SEPA migratiemonitor
Meting najaar 2013
Bewustwording, voorbereiding en gebruik van Europese betaalmiddelen door bedrijven en overheidsgebruikers in Nederland
November 2013
Nationaal Forum SEPA-migratie
INHOUDSOPGAVE
1.
2.
3.
INLEIDING EN SAMENVATTING
3
HOOFDRESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 2.1
SEPA-bewustzijn bedrijfsleven en overheidsgebruikers
5
2.2
Informatiebehoefte
8
2.3
Voorbereidingen op komst Europese betaalmiddelen
9
2.4
Ontwikkeling van software voor de overgang op SEPA
17
2.5
Houding ten aanzien van SEPA
18
2.6
Verwachte knelpunten van overgang naar Europese betaalmiddelen
19
CONCLUSIES
BIJLAGE I:
Onderzoeksmethodologie
21
23
2
1.
INLEIDING EN SAMENVATTING
De weg naar één Europese betaalmarkt (SEPA, Single Euro Payments Area) houdt voor bedrijven en de publieke sector vergaande aanpassingen en investeringen in. Op verzoek van betrokken partijen monitort DNB de SEPA-migratie van bedrijven en de publieke sector. Doel is inzicht te krijgen in •
het SEPA-bewustzijn en de kennis van de veranderingen voor de eigen organisatie;
•
de stadia van voorbereiding;
•
het feitelijke gebruik van Europese overschrijvingen en incasso’s.
Voor de gehanteerde onderzoeksmethodologie wordt verwezen naar bijlage I.
Voorliggende monitor beschrijft de resultaten van de achtste meting, die in het najaar van 2013 is verricht. Evenals bij de vorige meting is de enquête afgenomen bij het MKB, het grootbedrijf, het middelgrootbedrijf, gemeenten, waterschappen, publieke instellingen en IT-bedrijven die betalingssoftware ontwikkelen.
In maart 2012 is de campagne Over op IBAN gestart, met o.a. als doelstellingen het SEPA-bewustzijn onder bedrijven te verhogen en hen aan te zetten tot actie om zelf te gaan migreren naar de Europese overschrijving en incasso. In eerdere metingen bleek het bewustzijn al sterk gestegen te zijn en was ook vooruitgang te zien in voorbereidingen, maar was een meerderheid van de MKB’ers (voornamelijk bedrijven met minder dan 20 werknemers) nog niet gestart met de voorbereidingen. In mei 2013 zijn daarom radiospotjes en online communicatie ingezet met de boodschap “nu actie ondernemen”. Ook andere partijen, zoals banken en koepelorganisaties, hebben deze boodschap gecommuniceerd richting bedrijven. Deze monitor geeft inzicht in de resultaten hiervan.
Het algemene beeld dat uit de achtste meting naar voren komt is dat publieke instellingen, gemeenten, waterschappen, het middelgrootbedrijf en de grote bedrijven bekend zijn met de komst van SEPA. Het grootste deel van het MKB is inmiddels ook bekend met de komst van SEPA. Echter, er is nog altijd een groep van 14% van de MKB’ers die nog nooit gehoord hebben van SEPA.
De behoefte aan informatie varieert van algemeen (indien er nog weinig bekendheid is met SEPA), zeer specifieke vragen, tot geen informatiebehoefte (vooral bij partijen die zelf aangeven al een goed beeld te hebben van de impact van SEPA). De belangrijkste informatiebron voor de meeste groepen is de huisbank. De publieke instellingen zijn de enige uitzondering: bij deze groep wordt zowel de overheid, de huisbank en de vakbladen even vaak genoemd als informatiebron.
3
Ten opzichte van de vorige meting is er een vooruitgang in de voorbereiding op de komst van Europese betaalmiddelen. Met uitzondering van de kleine MKB’ers bevinden de meeste bedrijven en organisaties zich nu in vergevorderde stadia van voorbereidingen. Het aandeel bedrijven dat daadwerkelijk gemigreerd is naar de Europese betaalproducten blijft echter nog steeds achter, vooral bij de incasso’s. Veel bedrijven hebben hun migratie pas tegen het eind van 2013 gepland.
Over het algemeen zijn bedrijven en overheden neutraal tot positief over SEPA. Alleen bij het grootbedrijf zijn er meer bedrijven met een (licht) negatieve houding dan met een positieve. Dit was ook bij de vorige meting al het geval. De publieke instellingen zijn het meest positief, zelfs nog iets positiever dan bij de vorige meting. Ook de houding van het MKB en de gemeenten en waterschappen is iets positiever dan bij de vorige meting. De middelgrote bedrijven zijn juist iets minder positief geworden over SEPA.
Hoewel softwareleveranciers een stuk verder gevorderd zijn met de ontwikkeling van SEPA-proof software dan bij de vorige meting, is deze nog niet voltooid. De meeste leveranciers hebben hun pakketten inmiddels aangepast en uitgerold, maar een deel is nog bezig met bouwen en testen. Dit brengt risico’s met zich mee voor bedrijven die afhankelijk zijn van deze software.
4
HOOFDRESULTATEN UIT HET ONDERZOEK
2.1
SEPA-bewustzijn bedrijfsleven en overheidsgebruikers
De eerste stap in de migratie naar SEPA is het bewust worden van de eenwording van de Europese betaalmarkt. Dit wordt gemeten door te vragen of men van SEPA gehoord heeft, of men weet wat het inhoudt en of men een helder beeld heeft van de veranderingen voor de eigen organisatie. Bij alle ondervraagde groepen is een stijging te zien in het SEPA-bewustzijn.
Tabel 1:
Weet u wat de eenwording van de Europese betaalmarkt inhoudt?* Ja
Wel van gehoord, maar weet niet precies wat het inhoudt
Nooit van gehoord
51%
36%
14%
89%
10%
1%
MKB onderverdeeld naar grootteklassen 50-199 werknemers 20-49 werknemers 5-19 werknemers 2-4 werknemers ZZP
78% 75% 48% 41% 53%
21% 20% 38% 43% 33%
1% 5% 14% 16% 13%
MKB onderverdeeld naar sector Informatie en communicatie Groothandel Vervoer en opslag Horeca Zorg (markt) Detailhandel Industrie Cultuur/sport/recreatie Bouwnijverheid Zakelijke en financiële dienstverlening
61% 46% 39% 24% 60% 19% 38% 49% 34% 70%
35% 44% 32% 57% 25% 44% 37% 18% 56% 30%
4% 10% 30% 19% 15% 37% 25% 33% 10% 0%
Type gebruiker MKB (n=504) Middelgrootbedrijf (200-999 werknemers) (n=100)
Van het MKB geeft 51% aan te weten wat SEPA inhoudt, 36% heeft wel eens iets over SEPA gehoord maar weet niet precies wat het inhoudt en 14% heeft nog nooit van SEPA gehoord. Dit is wel een verbetering ten opzichte van eerdere metingen: in januari had 29% nog nooit van SEPA gehoord en bij de tussenmeting in april (alleen onder MKB en middelgrootbedrijf) was dit 31%. Van het middelgrootbedrijf weet nu 89% precies wat SEPA inhoudt. In januari was dit 74% en in april 86%. 1% geeft aan nog nooit van SEPA gehoord te hebben.
*
Aan de grootbedrijven, publieke instellingen en gemeenten is deze vraag niet gesteld omdat bij voorgaande metingen het bewustzijn al zeer hoog was.
5
Grafiek 1:
Heeft u een beeld van de veranderingen die de komst van Europese betaalmiddelen voor uw organisatie met zich meebrengt?
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% MKB
Middelgrootbedrijf
Geen inzicht
Grootbedrijf
Onvoldoende inzicht
Gemeenten en waterschappen
Algemeen beeld
Publieke instellingen
Volledig beeld
Van de MKB’ers heeft 79% een algemeen of volledig beeld van de veranderingen die SEPA meebrengt voor het eigen bedrijf (zie grafiek 1). Het percentage MKB’ers dat nog helemaal geen inzicht heeft ligt nu op 12%. Dit is een verbetering ten opzichte van eerdere metingen: in januari lag het percentage met ten minste een algemeen beeld op 61% en in april op 60%. Er is een verband tussen SEPA-bewustzijn en de grootte van het bedrijf, waarbij vooral opvalt dat bedrijven met 20 of meer werknemers meer kennis hebben van SEPA dan kleinere bedrijven. In alle sectoren heeft nu meer dan de helft van de bedrijven ten minste een algemeen beeld van de impact van SEPA. De zakelijke en financiële dienstverlening springt er wat kennis betreft in positieve zin uit. Bedrijven die specifieke veranderingen weten te noemen verwijzen vooral naar het aanpassen van rekeningnummers in debiteuren- (32%) en crediteurenbestanden (31%), het vermelden van IBAN op facturen (28%) en het aanpassen van het interne betalings- en administratiesysteem (12%). 15% van de MKB’ers weet geen enkele verandering te noemen.
Van de middelgrote bedrijven heeft 99% een algemeen of volledig beeld van de veranderingen die het met zich meebrengt voor het eigen bedrijf. Vrijwel geen enkel bedrijf is volledig onbekend met SEPA en de impact hiervan. Ook hier is het kennisniveau hoger dan bij eerdere metingen: in januari had 82% ten minste een algemeen beeld en in april 93%. De verandering die het meest genoemd worden door het middelgrootbedrijf is het aanpassen van rekeningnummers in debiteuren- en crediteurenbestanden. Meer dan de helft van de middelgrote bedrijven noemt dit (59% voor crediteurenbestanden, 54% voor debiteurenbestanden). Andere veranderingen die door relatief veel middelgrote bedrijven genoemd worden zijn het implementeren van SEPA-proof software (47%), het aanpassen van het interne betalings- en administratiesysteem (40%), het vermelden van IBAN op facturen (27%) en de afgifte
6
van nieuwe machtigingen bij zakelijke incasso’s (18%). Nagenoeg alle middelgrote bedrijven weten ten minste één verandering te noemen.
Aan de MKB’ers en middelgrote bedrijven is ook gevraagd of ze bekend zijn met IBAN. Bij 99% van het MKB en 100% van het middelgrootbedrijf is dit het geval. Vrijwel alle bedrijven zijn dus bekend met IBAN. Bij het middelgrootbedrijf was dit ook bij eerdere metingen het geval. Bij het MKB lag de bekendheid van IBAN in januari op 90% en in april op 96%.
Alle deelnemende grootbedrijven geven aan een algemeen of volledig beeld te hebben van de veranderingen die SEPA voor hun bedrijf met zich meebrengt. Ten opzichte van de vorige meting geven nu meer bedrijven aan een volledig beeld te hebben (99%, tegenover 88% een half jaar geleden). Als gevraagd wordt naar specifieke veranderingen noemen vrijwel alle grootbedrijven het vermelden van IBAN op facturen, het omzetten van rekeningnummers in crediteuren- en debiteurenbestanden, het aanpassen van het interne betalings- en administratiesysteem, het implementeren van SEPA-proof software en het aanpassen van contracten met banken. Ook het informeren van klanten en het vervangen van bestaande machtigingen bij de zakelijke incasso worden door een meerderheid van de grootbedrijven genoemd.
In de monitor zijn alle gemeenten en waterschappen die hebben deelgenomen aan het onderzoek op de hoogte van de overgang naar een Europese betaalmarkt. Het percentage dat zegt een volledig beeld te hebben is gestegen van 63% naar 91%. De grootste gemeenten (100.000 of meer inwoners) zeggen allen een volledig beeld te hebben. Van de gemeenten en waterschappen heeft 6% een algemeen beeld, terwijl 3% onvoldoende inzicht heeft. Als gevraagd wordt naar de maatregelen die ze moeten nemen weten de meesten te noemen dat IBAN vermeld moet worden op facturen, postpapier e.d., dat rekeningnummers aangepast moeten worden in crediteuren- en debiteurenbestanden, dat interne betalings- en administratiesysteem moet worden aangepast aan de Europese overschrijving en dat SEPA-proof software geïmplementeerd moet worden. Het grootste deel van de gemeenten en waterschappen noemt ook het aanpassen van de interne betalings- en administratiesysteem aan de Europese incasso, het aanpassen van contracten met banken en het informeren van klanten. De helft noemt het vervangen van de bestaande machtigingen bij zakelijke klanten.
Bij de publieke instellingen hebben, net als een half jaar geleden, alle deelnemers een volledig beeld over de komst van de Europese betaalmarkt. Maatregelen die het meest genoemd worden zijn: het implementeren van SEPA-proof software, het aanpassen van de rekeningnummers in crediteurenbestanden; het verplicht moeten vermelden van IBAN op facturen, postpapier e.d. en het informeren van klanten. Maatregelen die door iets bijna de helft van de publieke instellingen worden genoemd zijn: het aanpassen van interne betalings- en administratiesystemen aan de Europese
7
overschrijving en de Europese incasso, het aanpassen van de contracten met banken; en het aanpassen van rekeningen in debiteurenbestanden. Het vervangen van bestaande machtigingen bij zakelijke klanten wordt weinig genoemd.
Tabel 2:
Heeft u een beeld van de veranderingen die de komst van Europese betaalmiddelen voor uw bedrijf/organisatie met zich meebrengt? Geen inzicht
Onvoldoende inzicht
Algemeen beeld
Volledig beeld
Type gebruiker MKB (n=500) Middelgrootbedrijf (n=101) Grootbedrijf (n=85) Gemeenten en waterschappen (n=174) Publieke instellingen (n=14)
12% 0% 0% 0% 0%
10% 1% 0% 3% 0%
27% 12% 1% 6% 0%
52% 87% 99% 91% 100%
MKB onderverdeeld naar grootteklassen 50-199 werknemers 20-49 werknemers 5-19 werknemers 2-4 werknemers ZZP
4% 1% 8% 14% 12%
2% 6% 8% 16% 7%
8% 22% 25% 30% 27%
87% 70% 57% 40% 54%
MKB onderverdeeld naar sector Informatie en communicatie Groothandel Vervoer en opslag Horeca Zorg (markt) Detailhandel Industrie Cultuur/sport/recreatie Bouwnijverheid Zakelijke en financiële dienstverlening
18% 8% 15% 40% 1% 6% 23% 14% 37% 0%
2% 8% 23% 4% 17% 2% 11% 2% 11% 7%
15% 21% 22% 18% 20% 41% 39% 27% 30% 27%
64% 64% 40% 39% 62% 31% 28% 58% 22% 66%
Gemeenten onderverdeeld naar grootte 100.000 of meer inwoners 50.000 tot 100.000 inwoners 20.000 tot 50.000 inwoners 10.000 tot 20.000 inwoners 5.000 tot 10.000 inwoners Minder dan 5000 inwoners
0% 0% 0% 0% 0% 0%
0% 0% 4% 4% 0% 0%
0% 14% 4% 8% 0% 0%
100% 85% 90% 86% 100% 100%
2.2
Informatiebehoefte
Maar liefst 75% van de MKB’ers geeft aan geen behoefte te hebben aan (aanvullende) informatie over SEPA. MKB’ers die (nog) wel een informatiebehoefte hebben zijn vooral op zoek naar algemene informatie (9%).
Van de middelgrote bedrijven zegt 80% geen behoefte (meer) te hebben aan (aanvullende) informatie over SEPA. Bedrijven die wel informatie willen hebben vooral vragen over de wijzigingen bij
8
incasso’s (8%). Vooral bedrijven die weten wat SEPA inhoudt en een goed beeld hebben van wat dit voor hun organisatie betekent geven aan geen informatiebehoefte (meer) te hebben.
Grote bedrijven en organisaties hebben vooral behoefte aan informatie over de migratiestatus in andere landen (26%), juridische verschillen in betaalvoorwaarden tussen eurolanden (25%), de nationale communicatiecampagne (16%) en het gebruik van BIC (12%). 33% van de grootbedrijven heeft geen informatiebehoefte (meer).
Gemeenten en waterschappen geven op dit moment aan met 74% geen informatiebehoefte te hebben. Indien er wel vragen zijn, is dat grotendeels over veranderingen van de binnenlandse betaaltarieven (12%), of naast IBAN ook BIC gebruikt moet worden (12%) en de migratiestatus in andere eurolanden (10%).
Een groot deel van de publieke instellingen geeft aan nergens meer over geïnformeerd te hoeven worden (71%). Indien er wel wat wordt aangegeven zijn het vragen over welke nationale betaalmiddelen precies vervangen worden door Europese varianten (14%) en enkele andere vragen waarvan bij elke vraag enkel één publieke instelling wat wil weten.
Evenals bij de vorige meting is deze monitor gevraagd door welke instanties deelnemers geïnformeerd zijn over de komst van Europese betaalmiddelen. Bijna alle ondervraagde groepen is het meest geïnformeerd door de eigen huisbank. De publieke instellingen noemen de overheid, de huisbank en de vakbladen evenveel als belangrijke informatiebron. Voor de top 3 van genoemde instanties per doelgroep, zie tabel 3.
Tabel 3:
Top 3 genoemde instanties waardoor deelnemers geïnformeerd zijn over de
komst van Europese betaalmiddelen MKB Huisbank Media Boekhouder/ accountant/ administratiekantoor 2.3
Middelgrootbedrijf Grootbedrijf Gemeenten en waterschappen Huisbank Huisbank Huisbank Media Media Softwareleverancier ICT-leverancier DNB De overheid
Publieke instellingen De overheid Huisbank Vakbladen
Voorbereidingen op komst Europese betaalmiddelen
Er blijven grote verschillen bestaan tussen groepen gebruikers in de voortgang en voorbereiding op de komst van de Europese overschrijving (SEPA Credit Transfer, SCT) en de Europese Incasso (SEPA Direct Debit, SDD). Bij alle groepen is vooruitgang te zien in de voorbereidingen op de komst van
9
Europese betaalmiddelen. Ook zijn er gebruikers die inmiddels volledig over zijn op de Europese betaalmiddelen.
Van de MKB’ers is ruim een derde nog niet begonnen met de voorbereidingen, maar dit percentage is wel sterk gedaald ten opzichte van eerdere metingen. In de andere groepen zijn de meeste bedrijven/organisaties inmiddels ver gevorderd met hun migratie. Van het middelgroot- en grootbedrijf bevindt de meerderheid zich nu in de test- of implementatiefase, of is al helemaal over. De meeste gemeenten en waterschappen bevinden zich in de uitvoerings-, test of implementatiefase. De publieke instellingen zijn in de uitvoerings- test of implementatiefase, of zijn als helemaal over.
Europese overschrijving Van het MKB heeft 36% nog geen voorbereidingen getroffen voor de overgang op de Europese overschrijving (zie grafiek 2). In januari was dit 61% en in april 53%. Het gaat hierbij vooral de kleinste MKB’ers, met minder dan 5 werknemers. Er zijn grote verschillen tussen sectoren, waarbij de groothandel het verst gevorderd is. (zie tabel 4, op bladzijde 14/15).
Grafiek 2: Voorbereiding Europese overschrijving 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% MKB
Middelgrootbedrijf
Grootbedrijf
Gemeenten en waterschappen
Publieke instellingen
Weinig tot niets
Uitzoeken wat er moet gebeuren
Bezig met de impactanalyse
Bezig met de requirements/opstellen van een plan
Uitvoering is intern gestart
Bezig met het testen
Bezig met de implementatie
Volledig over op de Europese overschrijving
Van de MKB’ers die nog niets aan de voorbereiding gedaan hebben verwacht 25% dat alles geregeld wordt door de bank, heeft 24% nog geen tijd gehad, denkt 17% nog voldoende tijd te hebben voor de deadline en wist 16% nog niet dat ze verplicht iets moesten doen. Van de MKB’ers die al wel begonnen zijn met uitzoeken wat er moet gebeuren maar nog niet concreet met de voorbereidingen bezig zijn zegt 32% maar weinig aan te hoeven passen voor hun bedrijf en heeft eveneens 32% nog geen tijd gehad.
10
32% van het MKB is al volledig over de Europese overschrijving, 31% is van plan in de resterende maanden van 2013 te migreren (waarbij december de meest populaire migratiemaand is) en 13% wacht tot begin 2014. 27% kan nog niet aangeven wanneer ze gaan migreren.
Van het middelgrootbedrijf heeft 1% nog niets gedaan voor de overgang op de Europese overschrijving. In januari was dit nog 15% en in april 9%. 2% van de middelgrote bedrijven bevindt zich in de uitzoekfase. Dit betekent dat vrijwel alle middelgrootbedrijven concreet bezig zijn met de voorbereidingen of al helemaal over zijn.
Van de middelgrootbedrijven is 25% al volledig over op de Europese overschrijving. 68% is van plan in de laatste maanden van 2013 te migreren, waarbij wederom december de populairste migratiemaand is. 8% wacht tot begin 2014 en 6% heeft nog geen concrete planning.
Alle grootbedrijven zijn bezig met de voorbereidingen op de Europese overschrijving. Verreweg de meeste bedrijven zijn bezig met testen (34%) en implementatie (28%), de twee laatste voorbereidingsfasen. 18% bevindt zich in een eerdere fase van de interne uitvoering en 1% is nog bezig met het opstellen van een impactanalyse. Hiermee is het aandeel dat zich nog in de beginfasen bevindt duidelijk gedaald ten opzichte van de vorige meting (toen had 26% nog geen intern migratieplan opgestart) en zijn meer bedrijven aangekomen in de laatste fasen (toen was 25% bezig met testen of implementatie). Het percentage bedrijven dat al volledig over is op de Europese overschrijving is gestegen van 6% naar 19%.
De meest genoemde maanden om te migreren zijn oktober (27%), november (32%) en december (14%) 2013. Slechts 2% wil wachten tot januari 2014. Hierbij moet opgemerkt worden dat gevraagd is naar de datum waarop het bedrijf volledig gemigreerd is: als een bedrijf gefaseerd migreert zal een deel van de overschrijvingen al eerder over zijn dan in de hier genoemde maanden. Van de grootbedrijven heeft 2% nog geen concrete planning voor de overstap op de SCT. Bij de vorige meting was dit 10%.
Uit de resultaten van de gemeenten en waterschappen blijkt dat 9% helemaal over is op de Europese overschrijving. Dit was bij de vorige meting 3%. Van de gemeenten en waterschappen die al gebruik maken van de Europese overschrijving gebruikt 58% deze voor binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen. Aan de andere kant heeft 1% van de gemeenten en waterschappen nog niets gedaan, 1% bezig is met uitzoeken wat er dient te gebeuren, 2% is bezig met de impactanalyse en 1% met de requirements en het opstellen van een plan. Het grootste deel van de gemeenten en waterschappen is gestart met de uitvoering (32%), het testen (15%) en de implementatie (29%) van de Europese
11
overschrijving. De meeste gemeenten en waterschappen die nog niet volledig over zijn op het gebruik van de Europese overschrijving geven aan in november of december 2013 over te gaan.
De helft van de publieke instellingen zijn helemaal over op de Europese overschrijving. De overige 50% is bezig met de uitvoering van de overgang naar de Europese overschrijving. Van de publieke instellingen die al gebruik maken van de Europese overschrijvingen gebruikt 67% deze voor zowel binnenlandse als buitenlandse overschrijvingen. De meeste publieke instellingen die nog niet volledig over zijn op het gebruik van de Europese overschrijving geven aan in oktober 2013 (29%) of januari 2014 (43%) over te gaan.
Europese incasso Bedrijven en organisaties die gebruik maken van incasso’s moeten zich niet alleen voorbereiden op de Europese overschrijving, maar ook voor de Europese incasso. Uit de enquête blijkt dat 25% van de MKB’ers, 58% van de middelgrootbedrijven, 95% van de grootbedrijven, 71% van de gemeenten en waterschappen en 50% van de publieke instellingen gebruik maken van incasso’s. De voorbereidingen van deze bedrijven en instellingen op de Europese incasso lopen over het algemeen nog achter op de voorbereidingen op de Europese overschrijving.
Bij de publieke instellingen zijn alle deelnemers bezig met de uitvoering (35%), het testen (50%) en de implementatie (17%). Eén deelnemer van de publieke instellingen is al helemaal over op de Europese incasso. Bij de gemeenten en waterschappen is de groep die nog niets gedaan heeft verder gedaald tot 2%. 5% van de gemeenten en waterschappen is volledig over op de Europese incasso. 1% is aan het uitzoeken wat er gedaan moet worden, en 88% is bezig met voorbereidingen (ten opzichte van 64% in de vorige meting). De meeste gemeenten en waterschappen geven aan in november/december 2013 over te gaan. De meeste publieke instellingen geven aan in oktober 2013 of januari 2014 over te gaan. Van de MKB’ers die op dit moment gebruik maken van incasso’s wil 23% hiermee stoppen. Het gaat daarbij voor het overgrote deel over bedrijven die jaarlijks minder dan 1000 betalingen per incasso ontvangen. Van de MKB’ers die wél over willen stappen op de Europese incasso heeft 35% nog niets gedaan aan de voorbereidingen op de Europese incasso. In januari was dit 75% en in april 56%. Grotere MKB’ers zijn verder gevorderd dan kleinere. Van de sectoren zijn de zorg en informatie en communicatie het verst gevorderd. Van de bedrijven die nog niets gedaan hebben geeft 27% dat dit geregeld wordt door hun externe boekhouder/accountant/administratiekantoor, heeft 23% nog geen tijd gehad en denkt 16% dat er voor hun bedrijf maar weinig aanpassingen nodig zijn. MKB’ers die wel bezig zijn met uitzoeken wat er moet gebeuren maar nog niet begonnen zijn met de concrete voorbereidingen denken nog voldoende
12
tijd te hebben (52%), hebben nog onvoldoende informatie (27%) of hebben nog geen tijd gehad (19%). Grafiek 3: Voorbereiding Europese incasso 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% MKB (n=152)
Middelgrootbedrijf (n=55)
Weinig tot niets Bezig met de impactanalyse Uitvoering is intern gestart Bezig met de implementatie
Grootbedrijf (n=80)
Gemeenten en Publieke instellingen waterschappen (n=7) (n=120) Uitzoeken wat er moet gebeuren Bezig met de requirements/opstellen van een plan Bezig met het testen Volledig over op de Europese incasso
41% van de MKB’ers die overstappen op de Europese incasso weet nog niet wanneer ze deze overstap gaan maken.52% geeft een maandplanning, waarbij december de meest genoemde maand is (30%). In totaal wil 38% nog in 2013 migreren en wacht 14% tot januari 2014. 7% is al volledig over.
Van de middelgrote bedrijven die incasso’s gebruiken wil 1% hiermee stoppen. Van de bedrijven die wel overstappen op de Europese incasso heeft 16% hier nog niets aan gedaan. Dit is vergelijkbaar met de meting in april maar wel duidelijk minder dan bij de meting in januari (toen had 28% nog niets gedaan). Van de middelgrote bedrijven heeft 23% nog geen planning voor de overstap op de Europese incasso. Bij de 71% van de middelgrootbedrijven die een maandplanning geven is december de meest genoemde migratiemaanden (30%). Van de middelgrote bedrijven wil 55% nog in 2013 migreren, terwijl 18% wacht tot begin 2014. 5% van deze bedrijven is al gemigreerd.
Van de incassanten onder het grootbedrijf stopt eveneens 1% met het gebruik van incasso’s. De overige incassanten zijn allemaal bezig met de voorbereidingen op de Europese incasso of zijn al overgestapt. Een klein deel is nog bezig met het opstellen van een impactanalyse (1%) of het opstellen van een plan (6%), maar de meesten zijn bezig met de interne uitvoering (14%), testen (39%) of implementatie (31%). 9% is al volledig over.
13
Bij deze meting heeft 4% van de grootbedrijven nog geen concrete planning voor de overstap op de Europese incasso. De meest genoemde migratiemaanden zijn oktober (26%), november (35%) en december (20%). 4% is van plan pas in januari 2014 te migreren.
Tabel 4: Voorbereidingsfase op overgang Europese betaalmiddelen Europese overschrijving Weinig tot niets gedaan
Bezig met uitzoeken en impactanalyse
Bezig met requirements en uitvoering
Type gebruiker MKB Middelgrootbedrijf Grootbedrijf Gemeenten en waterschappen
36% 1% 0% 1%
7% 2% 1% 4%
6% 13% 18% 36%
19% 69% 62% 48%
32% 25% 19% 9%
Publieke instellingen
0%
0%
15%
35%
50%
MKB onderverdeeld naar grootteklasse 50-199 werknemers 7% 20-49 werknemers 9% 5-19 werknemers 14% 2-4 werknemers 38% ZZP 41%
7% 9% 14% 12% 5%
16% 22% 15% 7% 3%
53% 40% 26% 13% 18%
17% 20% 31% 29% 34%
22% 8% 29% 47% 22% 34% 43% 46% 48%
9% 0% 5% 10% 5% 22% 15% 1% 8%
2% 8% 16% 3% 6% 10% 7% 11% 8%
33% 19% 15% 16% 19% 10% 8% 6% 15%
35% 55% 35% 24% 38% 22% 27% 36% 21%
38%
4%
2%
24%
74%
Gemeenten onderverdeeld naar grootte 100.000 of meer inwoners 0% 50.000 tot 100.000 inwoners 0% 20.000 tot 50.000 inwoners 0% 10.000 tot 20.000 inwoners 2% 5.000 tot 10.000 inwoners 14% Minder dan 5000 inwoners 0%
0% 7% 4% 4% 0% 0%
18% 50% 38% 42% 28% 0%
63% 42% 50% 40% 42% 100%
18% 0% 8% 11% 14% 0%
MKB onderverdeeld naar sector Informatie en communicatie Groothandel Vervoer en opslag Horeca Zorg (markt) Detailhandel Industrie Cultuur/sport/ recreatie Bouwnijverheid Zakelijke en financiële dienstverlening
Bezig met testen Volledig en implementatie over
14
Weinig tot niets gedaan
Bezig met uitzoeken en impactanalyse
35% 16% 0%
30% 12% 1%
2%
8%
0%
MKB onderverdeeld naar grootteklasse 50-199 werknemers 9% 20-49 werknemers 15% 5-19 werknemers 29% 2-4 werknemers 48% ZZP 23%
Type gebruiker MKB (n=152) Middelgrootbedrijf (n=55) Grootbedrijf (n=80) Gemeenten en waterschappen (n=120) Publieke instellingen (n=7)
Europese incasso Bezig met requirements en uitvoering
Bezig met testen Volledig en implementatie over
5% 18% 20% 51%
23% 48% 70% 32%
7% 5% 9%
0%
28%
58%
14%
14% 13% 7% 21% 62%
32% 15% 18% 0% 0%
40% 51% 34% 21% 14%
5% 7% 13% 10% 0%
9% 21% 38% 53% 16% 45% 65% 50% 50%
6% 34% 14% 0% 4% 35% 22% 14% 34%
22% 13% 7% 0% 9% 8% 3% 18% 0%
52% 32% 26% 39% 47% 4% 10% 11% 8%
10% 0% 15% 8% 24% 8% 0% 7% 8%
27%
50%
0%
22%
0%
Gemeenten onderverdeeld naar grootte 100.000 of meer inwoners 0% 50.000 tot 100.000 inwoners 0% 20.000 tot 50.000 inwoners 2% 10.000 tot 20.000 inwoners 3% 5.000 tot 10.000 inwoners 25% Minder dan 5000 inwoners 0%
0% 0% 13% 6% 0% 0%
35% 58% 50% 56% 75% 0%
57% 42% 31% 23% 0% 0%
7% 0% 3% 10% 0% 0%
MKB onderverdeeld naar sector Informatie en communicatie Groothandel Vervoer en opslag Horeca Zorg (markt) Detailhandel Industrie Cultuur/sport/ recreatie Bouwnijverheid Zakelijke en financiële dienstverlening
5%
IBAN-acceptgiro In deze monitor is voor de derde keer gemeten hoever de verschillende groepen deelnemers zijn in de voorbereiding op de komst van de IBAN-acceptgiro. Acceptgiro’s worden gebruikt door 4% van het MKB, 8% van het middelgrootbedrijf, 64% van het grootbedrijf, 71% van de gemeenten en waterschappen en 29% van de publieke instellingen. Een deel van de huidige acceptgiroverspreiders is van plan hiermee te stoppen en gaat dus niet over op de IBAN-acceptgiro. Dit geldt bij het MKB voor 3% van de acceptgiroverspreiders, bij het middelgrootbedrijf voor 27%, bij het grootbedrijf voor 7%, bij de gemeenten en waterschappen voor 27% en bij de publieke instellingen voor 25%. De hieronder gegeven cijfers over de voortgang van de voorbereidingen gaan alleen over die bedrijven en organisaties die wél overstappen op de IBAN-acceptgiro.
15
Van de ondervraagde groepen gebruiken de grootbedrijven en de gemeenten/waterschappen de acceptgiro het meest. Gezien de lage absolute aantallen acceptgiroverspreiders onder de respondenten in de groepen MKB, middelgrootbedrijf en publieke instellingen zijn de resultaten voor deze groepen minder betrouwbaar. Deze resultaten zijn wel weergegeven in grafiek 4.
Van de grootbedrijven die nu acceptgiro’s verspreiden wil 7% hiermee stoppen. De meeste bedrijven die wel over willen stappen op de IBAN-acceptgiro zijn bezig met uitvoering (22%), testen (32%) of implementatie (22%). 16% is al over en de overige bedrijven hebben allemaal een planning, waarbij oktober (24%) en november (30%) de meest populaire maanden zijn. Slechts 8% wacht tot begin 2014.
Bijna alle gemeenten en waterschappen die gebruik blijven maken van acceptgiro’s is inmiddels gestart met de voorbereidingen op de komst van de IBAN-acceptgiro (90% ten opzichte van 55% in de vorige monitor). Enkel 2% heeft nog niets gedaan en 3% is aan het uitzoeken wat er geregeld moet worden. 5% is inmiddels helemaal over op de Europese acceptgiro. Er is een aanzienlijk deel van de gemeenten en waterschappen die momenteel gebruik maakt van acceptgiro’s maar met de overgang naar SEPA stopt met het gebruiken van acceptgiro’s (27%). De planning bij de meest gemeenten en waterschappen is om in november/december 2013 over te gaan op de IBAN-acceptgiro.
Grafiek 4: Voorbereiding IBAN-acceptgiro 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% MKB (n=15)
Middelgrootbedrijf (n=6)
Weinig tot niets Bezig met de impactanalyse Uitvoering is intern gestart Bezig met de implementatie
Grootbedrijf (n=50)
Gemeenten en Publieke instellingen waterschappen (n=3) (n=90) Uitzoeken wat er moet gebeuren Bezig met de requirements/opstellen van een plan Bezig met het testen Volledig over op de IBAN-Acceptgiro
16
2.4 Ontwikkeling van software voor de overgang op SEPA Deze monitor hebben 46 softwarebedrijven deelgenomen aan de inventarisatie. Ten opzichte van de vorige meting is het percentage bedrijven dat de softwarepakketten heeft aangepast voor gebruik van de Europese overschrijving en incasso sterk gestegen. Waar bij de vorige meting slechts 40% van de leveranciers de aanpassingen voor de Europese overschrijving voltooid had, is dat nu 80%. 9% bevindt zich nu in de laatste voorbereidingsfase, de testfase. 11% is nog bezig met het bouwen van de software. Volgens de huidige planningen rolt 7% van de leveranciers (het laatste deel van) hun aangepaste pakketten pas in december uit.
De aanpassingen voor de Europese incasso zijn iets minder ver gevorderd: 71% van de leveranciers heeft deze inmiddels voltooid (bij de vorige meting was dit 30%). De overige leveranciers zijn nog bezig met het bouwen (22%) en testen (7%) van de pakketten. Ook hier is 7% van plan pas in december de aangepaste pakketten uit te rollen en 2% heeft nog geen planning voor de uitrol van de aangepaste software.
Hoewel er dus een duidelijke vooruitgang is ten opzichte van de vorige meting, is een paar maanden voor de deadline de ontwikkeling van SEPA-proof software nog niet voltooid. Bedrijven die afhankelijk zijn van software die pas in december wordt uitgerold kunnen hierdoor pas vlak voor de deadline migreren, wat het risico met zich meebrengt dat deze bedrijven in de problemen komen.
Grafiek 5:
Hoe ver bent u met de ontwikkeling van software van SEPA-betaalmiddelen voor binnenlandse betalingen?
Europese overschrijving 0%
0%
Europese incasso
0%
0%
0%
0%
De software is klaar voor gebruik Bezig met testen
9% 22% 11%
Bezig met het bouwen van de software Bezig met ontwerp en specificaties Bezig met analyse
7%
71% 80%
Nog niet begonnen
De meeste leveranciers (57%) geven aan dat de software al bij verschillende klanten is aangepast, 10% heeft afspraken gemaakt om dit binnen een bepaalde termijn te doen en 14% is al wel in gesprek met
17
klanten maar heeft nog geen concrete afspraken gemaakt. 14% geeft aan dat klanten zelf hun software moeten updaten en bij 5% wordt de implementatie door derden verzorgd.
Van de leveranciers die software aanbieden voor acceptgiro’s heeft 62% deze al aangepast voor de IBAN-acceptgiro, is 23% nog niet klaar maar heeft wel een uitroldatum gepland en heeft 15% nog geen datum gepland (maar was wel bekend met de wijzigingen).
Van de leveranciers die ook software aanbieden voor het verwerken van retourinformatie heeft 73% de wijzigingen in het MT940 formaat en de reconciliatieprocessen als gevolg van SEPA al doorgevoerd. 23% heeft deze nog niet doorgevoerd maar is wel bekend met de wijzigingen, 5% is met deze wijzigingen niet bekend.
De leveranciers is ook gevraagd hoe ver ze voor hun eigen bedrijf zijn met de overgang op de Europese overschrijving. Hieruit blijkt dat 36% bezig is met de interne uitvoering en 32% met testen. 32% is al helemaal over. Dit is een sterke verbetering ten opzichte van de vorige meting. De softwareleveranciers die incasso’s gebruiken zijn bezig met de interne uitvoering (40%), testen (7%) of implementatie (27%) of zijn al helemaal over op de Europese incasso (27%).
De meest genoemde knelpunten door softwareleveranciers zijn onvoldoende standaardisatie in de bank-klant interface (48%), banken/processoren die niet op tijd klaar zijn (33%), onduidelijkheid over de aanpassingen van de rekeningafschriften naar de Europese (ISO)standaarden (22%) en een gebrek aan testfaciliteiten (20%). 33% ziet geen knelpunten.
De meest genoemde onderwerpen waar softwareleveranciers nog over geïnformeerd willen worden zijn verschillen tussen banken in de aanlevering van betaalopdrachten (68%), de migratiestatus in andere eurolanden (36%) en de specificaties van de Europese betaalmiddelen (14%). Deze informatie zouden ze van de NVB of van DNB willen ontvangen.
2.5
Houding ten aanzien van SEPA
Het oordeel over de verwachte gevolgen van SEPA voor de eigen organisatie is over het algemeen neutraal tot positief (zie grafiek 6). Alleen bij het grootbedrijf zijn er meer bedrijven met een (licht) negatieve houding dan met een positieve. Van alle groepen zijn de publieke bedrijven het meest positief (zie tabel 5).
Publieke instellingen, MKB en gemeenten en waterschappen zijn ten opzichte van de vorige meting iets positiever geworden over SEPA, het grootbedrijf geeft hetzelfde oordeel als bij de vorige meting en middelgrote bedrijven zijn iets minder positief dan een half jaar geleden. Er zijn bij deze meting
18
binnen het MKB nauwelijks verschillen tussen grootteklassen en sectoren: alle groepen waarderen SEPA licht positief. Grafiek 6:
Verwachte gevolgen van SEPA voor uw organisatie
Publieke instellingen Gemeenten Grootbedrijf Middelgrootbedrijf MKB 0%
10%
20%
1 (zeer ongunstig)
Tabel 5:
2
30% 3
40%
50%
4 (neutraal)
60% 5
6
70%
80%
90%
100%
7 (zeer gunstig)
Gemiddelde oordelen over SEPA
MKB Middelgrootbedrijf Grootbedrijf Gemeenten (en waterschappen) Publieke instellingen
Najaar 2010 4,6 4,2 3,7
Voorjaar 2011 4,3 4,8 4,3 4,2
Najaar 2011 4,1 4,6 4,5 4,0
Voorjaar 2012 4,1 4,5 4,1 4,3
Najaar 2012 4,5 4,6 3,6 4,4
Voorjaar 2013 4,2 4,8 3,7 4,4
Najaar 2013 4,5 4,5 3,7 4,6
6,2
3,9
4,3
5,1
4,3
4,4
4,9
Eén van de doelstellingen van de Over op IBAN-campagne is een neutrale houding t.o.v. SEPA. De waardering van SEPA onder de grootbedrijven is in het najaar van 2012 tot iets onder het neutrale niveau gedaald en sindsdien op dit niveau gebleven. De bedrijven die echt negatief zijn over SEPA zijn nog steeds in de minderheid.
2.6
Verwachte knelpunten van overgang naar Europese betaalmiddelen
Aan bedrijven en overheden is ook gevraagd welke knelpunten zij zien bij de overgang naar SEPA. De meest genoemde knelpunten zijn opgenomen in tabel 6.
57% van de MKB’ers ziet geen knelpunten. Verder weet 13% van de MKB’ers niet wat mogelijke knelpunten zouden kunnen zijn. MKB’ers die wel knelpunten noemen vrezen vooral dat hun klanten en ook zijzelf fouten zullen maken bij overboekingen en dat nieuwe software mogelijk niet goed werkt.
19
Bij het middelgrootbedrijf is ziet 53% geen knelpunten. Middelgrote bedrijven die wel knelpunten zien wijzen vooral op de tijd die men kwijt is aan de aanpassingen in de administratie, het risico dat softwareleveranciers niet op tijd klaar zijn en onvoldoende standaardisatie tussen landen en tussen banken.
Grootbedrijven weten in tegenstelling tot MKB’ers en middelgrote bedrijven veel mogelijke knelpunten te noemen. Slechts 5% ziet geen knelpunten. De hoeveelheid tijd die men kwijt is aan de benodigde aanpassingen wordt door meer dan de helft van de grootbedrijven genoemd, evenals hoge investeringskosten en onvoldoende standaardisatie tussen banken. Ook nieuwe software die niet goed werkt en het risico dat banken niet op tijd klaar zijn worden veel genoemd.
De verwachte knelpunten bij de gemeenten en waterschappen zijn vergelijkbaar met de vorige meting. De voornaamste knelpunten die worden gezien door gemeenten en waterschappen is nieuwe software die niet goed werkt, veel tijd kwijt aan benodigde aanpassingen en dat softwareleveranciers mogelijk niet op tijd klaar zijn. Verder vreest men dat men meer fouten gaat maken bij overboekingen naar crediteuren en dat er mogelijk een file ontstaat bij banken en softwareleveranciers indien veel bedrijven en organisaties tegelijk willen migreren.
De publieke instellingen wijzen vooral op de tijd die het kost om de aanpassingen door te voeren, hoge investeringskosten, fouten bij overboekingen door burgers en bedrijven en onvoldoende standaardisatie tussen banken.
Tabel 6:
Meest genoemde knelpunten per gebruikersgroep
MKB Geen knelpunten
Weet niet
Veel fouten bij overboekingen door klanten Veel fouten bij overboekingen naar crediteuren Nieuwe software die niet goed werkt
Middelgrootbedrijf Geen knelpunten
Veel tijd kwijt aan de benodigde aanpassingen Softwareleveranciers zijn mogelijk niet op tijd klaar Onvoldoende standaardisatie tussen landen Onvoldoende standaardisatie tussen banken
Grootbedrijf
Gemeenten en waterschappen Nieuwe software die niet goed werkt
Publieke instellingen Veel tijd kwijt aan benodigde aanpassingen
Veel tijd kwijt aan benodigde aanpassingen
Hoge investeringskosten
Onvoldoende standaardisatie tussen banken
Softwareleveranciers zijn mogelijk niet op tijd klaar
Nieuwe software die niet goed werkt Banken zijn mogelijk niet op tijd klaar
Veel fouten bij overboekingen naar crediteuren Het mogelijk ontstaan van een file bij softwareleveranciers of
Veel fouten bij overboekingen door burgers en bedrijven Onvoldoende standaardisatie tussen banken Geen knelpunten
Veel tijd kwijt aan de benodigde aanpassingen Hoge investeringskosten
20
banken
3.
CONCLUSIES
Uit de achtste SEPA-Migratiemonitor van het najaar 2013 blijkt dat veel bedrijven en organisaties zich in een vergevorderd stadium van de migratievoorbereidingen bevinden, maar ook dat de daadwerkelijke migratie bij veel bedrijven en organisaties pas kort voor de einddatum gepland is. Hiermee lopen zij aanzienlijk risico om over de deadline heen te schieten, waardoor tijdelijke oplossingen nodig zijn zoals conversiediensten of het versturen van facturen in plaats van incasso’s.
Bij alle onderzochte groepen is de bekendheid met SEPA flink toegenomen en is ook een vooruitgang waargenomen in de voorbereiding op de komst van Europese betaalmiddelen. Inmiddels is in alle groepen, inclusief de kleinste MKB’ers, een meerderheid aan de slag met de voorbereidingen of al gemigreerd.
Kleinere MKB’ers bevinden zich nog relatief vaak in de fase van uitzoeken wat er moet gebeuren, zeker waar het de incasso’s betreft. De migratie naar de Europese overschrijving is bij 32% van het MKB al volledig voltooid. Grotere MKB’ers zijn merendeels bezig met uitvoering, testen of implementatie, waarbij de voorbereidingen op de Europese overschrijving verder gevorderd zijn dan die op de Europese incasso. De meerderheid van het grootbedrijf, middelgrootbedrijf en de publieke instellingen bevindt zich in de laatste twee fasen van de voorbereidingen (testen en implementatie) of is al volledig over. Voor wat betreft de overschrijvingen geldt dit ook voor de gemeenten. Met de incasso’s is deze groep iets minder ver gevorderd: het grootste deel bevindt zich nog in de uitvoeringsfase.
Hoewel het aandeel bedrijven en organisaties dat nog niet begonnen is met de voorbereidingen sterk gedaald is, is er nog steeds een groep die nog niet in actie gekomen is. Het gaat hierbij voornamelijk om kleine MKB’ers, maar ook een deel van het middelgrootbedrijf en een zeer klein deel van de lokale overheden is nog niet gestart. Bij het middelgrootbedrijf is het percentage dat nog niet begonnen is aan de voorbereidingen voor de Europese incasso bovendien niet gedaald sinds de meting in januari, terwijl wel vrijwel alle middelgrote bedrijven op de hoogte zijn van SEPA en de impact hiervan voor de eigen organisatie. Deze bedrijven lopen het risico dat zij ná 1 februari geen gebruik meer kunnen maken van incasso’s.
Het grootste deel van de ondervraagde gebruikers geeft aan geen behoefte aan (aanvullende) informatie over SEPA te hebben. MKB’ers die nog wel een informatiebehoefte hebben zijn vooral op
21
zoek naar algemene informatie. Middelgrote bedrijven die informatie willen, hebben vooral vragen over de wijzigingen bij incasso’s. De behoefte van enkele gemeenten en waterschappen is meer informatie te ontvangen over veranderingen van de binnenlandse betaaltarieven, of naast IBAN ook BIC gebruikt moet worden en de migratiestatus in andere eurolanden. Enkele publieke instellingen zouden nog meer informatie willen over welke nationale betaalmiddelen precies vervangen worden door Europese varianten. Bij een groot deel van de grote bedrijven ligt er wel een specifieke informatiebehoefte. Voor grootbedrijven ligt de grootste behoefte aan informatie bij de migratiestatus in andere landen en juridische verschillen in betaalvoorwaarden tussen eurolanden.
Over het algemeen zijn bedrijven en overheden neutraal tot positief over SEPA. De publieke instellingen zijn het meest positief. Enkel bij het grootbedrijf zijn er meer bedrijven met een (licht) negatieve houding dan met een positieve houding. De meeste gebruikers groepen zijn positiever ten opzichte van SEPA dan bij de vorige monitor. Enkel de middelgrote bedrijven zijn iets negatiever ten opzichte van de vorige meting. Het grootbedrijf heeft nog hetzelfde oordeel over SEPA als bij de vorige meting. De meest genoemde knelpunten zijn de hoeveelheid tijd die men kwijt is aan de benodigde aanpassingen en hoge investeringskosten. Ook software die te laat klaar is of niet goed werkt wordt door veel bedrijven en organisaties als een knelpunt gezien.
Hoewel de ontwikkeling van software voor zowel de Europese overschrijving als voor de Europese incasso vooruit is gegaan en het merendeel van de leveranciers de aangepaste pakketten inmiddels heeft uitgerold, is een deel van de software nog altijd niet gereed voor SEPA. De laatste pakketten (7%) zullen volgens de huidige planningen pas in december klaar zijn. Bedrijven die van deze pakketten afhankelijk zijn kunnen dus pas kort voor de einddatum migreren en lopen zelfs het risico over de deadline heen te schieten, zeker als er nog verdere vertraging optreedt bij de ontwikkeling, uitrol of implementatie van deze software.
In deze monitor is voor de derde keer geïnventariseerd hoe ver de verschillende groepen deelnemers zijn in de voorbereidingen op de komst van de IBAN-acceptgiro. De (toekomstige) gebruikers van dit product zijn voornamelijk grootbedrijven en gemeenten. Grootbedrijven bevinden zich voornamelijk in de test- en implementatiefasen, terwijl veel gemeenten nog bezig zijn met de interne uitvoering. Van de gemeenten die acceptgiro’s verspreiden is 27% van plan niet over te stappen op de IBANacceptgiro. Bij het grootbedrijf is dit 7%.
22
Bijlage I – Onderzoeksmethodologie
1. Vragenlijsten
Het MOB-secretariaat heeft vragenlijsten opgesteld voor zes typen zakelijke afnemers van betaaldiensten: de overheid, het grootbedrijf, het middelgrootbedrijf, het MKB, gemeenten en waterschappen, en softwareleveranciers. De enquêtes zijn afgenomen in september 2013.
De vragenlijsten voor het MKB, het middelgrootbedrijf, het grootbedrijf en de overheidsbedrijven komen in sterke mate met elkaar overeen, hoewel de vraagstelling is toegespitst op hun kennis over betalingsverkeer. De lijsten bevatten kwalitatieve vragen over SEPA-bewustzijn, de gemaakte voorbereidingen en de geplande overgang op de Europese overschrijving en de Europese incasso en, indien van toepassing, over het gebruik van de nieuwe Europese betaalmiddelen. Ook bevatten zij vragen over informatiebehoefte, verwachte aanpassingen en consequenties van SEPA voor de eigen onderneming/organisatie en verwachte knelpunten. De vragenlijsten worden aangepast aan veranderende omstandigheden. Ook ervaringen van vorige metingen kunnen leiden tot enkele aanpassingen in de vragen.
2. Dataverzameling en samenstelling steekproeven
Midden- en kleinbedrijf Evenals bij de eerste zeven metingen heeft DNB Stratus Marktonderzoek telefonische interviews laten afnemen onder ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, gestratificeerd naar tien sectoren en vijf grootteklassen. De sectoren zijn: industrie, bouwnijverheid, detailhandel, horeca (hoge transactiebedragen), groothandel, vervoer en opslag, informatie en communicatie, dienstverlening, cultuur en recreatie en de zorgsector (markt). De grootteklassen gemeten naar aantal werknemers zijn: ZZP, 2-4 werknemers, 5-19 werknemers, 20-49 werknemers, 50-199 werknemers. De sectoren die in de steekproef zijn opgenomen zijn na weging representatief voor het MKB in de beschouwde (deel)sectoren. De maximale onnauwkeurigheidsmarge voor uitspraken over de onderzoekspopulatie na weging is ca. 7%. De resultaten voor specifieke sectoren en grootteklassen zijn indicatief. In totaal heeft een geheel nieuwe groep van 500 MKB’ers deelgenomen aan deze monitor.
Middelgrootbedrijf Middelgrootbedrijven zijn bedrijven met tussen de 200 en 999 werknemers. DNB heeft ook hiervoor Stratus Marktonderzoek telefonische interviews laten afnemen, onderverdeeld in dezelfde sectoren als het MKB. In totaal is de enquête bij 101 middelgrootbedrijven afgenomen. De resultaten zijn indicatief, maar niet representatief voor het middelgrootbedrijf in de beschouwde (deel)sectoren.
23
Grootbedrijf De vragenlijst voor grootbedrijven is uitgezet bij 142 grote bedrijven en organisaties uit de achterban van de leden van de Task Force SEPA Nederland (m.n. VNO-NCW, waterbedrijven, energiebedrijven, verzekeraars en de Dutch Association of Corporate Treasurers) en bedrijven geselecteerd door de bancaire Stuurgroep SEPA. In totaal hebben 85 bedrijven en organisaties de enquête ingevuld. De resultaten zijn indicatief voor het grootbedrijf in Nederland, maar niet representatief.
Gemeenten en waterschappen Deze enquête is in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) toegespitst op de gemeenten. Alle gemeenten van Nederland, ruim 400, zijn benaderd voor deelname aan de monitor, evenals alle 25 waterschappen. Daarop hebben in totaal 190 gemeenten en waterschappen gehoor gegeven door het invullen van de online enquête. De resultaten zijn indicatief voor de gemeenten en waterschappen in Nederland.
Publieke instellingen DNB heeft samen met het Ministerie van Financiën de leden van het SEPA Platform voor de Publieke Sector (SPPS) benaderd voor deelname. Financiën heeft het SPPS in 2008 ingericht om de overgang naar SEPA van de Rijksoverheid, lagere overheden en zelfstandige bestuursorganen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Er hebben in totaal 14 grote publieke instellingen deelgenomen aan deze monitor. De resultaten zijn indicatief voor grote publieke instellingen in Nederland.
Softwareleveranciers Voor de softwareleveranciers wordt de groep benaderd die deze monitor de vorige keer hebben ingevuld, aangevuld met softwarebedrijven die de vorige keer niet hebben meegedaan, maar wel voor veel bedrijven software leveren. In totaal hebben 46 softwareleveranciers de enquête ingevuld. De resultaten zijn indicatief voor de softwareleveranciers in Nederland.
24