Sociaal jaarverslag S.K.O. het Groene Lint. schooljaar

Sociaal jaarverslag S.K.O. het Groene Lint schooljaar 2000-2001

januari 2002

Inhoudsopgave

1. Voorwoord

2. Bestuurlijke kenmerken

3. Onderwijzend personeel

4. Onderwijsondersteunend personeel

5. Arbeidsomstandigheden – bedrijfsgezondheidsdienst

6. Personeelsbeleid

7. Scholing personeel

8. Fondsen m.b.t. personele inzet

HGL/PZ/AD/0102-1/D Sociaal jaarverslag 2000-2001

pag. 1

1. Voorwoord

In de Raamovereenkomst 1998-2000 art.14 lid 3 (CAO-PO art. C1 lid 2) staat vermeld dat de werkgever het gevoerde beleid evalueert en de resultaten neerlegt in een sociaal jaarverslag. Het directieberaad heeft in september 2000 van het algemeen bestuur van S.K.O. Het Groene Lint de opdracht gekregen om een eerste sociaal jaarverslag te produceren. Dit verslag zal zich beperken tot het visualiseren van zaken rondom personeelsbeleid, ziekteverzuim, arbeidsomstandigheden en scholing. Daar het een eerste sociaal jaarverslag is, is er geen vergelijkingsmateriaal over voorgaande schooljaren voor handen. Gevolgen van gevoerd beleid zijn dientengevolge niet zichtbaar te maken. Dit verslag moet gezien worden als een eerste aanzet tot sociale jaarverslagen in de toekomst. Opmerkingen ter verbetering c.q. vervolmaking van dit verslag zijn van harte welkom. Het verslag gaat over schooljaar 2000-2001. Enkele onderwerpen hebben tijdens dit schooljaar een eerste aanzet gekregen en zijn vervolgens aan het begin van het nieuwe schooljaar geëffectueerd. Ook dit wordt in dit verslag vermeld. Kengetallen hebben altijd betrekking op einde schooljaar 2000-2001. Dit verslag is door het algemeen bestuur vastgesteld in haar vergadering van 18 februari 2002.

namens het bevoegd gezag, André Damen (dir. pz. van het Groene Lint)


pag. 2

2. Bestuurlijke kenmerken

De S.K.O. "Het Groene Lint" werkt volgens het schoolcommissiemodel. Dit model maakt het mogelijk om bij aanvang van de fusie (1-8-1998) vanuit de verschillende bestaande organisaties zo eenvoudig mogelijk de nieuwe organisatie op te richten. Het schoolcommissiemodel heeft echter wel een aantal potentiële nadelen op het gebied van communicatie en slagvaardigheid. Om dit te voorkomen is al heel snel na de fusie in overleg met alle geledingen een communicatiematrix opgesteld. Informatieverspreiding verloopt volgens deze matrix. De spilfunctie binnen de organisatie en met name op het gebied van de communicatie wordt gevormd door het secretariaat. In de eerste jaren van de fusie is duidelijk geworden dat de hoeveelheid werkzaamheden voor de secretaris te omvangrijk was. In de vergadering van het algemeen bestuur van ‘Het Groene Lint’ op 13 december 2000 werd besloten het ambtelijk secretariaat los te koppelen van het bestuurlijk secretariaat. Het directieberaad werd opgedragen te onderzoeken op welke manier invulling gegeven zou kunnen worden aan de beide secretariaatsvormen en in hoeverre het directieberaad een rol zou kunnen spelen in het vervullen van het ambtelijk secretariaat. Op basis van een door het directieberaad opgestelde notitie besloot het algemeen bestuur tot het aangaan van een postabonnement bij het R.O.B. ingaande op 1 september 2001, vooralsnog voor de duur van één jaar, waarna op grond van een evaluatie besloten zal worden het abonnement al dan niet te verlengen. Niet veel later kwamen de leden van het bestuur, op grond van de ervaringen opgedaan in de eerste drie bestaansjaren van “Het Groene Lint”, tot de conclusie dat, wanneer het bestuurswerk op een voortvarende en adequate wijze verricht zou moeten worden, dit van hen, ‘vrijetijds-bestuurders’, een onevenredig grote inzet en tijdsinvestering zou vragen. Nadrukkelijk werd de wens geuit wat meer ‘op afstand’ te kunnen opereren en m.n. de voorbereiding en de uitvoering van het bestuursbeleid over te laten aan personen die professioneel bij onderwijs en organisatie betrokken zijn. Het directieberaad heeft vervolgens een werkbare interim-oplossing voor de duur van maximaal één jaar voorgesteld: De leden van het directieberaad wijzen uit hun midden portefeuillehouders aan voor de beleidsgebieden: - Algemeen Bestuurlijke Zaken; - Financiën, Beheer en Huisvesting; - Personele Zaken. De portefeuillehouders zijn belast met de uitvoering van het ambtelijk secretariaat van het bestuur en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het directieberaad voorbereide en door het bestuur vastgestelde beleid. Aan de portefeuillehouders, c.q. de scholen waaraan zij werkzaam zijn, worden ten behoeve van het uitoefenen van hun specifieke, bovenschoolse taken faciliteiten toegekend. Dit voorstel is uitgewerkt in een


pag. 3

notitie “Ambtelijk secretariaat, Bestuurs- en Managementstructuur” die door het bestuur in september 2001 is aangenomen. Facilitering van het secretariaat in bovengenoemde omvang werd mogelijk door het aangaan van een bestuurlijke samenwerking met het bestuur van b.s. de Spindel te Bavel. Door aangaan van deze samenwerking werd het mogelijk gebruik te maken van de “Stimuleringsbijdrage bestuurlijke samenwerking”. Deze samenwerking werd in maart 2001 bekrachtigd. Het is essentieel dat na 3 jaar vanaf het moment waarop de fusie in werking is getreden, een evaluatie van de organisatie plaatsvindt tussen bestuur, directies, MR-en en schoolcommissies. Een eventuele aanpassing van de organisatie kan het resultaat van de evaluatie zijn. Kort voor de zomervakantie, juni 2001, heeft het algemeen bestuur de schoolcommissies gevraagd om een begin te maken met deze evaluatie. Lid van het algemeen bestuur bij aanvang van het schooljaar 2000-2001 waren: Drs. H.J. Klok Dhr. A.G. Jansen Drs. J. v. Iperen Drs. C. Govers Dhr. G. Laurijssen Dhr. B.Vloemans Mevr .Th. Sprangers Dhr. P. v.d. Heijning

voorzitter secretaris penningmeester / namens b.s. de Vonder namens Willibrordusschool namens b.s. de Driesprong / huisvestingszaken namens de Mattheusschool namens de Bernardusschool namens de Akkerwinde / personele zaken / vice-voorzitter namens de kerk / identiteitszorg

Drs. M. Prasing

Organogram S.K.O. Het Groene Lint

Algemeen bestuur G.M.R.

Directieberaad

Dagelijks bestuur

Schoolcommissie b.s. de Akkerwinde M.R.

Directie b.s. de Akkerwinde Ond.personeel

O.O.P.

Schoolcommissie b.s. de Driesprong M.R.

M.R.

Directie Bernardusschool Ond.personeel

O.O.P.

Schoolcommissie Matttheusschool M.R.

Directie b.s. de Driesprong Ond.personeel

O.O.P.


Schoolcommissie b.s. de Vonder M.R.

Directie Mattheusschool Ond.personeel

O.O.P.

pag. 4

Schoolcommissie Willibrordusschool M.R.

Directie b.s. de Vonder Ond.personeel

O.O.P.

Directie Willibrordusschool Ond.personeel

O.O.P.

3. Onderwijzend personeel Het overgrote deel van het onderwijzend personeel wordt bekostigd op declaratiebasis bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Een overzicht van de formatief beschikbare fre’s vindt u in het bestuursformatieplan van schooljaar 20002001. Alle scholen zijn ook aangesloten bij een samenwerkingsverband WSNS. Vanuit deze samenwerkingsverbanden vloeien zogenaamde zorg-fre’s terug naar de basisscholen. Indien op scholen leerlingen ingeschreven zijn die recht hebben op ambulante begeleiding van een school voor speciaal school basisonderwijs, dan krijgt men hier een personele vergoeding in fre’s voor vanuit het ministerie, de zogenaamde aanvullende formatie. Met aanvullende formatie moet zeer zorgvuldig worden omgegaan daar deze leerling gebonden is. Dit houdt in dat op het moment waarop deze leerling de school verlaat, onmiddellijk de vergoeding in fre’s wordt beëindigd. Twee scholen, de Akkerwinde en de Bernardusschool, krijgen via de gemeente Baarle-Nassau financiële middelen binnen om vakleerkrachten te bekostigen. Onder het Groene Lint is er ook een school die middelen krijgt vanuit de Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsgelden (GOA). Om de voortgang in het onderwijs te waarborgen is het bestuur verplicht aangesloten bij het Vervangingsfonds. Dit fonds vergoedt alle vervangingen van regulier personeel vanaf de eerste dag dat men afwezig is. Voor personeel dat uit eigen middelen bekostigd wordt is het bevoegd gezag aangesloten bij het Risicofonds. Dit fonds vergoedt echter alleen bij ziekte en pas na 5 werkdagen als betreffend personeelslid tenminste 3 maanden in dienst is. Personeelsomvang: S.K.O. het Groene Lint telde in schooljaar 2000-2001 in totaal 103 personeelsleden uit de categorie onderwijzend personeel (incl. directies). onderwijzend personeel 27

30

23

25 17

20 15 10

Bernardusschool Akkerwinde

16

Driesprong

11

9

de Vonder Mattheusschool

5 0

Willibrordusschool

aantal onderwijzend personeel

De gemiddelde leeftijd van ons onderwijzend personeel is 45 jaar. Dat van de mannelijke personeelsleden 49, van de vrouwelijke 43 jaar. In het personeelsbeleid zal derhalve rekening moeten worden gehouden met deze relatief hoge gemiddelde leeftijd.


pag. 5

De onderstaande grafische weergave geeft het aantal fre’s weer verdeeld in leeftijdsgroepen. Een leerkrachtenbaan “kost” 179 fre’s. onderwijzend personeel naar leeftijd in fre's

2000 Bernardusschool Akkerwinde Driesprong de Vonder Mattheusschool Willibrordusschool

1500 1000 500 0

25

26-35

36-45

46-55

56-65

Als we het in enig beleidsstuk hebben over natuurlijke afvloeiing vanwege pensionering of FPU dan is het belangrijk te weten dat Het Groene Lint in de leeftijd van 57 t/m 65 jaar personeel in dienst heeft voor in totaal 904 fre’s. Onderstaande grafiek geeft precies weer welke leeftijden dit betreft. seniorpersoneel in fre's 500 400

fre

300 200 100 0

57

58

59

60

61

62

63

64

leeftijden

Vanaf de 52 jarige leeftijd mogen leerkrachten gebruik maken van de BAPO-regeling. Een fulltimer heeft recht op 170 (bruto)uren per schooljaar. Dit Baporecht wordt op 56 jarige leeftijd verhoogd naar 340 uur per schooljaar. Van ons bestand van 103 personeelsleden hebben 29 personeelsleden recht op Bapo. Hiervan maken 12 personeelsleden gebruik. Niet iedereen neemt de Bapo-rechten volledig op. Diverse personeelsleden maken slechts gedeeltelijk gebruik van dit recht. Vaak komt dit voor zowel de organisatie als het betrokken personeelslid goed uit om gedeeltelijk van dit recht gebruik te maken. Er wordt dan bijvoorbeeld in hele dagen gewerkt of het op te nemen recht wordt zo berekend dat precies één dag in de week vrij genomen kan worden. Eventueel in combinatie met ADV.


pag. 6

In totaal hebben genoemde personeelsleden recht op 5387 uren Bapo. Zij nemen samen slechts 2653 uren op. Een opname van 49% van het totale recht. Voorheen mochten personeelsleden die gebruik maakten van de Baporegeling geen betaald invalwerk verrichten. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt heeft het ministerie besloten dit onder bepaalde voorwaarden toch toe te staan. gebruik maken van Baporegeling

1200 1000 800 uren 600 400 200 0

Baporecht Bapogebruik 62

60

58

57

56

55

54

53

52

leeftijden

Ziekteverzuim: Het landelijk ziekteverzuimpercentage ligt 0,6% hoger dan het vorige schooljaar. Het gemiddelde ziekteverzuimpercentage voor schooljaar 2000-2001 ligt landelijk op 8,9 %. Vijf van de zes scholen van het Groene Lint blijven ruim onder dit percentage. Vanwege omstandigheden is het ziekteverzuim op de zesde school behoorlijk aan de hoge kant. De problemen op deze school zijn inmiddels opgelost, zodat we kunnen verwachten dat ook hier het ziekteverzuim zal dalen.

ziekteverzuim percentages schooljaar 2000-2001

20

18,9

15 8,9

10 5 0

5,71 3,22

1,87

0,84 1,58

scholen

Bernardusschool Akkerwinde Driesprong de Vonder Mattheusschool Willibrordusschool Landelijk gemiddelde

Het gemiddeld percentage ziekteverzuim bij Het Groene Lint ligt op 4,2%.


pag. 7

Nauw verband houdend met het ziekteverzuim zijn de declaraties die we bij het Vervangingsfonds doen m.b.t. vervangen van zieke leerkrachten. Via het Vervangingsfonds worden alle vervangingen gedeclareerd: imperatief verlof, facultatief verlof, vakbondsverlof en zwangerschaps-/bevallingsverlof. Als we praten over premiedifferentiatie en de gevolgen hiervan (premie-opslagen) dan wordt alleen het pure vervangen wegens ziekteverlof meegenomen. Het totale afgedragen bedrag aan premie was f 393.036. Het totale declaratiebedrag bedroeg f 235.387. Dit is 59,8% van het premiebedrag. Dit houdt in dat S.K.O. het Groene Lint geen extra premie-opslag krijgt te betalen over schooljaar 2000-2001. Alle scholen m.u.v. de Bernardusschool (trede 5) kwamen terecht in trede 0. (voor toelichting zie beleidsstuk “Verzilveringsbeleid 2000-2001”)

gem. declaratie/premie Vervangingsfonds

300 250

Bernardusschool

200

Akkerwinde Driesprong

% 150

100

de Vonder Mattheusschool

50

Willibrordusschool

0 scholen


pag. 8

Deeltijdarbeid Onder het Groene Lint is geen beleid geformuleerd m.b.t. deeltijdarbeid. Ongeveer de helft van het onderwijzend personeel werkt in deeltijd. De verhouding deeltijd – voltijd op de diverse scholen is nogal verschillend.

verhouding deeltijd - voltijd per school

Akkerwinde (d)

20

Akkerwinde (v)

15

Bernardus (v)

Bernardus (d) Driesprong (d)

aantal 10

Driesprong (v) Mattheusschool (d)

5

Mattheusschool (v) de Vonder (d)

0

de Vonder (v) Willibrordusschool (d)

scholen

Willibrordusschool (v)

Verloop van personeel In de loop van schooljaar 2000-2001 is er de volgende verloop in personeel geweest: • 1 leerkracht heeft ontslag op eigen verzoek genomen (wegens ongeschiktheid); • 1 vakleerkracht heeft ontslag op eigen verzoek genomen en heeft elders in het onderwijs een zelfde baan met betere vooruitzichten geaccepteerd; • 1 adjunct-directeur heeft als zodanig ontslag genomen en is op dezelfde school benoemd als leerkracht; • 1 directeur heeft op eigen verzoek ontslag genomen en is op een andere school onder ons bestuur als leerkracht benoemd; • 1 leerkracht heeft met succes intern gesolliciteerd op een vacature als directeur; • diverse parttimers hebben op eigen verzoek uitbreiding van hun betrekkingsomvang op hun huidige school gekregen; • diverse leerkrachten van 52 jaar en ouder zijn gebruik gaan maken van de Baporegeling of hebben hun Bapo-tijd uitgebreid; • halverwege het schooljaar is 1 LIO-leerkracht benoemd met uitzicht op een vaste baan in het nieuwe schooljaar.


pag. 9

Mobiliteit binnen S.K.O. het Groene Lint De jaarlijkse inventarisatieronde m.b.t. mobiliteitswensen leverde 3 verzoeken van onderwijzend personeel op. Van de 3 verzoeken heeft het bevoegd gezag er 2 kunnen honoreren. Naast deze mobiliteit is 1 personeelslid wegens situatieve arbeidsongeschiktheid met wederzijds goedkeuren geplaatst op een andere school onder het bestuur. Tevens hebben 2 personeelsleden op verzoek van het bestuur zich vrijwillig aangemeld om een probleemsituatie op te lossen en zijn binnen het bestuur van school veranderd. Taakbelasting / taakbeleid De resultaten van de bovenschoolse werkgroep T”aakbeleid” (1999-2000) zijn in een beleidsstuk “Taakbeleid” weergegeven. Aan dit stuk is het onderdeel “werktijdenregistratie” toegevoegd waarna het in zijn geheel is aangeboden aan de GMR. De directies zijn voorzien van de software om het taakbeleid op de eigen school en per individu goed in beeld te brengen. De taken voor het schooljaar 2001-2002 konden op deze manier verdeeld worden. In het taakbeleid zijn diverse componenten opgenomen die het mogelijk maken rekening te houden met de verschillen in taakbelasting. De medezeggenschapsraden (PMR) hebben instemmingrecht betreffende de jaarlijkse verdeling van de taken op schoolniveau en kunnen met gebruikmaking van de software een goed inzicht krijgen in deze materie. Doelgroepenbeleid Daar vele vacatures intern zijn ingevuld is er geen bewust doelgroepenbeleid gevoerd. Dit is ook in het jaarverslag met betrekking tot de WET SAMEN (wet stimulering arbeidsdeelname minderheden van 1998) vermeld. Dit verslag is mede ondertekend door de GMR en toegezonden aan de Arbeidsvoorziening Regio 15 te Breda. Vrouwen in het management De Wet evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de leidinggevende functies in het onderwijs (WEV) is nog steeds van kracht. De wet verplicht de schoolbesturen aandacht te besteden aan de positie van vrouwen in hun organisatie.

10 vrouw en (OP) m annen (OP)

5

vrouw en (leiding) m annen (leiding)

0


pag. 10

Bij een ondervertegenwoordiging van vrouwen in managementfuncties, moet het schoolbestuur eenmaal in de 4 jaar een document opstellen waarin staat welke streefcijfers het hanteert bij het vergroten van het aandeel vrouwen en welke maatregelen worden genomen om deze te halen. In het primair onderwijs heeft de WEV betrekking op de functies adjunct-directeur en directeur. Er is sprake van ondervertegenwoordiging als het percentage vrouwen in deze functies lager is dan het percentage vrouwen bij het onderwijzend personeel. De WEV moet deel uitmaken van het integraal personeelsbeleid. De wet wordt in 2005 opnieuw geëvalueerd.

Gebruik van uitzendarbeid Er is geen beleid geformuleerd met betrekking tot het gebruik maken van uitzendarbeid. Van deze mogelijkheid wordt dan ook geen gebruik gemaakt.


pag. 11

4. Onderwijs ondersteunend personeel

Het onderwijs ondersteunend personeel kunnen we indelen in 3 categorieën: 1. het personeel benoemd vanuit de ID-regeling; 2. personeel in eigen dienst, zoals schoonmaaksters en adm.medewerksters; 3. schoonmaak personeel ingehuurd via een schoonmaakbedrijf. In de ID-regeling (instroom-doorstroom banen) kunnen langdurig werklozen benoemd worden. Zij verdienen maximaal 130% van het wettelijk minimum loon en hebben een maximale werkweek van 32 uur. Er bestaat een structurele bijdrage in de loonkosten tot 125% (na het 5e dienstjaar tot 130%). Bovendien is een aanvullende vergoeding mogelijk voor bijvoorbeeld scholing, werkkleding en begeleiding. Om over te kunnen gaan tot benoeming in ID-banen is instemming van de medezeggenschapsraad van betreffende school nodig. Het betreffende personeelslid krijgt een arbeidsovereenkomst. Bij het Groene Lint werken 5 personeelsleden binnen de id-regeling: 4 assistentconciërges (samen 2,7100 WTF) en 1 administratief medewerkster (1,0000 WTF). Op 2 scholen van het Groene Lint (Akkerwinde en Mattheusschool) werken schoonmaaksters in eigen dienst (samen 0,8886 WTF) in een leeftijd van 44 – 62 jaar.


pag. 12

5. Arbeidsomstandigheden – bedrijfsgezondheidsdienst Risico-inventarisatie: Aan de Arbodienst is eind 1999 opdracht gegeven om op de scholen van het Groene Lint Algemene Schoolverkenningen (ASV’s) af te nemen. Bij zo’n ASV worden onderdelen als verzuim, gezondheid, veiligheid, welzijn en arbo-beleidsvoering onder de loep genomen. Een ASV komt tot stand door een gezamenlijke aanpak van schoolleiding, schoolcommissies, MR-leden en een medewerker van de Arbodienst. Het resulteert in een door alle geledingen goedgekeurd plan van aanpak. Dit plan van aanpak is de basis voor een verbetering van de arbeidsomstandigheden, waarbij de nadruk ligt op de risicoinventarisatie. Er vindt op schoolniveau een jaarlijkse controle plaats middels controlelijsten. Op basis van het plan van aanpak worden voortgangsconclusies getrokken. Bij deze fase worden de schoolleiding, de schoolcommissie en de medezeggenschapsraad betrokken. Aan het einde van schooljaar 2000-2001 waren de ASV’s van de Bernardusschool, de Driesprong en de Mattheusschool afgerond. Die van de Vonder en de Akkerwinde zijn in de afrondingsfase. Op de Willibrordusschool zal de ASV pas eind 2001 worden afgenomen. Dit laatste in overleg met de Arbodienst.

Brandveiligheid gebouwen: Een apart onderdeel van de aanpak in 2000-2001 is geweest het gebouw aan te passen aan de (nieuwe) normen m.b.t. de brandveiligheid. Geen der scholen onder het Groene Lint heeft nog een gebruikersvergunning. In de loop van het nieuwe schooljaar zullen deze aangevraagd worden voor de scholen die voldoen aan de wettelijke eisen. Aanpassingen zijn reeds gerealiseerd op: de Mattheusschool, de Bernardusschool en de Driesprong. Deze scholen hebben ook een goed werkend ontruimingsplan dat in samenspraak met de brandweer is opgesteld. Ook de Willibrordusschool en de Vonder hebben een werkend ontruimingsplan. Scholen zijn verplicht het ontruimen minimaal 2 maal per schooljaar in de praktijk te oefenen. Vanwege de nieuwbouwplannen op de Willibrordusschool wordt het huidige gebouw niet meer aangepast aan de laatste eisen. Bij de Vonder worden de gebouwelijke aanpassingen door de gemeente Goirle momenteel geïnventariseerd. Op b.s de Akkerwinde is men bezig met het opstellen van een ontruimingsplan en het inventariseren van de (nieuwe) eisen m.b.t. het gebouw.


pag. 13

Bedrijfsgezondheidsdienst Met de ArboUnie te Breda is een (verplicht) nieuw basiscontract Arbozorg afgesloten. Het Vervangingsfonds is met de Arbodiensten één basiscontract integrale arbozorg overeengekomen en heeft de bevoegde gezagsorganen verplicht om minimaal deze contractinhoud met de Arbodienst af te sluiten. Het nieuwe contract voorziet in een intensievere individuele begeleiding van zieke werknemers en periodieke evaluatiegesprekken tussen Arbodienst en bevoegd gezag. Gezien het ziekteverzuim bij Het Groene Lint kan voorlopig volstaan worden met het basiscontract.


pag. 14

6. Personeelsbeleid In de eerste jaren na een besturenfusie is het noodzaak de personeelsbeleidsdocumenten van de diverse fusiepartners te vergelijken om te komen tot één personeelsbeleidsplan. De motor achter het ontwikkelen van het personeelsbeleid is het directieberaad. In 1. 2. 3. 4. 5. 6.

schooljaar 98/99 is op personeelsgebied het volgende beleid ontwikkeld: Mobiliteitsbeleid-1 m.b.t. verplichte mobiliteit Nascholingsbeleid Functioneringsgesprekken Werktijdenregeling Emolumentenregeling Klachtenregeling

In 1. 2. 3. 4.

schooljaar 99/00 is ontwikkeld: Evenredige vertegenwoordiging vrouwen in de directie Taakbeleid Sollicitatieprocedure Directiestatuut

In schooljaar 00/01 is geen nieuw beleid ontwikkeld. Er is gewerkt aan de implementatie, de nadere uitwerking en het volgen van juiste procedures m.b.t. MR en GMR. Van groot belang is de implementatie van het geformuleerde taakbeleid. Er is nu sprake van een eenduidige aanpak op dit gebied. Bovendien is er in maart 2000 naar aanleiding van de arbeidstijdenwet van 1995 een arbeidstijdenregistratie door het bestuur verplicht gesteld.

De planning voor schooljaar 01/02 is om op de volgende terreinen beleid te ontwikkelen: 1. Deeltijdarbeid 2. Begeleiding nieuwe leerkrachten 3. Mobiliteitsbeleid-2 m.b.t. loopbaanbeleid, detachering etc. 4. Beoordelingsgesprekken 5. Ziekteverzuimpreventie In de loop van dit schooljaar zal een eerste aanzet gegeven worden om to komen tot een nieuw functiebouwhuis van het Groene Lint. Hierbij worden functiedifferentiatie en beloningsbeleid meegenomen. Ook zal het integraal personeelsbeleid door de directies voorbereid worden. Hiertoe volgen zij diverse cursussen, nodigen sprekers uit en zullen een eerste aanzet geven tot enkele P.O.P.’s (persoonlijke ontwikkelingsplannen). Naast bovengenoemde onderwerpen zal (nieuw) beleid worden ontwikkeld m.b.t. het nieuwe O & O-budget (ontwikkeling en ondersteuning).


pag. 15

7. Scholing personeel

S.K.O. het Groene Lint heeft nascholingsbeleid geformuleerd en weergegeven in een beleidsdocument. Dit beleidsdocument bevat doelstellingen en uitgangspunten die de stichting voor haar personeel en scholen nastreeft. Jaarlijks dient voorafgaand aan het nieuwe schooljaar een nascholingsplan op schoolniveau bij de schoolcommissie ingediend te worden. Tijdens schooljaar 2000-2001 heeft het overgrote deel van het personeel zich bekwaamd in het gebruik van de computer. Deze massale nascholing werd mogelijk gemaakt door subsidie van de Rabobank. Vrijwel alle personeelsleden behaalden het certificaat DRO-1. Enkelen gingen verder in de nascholing en behaalden het certificaat DRO-2. Personeelsleden die niet in de gelegenheid waren deze cursus te volgen, krijgen deze het nieuwe schooljaar aangeboden. Ook de cursus “Bedrijfshulpverlening” werd bovenschools geregeld. Diverse cursussen zijn uitgevoerd en vele personeelsleden mochten het certificaat “bedrijfshulpverlener” in ontvangst nemen. Jaarlijks zullen voor deze bedrijfshulpverleners terugkommiddagen georganiseerd worden. Deze zijn voorwaarde om het predikaat “bedrijfshulpverlener” te mogen voeren. Op schoolniveau kwamen de volgende overige items in schooljaar 2000-2001 aan bod: Akkerwinde: - opstartcursus coaching door ICL-er - individualisering in groepen 3 en 4 - studiedagen onderbouw Bernardusschool: - cursus teambuilding - EHBO-cursus - opstartcursus coaching door ICL-er - invoeringstrajecten nieuwe methodes Driesprong: - invoering basisontwikkeling groepen 1 t/m 4 - invoering integratie van zaakvakken groepen 5 t/m 8 - vervolgcursus interne contactpersoon - denksporen voor begaafden - gebruik programma “Multimediale basisschool” in de groepen 1 en 2 - opstartcursus coaching door ICL-er


pag. 16

Mattheusschool: - gebruik programma “Multimediale basisschool” in de groepen 1 en 2 - teamcursus sociaal- emotionele ontwikkeling - opstartcursus coaching door ICL-er de Vonder: - vervolgcursus interne contactpersoon (In vertrouwde handen) - teamcursus dyslexie - cursus spelen en drama in groepen 1 en 2 Willibrordusschool: - opleiding remedial teacher - terugkomdagen schoolleider primair onderwijs - ICT-coördinatie - cursussen beginnende geletterdheid - cursus “Leren kijken naar motoriek” - cursus “Machtsmisbruik ……” - cursus “Moeilijke kinderen ….” Voorts werden nog enkele studiebijeenkomsten gevolgd en op teamniveau werden de onderwerpen catechese en klassenmanagement aangeboden.


pag. 17

8. Fondsen m.b.t. personele inzet

Onderstaand overzicht geeft weer in hoeverre de diverse fondsen op school- en bovenschools niveau gevuld waren per 31-12-2000. Fondsen op schoolniveau: De vierde kolom (AF) behoeft enige uitleg: Als non-profit instellingen personeel naschoolt, mag het gebruik maken van de regeling afdrachtsvermindering. Afhankelijk van de leeftijd van het personeelslid dat de nascholing gevolgd heeft, wordt de afdrachtvermindering berekend door van de cursusgelden een bepaald percentage te nemen. Het bevoegd gezag heeft besloten dat deze gelden ten goede komen aan de schoolse fondsen “nascholing”. De scholen krijgen op deze wijze de mogelijkheid hun personeelsleden nog beter na te scholen en te voorzien van een goede reiskostenvergoeding als nascholing elders gevolgd wordt.

Akkerwinde Bernardusschool Driesprong Mattheusschool de Vonder Willibrordusschool

N 7811 -69 465 -3452 -2544 6508

NM 1920 1382 2136 1473 1794 2490

AF 4135 1361 6379 2990 5532 7465

Verz 28574 92 12510 1994 38909 63494

WSNS OVG/GOA 10190 5236 -6540 20817 -2271 -5124 -5450

N = nascholingsfonds NM = Nascholing management AF = Afdrachtvermindering Verz = Verzilverde middelen WSNS = Weer samen naar school gelden OVG/GOA = OnderwijsVoorrangsGebied / Gemeentelijke Onderwijs Achterstandsgelden De bedragen staan in NGL.

Naast deze fondsen op schoolniveau hebben we ook fondsen op bovenschools niveau ingericht: Zo is er ook een nascholingsfonds op bovenschools niveau. Hieruit worden nascholingen gevolgd waarvan duidelijk is dat de opgedane kennis waardevol is voor de gehele stichting. Het betreft hier voornamelijk nascholing door directieleden. Ook worden gezamenlijke bijeenkomsten uit dit fonds bekostigd. De stand van dit fonds per 31-122000 was f 16.616. Dit fonds wordt gevuld door alle scholen. Zij dragen 20% van hun totale nascholingsgelden aan dit fonds af. Om de bonus-malusregeling van het Vervangingsfonds eventueel te kunnen opvangen c.q. eventuele malus tegen te gaan, is een bovenschools fonds in het leven geroepen. De stand van dit fonds was per 31-12-2000 f 20.014,00 (zie voor toelichting: Verzilveringsbeleid 2000-2001).


pag. 18

Tevens is afgesproken dat alle schoolse middelen m.b.t. bedrijfsgezondheidszorg in een bovenschool fonds gestort worden. Vanuit dit fonds worden alle nota’s m.b.t. deze bedrijfsgezondheidszorg voldaan. De stand van dit fonds per 31-12-2000 was f 431,04. Om de kosten van de emolumentenregeling voor alle scholen betaalbaar te maken, heeft het bevoegd gezag een bovenschools fonds ingericht. Alle scholen storten naar rato van het aantal leerlingen in dit fonds en kunnen kosten die gemaakt worden vanuit onze emolumentenregeling hieraan onttrekken. De stand van dit fonds per 31-12-2000 was - f 4.868,96.


pag. 19

Sociaal jaarverslag S.K.O. het Groene Lint. schooljaar

Recommend Documents