PM
Special
8 november 2007
Migratie en sociale zekerheid
[PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
MA. 19 noveMber 2007 12.00 – 18.00 uur PAkhuis de Zwijger AMsterdAM
wonen en werken in verschillende landen wordt steeds normaler. Maar hoe zit het met
de sociale zekerheid als je als Nederlander perioden in het buitenland hebt gezeten? dezelfde vraag geldt voor buitenlanders die tijdelijk in nederland hebben gewoond en gewerkt. Publieke dienstverleners krijgen steeds meer
tijdens de conferentie komen de sociologische, economische en juridische aspecten van migratie aan bod. ook de veranderende rol van overheidscommunicatie wordt nader belicht. Met bijdragen van onder andere:
Ahmed Aboutaleb, Paul Schnabel, Henriëtte Prast, Pieter Boeles en Bert Mulder.
te maken met internationale burgers. Maar
waar halen mensen hun informatie vandaan? Hoe rationeel handelen ze? Weet de overheid wat de burger beweegt? En welke problemen doen zich voor bij de overdraagbaarheid van sociale rechten?
AAnMelden? er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. voor meer informatie en aanmelden kijk op svb.nl
-
8 noveMber 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM SPecial]
EDitOriAl
iNHOuD
Sociale zekerheid zonder grenzen
4
M
ensen bewegen zich tijdens hun leven steeds meer over de grenzen van het eigen land heen. Een tijd in het bui tenland wonen en werken of op latere leeftijd ‘warmere oorden’ opzoeken is vandaag de dag heel normaal. En ons land is, sinds het wegvallen van de EUgrenzen, erg populair bij immigranten uit de nieuwste EUlidstaten. Socialezekerheidsstelsels zijn echter (nog) niet afgestemd op deze bewegingen. Het werken en wonen in het buitenland heeft consequenties voor pensioenopbouw, verzekeringen en ziektekosten. Dit leidt tot een grote informatiebehoefte bij burgers en vereist een goed functionerende uitwisseling van informatie tussen betrokken landen. Veel Nederlanders die emigreerden, blijken slecht geïnfor meerd over de financiële gevolgen van hun grote stap. Ze zijn blij verrast als ze op hun 65e ontdekken recht te hebben op AOW. Anno 2007 blijkt het nog steeds lastig om burgers van goede informatie te voorzien. Want hoe zit het met de sociale zekerheid van de Engelse kenniswerker die een paar jaar in Nederland werkt? Wat gebeurt er met de gastarbeiders die na vele jaren terugkeren naar hun vaderland? De klantenkring van de SVB, het CVZ en het UWV waaiert steeds meer uit over de grenzen. Zij moeten in toenemende mate hun zusterorganisaties in het buitenland opzoeken. Helemaal met het oog op de eerste lichting babyboomers, die in 2011 met pensioen gaat. We hopen dat deze special bijdraagt aan het debat over de consequenties van de migratieontwikkelingen voor uitvoeringsorganisaties. Heleen Hupkens Hoofdredacteur PMspecials
PM-special is een uitgave van Politieke Pers BV korte Poten 9 2511 eb den haag tel 070 – 31 22 777 www.pm.nl Hoofdredacteur heleen hupkens redacteur projecten rianne Waterval Medewerkers aan dit nummer gert hage, Joop hazenberg, annemiek onstenk, linda van tilburg en imre de roo Eindredactie Johan Jansen en rené zwaap Fotografie Welmer keesmaat en Wiebe kiestra illustraties r. venke van geerik Artdirection en vormgeving Welmer keesmaat Drukkerij hollandia Printing Directeur Willem sijthoff uitgever heleen hupkens Bladmanager asha narain Oplage 15.000 exemplaren Deze special is mogelijk gemaakt door: sociale verzekeringsbank (svb)
7
8
10
11
12
14
17 18 20
22 24
‘nederland is een paradijs’
SVBvoorzitter Erry Stoové interviewt tvregisseur en chansonnier Nico Knapper over zijn leven en sociale zekerheid.
bewaar alles
Vertaalster Janet Potterton vertelt over haar Europese carrière en het papierwerk dat deze met zich meebrengt.
Feiten en cijfers
Een overzicht van de meest recente statistieken van SVB, CBS en CVZ. Sociale zekerheid en migratie in beeld.
Werken in een ander eU-land
Wat betekent het voor een werkgever als krantenconcern PCM wanneer werknemers in het buitenland aan de slag gaan? Het verhaal van correspondent Fokke Obbema.
steeds meer legale Polen
Wat zijn de rechten van de Polen die sinds 1 mei van dit jaar zonder werkvergunning in Nederland aan het werk kunnen?
migranten aan het woord
De ervaringen van een grensarbeider in België, een wereldburger in Parijs en een Shellman in Nederland.
internationale administratie
In 2009 moet een groot aantal gegevens elektro nisch uitgewisseld kunnen worden in een Europees digitaal netwerk.
onaangename verrassing
Gastarbeiders die terugkeren naar hun vaderland missen een Europees pensioenstelsel.
Uitdaging voor de uitvoering
De migratiestromen zorgen voor een hoop extra werk voor de Europese uitvoeringsorganisaties.
checklist
Waar moet een emigrant aan denken voordat de koffers kunnen worden gepakt? De consequenties van emigratie voor sociale zekerheid.
migranten aan het woord
Het verhaal van een kenniswerker in Nederland, een migrante in Canada en pensionado’s in Spanje.
vragenvuur
Nu het wonen en werken over de grenzen steeds vaker voorkomt, krijgen ook ambtenaren te maken met een internationale clientèle.
3
[PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
‘We leven in Nederl a SVB-voorzitter Erry Stoové in gesprek met TV-regisseur
en
Met series als Zeg ‘ns Aaa en Medisch Centrum West is Nico Knapper een van ‘s lands meest vooraanstaande tv-regisseurs. Als chansonnier woonde hij in zijn jongere jaren in Frankrijk, waar hij nog regelmatig optreedt. Ook vertoefde hij een aantal jaren in de VS. Een dag voordat Knapper weer naar Parijs vertrekt, wordt hij geïnterviewd door SVB-voorzitter Erry Stoové over zijn leven en sociale zekerheid. Veel zorgen om zijn oudedagsvoorziening heeft hij zich nooit gemaakt, blijkt uit het gesprek. Tekst Joop Hazenberg Foto’s Wiebe Kiestra
Erry Stoové: ‘Heeft u zichzelf ontdekt? Of was er een leraar die zei dat u beter maar de wijde wereld in kon gaan om chansons te zingen?’ Nico Knapper: ‘Ik zat op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, maar daar had ik het na enige tijd gehad. Door mijn vele andere activiteiten kwam ik niet meer aan het lesmateriaal toe. Toen ben ik maar voor m’n eindexamen naar het Vossius gegaan. Daar heerste zo’n andere cultuur! Ik kon me daar absoluut niet aan conformeren. Ik durfde een leraar tegen te spreken, bij mijn klasgenoten kwam dat niet op. Na de watersnoodramp van 1953 belde een vriend je van me op. Hij wilde met een aantal studenten naar Zeeland om koeien te redden en dijken te dichten. Natuurlijk ging ik mee. Na die weken ben ik nooit meer naar school gegaan. Toen schreef het schoolkrantje: “Ga niet naar school, dan wordt gij knapper.” Dat is me jarenlang nagedragen. Ik begon mijn carrière in een gezellige wijnkelder in Amsterdam. Daar ben ik Franse liedjes gaan zingen. Dat werd een waanzinnig succes. In mijn jeugdige overmoed ben ik toen die liedjes in Parijs gaan zingen.’ Stoové: ‘Heeft u op dat moment nagedacht over uw sociale zekerheid?’ Knapper: ‘Daar dacht je dus totáál niet over na. Later veranderde dat en kwam ik jongeren van twintig tegen die al nadachten over hun pensi
Nico Knapper (l) tegen Erry Stoové: ‘Door mijn jaren in het buiten oen en hoe ze aan hun kleurentelevisie moesten komen. Wij gingen gewoon op de bonnefooi naar Parijs. We kwamen daar terecht in middeleeuwse toestanden op de Rive Gauche. Als je ziek was kon je niet optreden en had je geen inkomen. Ik moest geregeld naar de migratiedienst om te vragen of ik langer mocht blijven. Maar ze vroe gen nooit naar mijn verdiensten. Een impresario haalde ons toen naar Amerika voor een optreden op een internationale handelsbeurs, in een gigan tisch theater. Daar kregen we met de vakbonden te maken. Niemand mocht een krukje voor me neerzetten op het podium. Want die taak stond in geen enkele functieomschrijving. Uiteindelijk ben ik maar zelf het toneel op gerend om in een pauze het krukje neer te zetten. Daarnaast dreigde de muziekvakbond de hele beurs te sluiten omdat ik gitaar speelde. Dus ik moest per direct lid worden van die vakbond. Dankzij hen kwam ik erachter dat ik te weinig betaald kreeg.’
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
rl and in een paradijs’
ur
en chansonnier Nico Knapper
Knapper: ‘Nee hoor. Het enige dat ik gemeen vond, is dat ik door mijn jaren in het buitenland minder AOW krijg dan mijn vrouw. Die heeft altijd in Nederland gewoond, maar minder arbeids verleden dan ik. Er zullen meer migranten met deze breuk zitten.’ Stoové: ‘Hoe kijkt u nu aan tegen uw vak?’ Knapper: ‘Het belang van regisseurs is enorm teruggelopen, ten gunste van producenten. Vroeger waren we almachtig en hadden we alles te vertellen. Regisseurs begonnen met een blanco pagina en verzonnen zelf de programma’s. Tegenwoordig beslissen de producenten daarover. Ze veronachtzamen de mogelijkheden die een regisseur heeft. Een producent denkt nu alleen aan bankable namen en geld. Gelukkig heb ik tot de laatste tv-snik mijn werk kunnen doen zoals ik gewend was.’
in het buitenland krijg ik minder AOW dan mijn vrouw’ Stoové: ‘Vindt u dat onze sociale zekerheid is doorgeschoten?’ Knapper: ‘Absoluut. Ik ben natuurlijk een typisch links figuur, hoewel ik niet zo ben opgevoed. Ik ben altijd progressief gebleven. Toch stem ik al jaren geen PvdA, omdat ik heb gemerkt dat je het liefst geen socialistische organisatie als werkgever wilt hebben. Want die heeft een werknemersmentaliteit. Dan valt het onderscheid weg tussen wie wat verdient en wie eruit moet worden gegooid. Zo kreeg ik in de jaren zestig een bonus, maar met de kanttekening dat ik die niet kreeg omdat ik beter was dan de anderen – het was zuiver toeval! Op een gegeven moment was iedereen bij de Vara zwak, ziek en misselijk. Daar zat geen arbeidsethos meer bij.’ Stoové: ‘Keek u op van de brief waarin stond dat u recht heeft op AOW, die u kreeg toen u 64,5 jaar was?’
Stoové: ‘Valt daarin een beetje kritiek op de publieke omroep te beluisteren?’ Knapper: ‘De publieke omroep heeft zijn eigen graf gegraven door slecht om te gaan met formats en medewerkers. Veel mensen leverden bovendien slecht werk, maar waren in dienst en dus niet weg te krijgen. Dood hout noemen ze dat. De omroe pen moesten meer geld uitgeven aan salaris en verzekeringen dan aan programma’s. Daar heb ben freelancers van geprofiteerd. John de Mol is
‘We gingen gewoon op de bonnefooi naar Parijs. Het waren middeleeuwse toestanden. Als je ziek was kon je niet optreden en had je geen inkomen’ rijk geworden door mensen het minimumloon te betalen en ze belachelijke werktijden te laten maken. Voor het einde van de contractperiode werden ze ontslagen, anders moesten ze in vaste dienst worden genomen. Die methode heeft de publieke omroep, die inmiddels een soort inkoop bedrijf was geworden, snel overgenomen.’
[PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
Nico Knapper Nico Knapper (1934) was 25 jaar in dienst bij de Vara als tv-regisseur en producent. Daarnaast maakte hij furo re als vertolker van het Franse chanson. Hij verbleef vier jaar in Parijs en twee jaar in de Verenigde Staten. Knapper tekende voor programma’s als Zeg ‘ns Aaa en Medisch Centrum West. Hij won tweemaal de Televizier-Ring en in 1996 werd hij bevorderd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij staat nog regelmatig op het podium als zanger.
Stoové: ‘U heeft veel programma’s gemaakt met een sterke Nederlandse identiteit, zoals Zeg ‘ns Aaa en Medisch Centrum West.’ Knapper: ‘Dat heb ik nooit kunnen doen zonder de schrijvers. Maar er zijn trekjes van de karakters die
‘De droom die we hebben bij de SVB is de sociale zekerheid als een dempende factor te laten werken op het gevoel van onbehagen’ bij mij vandaan komen, zoals bij Mien Dobbelsteen. Zij nam precies zoals ons dienstmeisje de telefoon op. Die zei: “U spreekt met de assistent van dokter Knapper.” Dat moest Dobbelsteen ook doen. Dat zelfde dienstmeisje zei ook: “Ik zal u de naam van de dokter spellen. Dat is de K van Knapper, de N van Knapper, de A van Knapper...”
Erry Stoové Erry Stoové (1947) is voorzitter van de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank. Sinds 1974 is hij werkzaam in de publieke sector, achtereenvolgens bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de gemeente Haarlem en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Hij bekleedt diverse bestuurlijke functies en werd in 1999 uitgeroepen tot ‘Overheidsmanager van het jaar’.
Stoové: ‘Uw programma’s vormen een spiegel van de samenleving.’ Knapper: ‘We probeerden een verhevigde wer kelijkheid af te schilderen. Een perfect harmonie model waarbij de generaties en de verschillende klassen het met elkaar oneens waren, maar elkaar met respect bejegenden.’ Stoové: ‘Is dat een diepere gedachte over identiteit?’ Knapper: ‘In die tijd was de Vara romantisch revolutionair. Ze wilden op de barricaden klimmen die ze zelf hadden opgeworpen, terwijl ik vond dat de socialistische strijd eigenlijk wel was gestreden. We konden ons beter aan andere onderwerpen wijden, zoals het milieu en de derde wereld. Er waren stromingen bij de Vara die vonden dat Zeg ‘ns Aaa een schandelijk programma was, omdat een dokter een huishoudelijk werkster als een min dere beschouwde. Ze vonden het een normbeves tigend programma. Terwijl wij juist wilden aanto nen dat die dokter zijn familie kon ondersteunen dánkzij Mien Dobbelsteen.’ Stoové: ‘Bij de Sociale Verzekeringsbank werken vierduizend mensen. Ik ben benieuwd hoe men aan casting doet, want dat heeft u veel gedaan.’ Knapper: ‘Daar heb ik een speciaal talent voor. Ik kan mensen ontdekken die nog niet ontdekt zijn. Bij die personen zie je meestal dat ze hun gave zelf niet in de gaten hebben. Je kunt ze daarbij helpen, maar je kunt nooit iemand maken. Zo heb ik in het begin van de Vara-tijd programma’s gemaakt met Gerard Cox. En daarna heb ik een meisje horen zingen dat ik ontzettend goed vond, en die heette Liesbeth List.’ Stoové: ‘De droom die we bij de SVB hebben is de sociale zekerheid als een dempende factor op het gevoel van onbehagen te laten werken. Wel vragen we ons af of die zekerheid nog kan werken als vangnet, zodat mensen snappen dat er een solidaire samenleving is.’ Knapper: ‘Ik ken een aantal andere landen goed, zoals Frankrijk en Italië. We leven in Nederland in een paradijs. De klagers beseffen dat onvoldoende. Ik heb in ieder geval een heerlijke tijd gehad. Ik zie het leven als een prachtige speeltuin waarin ik heb mogen spelen. Daar zit geen rancune bij.’
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
‘Niemand geeft je advies’
De pitbulls van de migratiedienst De Britse Janet Potterton trok al werkend door Europa, maar was nogal nonchalant wat betreft het papierwerk. In Nederland liep ze tegen een muur van bureaucratie op. Bewaar alles, is haar advies aan lotgenoten. Tekst Imre de Roo
‘I
k dacht niet eens over emigratie na,’ zegt Janet Potterton. ‘Ik was nog zo groen als gras toen ik voor het eerst in het buitenland ging werken. Je denkt er dan gewoon niet aan dat er van alles en nog wat geregeld zou moeten worden. Je krijgt een baan en daar ga je. Nu, jaren later, word ik geconfronteerd met de consequenties.’ Potterton komt uit Groot-Brittannië, waar zij Frans en Spaans studeerde. Al tijdens haar studie woonde zij een jaar in Frankrijk, en daarna in Spanje. Nadat zij haar diploma haalde voor het geven van eerstegraads onderwijs, vertrok zij naar Duitsland. ‘In die kringen is het heel normaal, zelfs een toegevoegde waarde, als je in veel verschillende lan den werkt,’ legt Potterton uit. Na haar verblijf in Duitsland ging zij werken voor de British Council in Italië, om dat land eind jaren tachtig voor Nederland te verruilen. Potterton is inmiddels tot Nederlander genaturaliseerd. ‘In Groot-Brittannië heb ik me nooit afgemeld. Het enige wat men daar weet, is dat ik vanaf een bepaald moment geen sociale lasten meer afdroeg,’ vertelt Potterton. ‘In Spanje en in Duitsland werkte ik op een lokaal contract. De werkgever regelde alles wat moest. Als taleninstituut dat veel met buitenlanders werkt, was men niet anders gewend. Ik werd meegenomen naar de vreemdelingenpolitie, moest een paar handtekeningen zetten en ging aan de slag.’
‘Toen ik in Nederland een baan kreeg bij de Universiteit van Amsterdam, heeft men mij laten zien waar de ABN Amro was; daar moest ik maar een rekening openen. En dat was het. Later vertelde iemand dat ik mij bij de vreemdelingen politie moest melden. Terwijl ik moest werken, stond ik een hele dag in de rij, alleen maar om een afspraak te maken voor de aanvraag van één vergunning.’ Uiteindelijk kreeg Janet Potterton een verblijfsvergunning voor slechts drie maanden. Omdat zij druk aan het werk was, vergat zij die te verlengen. Een aantal jaren later kreeg zij prompt de melding illegaal in Nederland te zijn, terwijl zij al die tijd een arbeidscontract had gehad. Het vergunningencircus leek weer van voren af aan te beginnen. Potterton kan zich er nog steeds over opwinden. ‘Het waren echt pitbulls bij de migratiedienst.’ Maar toen zij een advocaat in de arm nam, was alles snel geregeld. ‘Zodra de dienst het stempel van het advocatenkantoor zag, bleek een vergunning voor vijf jaar ineens geen enkel probleem meer.’
Pensioen Haar Europese carrière begon voordat het vrije verkeer van werknemers in de EU in 1992 werd ingevoerd. Er was destijds nog niet veel geregeld op dat gebied. Maar ook nu weten emigranten vaak nog niet waar ze aan toe zijn. ‘Niemand geeft je advies,’ merkte Potterton als vertaalster bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Veel mensen
die geen Nederlands spreken komen met vragen bij haar terecht. ‘Vaak denken mensen: als ik niets hoor van de overheid, is het vast goed. Er is een totaal gebrek aan informatie.’ Potterton heeft nog nooit problemen gehad met de Belastingdienst van Groot-Brittannië: het is helder dat zij haar belasting heeft afgedragen in het buitenland. Maar hoe het met haar pen sioenopbouw zit, is minder duidelijk. ‘Sinds ik in Nederland woon weet ik hoe het zit met mijn pensioen. Of en hoeveel pensioen ik voor die tijd heb opgebouwd weet ik niet.’ Een raad die zij iedereen meegeeft, is in elk geval alle relevante documenten (arbeidscontracten, papieren met betrekking tot het afdragen van soci ale zekerheid) te bewaren. Zelf heeft zij die gelukkig allemaal nog, al begint de inkt van sommige stukken inmiddels te vervagen. Een dezer dagen wil ze haar dossier voorleggen aan het Kantoor Verzekeringen van de SVB. Dat kan met de bewijsstukken bij de tegenhangers in andere EU-landen navraag doen.
[PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
Sociale zekerheid en migratie in beeld
Feiten en cijfers
Bijna 10 procent van de AOW’ers woont inmiddels in het buitenland. Toch daalde de emigratie uit Nederland dit jaar voor het eerst sinds jaren. Gegevens uit de meest recente statistieken van CBS, SVB en CVZ leveren nog meer verrassende inzichten op. AOW’ers in het buitenland Elk jaar rechtmatig verblijf in Nederland levert een aanspraak op van 2 procent AOW vanaf het 65e jaar. Vijftig jaar legaal verblijf in Nederland geeft dus recht op een volledige AOW-uitkering (50 jaar x 2 procent = 100 procent). De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de persoon lijke leefsituatie. Zo komt een volledige uitkering van een alleenstaande zonder heffingskorting neer op 761,37 euro netto. Van de AOW’ers woont op dit moment ruim 9 procent in het bui tenland. In de afgelopen jaren nam het aantal AOW-gerechtigden in het buitenland fors toe. Van ruim 115.000 in 1994 tot bijna 240.000 eind 2006. De SVB verwacht dat dit aantal in het jaar 2021 zal oplopen tot zo’n 390.000.
AOW’ers in het buitenland naar geslacht ultimo 1994-2006
De meeste AOW’ers wonen in België: ruim 50.000. Spanje, met 37.640 AOW’ ers, en Duitsland, met 31.723, staan respectievelijk op de tweede en derde plaats. Van de overige EU-lidstaten zijn Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Portugal populair. Buiten Europa zijn de meeste AOW’ers te vinden in Turkije, de VS, Canada en Australië.
Verdeling AOW’ers naar woonland
Bron: SVB
Babyboomers met pensioen In het jaar 2011 bereikt de eerste lichting van de babyboomgeneratie de pensioengerechtigde leeftijd. Prognoses voor de jaren hierna laten zien dat het aandeel 65-plussers de komende jaren alleen nog maar toeneemt. De groot ste kostenpost door de vergrijzing zijn echter niet de pensioenen, maar de stijgende zorgkosten. Bron: CBS
Prognose op 1 januari naar leeftijd
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
Meer immigratie, minder emigratie Het aantal immigranten steeg de laatste jaren gestaag: van 92.200 in 2005 naar 101.100 in 2006. Ook de eerste twee kwartalen van 2007 laten een groei zien. Er kwamen vooral meer mensen uit de nieuwe EU-lidstaten Bulgarije en Roemenië naar Nederland. Het aantal emigranten daalde dit
jaar voor het eerst sinds jaren. In de eerste helft van 2007 verlieten 55.350 mensen Nederland, in de eerste helft van 2006 waren dat er 62.400. De daling betreft vooral terug kerende immigranten uit het Verenigd Koninkrijk, Somalië, de Nederlandse Antillen en Aruba, Marokko en Turkije.
Immigratie
Emigratie
Vestiging in Nederland vanuit het buitenland
Vertrek uit Nederland naar het buitenland
Bron: CBS
Verdragslanden
Verzekerd over de grens
Om te bepalen in welk land iemand sociaal verzekerd is en om te voorkomen dat opgebouwde rechten verloren gaan, hebben veel landen afspraken met elkaar gemaakt. De EUverordeningen gelden in de 27 lidstaten, aangevuld met landen uit de Europese Economische Ruimte (Liechtenstein, Noorwegen en IJsland) en Zwitserland. Nederland heeft met een groep landen verdragen ge sloten die enkel en alleen gaan over de uitbetaling van uitkeringen en de controle daarop. Met deze groep is een verdrag gesloten op grond van de Wet beperking export uitkeringen, ook wel het BEU-verdrag genoemd. Er zijn soortgelijke overeenkomsten gesloten met de Nederlandse Antillen en Aruba. Met een aantal van deze landen zijn ook verdergaande afspraken gemaakt met betrekking tot sociale zekerheid. Dit zijn:
Circa 80.000 Nederlanders (inclusief familieleden) wonen in België en Duitsland en zijn verzekerd bij het CVZ. Daarnaast zijn bij deze zbo zo’n 78.000 Nederlanders in het buitenland geregistreerd met een langlopende uitkering (onder meer WAO, AOW en WIA). Van hen wonen er circa 18.600 in Tur kije, 15.000 in Marokko, 13.500 in België, 10.000 in Spanje en 7.000 in Duitsland. Niet alle AOW’ers zijn bij het CVZ ver zekerd. Bijvoorbeeld als ze niet in een verdragsland wonen of wanneer zij ook een pensioen uit hun woonland ontvangen.
• Australië • Bosnië-Herzegovina • Canada (en Québec) • Chili • Egypte • Israël • Kaapverdië • Kroatië • Macedonië
Bron: SVB
• Marokko • Nieuw-Zeeland • Servië • Montenegro • Tunesië • Turkije • Verenigde Staten • Zuid-Afrika • Zuid-Korea
Bron: CVZ
Remigratie Sommige migranten kiezen ervoor om na een aantal jaar in het buitenland weer terug te keren naar hun vaderland. Zij kunnen in aanmerking komen voor een remigratie-uitkering. Het overgrote deel van deze remigranten woont in Turkije of Marokko. Verdeling aantal remigranten naar woonland
Bron: SVB
10 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007 Vooral ziektekosten zijn in buitenland een probleem
‘In de praktijk bleek het een hel’ Werken in een ander EU-land brengt vaak tal van complicaties met zich mee. Zo kan het lang duren eer de sociale zekerheid is gegarandeerd. Om nog maar te zwijgen van de gezondheidszorg. Krantenconcern PCM kan er met zijn vele correspondenten in het buitenland over meepraten. Tekst Gert Hage Beeld R. Venke van Geerik
F
okke Obbema, nu chef economie bij de Volkskrant, was vijf jaar correspondent in Frankrijk voor diezelfde krant. Voor afgaand aan zijn vertrek liet hij zich uitvoerig informeren over de conse quenties van zijn buitenlands verblijf voor zijn socialezekerheidsrechten. Die bleken mee te vallen. Een heel ander verhaal waren de ziektekosten. Obbema: ‘Voor de invoering van het nieuwe zorgstelsel waren we in Nederland verze kerd voor ziektekosten. Niets aan de hand. Onder het nieuwe stelsel moest ik me in Frankrijk melden bij een lokale verzekeraar. Van hen kreeg ik slechts een deel van de ziektekosten vergoed, eigenlijk niet meer dan wat in Nederland valt onder een soort uitgekleed basispakket. De niet in Frankrijk
Sociale en medische zekerheid buiten de EU sneller geregeld v ergoede kosten werden afgehandeld door een Nederlandse verzekeraar. Dat klinkt simpel, maar in de praktijk bleek het een hel, niet alleen voor mij, maar voor al mijn collega-correspondenten.’ Vera Slockers, p&o-functionaris bij PCM Uitgevers, zag de problemen met de nieuwe Zorgwet aan komen en bracht zowel het ministerie van VWS als het College voor Zorgverzekeraars tijdig op de hoogte van haar zorgen. Tevergeefs, verzucht Slockers. ‘Het is een onmogelijke regeling, ik werd er zo beroerd van dat ze me bij PCM maar van dit dossier hebben afgehaald.’ Over de sociale zekerheid is Obbema beter te spre ken. Hij bleef ressorteren onder het Nederlandse stelsel, zodat alle regelingen, of het nu ging om de AOW, de WW, de kinderbijslag of de AWBZ,
op hem van toepassing bleven. Daartoe volstond de aanvraag door zijn werkgever van een zoge naamde detacheringsverklaring – de (E)101. Deze verklaring wordt alleen afgegeven aan werk nemers die worden gedetacheerd in een EU/EERland, in Zwitserland of in een land waarmee een verdrag is gesloten, zoals Australië, Kroa tië, de Verenigde Staten en Israël. Ook moet de werknemer een arbeidsovereenkomst hebben met de detacherende werkgever en mogen de werkzaamheden maximaal vijf jaar duren. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan staat niets een ongestoord verblijf, althans wat betreft de so ciale verzekeringen, in de weg. De (E)101 wordt door de werkgever aangevraagd bij de SVB, maar het is het land waar de werknemer wordt gedetacheerd dat een akkoord moet verlenen, in het geval de termijn voor detachering de twaalf maanden overschrijdt. Voor sommige landen kan dat even duren, weet Slockers uit ervaring. ‘In België heb ik ooit mee gemaakt dat het twee jaar duurde voor we een akkoord kregen op de verklaring. Gelukkig zit daar nu enige verbetering in. In Frankrijk, Engeland en Duitsland daarentegen gaat het sneller, daar kan het binnen een paar maanden geregeld zijn. Het merkwaardige is dat we van verdragslanden als de Verenigde Staten en Israël per ommegaande antwoord krijgen. Dus met landen buiten de EU kan sneller zaken worden gedaan dan met EUlanden zelf.’
Uitzonderingen Er is nog een verschil, vervolgt Slockers. Wie wordt gedetacheerd in de Verenigde Staten of Israël hoeft zich geen zorgen te maken over zijn partner, want die is automatisch meeverzekerd. Voor landen binnen de EU is voor de partner niets geregeld. Voor de niet-werkende vrouw van Obbema moest
88november november2007 2007| |migratie migratieen ensociale socialezekerheid zekerheid [PM Special]
11
Kamer dringt aan op inburgering
Steeds meer legale Polen in Nederland De Poolse loodgieter is allang geen vreemd verschijnsel meer. Sinds 1 mei kunnen Polen in Nederland zelfs aan de slag zonder werkvergunning en laten zij steeds vaker hun gezin overkomen. Welke rechten genieten de Polen hier eigenlijk? Tekst Imre de Roo
PCM de AOW repareren. Op de vraag waarom in sommige landen een akkoord op een detacheringsverklaring zo lang kan duren wijst Ton Roelofsma, stafmedewerker uitvoering verzekeringen bij de SVB, op de verordening 1401/78 van de EG. Die kent als hoofd regel dat iemand is verzekerd in het land waar hij werkt. Daarop zijn uitzonderingen mogelijk, zoals in het geval van detachering, waarbij de Nederlandse wetgeving op de werknemer van toepassing blijft. Duurt de detachering korter dan twaalf maanden dan is de SVB bevoegd zelf een detacheringsverklaring af te geven. Boven die termijn van twaalf maanden tot maximaal vijf jaar kan de SVB de verklaring pas afgeven na een akkoord van het land waar de werknemer gaat werken. Ook op deze regel zijn weer uitzonde ringen. Met onder meer de Verenigde Staten en Australië is bij verdrag geregeld dat de SVB eenzijdig een verklaring voor vijf jaar kan afgeven. Na de maximale periode van vijf jaar moet een nieuwe detacheringsverklaring worden aangevraagd. ‘Maar daar moet een onderbreking tussen zitten van minimaal drie maanden,’ waarschuwt Roelofsma. ‘In sommige verdragen is een onderbreking van een jaar afgesproken, een termijn die overigens ook een EU-land als België hanteert.’ Voor ambtenaren geldt de maximale termijn van vijf jaar niet, zij mogen langer worden gedetacheerd. Een (E)101 wordt ook verleend aan zeelui, internationale chauffeurs, zelfstandigen en mensen die tegelijk werkzaam zijn in meerdere EU-landen. In het laatste geval stelt de SVB als voorwaarde dat hij of zij minimaal een dag per maand in Nederland werkzaam is.
In Nederland staan momenteel meer dan 50.000 Polen officieel ingeschreven bij een gemeente. Zij worden als ingezetenen beschouwd indien zij voldoen aan drie criteria van de Sociale Verzekeringsbank. Er moet sprake zijn van juridische, economische én sociale binding met Neder land. Ook als zij hier niet wonen, maar wel actief zijn voor een Nederlandse werkgever, bouwen Poolse werknemers socialezekerheidsrechten op. Volgens de SVB betreft het zowel werknemers- als volksverzekeringen. De wetgeving van slechts één land kan van toepassing zijn. De plaats waar iemand werkt is bij die beoordeling van groter gewicht dan de plaats waar iemand woont, zegt hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijs Vonk van de Rijks universiteit Groningen. Maar ook de vestigingsplaats van de werkgever kan een belangrijke factor zijn. Veel Poolse arbeidskrachten werken bijvoorbeeld voor opeenvolgende kortere periodes via een in Polen gevestigd uitzendbureau bij een Nederlands bedrijf. Zij zijn in dat geval slechts in Nederland gedetacheerd door een Poolse onderneming en blijven in Polen verzekerd. Nu de Polen sinds 1 mei dit jaar zonder werkvergunning in Nederland aan de slag kunnen, laten zij vaker hun gezinnen overkomen. Familieleden hebben als ingezetenen dezelfde rechten uit volksverzekeringen als de migranten, aldus Vonk. Als een partner echter niet werkt in Nederland, kan die ook geen aanspraak maken op uitkeringen uit werknemersverzekeringen.
Inburgering Een Kamermeerderheid vindt dat er meer aandacht moet komen voor de inburgering van Polen en andere OostEuropeanen. Polen die zich hier inschrijven kunnen hiertoe echter niet worden verplicht, omdat dat, in de woorden van premier Balkenende, ‘in strijd is met het principe van het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie’. PvdA, CDA en VVD vinden dat de taalachterstand van de nieuwe arbeidsmigranten om maatregelen vraagt. Gemeenten zouden de nieuwkomers in elk geval moeten verplichten een taalcursus te volgen als zij een uitkering aanvragen. Dat gebeurt nu nog te weinig.
12 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007 Migranten aan het woord
Meer vraagtekens dan antwoorden De Shell-man in Oman maakt zich geen zorgen over zijn oude dag, hij weet zich gedekt door zijn bedrijf. De Franse wereldburger vindt dat de Nederlandse overheid tekortschiet bij het informeren van buitenlanders. De Nederlandse huishoudster in België zag haar rechten snel verdampen en heeft spijt. Drie migranten over hun ervaringen met de regels van de sociale zekerheid. Tekst Joop Hazenberg
‘Ik had beter niet in België kunnen werken’ Marie Lieben was een gescheiden moeder van twee kinderen, werkloos en woonachtig vlak bij de grens met België. Niet de ideale situatie. Iemand gaf haar het advies in België te gaan werken, want met een vast contract had Lieben recht op Belgische kinder bijslag, die hoger is dan in Nederland. Zo gezegd, zo gedaan. Al snel kon ze aan de slag als huishoudhulp, net over de grens, in de Voerstreek. Nu, liefst een jaar later, is het papier werk bijna rond. De 34-jarige moeder is naar eigen zeggen ‘van het kastje naar de muur gestuurd’ om de kinderbijslag rond te krijgen. En ze krijgt niet eens zo heel veel meer dan in Nederland. De zoektocht was lang en verwarrend. ‘Het Bureau Belgische Zaken gaf me eerst de verkeerde informatie,’ klaagt Lieben. ‘Ze weten het daar niet. Ook bij de SVB hebben ze me in eerste in stantie niets kunnen uitleggen. Pas na
een hele tijd, nadat ik kwaad aan de lijn was geweest, ben ik geholpen door een vriendelijke mevrouw. Zij heeft het uiteindelijk snel geregeld.’ Lieben kreeg het geld niet direct. Haar ex-man moest de kinderbijslag aanvra gen en daarna pas kreeg zij het geld. Daar is ze niet over te spreken. ‘Wat moest ik doen de afgelopen tijd? Ik heb een jaar lang geen kinderbijslag gehad. En stel dat ik me niet kon verstaan met mijn ex.’ Ze heeft nu wel de kinderbijslag voor elkaar en ook krijgt ze een gedeeltelijke WW-uitkering. Maar aan haar pensioen heeft de moeder nog niet gedacht. ‘Ik zou het eigenlijk niet weten. Volgens mij bouw ik wel wat op in België. Daar heb ik alleen nog geen overzicht van gekregen.’ Waarschijnlijk gaat Lieben weg uit Nederland, om te gaan samenwonen met haar Belgische vriend. De vervelen-
de problemen met de kinderbijslag vergeet ze liever. ‘Achteraf gezien had ik beter niet in België kunnen gaan werken. Ik wilde gewoon werken en mijn steentje bijdragen, zoals ieder een. Maar dat wordt je niet makkelijk gemaakt.’
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
‘Nederland kan meer doen’ Voor de zoveelste keer is Philippe Paret verhuisd. Twee jaar geleden is hij vanuit Nederland vertrokken naar Parijs, waar hij werkt bij farmaceut Bristol-Myers Squibb. ‘Ik heb overal en nergens gewoond,’ vertelt de 35-jarige Paret. ‘Met mijn ouders ben ik constant van land naar land verhuisd en mijn stu die heb ik in Nederland en in de Ver enigde Staten gedaan.’ Wereldburger Paret kwam door al zijn omzwervingen met diverse socialezekerheidsstelsels in aanraking. Na zijn studie heeft hij een paar jaar in de Verenigde Staten gewerkt. Daarna ging hij terug naar Nederland, om vijf jaar later weer in Frankrijk terecht te komen. Paret heeft nu niet minder dan vier pensioenen lopen. Tot zijn frustratie lukt het niet die pensioenen samen te voegen. ‘Al toen ik nog in Nederland woonde wilde ik alles onder één noemer brengen. Maar dat leverde meer vraag tekens dan antwoorden op.’
Onlangs zat hij nog met een financieel adviseur om tafel om zijn onoverzich telijke situatie een beetje op orde te brengen. Omdat zijn vrouw uit België komt, is de financiële planning voor de toekomst extra ingewikkeld. ‘Mijn adviseur denkt dat het binnen de EU in de toekomst misschien mogelijk wordt om pensioenfondsen samen te voegen,’ vertelt Paret. Maar hoe het daarmee staat is vooralsnog niet dui delijk. Over de hulp van de Nederlandse overheid is Paret niet echt te spreken. ‘Mijn vragen aan diverse instanties hebben me niets opgeleverd. Dat is een groot mankement. Ik vind dat Neder land als vooruitstrevend land meer voor emigranten moet doen. Gemeenten zouden, als mensen zich uitschrijven, bijvoorbeeld automatisch tips kunnen geven over wat ze moeten doen en waar ze aan moeten denken bij migra tie.’ De nu nog jonge medewerker heeft
spijt van de veelvoud aan fondsen, die hij had kunnen verkleinen door zijn huidige contract vanuit Nederland te laten lopen. ‘Ik acht de kans op een pensioen in Nederland op dit moment niet groot. Maar ik wil het wel allemaal goed geregeld hebben.’
tevreden over de service van Shell Roland Gelling heeft in vier ver schillende landen gewerkt, maar van pensioenproblematiek heeft hij weinig gemerkt. De werknemer van Shell is dik tevreden met het pensioenfonds van zijn bedrijf. ‘Shell heeft een enorm goede service voor sociale zekerheid. Ik hoef geen geld opzij te zetten.’ De afgelopen twintig jaar was Gelling werkzaam in Londen, Aberdeen, Nederland, Oman en Australië. Hij is actief voor de divisie Exploratie en Productie en ontwikkelde plannen voor gasreserves in Oman. Nu is de 46-jarige technicus hoofd van de petrofysici wereldwijd. ‘We analyseren metingen die we in boor putten doen,’ vertelt Gelling. ‘We rekenen uit hoeveel olie en gas erin zit.’ In ruil daarvoor betaalt Shell hem ‘een goed salaris’ en voorziet het bedrijf de familie Gelling van zekerheid voor de
oude dag. ‘Ik ben een beetje onnozel op het gebied van pensioenen,’ biecht Gelling op. ‘Ik heb me er niet in verdiept en er weinig aan gedaan. Het pensioen wordt in Nederland opgebouwd, of ik nu hier of in Australië werk. Dus ik hoef er niet naar om te kijken.’ De werknemer van de oliemaatschappij weet wel dat hij in het buitenland geen AOW-premie betaalde en dus maar een beperkt aantal jaren staatspensioen heeft opgebouwd. Gelling maakt zich daar geen zorgen over. ‘Ik heb toen gekozen voor extra salaris,’ zegt hij. ‘In het begin van je carrière sta je niet zo stil bij later.’ Gellings oudere collega’s konden tot een aantal jaar geleden gebruikmaken van een goede regeling om voor hun zes tigste met vervroegd pensioen te kun nen. ‘Shell heeft in Nederland de pen sioengerechtigde leeftijd opgetrokken tot 65 jaar, met een overgangsregeling
voor de oudere collega’s, dit om in lijn te lopen met de maatschappelijke veranderingen in ons land,’ weet Gelling te vertellen. ‘Met mijn 21 dienst jaren ben ik nu dus over de helft.’
13
14 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007 internationale administratie noodzakelijk
Elektronisch uitwisselen persoonsgegevens op stoom De Europese Unie besloot tot modernisering van de uitwisseling van persoonsgegevens om de migrerende burger beter van dienst te zijn. In 2009 moet een groot aantal gegevens elektronisch kunnen worden uitgewisseld binnen een Europees digitaal netwerk. Tekst Annemiek Onstenk Beeld R. Venke van Geerik
B
urgers die ergens anders in de EU werken of verblijven dan in de lidstaat waar zij vandaan komen, bouwen daar verzekeringsrechten op. Om hun rechten en aanspra ken in verschillende landen op elkaar te laten aansluiten is een goede internatio nale administratie nodig. Dat betekent dat overal moet worden bijgehouden waar burgers welke verzekeringsrechten hebben en wie wat moet
‘Ieder land houdt zijn eigen stelsel en blijft verantwoordelijk voor zijn eigen systeem’ itkeren. Een complexe aangelegenheid, zeker u nu de Europese Unie inmiddels 27 lidstaten telt. De socialezekerheidsstelsels verschillen per land, dit betekent dat niet overal dezelfde gegevens worden bijgehouden. Ook is niet ieder land even digitaal ingesteld. In 2004 heeft de EU een nieuwe verordening over de coördinatie van de socialezekerheids stelsels opgesteld. Deze geldt niet alleen voor de EU-lidstaten, maar ook voor Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland.
In Brussel buigt een administratieve com missie zich over de implementatie van de verordening. Vertegenwoordigers van regerin gen en de Europese Commissie onderhandelen over juridische aspecten van de uitwisseling van persoonlijke verzekeringsgegevens. Ook zorgt de administratieve commissie voor samenwerking en draagvlak in de EU. Inzet van Nederland in dit gezelschap is te zorgen dat controle mogelijk is op naar het buitenland geëxporteerde uitkeringen. Onder meer om de rechtmatigheid van uitkeringen vast te kunnen stellen, zo laat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten. Een technische commissie adviseert de administratieve commissie over de ontwikkeling van de infrastructuur voor het gegevensverkeer. Doel is de bestaande uitwisseling te stroomlij nen en papieren documenten te vervangen door elektronische. In de technische commissie zitten vertegenwoordigers van uitvoeringsorganisaties uit de EU-landen. Wim Vervenne en Martin Huizenga hebben voor Nederland zitting in de technische commissie. Zij zijn werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Ook het UWV en het CVZ zijn vertegen woordigd. De commissie komt viermaal per jaar bij elkaar in Brussel. Informationmanager Martin Huizenga: ‘Ieder land houdt zijn eigen stelsel en blijft verantwoordelijk
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
voor zijn eigen systeem. Wel moet de basis voor de gegevensuitwisseling vergelijkbaar worden.’ Het doel is het ontwikkelen van een volgsysteem, aldus Huizenga. ‘De Nederlandse oudedagsvoor ziening bijvoorbeeld bouw je in 50 jaar op. Als je in buitenlandse dienst werkt mis je 2 procent AOW-opbouw per jaar. Daarvoor in de plaats komt de regeling van het land waar je werkt. Het volgsysteem meldt automatisch aan de uitkerende uitvoeringsorganisatie dat je elders werkt. Vanaf de dag dat je daar begint ontstaan verzekerings rechten en premieplichten. Het land van ver blijf houdt de details bij. Het land van herkomst heeft op het moment van uitkering overzicht over het geheel en gaat over tot uitbetaling, of het nu gaat om ziekte, kinderbijslag, AOW of een nabestaandenuitkering.’ Het is de bedoeling dat de informatiestromen uit de lidstaten samenkomen in een Europees ictnetwerk, Electronic Exchange Social Security Information (EESSI). Beleidsadviseur internationale zaken Wim Vervenne: ‘Het ontwerp is zo goed als klaar en de realisering van het netwerk zal op korte termijn Europees worden aanbesteed.’ Voor een volgsysteem is allereerst nodig dat een persoon traceerbaar is. Dat is nu niet overal even eenvoudig. Bij het vaststellen van de oudedags voorziening gaat het soms om dienstverbanden van tientallen jaren geleden. Als gegevens van
jaren her moeten worden opgediept uit de administratie van een ander land, of de archieven gewoon niet zijn bewaard, is het moeilijk vast te stellen wat de rechten zijn. Soms duurt het jaren voordat de SVB een compleet beeld heeft van de pensioenopbouw. Zodra de gegevens samenkomen en personen elektronisch zijn te identificeren kan dat proces sneller. Nu zijn de verschillen binnen de EU ook op dit terrein nog aanzienlijk. Niet ieder land heeft zoiets als een burgerservicenummer (BSN), dat in Nederland in de plaats komt van het sofinummer. Uitkeringsgerechtigden kunnen daardoor bij verschillende socialezekerheidsinstanties onder verschillende nummers bekend zijn. Dit bemoeilijkt de communicatie.
Digitaal dossier De administratieve en de technische commissie werken aan een oplossing voor dit probleem. Een migrerende Nederlander zal waarschijnlijk in het land van aankomst, naast zijn BSN, ook een identificatienummer in dat land krijgen. Beide nummers komen in één digitaal dossier. Vertrekt hij of zij uit de lidstaat, dan wordt direct de ver zekeringsperiode vastgesteld. Het achterhalen van oude archieven is niet meer nodig, ook niet door de klant. Bij de overgang van een papieren naar een digitale
15
16 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
administratie zijn de nieuwe EU-lidstaten eerder verfrissend dan vertragend, zegt Huizenga. ‘Door de stand van de technologie zijn Oost-Europese landen bij hun toetreding tot de EU meteen digitaal gaan werken. Door de Russische invloeds sfeer kenden zij bovendien een centrale inrichting van hun administratie. Voor de invoering van een elektronisch systeem was dat handig.’ In Frankrijk zijn de benodigde gegevens vrijwel niet via een elektronisch systeem te ontsluiten. Sommige oude lidstaten moeten de slag naar digitaal nog maken. Aan de twee genoemde commissies de taak 31 landen op één lijn te krijgen. Zowel de betrokken ministeries als de uitvoeringsorganisaties van de deelnemende landen committeerden zich aan de elektronische gegevensuitwisseling. Vervenne verwacht dan ook dat het gaat lukken. De modernisering vergt de
‘Bij de overgang van papieren naar digitale administratie zijn de nieuwe EU-lidstaten eerder verfrissend dan vertragend’ nodige investeringen in de ict-systemen van de uitvoeringsorganisaties, zegt hij. Daartegenover staat dat de administratie later effectiever en dus goedkoper wordt. Binnen afzienbare tijd is een zogenoemde toepassingsverordening te verwachten. Wanneer deze door het Europarlement en de Raad van Ministers is vastgesteld gaat ook de verordening over de socialezekerheidsstelsels uit 2004 definitief in. Het gegevensverkeer tussen de lidstaten wordt dan in principe elektronisch. Landen zonder geautomatiseerd nationaal systeem dat aansluit op het Europese systeem, zullen zich moeten haas ten. De omzetting van papier naar elektronisch kost veel tijd. Huizenga is ervan overtuigd dat de gegevensuitwisseling in 2009 geheel elektronisch verloopt. Nederland zal als een van de eerste landen klaar zijn voor de elektronische uitwisseling met andere EU-landen. SVB, UWV en CVZ werken samen
en zijn onderling verbonden via een stelsel van (basis)registraties. Zij maken daarbij gebruik van het Nederlandse e-governmentprogramma, dat wordt gecoördineerd door de ministeries van BZK, SZW en de diensten van de Stichting Rinis. Het Nederlandse concept staat model voor andere landen. Huizenga was onlangs in kandidaatlidstaat Kroatië om de autoriteiten te helpen bij het ontwikkelen van de nationale samenwerking en het elektronisch koppelen van verschillende administratiesystemen. Dat deed hij ook in andere lidstaten. Het gaat vooral om kennisoverdracht teneinde de gegevenshuishouding en de uitvoe ring van wetten in eigen land in kaart te brengen.
Privacy Omdat het om uitwisseling van persoonsgegevens gaat moeten de regels voor privacybescherming in acht worden genomen. De Europese Commissie vroeg de Europese Toezichthouder voor Gegevens bescherming om advies. Deze toezichthouder is over het algemeen tevreden over de ingebouwde bescherming, maar kwam begin 2007 wel met enkele aanbevelingen. De persoonsgegevens mogen volgens de Europese waakhond alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor men ze uitwisselt. Ook moet duidelijk zijn hoe uitvoeringsorganisaties gegevens mogen door geven en hoe lang zij die mogen bewaren. Ook vindt de toezichthouder dat betrokken personen moeten worden geïnformeerd over de gegevens uitwisseling en dat zij met eventuele klachten terecht moeten kunnen bij één loket: de instantie die uitkeert. Ook het ministerie van SZW verwijst desgevraagd naar bestaande Europese wetgeving op het gebied van de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van gegevens. Nederland legde die vast in de Wet bescherming persoonsgegevens. Er zullen niet meer persoonsgegevens worden uitgewisseld dan noodzakelijk is voor het bepalen van het uitkeringsrecht, aldus SZW. Enkele Euro parlementariërs houden de modernisering van de coördinatie tussen de socialezekerheidsstelsels scherp in de gaten op het punt van bescherming van persoonsgegevens. Daarbij is het advies van de Europese toezichthouder richtinggevend.
De Verordening coördinatie socialezekerheidsstelsels heeft als nummer 883/2004 en is te vinden op http://eur-lex.europa.eu/nl/index.htm
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
17
Teruggekeerde migranten staan voor onaangename verRassing
Dubbel betalen voor sociale zekerheid Spaanse gastarbeiders werden in de jaren zestig en zeventig met open armen ontvangen in Nederland. Velen van hen zijn inmiddels teruggekeerd naar Spanje om daar te genieten van hun welverdiende oude dag. Dat blijkt echter nog niet zo eenvoudig: het gemis van een Europees pensioenstelsel zorgt voor veel verwarring. Tekst Rianne Waterval
‘H
et is een totaal absur de situatie,’ zegt Juan Chacón. ‘Veel gastarbeiders moeten dubbel betalen voor hun socia le zekerheid.’ De nu 74-jarige Spanjaard ging in 1961 als gastarbeider aan de slag bij de Fordfabriek in Amsterdam. Na banen bij Melkunie en in de Mielefabriek keerde hij na 37 jaar terug naar Spanje om daar van zijn pensioen te gaan leven. Nu komt Chacón als vrijwilliger van de hulporganisatie Apoyar op voor de belangen van terug gekeerde arbeidsmigranten. Het gebrek aan afstemming tussen de socialezekerheidssystemen van de Europese landen veroorzaakt grote problemen, benadrukt Chacón. De teruggekeerde migranten hebben voor ieder jaar dat zij rechtmatig in Nederland verbleven 2 procent AOW-uitkering opgebouwd, maar vaak hebben zij ook in Spanje recht op sociale zekerheid. Dit leidt volgens de Spanjaard tot vele kafkaëske situaties en onaangename verrassingen. ‘Hier komt bij dat wij door tegenstrijdige berichtgeving van verschillende Nederlandse uitvoerings organisaties ook niet meer weten waar we aan toe zijn,’ betoogt Chacón. Als schrijnend voorbeeld noemt hij de introductie van de Zorgverzeke ringswet. ‘Het kan toch niet zo zijn
dat een gepensioneerd echtpaar recht heeft op 40 euro AOW en tegelijkertijd bijna 90 euro moet terugbetalen aan ziektekosten? En dit terwijl ze ook in Spanje hebben gewerkt en daarom al kosteloos recht hebben op de Spaanse zorg.’ Volgens Juan Chacón handelt het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in strijd met de Europese regelgeving.
Verwarring ‘De uitvoering van de sociale zekerheid is theoretisch sluitend, maar in de praktijk verloopt dit nog moeizaam,’ erkent Evert Hoeksma, attaché voor sociale zaken. Hij zet zich namens de Sociale Verzekeringsbank (SVB), en in de tweede plaats ook namens het CVZ en het UVW, in voor de 37.640 mensen in Spanje die recht hebben op een Ne derlandse uitkering. De pensionado’s aan de Spaanse kust vormen slechts een gedeelte van zijn clientèle. Het over grote deel van de AOW-klanten, zo’n 30.000, bestaat uit vroegere Spaanse gastarbeiders. ‘Wij krijgen ontzettend veel vragen. Spanje is dan ook het tweede land als het gaat om de export van AOW-uitkeringen.’ Hoeksma heeft dagelijks te maken met de verwarring en misverstanden die de verschillen tussen de socialezekerheids systemen van beide landen opleveren. ‘Zo wordt een weduwepensioen in Spanje tot de dood uitbetaald. Maar volgens de Nederlandse wetgeving
heeft een weduwe hier slechts tot haar 65e recht op.’ Ander heikel punt vormt het gebrek aan een eenduidige wijze van registratie: ‘In Nederland is de samenstelling van het huishouden van groot belang voor de hoogte van de AOW, maar hier is dat minder belangrijk,’ aldus Hoeksma, die niet alleen aanspreekpunt is voor de uitkeringsgerechtigden, maar ook ver antwoordelijk voor de uitvoering van rechtmatigheidcontroles. ‘We zijn zo wel verpleegster als politieman,’ grapt hij. De attaché benadrukt dat er in de toe komst meer met één mond zou moe ten worden gesproken. ‘De terugge keerde migranten hebben te maken met de SVB, het CVZ, het UVW, de Belastingdienst en vaak ook nog een bedrijfspensioenfonds. Deze mensen zien door de bomen het bos niet meer en het zou daarom goed zijn als we één portaal voor het buitenland zouden creëren.’ Een apart Europees sociale zekerheidssysteem voor grensover schrijdende werkenden, vergelijkbaar met de voorzieningen voor de werk nemers van de Europese instellingen in Brussel, zou volgens Hoeksma uitkomst kunnen bieden. Tot die tijd blijft Juan Chacón strijdbaar. ‘Ik heb me mijn hele werkzame leven al actief ingezet voor de rechten van de arbeider en ik zal dit tot mijn dood ook blijven doen,’ lacht de Spanjaard.
18 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
‘Een Lonely Planet voor sociale zekerheid’
Internationalisering geeft veel rompslomp Een enorme papierwinkel en tijdrovend speurwerk naar gegevens. Dat is de dagelijkse praktijk voor de uitvoeringsorganisaties van de sociale zekerheid nu Europeanen steeds meer over de grens wonen en werken. Het schort vooral aan samenwerking. Tekst Linda van Tilburg Beeld Welmer Keesmaat
W
achten op rapporten, formulieren heen en weer sturen, speuren naar gegevens, soms tot aan de Spaanse voordeur van een Nederlandse pensionado. De uitvoeringsinstanties van de sociale zekerheid in Nederland hebben er een hoop werk bij gekregen nu de klantenkring steeds meer over de landsgrenzen uitwaaiert. Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) nam de afgelopen twee jaar zo’n veertig nieuwe men sen in dienst om de premies van Nederlanders in het buitenland te innen. Het Uitvoeringsinstituut
Niet de regels maken het ingewikkeld, maar de gebrekkige samenwerking Werknemersverzekeringen (UWV) specialiseerde drie van zijn vestigingen in dienstverlening aan Nederlandse emigranten en buitenlandse werkne mers op eigen bodem. En de Sociale Verzekerings bank trok zelf de grens over: in diverse Europese landen werken attachés die controleren of de daar woonachtige Nederlanders rechtmatig een AOWuitkering ontvangen. Het zijn niet de regels die het ingewikkeld maken. De Europese Unie heeft al een groot aantal ver ordeningen die het afstemmen van wetgeving en betalingsverkeer vergemakkelijken. Waar orga
nisaties vooral tegenaan lopen is de gebrekkige samenwerking, zowel onderling als met zuster organisaties in het buitenland. Dat maakt het uit wisselen van gegevens en informatie omslachtig en tijdrovend.
Papierwinkel ‘Bij het vaststellen van een werkloosheidsuitkering moeten wij rekening houden met het arbeidsver leden in elk land waar iemand heeft gewerkt,’ vertelt Hans Breeuwsma, beleidsmedewerker internationaal van het UWV. ‘Alle wetgeving is an ders, dus dat betekent dat we in het buitenland moeten opvragen hoe lang iemand daar gewerkt heeft. Omgekeerd krijgen wij dergelijke verzoeken uit andere landen voor mensen die een poosje in Nederland hebben gewerkt. Voor burgers is dit een gunstige regel, zij hebben hierdoor meestal eerder en langer recht op een uitkering. Voor ons betekent het een enorme papierwinkel en soms lang wachten op de benodigde gegevens.’ Dik Hermans, voorzitter van de raad van bestuur van het CVZ, wijst op de ‘rompslomp’ die de internationalisering van de klantenkring met zich meebrengt. ‘Nederlanders die in het buitenland wonen moeten premie betalen aan het CVZ en krijgen van ons een formulier waarmee ze zich moeten aanmelden bij een lokaal ziekenfonds. Dat ziekenfonds vergoedt dan de kosten en het CVZ verrekent die weer met het betreffende zieken fonds,’ legt Hermans uit. Waar mogelijk laat het CVZ de premies door de uitvoeringsinstanties voor af inhouden op het pensioen of de uitkering. Las tig wordt het als het inkomen van de Nederlandse
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
emigrant lager is dan de verschuldigde premie. Hermans: ‘Op een klein pensioentje of een gedeelte lijke WW-uitkering kun je geen ziektekostenpremie inhouden. Maar die premie moet wel worden ge ïnd. Daartoe moeten we een betaalrelatie aangaan met de buitenlandse bank van de Nederlander in kwestie. Dat geeft een hoop administratieve romp slomp én veel extra werk, bijvoorbeeld omdat een adres niet klopt of omdat we onjuiste gegevens van iemand hebben. Die gegevens moeten we dan weer zien te achterhalen via de Belastingdienst of andere uitvoeringsinstanties.’
Onwetendheid SVB-voorzitter Erry Stoové: ‘Wij weten soms niet eens dat Nederlanders naar het buitenland verhuizen, of dat ze overlijden en we dus hun AOW-uitkering stop moeten zetten. Mensen melden dat vaak niet uit pure onwetendheid. Ik zou daarom een groot voorstander zijn van een Lonely Planet voor sociale zekerheid. In Neder land krijgen we als iemand overlijdt automatisch bericht van de Gemeentelijke Basisadministratie. In het buitenland proberen we dat voor elkaar te krijgen door afspraken te maken met zusterorgani saties. Dat lukt aardig, maar die instanties hebben alleen maar de gegevens als mensen ook van hen een uitkering ontvangen.’ Een ander probleem is het innen van te veel betaalde uitkeringen, aldus Stoové. ‘In Nederland hebben we daar deurwaarders en incassobureaus voor, maar in het buitenland kunnen we niet meer doen dan de mensen persoonlijk aanschrijven en maar hopen dat ze betalen.’
In de toekomst zullen alleen maar meer Europe anen in verschillende landen wonen en werken. Om de sociale zekerheid uitvoerbaar te houden, is volgens alle uitvoeringsinstanties verregaande samenwerking nodig, zowel binnen Nederland als internationaal. Stoové: ‘Internationale zuster organisaties zouden elkaar kunnen machtigen om schulden en boetes te innen. De uitvoerings diensten in Nederland zouden de bestanden van internationale klanten moeten koppelen, zodat we niet meer bij elkaar om gegevens moeten vragen. We redden het in de toekomst alleen als we stan daardgevallen zoveel mogelijk automatiseren door op een slimme manier gegevens te koppelen.’
‘In elk land een instantie als centraal aanspreekpunt is een hele verbetering’ Hans Breeuwsma zit namens het UWV in een Brusselse werkgroep die de informatiestromen efficiënter gaat maken.‘Binnenkort wordt een ver ordening van kracht die bepaalt dat in elk land één instantie als centraal aanspreekpunt gaat dienen,’ vertelt hij. ‘Die aanspreekpunten gaan elektronisch gegevens uitwisselen, daartoe zijn de ict-systemen nu op elkaar afgestemd. De aanspreekpunten sturen de informatie door naar de uitvoeringsinstanties die het aangaat. Dat is een hele verbetering,’ aldus Breeuwsma.
19
20 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007
De checklist van d Wat zijn de consequenties van emigratie op het gebied van sociale zekerheid? Welke vergunningen zijn nodig? Kunnen uitkeringen en kinderbijslag worden meegenomen over de grens? En hoe zit het met de ziektekosten? Een overzicht van zaken die de aandacht van de emigrant verdienen voordat de koffers kunnen worden gepakt.
Verzekeringen Ziektewet, WIA, WW Deze verzekeringen kunnen een ingewikkeld verhaal zijn bij migratie. Meestal houdt de in Nederland verplichte verzekering op en kan de emigrant zich vrijwillig verzekeren. Maar daar zijn veel uitzonderingen op, zoals bij tijdelijk werk in een EU-lidstaat. Dan blijft degene in Nederland verzekerd.
Kinderbijslag In sommige landen is het mogelijk kinderbijslag te blijven ontvangen, in ieder geval in de EUlidstaten. Dit kan de emigrant controleren op de site van de SVB.
Ziektekosten Ziektekosten worden niet altijd vergoed als iemand in het buitenland werkt. Dat hangt af van de specifieke situatie van de emigrant. Nederland heeft hierover met veel (EU-)landen afspraken gemaakt, zodat de Zorgverzekerings wet en de AWBZ ook daar geldig zijn. In andere landen moet de emigrant zelf een zorg verzekering afsluiten.
Verblijfs- en werkvergunning Europa Om te werken in Europa kunnen een werken een verblijfsvergunning nodig zijn. Voor zelfstandig ondernemers verschillen de regels per land.
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
21
n de emigrant AOW Iemand die in Nederland woont, bouwt automatisch AOW-pensioen op. Deze jaren neemt de emigrant mee naar het buitenland als hij of zij pensioneert, maar niet als diegene buiten Nederland gaat werken. Dat is te voor komen met een vrijwillige verzekering.
Zorgtoeslag Ook als iemand buiten Nederland verblijft, kan hij of zij een zorgtoeslag krijgen. Dit hangt wederom af van de specifieke persoonlijke situatie van de emigrant, bijvoorbeeld of iemand een pensioen of uitkering uit Nederland krijgt.
Wajong Deze uitkering vervalt bij vertrek naar het buitenland. Maar jongeren die meegaan met hun ouders, kunnen nog wel aanspraak maken op het Wajong-programma.
Vrijwillige nabestaandenverzekering Wie buiten Nederland gaat wonen, is niet langer verzekerd voor verlies van partner of beide ouders. Door het afsluiten van een vrijwillige verzekering is dit te voorkomen.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering Als iemand naar een land van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte verhuist, behoudt hij of zij de uitkering. Buiten de EU heeft Nederland met een aantal landen verdragen ge sloten. Bij verhuizing naar een niet-verdragsland wordt de uitkering beëindigd met ingang van de dag waarop iemand in dat land is gaan wonen.
Websites www.vertreknaarhetbuitenland.overheid.nl www.grensinfopunt.nl www.svb.nl/internet/nl/internationaal www.buitenland.cvz.nl www.belastingdienst.nl/particulier/buitenland.html www.uwv.nl/particulieren/brochures/brochures/WG11003271.aspx www.werk.nl/portal/page/portal/werk_nl/werknemer/meer_weten/ werkenineuropa/wonenenwerkenineuropa
22 [PM Special] migratie en sociale zekerheid | 8 november 2007 Migranten aan het woord
‘Pensionado geen zonaanbiddende belastingontduiker’ Een Nederlandse ‘pensionado’ in Spanje vindt dat hij het slachtoffer is van een heksenjacht. Een Brit omschrijft de bureaucratische rompslomp in Nederland als ´kafkaësk’. Een Nederlandse emigrante in Canada is blij verrast als ze ineens haar AOW uit Nederland ontvangt. Drie verhalen van migranten over hun ervaringen met de regels en voorschriften van de sociale zekerheid. Tekst Joop Hazenberg
Pensionado’s in het geweer Tienduizenden gepensioneerde Neder landers in Spanje voeren al jaren strijd met de Nederlandse overheid. Met de nieuwe Zorgverzekeringswet zijn ze wettelijk verplicht premie te betalen, maar zijn ze hun aanspraak op Ne derlandse gezondheidszorg kwijt. Dus kiezen ze liever voor een privéverzekering, waardoor ze terecht kunnen in privéziekenhuizen. Daar worden ze naar eigen zeggen prima behandeld. ‘Nederland is het enige land in Europa dat zo omgaat met zijn ouderen,’ zegt Cees van der Wiel van de Vereniging van Nederlandse Gepensioneerden in Spanje (NVGS). ‘We voeren nog steeds processen tegen de overheid, nu bij de bestuursrechter.’ Zijn vereniging vecht aan dat pensionado’s zich niet meer in Nederland kunnen verzekeren en dat zij zich verplicht moeten inschrijven bij het Spaanse ziekenfonds. Ook strijden
ze tegen het inhouden van pensioen, zowel de AOW als het bedrijfspensioen, vanwege het niet aanspraak maken op Nederlandse zorg. Van der Wiel heeft er sinds kort nog een derde probleem bij. ‘Ze dreigen ook nog eens de zorgtoe slag af te schaffen.’ Pensionado’s worden in de media nog wel eens afgeschilderd als fraudeurs. Zij zouden zich onterecht opgeven als alleenstaand met een AOW-uitkering. De SVB laat controleren of pensionado’s in Spanje toch niet samenwonen, want dan hebben ze minder recht op uitkerin gen. De berichtgeving in de media levert een sterk vertekend beeld op, zegt Van der Wiel. ‘In Nederland zijn we hierdoor erg impopulair. Iedereen denkt dat we zonaanbidders zijn die de belasting ont duiken. Maar daar klopt niets van.’ Volgens een 79-jarige Spaanse pensionado, die graag anoniem wil blijven, hangt alles af van de financi
ële omstandigheden waarin je verkeert. ‘Is er een groot inkomen, dan zijn er nergens problemen, is het inkomen klein en je bent gebrekkig of ziek, dan kun je beter in je vaderland blijven.’
8 november 2007 | migratie en sociale zekerheid [PM Special]
Bureaucratische muren voor kennismigranten Volgens de overheid is hij een welkome ‘kennismigrant’, maar Ian Pretty kwam bij zijn komst naar Nederland vooral veel bureaucratische muren tegen. ‘De meeste websites van jullie ministeries zijn alleen in het Nederlands te raad plegen,’ lacht de Brit, die sinds mei aan de slag is bij Capgemini als business consultant. ‘Dat is gek als je de hele tijd zegt dat je migranten ondersteunt.’ Niet alleen bij websites gaat het mis, ook het overbrengen van zijn auto le vert problemen op. ‘Toen ik de RDW belde kon ik geen informatie in het Engels krijgen en was het inbelmenu in het Nederlands.’ Zijn overkomst vindt Pretty door alle problemen ‘frustrating and amusing’. ‘Er is in Nederland veel red tape en het is zeer kafkaësk. Veel dingen zou ik online moeten kunnen regelen, maar ik moet overal langskomen en afspraken maken. De
gemeente maakt voortdurend fouten en geeft de hele tijd verkeerde informa tie. Zelfs een sofinummer krijgen gaat ongelooflijk langzaam.’ Gelukkig is Capgemini een goede werk gever. Ze betalen een ‘prima’ pensioen en regelen alle verzekeringen. Behalve de ziektekostenverzekering, die moest de businessconsultant zelf afsluiten. En dat was voor hem een ‘shock’. ‘Het is een compleet mysterie hoe dat werkt. Je moet een enorm proces door, alleen het vinden van een dokter ging snel. Ze maken het je niet gemakkelijk, er was wederom geen informatie in het Engels.’ Ondanks alle bureaucratie is Neder land – fiscaal gezien – heel aardig voor Pretty. Hij hoeft, als kenniswerker, over 30 procent van zijn inkomen geen be lasting te betalen. ‘Dat is een echte prikkel,’ vindt Pretty. ‘Bovendien voel ik
me thuis in Nederland. Maar ik had niet verwacht dat dit land bureaucratischer dan het Verenigd Koninkrijk zou zijn.’
VerRassing! AOW uit Nederland De overheid betaalde haar vliegticket. Toen Anneke Henkman meer dan veertig jaar geleden naar Canada wilde emigreren om haar vriend achterna te gaan, legde Nederland haar geen strobreed in de weg. ‘Er was enorme woningnood en er waren veel te veel mensen in Nederland,’ memoreert Henkman haar vertrek. ‘Mijn man kreeg geld toe om te vertrekken, ik ben een paar jaar later gegaan.’ Spijt heeft de 73-jarige Henkman niet van haar besluit om te emigreren. ‘Het is hier allemaal heel leuk uitgekomen. Canada was heel goed voor ons.’ Al snel vond de gewezen onderwijzeres emplooi, en daarna kreeg ze kinderen. ‘Toen die wat groter waren begon ik een stoffenzaak, en uiteindelijk had ik een kleermakersbedrijf.’ De band met Nederland verslapte. Maar toen het pensioen in zicht kwam kre gen de Henkmans een leuke verrassing:
ze bleken allebei recht op AOW te heb ben. In de bijna tien jaar dat ze lesgaf in Nederland bouwde mevrouw Henkman een pensioen op bij het ABP. ‘We heb ben nog geprobeerd dat geld terug te krijgen toen ik naar Canada ging. Maar daar wilde het ABP absoluut niet aan,’ vertelt ze. ‘En nu moeten ze dus uitke ren, en rekening houden met de infla tie.’ Wel moet het pensioen via de Canadese overheid lopen, want die wil weten hoeveel het echtpaar uit Nederland ontvangt. De oude dag slijten ze in Canada. ‘Wij blijven absoluut hier,’ stelt Henkman resoluut. Zij woont met haar man vlak bij de watervallen van Niagara. In dat gebied wonen veel Nederlanders, die onder meer melk produceren en bloemen telen. Er zijn ook andere redenen voor Henkman om in Canada te blijven wonen. ‘Eerlijk gezegd willen we niet
terug naar Nederland. De euro staat zo hoog en het onroerend goed is er heel duur. Het is onmogelijk terug te gaan, maar we hebben het ook zo aardig hier.’
23