gemeente
Haarlemmermeer
.a Onderwerp
Portefeuillehouder Steiler Collegevergadering Raadsvergadering
Herontwikkeling Fokkerterrein mr. A.Th.H. van Dijk dr. H.J. Ebels 19 juli 2005 22 september 2005
Samenvatting Het project Herontwikkeling Fokkerterrein behelst de transformatie van het terrein van het voormalige industriële Fokkercomplex tot een multifunctioneel en hoogwaardig business park voor Schipholgebonden bedrijven en kantoren. Het project vindt plaats voor rekening en risico van de commanditaire vennootschap Anthony Fokker Business Park (AFBP), waarin een drietal marktpartijen samenwerkt. De gemeente Haarlemmermeer faciliteert de herontwikkeling ondermeer in planologisch opzicht. In mei 2000 besloot de gemeenteraad een krediet beschikbaar te stellen om met de marktpartijen te komen tot inhoudelijke kaders voor integrale planontwikkeling, te vervatten in een samenwerkingsovereenkomst, en om tevens een nieuw bestemmingsplan te vervaardigen. In mei 2001 gingen wij een samenwerkingsovereenkomst aan met Anthony Fokker Business Park C.V.en Schiphol Real Estate (SRE). In de overeenkomst werden nadere afspraken vastgelegd over programma, samenwerkingsproces en de bekostiging van activiteiten. Ten aanzien van het programma werden de te herontwikkelen volumes aan kantoorareaal en bedrijfsvloer gefixeerd op een aanvaardbaar niveau vergeleken met de in beginsel in planologisch opzicht onbegrensde ontwikkelingsmogelijkheden. Als resultante van de ingezette samenwerking besloot de raad in oktober 2001 om het op basis van de samenwerkingsovereenkomst geproduceerde masterplan vast te stellen en daarmee aan te merken als goede basis voor een herziening van vigerende bestemmingsplannen. Het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) noopte tot aanpassing van het masterplan. Tegelijkertijd is op basis van de eerdere besluitvorming een definitieve integrale ontwerp-exploitatieovereenkomst opgesteld. Thans stellen wij, in vervolg op de samenwerkingsovereenkomst, de raad voor om het opgestelde 'Masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein' vast te stellen en daarmee aan te merken als een goede basis voor een bestemmingsplanherziening. Ook stellen wij de raad voor een zogenaamd 'aangevuld bekostigingsbesluit' te nemen, als extra risico-vangnet in verband met de mogelijke aanpassing van openbare infrastructurele voorzieningen. Ten slotte hebben wij, onder voorbehoud van de instemming van de raad met de genoemde voorstellen, besloten een exploitatieovereenkomst aan te gaan, waarin ondermeer afspraken worden geformuleerd over (de bekostiging van) de bestemmingsplanwerkzaamheden, de afwikkeling van eventuele planschade en (de bekostiging van) de opsporing en mogelijke ruiming van niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog.
Onderwerp Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 2
Inleiding In dit voorStel schetsen wij hieronder eerst op beknopte wijze de achtergronden en voorgeschiedenis van het project Herontwikkeling Fokkerterrein. Daarbij zal ook het doorlopen proces van samenwerking tussen AFBP en de gemeente onderwerp van bespreking zijn. ~.Yervolgenszal worden ingegaan op het opgestelde masterplan: een korte beschrijving van de inhoudelijke ambities en beoogde kwaliteit zal worden gegeven. Met name programma, stedenbouw en architectuur zijn de aandachtsgebieden uit het masterplan. Daarna zal de opgestelde exploitatieovereenkomst worden neergezet, evenals het zogenaamde 'aangevuld bekostigingsbesluit'. Ten slotte worden de voorstellen geconcretiseerd. Context Na het faillissement van Fokker in 1996 is een groot deel (circa 38 ha) van het Fokkerterrein op Schiphol-Oost in handen gekomen van de commanditaire vennootschap Anthony Fokker Business Park (AFBP), waarin Reggeborgh, Koninklijke Volker Wessels Stevin en Delta Projectontwikkeling samenwerken. Het overige deel (circa 10 ha) kwam in handen van Schiphol Real Estate (SRE). Beide partijen formuleerden in de late jaren negentig hun ambities voor invulling cq. herontwikkeling van hun terreinen. Bij de gemeente bestond waardering voor de initiatieven, omdat een mogelijk proces van verval en verpaupering van het eens zo roemruchte bedrijfscomplex daarmee in de kiem werd gesmoord. Een en ander sloot ook goed aan bij het gemeentelijk beleid gericht op herstructurering van verouderde bedrijventerreinen. Om stedenbouwkundige verbrokkeling te voorkomen bestond van gemeentewege een voorkeur voor een integrale aanpak. Ook omdat er sprake was - en is -van een gedifferentieerd planologische regime werd vastgesteld dat het een goede zaak zou zijn betrokken te blijven bij het project. Die planologische situatie wordt overigens geconstitueerd doordat er sprake is van twee vigerende bestemmingsplannen, respectievelijk Schiphol en omgeving uit 1975 en Schiphol-Zuidoost uit 1989, met verschillende bouwmogelijkheden: voor het grootste deel van het Fokkerterrein geldt een ruime bestemming, waar, op voorwaarde van Schipholgebondenheid, een, qua metrage onbeperkte, ontwikkeling van zowel kantoor- als van bedrijfsgebouwen is toegestaan; voor het andere deel van het gebied daarentegen is uitvoering van de herontwikkelingsplannen op basis van de vigerende bestemming juist niet mogelijk, omdat bepalingen specifiek zijn toegesneden op de oude situatie van Fokker (realisering van een assemblagehal). Herziening van het bestemmingsplan is derhalve niet alleen wenselijk, maar ook noodzakelijk om het gehele terrein te kunnen herontwikkelen. In feite was het de gemeentelijke inzet om de in aanleg onbeperkte ontwikkelingsmogelijkheden in planologisch opzicht te fixeren op een aanvaardbare en in regionaal perspectief afgewogen omvang. Tegen de geschetste achtergrond besloot de raad in mei 2000, op ons voorstel, een krediet ter beschikking te stellen van fl. 312.000,- (thans E 141.600,-) ter dekking van de ambtelijke inzet om in een onderhandelingstraject met de marktpartijen te komen tot vaststelling van een aantal inhoudelijke kaders voor integrale planontwikkeling, te vervatten in een 'samenwerkingsovereenkomst', en om tevens een nieuw bestemmingsplan te vervaardigen. De inzet was om de gemeentelijke kosten met de marktpartijen te verrekenen in de overeenkomst. Samenwerkingsovereenkomst In mei 2001 namen wij, ter uitvoering van het zojuist genoemde raadsbesluit, het besluit een samenwerkingsovereenkomst met AFBP en SRE aan te gaan. In de overeenkomst werden
Onderwerp Volgvel
Herontwikkeling Fokkerterrein 3
nadere afspraken vastgelegd over programma, samenwerkingsproces en de bekostiging van activiteiten. Ten aanzien van het programma werden de te herontwikkelen volumes aan kantoorareaal en bedrijfsvloer gefixeerd. De kwantitatieve basis daarvoor kwam voort uit de historische situatie ten tijde van het faillissement van Fokker, plus een geringe verdichting in ,verband met de economische haalbaarheid. In de praktijk werden de onbegrensde ontwikkelingsmogelijkheden op een aanvaardbaar niveau vastgelegd. Tevens werd de inzet geformuleerd te komen tot een (stedenbouwkundig) masterplan en een daaraan gerelateerde 'nadere' overeenkomst (exploitatieovereenkomst), waarin definitieve afspraken zouden moeten worden opgenomen voor realisering. Als resultante van de ingezette samenwerking besloot de raad in oktober 2001, op ons voorstel, om het geproduceerde masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein "vast te stellen en daarmee aan te merken als goede basis voor een herziening van vigerende bestemmingsplannen", welke definitief geregeld zou moeten worden in de op te stellen nadere overeenkomst -waar op dat moment de onderhandelingen nog niet over waren afgerond -tussen de betrokken marktpartijen en de gemeente. In het verlengde van het raadsbesluit werd het masterplan aan de Provincie Noord-Holland aangeboden met het verzoek het aan te merken als basis van de zogenaamde 'ruimtelijke onderbouwing', zoals genoemd in artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening. Begin 2002 reageerde de provincie positief, maar wees wel vooruit naar een wijziging van de Luchtvaartwet en het daarop berustende Luchthavenindelingsbesluit (LIB), welke op dat moment in voorbereiding waren. Het LIB wierp een schaduw over het project: met riame de aanvullende beperkingen ten aanzien van bouwhoogte die erin vervat waren, verhielden zich slecht tot het zojuist vastgestelde masterplan. Na verloop van tijd werd duidelijk dat een majeure aanpassing van het masterplan noodzakelijk zou zijn om het in overeenstemming te brengen met de nieuwe wettelijke kaders: belangrijke bouwvolumes werden namelijk voorzien op plekken waar de maximaal toegestane bouwhoogte in de praktijk werd gefixeerd op slechts anderhalve meter, terwijl parkeerterrein was voorzien op een plek waar tot twintig meter gebouwd zou mogen worden. De partijen bezagen hun positie. SR€,dat op dat moment al een (tijdelijke) invulling voor haar gronden had gerealiseerd in de vorm van een justitiële inrichting (voor de 'bolletjesslikkers') en voor het overige eigendom, op grond van de bouwhoogtebeperkingen uit het het LIB, nauwelijks nog ontwikkelingsmogelijkheden had, besloot zich terug te trekken uit de samenwerking. AFBP besloot daarentegen in te zetten op een aanpassing van het masterplan en een eigenstandige exploitatieovereenkomst met de gemeente. Op grond van de eerdere samenwerkingsovereenkomst werden de gemaakte gemeentelijke kosten met AFBP en SR€ verrekend en werden stappen gezet om in de nieuwe situatie te komen tot een aangepast masterplan en een exploitatieovereenkomst. Thans ligt het masterplan gereed voor vaststelling door de raad. Op voorwaarde van dit raadsbesluit besloten wij een exploitatieovereenkomst aan te gaan, waarin relevante afspraken worden geformuleerd over (de bekostiging van) de bestemmingsplanwerkzaamheden, de afwikkeling van eventuele planschade en (de bekostiging van) de opsporing en mogelijke ruiming van niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Masterplan AFBP heeft zich ten doel gesteld het voormalige Fokkercomplex te herontwikkelen tot een modern 'business park' van hoge kwaliteit. Om de ambities te operationaliseren en te
Onderwerp Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 4
concretiseren is het 'Masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein' opgesteld. Het plan is, in opdracht van AFBP, vervaardigd door Khandekar Stadsontwerp en Landschapsarchitectuur. De planvorming voorziet in de totstandkoming van maximaal 136.000 vierkante meter b.v.o. fi kantoren en maximaal 171.O00 vierkante meter bedrijfsvloer. Vertrekpunt voor de genoemde metrages wordt overigens gevormd door de historische uitgangssituatie ten tijde van het faillissement van Fokker (109.000 vierkante meter b.v.o. kantoren; 125.000 vierkante meter bedrijfsvloer plus een bouwvergunning voor een assemblagehal van 27.000 vierkante meter) en een zekere verdichting (zie eerder). Overigens maakte de programmatische kaderstelling reeds deel uit van de besluitvorming over de genoemde samenwerkingsovereenkomst in 2001. Thans heeft wel aanpassing van het totale metrage (reductie) plaatsgevonden in verband met het uittreden van SRE. In kwantitatief opzicht overigens is het van belang te beseffen dat het project programmatisch gezien voornamelijk om herontwikkeling van bestaand areaal gaat, die thans wordt bekrachtigd in het masterplan. In kwalitatief opzicht zal ten aanzien van toekomstige bestemmingbepalingen worden ingezet op 'Schipholgebondenheid'. De herontwikkeling van het Fokkerterrein maakt onderdeel uit van de segmenteringsstrategie ten aanzien van bedrijven en kantoren van de gemeente Haarlemmermeer. In de nota Werklocafies 2004, door de raad vastgesteld in april 2005, is de herontwikkeling van het Fokkerterrein programmatisch opgenomen: een planningsopgave van 12 hectare voor bedrijfsruimte is benoemd, evenals het kantorenmetrage van 136.000 vierkante meter. Mede op basis van ons programma aan werklocaties in de voorafgaande Ruimtelijk-economische Visie Schipholregio (REVS) is afgesproken dat een toevoeging van kantoormetrage is toegestaan op het Fokkerterrein (3.000 vierkante meter per jaar van 2004 t/m 201 0). Hiermee is aangegeven dat de herontwikkelingsopgave in regionaal perspectief is afgewogen. De ontwikkelingsstrategie voorziet erin dat sommige gebouwen worden gehandhaafd, andere worden herontwikkeld en weer andere zullen worden gesloopt om plaats te maken voor innovatieve nieuwbouw, waarbij de overlast voor zittende huurders en gebruikers vanzelfsprekend zo minimaal mogelijk moet worden gehouden. Tevens dient het ruimtegebruik op het terrein te worden geoptimaliseerd. Het plan is in stedenbouwkundige zin opgebouwd uit een aantal zones, waarbij een meer representatieve zone, waar de kantoorvolumes zich concentreren, aan de oostzijde van het terrein, langs de Fokkerweg is gesitueerd. In deze zone, Anthony Fokker Village genaamd, bevindt zich een groene as (parkway), een gebouwenzone (strip) en een zone met kantooreilanden. Het aangezicht vanaf de Fokkerweg zal bepaald worden door de kantooreilanden, waar beeldkwaliteit een belangrijke variabele zal zijn. Het westelijk gebied, genaamd Anthony Fokker Logistics, bestaat uit twee deelgebieden, aan weerszijden van een expeditiestraat. Aan de luchthavenzijde blijven enkele grotere vliegtuighallen gehandhaafd, terwijl er aan de Fokkerzijde sprake is van een aantal nieuwe logistieke gebouwen. In het masterplan worden tevens de ambities ten aanzien van landschap en architectuur geoperationaliseerd en aan de hand van referentiebeelden en materiaalomschrijvingen gevisualiseerd. Overigens is het de bedoeling om een en ander nog verder uit te werken in een beeldkwaliteitsplan, dat in het 'groeiboek welstand' kan worden opgenomen. Op het gebied van waterhuishouding heeft in het kader van het masterplan overleg plaatsgevonden met het Waterschap. Aan eisen op dat vlak wordt tegemoetgekomen. Ten aanzien van
Onderwerp Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 5
parkeren wordt aansluiting gezocht bij normstellingen die op vergelijkbare terreinen worden gehantee~d.Voorts wordt in het masterplan aandacht geschonken aan duurzaamheid en parkmanagement. Al met al concluderen wij dat het masterplan een stevige ambitie uitademt en een goede onderlegger vormt voor de gewenste bestemmingsplanherziening. Wij stellen de raad dan ook voor het masterplan vast te stellen en daarmee aan te merken als een ,P goede basis voor bestemmingsplanherziening. De eigenaren van twee aangrenzende terreinen (SRE en de eigenaar van de rioolwaterzuiveringsinstallatie), waarvan de ontsluiting naar de openbare weg beïnvloed wordt bij uitvoering van het masterplan, hebben daartegen geen bezwaren. Dit blijkt uit terzake ontvangen schriftelijke instemmingcverklaringen. De uitvoering van het project vindt, afhankelijk van marktomstandigheden, gefaseerd plaats. Het eerste grootschalige nieuwbouwcomplex (25.000 vierkante meter bedrijfsvloer) in het logistieke gebied wordt gerealiseerd door de Amerikaanse logistieke belegger AMB. Exploitatieovereenkomst De opgestelde exploitatieovereenkomst bevat afspraken over de voorwaarden waaronder partijen zullen overgaan tot ontwikkeling en realisering van het plangebied Fokkerterrein. Wij hebben besloten deze overeenkomst aan te gaan, onder voorbehoud van de instemming van de raad met het masterplan. Een beschrijving van het plangebied en een beschrijving van de diverse uit te voeren activiteiten vormen het vertrekpunt van de exploitatieovereenkomst. Bijzondere aspecten betreffen (de bekostiging van) het onderzoek naar en de eventuele ruiming van nietgesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog (zie verder) en de publiekrechtelijke medewerking door middel van planologische procedures (besternmingsplanherziening). Daarnaast worden afspraken gemaakt over de dekking van de benodigde ambtelijke inzet (zie verder). Ook wordt in de exploitatieovereenkomst aandacht besteed aan de afwikkeling van eventuele planschade, waarbij partijen zijn overeengekomen dat deze kosten voor rekening van AFBP zijn. Overigens wijst een door een onafhankelijk deskundig bureau (Arcadis) opgestelde, en door de gemeente getoetste, planschaderisico-analyse uit dat er geen planschadekosten te verwachten zijn. Ten slotte worden afspraken gemaakt over de aard en bekostiging van verkeerskundige maatregelen die noodzakelijk worden geacht om bij daadwerkelijke invulling van de genoemde verdichtingsambitie een goede afwikkeling van verkeer van het Fokkerterrein op de Fokkerweg te garanderen. Het gaat daarbij om het verlengen cq. toevoegen van opstelstroken en het aanpassen van een verkeersregelinstallatie. De maatregelen zijn in verkeerskundig opzicht getoetst door de gemeente. Tevens verbindt AFBP zich eraan, indien een bepaalde mate van het vloeroppervlak in verhuurde staat in gebruik is genomen (als er daadwerkelijk sprake is van 'verdichting'), om aan de gemeente in twee opeenvolgende jaren een bijdrage van jaarlijks E 40.606,38 te verstrekken. In de overeenkomst is deze bijdrage omschreven als een bijdrage "ten behoeve van de versterking van openbaar vervoer aan de oostzijde van de luchthaven Schiphol". In de praktijk kan deze bijdrage gezien worden als een gebaar, waarmee aangegeven wordt dat naast de bereikbaarheid per auto ook de bereikbaarheid per openbaar vervoer aandacht verdient. Het is aan de gemeente om, naar aanleiding van dit onderhandelingsresultaat, te beslissen over de exacte besteding van de bijdrage, uiteraard gegeven het oormerk. Overigens was de afspraak dat in
Herontwikkeling Fokkerterrein 6
Onderwerp Volgvei
het geval van het realiseren van de voorziene verdichting de marktpartij een zekere (financiële) inspanning levert om bij te dragen aan de kwaliteit van de bereikbaarheid per auto en per openbaar vervoer reeds vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst uit 2001. ,P
Niet-gesprongen explosieven Op grond van historische gegevens bestaat er een mogelijkheid dat zich in de bodem van het Fokkerterrein niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bevinden. In verband met de veiligheid is het evident dat voorafgaand aan het uitvoeren van bouwactiviteiten - met name hei-activiteiten brengen risico's met zich mee -gedegen onderzoek plaatsheeft, zonodig gevolgd door ruimingsactiviteiten. Mede gezien de omvang van het terrein, zijn onderzoeksactiviteiten kostbaar en zeker in het geval van noodzakelijke ruimingen kunnen de kosten nog snel oplopen. Terzake vigeert het Rijksbijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1999 (gewijzigd in 2002), waarin de voorwaarden gegeven zijn voor tegemoetkoming in de kosten. In ieder geval is er voor aanvragers sprake van een 'eigen bijdrage' van E 2,50 per inwoner (thans voor onze gemeente een bedrag van circa E 329.500,-). Maximaal 80 procent van de na aftrek van het 'drempelbedrag' resterende relevante kosten kunnen, op grond van de regeling, door de Rijksoverheid worden vergoed. Vooraf bestaat geen zekerheid over het uitkeringspercentage, want dat is afhankelijk van het aantal aanvragers cq. het totaal bedrag van de declaraties in een jaarschijf. Het project Herontwikkeling Fokkerterrein is overigens bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, dat de regeling uitvoert, reeds aangemeld en een bevestiging van toepasselijkheid van de regeling is daarop door het ministerie afgegeven. De regeling staat slechts open voor 'bestuursorganen' (gemeentelijke overheden), en dus niet voor particulieren. In dat kader is in de exploitatieovereenkomst afgesproken dat de gemeente, op verzoek van AFBP, de opdrachtgeversrol zal vervullen voor het onderzoek naar en de eventuele ruiming van niet-gesprongen explosieven. Tevens is een bepaling opgenomen op grond waarvan de relevante kosten, inclusief het drempelbedrag, voor zover zij niet worden vergoed krachtens het Rijksbijdragebesluit, volledig in rekening worden gebracht bij AFBP. In dit licht zijn ook afspraken gemaakt over een zekerheidsstelling, in de vorm van concerngarantie. Ook is het belangrijk te beseffen dat in de overeenkomst is vastgelegd dat beleid en regels ten aanzien van (Europese) aanbesteding onverkort van toepassing zijn, indien de gemeente de opdrachtgeversrol vervult. Aangezien één van de participanten in AFBP een concern betreft (Koninklijke Volker Wessels Stevin) dat tevens een terzake gecertificeerd aannemersbedrijf bevat, was dit voor AFBP overigens een moeilijk te verkwikken punt. Op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat er in het kader van de exploitatieovereenkomst voor de gemeente ten aanzien van het onderzoek naar en het eventuele ruimen van niet-gesprongen explosieven geen sprake is van financiële risico's. Daarmee wordt recht gedaan aan de resultaten van de discussie die naar aanleiding van de nota Opsporen explosieven Fokkerterrein in maart 2004 is gevoerd in de toenmalige raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Zaken (ABZ): bij die gelegenheid is door de gezamenlijke commissieleden namelijk gesteld dat de gemeente geen kosten voor haar rekening zou mogen nemen, die eigenlijk behoren tot de ontwikkelingsexploitatie van de marktpartij. Als onderdeel van het totale onderhandelingsresultaat is in de overeenkomst overigens wel vastgelegd dat de eventuele voorfinancieringslasten die kunnen ontstaan als gevolg van de
Onderwerp
Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 7
geldstromen tussen Rijksoverheid en de gemeente - declaraties worden namelijk achteraf ingedienden vergoed -door de gemeente worden gedragen. Ook indien de gemeente geen opdrachtgeversrol vervult voor opsporings- en eventuele ruimingsactiviteitein -en er dus ook geen sprake kan zijn van kostenvergoeding volgens ,P het Rijksbijdragebesluit - bijvoorbeeld als de marktpartij om redenen van spoedeisendheid of anderszins geen (Europese) aanbestedingsprocedure wil doorlopen, blijft de burgemeester verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid: hij oefent dan ook het opperbevel uit over de hulpverleningsdiensten. De nodige voorbereiding terzake (overleg met politie, brandweer, Koninklijke Marechaussee, Luchthaven Schiphol) heeft plaatsgevonden cq. zal alsdan worden opgepakt. Bekostigingsbesluit Met AFBP is overeengekomen dat, op basis van de gebruikelijke regelingen bij exploitatieovereenkomsten, het exploitatiegebied volledig voor eigen rekening en risico zal worden bouw- en woonrijp worden gemaakt, waarbij het masterplan de inhoudelijke basis vormt en het tempo uiteraard in relatie met de marktomstandigheden moet worden bezien. Daar waar het particuliere terrein aansluit op de openbare infrastructuur van de Fokkerweg zijn mogelijkerwijs ook enkele aanpassingen buiten het exploitatiegebied aan de orde (zie eerder). In de exploitatieovereenkomst wordt gesproken over "infrastructurele maatregelen, benodigd om de ontsluiting van het plangebied op de Fokkerweg, zowel voor auto-, voetgangers- als fietsverkeer, ten gevolge van het aangepaste gebruik van het park, te optimaliseren". Qua noodzaak en timing worden de maatregelen, die voortvloeien uit een, door de gemeente getoetste verkeerskundige studie van Aveco De Bondt en Vialis, gekoppeld aan een bepaalde mate van ingebruikname van kantoor- en bedrijfsvloer. Immers, pas in die situatie is er sprake van een 'verdichting' ten opzichte van de uitgangssituatie en wordt de aansluiting 'extra' belast. De investeringen die hiermee gemoeid zijn, komen op grond van de exploitatieovereenkomst volledig voor rekening van AFBP. Ten behoeve van een extra waarborg voor het verhaal van mogelijke kosten voor de gemeente in verband met de te realiseren maatregelen dient, ter voldoening aan het gestelde in de gemeentelijke exploitatieverordening en de gemeentewet, door de raad een besluit te worden genomen met betrekking tot de bekostiging van de genoemde infrastructurele maatregelen. Dit zogenaamde 'aangevulde bekostigingsbesluit' opent (formeel) de mogelijkheid voor de gemeente, indien dat in de toekomst door nalatigheid van AFBP onverhoopt noodzakelijk zou zijn, de te maken kosten via de weg van heffing van baatbelasting te verhalen. Het bekostigingsbesluit is in feite niet meer dan een extra risico-vangnet ('dubbele zekerheid') indien AFBP de verplichtingen uit de overeenkomst niet na zou komen. Wij stellen de raad voor het 'aangevulde bekostigingsbesluit' te nemen. Conclusie Naar aanleiding van het voorliggende masterplan en de exploitatieovereenkomst kan geconstateerd worden dat het doorlopen traject sinds de besluitvorming uit 2001 veel doorloopti,jd heeft gevraagd. Enerzijds is dit terug te voeren op de inhoudelijke planvormingsopgave die, vanwege de LIB-beperkingen en vanwege zich wijzigende marktomstandigheden, als complex was te beschrijven. Anderzijds betrof het maken van afspraken over (de bekostiging van) het noodzakelijke onderzoek naar en de eventuele ruiming van nietgesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog een zeer lastige opgave in onderhandelingszin : het Rijsbijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog
Onderwerp Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 8
werd tussentijds gewijzigd, waarbij de maximale bijdrage van het rijk substantieel werd verminderd; de standpunten over wie de financiële verantwoordelijkheid zou moeten dragen voor die kosten die niet onder het Rijksbijdragebesluit zouden vallen, waren lastig te verenigen en discussie ontstond over de, in gemeentelijke ogen, aanbestedingsplicht van de p onderzoeks- en eventuele ruimingsactiviteiten. Niettemin is er thans sprake van overeenstemming op alle onderdelen. Ons college is van mening dat het voor de gemeente een solide onderhandelingsresultaat betreft, omdat de risico's daar worden gesitueerd waar ze in onze optiek behoren, namelijk aan de zijde van de ontwikkelende marktpartij. Voorts zijn wij enthousiast over de inhoudelijke ambities, zoals beschreven in het masterplan: er is waardering voor de stedenbouwkundige opzet en de aandacht voor beeldkwaliteit. De beoogde herontwikkeling van het Fokkerterrein draagt bij aan de toename van de kwaliteit van het vestigingsmilieu in de gemeente Haarlemmermeer in economische zin. In programmatisch opzicht past de herontwikkeling in de gemeentelijke segmenteringsstrategie en is ook in regionaal perspectief afgewogen. In praktijk vindt fixatie plaats van thans ongelimiteerde ontwikkelingsmogelijkheden. Ook wordt een mogelijk verval van het voormalig industriële complex in de kiem gesmoord. Ten slotte sluit de herontwikkeling aan bij het gemeentelijke beleid gericht op intensivering van het ruimtegebruik. Kortom, wij zien tal van overwegingen de ingezette ambities te ondersteunen, waarbij met de exploitatieovereenkomst, zoals beschreven, invulling wordt gegeven aan onze randvoorwaarde dat de eigenaar van het terrein ten aanzien van de herontwikkeling volledig risicodragend is. Tegen die achtergrond stellen wij de raad voor het masterplan vast te stellen en daarmee aan te merken als een goede basis voor een bestemmingsplanherziening. Na instemming van de raad met het geformuleerde voorstel zullen wij de exploitatieovereenkomst aangaan. Middelen Op grond van de exploitatieovereenkomst worden activiteiten van de gemeente ten aanzien van planbegeleiding in brede zin (begeleiding en toetsing masterplan en onderliggende studies; juridische advisering ten aanzien van de contractvorming; algemeen project- en accountmanagement) en ten aanzien van de herziening van het bestemmingsplan begroot op respectievelijk E 82.579,- en E 93.303,- (prijspeil 2005). Voor het bestemmingsplan gaat het gezien de goede onderlegger die het masterplan vormt, om een relatief eenvoudige opgave, die met een relatief gering budget volbracht moet kunnen worden. AFBP garandeert de dekking. Thans is een bedrag van circa E 45.000,- besteed. Na bevredigende afronding van onderhavige besluitvorming zullen de tot dan toe gemaakte kosten bij AFBP in rekening worden gebracht. Qua verloop van geldstromen (cash flow) betekent dit dat het eerder vastgestelde raadskrediet van E 141.600,- toereikend blijft voor de verdere uitvoering van activiteiten: van de totale kosten van E 175.882,-, die bij AFBP gedeclareerd zullen worden, wordt immers al spoedig een eerste bedrag gedeclareerd waardoor de nog eventueel benodigde maximale kredietruimte binnen het eerder vastgestelde bedrag blijft. Uiteindelijk moeten de genoemde projectactiviteiten voor de gemeente kostenneutraal worden afgerond. Ook overige activiteiten met een financiële dimensie (niet-gesprongen explosieven; planschade; verkeerskundige maatregelen) worden op grond van de relevante bepalingen uit de exploitatieovereenkomst, zoals eerder aangegeven, gedragen door de ontwikkelende marktpartij.
Onderwerp Volgvei
Herontwikkeling Fokkerterrein 9
Communicatie AFBP heeft zich schriftelijk akkoord verklaard met de voorliggende exploitatieovereenkomst. Dit betekent dat na onderhavige besluitvorming in de raad tot ondertekening van de overeenkomst kan worden overgaan. Naar aanleiding van de besluitvorming en de ondertekening zal in overleg met AFBP invulling worden gegeven aan de perscommunicatie. Van gemeentewege zal daarbij de nadruk liggen op het communiceren van de inhoudelijke informatie; voor AFBP geldt dat men wellicht ook een commerciële insteek zal hanteren in verband met de acquisitie van kopers en huurders.
Voorts zal er in het kader van de te doorlopen ruimtelijke ordeningsprocedures, met name in het kader van de bestemmingsplanprocedure, maar vooruitlopend daarop mogelijk ook in het kader van artikel-19-procedures, op reguliere wijze sprake zijn van mogelijkheden voor belanghebbenden om zienswijzen naar voren te brengen. Voorstel Op grond van het voorgaande besluit het college de raad voor te stellen: het masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein vast te stellen en daarmee aan te merken als een goede basis voor bestemmingsplanherziening een 'aangevuld bekostigingsbesluit' te nemen
De betreffende ontwerp-besluiten zijn ter vaststelling bijgevoegd.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester,
dr. G.P.F. van den Boorn
Bijlage(n)
1 (masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein)
mr. A.Ph. Hertog
gemeente
Haarlemmermeer
.C Onderwerp
Herontwikkeling Fokkerterrein
De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 juli 2005 nummer 2005120258;
besluit:
het masterplan Herontwikkeling Fokkerterrein vast te stellen en daarmee aan te merken als een goede basis voor bestemmingsplanherziening; een 'aangevuld bekostigingsbesluit' te nemen.
Vastgesteld in de openba
22 september 2005.
gemeente
Haarlemmermeer
Raadsbesluit 2005120258A P Onderwerp
Herontwikkeling Fokkerterrein (aangevuld bekostigingsbesluit)
De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 juli 2005, nummer 2005120258A; besluit:
I. Het verhaal van kosten van voorzieningen van openbaar nut om de in besluit 05120258 omschreven percelen geschikt te maken voor bebouwing zal plaatsvinden op basis van een overeenkomst krachtens de exploitatieverordening gemeente Haarlemmermeer 1994; ll. indien een dergelijke overeenkomst niet kan worden gesloten of geëffectueerd, kan het kostenverhaal plaatsvinden langs de weg van heffing van een baatbelasting krachtens artikel 222 van de Gemeentewet, waarbij het volgende geldt: - de te treffen voorzieningen van openbaar nut in de vorm van boven- en ondergrondse infrastructuur ten behoeve van het exploitatiegebied, zijn opgenomen in het bij dit besluit behorende verkeerskundige studie Fokkerweg gedateerd 16 juli 2004, nummer 3310209; - de hiermee gemoeide kosten worden geraamd op E 480.000,OO exclusief BTW; - deze kosten zullen naar evenredigheid worden omgeslagen over de genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de door de voorzieningen gebate objecten (kantoor- en bedrijfsbebouwing) in het exploitatiegebied op basis van perceelsgrootte; III. dit besluit kan worden aangehaald als "aangevuld bekostigingsbesluit Herontwikkeling Fokkerterrein".
F-
Vastgesteld in de openb e vergadering van 22 september 2005. De voorzitter,
/"
ertog
/" '
,/j