ESF3-aanvraag in.
‘De houthandel is een kleine branche met een wat stoffig imago’ De stichting is een initiatief van de sociale partners in de bedrijfstak en wordt gefinancierd uit het fonds voor Onderzoek, Opleidingen en Arbeidsverhoudingen. De vijf medewerkers voeren scholings- en werkgelegenheidsprojecten uit voor de houthandel. Daarnaast ondersteunen ze bedrijven bij opleidingsvraagstukken en bijscholing. Hiervoor trekken ze ervaren docenten aan uit het bedrijfsleven. Op initiatief van WESP zijn er twee leerwerkplaatsen gestart, in Zwijndrecht en in Heerenveen. Daar kunnen langdurig werklozen
een jaarcontract krijgen om een gedegen opleiding te volgen, gecombineerd met detachering bij bedrijven. Ook worden er maatwerkcursussen gegeven. Vrijwillig Leon Koopman, directeur van WESP: “Er werken ruim 8.600 mensen in deze branche bij 570 bedrijven. Het merendeel heeft een opleiding op vmboof mbo-niveau. Je kunt denken aan beroepen als werfmedewerker, in- of verkoper en machinaal houtbewerker.” De handel houdt zich bezig met de import en export van hout en met de opslag, bewerking en distributie ervan. Afnemers zijn timmerfabrieken, grote projecten, de utiliteitsbouw, doe-het-zelfzaken, aannemers en meubelmakers. Het personeelsverloop in de houthandel is zo’n zes tot zeven procent, 500 tot 600 werknemers verlaten jaarlijks om uiteenlopende reden de bedrijfstak. “Met dit ESF3-project hebben we ons onder meer tot doel gesteld dat 200 werknemers zich in de periode 2004-2005 vrijwillig bij ons melden voor bemiddeling. Na een uitgebreide intake proberen we ze zo efficiënt en snel mogelijk te plaatsen. We fungeren eigenlijk als een soort arbeidsbureau”, aldus Leon Koopman. Bedrijven en medewerkers worden via folders en bedrijfsbezoeken geattendeerd op het project en op de tien procent aanvulling die WESP op de werkloosheidsuitkering betaalt tijdens de eerste dertien
ESF
Minder ziekteverzuim en veiliger werk:
Wanneer ESF-subsidie en wanneer niet? Bedrijven kunnen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004 subsidie aanvragen uit het Europees Sociaal Fonds (doelstelling 3) voor activiteiten die gericht zijn op het verminderen van arbeidsrisico’s of het tegengaan van ziekteverzuim en voorkomen van instroom in de WAO bij werknemers. Hieronder vindt u een lijst met voorbeelden van projecten waar u wel en waar u geen ESF3-subsidie voor kunt krijgen.
Wel ESF-3: Scholing gericht op het verminderen van arbeidsrisico’s. Het kan gaan om het opleiden van medewerkers, trainers en P&O’ers.Voorbeelden van arbeidsrisico’s: tillen, fysieke belasting, rsi, gevaarlijke stoffen, schadelijk geluid, trillingen, straling of werkdruk. Training van leidinggevenden of P&O’ers over hoe ze om moeten gaan met zieke werknemers. Dat kan preventief zijn (bijvoorbeeld een training vroegtijdig signaleren van verzuim) of curatief (gericht op het bestrijden van verzuim). Reïntegratie van zieke werknemers: herplaatsing of uitplaatsing. Bijvoorbeeld coaching door een gekwalificeerde coach (voortkomend uit een individueel plan van aanpak) of casemanagement (mits de activiteiten direct gericht zijn op de reïntegratie van een individuele werknemer). Verletkosten van werknemers door het volgen van een training. Dit geldt niet voor zieke werknemers. Inzet van arbo- en verzuimprofessionals, zoals arbocoördinatoren, rsi-consulenten en arbeidsdeskundigen. Alleen de uren die ze direct aan het ESF-project of aan een medewerker besteden, zijn declarabel (werkoverleg of verslagen schrijven bijvoorbeeld niet). Ontwikkeling van een concreet arboplan (mits een belangrijk deel van de opgesomde arbo-activiteiten ook in het ESF-project is opgenomen). Geen ESF-3: Algemene activiteiten zoals vastgelegd in arboconvenanten. Hiervoor is al financiering vanuit het ministerie van SZW. Wettelijk verplichte activiteiten op basis van de Wet Poortwachter (zoals probleemanalyse, plan van aanpak en reïntegratieverslag). Reïntegratiebegeleiding door medici of het uitvoeren van een Preventief Arbeidsgeneeskundig Onderzoek (PAGO). Risico-inventarisaties en -evaluaties, werkplekonderzoeken en aanpassingen op de werkplek. Bedrijfsfitness of cursussen ‘Stoppen met roken’. Abonnementskosten arbodienst
2
weken. Ook roept de stichting werkgevers op vacatures aan te melden. De 10%-aanvulling betaalt WESP overigens zelf, die valt niet onder de ESF3-regeling. De subsidie maakt het mogelijk de activiteiten bij arbeidsbemiddeling uit te voeren: een opleidingsonderzoek, praktijktest, begeleiding bij solliciteren, sollicitatietraining, bedrijfsbezoeken en het verstrekken van voorlichtingsmateriaal. “Sinds afgelopen januari hebben 101 werklozen zich bij ons ingeschreven”, vertelt Marleen de Leeuw, opleidings- en werkgelegenheidsadviseur bij WESP. “Daarvan zijn er op dit moment 28 weer aan het werk. De rest begeleiden we bij het solliciteren, we nemen een praktijktest af en doen een
‘Na een maand kon ik al aan de slag als werfmedewerker!’ onderzoek naar theoriekennis. Wat kan iemand, zijn er omissies? We zijn heel selectief met het aanbieden van opleidingen. Sommige mensen vinden trouwens zelf ander werk en schrijven zich uit, anderen hebben meer uitgebreide hulp nodig, bijvoorbeeld vanwege een arbeidshandicap. Bij de aanmeldingen blijkt de 10%-regeling zeer effectief.” Via een eigen vacaturebestand bekijkt Marleen de Leeuw welke banen in aanmerking komen en brengt ze werkgever en werkloze met elkaar in contact. Na een succesvolle plaatsing houdt ze nog een tijdje de vinger aan de pols. Werfmedewerker Na zijn koksopleiding werkte Morry Dumernit (30) in de autohandel van zijn vader en daarna rolde hij de houthandel in. “Ik ben er van onderaf begonnen, heb het vak in de praktijk geleerd.” Toen hij na enkele jaren in deze branche werkloos werd, kwam hij in contact met WESP, die hem aanbood vervangend werk te zoeken. Binnen een maand werd hij benaderd door Houthandel Sneek in Landsmeer, die iemand zocht, liefst afkomstig uit Amsterdam, voor de houtzagerij. “Daar had ik nog geen ervaring in opgedaan, maar Marleen de Leeuw van WESP zorgde ervoor dat ik toch kon
Project Aanvrager:
WESP Stichting voor Werkgelegenheids- en Scholingsprojecten (Houthandel)
Projectnaam:
Reïntegratie houthandelmedewerkers
Subsidiebedrag: € 110.500,00 Looptijd:
januari 2004 t/m december 2005
Doel:
reïntegratietrajecten voor kortdurend werklozen
Aanpak:
intake, theorie- en praktijktest, scholing, sollicitatietraining, vacaturewerving, uitplaatsing
gaan praten. Binnen een week was het beklonken en sinds drie weken ben ik er aan de slag als werfmedewerker en houtzager. Het bevalt me uitstekend. Een mooi voorbeeld van goed bestede Europese subsidie!”, lacht hij. “Dit is voor ons het vijfde project met financiële ondersteuning van het Europees Sociaal Fonds”, zegt Leon Koopman. “Toen we hoorden dat de mogelijkheden verruimd waren en je ook aanvragen kon indienen voor reïntegratie en scholing van werklozen, hebben we dat meteen gedaan.” WESP doet de benodigde administratie zelf en werkt alleen met gestandaardiseerde formulieren. De stichting voert veelvuldig overleg met werknemers, werkgevers en leerwerkplaatsen. Ook met andere O&Ofondsen worden ervaringen uitgewisseld: “We hebben regelmatig contact met de fondsen binnen de houtsector, zoals de timmerindustrie en de meubelindustrie, maar ook is er twee keer per jaar een algemeen O&O-fondsenoverleg. We willen graag onze kennis met anderen delen.”
L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 3
Opleiding agrarisch bedrijfsverzorgers:
De koeien moeten tóch gemolken worden Er komen steeds minder boerenbedrijven. En de boerenbedrijven die blijven, worden groter en complexer, met name in de veehouderij. Dat maakt het lastiger om goede agrarische bedrijfsverzorgers te vinden als de boer of één van zijn medewerkers tijdelijk uitvalt. “Was het vroeger een kwestie van vier koeien melken, nu praten we over het draaiend houden van een miljoenenbedrijf ”, zegt Piet van Odijk, directeur van de Stichting Opleidingsfonds Leerlingwezen Land- en Tuinbouw (SOLLT). Om de kennis van bedrijfsverzorgers blijvend aan te laten sluiten bij de vraag van de boer, is – met hulp van ESF-subsidie – een opleidingspakket samengesteld. Piet van Odijk,
“De agrarische bedrijfsverzorging is ooit door boeren en tuinders zelf in het leven geroepen als een soort onderlinge waarborg voor fysieke ondersteuning bij bijvoorbeeld ziekte”, vertelt Van Odijk. “Als een ondernemer of één van zijn medewerkers uitvalt, kan hij een beroep doen op een bedrijfsverzorger van het ‘eigen’ uitzendbureau. Dit maakt boeren en tuinders, die vaak alleen of met gezinsleden het bedrijf runnen, minder kwetsbaar. Koeien moeten nu eenmaal twee keer per dag gemolken worden en zaaien kan in het voorjaar niet wachten. De continuïteit op het boerenbedrijf is dus heel belangrijk.” Maar om die continuïteit te waarborgen, is het wel belangrijk dat de bedrijfsverzorgers met hun tijd meegaan. “De medewerkers moeten bijgeschoold worden om aan de vraag te kunnen blijven voldoen”, aldus Van Odijk. “Veel bedrijfsverzorgers hebben een lagere of middelbare beroepsopleiding gevolgd. Ze zijn lang in dienst en vaak ouder dan 40 jaar. Het is belangrijk om de kennis van de bedrijfsverzorgers op het gebied van mechanisatie, informatica, veiligheid en milieu op peil te brengen en te houden. Zo blijven zij aantrekkelijk voor de agrarische sector, die steeds kennis- en kapitaalintensiever wordt.”
data
Belangrijke data voor ESF-3
15 december 2007 uw projectaanvraag moet zijn ingediend 31 december 2007 uw project moet zijn afgelopen 31 maart 2008 uw einddeclaratie moet zijn ingediend Uitstel is niet mogelijk!
Samenwerking regio’s De stichting SOLLT vroeg daarom ESF3-subsidie aan voor de agrarische bedrijfsverzorgingsdiensten. Uiteindelijk gingen twee projectaanvragen naar het Agentschap SZW: één voor de regio Oost en één voor de regio’s Groningen, Friesland en Limburg samen. Beide projecten zijn goedgekeurd en lopen nu. Maar waarom doen niet alle regio’s mee? “Bedrijven zien op tegen alle administratie
‘Het kan gebeuren dat je op die koeien uitgekeken bent’ voor het verkrijgen van de ESF3-subsidie. De kosten die je daarbij maakt, wegen alleen op tegen de opbrengsten als je enige massa hebt. Maar in de land- en tuinbouw praat je over bedrijven van minder dan vier man. Dat is ook de reden dat Groningen, Friesland en Limburg de krachten hebben gebundeld. Ze hebben gezamenlijk een systeem opgezet voor de administratie en samen opleidingstrajecten ontwikkeld en ingekocht. Dat bespaart kosten.” Toekomst In totaal zijn er voor de deelnemende regio’s 24 opleidingstrajecten geformuleerd waaraan bedrijfsverzorgers kunnen deelnemen, bijvoorbeeld oogsten, heftruck rijden of gewasbescherming. Maar de belangrijkste vindt Van Odijk het ‘ondernemend vervangen’. “Hiermee spelen we in op de vraag naar niet alleen hulp in de uitvoering, maar ook ondersteuning in de totale bedrijfsvoering.” Daarnaast zijn er opleidingen zoals tuinaanleg, onderhoud groenvoorziening en het uitzetten van bouwterreinen. “Met deze opleidingen kunnen bedrijfsverzorgers hun werkterrein verbreden. Het is belangrijk om breder inzetbaar te zijn, want veel boerenbedrijven stoppen ermee. Bovendien wil en kan niet iedereen mee in dat complexer wordende boerenbedrijf. Met de opleidingen dragen we dus
directeur van de Stichting
bij aan de toekomst van het boerenbedrijf én van de agrarische bedrijfsverzorger.”
Opleidingsfonds Leerlingwezen Land- en Tuinbouw (SOLLT).
Niet in je uppie Een van de betrokken agrarische bedrijfsverzorgingsdiensten is AB Fryslân. Anno Huidekoper, bij AB Fryslân verantwoordelijk voor scholing, verzuim, arbo en PR: “AB Fryslân is een intermediair in arbeid. Onze organisatie is begonnen vanuit de landbouw en dat is nog steeds onze core business: het continueren van het boerenbedrijf tijdens ziekte en na overlijden en het helpen opvangen van pieken, bijvoorbeeld bij het rooien. Daarnaast detacheren we veel medewerkers, binnen en buiten de landbouw, en hebben we een uitzendbureau. In het opleidingspakket richten we ons onder andere op de vraag uit de sector. Zoals bijvoorbeeld die opleiding ‘ondernemend vervangen’. Hierin leren bedrijfsverzorgers naast sociale vaardigheden ook de financiële en managementkant van het bedrijf kennen. Je bent tegenwoordig niet meer in je uppie boer; landbouwbedrijven zijn complex. Doordat veel bedrijven stoppen, worden de overblijvende bedrijven groter. Er moeten veel meer koeien worden gemolken. Maar je hebt ook te maken met melkquota, milieu, hoge tijdsdruk, een duur machinepark en een hoge mate van mechanisatie. Een bedrijfsverzorger moet beslissingen kunnen nemen in die complexe omgeving. Anderzijds bieden we opleidingen voor de individuele vraag van onze medewerkers. Dat kan een vraag zijn naar verdieping of juist verbreding. Door verdieping kunnen bedrijfsverzorgers hun taken nog beter uitvoeren, terwijl ze door verbreding de mogelijkheid krijgen om bijvoorbeeld in de bouw of groenvoorziening te gaan werken. Het kan nu eenmaal gebeuren dat je op die koeien uitgekeken bent. De ESF-subsidie is voor ons een middel en geen doel. Het doel is om de juiste man op de juiste plaats te houden met de veranderende marktvraag. ESF helpt daarbij en zorgt er bovendien voor dat we bewuster nadenken over de vraag hoe we met scholing omgaan.”
Aanvrager:
SOLLT, Stichting Opleidingsfonds Leerlingwezen Landen Tuinbouw
Projectnaam:
Opleiding agrarisch bedrijfsverzorgers
Soort project:
24 opleidingstrajecten
Project Subsidiebedrag: € 687.128 Looptijd:
1/10/2003 - 30/09/2005
Doel:
Werkterrein bedrijfsverzorgers verbreden
Aanpak:
Gezamenlijk is een systeem opgezet voor de administratie, samen zijn opleidingstrajecten ontwikkeld en ingekocht. Door krachtenbundeling kosten besparen.
3
L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 4
Subsidie is hefboom in energiesector De energiebranche is volop in beweging. De toegenomen concurrentie door de liberalisering van de markt vereist nieuwe competenties van medewerkers. Scholing is dus meer dan ooit van belang. Daarom ontwikkelde het O&O-fonds voor Energie- en Nutsbedrijven in overleg met de sector een collectief opleidingspakket. Dat moet medewerkers scholen in de meest actuele veiligheidsnormen en hen breder inzetbaar maken.
In 2004 kan iedereen in Nederland zijn eigen energieleverancier kiezen en dat heeft voor de bedrijfstak enorme consequenties, realiseerde het O&O-fonds voor Energie- en Nutsbedrijven (ENb) zich enkele jaren geleden. “De klant komt centraal te staan en dus moeten de energiebedrijven een omslag maken van technisch georiënteerde organisaties naar marktgerichte ondernemingen. Die omslag vergt nieuwe competenties van medewerkers. Zij moeten hun kennis verbreden en verdiepen”, vertelt Bart van Eggelen, secretaris van het fonds. Bovendien vindt er schaalvergroting
‘Concurrenten slaan de handen ineen’ plaats door fusies van regionaal opererende energiebedrijven en ook dat stelt nieuwe eisen aan medewerkers. Ze krijgen een gewijzigde of nieuwe functie. Dat vraagt eveneens om scholing. En dan is er nog de internationalisering van de energiemarkt, waardoor medewerkers moeten kunnen werken volgens internationale richtlijnen. “Als O&O-fonds hebben wij ons afgevraagd: als alle energiebedrijven deze ontwikkelingen op zich af zien komen, is het dan niet zinvol om samen om de tafel te gaan zitten en te kijken of we een gezamenlijk opleidingspakket kunnen ontwikkelen? Dat spaart tijd en geld, want bedrijven hoeven dat dan niet meer elk afzonderlijk te doen. Bovendien komt het de kwaliteit ten goede. Alle cursisten volgen immers dezelfde opleiding en voldoen dus aan dezelfde normen.” Bart van Eggelen, secretaris O&O-fondsen voor Energie- en Nutsbedrijven
De energiebedrijven bleken inderdaad bereid tot samenwerking. De intentie was om naast klassikale activiteiten ook gezamenlijk e-learningpakketten te ontwikkelen die door de medewerkers thuis worden doorgenomen. Beide onderwijsmethoden richten zich vooral op veiligheid. De cursisten hebben beroepen als monteur laagspanning, meterspecialist, operator, opzichter en monteur openbare verlichting; functies op lbo- en mboniveau. Dezelfde taal Een van de inmiddels ontwikkelde cursussen is BEI (Bedrijfsvoering Elektrische Installaties), dat na grondig overleg met vertegenwoordigers uit de sector tot stand kwam. Bart van Eggelen legt uit: “In deze opleiding staat de veiligheidsnorm NEN 50110 centraal. Als je met het veld praat over veiligheid, ontdek je dat bedrijven dat begrip verschillend interpreteren en organiseren. Het kostte dan ook de nodige energie iedereen op één lijn te krijgen.” De belangrijkste winst van de BEIcursus is daarmee volgens hem dat men in de sector dezelfde taal gaat spreken: “Onveilige situaties door miscommunicatie of verschillende regelgeving kunnen zo worden voorkomen. Bovendien worden medewerkers breder inzetbaar. Moest een uitvoerend medewerker die bij Nuon werkte eerst een scholing bij Eneco volgen om daar in dezelfde functie te kunnen werken, nu kan hij zonder problemen overstappen. Dat scheelt het bedrijf opleidingskosten. Bovendien weet men nu precies aan welke normen de nieuwe medewerker voldoet.”
De Amercentrale in Geertruidenberg.
Dat de BEI-opleiding van hoge kwaliteit is, bevestigt de pilot bij Eneco, waaraan twee cursistengroepen deelnamen. Zij gaven een 8 voor zowel de klassikale activiteiten als het softwareprogramma. Een vriendelijke manier van leren, waarmee je je aan de hand van een groot aantal praktijkvoorbeelden de NEN-norm eigenmaakt, zo luidde het commentaar. Bij Eneco staan inmiddels 2.000 medewerkers klaar om de opleiding te volgen. In het collectieve scholingsaanbod is de opleiding BEI overigens niet de enige cursus met een e-learningcomponent. “We hebben ook VEWA (VEiligheidsinstructie WArmte) beschikbaar en in het najaar hopen we met de opleiding VIAG (VeiligheidsInstructie AardGas) de markt op te gaan. We merken dat bedrijven enthousiast zijn. Ondanks het feit dat ze elkaars concurrenten zijn, slaan ze de handen ineen. De ESF3-gelden werken duidelijk als een hefboom.” Uit handen Voor het collectieve opleidingspakket vroeg het O&O-fonds ENb namens de sector in 2003 ESF3subsidie aan. “Een bedrijf dat bij ons fonds is aangesloten en activiteiten uit ons aanbod inkoopt, krijgt voor elke opleiding subsidie, uiteraard op voorwaarde dat men voldoet aan alle (administratieve) vereisten. De subsidie beperkt zich overigens tot de klassikale cursus. Daarvoor ontvangen
‘Een vriendelijke manier van leren’ bedrijven na afloop van de opleiding 30% van de cursus-, examen- en verletkosten. Als het hele ESF3-project in 2005 is afgelopen, wordt de exacte hoogte van de indirecte kosten vastgesteld. Dan kan de subsidie alsnog oplopen tot 40%. Van dit
Aanvrager:
O&O-fonds voor Energieen Nutsbedrijven (ENb)
Projectnaam:
Brancheopleidingsplan Energie- en Nutsbedrijven
Project Subsidiebedrag: € 4.011.080,Looptijd:
september 2003 tot en met september 2005
Doel:
opleidingen voor energiesector op gebied van veiligheid
Aanpak:
collectief opleidingspakket voor medewerkers energiebedrijven, uitvoering opleiding en administratie zijn uitbesteed
subsidiebedrag zijn de kosten voor accountant, coördinatie en administratie al afgetrokken.” Naast de subsidie zit er voor bedrijven in de energiesector nóg een aantrekkelijke kant aan het gezamenlijke project: de administratieve verantwoording wordt hen grotendeels uit handen genomen. “We hebben de verantwoordelijkheid voor de aanvraag, administratie en afhandeling van de ESF3-administratie gelegd bij één partij, Edion. Zij geven alle benodigde gegevens door aan het fonds, waarna wij de subsidie uitbetalen aan het betreffende bedrijf.” Met de ESF3-subsidie hoopt men in twee jaar tijd ruim 4000 medewerkers in de energiemarkt ‘veilig’ op te leiden.
Succesfactoren
Goed voorbereid aan de slag
4
Overleg met het Agentschap SZW, van tevoren en tijdens het project.
Maak een realistische kostenbegroting en zorg voor voldoende onderbouwing van de kostenposten. Neem bij twijfel de kosten niet op in uw begroting.
Houd als aanvrager de regie in eigen handen.
Definieer uw projectdoelstellingen zo helder mogelijk en maak projecten niet te ingewikkeld.
Laat alle betrokken partijen vooraf weten welke projectgegevens en rapportages vereist zijn.
Start tijdig met het plannen van een project, zodat u niet achter de feiten aanloopt.
Volg bij voorkeur een Europese openbare aanbestedingsprocedure.
Schakel vóór u de aanvraag indient uw accountant in.
Bewaar uw projectadministratie en onderbouwende stukken tot 2014 voor controle door het Agentschap SZW.
Zorg dat de financiering van het project goed is geregeld.
Informeer deelnemers, uitvoerders en publiek dat het gaat om een ESF-project.
L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 5
Nieuwe opleiding tot taxichauffeur:
‘Taxirijden is ook een vak!’ De ESF3-subsidie is ook aan de Nederlandse taxichauffeurs zeer goed besteed, als we Ruud de Haan van het sectorfonds voor de taxibranche mogen geloven. Per 1 juli 2004 stelde Den Haag het zogeheten taxidiploma verplicht voor iedere chauffeur, en dat brengt voor de branche veel organisatie en investeringen met zich mee. De subsidie van het Europees Sociaal Fonds kwam dus goed van pas.
Ruud de Haan is secretaris van het SKKP (Stichting Kwaliteitsbevordering Kleinschalig Personenvervoer) en tevens ESF-coördinator bij het sectorfonds. Binnen de taxibranche bestond al langer een (vrijwillig) vakdiploma. “Het relatief bescheiden aantal aanmeldingen per jaar was intern nog wel te financieren,” aldus De Haan, “maar om alle chauffeurs in een snel tempo op het gewenste niveau te krijgen, zoals de wettelijke verplichting nu is, was meer financiële armslag nodig.” En daarbij biedt de ESF-regeling een (gedeeltelijke) oplossing. Met de subsidie – de helft van het totale benodigde bedrag – is een opleidingsproject opgezet dat zich met name richt op de 40.000 al werkende chauffeurs. Zij moeten alsnog het diploma halen.
‘Met dit project proberen we de negatieve reputatie weer op te krikken ’ Daarnaast is er aandacht voor bijscholing, onder andere van werkloze chauffeurs, en algemene kwaliteitsverbetering. “Op het moment heeft de branche het erg moeilijk”, zegt De Haan. “Er zijn veel faillissementen, omdat er zo veel taxi’s zijn bijgekomen. Iedereen kon tot voor kort taxichauffeur worden. Dat zorgt niet alleen voor moordende concurrentie, maar ook voor afbrokkeling van de kwaliteit en daarmee van het imago. Met behulp van dit project hopen we die negatieve reputatie weer op te krikken. Taxirijden is niet zomaar werk, het is een vak!” Kettingen en tatoeages Dat met name de taxicentrales in de randstad verantwoordelijk zijn voor de slechte reputatie van taxichauffeurs, zal De Haan niet ontkennen. Maar: “De branche wordt nu afgerekend op wat er in een klein deel van het land plaatsvindt, en dat is onterecht,” benadrukt hij. “Het stereotype beeld
van een taxichauffeur als een onbehouwen kerel met gouden kettingen en tatoeages, klopt niet. Het merendeel van de chauffeurs zijn heel gewone mensen, van herintredende WAO’ers tot huisvrouwen met schoolgaande kinderen. Bovendien realiseren veel mensen zich niet dat het taxiwerk uit meer bestaat dan alleen personenvervoer. Zeker in de regio’s buiten de randstad gaat het grotendeels om contractvervoer, busjes die dagelijks scholieren, gehandicapten of ouderen halen en brengen. Een maatschappelijk belangrijke functie van het taxiwezen.” De opleiding die het SKKP de chauffeurs aanbiedt en dat afgesloten wordt met een diploma, bestaat uit zes dagdelen onderwijs, een schriftelijk en een praktijkexamen. Aandachtspunten zijn met name verkeersregels en rijgedrag, sociale vaardigheden en veiligheid. “Iedereen kan met een auto rondrijden, maar de ervaring leert dat de kennis van verkeersregels na verloop van tijd wegzakt”, aldus De Haan. “Dat geldt dus ook voor taxichauffeurs.” Nuttig is ook de training in sociale vaardigheden, waarbij onder meer de aanpak van lastige klanten aan de orde komt. “Iedere chauffeur krijgt weleens te maken met zo’n situatie,” zegt De Haan, “en dan is het handig om te weten wat je wel en niet moet doen.” Ook in andere opzichten is veiligheid een belangrijk aspect, met name bij contractvervoer. De Haan: “Wanneer je mensen vervoert met een functiebeperking zijn er veel aanpassingen nodig, niet alleen bij het in- en uitstappen, maar ook in het rijgedrag. Wat goed werkt is om de rollen om te draaien en taxichauffeurs zelf in een rolstoel in zo’n busje te laten plaatsnemen. Wanneer de chauffeur dan hard over een drempel rijdt, is dat heel verhelderend, kan ik je vertellen. Het is meestal geen kwestie van onwil, maar gewoon onwetendheid. Op dat terrein moeten we ze dus een beetje wegwijs maken. En daarbij speelt het risico op aansprakelijkheid ook een grote rol.” Kat uit boom De aanmeldingen van beginnende chauffeurs druppelen al gestaag binnen – zij mogen sinds 1 juli immers geen meter meer rijden zonder diploma maar veel van de reeds werkzame chauffeurs kijken de kat nog even uit de boom. Begrijpelijk, volgens De Haan. Zij hoeven het diploma pas over anderhalf jaar op zak te hebben. “Bovendien is er nog discussie met het ministerie van OCenW gaande over de inhoud van het praktijkexamen op sommige punten, dus mensen wachten liever eerst af tot er duidelijkheid is.” Daarnaast zijn niet alle chauffeurs even blij dat ze opnieuw de schoolbanken in moeten. “Zeker degenen die al jaren rijden, hebben iets van: ‘Mij hoef je niks meer te leren’”, zegt De Haan. “Maar we hopen dat ze toch zullen ervaren dat ze er wel degelijk iets aan hebben. Bovendien zullen in de toekomst steeds meer keurmerken worden afgegeven op basis van kwaliteit. Dan is het alleen maar in je eigen voordeel als je je werk naar behoren doet.”
Ruud de Haan, secretaris SKKP
De opleiding bestaat uit zes dagdelen onderwijs, een schriftelijk en een praktijkexamen.
Behalve voor de implementatie van het taxidiploma wordt de ESF-subsidie ook gebruikt voor het opzetten van vrijwillige vervolgopleidingen. “Daarbij moet je denken aan specialismes zoals het vervoer van gehandicapten, ouderen en scholieren tot aan extra trainingen in sociale vaardigheid, rijvaardigheid en weerbaarheid”, licht De Haan toe. Bovendien zijn er verschillende ‘spin-offs’ van het project, zoals opfriscursussen en bijscholing voor werkloze chauffeurs en taalcursussen voor allochtone chauffeurs. Regels Samenvattend is Ruud de Haan zeer te spreken over de ESF3-regeling, waarmee dit uitgebreide project kon worden gerealiseerd. “Veel mensen
wel, wat doe je niet? Bij die vragen was de informatie van het Agentschap heel nuttig. We hebben zonder meer veel gehad aan dat overleg. En het uiteindelijke resultaat maakt alle moeite dubbel en dwars waard.”
Aanvrager:
Stichting Kwaliteitsbevordering Kleinschalig Personenvervoer
Projectnaam:
ESF branche-aanvraag opleidingsproject SKKP
Project Subsidiebedrag: € 17.673.142
‘In de toekomst worden steeds meer keurmerken afgegeven op basis van kwaliteit’ zien op tegen de aanvraag van subsidie, omdat er zo veel regels mee gemoeid zijn waar ze meestal weinig van afweten. Dat gold voor ons ook. Wij hebben daarom een externe subsidieadviseur in de arm genomen, die ons uitstekend heeft begeleid. Dat kan ik iedereen aanraden.” Daarnaast hadden De Haan en zijn collega’s van het sectorfonds vanaf het begin overleg met het Agentschap SZW, over de inhoudelijke kant van de zaak. “Dat contact was heel belangrijk en plezierig”, vertelt hij. “De offerteprocedure is best zwaar: wat doe je
Looptijd:
01-06-2004 t/m 01-06-2006
Doel:
vakopleiding en examen voor 25.000 in de branche werkzame taxichauffeurs
Aanpak:
aanbestedingstraject, inhuren van externe subsidieadviseur, uitgave van een opleidingscatalogus waarin alle gesubsidieerde opleidingen staan vermeld, inclusief de instituten die de opleidingen mogen aanbieden.
5
L-SZW-Special O&O dec2004
06-12-2004
11:32
Pagina 6
ser vice Aanvrager:
Sofokles, Arbeidsmarkt- en Opleidingenfonds voor universiteiten, universitair medische centra en onderzoeksinstellingen.
Project Projectnaam:
Zorgprofessional Centraal
Subsidiebedrag: € 984.415,-
ESF3-subsidie draagt bij aan optimalisering zorg
Scholing houdt verpleegkundigen spiegel voor
zoals verpleegkundigen, artsen en voedingsdeskundigen. “Er is lange tijd niet in deze beroepsgroepen geïnvesteerd’, zegt Koot. “Daardoor is een kloof gegroeid tussen de verpleegkundigen enerzijds en de medische beroepen anderzijds. In verschillende overlegvormen wordt wel geprobeerd goede contacten te onderhouden, maar desondanks is de aansluiting niet goed. Dit veroorzaakt niet zelden onderlinge fricties, en erger nog: hiaten in de zorg aan de patiënt. Er was grote
‘Het gaat erom de mensen met de juiste kwaliteiten in te zetten op de juiste plaats.’
Inhaalslag Om die reden ontwikkelde het Eramsus MC het scholingsprogramma ‘Zorgprofessional Centraal’. De doelgroep bestaat uit medewerkers uit het primaire proces,
behoefte aan een inhaalslag. Verpleegkundigen moeten weer uitgedaagd worden voor hun eigen vak. En ze moeten leren voor zichzelf op te komen. Zaken als patiëntenvervoer en persoonlijke verzorging moeten ze aan de daarvoor aangestelde krachten overlaten. In het scholingprogramma proberen we de deelnemers een spiegel voor te houden. Waarom hebben ze ooit voor dit vak gekozen? Ziet de praktijk eruit zoals ze zich deze hadden voorgesteld? Het is een bewustwordingsproces.”
AVV
Inzet ge-avvde middelen mag! Staatssecretaris Van Hoof heeft na ambtelijk overleg met de Europese Commissie besloten tot het toestaan van de inzet van gelden uit de sectorfondsen, die algemeen verbindend zijn verklaard. Deze doorbraak is mede gebaseerd op het Pearl-arrest van het Europese Hof en de Note van de Europese Commissie over de Belgische sectorfondsen. Meer informatie is te vinden op de website www.agentschapszw.nl
17 mei 2004 tot 1 oktober 2005
Doel:
Bewustwording van zorgprofessionals van het eigen vak en optimalisering van de communicatie tussen zorgdisciplines.
Aanpak:
Modulair scholingsprogramma met onder meer de vakken managementtraining voor leidinggevenden, teambuilding, communicatie, praktijkcoaching, beroepsvisie en beroepspraktijk.
1 2
Sinds kort kunt u het laatste nieuws over ESF ook lezen via de e-mail. Het Agentschap is in juni gestart met een maandelijkse digitale nieuwsflits ESF-3 en EQUAL. Een deel van de aanvragers heeft de nieuwsflits automatisch toegestuurd gekregen. Heeft u de nieuwsflits niet ontvangen? Meld u dan aan via www.agentschapszw.nl. U kunt zich via onze website gemakkelijk aan- en afmelden voor de gratis nieuwsflits.
Meer informatie?
Primeur Het scholingsprogramma in het Erasmus MC is mede mogelijk gemaakt door subsidiëring uit het Europees Sociaal Fonds. Hiervoor diende het Erasmus MC een aanvraag in bij Sofokles, het Arbeidsmarkt- en Opleidingenfonds voor universiteiten, universitair medische centra en onderzoeksinstellingen. Het Erasmus MC werkt daarbij samen met HB Inventure. Dit bureau ondersteunde het Erasmus MC bij het doorlopen van de Europese aanbestedingsprocedure voor de inkoop
van de scholing, de inrichting van de projectorganisatie en het opstellen van de ESF-aanvraag. “Het scholingsprogramma van het Erasmus MC is voor ons fonds een primeur”, zegt Holger Tlomaczewski van Sofokles.“Het is de eerste keer dat we gebruik maken van ESF3-subsidie. Het traject is ontzettend goed verlopen. Het programma voldeed dan ook aan alle voorwaarden die het ESF stelt. Het gaat om een professioneel opgezet en afgekaderd project waarvan de administratie voortdurend inzichtelijk en controleerbaar is. Sofokles fungeert in het aanvraagtraject als een ‘oliedruppelaar’. Door gericht te faciliteren en te ondersteunen helpen wij bij een gesmeerd verloop van projecten in grote instellingen, zoals het Erasmus MC.” Impact Koot en Tlomaczewski verwachten beiden dat het scholingsprogramma een grote impact heeft op de zorgverlening in het Erasmus MC. “Nederland heeft te maken met een dubbele vergrijzing. Meer mensen worden steeds ouder. Dat heeft tot gevolg dat ook het aantal ziekenhuisopnames zal toenemen. Daarvoor is deskundig personeel nodig. Met het scholingsprogramma zorgen we ervoor dat kwaliteiten optimaal worden ingezet. Zorgprofessionals besteden zoveel mogelijk van hun tijd aan het primaire proces en dat komt de patiënt alleen maar ten goede. Wellicht betekent dit dat voor de voorwaardenscheppende taken extra handen moeten worden aangenomen. Maar dat is stap twee. Met het programma geven we de arbeidsmarkt een geweldige oppepper. Vooral als andere universitair medische centra ons voorbeeld volgen.We hopen op diverse spin-offs.” Fase twee Om het scholingsprogramma nog meer op maat te snijden doet het Erasmus MC via Sofokles ook voor een tweede fase een beroep op het ESF. Hiervoor worden eerst de resultaten van het programma vastgelegd en de verbeteringen aangetoond. Koot: “Nu hebben we de ESF3-middelen nog hard nodig. Na fase twee moeten we onze eigen broek ophouden. Maar met de efficiencyslag die we met het scholingsprogramma verwachten te realiseren, moet dat geen probleem zijn.”
Waar u ESF3-subsidie voor kunt gebruiken Prioriteit
Lees de ESF-3 nieuwsflits
Kijk voor achtergrondinformatie en nieuws regelmatig op www.agentschapszw.nl
Een uniek scholingsprogramma in het Erasmus MC in Rotterdam moet ervoor zorgen dat zorgprofessionals meer tijd kunnen besteden aan directe patiëntenzorg. Met een optimalisering van de communicatie tussen de verschillende zorgdisciplines verwacht het Erasmus MC een fikse efficiencyslag te realiseren. Het nieuwe scholingsprogramma wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Sociaal Fonds. Een tijdbestedingsonderzoek in het Erasmus MC in 2002 wees uit hoeveel tijd verpleegkundigen gemiddeld besteden aan hun verschillende taken. Zorgmanager Guus Koot: “Van de resultaten zijn velen geschrokken. Het bleek dat circa 25% van de tijd besteed werd aan de directe patiëntenzorg en dat zo’n 75% van de tijd opging aan voorwaardenscheppende en indirecte zorgtaken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het vervoer van patiënten van de ene naar de andere afdeling, aan het wassen van patiënten en een grote administratieve taak. Een deel van de tijd van verpleegkundigen zal altijd uitgaan naar deze taken, maar 75% is veel te veel. Het gaat erom de mensen met de juiste kwaliteiten in te zetten op de juiste plaats.”
Looptijd:
Met het scholingsprogramma zorgen we ervoor dat kwaliteiten optimaal worden ingezet.
Wilt u altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws over ESF?
Bel onze Service Unit in Den Haag (070 333 45 05), Zwolle (038 469 55 55) of Eindhoven (040 264 94 30). Mail uw vragen naar
[email protected]
colofon Redactie Hans Cramer (voorzitter) Miranda van Crey (eindredacteur) Frans Frederiks Jasper Geselschap Henk Oosting Sylvia van de Watering
[email protected]
Teksten, vormgeving en productie Taalent communicatie, Utrecht Fotografie Mark Prins Fotografie, Henx Fotografie Adressen Landelijk Bureau & Service Unit Den Haag Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN DEN HAAG Postbus 93249, 2509 AE DEN HAAG Telefoon: 070 333 45 05 (ESF3) Fax: 070 333 43 34 Service Unit Eindhoven Fellenoord 170, 5611 ZB Eindhoven Postbus 115, 5600 AC Eindhoven Telefoon: 040 264 94 30 Fax: 040 264 94 44 Service Unit Zwolle Hanzelaan 310, 8017 JK Zwolle Postbus 40107, 8004 DC Zwolle Telefoon: 038 469 55 55 Fax: 038 469 57 31
Maatregel
Activering voor werkzoekenden en arbeidsgehandicapten
A
Activering voor werkzoekenden en arbeidsgehandicapten
Inzetbaarheid van de beroepsbevolking
B
Inzetbaarheid beroepsbevolking
• voorkomen instroom in arbeidsongeschiktheid en verbetering arbeidsomstandigheden
C
Scholing van werkenden
Abonnement Vraag een gratis abonnement aan op de Nieuwsbrief van het Agentschap SZW via
[email protected]
• vergemakkelijken van de combinatie arbeid en zorg • werkenden zonder startkwalificatie • scholing werknemers tot en met HBO-niveau • sectoroverstijgende scholing • outplacement voor met werkloosheid bedreigden
Het Agentschap SZW voert Europese en nationale subsidieregelingen uit op het terrein van werk en inkomen.
Horizontale thema’s Naast de drie hoofdprioriteiten heeft de Europese Commissie nog drie specifieke (horizontale) thema’s benoemd waar ESF3-subsidie nadrukkelijk voor bestemd is: • Gelijke kansen voor mannen en vrouwen (meer vrouwen aan het werk) • Informatie- en communicatietechnologie (breed toegankelijk en innovatief) • Lokale ontwikkeling (versterking lokale samenwerkingsverbanden en initiatieven) EUROPESE UNIE Europees Sociaal Fonds
6
December 2004
Aan de inhoud van deze nieuwsbrief kunnen geen rechten ontleend worden.