Samen met DSI werken aan integriteit in de financiële dienstverlening Een toekomstvisie van bestuur en directie van DSI
Inhoudsopgave
Samenvatting
4
Inleiding
7
1 Lessen uit het verleden
8
2 Mogelijke maatschappelijke rol DSI
11
3 Toezicht en zelfregulering
13
4 Voorwaarden voor succes
15
5 Financieringsmodel DSI
16
3
Samenvatting De visie “Samen met DSI werken aan integriteit in de financiële dienstverlening” is in samenspraak met het bestuur en de directie van DSI ontwikkeld. In de financiële sector zelf en bij consumenten bestaat behoefte aan verbetering van de ‘algemene normen en waarden’ onder ondernemingen en adviseurs. Een goed financieel adviseur dient natuurlijk primair het belang van de klant en is deskundig, betrouwbaar en vakbekwaam. Deze voorwaarden zijn bovendien transparant en objectief toetsbaar. Goed gedrag verdient erkenning en beloning; slecht gedrag wordt ontmoedigd en afgewezen.
Bewezen expertise DSI heeft als het integriteitsinstituut van de effectenindustrie ruime en veelzijdige ervaring met deze materie. Deskundigheid, Screening en Integriteit (DSI) van alle medewerkers op integriteitsgevoelige functies binnen de sector zijn een waarborg voor goed gedrag. De DSI-registratie wordt in de effectenindustrie al geruime tijd erkend als de norm. Door de actuele ontwikkelingen en de aangepaste wettelijke vereisten zien de vertegenwoordigende organisaties en de AFM - die sterk hecht aan zelfregulering in de sector, zoals door DSI ingevuld en gedragen door de sector - in de nabije toekomst voor DSI een actieve rol weggelegd in het bredere veld van de financiële dienstverlening. Met haar ruime expertise en haar beproefde model kan en wil DSI daarin ook andere segmenten in die sector van dienst zijn.
Toegevoegde waarde voor de gehele sector Om de toegevoegde waarde voor de gehele financiële sector te optimaliseren en daardoor duidelijk het positieve verschil te kunnen maken is het van belang dat de bestaande zelfreguleringsinstituten meer samenwerken. Deze constatering is dan ook een uitnodiging naar andere organisaties en keurmerken in de branche om het instrumentarium van DSI als normerende bron te gebruiken voor het professioneel borgen van integriteit op persoonsniveau. De weg voorwaarts is één onafhankelijke persoonsregistratie voor financieel adviseurs met integriteit als uitgangspunt die duidelijk herkenbaar is voor de consument. Deskundigheid, integriteit en vakbekwaamheid van de geregistreerde adviseurs moeten natuurlijk boven iedere twijfel zijn verheven. Uiteraard wordt deze ontwikkeling goed afgestemd met DNB, AFM en het ministerie van Financiën in hun streven naar cultuurverandering.
4
Kostenvoordeel door samenwerking De participanten in het DSI-model nemen de kosten voor hun rekening. Voldoende volume van registraties en screeningen is hierbij een allesbepalende factor voor de beoogde effectiviteit, kwaliteit en economische haalbaarheid. Door het onderbrengen van de verschillende initiatieven in één registratie-instituut kan de prijs van een individuele registratie bovendien substantieel goedkoper worden aangeboden. In vergelijking met de huidige gesegmenteerde aanpak zal dit de branche een substantieel kosten- en efficiencyvoordeel opleveren oplopend tot vele miljoenen euro’s op jaarbasis. Jaarlijkse eindafrekening van de kosten gemoeid met de professionele organisatie van screening en registratie kan door krachtenbundeling komen te vervallen.
Persoonlijke garantie Het is tijd voor verandering. Iedere medewerker op een integriteitsgevoelige functie binnen de financiële dienstverlening in Nederland zou gescreend, deskundig en vakbekwaam moeten zijn en bovenal in het belang van de klant moeten opereren (dit is ook relevant in verband met de Code Banken). De medewerker is een professional die staat voor zijn persoonlijke DSI-registratie. Beroepstrots is hier een kernthema. Met het onderschrijven van de DSI-gedragscode is het gedrag te toetsen en, indien nodig, met het tuchtreglement in de hand, te corrigeren. Permanente educatie zorgt voor een altijd vitale norm en houdt het gewenste kennisniveau op peil. Met een DSI-registratie staat een medewerker garant voor zijn of haar professionele gedrag in overeenstemming met de actuele normen en waarden in het maatschappelijke verkeer. Dit is een helder en vertrouwenwekkend statement aan het adres van de consument, de werkgever en de toezichthouder; in feite naar de hele samenleving.
5
Top 10 suggesties 1 2 3
In de adviespraktijk staat de behoefte van de klant centraal. Aan een duurzame relatie met een klant ligt dan ook een weloverwogen, transparant en betrouwbaar advies ten grondslag (suggestie 1.1); Met een persoonlijke registratie staat de adviseur zelf garant voor betrouwbare financiële dienstverlening met de nodige consequenties voor zijn betrouwbaarheidsprofiel (suggestie 1.3); Medewerkers in de sector zullen op deze cultuuromslag voorbereid moeten worden. Normen en waarden ontwikkelen zich met de tijd; wat vroeger kon, kan nu niet meer. Het begrip integriteit zal concreet gemaakt moeten worden. Daartoe krijgt de desbetreffende medewerker de nodige begeleiding met een
4
integriteitsprogramma (suggestie 1.7); Medewerkers op een integriteitsgevoelige functie, medewerkers met klantcontact en hun respectievelijke leidinggevenden worden met een DSI-registratie persoonlijk aanspreekbaar op hun gedrag. Overtreding van de gedragscode wordt voorgelegd aan de Tuchtcommissie. Daarnaast houden zij hun integriteit
5
en deskundigheid zichtbaar op peil (dit is ook relevant in verband met de Code Banken) (suggestie 2.3); De branches dienen van fatsoenlijke en integere financiële dienstverlening hoge prioriteit te maken. Dit verkleint de noodzaak van meer overheidsregulering en verlegt het zwaartepunt naar
6
zelfreguleringsinstituten zoals DSI, StFD en Kifid (suggestie 3.2); Voor de consument zal het een groot voordeel zijn indien het uiteindelijk tot één onafhankelijk persoonsregister komt, waardoor op één website kan worden nagetrokken of een adviseur van onbesproken gedrag is en zijn
7
deskundigheid op orde heeft (suggestie 3.3); Zelfregulering om de noodzaak van overheidsregulering te verminderen vraagt om een actieve ondersteuning van en investering in deze zelfregulering. Het zou een verkeerd signaal naar de markt zijn als zelfregulering niet
8
adequaat wordt ingevuld (suggestie 4.2); Partijen moeten derhalve – ook in financiële zin – investeren in effectieve zelfregulering. Als dat onvoldoende gebeurt, is meer overheidsregulering het logisch gevolg en wordt de rekening hoger
9
(suggestie 4.3); De vermogenspositie van DSI zal op een – voor een instituut zonder winstoogmerk – gangbare norm dienen te zitten, waarbij gewerkt wordt met het criterium: “de breedste schouders dragen de hoogste lasten”
10
naar rato van het aantal huidige én potentiële DSI-geregistreerden met klantcontact (suggestie 5.7); Met één voor de consument herkenbare persoonsregistratie kan de financiële sector op kostenefficiënte manier samenwerken. De geregistreerde medewerkers in de financiële dienstverlening staan met hun persoonlijke registratie garant voor deskundig en integer advies. Eén registratie-instituut zal aanzienlijk minder kosten dan de som van de huidige instituten en organisaties (suggestie 5.8).
6
Inleiding Voor u ligt het rapport “Samen met DSI werken aan integriteit in de financiële dienstverlening”. Dit rapport is opgesteld ter beantwoording van de vraag welke sectorbrede rol DSI kan vervullen bij het herstellen en behouden van het vertrouwen. Daarnaast geeft het antwoord op de vraag hoe de uitvoering van deze plannen gefinancierd zou moeten worden. Door een gebrek aan vertrouwen is het financiële systeem deels ontwricht en wordt de roep om acties die kunnen bijdragen aan het herstel van vertrouwen, steeds luider. Als reactie daarop zijn voor de beleidsvernieuwing van overheid en sector diverse adviesrapporten gepresenteerd en staat een parlementair onderzoek op stapel.
Tien jaar geleden is DSI opgericht door de effectenindustrie met als doel het vertrouwen in de effectenmarkten en de mensen die daarin werkzaam zijn, te waarborgen. DSI is daar volgens de branche, politiek en toezichthouder in belangrijke mate in geslaagd. Dit resultaat is mede bereikt door goed in te spelen op de zich permanent ontwikkelende wet- en regelgeving en door integriteit kwalitatief en kwantitatief te normeren.
Met dit trackrecord heeft DSI haar actieradius in het afgelopen jaar verbreed zodat het model ook elders in de financiële dienstverlening bruikbaar is. Concreet richt zij zich met haar core business nu op banken, verzekeraars, pensioenfondsen, vermogensbeheerders, beurspartijen en het intermediair. Het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden en de bewezen leereffecten van het integriteitsinstituut van de effectenindustrie kunnen in de gehele financiële dienstverlening worden toegepast. De DSI-Klachtencommissie, de correctieve kant van DSI ten behoeve van de consument, is geïntegreerd in Kifid, het landelijk klachteninstituut voor de financiële dienstverlening. Deze wijziging heeft geleid tot herpositionering van DSI aan de preventieve kant met een duidelijke focus op het voorkomen van imagoschade. Dit gebeurt door het aanbieden van instrumenten als screeningen en registraties voor het invullen van de integere bedrijfsvoering van financieel dienstverleners.
Binnen het bestuur van DSI, waarin de brancheorganisaties vertegenwoordigd zijn, is de opdracht geformuleerd om te komen tot een gezamenlijke visie op de toekomst van de financiële dienstverlening en de rol die DSI daarbij kan vervullen. Bij de uitvoering van de opdracht is niet alleen de toekomstige rol die de AFM voor DSI in gedachten heeft, meegenomen, maar is ook een open houding aangenomen naar andere partijen in de sector. De voelsprieten zijn niet alleen gericht op Nederland, maar ook op relevante bewegingen aan het Europese front. In de vorm van een aantal suggesties geeft dit rapport weer hoe DSI de financiële sector op passende wijze kan ondersteunen. Het is aan de branches binnen de sector om de geschetste voorstellen van DSI op te pakken als bijdrage in de acties gericht op het herstel van vertrouwen in de financiële dienstverlening.
Het bestuur en de directie van de stichting DSI, september 2009
7
1 Lessen uit het verleden Vertrouwen is de kern van de financiële dienstverlening. Het gedrag van de mensen die werkzaam zijn in de financiële sector, heeft zijn weerslag op het functioneren en de goede naam van de financiële dienstverlening in het algemeen en van de betreffende organisatie die men vertegenwoordigt, in het bijzonder. Iedere medewerker is immers een vertegenwoordiger van het financiële systeem. Ongeacht het feit of men werkzaam is bij bijvoorbeeld het intermediair, een verzekeraar, een bank, een effectenkantoor, een pensioenfonds, etc. Gebrek aan integriteit is schadelijk voor het systeem en zal negatieve financiële gevolgen hebben voor de hele keten.
Financieel dienstverleners en wenselijk gedrag volgens de klant Overweging De consument heeft behoefte aan een adviseur die hem of haar bijstaat. In feite wordt die consument te vaak geconfronteerd met een adviseur die zich niet als zodanig opstelt. De betrokken adviseur is daarbij te veel gericht op het verkopen van financiële producten en heeft te weinig oog voor de behoefte van de klant. Bovendien is doorgaans sprake van een behoorlijk kennisverschil tussen de partijen, wat juist de reden van de dienstverlening is.
De consument verwacht – naast deskundigheid – de volgende kernwaarden van de financieel dienstverlener:
1. transparantie; 2. initiatief; 3. betrouwbaarheid. Bron: IESE Business School – Universiteit van Navarra.
Als aan deze verwachting wordt voldaan, is een duurzame relatie met een klant kansrijk. Krijgt de klant echter onvoldoende bevestiging van de kernwaarden dan zal hij de overstap overwegen naar een andere dienstverlener. Kortom: als de dienstverlening niet voldoet aan deze kernwaarden, raak je de klant ‘kwijt’. Dit is tevens het moment dat afbreuk van het imago dreigt; niet alleen dat van de werkgever maar ook het imago van de branche en zelfs de gehele sector. Niet het product, maar de behoefte van de klant moet centraal staan in de financiële dienstverlening, zo luidt ook de aanbeveling in het rapport van de Adviescommissie Toekomst Banken. Dit geldt natuurlijk voor alle segmenten van de financiële dienstverlening.
8
Suggestie
1.1
In de adviespraktijk staat de behoefte van de klant centraal. Aan een duurzame relatie met een klant ligt dan ook een weloverwogen, transparant en betrouwbaar advies ten grondslag.
De klant heeft behoefte aan zekerheid over de kwaliteit van het advies dat hij ontvangt en heeft onafhankelijke hulp van derden nodig om dat zeker te stellen. Een gang naar de rechter of Kifid in het geval van opgelopen schade is een laatste redmiddel, zowel in financiële zin als in termen van vertrouwen en imago*. Om het vertrouwen van de consument duurzaam waar te maken moet de financieel dienstverlener blijven focussen op integriteit en deskundigheid. Goed gedrag wordt beloond met meer klanten, meer omzet en meer inkomen. Ongewenst gedrag zal negatieve gevolgen voor de omzet en het inkomen hebben. Des te belangrijker is het om goed gedrag te borgen en afwijkend gedrag via sancties te corrigeren.
Suggesties
1.2
Met een gedragscode wordt goed gedrag bevorderd. Afwijkend gedrag wordt kritisch en onafhankelijk beoordeeld;
1.3
Met een persoonlijke registratie staat de adviseur zelf garant voor betrouwbare financiële dienstverlening met de nodige consequenties voor zijn betrouwbaarheidsprofiel;
1.4
Hetzelfde geldt voor medewerkers bij financiële ondernemingen op integriteitsgevoelige functies;
1.5
Door een openbaar register wordt de deskundigheid en integriteit inzichtelijk gemaakt voor alle betrokkenen en met name voor de (potentiële) klanten.
Zo’n cultuuromslag in de financiële dienstverlening is niet van vandaag op morgen te realiseren. Zowel de financiële ondernemingen als hun medewerkers moeten zich hierop intern via een overgangsperiode kunnen voorbereiden.
Suggesties
1.6
De door DNB, AFM en het ministerie van Financiën nagestreefde cultuuromslag nodigt uit tot een nieuwe mindset onder de financieel dienstverleners;
1.7
Medewerkers in de sector zullen op deze cultuuromslag voorbereid moeten worden. Normen en waarden ontwikkelen zich met de tijd; wat vroeger kon, kan nu niet meer. Het begrip integriteit zal concreet gemaakt moeten worden. Daartoe krijgt de desbetreffende medewerker de nodige begeleiding met een integriteitsprogramma.
* zie ook artikel van Edgar du Perron in Kifid-jaarverslag 2008 of als nieuwsbericht op www.dsi.nl
9
Gedragsbeïnvloeding door DSI Overweging Sinds 1999 is DSI actief op het gebied van integriteits- en deskundigheidsbewaking in de effectenmarkten. Het is een autonoom instituut met een onafhankelijke voorzitter. De brancheorganisaties zijn vertegenwoordigd in het bestuur en hebben geen invloed op de uitvoering van het beleid. Het DSI-model is de norm binnen de branche op zowel persoonsniveau (met een personenregistratie) als op instellingsniveau (met een effectief werkende klachtencommissie, die sinds 2008 is geïntegreerd in Kifid, het landelijke klachteninstituut voor de gehele financiële dienstverlening).
Personen die geregistreerd staan bij DSI, voldoen aan de inzichten en eisen van de branche als geheel. Zij zijn gescreend, voldoen aan deskundigheids- en werkervaringseisen, hebben een integriteitsprogramma doorlopen en herhalen dit eens in de drie jaar. Het gewenste gedrag van financieel dienstverleners wordt geborgd in de handhaving van de gedragscode, waarbij de werkgever een meldplicht voor incidenten heeft. Meldingen worden onderzocht en krijgen – waar nodig – een corrigerend vervolg. Een eventuele sanctie wordt – gedurende drie jaar – onder de naam van de medewerker op de website van DSI vermeld.
Dit model van preventie en correctie heeft zijn effectiviteit bewezen in de effectenmarkten en heeft samen met de invoering van nieuwe wetgeving een aantoonbare normverbetering teweeggebracht.
Suggestie
1.8
De bewezen kennis en ervaring die de effectenindustrie de afgelopen tien jaar met behulp van DSI heeft opgedaan, is als normerende bron bruikbaar voor de gehele sector.
10
2 Mogelijke maatschappelijke rol DSI Overweging De recente ontwikkelingen wijzen op de noodzaak van een cultuuromslag, waarbij de aandeelhoudersbelangen in balans worden gebracht met die van de overige stakeholders (de klanten, de medewerkers en de samenleving als geheel). Allerwege moet nu gewerkt worden aan herstel van vertrouwen. Het belang en de behoefte van de klant krijgen daarin een centrale plaats. Partijen kunnen hier individueel en gezamenlijk als sector invulling aan geven. DSI als onafhankelijk integriteitsinstituut kan deze aanpak met haar expertise stimuleren en mede faciliteren.
De krachtenbundeling via DSI om de integriteit en deskundigheid in de financiële dienstverlening te bevorderen, heeft geresulteerd in een scala van concrete instrumenten die effectief gebleken zijn. Deze kunnen separaat of als totaalpakket geïmplementeerd worden in financiële organisaties om invulling te geven aan de wettelijke eis tot integere en deskundige bedrijfsvoering. Dit helpt imagoschade te vermijden en maakt naar alle belanghebbenden duidelijk dat de financiële onderneming volgens de professionele en maatschappelijk gedragen standaarden werkt.
Suggesties
2.1
Nieuw personeel wordt vóór indiensttreding gescreend conform een standaard zoals DSI op verzoek van de sector heeft ontwikkeld en door DNB en AFM wordt aanbevolen;
2.2
Alle medewerkers op een integriteitsgevoelige functie – en in het bijzonder zij die klantcontact hebben – zouden een integriteitsprogramma moeten volgen dat hen in staat stelt integriteitsconflicten te herkennen en hen weerbaar en bewust maakt in dergelijke conflicten;
2.3
Medewerkers op een integriteitsgevoelige functie, medewerkers met klantcontact en hun respectievelijke leidinggevenden worden met een DSI-registratie persoonlijk aanspreekbaar op hun gedrag. Overtreding van de gedragscode wordt voorgelegd aan de Tuchtcommissie. Daarnaast houden zij hun integriteit en deskundigheid zichtbaar op peil (dit is ook relevant in verband met de Code Banken).
11
Overweging Consumenten willen dat hun belangen in goede handen zijn en dat zij op fatsoenlijke en integere manier in hun behoefte worden voorzien. Zij willen weten met wie zij in zee gaan. Financiële ondernemingen die het vertrouwen van hun klanten weten te verdienen, varen daar wel bij. De nationale toezichthouders ondersteunen de normerende rol van DSI als één van de instrumenten om het vertrouwen in de financiële dienstverlening te herstellen.
Suggestie
2.4
De consument heeft een eigen verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd kunnen consumenten bewuster gemaakt worden van hun gedrag bij de oriëntatie op, keuze voor en aanschaf van een financieel product. DSI wil hier in samenwerking met andere partijen zoals Centiq en de Stichting Schadefonds Beleggers een stimulerende rol in spelen.
Overweging De positie van DSI als het integriteitsinstituut van de sector brengt met zich mee dat zij doorlopend innovatief bezig zal moeten zijn. In de samenleving staat de ontwikkeling van normen en ethiek binnen de financiële sector immers niet stil.
DSI wil kunnen reageren op actuele ontwikkelingen op het gebied van integriteit en professionaliteit. Een goed voorbeeld daarvan is de samenwerking van DSI met de Duisenbergschool of Finance ten aanzien van het initiatief om tot een ‘bankerscourse’ te komen voor topbankiers en toezichthouders. Dit mede ter aanvulling van de aanbevelingen op dit punt van de Commissie Maas.
12
Suggestie
2.5
DSI zal zich blijven ontwikkelen om haar rol als integriteitsinstituut te bestendigen.
3 Toezicht en zelfregulering Overweging De publieke toezichthouders DNB en AFM en de private instituten DSI, StFD en Kifid geven samen invulling aan het compliancebeginsel binnen de financiële sector. DNB en AFM opereren hierbinnen vanuit hun overheidsopdracht en wettelijke competentie. DSI, StFD en Kifid geven invulling aan het onafhankelijke zelfregulerende toezicht binnen de sector. Daarbij bewaakt en bevordert DSI de deskundigheid en integriteit van personen die werkzaam zijn bij organisaties binnen de hele financiële dienstverlening; bevordert de StFD de kwaliteit op Wft-vergunningsniveau en completeert Kifid het model als onafhankelijk loket voor de beslechting van geschillen tussen consumenten en financieel dienstverleners.
Kenmerkend voor het zelfreguleringssysteem van DSI is dat het een gesloten systeem van preventie en correctie (tucht) betreft op persoonsniveau. Kifid en de StFD zijn actief op instellingsniveau. Sinds 2003 bestaat er een convenant tussen de AFM en DSI.
Suggesties
3.1
Financiële ondernemingen geven invulling aan de wettelijk vereiste integere bedrijfsvoering. Binnen het systeem van zelfregulering wordt hieraan efficiënt en kwalitatief hoogstaand inhoud gegeven. 1) De StFD bereidt de toetsing voor en de AFM toetst en geeft de benodigde vergunning af. 2) DSI waarborgt de deskundigheid en integriteit van de personen die werkzaam zijn bij financiële ondernemingen;
3.2
De branches dienen van fatsoenlijke en integere financiële dienstverlening hoge prioriteit te maken. Dit verkleint de noodzaak van meer overheidsregulering en verlegt het zwaartepunt naar zelfreguleringsinstituten zoals DSI, StFD en Kifid.
13
Overweging Voor de consument is het onduidelijk waar hij objectieve informatie kan krijgen over de deugdelijkheid van financiële ondernemingen. In AFM-rapporten* wordt geconcludeerd dat een kwart van de partijen in Nederland zich aan de onderkant van de markt begeeft. Het ministerie van Financiën geeft vanaf begrotingsjaar 2009 aan het intermediair dat gebruik maakt van de personenregistraties van DSI, een korting op de toezichtskosten ter ondersteuning van zelfregulering. Een financiële onderneming die hier gebruik van maakt, mag geacht worden zijn zaken op orde te hebben en behoeft daardoor minder aandacht van de toezichthouder. Het gaat hier in de eerste plaats om een kwaliteitsimpuls, die vervolgens leidt tot een korting op de factuur van het wettelijk toezicht.
Suggesties
3.3
Voor de consument zal het een groot voordeel zijn indien het uiteindelijk tot één onafhankelijk persoonsregister komt, waardoor op één website kan worden nagetrokken of een adviseur van onbesproken gedrag is en zijn deskundigheid op orde heeft;
3.4
Voor de financiële sector – die immers de rekening moet betalen – zal het een groot voordeel zijn als de drie onafhankelijke instituten DSI, StFD en Kifid nog nauwer gaan samenwerken zodat ze gebruik maken van dezelfde bestanden en registers en de backoffice kostenefficiënt en overzichtelijk wordt ingericht.
* 'Kwaliteit, advies en transparantie bij hypotheken' (2007), 'Kwaliteit advies beleggingsverzekeringen' (2008)
14
4 Voorwaarden voor succes Overweging Bij de oprichting van DSI waren effectendienstverleners vastbesloten om van het eigen integriteitsinstituut een succes te maken. Zij hebben zich dan ook vrijwel allemaal aangemeld als bedrijfsdeelnemer en hun effectenspecialisten aangemoedigd om zich te laten registreren. Het idee dat DSI-registratie de norm moest zijn, werd breed gedragen onder de betreffende financiële ondernemingen en deskundigen. In de huidige markt is het belang van een effectieve toepassing van zelfregulering actueler dan ooit.
Suggesties
4.1
De brancheorganisaties vertegenwoordigd in het DSI-bestuur ondersteunen DSI openlijk, dragen het belang uit en sporen de achterban actief aan om gebruik te maken van de instrumenten die DSI aanbiedt;
4.2
Zelfregulering om de noodzaak van overheidsregulering te verminderen vraagt om een actieve ondersteuning van en investering in deze zelfregulering. Het zou een verkeerd signaal naar de markt zijn als zelfregulering niet adequaat wordt ingevuld;
4.3
Partijen moeten derhalve – ook in financiële zin – investeren in effectieve zelfregulering. Als dat onvoldoende gebeurt, is meer overheidsregulering het logisch gevolg en wordt de rekening hoger.
Overweging Voorwaarde voor succes is samenwerking. De marktpartijen werken binnen het integriteitsinstituut samen aan een betere financiële dienstverlening. Daarnaast is het belangrijk dat DSI openstaat voor samenwerking met partijen die hetzelfde uitgangspunt hebben. DSI kan haar integriteitscomponenten als het ware laden in de reeds bestaande keurmerken. Zij is dan ook geen bedreiging voor andere organisaties maar biedt juist een kans om de kwaliteit van een keurmerk te borgen. De ervaringen binnen DSI als het integriteitsinstituut moeten gedeeld worden met anderen. Daar worden alle partijen beter van, niet in de laatste plaats de consument.
Suggestie
4.4
DSI deelt haar kennis en ervaring met andere organisaties om een ieder te laten profiteren van de leereffecten uit de effectenindustrie.
15
5 Financieringsmodel DSI De kosten van zelfregulering moeten door de bedrijfsdeelnemers in de financiële sector gedragen worden. De totale sector ervaart de voordelen van zelfregulering. Binnen het zelfreguleringsmodel biedt DSI diensten aan ter ondersteuning van het uiteindelijke doel dat wordt nagestreefd. Daarnaast heeft een kennisorganisatie als DSI gespecialiseerde staffuncties die het bouwwerk ondersteunen. DSI werkt daarbij zonder winstoogmerk. Voor het inzetten van DSI in een bredere context is in de toekomst ook een breder financieel draagvlak nodig dan tot op heden het geval was.
Overweging De afgelopen tien jaar heeft DSI een duidelijke benchmark in de effectenmarkten neergezet. Het handelsplatform Euronext heeft zich in deze periode als hoofdsponsor opgeworpen en DSI financieel ondersteund, maar daar is in 2009 – mede als gevolg van het onderbrengen van de Klachtencommissie DSI bij Kifid – een einde aan gekomen. Door deze integratie in 2008 van de Klachtencommissie DSI in Kifid, is de financiële basis van DSI als registratie- en integriteitsinstituut smaller geworden. Dit heeft direct gevolgen voor het kostendekkende tarief van DSI.
Suggesties
5.1
De kosten van DSI moeten in verhouding staan tot de taak die het instituut krijgt toebedeeld;
5.2
De daarmee samenhangende – kostendekkende – prijs zal door alle participanten opgebracht moeten worden;
5.3
De grootste organisaties zullen – naar rato van het aantal huidige én potentiële DSI-geregistreerden voor de Nederlandse markt – de daarmee samenhangende lasten dragen.
16
Overweging DSI is een stichting zonder winstoogmerk en kan vanwege haar financiële gezondheid geen verlies op jaarbasis maken. De participanten dragen hiervoor de bijpassende financiële verantwoordelijkheid. Het bestuur en de directie bewaken dit principe. De prijs voor zelfregulering moet redelijk en beheersbaar blijven. In feite gaat het om een beperkte investering, zeker in relatie tot de omzet van de grotere partijen en de totale omzet van de sector.
Suggesties
5.4
DSI zal voorzien in reële, transparante begrotingen aan de hand van een voortschreidend jaarplan en een toekomstvisie;
5.5
Kleine organisaties worden ontzien om geen financiële drempels op te werpen. Grote partijen hebben mede baat bij verdere professionalisering van de kleine partijen;
5.6
Een operationeel negatief jaarresultaat wordt – in de uitbreidingsfase – in de vorm van een jaar-eindafrekening ten laste gebracht van de 100 grootste participanten;
5.7
De vermogenspositie van DSI zal op een – voor een instituut zonder winstoogmerk – gangbare norm dienen te zitten, waarbij gewerkt wordt met het criterium: “de breedste schouders dragen de hoogste lasten” naar rato van het aantal huidige én potentiële DSI-geregistreerden met klantcontact.
Overweging In aanbeveling 5.6 wordt gesproken van een eindafrekening bij een operationeel negatief jaarresultaat in de uitbreidingsfase. Dit is een tijdelijke maatregel om DSI in deze fase financieel te ondersteunen. Bij het tot stand komen van één registratie-instituut zal voldoende volume gecreëerd worden om deze eindafrekening los te laten en de prijs van de individuele persoonsregistratie fors te verlagen. Een halvering van de registratiekosten is hierbij denkbaar.
Slotsuggestie
5.8
Met één voor de consument herkenbare persoonsregistratie kan de financiële sector op kostenefficiënte manier samenwerken. De geregistreerde medewerkers in de financiële dienstverlening staan met hun persoonlijke registratie garant voor deskundig en integer advies. Eén registratie-instituut zal aanzienlijk minder kosten dan de som van de huidige instituten en organisaties.
17
Samen met DSI werken aan integriteit
in de financiële dienstverlening
DSI Postbus 3861, 1001 AR Amsterdam
Telefoon 020 620 1274
Fax 020 620 13 26
www.dsi.nl
E-mail:
[email protected]