Snelstart handleiding COSMED K4b²

Snelstart handleiding COSMED K4b² 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11: 12:

Snelkoppelingen Het bedieningsmenu op de K4 b² unit Kalibreren via de PC software Testpersoon invoeren/oproepen Het afnemen van een test Analyseren en verwerken van testdata Instellen gebruikersvoorkeuren Exporteren en Back-up Schoonmaken van onderdelen Onderdelen K4 b² Stroom en antenne aansluiten (3 manieren) Hulp op afstand

pagina 2 pagina 3 pagina 4 pagina 8 pagina 10 pagina 13 pagina 17 pagina 21 pagina 22 pagina 23 pagina 24 pagina 25

Versie 22-11-2012

LET OP: Levensduur van de permapure (sampleslang) is 6 maanden of 100 testen. Een bruin-gele kleur duidt op veroudering en slechte droogfunctie van het slangetje

TulipMed B.V. | De Liesbosch 52 | 3439 LC Nieuwegein – NL T +31 (0) 88 10 50 500 | F +31 (0) 88 10 50 599 | [email protected] | www. Tulipmed.nu ABN AMRO 46.80.41.001 | IBAN NL96ABNA0468041001 | BIC ABNANL2A | KvK 18079979 | BTW NL 815009963 B01

1:

Snelkoppelingen

De menubalk en knoppenbalk:

Via de menubalk (“File, Test, Events, View, Options, Window en ?”) kunt u alle functies van de software oproepen. Voor sommige functies, de meest belangrijke functies, zijn er snelkoppelingen gemaakt zodat u met een enkele muisklik de functie kunt oproepen. Deze snelkoppelingen zijn opgenomen op de knoppenbalk onder de menubalk. De functies worden later in dit document besproken. U zult in de software zien dat als u met uw muis boven een van de knoppen blijft hangen, er een uitleg over de knop verschijnt zoals in onderstaande voorbeeld:

In sommige schermen zult u de volgende knop tegenkomen: Drukt u op deze knop, dan wordt het PDF-bestand van de volledige gebruikershandleiding opgeroepen. Deze volledige gebruikershandleiding is in het Engels opgeslagen als: “C:\Program Files\K4B2\USER_MAN.PDF” of “C:\ K4B2\USER_MAN.PDF”.

TulipMed snelstart handleiding COSMED K4b²

2

2:

Het bedieningsmenu op de K4 b² unit

U kunt alle functies van de K4 b² bedienen via de PC met software of op de K4 b² unit zelf. Voor de bediening op K4 b² unit volgt hieronder het diagram van het menu van de gebruikersinterface.

TulipMed snelstart handleiding COSMED Quark K4b²

3

3:

Kalibreren via de PC software

Alvorens te gaan testen dient het systeem gekalibreerd te worden. Doe dit tenminste 1 keer op een testdag voorafgaande de eerste test. Maar ook elke keer als het apparaat (opnieuw) is aangezet. Let op: Het kalibreren kan pas nadat het systeem is opgewarmd. De opwarmtijden verschillen per test maar bedragen maximaal 45 minuten: Systeem opwarmtijden CPET (exercise test) RMR FVC, VC, MVV Oximetry

45 mins 45 mins -

Er zijn 2 types kalibratie vereist: Flow/Volume en Analysator kalibratie. Om te kunnen kalibreren gaat u in de software naar “Test – Calibration…” of u klikt op de volgende snelkoppeling:

Het scherm wat u gewend bent verandert nu, u zit nu in het kalibratiescherm. (Dit scherm kunt u weer verlaten via “File – Exit calibration…” of via het kruisje geheel rechtsboven, u keert dan terug naar het oorspronkelijke softwarescherm.) Kalibratie 1: Flow/volume Om de turbine te kalibreren (u zorgt hierdoor dat de turbine valide waardes meet voor de hoeveelheid lucht die door de turbine gaat) verzekert u zich van het volgende:      1)

Het systeem staat aan en is aangesloten op de computer (RS-232); Het kalibratiescherm van de software is geopend; De flowmeter is aangesloten op het systeem (in ieder geval de Turbine Connector); U heeft de 3-liter pomp met daarop het verloopstukje; De 3-liter pomp hendel is geheel ingeschoven.

Sluit nu de 3-liter pomp aan op de flowmeter met het verloopstukje. Let op: Er zijn 2 typen flowmeters met bijbehorende koppelstukjes, de kleine flowmeter (RMR – 18 mm) en de grote flowmeter (CPET – 28 mm), definieer vooraf via “File/Turbine results... ” de juiste maat van de te ijken flowmeter.

2)

Start de kalibratie door in de software te gaan naar: “Calibration – Turbine…”. Klik de menu’s door totdat u bij het volgende scherm komt:

Nu kunt u starten met het kalibreren: Pak de hendel van de pomp en trek deze geheel uit totdat de pomp intern tegen het einde tikt.


4

Druk nu de hendel weer geheel naar binnen, ook weer totdat u niet meer verder kunt. De beweging voert u 10 keer uit, u zult zien dat de sofware dan aangeeft dat het kalibreren voltooid is. Het bewegen van de hendel kunt u rustig uitvoeren, niet te snel en ook niet te langzaam. U moet steeds horen dat de hendel aan het einde van de bewegingen ergens tegenaan tikt. Let op: Bij het kalibreren van de kleine flowmeter moet u wel extra rustig de hendel bewegen, elke manoeuvre (in & uit beweging) moet 10-15 seconden duren. 3)

De software zal nu de kalibratie resultaten laten zien:

4)

Bij “Previous” ziet u de kalibratie resultaten van de vorige keer, bij “Acceptable” kunt u zien bij welke versterkingswaardes (Gain) de kalibratie nog acceptabel is, en bij “New” ziet u het resultaat van de huidige kalibratie. Mochten er waardes buiten een acceptabel niveau zijn, dan lichtten die waardes rood op. Behandel in dit geval de stappen beschreven onderaan pagina 6. Zijn alle waardes wel acceptabel dan is de flow/volume kalibratie nu klaar, u kunt het scherm verlaten door op “OK” te drukken. Geen andere kalibratie nodig? Keer dan terug naar het oorspronkelijke softwarescherm via “File – Exit calibration…”.

5)

Let op: Heeft u meerdere turbines; bij het wisselen van een turbine dient deze kalibratie opnieuw te worden uitgevoerd. Kalibratie 2: Analysator (gas-ijking) Door middel van het kalibreren van de analysatoren (O₂ en CO₂) verzekert u zich er van dat de gemeten gasconcentraties valide zijn. Dit kalibreren gebeurt m.b.v. ijkgas (in de gasfles) en m.b.v. omgevingslucht. Eenmalige handeling per nieuwe ijkgasfles Alvorens een gasijking uit te voeren dient u bij elke nieuwe gasfles eenmalig de certificaatgegevens in te voeren in de software. Ga hiervoor in het kalibratiescherm naar “File – Reference values…”. U komt in het volgende scherm:

Vul in dit scherm in het vak van “Cylinders (%x100)” de gegevens in die op het certificaat staan die bij uw gasfles hoort. Sluit af met “OK”. IJking tegen omgevingslucht (gebeurd ook automatisch voorafgaande elke test) Wilt u de ijking tegen omgevingslucht handmatig uitvoeren dan gaat u in het kalibratiescherm naar “Calibration – Gas – Air…”. Klik door de menu’s en start de automatische kalibratie met “OK”. Als de kalibratie is geëindigd krijgt u een resultaten scherm. Als er geen waardes rood oplichten is de TulipMed snelstart handleiding COSMED Quark K4b²

5

kalibratie in orde en kunt u op “OK” klikken. Het resultaten scherm wordt verderop nog behandeld. Let op: Zorg er voor dat tijdens deze ijking er geen lucht wordt weggezogen bij uitgeademde lucht. IJking tegen ijkgas in de gasfles (minimaal elke keer bij aanzetten apparaat) Het ijken tegen het ijkgas in de gasfles is omslachtiger en wordt nu behandelt. De ijking tegen het ijkgas is 1 keer per testdag normaal gezien voldoende. Ga in het kalibratiescherm naar: “Calibration – Gas – Ergo-RMR…” als u een CPET of RMR test gaat afnemen;

Zorg vervolgens dat (staat ook in het scherm wat de software nu laat zien):      

U de gasfles heeft aangesloten op het kastje van de calibration kit volgens onderstaand plaatje; De gasfles is geopend en ook alle andere ventielen open staan; De primaire drukmeter minimaal 10 bar aangeeft (onder 30 bar bestelt u een nieuwe gasfles); De secundaire drukmeter tussen de 3 en 5 bar staat; De turbine sampling connector is uit de flowmeter gehaald maar NOG NIET aangesloten op het kastje van de calibration kit; De gasreferentie waardes overeenkomen met de certificaatgegevens van de gasfles.

Secundaire drukmeter Primaire drukmeter

In het scherm waar u aan het hiervoor gaande wordt herinnerd klikt u nu op “OK”. Vervolgens zal de kalibratie procedure automatisch worden uitgevoerd en u ziet het onderstaande scherm waarop de voortgang wordt weergegeven.


6

Let op: Ongeveer halverwege verschijnt de melding “Sample reference gas...” SLUIT NU de turbine sampling connector AAN op het kastje van de calibration kit. Vervolgens zal de kalibratie worden voortgezet en afgerond. U ziet nu het, al eerder naar verwezen, kalibratie rapport:

In de resultaten ziet u 3 rijen met getallen. De rechter rij betreft de ijkresultaten van de vorige ijking, de middelste rij geeft aan waartussen acceptabele resultaten moeten liggen, en de linker rij geeft de resultaten van de huidige ijking. Mocht er een waarde niet binnen het acceptabele bereik liggen dan licht deze waarde rood op. Is dit het geval, probeer dan de volgende handelingen achtereenvolgens tot u geen rode waardes meer ziet:    

Klik op “OK” en kalibreer gewoon opnieuw; Klik in bovenstaand scherm op “Factory Settings”, dan op “OK” en kalibreer opnieuw; Klik op “OK” en vervang dan de permapure en/of turbine. Kalibreer vervolgens opnieuw; Werkt het bovenstaande niet, contacteer dan Cosmed Benelux.

Zijn alle waardes wel acceptabel klik dan op “OK” en keer terug naar het oorspronkelijke softwarescherm via “File – Exit calibration…”. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.


7

4:

Testpersoon invoeren/oproepen

Aanmaken nieuw testpersoon Om een nieuw testpersoon aan uw database toe te voegen gaat u naar “File – Patients…” of u klikt op de volgende snelkoppeling:

U krijgt dan het volgende scherm:

Klik vervolgens op “New…” en u krijgt het onderstaande scherm:

Voer alle benodigde testpersoondata in en klik op “OK”. U komt nu weer terug in het eerste scherm en u ziet linksonder enkele zojuist ingevulde gegevens. Eventuele aanpassingen kunnen weer gedaan worden door op het knopje “Modify…” te klikken. Het drukken op “Cancel…” deselecteerd als het ware de testpersoon en geeft u de mogelijkheid een andere testpersoon aan te maken of op te zoeken. (Als er geen testpersoon is geselecteerd en u klikt op de knop “Cancel…”, dan wordt het aanmaken/selecteren afgebroken.) Als u na het aanmaken/selecteren op “OK” klikt verdwijnt het scherm en komt u terug in het hoofdscherm van de software. U zult zien de “TEST”snelkoppeling nu actief geworden is en bovendien ziet u linksonder in de lichtgrijze balk de naam van de geselecteerde testpersoon.


8

Oproepen reeds aangemaakte testpersoon U gaat nu weer naar “File – Patients…” of u klikt op de volgende snelkoppeling:

In het reeds bekende scherm wat nu opgeroepen kunt u op 2 manieren zoeken naar testpersonen; via “List…” en via “Find…”. Zoeken met “List…” Een lijst oproepen met alle reeds ingevoerde testpersonen doet u met de knop “List…”

U krijgt nu het bovenstaande scherm te zien met de gehele database aan testpersonen. In bovenstaande voorbeeld zit er 1 testpersoon in de database. U kunt de lijst sorteren op Achternaam, ID Code of op de door de software toegewezen Progressive code. Deze laatste code is een nummer welke bij elke nieuw ingevoerde testpersoon met 1 oploopt en maakt het mogelijk om de testpersonen in de tijd te sorteren. Heeft u de juiste testpersoon gevonden, dan selecteert u deze en klikt u op “OK”. Zoeken met “Find…” Met de tweede manier zoekt u middels de knop “Find…” naar een tekst of karakter wat u kunt invullen in het korte tekstveldje boven de knop “Find…” . Links in het scherm kunt aanvinken op welke eigenschap van de testpersoon u wilt zoeken met de door u ingevulde zoekterm. U kunt zoeken op Achternaam, ID Code of op de door de software toegewezen Progressive code. De met de zoekterm corresponderende testpersoon is nu automatisch geselecteerd. Let op: Als er meer testpersonen corresponderen met de zoekterm (Bijvoorbeeld: Jansen en Janssen corresponderen allebei met de zoekterm JAN), dan zult u met de knoppen “Next” en “Previous” de juiste testpersoon moeten selecteren. Verwijderen van testpersoon Wederom gaat u naar “File – Patients…” of u klikt op de volgende snelkoppeling:

U selecteert een testpersoon via de “Find…” of “List…” functie, of u heeft er al een geselecteerd omdat deze net is aangemaakt (u ziet de persoonsgegevens linksonder in het scherm). U kunt nu op de knop “Delete…” drukken en u wordt gevraagd of u deze testpersoon echt wilt verwijderen. Als u nu op “Ja” klikt is de testpersoon en al zijn/haar data uit de database verwijderd.


9

5:

Het afnemen van een test

Voordat u de test opstart controleert u het volgende:     

Zijn alle kabels op de juiste poorten aangesloten (stroom/GPS/antenne/turbine/hartslag)? Systeem tegen ijkgas gekalibreerd? Turbine met de 3-liter pomp gekalibreerd? Is de Permapure in orde en zonder knikken? Is de K4 b² aangesloten via de RS-232 verbinding of via telemetrie?

1)

Vervolgens selecteert u een testpersoon zoals is beschreven op de vorige pagina. Uw scherm ziet er dan als volgt uit:

2)

Rood gemarkeerd ziet u de verschillen met het hoofdscherm waar geen testpersoon is geselecteerd; Nu is de “TEST”snelkoppeling actief geworden en u ziet linksonder in de lichtgrijze balk de naam van de geselecteerde testpersoon. Deze lichtgrijze bar heet de “status bar”. Klik nu op de “TEST” snelkoppeling:

3)

En u krijgt het volgende scherm:


10

In dit scherm vult u de “lengte” en het “gewicht” van de testpersoon in en de juiste meetoptie (bijv. “gas bxb”). Als u een RMR-test gaat doen geef dit dan aan door een bijbehorende vakjes te selecteren. Onderaan het scherm selecteert u de “Ergometer” die is aangesloten op het systeem (kies “(No one)” als u handmatig een ergometer wilt bedienen of als er geen ergometer is. Ook kunt u hier het gewenste “Protocol” selecteren indien nodig. Let op: Klik nog niet op “OK”.     

 

Maak nu de proefpersoon klaar voor de test: Bevestig de hartslag band, deze dient onder de borst, bovenop het borstbeen geplaatst te worden; Laat de testpersoon plaats nemen op de ergometer; Bevestig het masker op het hoofd en trek deze strak aan. Het brede stuk van het netje hoort bovenop het hoofd te zitten. Test op lekkage van het masker door het mondstuk geheel af te dekken en de testpersoon te laten inademen, bij een goede bevestiging zal het masker vacuümtrekken. Schuif de zwarte kant van de turbine over de zwarte opening op het masker. Zorg dat de Permapure goed in de turbine zit. Draai de turbine t.o.v. het masker zodanig dat de kabel en Permapure zijwaarts uitsteken. Dit voorkomt dat er speeksel in de Permapure komt;


11

4) 5) 6)

7) 8)

9)

Bevestig alles en klik nu wel op “OK” in het schermpje van punt 3. U komt nu in de testomgeving. Er wordt nog geen data opgeslagen hetgeen u de tijd geeft om te controleren of alles goed is aangesloten en alle binnenkomende waardes in orde zijn. Als u en de testpersoon klaar zijn om met de test te beginnen drukt u op uw toetsenbord op F2, of u klikt op het knopje:

Het geselecteerde Ergometer protocol wordt nu gestart en alle binnenkomende data wordt opgeslagen (wanneer van toepassing). Als u de opwarmfase, die eventueel in een protocol is opgenomen wilt overslaan, en gelijk aan de inspanningfase wilt beginnen klikt u op de volgende snelkoppeling:

Als de testpersoon de maximale inspanning bereikt heeft dan kunt u gelijk over gaan tot de “herstel”-fase (ook de ergometeraansturing gaat nu over tot het “recovery” protocol) via deze knop:

10) Om na de “herstel”-fase de test te beëindigen klikt u op:

11) Om de test tijdens het testen geheel af te breken zonder behoud van data, klikt u op:

12) Verwijder nu het masker en de hartslagband van de testpersoon, de test is klaar. 13) Het masker, de turbine en hartslagband kunnen schoongemaakt op de manier zoals besproken wordt in hoofdstuk 9.


12

6:

Analyseren en verwerken van testdata

U heeft zojuist een test gedaan of een testpersoon, welke al over testdata beschikt, geselecteerd. Als u de test net heeft afgenomen is er al een datatabel zoals in onderstaand voorbeeld opgeroepen:

Is dit nog niet het geval klik dan op de dataknop:

U krijgt dan het onderstaande scherm met de afgenomen tests in de database van deze testpersoon.

Selecteer in dit scherm de test waarvan u de data wilt analyseren. U kunt ook naar andere personen zoeken als u het vinkje naast “All tests” aanklikt. Als u de juiste test heeft geselecteerd klikt u op “OK”. De testdata is nu geladen en de datatabel is zichtbaar. U kunt nu de testdata analyseren, hiervoor zijn verschillende functies op te roepen welke hieronder worden besproken: Filteren van data Vaak is het handig om de data eerst te filteren voordat andere handelingen verricht worden. Klik hiervoor op de volgende “Edit” knop:

U krijgt nu het volgende scherm:

Klik nu op “Filtering…”, in het schermpje wat u dan krijgt vinkt u “Averaging” en met het schuifbalkje zet u het filter op bijvoorbeeld 10 seconden. Klik “OK” en u keert terug naar bovenstaande scherm. De datatabel is nu kleiner geworden en het dataverloop minder grillig. TulipMed snelstart handleiding COSMED Quark K4b²

13

Let op: Er wordt nimmer data weggegooid, u kunt terug naar de ruwe data door op “Restore…” te klikken. Klikt u nu weer op “OK” dan zijn uw bewerkingen toegepast en het scherm sluit. Klikken op “Cancel” negeert de bewerkingen en het scherm wordt gesloten. Test informatie en anaerobe drempel Klik op de “Test information” knop:

U krijgt nu het volgende scherm:

 

  

U kunt hier verschillende informatie over de test, kalibratie, en testpersoon bekijken. Klik op “Comments” om commentaar toe te voegen of bewerken; Klik op “Modify” om informatie betreffende de testpersoon te wijzigen. U kunt zo bijvoorbeeld de gevonden maximale hartslag in voeren welke dan gebruikt wordt in een volgende test (i.p.v. de geschatte waarde); Klik op “Calibration” om nog meer kalibratie gegevens op te roepen; Klik op “LT” om het scherm op te roepen waarin u de anaerobe drempel kunt bepalen; Klik op “Close” om het scherm te sluiten.

Heeft u op “LT” geklikt dan krijgt u het volgende scherm:

In dit scherm kunt u middels de LT-schuifbalk de positie van de anaerobe drempel instellen. Eventueel kunt u ook een tweede drempel waarde markeren, de respiratory compensation drempel. Dit doet u met de onderste schuifbalk: de RC-schuifbalk. (Helemaal naar links schuiven schakelt de RC drempel uit). Als u klaar bent klik u op “OK” om af te sluiten.


14

U kunt in het hoofdscherm ook snel de Anaerobe drempel gegevens oproepen door op in de knoppenbalk te drukken op:

U krijgt dan een scherm met grafieken en de bepaalde drempelwaardes. Window van VO₂-max instellen Om de piek waarde van de VO₂ nauwkeurig te bepalen kunt u aangeven waar, en waartussen deze piek zich bevindt. Voor deze instelling gaat u via de menubalk naar “Test – VO2 Max & slopes…”.

In het bovenstaande scherm wat u vervolgens krijgt kunt u de linker en rechter stippellijn in de grafiek beïnvloeden met de schuifbalken genaamd “From” en “To”. De gemiddelde waarde van de rode lijn tussen de stippellijnen is gedefinieerd als de VO₂-max. Deze waarde ziet u onderaan in het scherm. Grafieken oproepen Om grafieken te bekijken klikt u eerst op de volgende knop:

Net als bij het oproepen van de datatabel krijgt u eerst een keuzelijst om de juiste dataset te selecteren. Heeft u dit geselecteerd dan komt u in het onderstaande scherm:

De knoppenrij boven de “OK” knop bestaat uit 5 snelkeuze grafieken. Op een van deze knoppen klikken levert direct de betreffende grafiek op. U kunt ook van alle parameters zelf grafieken opmaken. Dit doet u door in het linker en rechter keuzescherm de y- en x-as waardes te selecteren. In het linker keuzescherm voor de y-as waardes kunt u ook 2 parameters markeren. Na het markeren van de parameters wordt de knop “More…” beschikbaar. Middels deze functie kunt


15

u gevorderde eigenschappen van de grafieken instellen. Klikken op “OK” geeft de door u de gedefineerde grafieken. Normwaardes en resultaten overzicht De software beschikt ook over een database waar gemeten waardes mee vergeleken kunnen worden. Om dit overzicht op te roepen klikt u op de volgende knop:

Rapporten afdrukken Voor het printen van tabellen, grafieken of rapporten zijn er twee knoppen:

De linker printknop is voor het afdrukken van het geselecteerde scherm; Dit kan een tabel of grafiek zijn. De rechter printknop is voor het afdrukken van een testrapport. Als u hierop klikt krijgt u 4 opties voor de opmaak en inhoud van het testrapport wat vervolgens zal worden afgedrukt. Deze testrapporten zijn standaard: Wasserman, CPX_Cardio, ST trends en ERS 98.


16

7:

Instellen gebruikersvoorkeuren

Instellen communicatie met testapparatuur De software kan via verschillende poorten communiceren met de ergometer en de QUARK/CPET/PFT ERGO/K4B² apparatuur. Via “Options – Communication port…” geeft u aan op welke poorten de apparaten zijn aangesloten op de PC.

Test protocollen Deze insteloptie bereikt u via “Options – Real time – Test protocols…” en is tevens te benaderen via de volgende knop onder de menubalk:

U komt dan in het onderstaande scherm, alwaar u zelf testprotocollen kunt aanpassen, aanmaken of verwijderen.

U kunt een protocol selecteren achter “Name” en deze vervolgens bekijken of aanpassen. Wilt een protocol toevoegen, klik dan op “New…”. In het veld “Message Time” kunt u kiezen hoeveel seconden van te voren u gewaarschuwd wordt om de belasting van de ergometer te verhogen. Dit is niet nodig als u met “Drive Ergometer” heeft gekozen dat de software zelf de ergometer aanstuurt. Als u “Messages” aanvinkt krijgt u een melding wanneer de belasting wordt verhoogd tijdens de test. Met “Relative Increments” wordt de belasting verhoogd tot aan de nieuwe belasting in proportie tot de vorige belasting, m.a.w. een redelijk geleidelijke verhoging van de belasting wordt gewaarborgd. Het instellen van de “Initial command” en “Final command” bepaalt wanneer de ergometer begint en eindigt met het opslaan van de test data. De protocollen zijn niet afhankelijk van de geselecteerde ergometer. In het rechter paneel genaamd “Steps” kunt u stappen verwijderen, toevoegen of aanpassen middels de knoppen eronder.


17

Rapport Aanhef Om uw eigen logo en bedrijfsgegevens boven uw geprinte rapporten te laten weergeven gaat u naar: “Options – Printout Header…” U komt vervolgens in het onderstaande schermpje alwaar u uw bedrijfsgegevens in kunt typen. Let op: voor het veranderen van het logo is er een speciale handeling vereist. U dient in het bezit te zijn van een logo met de afmetingen van 256x256 pixels en het logo moet opgeslagen zijn als een 16kleuren BMP-bestand genaamd HEADER.BMP. Dit logo-bestand kopieert u vervolgens via het programma Windows Verkenner naar de map “C:\Program Files\PFTSuite\”. Wanneer u vervolgens gevraagd wordt om het bestand in deze map te vervangen klikt u op ‘ja’. Wilt u geen logo afdrukken, dan verwijdert u het vinkje voor “Print logo”.

Standaard parameter weergave Roept u een datatabel van een test op, dan worden alleen de standaard geselecteerde parameters in de tabel weergegeven. Deze standaard geselecteerde parameters kunt u zelf kiezen via “Options – Parameters to view – Test Visualization…”, of via de volgende knop op de knoppenbalk:

U krijgt vervolgens het onderstaande scherm waar u de gewenste parameters selecteert. U kunt op een parameter klikken om deze te (de)selecteren. Met de knop selecteert u alle parameters en met heft u alle selecties op. Door te klikken op “Restore” gaat u terug naar de originele instellingen.

Bovenstaande uitleg betreft het instellen van de standaard parameters weer te geven in reeds bestaande testdata. Hetzelfde is echter ook mogelijk voor de real-time datatabel die verschijnt bij het afnemen van een test.


18

Ga hiervoor naar “Options – Parameters to view – Test Execution…” en selecteer op dezelfde manier de gewenste parameters. Tijdens het testen kan deze functie worden opgeroepen met de reeds bekende knop:

Zonder enig verlies van data of storing te veroorzaken kunnen de parameters worden ge(de)selecteerd tijdens het testen.

Standaard afdruk instellingen Als u rapporten gaat afdrukken zullen alleen geselecteerde parameters in het rapport voorkomen. Welke parameters dit zijn kunt u bepalen via “Options – Parameters to print…”. U komt dan in het onderstaande scherm:

Het selecteren gaat op dezelfde wijze zoals hierboven is besproken bij Standaard parameter weergave. Aangezien te veel geselecteerde parameters kunnen zorgen voor overschrijding van de printmarges, wordt de reserve tot deze marge weergegeven in millimeters, rechtsboven in het scherm. In bovenstaand voorbeeld is er een overschrijding van de printmarges met 3 mm en zal het rapport de breedte van het papier overschrijden. Volgorde van parameters in datatabel Bij het kopje Standaard parameter weergave is er bepaalt welke parameters worden weergegeven tijdens het testen of bij de analyse van de testdata. De volgorde waarin deze parameters in de datatabel verschijnen is ook aan te passen naar wens. Ga hiervoor naar “Options – Sorting parameters…”. U komt dan in het onderstaande scherm:

Selecteer in dit scherm de parameter die u wenst te verplaatsen en gebruik vervolgens de pijltjes knoppen om de parameter naar boven of naar beneden te plaatsen. U kunt ook een parameter TulipMed snelstart handleiding COSMED Quark K4b²

19

selecteren en vasthouden met de muis, en vervolgens loslaten op de gewenste plek. Ook al staan alle parameters in dit scherm vermeld, alleen de geselecteerde parameters volgens de eerder besproken Standaard parameter weergave worden weergegeven in de datatabel. In de datatabel staan de parameters horizontaal geordend. Real-time parameter weergave U kunt instellen op welke wijze parameters worden gepresenteerd tijdens het afnemen van een test. Om dit in te stellen gaat u naar “Options – Real time – Settings…”. Wanneer u voor deze insteloptie kiest krijgt u het volgende scherm:

In dit scherm kunt kiezen of u de data weergeeft van alle samples (Display all steps), over een gemiddelde over een x-aantal meetpunten (Smoothing) of vanuit de mix-kamer over een bepaalde tijdspanne (Mixing Chamber). Als u wilt dat niet-valide waardes worden verwijderd vinkt u “Discard invalid steps” aan, door op het knopje “Details” te klikken kunt u de criteria voor de niet-valide waardes instellen. Als u een filter toepast op de data, en u wilt dat de gefilterde data automatisch wordt weergegeven bij het oproepen van eerder geteste data, dan vinkt u “Memorize filtered test” aan. Wilt u voor elke nieuwe test automatisch een een calibratie starten, vink dan “Automatic calibraton” aan. Tijdens het testen verschijnt rechts op het scherm een verticale balk waar 9 real-time parameters extra vermeld worden. Onder het kopje “Highlight parameters” kunt u selecteren welke parameters dit moeten zijn. Selecteer hiervoor eerst links een parameter (bijv: “Parameter n. 1”) en vervolgens rechts welke parameter op deze plek moet komen en bij welke waarde de kleur van de weergegeven parameter moet veranderen. U kunt ook “(no one)” als parameter selecteren als u geen waarde wilt weergeven, er komen dan minder dan 9 parameters op de verticale balk te staan. Ook de volgorde van de parameters op de verticale balk kunt u van boven naar beneden beïnvloeden: Bij “Parameter n. 1” stelt u de bovenste parameter in en bij “Parameter n. 2” de onderste.


20

8:

Exporteren en Back-up

Exporteren van testpersoon en bijbehorende test naar een XPO-bestand Open eerst de gewenste testpersoon via “File – Patients…” of u klikt op de volgende snelkoppeling:

Ga vervolgens in de software naar “Test – Export tests…”. Selecteer in het volgende scherm de gewenste test en klik op “OK”. Geef nu aan waar de test als XPO-bestand opgeslagen dient te worden en geef de bestandsnaam op. De test is nu opgeslagen in de gewenste map. Importeren van testpersoon en bijbehorende test uit een XPO-bestand Ga in de software naar “Test – Import tests…”. Zoek vervolgens het te importeren XPO-bestand op, selecteer deze en klik op “OK”. U krijgt nu een scherm met alle informatie van de test. Onderaan in dit scherm ziet u een vakje genaamd “Link to”. Bestaat de testpersoon al in de software database dan is automatisch dezelfde testpersoon geselecteerd om de testdata aan toe te voegen. Bestaat de testpersoon nog niet dan klikt u eerst op de knop “New patient”. In het vakje “Link to” verschijnt nu de testpersoon data. Zijn de gegevens in het vakje “Link to” in orde, klik dan op de knop “Import”. De data in het XPO-bestand zijn nu toegevoegd aan de software database. Back-up van database maken Ga in de software naar “File – Backup archive…”, u krijgt dan het onderstaande scherm:

Selecteer met de “Browse” functie een locatie voor de back-up. Voer in de invoerregel “Description” een eventuele beschrijving zoals bijvoorbeeld een datum in. Klik vervolgens op “OK” en uw gehele database zal op de gekozen locatie in de vorm van 2 bestanden bestand worden opgeslagen (een *.BKV en *.DIR bestand). Back-up van database terughalen Ga in de software naar “File – Restore archive…”. Let op: Kies niet voor “Initialize archive…” U krijgt nu eerst een waarschuwing dat alle data zal worden vervangen door de data in back-up. Kies “JA” als u verder wilt gaan. Selecteer vervolgens de locatie van de back-up en klik op “OK”. In het volgende scherm kunt u vervolgens de gewenste back-up selecteren. Merk op dat onderaan dit scherm de beschrijving van de back-up wordt weergegeven. Heeft u de juiste back-up geselecteerd, klik dan op “OK” en de database op in de software zal worden vervangen door de database in de back-up.


21

9:

Schoonmaken van onderdelen

Algemeen:   

Gebruik geen alcohol of vloeistoffen die glutaraldehyde bevatten; Gebruik geen schuurmiddelen of glasreinigers welke alcohol of ammonia bevatten; Gebruik geen stoom- of hogedrukreiniger.

Turbine Let op: Laat geen waterstraal door de turbine lopen, dit zal het gevoelige schoepje beschadigen. Let op: Haal de turbine uit de flowmeter houder zoals weergegeven in onderstaande plaatjes. Alléén de turbine dient rustig ondergedompeld te worden in een bleekhoudende oplossing. Deze oplossing bestaat uit 1 deel huishoud bleek (supermarkt) op 9 delen water. Laat de turbine ongeveer 10 tot 15 minuten staan in de oplossing (geheel onder water). Nadat de turbine lang genoeg in de bleekoplossing heeft gestaan kunt u de turbine in een bakje schoon water, voorzichtig een aantal keer heen en weer halen om de bleek restanten te verwijderen. De turbine is nu klaar voor een volgend gebruik, laat de turbine eventueel drogen op een handdoek. U kunt de werking van het schoepje zo nu en dan controleren door rustig door de turbine heen te blazen en te kijken of het schoepje normaal ronddraait en stopt.

Turbine + Flowmeter houder

Turbine

Masker, haarnetje en hartslagband Deze onderdelen kunt u gewoon met lauw tot warm water en een normale zeepoplossing onder de kraan schoonmaken. Droog de onderdelen af met een handdoek en ze zijn weer klaar voor gebruik. Steriliseren / Autoclaven van masker Eventueel is het siliconen masker te desinfecteren met heet water, of middels autoclaven. Let op: Alvorens een van beide methoden toe te passen; verwijder de plastic mondstukadapter uit het masker, deze is niet bestand tegen hoge temperaturen. Standaard autoclaving methode:  Rapid cycles of autoclave lasting 10 minutes at 132°C (270°F)  Heavy cycles of autoclave lasting 30 minutes at 121°C (250°F)  Pre vacuum cycles of autoclave lasting 30 minutes at 121°C (250°F)


22

10:

Onderdelen K4 b²

1. Masker + flowmeter; 2. Hartslag borstriem; 3. Oplaadbare batterij; 4. Draagharnas; 5. K4 b2 Unit; 6. Hartslag ontvanger; 7. Stroomkabel; 8. Ontvanger telemetrie; 9. RS232 kabel; 10. Laptop / PC.


23

11:

Stroom en antenne aansluiten (3 manieren)


24

12:

Hulp op afstand

Het gebruik van TeamViewer Medewerkers van Cosmed Benelux kunnen uw PC via het internet overnemen om u te helpen bij problemen of om instellingen voor u in uw software te maken. Als u dit wilt gaat u als volgt te werk: 1) Neem telefonisch contact op met TulipMed. Het kantoor is bereikbaar op: +31 (0)88-10 50 555 2) Als de TulipMed medewerker u dat vraagt kunt u het volgende programma (in veel gevallen gelokaliseerd op uw bureaublad, of te downloaden op http://www.tulipmed.nu/service ) openen:

Tulipmed Quick_support 3) U krijgt nu het volgende scherm:

Als u nu de “ID” code en het “Wachtwoord” doorgeeft aan de TulipMed medewerker kan deze uw PC op afstand bedienen.


25

Snelstart handleiding COSMED K4b²

Recommend Documents