Samen slapen met jonge baby is riskant In de adviezen Veilig Slapen wordt het samen met een jonge baby in één bed slapen afgeraden. Dat gebeurt sinds 1998. Toen bleek uit het Europese onderzoek ECAS ( European Concerted Action on SIDS ) - in 1995 en 1996 uitgevoerd in 14 Europese landen, waaronder Nederland (1) - dat het verhoogd risico op wiegendood na 3 maanden afvlakte. De Landelijke Werkgroep Wiegendood (LWW) echter concludeerde nadien op basis van doorlopend Nederlands onderzoek (circumstantial evidence) dat ook baby’s in de vierde maand slachtoffer kunnen worden. In de jaren 1996-2001 hebben zich in Nederland tenminste 17 gevallen voorgedaan van plotseling onverwacht overlijden van een baby die bij een of twee ouders in bed sliep en bij wie postmortaal geen verklarende doodsoorzaak werd gevonden. Het betrof uitsluitend kinderen in de eerste vier levensmaanden, vier waren zelfs jonger dan vier dagen. In vier gevallen was er voorafgaand ruim alcoholgebruik geweest, in één geval had de moeder twee slaaptabletten ingenomen. De LWW concludeerde dat het stijgende aantal gevallen voornamelijk is te herleiden tot het toenemen van het gebruik om samen te slapen. Van de 17 moeders waren er 16 begonnen met borstvoeding en gaven 13 dat nog op het moment van overlijden van hun kind. Zoals bij epidemiologische studies gebruikelijk en noodzakelijk is, is er op basis van in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerde studies internationaal gediscussieerd. Vooral in Canada, Engeland en de Verenigde Staten, waar samen slapen vaker voorkomt dan hier. De discussie ging niet over samen slapen met jonge zuigelingen, wanneer er in de zwangerschap door de moeder of postnataal door een der ouders is gerookt, en ook niet als er sprake is van alcoholgebruik, drugs of slaapmedicatie. Men is het er internationaal grondig over eens dat samen slapen dan heel duidelijk risico verhogend is voor wiegendood, bij stugge rokers neemt de kans op plotseling overlijden tot een factor van ruim 12 toe. Waarschijnlijk moet daarbij een leeftijdsgrens van 6 maanden worden aangehouden (1). Waarom roken zo veel meer risico met zich meebrengt is nog niet duidelijk. Wel groeit het aantal studies dat concludeert dat er voor te vroeg en/of te licht geboren kinderen ook een sterk verhoogd risico versie april 2015
1
geldt in geval van samen slapen als de ouders niet roken (2,3). Daarom wordt ook voor deze kinderen aangeraden ze niet onder de 6 maanden bij de ouders in bed te laten slapen. Zijn er voldoende overtuigende gegevens om samen slapen met een baby onder de 4 maanden ook af te raden als geen van de factoren roken, alcohol, slaapmiddelen aanwezig is? Aangezien in alle studies geldt hoe jonger de baby hoe meer risico, moet altijd rekening worden gehouden met de leeftijd. En gezien het duidelijke verband met roken moet elke studie ook zorgvuldig corrigeren voor het roken van de ouders. De eerder genoemde ECAS-studie vond een duidelijk verhoogd risico voor samen slapen met een jonge baby, ook bij niet rokende ouders. Herhaalde analyse van deze studie bevestigde dat. Bij niet rokende ouders was het samen slapen tot de leeftijd van 16 weken risico verhogend. Ook een latere grote Schotse studie vond een verhoogd risico voor deze groep. Zijn er ook gegevens die – deels wellicht – zouden kunnen geruststellen? Twee studies vonden een verhoogd risico voor de hele groep baby’s onder de 4 maanden en voor de subgroep van jonge baby’s van rokende ouders. Echter de laatste groep was te klein om conclusies te kunnen trekken. In 2006 publiceerden deze beide onderzoeksgroepen nieuwe gegevens (3,4). De Ierse groep laat zien dat in haar laatste analyses weliswaar in de univariate analyse net geen significantie wordt bereikt, maar waarschuwt expliciet dat, gezien de odds ratio (OR = de factor waarmee het risico is verhoogd) van 2.09 met betrouwbaarheidsinterval (BI) van 0.98 tot 4.39, men deze gegevens niet mag gebruiken om te stellen dat samen slapen in deze groep veilig is (4). De kans op risicoverhoging met ongeveer een factor 2 is wel aanwezig, maar het onderzoek was mogelijk niet groot genoeg om dat aan te tonen. De multivariate analyse van dezelfde studie laat vervolgens toch een verhoogd risico zien, nu na correctie voor o.a. roken en sociaaleconomische status, met een OR van 8 (BI 1.97-32.54) voor kinderen onder de 10 weken. Engels onderzoek (3) laat zien dat in ieder geval voor de groep te vroeg geborenen er een verhoogd risico is bij samen slapen, ook als de ouders niet roken. Door het zeer kleine aantal wiegendoodgevallen in deze studie echter is voorzichtigheid geboden bij het trekken van conclusies. Alle studies én de recente literatuur overziend blijkt dat, rekening houdend met roken en leeftijd, in een ruime meerderheid de bevinding versie april 2015
2
is dat het risico op wiegendood bij alle kinderen jonger dan 4 maanden tijdens samen slapen is verhoogd, bij rokende ouders extra. Welke specifiek Nederlandse gegevens zijn er? Nederland heeft een unieke positie: de sterfte aan wiegendood is de laagste van de westerse wereld. Dat is grotendeels toe te schrijven aan de zorgvuldige preventievoorlichting, die internationaal als voorbeeld wordt gezien. In Nederland opereren in een goede verstandhouding de Landelijke Werkgroep Wiegendood (LWW), onderdeel van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, en de Stichting Wiegedood. De LWW vergaart informatie over ruim 80% van de gevallen van wiegendood in Nederland. Uniek is de lange reeks van m.m.v. consultatiebureaus sinds 1988 uitgevoerde periodieke peilingen van verzorgingsgewoonten. In 2012 worden gegevens verwacht van de jongste peiling. De tot nog toe laatste was in 2005. Sinds begin jaren negentig uit de peilingen bleek dat de gewoonte van samen slapen in Nederland haar intrede deed, is uiteraard met speciale aandacht gekeken naar de Nederlandse gegevens over samen slapen en wiegendood. De relevante gegevens zijn: In de jaren tachtig voltrok niet meer dan 1% van de wiegendoodgevallen onder de 6 maanden zich bij de ouders in bed (5). In de jaren 1996-2005 stierf 20 % van de wiegendoodbaby’s onder de 6 maanden, terwijl ze als voor hen gewoonlijk bij hun ouders in bed sliepen. Nog eens 6 % stierf in het ouderlijk bed, terwijl zij voor deze ene keer daar sliepen. De gegevens van de geregelde samenslapers werden geanalyseerd met controlegegevens uit de eerder genoemde peilingen. Na correctie voor rokende ouders gaf het samen slapen met een baby van 1 maand oud een OR van 6.2 (BI 2.8-13.7). Dit cijfer daalde met het toenemen van de leeftijd en was bij 2 maanden 2.9 (BI 1.7-5.1) en bij 3 maanden 1.4 (BI 0.78-2.9). Voor een baby van drie maanden oud was de kans op wiegendood dus nog wel verhoogd, maar al niet meer statistisch significant; het betrof hier echter een zeer kleine groep. Conclusie: De evidentie in buitenlandse onderzoeken dat samen slapen gevaarlijk zou kunnen zijn voor baby’s onder de 4 maanden, werd en wordt gesteund door Nederlandse gegevens (8). In Nederland was het tot beginjaren negentig ongebruikelijk dat ouders met hun jonge baby het bed deelden. De peiling van 1999 liet zien dat gemiddeld 9.4 % van de zuigelingen onder de 5 maanden gewoonlijk in het ouderlijk bed sliep; in 2005 was dat 8% (6,7). versie april 2015
3
Nederland bevindt zich nog betrekkelijk kort in de (nieuwe) situatie dat actief wordt aanbevolen om samen te slapen met jonge baby’s vanwege mogelijke voordelen met betrekking tot de borstvoeding en hechting. Emotioneel is dat invoelbaar, maar overtuigend bewijs is daarvoor tot nog toe niet geleverd. Tenzij men de wel aangetoonde veiligheidsrisico’s zou willen negeren, lijkt het uitermate onverstandig om een voor Nederland nieuwe gewoonte actief aan te bevelen. Een omgekeerde bewijslast – eerst de veiligheid aantonen – ligt voor de hand. Bij het samenslapen met een zeer jonge baby is de veiligheid niet duidelijk gewaarborgd volgens de gegevens uit de onderzoeken tot nu toe. Dat mag vanzelfsprekend niet worden uitgelegd als een argument tegen borstvoeding. Een belangrijk onderdeel van de adviezen Veilig Slapen is juist het zo lang mogelijk geven van borstvoeding (9). Het geven van borstvoeding kan gestimuleerd worden door aan te bevelen het wiegje zo dicht mogelijk bij het ouderlijk bed te zetten, liefst binnen handbereik. Na de leeftijd van vier maanden kunnen ouders desgewenst de baby in hun eigen bed laten slapen mitst het geen waterbed betreft en de situatie qua beddengoed veilig is. Samenvattend De eindverantwoordelijkheid blijft uiteraard bij de ouders, maar het is met deze toelichting goed uit te leggen waarom de aanbevelingen de veiligheid vergroten. Uit buitenlands (10) en Nederlands onderzoek kan geschat worden dat het samenslapen met een baby tot 4 maanden oud de kans op wiegendood 2 tot 6 keer verhoogt. Hoe jonger de baby, hoe meer risico. Als de ouders roken, slaapverwekkende medicijnen gebruiken of alcohol, lijkt het samenslapen met een baby tot een leeftijd van 6 maanden risico verhogend. Dat geldt ook voor te vroeg of met te licht gewicht geboren kinderen. Wie dat allemaal niet doet en bij het borst voeden in bed soms in slaap valt, hoeft niet meteen verontrust te zijn. Zodra men even wakker wordt kan de baby alsnog in het eigen bedje worden gelegd, dat liefst naast of anders dichtbij het eigen bed staat. In de Verenigde Staten en Engeland is gebleken dat moeders ’s nachts nogal eens borstvoeding geven op de bank om niet in het ouderlijk bed met de baby in slaap te vallen. Op de bank in slaap vallen echter is zo mogelijk nog riskanter. Een waarschuwing is op zijn plaats, maar als alternatief kan worden aangeraden om een (kook)wekker te zetten op de geschatte voedingstijd, zodat men op tijd een signaal krijgt om de baby weer in het eigen bedje te slapen te leggen. versie april 2015
4
Natuurlijk is ook de situatie in het ouderlijk bed van invloed. Wanneer er een dik dekbed op ligt, een kussen wordt gebruikt, de beide helften zijn gescheiden door een spleet of wanneer het een waterbed betreft, loopt het risico op. De aanbeveling om niet met een baby in één bed te slapen, maar het kind in eigen wieg of bedje vlak naast het ouderlijk bed te leggen, is na jaren discussie in november 2005 overgenomen in de Verenigde Staten. Enkele andere westerse landen deden dat eerder al en inmiddels zijn er meer gevolgd. De AJN (Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland) en NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) hebben in maart 2007 de richtlijn Preventie Wiegendood uitgebracht, die o.a. is in te zien op Artsennet. Op de NCJ website www.jgz-richtlijnen.nl is de JGZ-richtlijn Preventie wiegendood uit 2009 te vinden.
versie april 2015
5
Bronnen 1.Carpenter RG, Irgens LM, Blair PS, England PD, Fleming P, Huber J, Jorch G, Schreuder P. Sudden unexplained infant death in 20 regions in Europe: a case control study. Lancet 2004; 363: 185-91. 2.Thompson JMD Mitchell EA. Are the risk factors for SIDS different for preterm and term infants? Arch Dis Child 2006; 91: 107-111. 3. Blair PS Ward Platt M, Smith IJ Fleming PJ. Sudden infant death syndrome and sleeping position in pre-term and low birthweight infants: an opportunity for targeted intervention. Arch Dis Child 2006; 91: 101-106. 4. McGarvey C, McDonnell M, Hamilton K, O’Regan M, Matthews. An 8 year study of risk factors for SIDS: bed-sharing versus non-bed-sharing. Arch Dis Child 2006; 91:318-323. 5. Engelberts AC. Cot death in the Netherlands: an epidemiological study. Amsterdam University Press, 1991. 6. Jonge GA de, Hagen EE van, Wouwe JP van. Veilig slapen en wiegendood anno 1999. Tijdschr Jeugdgezondheidszorg 2000; 32: 112-5. 7. Jonge GA de, Verboon FC. Peiling Veilig Slapen 2005. Uitgave Stichting Wiegedood, Voorweg 64, 2431 AR Noorden. 8. Ruys, J.H., Jonge G.A. de, Brand, R., Engelberts, A.C., Semmekrot, B.A. Bed-sharing in the first four months of life: a risk factor for sudden infant death. Acta Paedriatrica 2007; 96; 1399-1403. 9. Vennemann MM., Bajanowski T, Brinkmann B, et al and the GeSID Study Group Does Breastfeeding Reduce the Risk of Sudden Infant Death Syndrome? Pediatrics 2009; 123; e406-e410. 10. Mechtild M. Vennemann, MD, MPH1, Hans-Werner Hense, MD2, Thomas Bajanowski, MD, PhD3, Peter S. Blair, PhD4, Christina Complojer1, Rachel Y. Moon, MD5, and Ursula Kiechl-Kohlendorfer, MD, MSc6. Bed Sharing and the Risk of Sudden Infant Death Syndrome: Can We Resolve the Debate? Journ of Pediatrics 2012 10.1016/2011.06.052. 11 . Carpenter R, McGarvey C, Mitchell EA, Tappin DM, Vennemann MM, Smuk M, Carpenter JR. Bed sharing when parents do not smoke: is there a risk of SIDS? An individual level analysis of five major case-control studies. BMJ Open 2013; 3e002299 doi:10.1136/bmjopen-2012-002299. Uitgave: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. © Stichting Onderzoek en Preventie Zuigelingensterfte. Op de website https://www.ncj.nl/programma-s-producten/preventie-wiegendood vindt u informatie over veilig slapen, babyproducten en antwoorden op veel gestelde vragen.
versie april 2015
6