nr. 1 jaargang 8 april 2013 voor opdrachtgevers en relaties Blauw heeft heel veel betekenissen, maar staat wat Blue Sky Group betreft voor e nergie. Ook in de lucht. De lucht is blauw omdat de stofdeeltjes en de moleculen van de dampkring de blauwe straling weerkaatsen zodat die wordt verstrooid. Dat gebeurt alleen met het blauwe licht: de stralen met de kortste golflengte en de hoogste energie.
4 De toekomst van
het ondernemings pensioenfonds
governance
liquideren gedrag
opf of bpf
solidairpensioenlab of solitair en masterclass jongeren pensioensector
Handhaven of een nieuwe weg inslaan
10 Solidair of solitair De invulling van solidariteit verandert, we willen meer contact met mensen waarmee we solidair zijn en we willen invloed op de uitvoering
intergenerationele solidariteit
toekomst integriteit deense daadkracht
14 Jongeren in het
pensioenbestuur
Blue Sky Group
Postbus 123 1180 AC Amstelveen T (020) 426 62 66 E
[email protected]
www.blueskygroup.nl
PensioenLab en Masterclass Pensioenen geven jongeren een stem binnen de pensioenwereld
De inhoud
Vertrouwen
refLectie
9 ‘Solidariteit’ in de media
4 De toekomst van het ondernemingspensioenfonds
10 Weg van de solidaire snelweg Is onze solidariteit nu ook off-the-grid,
Overstappen, fuseren, liquideren of toch zelfstandig door. Eric Uijen en Jos van Kleef vertellen over hun ervaring bij het overstappen van een ondernemingspensioenfonds, naar een bedrijfstakpensioenfonds. Robin Hoytema van Konijnenburg van Pensioenfonds Heineken houdt vol overtuiging vast aan het ondernemingspensioenfonds.
of misschien zelfs off-duty? Professor Peter Thijssen heeft zich in de materie verdiept.
18 Strategisch
In de rubriek in de wandelgangen maken we kennis met Imke Hollander Zij is Hoofd Investment Strategy Research bij Blue Sky Group. Met een zowel exacte als economische achtergrond is deze functie haar op het lijf is geschreven.
14 Niet mokken maar blokken Jongeren
zijn slecht vertegenwoordigd in de pensioenwereld en weten er doorgaans ook weinig van.
Reinier Stroo en Thijs Rijnders hebben als jongeren door de initiatieven PensioenLab en Masterclass Pensioenen invloed binnen de pensioensector.
19 DNB houdt pensioenfondsbestuurders spiegel voor
8 10
Er komt strenger toezicht op gedrag en
22 22
cultuur binnen pensioenfondsbesturen Ingeborg Rademakers en Melanie Rouppe van der Voort, van het DNB expertisecentrum Cultuur, Organisatie en Integriteit, vertellen over deze vorm van toezicht.
22 Europa: Deense daadkracht Hun pensioenstelsel is het beste ter wereld, volgens de Melbourne Mercer Global Index. Het systeem werkt goed, biedt het hoogste pensioeninkomen en is het beste voorbereid op de toekomst. Hoe doen die Denen dat? We vragen het Peter Damgaard Jensen, algemeen directeur van pensioenfonds PKA. 14
19
18
Toine van der Stee Algemeen directeur Blue Sky Group
Onlangs nam ik deel aan een bijeenkomst over beleggingsmogelijkheden in Afrika. Wij beleggen een flink percentage van onze portefeuilles in emerging markets en volgen het onderwerp met interesse. In het panel zaten ervaren beleggingsfondsmanagers uit verschillende Afrikaanse landen. Ik zei dat ik overtuigd was van de aantrekkelijke investeringsmogelijk heden. Vervolgens vroeg ik of beleggers voldoende vertrouwen kunnen hebben dat zij hun geld ook terugkrijgen en of de aantrekkelijke rende menten niet in andermans zakken zouden belanden. Daarop gaven de panelleden allemaal zeer uitvoerig antwoord. De lengte van de antwoorden stelde mij niet gerust. Ik had liever gehoord dat ik me daar gewoon geen zorgen over hoefde te maken en dat het goed geregeld is. Je hebt dat ook wel eens in gesprekken of in reclamespotjes. Als iets te vaak gezegd wordt dat men eerlijk en te vertrouwen is.
meer woorden je nodig hebt, ‘Hoe hoe minder vertrouwen dat wekt’
Het voorval deed me denken aan de Nederlandse pensioensector en de bekendmaking dat 68 pensioenfondsen de pensioenen van ruwweg 2 miljoen deelnemers moeten gaan korten. Zoiets doet natuurlijk een grote aanslag op het vertrouwen dat mensen in pensioenfondsen hebben. De korting komt niet als een verrassing. Al bijna 5 jaar wordt er over gepraat en wringen pensioenfondsbestuurders zich in allerlei bochten en worden er bezwerende formules gesproken. En uiteindelijk gebeurt het toch. Wat doet dat met het vertrouwen van deelnemers? Hoe meer woorden je nodig hebt, hoe minder vertrouwen dat wekt. We zijn eindeloos met onszelf in discussie over de rekenrente. Is het dan vreemd dat mensen denken dat we net zo lang rekenen tot de uitkomst ons bevalt? Er wordt al jaren gepraat over een nieuw pensioenakkoord tussen sociale partners. Er wordt veel gezegd over “het nieuwe pensioencontract”. Over hoe mooi het allemaal wordt. En natuurlijk houden we niet op om te benadrukken dat we het mooiste pensioenstelsel van de wereld hebben. Maar, zoals mijn schoonvader zou zeggen: “Wat koopt een pensioendeelnemer daar voor?”. Vertrouwen moet je verdienen door wat je doet en niet door te zeggen dat mensen je moeten vertrouwen. Jean Paul Sartre zei het al: “De mens wordt gekend door zijn daden”. Je kunt zeker van jongeren niet veel enthousiasme verwachten als je ze verplicht om in te tekenen op grote tekorten. Mijn oproep is dat de sector ophoudt met onophoudelijk te discussiëren, dat we niet voortdurend aan de spelregels zitten te morrelen, dat er waar nodig orde op zaken wordt gesteld, dat we de krampachtige behoudzucht over boord zetten en dat we een eerlijk verhaal over de toekomst vertellen.
....
Colofon Redactie Blue Sky Group Tekst Land van Maas en Taal, Toine van der Stee, Lamar communicatie Fotografie Don Wijns, Land van Maas en Taal e.a. Art direction, ontwerp en illustraties Frissewind, profs in communicatie en design, Amsterdam Druk Aeroprint, Ouderkerk aan de Amstel Blauw is het relatiemagazine voor opdrachtg evers en relaties van Blue Sky Group. In Blauw vindt u onderwerpen die te maken hebben met pensioen, in de breedste zin van het woord. Onderwerpen die p rikkelen en u uitdagen de dialoog met ons aan te gaan.
3
Handhaven of een nieuwe weg inslaan? Nogal wat ondernemingspensioenfondsen stellen zichzelf de vraag: kunnen wij als zelfstandige partij ons hoofd boven water houden? Of kunnen we beter fuseren, liquideren of een samenwerking aangaan? Aansluiten bij een bedrijfstakpensioenfonds, onderbrengen bij een verzekeraar misschien? In deze ‘magere jaren’ is de verleiding om het op te geven begrijpelijk. Maar er is ook veel twijfel bij bestuurders. Je geeft nogal iets uit handen... En ook grote partijen moeten soms flink korten. De argumenten variëren van ‘Dan zijn we van dat gedoe af’ tot: ‘Daar krijgen we vreselijke spijt van’. ‘Wat als de arbeidsmarkt weer aantrekt?’ Misschien willen we dan wel een pensioen op maat kunnen bieden...’ Juist nu het vertrouwen in de overheid afneemt, zou de behoefte kunnen groeien aan een goed beheerd spaarpotje en een zorgzame werkgever.
Aan de andere kant: is er nog wel behoefte aan solidariteit? En als je besluit om wel over te stappen, hoeveel tijd en geld is er dan met het overgangsproces gemoeid? Kan de werkgever met dat geld niet beter het tekort aanv ullen? Springen we niet in zee terwijl er land in zicht is? Kortom: de beslissing is niet eenvoudig. We vroegen enkele deskundigen naar hun overwegingen en hun ervaringen.
fuseren
dan zijn we van dat gedoe af
pensioen op maat behoefte aan solidariteit?
ondernemingspensioenfonds
Expertise
Eric Uijen werd in 2010 algemeen directeur van Pensioenfonds Stork, dat in een stevige ruzie was verwikkeld met moederbedrijf Stork. Hij nam samen met de voorzitter de onderhandelingen over en zette de gang naar de rechter. De formele afwikkeling is nu bijna klaar. Ook in zijn huidige functie als algemeen directeur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds speelt de vraag of er draagvlak is om de huidige regeling voort te zetten.
wat, als de arbeidsmarkt weer aantrekt
samenwerken
vertrouwen in de overheid beter tekorten aanvullen?
Over solidariteit
4
Jos van Kleef In 2011 gaf van Kleef leiding aan het team dat het opf van VolkerWessels onderbracht bij bpf Bouw.
Pensioenfonds HBG -> bpf BOUW Wat was voor HBG en VolkerWessels het voordeel van een bpf boven een opf?
‘Om te beginnen: Het waren allemaal kwalitatief goede fondsen die al bestonden sinds de jaren vijftig. Maar je kunt je voorstellen dat een ondernemingspensioenfonds direct de gevolgen ondervindt van de problemen in de bouwsector. Het is een tendens om je dan bij een grotere pensioenuitvoerder aan te sluiten, zodat je met één regeling, één bestuur, één administratie en één communicatiebeleid te maken hebt. Daarnaast kun je de risico’s beter managen en spreiden. Ook wil men soms het fonds meer op afstand zetten van de moedermaatschappij.’
Is het in de praktijk ook daadwerkelijk efficiënter?
daar krijgen we vreselijke spijt van
overgangsproces kost veel tijd en geld
‘Ook wil men soms het fonds meer op afstand zetten van de moedermaatschappij’
Jos van Kleef was onder meer directeur van Pensioenbureau BAM. Hij liquideerde de pensioenfondsen die daaronder vielen en bracht de rechten over naar bpf Bouw. In 2011 gaf van Kleef leiding aan het team dat het opf van VolkerWessels onderbracht bij bpf Bouw.
bedrijfstakpensioenfonds
liquideren zorgzame werkgever
overstappen Opf/Bpf
Robin Hoytema van Konijnenburg bestuurslid Pensioenfonds Heineken: ‘Het pensioenfonds is een bijna muurvast onderdeel van onze bedrijfscultuur. De pensioen regeling afstoten, zou een enorme achteruitgang betekenen voor onze werknemers’.
‘Mijn ervaring in de internationale aannemerij leert dat het pensioen geen core business is. Door het werk bij de pensioenuitvoerder van het bedrijfstakpensioenfonds te leggen, verlicht je de druk van de strenge boekhoudregels, de eisen aan het bestuur en het strakke toezicht van DNB en AFM. De uitvoeringskosten gaan doorgaans omlaag. Ik verwacht dat er in de toekomst alleen nog ruimte is voor een paar grote fondsen en uitvoerders.
Welke gevolgen ondervinden deel nemers bij zo’n overgang?
‘Meestal merken die er niets van, maar als ze een probleem hebben is de helpdesk net wat minder toegesneden op de individuele cliënt. Deelnemers worden wel degelijk betrokken bij de overgang en regelmatig op de hoogte gehouden. Maar doorgaans is er weinig interesse, zolang de opgebouwde rechten maar zorgvuldig elders worden ondergebracht.’
Toch klinkt er een roep om heldere pensioencommunicatie.
‘Communicatie is net als risico’s beheersen en beleggingen een essentieel onderdeel van het pensioen. Aan goede communicatie heeft het in het verleden nog wel eens geschort. Zo kwam het woord korten in onze vocabulaire niet voor. Gelukkig is dit aanzienlijk verbeterd, maar we hebben wel wat recht te zetten.
‘Operatie BAM’ duurde van 2005 tot 2009. Waarom was dat zo lang?
‘Er zijn twee fases. Het begint met een groeiproces om tot liquidatie en overheveling te komen. Het bestuur heeft veelvuldig overleg met werkgever, deelnemersraad, verantwoordingsorgaan, deelnemers, vereniging van gepensioneerden en DNB. Dat kan zeker een paar jaar duren door de vele partijen, soms met uiteenlopende belangen. De stem van de werkgever is cruciaal. De balanstechnische aspecten en de kosten van het pensioenpakket zijn van belang. Verder speelt de kwaliteit van het bestuur mee. Wenst men zoveel dure managementtijd te besteden aan een dure arbeidsvoorwaarde? Of zijn er externe partijen die dat beter kunnen? Er is vanzelfsprekend voorzichtigheid: Wat heb je? Wat krijg je? Er moet een draaiboek worden gemaakt en alle gezichten binnen de organisatie moeten dezelfde kant op. Daarna moet DNB goedkeuring verlenen. In de tweede fase worden de opgebouwde rechten individueel overgeheveld. Hieraan is een communicatietraject gekoppeld. Soms zijn er allerlei overgangsregelingen die de overdracht complex maken.’
5
overstappen Opf/Bpf
VASTHOUDEN AAN Opf
‘Er is zekere kritische massa nodig om goed te kunnen functioneren’ Robin Hoytema van Konijnenburg bestuurslid Pensioenfonds Heineken
raken gehecht aan hun ‘Mensen
‘eigen’ fonds. Pensioenfonds Stork was een van de oudste van Nederland; het bestond al 130 jaar
Eric Uijen algemeen directeur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds
’
Pensioenfonds Stork -> PME U had een pittige start!
‘Jazeker, maar ik kon er met een frisse blik tegenaan kijken. Ik had begrip voor beide partijen. Stork was op dat moment minder kapitaalkrachtig en viel ook nog eens uit elkaar in drie afzonderlijke onderdelen. Een eigen ondernemings pensioenfonds dat in de min staat is dan een extra last.’
Jullie besloten over te stappen naar PME
‘Stork koos voor een bedrijfstakpensioenfonds. Het bestuur moet natuurlijk de belangen behartigen van iedereen met opgebouwde rechten. In een uitgebreid onderzoek hebben we alle alternatieven bekeken, zoals aan sluiting bij een verzekeraar of doorgaan als slapend fonds. De voorwaarde voor
6
de waardeoverdracht naar PME was, dat Stork 130 miljoen euro zou bijdragen in de compensatie van indexatie achterstand. Een aanzienlijk bedrag voor een bedrijf dat krap zit. Dat hebben we opgelost door een deel ineens bij te laten storten en een deel in drie jaar afbetaling.’
Het pakte de overgang uit?
‘In april 2011 bereikten we overeenstemming om Pensioenfonds Stork te liquideren en per 2012 over te gaan naar PME. Op dat moment hadden we een positief verschil in de dekkingsgraad. Zo kregen we ruimte om het pensioen te verhogen. Hiermee konden we de op handen zijnde korting van PME compenseren en konden alle deelnemers zonder schade overstappen.’
Pensioenfonds Heineken: afstoten geen optie
Hoe heeft Stork de deelnemers betrokken bij de overgang?
‘Mensen raken gehecht aan hun ‘eigen’ fonds. Pensioenfonds Stork bestond al 130 jaar. Maar er was echt geen toekomst meer. We hebben ontzettend veel tijd gestoken in deelnemersbijeenkomsten door het hele land en andere vormen van communicatie. Door al die bijeenkomsten zagen ook zij in dat deze overstap de beste optie was. Er was ook weerstand en onzekerheid. PME heeft het in het verleden niet altijd even goed gedaan – zo was de opvatting – maar dat is nu allemaal op orde.’
Sommige ondernemingspensioenfondsen zijn absoluut niet van plan de handdoek in de ring te gooien. Heineken bijvoorbeeld. Natuurlijk niet de eerste de beste, maar ook zij zullen de druk ervaren die ‘de overstappers’ parten heeft gespeeld. Governance, vergrijzing, premies waar de rek uit is… Wat houdt dit fonds op de been? Bestuurslid Robin Hoytema van Konijnenburg denkt dat de gezondheid van het moederbedrijf zeer bepalend is. Op de vraag of de gedachte aan een fusie of aansluiting bij een bpf wel eens bij het bestuur is opgekomen, schudt Hoytema beslist zijn hoofd. “Nee, van een bedrijf als het onze verwachten mensen een goede CAO met daarin een passend pensioen. Dat is een bijna muurvast onderdeel van onze bedrijfscultuur. De pensioenregeling afstoten, naar bijvoorbeeld het bedrijfstakpensioenfonds
voor de drankindustrie, zou een enorme achteruitgang betekenen voor onze werknemers. Bovendien is ons eigen fonds veel groter dan het bpf. Zolang we een florerend bedrijf zijn, zal vrijwel zeker een eigen pensioenregeling bestaan. In de loop der jaren hebben ook wij wel gestoeid met onze organisatievorm. Wij hebben in 2000 een individuele
DC-regeling (excedent) geïntroduceerd, maar dat is - door de internetbubbel niet goed afgelopen. Nu hebben we een DB-regeling met middelloon en een maximale premie. We hoeven (net) niet te korten, maar hebben wel een dekkingstekort en kunnen op dit moment niet indexeren.”
7
VASTHOUDEN AAN Opf De prijs van solidariteit
‘En dat groter niet altijd beter is, weten we inmiddels ook’
Kees Kraaijeveld kijkt in Vrij Nederland (17-01-2013) kritisch naar het prijskaartje dat het CPB hangt aan solidariteit. In een onderzoek komt het bureau tot de conclusie dat hoogopgeleide Nederlanders zo’n e 1.900,- teveel betalen aan zorg. Op basis van hun inkomen betalen ze meer premie, terwijl ze gemiddeld gezonder zijn en dus minder zorg ‘consumeren’. Wouter Bos oppert dat al die transparantie de solidariteit misschien wel onnodig onder druk zet. Kraaijeveld denkt daar heel anders over. Hij wijst bovendien op de niet in geld uit te drukken zekerheid dat iedereen altijd op goede zorg kan rekenen...
Solidariteit via de belastingdienst
Antoine Verbij vertelt in Trouw (13-03-2013) hoe de rijke Duitse deelstaten volgens de wet geld moeten storten in de kas van de minder welvarende broeders. Beieren, Hessen en Baden-Württemberg hevelen jaarlijks zo’n 7 miljard euro over naar de dertien minder rijke deelstaten. Viert Berlijn daadwerkelijk feest over de rug van de andere staten, zoals de Beierse minister president Horst Seehofer beweert? Of worden nijd en afgunst geëxploiteerd voor politieke doelen? Mooi materiaal voor de verkiezingsleuzen van de deelstaatverkiezingen die voor de deur staan...
Onderschat jezelf niet
Hoytema vindt dat pensioenfondsen van bedrijven met minder gunstige vooruitzichten realistisch moeten zijn. “Er is een zekere kritische massa nodig om goed te kunnen functioneren. Ook als je uitbesteedt moet je voldoende bezetting hebben op de belangrijke kennisgebieden. Toch geloof ik in het bestaansrecht van veel fondsen die het nu moeilijk hebben. Als de onderneming een goede markt positie heeft, moet je jezelf vooral niet onderschatten. Zodra er weer nieuwe mensen kunnen worden aangenomen, komen er weer actieven bij en verbetert je positie. Leg de kosten en baten nog eens strak naast elkaar en kijk wat nog efficiënter kan. Bij Heineken doen we veel zelf en letten we scherp op de kosten van vermogensbeheer. Daarom beleggen we voor een flink deel passief in indices. En vraag je eens af of een ander het echt beter zou doen. Zelf weet
‘Als de dekkingsgraad
tijdelijk lager is, worden we niet direct zenuwachtig. Al moeten we het natuurlijk wel goed kunnen uitleggen aan alle stakeholders en DNB
’
je dat jouw enige doel is: een zo goed mogelijk pensioen bieden. En dat groter niet altijd beter is, weten we inmiddels ook. Uit een onlangs ingesteld onderzoek blijkt dat onze pensioenadministratie het heel goed doet.
Korten niet einde van de wereld
Wij hebben niet als enig en ultiem doel, om nooit te hoeven korten. Een goede
‘solidariteit’ in de media
kans op indexatie vinden wij heel belangrijk. Wij hebben een lange termijn visie en dekken daarom de rente minder zwaar af. Als de dekkingsgraad tijdelijk lager is, worden we niet direct zenuwachtig. Al moeten we het natuurlijk wel goed kunnen uitleggen aan alle stakeholders en DNB.
De ondergang van de samenleving?
In NRC Next laat Floor Rusman een lichtje schijnen op twee boeken van de in Amerika zeer populaire, van oorsprong Russische Ayn Rand. In haar extreem liberale overtuigingen is geen plaats voor collectivisme, altruïsme en solidariteit. Die brengen volgens haar slechts de goede initiatieven en innovaties om zeep en werken passiviteit en verval van de maatschappij in de hand. Rand is een grote inspiratiebron van Paul Ryan, running mate van Mitt Romney in de presidentsverkiezingen van 2012.
In november hebben we onze sterfte tafels weer aangepast, om de jongere generaties niet meer dan nodig met de gevolgen van de vergrijzing op te zadelen. Dat drukt de dekkingsgraad, maar past wel bij onze ideeën over solidariteit op de lange termijn. Omdat actieve deelnemers door onze relatief hoge premie behoorlijk bijdragen aan het herstel, hebben actieve deelnemers straks voorrang als we weer kunnen gaan indexeren. Het fonds moet voor iedereen aantrekkelijk zijn, ook voor degenen die nog aan het begin van hun carrière staan.
Wat betekent solidariteit in 2013?
In het filosofiemagazine van januari 2013 wordt ook gesteld dat het draagvlak onder de verzorgingsstaat afbrokkelt. Wie het antwoord wil weten op vragen als: Zijn de sociale banden tussen burgers sterk genoeg om die taak over te nemen? Zijn we selectief solidair? Heeft de online betrokkenheid met de wereld iets om het lijf?
• • •
....
Meer lezen?
De links naar bovenstaande artikelen vindt u op onze website www.blueskygroup.nl bij Blauw.
8
9
off the grid
SOLIDARITEIT(EN)
Weg van de solidaire snelweg Is het u ook opgevallen? Dat de laatste jaren zoveel ‘off-the-grid’ initiatieven het levenslicht zien? Doorgaans sympathieke projecten, vaak een beetje eigenzinnig, kleinschalig en buiten de gevestigde orde om. Maar waarom doen we het? Wordt de wereld ons te groot en te ingewikkeld? Denken we het zelf beter te kunnen? Of hebben we gewoon te weinig echte problemen om ons druk over te maken? En is onze solidariteit nu ook off-the-grid, of misschien zelfs off-duty? Professor Peter Thijssen heeft zich in de materie verdiept. Think small
Buurtbewoners die hun eigen energie opwekken, ZZP-ers die samen een verzekeringspot vullen voor hulp bij arbeidsongeschiktheid, ouders die hun eigen naschoolse opvang regelen. Off-the-grid projecten worden meestal vol enthousiasme opgestart en leveren in sommige gevallen ook heel aardige resultaten op. Als we aan initiatiefnemers vragen waarom ze het project zijn begonnen, horen we uitspraken als: “Die grote maatschappijen besteden het geld aan van alles behalve aan het goedkoop en goed leveren van energie”, “de premies van de verzekeringen zijn onbetaalbaar en als ze moeten betalen zijn ze niet thuis”. Een ondernemer die liever zelf een pensioen voor zijn werknemers bijeenspaart: “omdat die grote clubs veel te veel kosten maken en zichzelf rijk rekenen”. Terecht of onterecht: er is weinig vertrouwen. Maar is dat de enige reden? Want hoe zeker weten we of die kleine verzekering ook kan uitkeren, als er een paar mensen tegelijk aankloppen? En hoeveel pensioen krijgen die werknemers straks daadwerkelijk? Maar het lijkt om meer te gaan.
instrumentele solidariteit
Off-the-grid acties blijken ook vaak een statement, een vorm van protest. Mensen willen niet langer zwijgend meelopen in een kudde waarvan zij denken dat die de verkeerde kant op loopt. Ze willen iets daadwerkelijk verbeteren, maar ook bewijzen dat hun kritiek terecht is. Prof. Thijssen denkt dat het verschijnsel ook veel te maken heeft met de behoefte van mensen om een verschil te maken. ‘Het is zoals met steentjes in de ijver gooien. De rimpeling is eerst klein en scherp, dan groter en vager tot het effect niet meer zichtbaar is. Dan gooien we een nieuw steentje. We willen iets creëren, iets te betekenen hebben. Hoe doe je dat beter dan iets te verbeteren voor de mensen om je heen? Van vertrouwen in je verzekeringsaanbieder of in je duurzaam geproduceerde kipfiletje, tot onafhankelijkheid van grote energieleveranciers. We willen verbeteren met als onderliggend doel: erkend en gewaardeerd worden door de groep om jou heen. Thijssen legt uit hoe dat alles te maken heeft met solidariteit, alleen op veel kleinere schaal dan we gewend zijn.
‘Hoe groter en anoniemer
groepen worden, hoe moeilijker de solidariteit is vol te houden.
’
gedwongen solidariteit
Onze solidariteit evolueert
Liever solidair dan solitair Mensen hebben altijd al de behoefte om verbintenissen aan te gaan. Om een groep te creëren van individuen die elkaar van nut kunnen zijn. Essentiële zaken worden herverdeeld om het overleven van de hele groep te bevorderen. Maar de invulling van de solidariteit verandert wel. We willen meer contact met de mensen waarmee we solidair zijn. En invloed op de uitvoering. De off-the-grid initiatieven getuigen daarvan. Al in 1893 onder scheidde de Franse socioloog Durkheim de volgende solidaire vormen.
prof. Peter Thijssen
10
Instrumentele solidariteit
Deze bekende vorm van solidariteit gedijt bij de macht van de grote getallen en wordt van bovenaf opgelegd. Iedereen wordt als gelijk beschouwd en is afhankelijk van elkaar. Er zijn gezamenlijke regels en iedereen doet mee. Anders werkt het niet. Er is één groot probleem: in de praktijk is nooit iedereen even gelijk en afhankelijk. Net als bij het communistische gedachtegoed. Dat geldt ook voor pensioenvoorzieningen: welgestelden kunnen hun zaakjes meestal wel zelf regelen. We leggen hen de solidariteit op. Uiteindelijk blaast dit systeem zichzelf op. Niet in de laatste plaats door de zogenaamde ‘free riders’. Dat kunnen mensen zijn die onterecht een uitkering ontvangen, maar ook deelnemers aan de graaicultuur in hogere kringen of incompetente machtshebbers, die de groep laten opdraaien voor hun (gebrek aan) daden. Free riders ondermijnen het vertrouwen en daarmee de solidariteit. Hoe groter en anoniemer groepen worden, hoe moeilijker deze gedwongen solidariteit is vol te houden. Dat is begrijpelijk. Als je extra moet bijspringen omdat je collega zonder werk is komen te zitten, heb je daar doorgaans minder moeite mee, dan wanneer je moet betalen voor een onbekende, waarvan je niet eens weet of hij wel terecht om hulp vraagt. Vertrouwen is dus van groot belang bij solidariteit, maar ook een gewenste ‘return on investment’. Daarbij willen mensen geen eenheidsworst zijn, maar als persoon iets te betekenen hebben.
11
SOLIDARITEIT(EN)
SOLIDARITEIT EN PENSIOENSYSTEEM
Weg van de solidaire snelweg bilaterale of organische solidariteit
xxxxxxx
Fijn dat solidariteit nog wel even blijft bestaan
empatische solidariteit
Maar ons huidige pensioensysteem is grotendeels geënt op die instrumentele solidariteit. Is een gedwongen collectief systeem dan nog wel houdbaar?
uitruilen individuele meerwaarde
Thijssen: “De organische solidariteit ontwikkelt zich nu ten koste van de instrumentele. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet naast elkaar kunnen bestaan. De steentjes in de vijver van empathische solidariteit zijn klein en hebben weinig structurele verankering. Er zijn heel veel cirkeltjes nodig om zoveel impact te creëren als de oude, instrumentele vorm. Je zult alleen nog duidelijker dan nu moeten aantonen wat de meerwaarde van het instituut pensioenfondsen is. Om te voorkomen dat het een reus op lemen voeten wordt. Zorg dat de uitwisseling van waarden helder is: als deelnemer leg je geld in, waarvoor je diensten en expertise terug krijgt. Met een grote kans op een aanzienlijk hoger pensioen, dan wanneer je het geld op de bank zou zetten of zelf zou beleggen. Maak de kosten transparant, laat zien dat de salarissen in de sector niet buitensporig hoog zijn en dat het systeem eerlijk is. Veel meer of minder is het niet. De pensioenwereld heeft denk ik niet zo veel last van ‘free riders’: Je bent pensioengerechtigd of niet en de uitkeringen zijn vooraf vastgesteld. Al zullen we onze rijkere ouderen om enige empathische solidariteit ten opzichte van de jongeren moeten vragen. Ons gevoel voor solidariteit is diep geworteld, omdat je samen nu eenmaal beter kunt overleven dan alleen. Dus die behoefte aan een eerlijke gezamenlijke aanpak blijft.
relaties opbouwen waardering
‘In mijn beleving zitten de vele trendwatchers die een vergaande individualiteit voorspellen er volledig naast’ Bilaterale of organische solidariteit
Hierbij hebben we elkaar op individueel niveau iets te bieden. Omdat mensen zich - vooral in de westerse wereld - steeds verder hebben gespecialiseerd, hebben ze anderen nodig voor hetgeen ze zelf niet (meer) kunnen. Bijvoorbeeld: de elektricien kan geen brood bakken. Of de geniale, maar wat autistische uitvinder die via zijn oude buurvrouw contact houdt met anderen. Mensen ruilen dus hun individuele meerwaarde uit. Het draait niet alleen om fysieke ‘ruilhandel’, maar ook om het krijgen van erkenning, het iets te betekenen hebben in de maatschappij. Zo heeft iedereen in de groep wel een tegenwaarde te bieden voor zijn eigen levensbehoeften. Je kunt aan meerdere groepen tegelijk deelnemen en daar tastbare waarde en erkenning voor terugkrijgen. Social media zijn hiervoor natuurlijk zeer geschikt. Volgens de Duitse filosoof Axel Honneth is deze erkenning nu al een belangrijk aspect in de samenleving en zal dit belang nog sterk groeien.
12
Empatische solidariteit
Empatische solidariteit vult deze ontwikkeling nog verder aan. Mensen bouwen relaties op en voegen iets toe aan het leven van een ander. Ze krijgen daar met name waardering voor terug: dit bevredigt een vaak onbewuste maar zeer krachtige behoefte. Uiteindelijk willen mensen samen een goed werkende maatschappij leven. Zo zien we in wijken met veel allochtonen na verloop van tijd bij de autochtonen empathie ontstaan. Zij lijken de meerwaarde van de verschillende identiteiten te gaan inzien. Wie kent niet het verschijnsel dat mensen zeggen een hekel te hebben aan buitenlanders, behalve aan hun Turkse buurman, “want die hielp laatst nog met het verwisselen van een autoband”. De weerstand tegen de nieuwkomers is vaak hardnekkiger in de aangrenzende wijken, waar die kennismaking niet plaatsvindt. Contact is zeer belangrijk voor een duurzame solidariteit.
Intergenerationele solidariteit
Ook tussen generaties is een enigszins eerlijke uitruil van waarden essentieel om de solidariteit een kans te geven. De zittende politiek is niet altijd even dapper als het gaat om het aanspreken van hun huidige kiezers op solidariteit. Door onvoldoende te korten op pensioenen, laten zij jongeren opdraaien voor de enorme kostenexplosie als gevolg van de
vergrijzing, zoals de zorgkosten. Tel daarbij zaken op als een studie-leensysteem en een geplunderde huizenmarkt; dan kom je tot de conclusie dat enige empathische solidariteit wel op zijn plaats is. Jongeren zijn over het algemeen bijzonder mild in hun oordeel over deze situatie. Zij zien de ongelijkheid, maar de status van jongeren is tegelijk ongelooflijk toegenomen. Vroeger moest je luisteren naar ouderen. Tegenwoordig gaan ouders te rade bij hun kinderen, grootouders bij hun kleinkinderen. Jeugd is bijna iets heiligs. Die erkenning wekt empathie op. Vooraanstaand filosoof en socioloog Philippe van Parijs zegt provocerend: “Gezinnen met kinderen moeten bij verkiezingen meer stemmen krijgen, omdat de belangen van de jongere generaties met voeten worden getreden.” Maar jongeren zijn vaak verbolgen over deze uitspraak. De democratie mag niet aangetast worden, ook al schaadt dat misschien hun belangen.
Peter Thijssen is professor politieke sociologie aan de Universiteit van Antwerpen. Hij is mede-auteur van het boek Babybom? Het European Journal of Social Theory heeft recentelijk een artikel van zijn hand over dit onderwerp geplaatst: ‘From mechanical to organic solidarity, and back: With Honneth beyond Durkheim’.
Die empathie is dus ook een belangrijke reden voor het ontstaan van al die kleine initiatieven. Mensen bedenken manieren om iets positiefs toe te voegen aan de maatschappij. Soms terugbetaald door geld of goederen, soms door erkenning of empathie. Dergelijke initiatieven moeten we stimuleren, zeker niet weghonen. En er zijn vast creatieve toepassingen te bedenken die het pensioensysteem beter maken.
....
13
Niet mokken maar blokken Dat is de instelling die FNV Jong, CNV Jongeren en MHP jongeren uitdragen met hun initiatieven PensioenLab en Masterclass Pensioenen. In plaats van te blijven roepen dat er onvoldoende rekening met jongeren wordt gehouden, pakken ze de problemen bij de kern aan en bewijzen daar misschien de hele pensioensector wel een dienst mee.
‘Ik had geen idee dat het vak zo veelzijdig was, en besef nu hoe groot en boeiend de pensioenwereld is.’ Reinier Stroo vakbondsbestuurder bij FNV
jongeren in het pensioenbestuur
‘Ik vind dat ik moet helpen om het stelsel te verbeteren’
PensioenLab en Masterclass Pensioenen voor jongeren Probleem:
Jongeren zijn slecht vertegenwoordigd in de besturen en deelnemersraden van pensioenfondsen en weten er doorgaans ook weinig van. Daardoor kunnen zij hun belangen niet goed verdedigen en dreigt de achterban het vertrouwen in de vakbond te verliezen. Veel jongeren zien de meerwaarde van een solidair en collectief stelsel niet in, een bedreiging voor het voortbestaan van het stelsel.
Oplossing:
De ‘vakbondjongeren’ richten een PensioenLab op en organiseren Masterclasses met bemiddeling bij plaatsing van jongeren in besturen en deelnemersraden.
14
Het PensioenLab is een soort stoom cursus in pensioenen. In oktober 2012 werden 60 jongeren in een bootcamp van twee dagdelen bestookt met een basis informatiepakket. Thema’s als beleggen, bestuur, communicatie, keuzevrijheid, solidariteit en de toekomst van het stelsel werden aangepakt. Daarna werd in groepen ingezoomd op vijf vragen: 1 Welke rol moet duurzaamheid hebben binnen het beleggingsbeleid? 2 Hoe communiceren we zo, dat jongeren geïnteresseerd raken in hun pensioen? 3 Welk pensioengovernancemodel heeft de voorkeur? 4 Hoe ziet de toekomst van de doorsnee premie eruit? 5 Hoe kijken jullie aan tegen meer keuzev rijheid voor deelnemers?
Thijs Reijnders lid van de deelnemersraad van het pensioenfonds PME
De Masterclass is een intensievere opleiding, die jongeren opleidt als ‘pensioenambassadeur’ en voor functies in bestuur en deelnemersraden van pensioenfondsen. De pilot was een succes. Er waren 80 aanmeldingen voor 20 plaatsen. Alle deelnemers zijn inmiddels in contact met pensioenfondsen en 13 van hen zijn of worden geplaatst in deelnemersraden. Zij verdedigen daar de belangen van jongeren, maar laten ook aan de achterban zien dat jongeren meepraten. Het doel is duidelijk:
De kennis bij jongeren vergroten en hen een sterkere stem geven in de pensioenw ereld. De interesse van prominenten en van de media duidt alvast op een behoorlijke spin-off in aandacht voor het onderwerp. Laat maar komen, die frisse kijk op de zaak!
15
Niet mokken maar blokken
jongeren in het pensioenbestuur
Reinier Stroo vindt de pensioensector
Thijs Reijnders wil vooral
een grote boeiende wereld
fouten rechtzetten
Reinier vertelt hoe er vanuit de sector Transport en Logistiek weinig tot geen reacties kwamen op de oproep van FNV: “Jammer. Ik denk dat jonge chauffeurs nog te weinig met het onderwerp geconfronteerd worden, om echt nieuwsgierig te raken. En misschien vinden sommigen het ook wel eng om over zulke onderwerpen mee te praten. Omdat het pensioen zo onder druk staat, wilde ik er zelf wel heel graag meer over weten en heb ik me opgegeven. Ik denk ook dat het hard nodig is, dat we onze stem laten horen. Het gaat over onze toekomst.”
Thijs had een discussie over het pensioen akkoord met een oudere collega. ‘Was dat pensioenvoorstel nu een echte verbetering of meer een rekentrucje? Wordt de reke ning nu doorgeschoven naar de volgende generatie of niet?’ Die collega stuurde hem de mail door met daarin de oproep van CNV. En zo komt het dat hij vanaf begin dit jaar in de deelnemersraad van pensioenfonds PME zit.
‘Het is belangrijk dat mensen het
‘In discussies over pensioenen sta ik veel steviger in mijn schoenen’ Ambassadeurschap
Reinier denkt dat hij geselecteerd is, omdat hij de ambassadeursrol goed kan vervullen. Het nut van pensioenfondsen en dan vooral het voordeel van de collectieve aanpak kan wat hem betreft niet vaak genoeg worden uitgelegd. “En zelfs al moet er gekort worden, dan nog is de opbrengst vele malen hoger dan wanneer mensen het geld zelf hadden beheerd” is zijn stellige overtuiging. Reinier maakt de voordelen van een collectief pensioen duidelijk aan zoveel mogelijk mensen. Hij legt uit dat beleggen en investeren noodzakelijk zijn om voldoende geld te genereren, en maakt duidelijk dat je dat anders
16
helemaal alleen moet doen. “Het is een goed verhaal en dat moeten we gewoon blijven vertellen.”
De theorie in de praktijk
“De Masterclass zit duidelijk en degelijk in elkaar”, vindt Reinier. “Je leert ook goed onder woorden brengen wat je wilt zeggen en hoe je moet omgaan met tegengas of scherpe kritiek. Daar heb je altijd iets aan. Verder krijg je, als je eenmaal in zo’n bestuur of ondernemings raad zit, voldoende tijd om te wennen en te groeien. Mensen verwachten echt niet dat je direct alles kan en plaatsen je niet in situaties die je nog niet aankunt, zoals een lastig interview met camera’s erbij.
belang van solidariteit - ook tussen de generaties - blijven inzien’
“Ik hoop dat ik daar kan helpen een aantal tekortkomingen vanuit het verleden recht te trekken en het belang van jongeren op de kaart te zetten”, zegt hij. “Het is belangrijk dat mensen het belang van solidariteit - ook tussen de generaties - blijven inzien. De mening van jongeren is nog erg onderbelicht, terwijl die toch heel belangrijk is voor het toekomstige stelsel. Mede door de Masterc lass kunnen we deze discussie nu voeren op feiten en zo meer bereiken. Er heerst onder jongeren té veel het gevoel dat ze niet door de bonden vertegenwoordigd worden. Ze denken: ‘Er is straks toch niets over voor mij, dus waarom zou ik meedoen?’ Dat is een vicieuze cirkel waar we uit moeten.”
“Wat de grootste indruk heeft gemaakt? Het besef hoe groot en boeiend de pensioenwereld is. Er zijn zo ongelooflijk veel partijen bij betrokken en de impact op de samenleving is zo enorm! Ik had geen idee dat het vak zo veelzijdig was! En je krijgt een kijkje in de zakenw ereld van binnenuit. De aftrap van de cursus bijvoorbeeld, was bij ABP in Amsterdam, die tijdelijk in een zeer luxe (leegstaand) pand op de Zuidas zaten. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Maar het meeste heb ik toch wel aan het feit dat ik nu echt weet hoe de vork in de steel zit. In discussies over pensioenen, zowel zakelijk als privé, sta ik veel steviger in mijn schoenen.”
Linked to ‘Master Thijs’
Vooral via LinkedIn en Facebook beantwoordt Thijs veel vragen van jongeren: “Er is een grote onwetendheid. Velen denken dat ze meer overhouden als ze het geld op een spaarrekening zetten of zelf gaan beleggen. Ik leg ze dan uit hoe het echt zit en hoop op veel meelezers. Verder moeten we in het pensioenstelsel een goede langetermijnv isie ontwikkelen en die eenduidig vastleggen. En mensen blijven informeren. Zo komt straks weer het Europese stelsel om de hoek kijken met veel veranderingen: Er blijft genoeg om over te praten!”
Ook Thijs vond de Masterclass goed en overzichtelijk. “Je leert er heel veel feiten en die heb je ook nodig. Verder leer je verschillende visies naast elkaar leggen en zie je hoe iedereen zijn eigen belangen heeft. Dat maakt je sterker als je over een onderwerp in discussie gaat. Mijn eerste vraag was: Mag ik ook niet meedoen aan het pensioen? Het fonds stond er slecht voor en ik had er weinig vertrouwen in. Ik snap nu dat dit stelsel veruit de beste basis vormt. Maar ik vind ook dat ik moet helpen om het stelsel te verbeteren. Dan kunnen we allemaal blijven profiteren van de voordelen, ook de jongeren van nu.”
....
17
toezicht
DNB houdt toezicht op gedrag en cultuur van pensioenfondsbesturen
DNB houdt pensioenfondsbestuurders spiegel voor
‘Het exacte en analytische van
natuurkunde vind ik leuk, maar in de loop der tijd heb ik me ook economisch gevormd
’
STRATEGISCH
In de wandelgangen - Imke Hollander
Mensen maken het verschil. In de rubriek ‘In de wandelgangen’ stellen we de medewerkers van Blue Sky Group graag aan u voor. Imke Hollander (41) is Hoofd Investment Strategy Research. Met een zowel exacte als economische achtergrond is deze functie haar op het lijf geschreven. Wat doet het Hoofd Investment Strategy Research precies?
‘Ik geef leiding aan de afdeling Strategie. Wij beheren de beleggingsportefeuille voor de lange termijn, dus drie tot vijf jaar en nog langer vooruit. Dat betekent dat we een goed, strategisch plan voor de toekomst ontwerpen. Daarbij proberen we voor bereid zijn op alles, zodat de beleggingsportefeuille ook tegen een stootje kan als het wat minder gaat. Jaarlijks maken we een beleggingsplan en stemmen we de portefeuille af op de verplichtingen van een pensioenfonds. Een fonds streeft er immers naar waardevast te blijven en in staat te zijn aan de afgesproken verplichtingen te voldoen.’
18
Zijn het nu extra spannende tijden voor jullie?
‘In ons werk is het altijd belangrijk dat we de financiële markten en de politiek scherp in de gaten houden. Maar nu met de onzekere economie en veranderende pensioenafspraken kan het zeker spannend zijn. Gelukkig laten wij ons niet leiden door de waan van de dag, maar plannen we op de lange termijn. Wat betreft pensioenen denk ik dat rust juist erg prettig is! Aan de andere kant heeft alle commotie rond pensioenen ook een pluspunt: er is nu veel meer aandacht voor het pensioen. De discussie is goed aangezwengeld.’
Je bent recentelijk begonnen, hoe bevalt je nieuwe baan?
‘Heel goed. Maar, ik werkte hiervoor al vier jaar in hetzelfde team als strateeg, dus helemaal nieuw is het niet voor mij. In die periode deed ik onder meer onderzoek naar defensieve aandelenstrategieën. Het nadenken over en uitleggen van strategieën is altijd een leuke uitdaging.’
Wat ben je van plan de komende tijd?
‘In mijn nieuwe functie ga ik het beleggingsplan aanpakken, dat is nu té omvangrijk. Ik wil de essentie eruit halen en het plan beter leesbaar maken. Ook prettig voor de bestuurders die ermee moeten werken! Daarnaast wil ik meer aandacht besteden aan het reviewen van alle informatie en documenten die wij opleveren en vooral het vastleggen daarvan. Dus nog meer aandacht voor waar de informatie vandaan komt en waarom we welke stappen moeten nemen.’
Hoe ben je bij Blue Sky Group terecht gekomen?
Naast prudentieel toezicht gaat De Nederlandsche Bank (DNB) strenger toezien op gedrag en cultuur binnen pensioenfondsbesturen. Ingeborg Rademakers en Melanie Rouppe van der Voort, beiden werkzaam voor het DNB expertisecentrum Cultuur, Organisatie en Integriteit, vertellen in Blauw over deze vorm van toezicht.
studie Bedrijfseconomie gaan volgen. Uiteindelijk was de klik met pensioenfondsen snel gemaakt. Het exacte en analytische van natuurkunde vind ik leuk, maar in de loop der tijd heb ik me ook economisch gevormd. Bij Blue Sky Group kan ik dit goed combineren en ben ik helemaal op m’n plek.’
Gedrag en cultuur zijn begrippen die nogal moeilijk te vangen zijn. Wat is het idee achter deze vorm van toezicht?
Kende je Blue Sky Group al?
‘De focus van DNB lag in het verleden voornamelijk bij ‘hard’ toezicht op de cijfers’, zegt Rademakers. ‘Er was vanuit DNB al wel aandacht voor gedrag en cultuur, maar niet op de manier waarop we dat nu willen incorporeren in ons toezicht. De bedoeling van het DNB expertisecentrum “Cultuur, Organisatie en Integriteit” is om het onderwerp gedrag en cultuur echt op de agenda van financiële instellingen te zetten.’ ‘Uit onze onderzoeken komt naar voren dat bepaalde gedragspatronen het functioneren van pensioenfondsbestuurders kunnen belemmeren’, vult Rouppe aan. ‘Dat kan zelfs van invloed zijn op de financiële prestaties van een pensioenfonds. Op het moment dat wij dit soort gedragspatronen in een vroeg stadium herkennen, kunnen wij dit aankaarten bij het pensioenfondsbestuur dat daar vervolgens actie op moet ondernemen.’
‘Mijn vader was captain bij KLM, dus de link was er zeker. Hij vraagt regelmatig hoe het ervoor staat met “zijn” fonds. Dat is altijd leuk, want ook het Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM doet het heel goed!’
....
‘Dat is wel wonderlijk verlopen. Oorspronkelijk ben ik gepromoveerd in de experimentele natuurkunde. Na mijn studie en een korte periode als researcher bij Philips ben ik min of meer bij toeval in de telecom terecht gekomen waar ik een tijd als sales engineer heb gewerkt. Maar na verloop van tijd miste ik toch iets. Ik ben om me heen gaan kijken en onder andere een hbo-
Hoe geeft DNB concreet invulling aan deze vorm van toezicht?
‘Dat doen we onder andere door te observeren op locatie en bestuursvergaderingen bij te wonen’, vervolgt Rademakers. ‘Zo hebben we in 2012 een themaonderzoek uitgevoerd naar bestuurlijke effectiviteit bij zes pensioenfondsen. Daarbij hebben wij gekeken naar drie belangrijke pijlers: besluitvorming, leiderschap en communicatie. Tijdens vergaderingen bekijken we hoe besluiten tot stand komt. Wie zegt wat? Naar wie wordt geluisterd? Komt iedereen aan het woord? Op die manier wordt al snel duidelijk hoe de verhoudingen binnen een bestuur liggen. Wat betreft leiderschap onderscheiden we twee vormen: formeel en informeel leiderschap. Bij formeel leiderschap kijken we naar de rol van de voorzitter. Behoudt hij het overzicht? Betrekt hij iedereen bij de vergadering? Maar er bestaat ook informeel leiderschap. Dat zijn bestuursleden die de gemeenschappelijke doelen en belangen van het pensioenfonds voortdurend in de gaten houden. Zij hebben oog voor de
Melanie Rouppe van der Voort (l) en Ingeborg Rademakers (r)
groepsdynamiek, durven anderen op hun bijdrage aan te spreken en zijn sterk in het signaleren van onderhuidse emoties. Bij communicatie gaat het over de manier waarop de boodschap wordt overgebracht en hoe de mensen binnen een organisatie met elkaar omgaan. Woordkeuze, timing en emotie zijn belangrijke signalen waar wij op letten.’
Welke middelen heeft DNB nog meer tot zijn beschikking om toezicht te houden?
Rouppe: ‘Naast observaties, maken we gebruik van deskresearch, self-assessments en interviews met pensioenfondsbestuurders. We bestuderen papierwerk, zoals notulen van een bestuursvergadering. Daaruit kunnen we vaststellen hoe een besluit tot stand komt. Wat lees je tussen de regels door? Welke vragen zijn er gesteld tijdens de vergadering?
19
toezicht
‘Het gaat er niet om dat er dingen Of welke vragen zijn juist niet gesteld? Verder verzorgen we self-assessments waarbij bestuurders een vragenlijst moeten invullen. Wat vind je goed gaan? Wat gaat minder goed? Wat heb je geleerd? Wat kun je verbeteren? Wat is jouw rol geweest? En meer van dat soort vragen waarmee we bestuurders laten reflecteren op hun eigen functioneren. Verder doen we ook één-op-één interviews doen met bestuursleden. Ook in die gesprekken vragen we bestuurders om kritisch naar hun rol te kijken. Zo komen we er bijvoorbeeld achter dat op de achtergrond hiërarchische verhoudingen een rol spelen. Normaliter wordt zoiets
Elk pensioenfonds in Nederland heeft zijn eigen toezichthouder van DNB. Werken jullie ook samen met deze toezichthouders?
‘We werken inderdaad samen met de toezichthouder’, vervolgt Rouppe. ‘Zij voorzien ons van waardevolle informatie en schetsen de context waarbinnen het bestuur moet opereren. Dat is voor ons heel waardevol, omdat gedrag en cultuur altijd contextgebonden zijn. Daarbij wil ik wel aantekenen dat wij alleen toezien op de processen rondom gedrag en cultuur. Het is nadrukkelijk niet onze taak om een mening te vormen over de inhoudelijke zaken die tijdens bestuursvergaderingen
fout gaan, maar vooral of een bestuur open staat voor onze bevindingen
name de fondsen die moeten verbeteren, houden we scherp in de gaten.’
’
Rademakers (l) en Rouppe van der Voort (r) van het DNB expertisecentrum ‘Cultuur, Organisatie en Integriteit’
‘Het gaat dan niet zozeer om dat er dingen fout gaan, maar vooral of een bestuur open staat voor onze bevindingen’, zegt Rouppe. ‘Het gaat ook vaak om kleine dingen, zoals een voorzitter die elk vragenrondje rechts begint. Met als gevolg dat de bestuurders aan de linkerzijde altijd als laatste aan het woord komen. Onbewust kan dat veel impact hebben. Voor de dynamiek van de vergadering kan het enorm verfrissend werken als bestuurders in willekeurige volgorde aan het woord komen.’
‘Het is niet de bedoeling dat wij een mening hebben over inhoudelijke zaken, wij letten op alleen op de processen rond gedrag en cultuur
’
niet ter sprake gebracht in een bestuursvergadering, omdat de heersende opvatting is dat een besluit altijd op rationele gronden moet gebeuren. Terwijl juist irrationele elementen veel extra informatie kunnen bevatten die óók belangrijk zijn.’ ‘Al onze informatiebronnen worden zorgvuldig geanalyseerd door psychologen en organisatiesociologen van het expertisecentrum’, vult Rademakers aan. ‘Door bronnen naast elkaar te leggen ontdekken we patronen waardoor een objectief beeld ontstaat van de processen binnen een pensioenfondsbestuur. Als wij bijvoorbeeld tijdens een bestuursvergadering constateren dat de voorzitter voortdurend aan het woord is en andere bestuurders weinig ruimte gunt, dan is dat slechts één waarneming die niets hoeft te betekenen. Maar als we dit gedrag voortdurend tegenkomen in andere bronnen, dan is het een legitieme vraag of het dominante gedrag van de voorzitter de andere bestuursleden niet in de weg zit.’
20
‘We schuiven letterlijk aan bij bestuurs vergaderingen’
ter tafel komen. De toezichthouder voorziet ons alleen van informatie en neemt niet deel aan onderzoeken of observaties.’
Hoe zorgt DNB ervoor dat het toezicht op gedrag en cultuur niet vrijblijvend is?
Rademakers: ‘Gedrag verander je niet door even op een knop te drukken. Traditionele dwangmiddelen werken hier niet en dat is ook niet wat we willen. Het gaat om bewustwording. Voor ons zijn de momenten van terugkoppeling ontzettend belangrijk. Dát is het moment waarop wij met het een pensioenbestuur om tafel gaan zitten om hen een spiegel voor te houden. We hebben nu in totaal twaalf pensioenfondsen tegen het licht gehouden waarbij ook terugkoppeling heeft plaatsgevonden. De meeste pakken het goed op. Maar er zijn ook fondsen waar bestuurlijke effectiviteit een punt van aandacht is. We zijn ons ervan bewust dat het veranderen van gedrag tijd kost, maar we houden wel de vinger aan de pols. Met
Stuiten jullie op veel scepsis?
Rademakers: ‘Het is natuurlijk een onderwerp wat voor veel mensen moeilijk te plaatsen is. Daarom proberen we het te duiden in elementen als besluitvorming, leiderschap en communicatie. Maar dat is natuurlijk het topje van de ijsberg, want je kunt ook kijken naar groepsdynamiek, overtuigingen en opvattingen van individuele bestuurders. Er zijn boekenkasten vol geschreven over dit onderwerp. Pas het niet allemaal tegelijk toe, maar begin ergens. Dat kan een bestuurder heel makkelijk doen door zichzelf af te vragen wat hem energie kost tijdens een vergadering. Door het te benoemen en aan te kaarten bij de andere bestuursleden kan hij erachter komen of anderen er ook zo over denken. Door het bespreekbaar te maken wordt de verandering in gang gezet.’
....
21
europa
Peter Damgaard Jensen, algemeen directeur van PKA, een van de grootste Deense pensioenfondsen
Deense Daadkracht Weinig beloven, veel doen
moeilijk kunnen waarmaken. In de media rijst wel steeds vaker de vraag of individuele bestuurders voldoende zijn onderlegd op specialistische terreinen. Ik denk dat de gezamenlijke kennis en ervaring in de besturen prima in orde is. Onze resultaten en onze verantwoordelijke manier van handelen steken bijzonder positief af tegen het decor van de totale financiële sector. De Denen hebben wel grote zorgen over belastingmaatregelen die de overheid moet nemen, om het staatspensioen betaalbaar te houden. Zo is er sinds 2011 een tijdelijke belasting van 6% op pensioenuitkeringen boven de 48.660 euro. Tussen 2015 en 2020 wordt die weer afgebouwd naar nul.
Het Deense pensioenstelsel is het beste ter wereld, volgens de Melbourne Mercer Global Index. Het systeem werkt goed, biedt het hoogste pensioeninkomen en is het beste voorbereid op de toekomst. Hoe doen de Denen dat? Zij hebben toch ook vergrijzing en een economische crisis? We vragen het Peter Damgaard Jensen, algemeen directeur van PKA, een van de grootste Deense pensioenfondsen. Welke beslissingen hebben dit pensioensysteem zo gezond en duurzaam gemaakt? “Er zijn veel overeenkomsten tussen ‘Danisch and Dutch’. Ook onze eerste pijler kent een rechtstreeks door belasting gefinancierd staatspensioen voor iedereen. De tweede pijler is gebaseerd op collectieve afspraken gemaakt door de staat, de werkgevers en de sociale partners. Omdat de pensioenfondsen per beroepsgroep zijn georganiseerd, moeten werk gevers meestal zaken doen met meerdere pensioenfondsen. De derde pijler is net als in Nederland vrijwillig en individueel georganiseerd.
Een belangrijk verschil ten opzichte van Nederland is, dat er in de tweede pijler vanaf het begin gewerkt is met een collectief DC systeem. Het probleem van de vergrijzing speelt daardoor voornamelijk in de eerste pijler.
Wie heeft die vooruitziende blik gehad?
Er is destijds gezamenlijk besloten om voor DC te kiezen. Dat blijkt nu goed uit te pakken. Daar komt ook een deel geluk bij kijken. De Denen betalen 12 tot 18% van hun salaris aan premie voor een collectief beroepspensioen.
22
Mercer adviseert: probeer oudere werknemers langer aan het werk houden. In Nederland lijkt dit een lastige opgave. Hebben jullie daar al plannen voor?
In Denemarken zijn de staat, de werkgevers en de vakbonden samen verantwoordelijk voor het totale pensioen. De vakbonden zijn sterk vertegenwoordigd en medeverantwoordelijk voor het oplossen van algemene economische problemen. Dat zorgt voor daadkracht. In de crisis van de tachtiger jaren, hebben deze partijen voor de private sector een verplicht pensioensysteem ontwikkeld. Een DC regeling, gebaseerd op het toen al ruim 30 jaar oude stelsel voor de voornamelijk publieke sociale en medische sector. PKA maakte daarvan toen al deel uit.
Werknemers zijn al redelijk gewend aan het idee om langer door te werken, maar werkgevers moeten nog wel meer aandacht besteden aan dit probleem. De hoge werkloosheid is hiervoor natuurlijk niet stimulerend. Het vervroegd pensioen krimpt wel zichtbaar. De reële pensioenleeftijd lag op 62 á 63 jaar en is nu 63,5. Bij PKA kun je sinds kort ook gedeeltelijk met pensioen gaan, of je pensioenuitkering ‘on hold’ zetten als je weer (tijdelijk) aan het werk gaat. Het ontslagrecht is in Denemarken erg soepel. Daardoor kunnen werkgevers gemakkelijk ouderen in dienst nemen. Hun flexibiliteit in werktijden maakt hen een aantrekkelijke optie, ook voor tijdelijke banen.
In Nederland is de rekenrente voor pensioenfondsen aangepast, zodat er minder gekort hoeft te worden op huidige pensioenuitkeringen. Wat vindt u daarvan?
Waarop moeten pensioenfondsen zich focussen de komende 5 jaar?
Het is heel belangrijk dat je in zo’n geval aan jongeren kunt uitleggen, hoe je gaat zorgen dat zij niet zullen gaan opdraaien voor de eventuele gaten die daardoor ontstaan in de begroting van hun pensioenfonds. Hun vertrouwen in het systeem is essentieel.
In de komende jaren moeten wij – en ik denk ook Nederland - ervoor zorgen dat onze economieën en de werkgelegenheid weer gaan groeien. Dan kunnen we de problemen met de vergrijzing ook beter opvangen. Deense pensioenfondsen onderzoeken nu welke rol zij hierin kunnen spelen, met directe investeringen of door deelname aan publiekprivate samenwerkingen. Dat vind ik persoonlijk zeer nuttige en spannende ontwikkelingen.
Hebben de Denen vertrouwen in hun pensioenfondsen?
Wat vindt de deelnemer? Kjeld Lynggaard werkt bij de Saxo Bank in Denemarken en regelt zijn pensioen zelf, inclusief de beleggingsbeslissingen. “Maar ik ben wel een uitzondering”, realiseert hij zich. “Want 99% van de Denen betaalt gewoon zijn afdracht en spaart voor een eindbedrag op zijn 67e (of 65e). Op de website van de meeste pensioenfondsen staat een matrix, waaruit je kunt aflezen hoeveel geld je kunt verwachten. De fondsen hebben het relatief goed gedaan en mensen zijn er volgens mij wel tevreden over. Veel mensen zouden veel meer via hun fonds willen sparen, want van het ATP (staatspensioen, red.) kun je niet normaal leven. Maar de overheid heeft de mogelijkheden sterk teruggeschroefd. Of we solidariteit van ouderen vragen voor jongeren? Nee, dat is geen optie. Mensen hebben dit bedrag zelf met hard werken bij elkaar gespaard. Het hoeft eigenlijk ook niet, want ze kunnen goed aan hun verplichtingen voldoen. Leuk dat we nu ook het beste pensioen hebben. Ons hypotheeksysteem is ook al het beste ter wereld. Dat is heel flexibel en wordt nu over de hele wereld gekopieerd.
....
Het vertrouwen in de pensioenfondsen is goed. Door ons DC systeem hebben wij nooit verwachtingen gewekt, die we nu
23