Schilderkunst Bouwstenen om naar de schilderkunst te leren kijken.
1. Definitie
SCHILDERIJ:
tweedimensionaal vlak iets wordt voorgesteld kleur- en vormmiddelen
FIGURATIEF – ABSTRACT:
figuratief: verwijst naar de realiteit abstract: verwijst niet naar de realiteit
TOEGEPAST
Van Gogh, De Sterrennacht,
1889
Rubens, De Kruisafneming, 1611-1614
1
2. Materiaal
drager
ondergrond waarop geschilderd is rotswand, hout, doek, papier, natte kalklaag op muur: fresco
verf pigment > kleur bindmiddel > doet pigmenten aan ondergrond kleven: olie > olieverf, waterverf (> aquarel), acrylverf
2
2. Materiaal
gereedschap
hard of zacht penseel, kwast, paletmessen, spatels, spuitbussen…
2. Materiaal
collage en assemblage
andere materialen op drager: papier (krantenknipsels, foto’s), objecten combinatie van objecten in allerlei materialen = assemblage
TOEGEPAST
Rauschenberg, Monogram, 1955-1959
Raoul Hausmann, Dada Collage
3
3. Textuur, toets, uitvoering
textuur manier waarop schilder verf aanbrengt verf die hij gebruikt > glad en effen, ruw, oneffen, met een zichtbare textuur
toets
manier waarop penseel gehanteerd wordt duidelijk zichtbare toetsen of verfstrepen / opgaan in kleurengeheel regelmatig / onregelmatig
3. Textuur, toets, uitvoering
uitvoering/ schilderswijze:
grafisch / tekenkunstig: scherp en duidelijke lijnen scheiden de vormen picturaal: zachte overgangen van de vormen in elkaar sculpturaal: suggestie van driedimensioneel beeld door schaduwwerking en licht-donker-gradaties
4. Compositie
plaatsing van beeldelementen
compositie: geometrische vormen > cirkel, vierkant, driehoek,…
verhouding
van basisvormen, kleurvlakken, licht- en schaduwdelen > symmetrie en asymmetrie, drukke en lege delen,…
4
4. Compositie
richtingslijnen
denkbeeldige richtingslijnen dynamisch of statisch karakter
horizontale lijnen: rust, openheid verticalen: hoogte- en dieptestreving schuine en kromme lijnen: beweging, onrust
4. Compositie
ritmische ordening
ritmisch patroon als resultaat van de schikking van vormen en kleuren: herhaling, andere ritmische ordening,…
5. Ruimte en diepte
ruimtewerking
overlapping en oversnijding van beeldelementen, contrasten zoals scherp/wazig, groot/klein
perspectief
vluchtpunten, waarin vluchtlijnen samenkomen horizon
5
5. Ruimte en diepte
licht en schaduw schaduw om diepte te creëren licht-donker of clair-obscur-effect: een deel van het schilderij baadt in het licht, ander deel erg donker > verhoogt expressiviteit sfumato: diffuse lichtverdeling, zachte toonverschillen in eenzelfde kleur
Caravaggio, De roeping van Mattheüs, 1597
6
Leonardo da Vinci, Mona Lisa, 1503
5. Ruimte en diepte
natuurlijk en onnatuurlijk licht (vb. onrealistische kleuren) lichtbronnen
lichtbron afbeelden onzichtbaar of uitwendig licht
6. Kleur
De kleurencirkel
Primaire, secundaire, tertiaire kleuren Zwart en wit
7
6. Kleur
Kleurtonen < toevoeging zwart of wit Kleurtinten < onderling mengen van kleuren
6. Kleur
Kleurcontrasten
Primaire kleuren > harmonie + versterken elkaar Complementaire kleuren: primaire kleur + secundaire kleur, samengesteld uit twee andere primaire kleuren Vb.: rood GROEN > harmonie + versterken elkaar
6. Kleur
Kleurcontrasten
Warme kleuren: tinten van rood, vooral tinten naar geel toe > treden op voorgrond in omgeving van koude kleuren Koude kleuren: tinten van blauw
8
6. Kleur
Kleurgebruik
Realistisch kleurgebruik Expressief kleurgebruik Symbolisch: kleur heeft verwijzende betekenis
6. Kleur
Monochroom en polychroom
Monochroom: één kleur of één kleurfamilie overweegt Polychroom: veel kleuren gebruikt.
Overzicht
1. Definitie
2. Materiaal
Figuratief / abstract Drager, verf, gereedschap Collage en assemblage
3. Textuur, toets en uitvoering
Glad en effen / ruw, oneffen oppervlak Toets gaat op in kleurengeheel / duidelijk zichtbaar Grafisch / picturaal / sculpturaal
9
Overzicht
4. Compositie
Plaatsing (geometrische vormen) Verhouding: symmetrie / asymmetrie Richtingslijnen > dynamisch / statisch Ritmische ordening
5. Ruimte en diepte
Ruimtewerking Perspectief Licht en schaduw: clair-obscur / sfumato Natuurlijk / onnatuurlijk licht lichtbronnen
Overzicht
6. Kleur
Primaire, secundaire, tertiaire kleuren Kleurtonen, kleurtinten Kleurcontrasten (complementaire kleuren, warme / koude kleuren) Kleurgebruik: realistisch / expressief + symbolisch Monochroom / polychroom
Geheugensteuntje
1. Definitie => figuratief / abstract 2. Materiaal => drager, verf, gereedschap / collage of assemblage? 3. Textuur, toets en uitvoering (grafisch / picturaal / sculpturaal) 4. Compositie: plaatsing (vormen), verhouding (symmetrisch/asymmetrisch), richtingslijnen (dynamisch/statisch), ritmische ordening 5. Ruimte en diepte: ruimtewerking, perspectief, licht en schaduw (clair-obscur/sfumato), licht (natuurlijk/onnatuurlijk), lichtbronnen 6. Kleur: primaire/secundaire/tertiaire kleuren, kleurtonen/kleurtinten, kleurcontrasten (complementaire kleuren, warme/koude kleuren), kleurgebruik (realistisch/expressief/symbolisch), monochroom/polychroom
10
Pablo Picasso, La Casserole émaillée
Masaccio, De heilige drievuldigheid
George de La Tour, Sint-Jozef als timmerman
11
Rafaël, De school van Athene
David, De eed der Horatii
John Bratby, Het toilet
12
Mark Rothko, Zonder titel (violet, zwart, oranje, geel op wit en rood)
André Derain, Brug over de Riou
Paul Cézanne, Stilleven: fles, glas en kruik
13