Routekaart transitie Jeugdzorg De komende jaren zal het lokaal bestuur in belangrijke mate in het teken staan van de op handen zijnde decentralisaties. Gemeenten krijgen er een omvangrijk takenpakket bij op het gebied van jeugdzorg, langdurige zorg en (arbeids-‐) participatie. Een pakket dat in omvang 40% tot 45% van de huidige gemeentebegroting zal beslaan. ‘Den Haag’ gaat over enkele maanden niet langer over de inrichting van sociale domein, het is straks aan onze lokale bestuurders om dit domein zo in te richten dat het recht doet aan dat wat wij als PvdA eerlijk en van waarde vinden. Dit alles is een belangrijk maar ingewikkeld proces. Vandaar dat per decentralisatie een routekaart is gemaakt. Wat staat ons de komende maanden te wachten? Hoe kunnen we als PvdA de besluitvorming rond de decentralisaties zo kleuren dat Nederland en sterker en socialer van wordt, hoe pak je een megaproject als dit aan als wethouder, fractie en bestuur, en hoe zorgen we ervoor dat ook onze kiezers weten waar het om gaat? Deze routekaart gaat over de transitie m.b.t. de jeugdwet. Let wel, deze routekaart bevat informatie over de transitie Jeugdzorg en het wetstraject dat in het najaar 2013 behandeld gaat worden e e in de 2 en 1 Kamer. Zodat jullie als lokaal bestuurders en volksvertegenwoordigers op een goede manier kunnen anticiperen op dat wat komen gaat. Op een later moment worden afdelingen en lokale fracties aanvullend geïnformeerd en geadviseerd over de politieke keuzes zoals die gemaakt worden bij de vaststelling van deze wetgeving. Deze routekaart is dan ook een groeidocument, zoals dat ook wordt gemaakt voor de Participatiewet en de decentralisatie van de langdurige zorg (AWBZ). Via www.lokaalbestuur.nl word je voortdurend op de hoogte gehouden van de laatste informatie, relevante ontwikkelingen en instrumenten. De routekaart bestaat uit twee delen. Deel 1 gaat over de inhoud, deel 2 is een handreiking om lokaal politiek en inhoudelijk de vinger aan de pols te houden.
Deel 1: Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Waarom decentralisaties? Waarom decentralisatie van de Jeugdzorg? Een korte geschiedenis PvdA landelijke verkiezingsprogramma 2012 over jeugdzorg Het regeerakkoord van VVD-‐PVDA over jeugdzorg Veranderingen in gemeentelijke taken bij de Jeugdwet Voordelen van de transitie Verantwoordelijkheden, taken en beleidsruimte na de transitie bij gemeenten en Rijk Regionale samenwerking Kwaliteit, toezicht en certificering Overgangsmaatregelen Financiën Data / traject wetgeving en invoering Handreiking om lokaal politiek en inhoudelijk vinger aan de pols te houden
1. Waarom decentralisaties? De PvdA vindt dat de taken van de overheid in het sociale domein het beste kunnen worden uitgevoerd door die overheid die het dichts bij de burger staat: de lokale overheid, dus de gemeente. Iedere gemeente, wijk, of buurt is immers anders. Het decentraliseren van taken maakt lokale oplossingen en maatwerk mogelijk en verlegt verantwoordelijkheid en zeggenschap naar de mensen om wie het werkelijk gaat. Dat met dit maatwerk ook nog eens een flinke kostenbesparing te realiseren valt is in deze tijden van financiële crisis een extra, maar niet het doorslaggevend, argument. (de brief van Minister Plassterk aan de Kamer over het hoe en waarom van de decentralisatie-‐operatie kun je vinden via:
Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 1
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-‐en-‐publicaties/kamerstukken/2013/02/19/kamerbrief-‐aanpak-‐ decentralisaties-‐op-‐terrein-‐van-‐ondersteuning-‐participatie-‐en-‐jeugd.html )
2. Waarom decentralisatie van de Jeugdzorg? Goede jeugdzorg is van enorm belang. Ieder kind verdient de best mogelijke start. Tot nu toe is de jeugdzorg een gedeelde verantwoordelijkheid van provincie en gemeenten. In grote lijnen zijn gemeenten verantwoordelijk voor preventie en de provincies voor de geïndiceerde hulp. In de praktijk heeft dit geleid tot een ingewikkeld stelsel van hulpverleningsinstanties op lokaal en provinciaal niveau. Daarbij staat het uit elkaar trekken van preventieve en geïndiceerde hulp effectieve hulpverlening in de weg. Is het niet logisch om in een gezin waar geïndiceerde hulp nodig is niet alleen te focussen op de betreffende persoon, maar uit preventief oogpunt ook te kijken naar dat wat gebeurt met eventuele broertjes en zusjes? De PvdA vindt dat jeugdzorg maatwerk dient te zijn. Eén gezin, één plan, één aanspreekpunt, één budget en één regievoerder: de gemeente.
3. Een korte geschiedenis De discussie in de Tweede Kamer over de toekomst van de Jeugdzorg in Nederland is in 2010 gevoerd op initiatief van Jeroen Dijsselbloem. Op zijn initiatief is de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning Jeugdzorg opgezet. In 2010 bracht deze werkgroep een rapport uit onder de titel ‘Jeugdzorg Dichtbij’. Belangrijke bevindingen uit dit rapport zijn: - Eén financieringsstroom voor het huidige preventieve beleid, de huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG en jeugd GGZ; - Gezinnen en de omgeving van kinderen moeten beter ingezet en betrokken worden bij worden bij opvoed-‐ en ontwikkelingsproblemen van kinderen; - Lichtere vormen van jeugdhulpverlening, inclusief jeugd LVG en jeugd GGZ, moeten in de buurt en geïntegreerd aangeboden kunnen worden; - Jeugdzorg naar gemeenten 1 Deze bevindingen zijn de basis voor het transformatieproces voor de jeugdzorg in Nederland.
4. Ons verkiezingsprogramma 2012 over Jeugdzorg
Een betere zorg voor jeugd De Jeugdzorg moet de komende jaren op een heel andere manier worden georganiseerd. Nu stoppen we al het geld in zware vormen van jeugdzorg, zoals uithuisplaatsing in instellingen, en proberen we een rem te zetten op de groei van de jeugdzorg door zware bureaucratische procedures. Het gevolg daarvan is dat we heel veel kansen laten liggen om kinderen en gezinnen eerder te helpen. Er zijn daardoor kinderen die te laat of geen hulp krijgen. Dat moet dus anders. Dit gaan we doen: •
•
Veel kinderen en gezinnen hebben te maken met meerdere vormen van hulp. We brengen alle regelingen voor verschillende vormen van hulpverlening bij elkaar, zodat alle verschillende organisaties gaan samenwerken. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Jongeren vanaf 18 jaar hebben recht op overgangsregelingen, gericht op zelfredzaamheid, scholing en ondersteuning van keuzevrijheid.
1
Transitie, transformatie en decentralisatie zijn begrippen die voortdurend door elkaar lopen. Decentralisatie gaat over de overheveling van taken van de rijks-‐ of provinciale overheid naar de gemeente. Transitie duidt op de overgang van het ene stelsel naar een ander stelsel waarmee inhoudelijke vernieuwing gepaard gaat. Transformatie gaat over de verandering zelf, de andere, nieuwe manier van denken en handelen.
Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 2
•
•
•
We organiseren de hulp en ondersteuning zoveel mogelijk rond de gezinnen en voorkomen dat de situatie uit de hand loopt. Met name kinderen van ouders die (psychisch) ziek zijn of verslaafd verdienen extra aandacht. Wanneer de veiligheid en de gezonde ontwikkeling van het kind echt in gevaar is, moet er op een zorgvuldige manier tijdig worden ingegrepen en moeten er goede voorzieningen beschikbaar zijn. Om signalen van kindermishandeling beter en eerder te herkennen moet er in alle organisaties waar men met kinderen te maken heeft, gewerkt worden met een meldcode kindermishandeling. Ook moet men getraind zijn in het tijdig herkennen van kindermishandeling. De PvdA is principieel van mening dat als de rechter het gezag over een kind weghaalt bij de ouders, de overheid direct verantwoordelijk wordt. Marktwerking of aanbesteding van deze taak wijzen we af. Hetzelfde geldt voor een eigen bijdrage in deze situaties.
5. Het regeerakkoord van VVD en PvdA over jeugdzorg Na de verkiezingen werd duidelijk dat voor een stabiele regering zowel de PvdA als de VVD onmisbaar zijn. Daarom zijn er met de VVD afspraken gemaakt over een regeerakkoord. Hierin staat dat de onder Rutte 1 ingezette decentralisatie van de jeugdzorg onder Rutte 2 verder zal worden doorgevoerd, zij het ditmaal onder leiding van PvdA-‐staatssecretaris Martin van Rijn. De volgende tekst komt uit het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’ (29 oktober 2012) tussen VVD en PvdA: “Ouders zijn er voor verantwoordelijk hun kinderen veilig en gezond te laten opgroeien. Wanneer de ontwikkeling van kinderen ernstig in gevaar komt, moet de overheid tijdig ingrijpen. Dat is in het verleden ondanks toenemende budgetten niet altijd gebeurd. De jeugdzorg zal daarom de komende jaren sterk worden verbeterd. Tegelijkertijd zullen de fors gestegen uitgaven voor jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd worden teruggebracht. De jeugdzorg wordt in 2015 gedecentraliseerd naar gemeenten. De decentralisatie omvat alle onderdelen: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is van de provincie, de gesloten jeugdzorg onder regie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, de jeugd-‐GGZ die onder de ZVW valt, de zorg voor lichtverstandelijk gehandicapten jongeren op basis van de AWBZ en de jeugdbescherming en jeugdreclassering van Veiligheid en Justitie. Deze decentralisatie wordt gecoördineerd op het ministerie van VWS. • “Eén gezin, één plan, één regisseur” is het uitgangspunt bij de decentralisaties in het sociale domein: bij de wet werken naar vermogen, de algemene wet bijzondere ziektekosten, de wet maatschappelijke ondersteuning en de jeugdhulpverlening. Dit vergt ook één budget en één verantwoordelijke van overheidszijde. Er komt een einde aan de praktijk waarbij vele hulpverleners langs elkaar heen werken bij de ondersteuning van één gezin. • Consultatiebureaus worden verplicht kinderen voor wie taalachterstand dreigt, door te verwijzen naar vroeg-‐ en voorschoolse educatie. Sluitende samenwerking tussen gemeenten en scholen moet waarborgen dat achterstanden zo spoedig mogelijk en in ieder geval voor het eind van de basisschoolperiode zijn weggewerkt. • Om de effecten van Jeugdzorg te kunnen beoordelen worden prestatiegegevens aangeleverd en openbaar. • De decentralisatie moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht, het sociale netwerk en de voorzieningen in een gemeente beter worden benut. Het accent zal steeds liggen op participatie in de samenleving. • We versnellen de professionalisering van de jeugdzorg, inclusief opleidingseisen, beroepscodes en tuchtrecht. • De nieuwe Jeugdwet waarborgt de gemeentelijke beleidsvrijheid. Elementaire kwaliteitswaarborgen voor cliënten blijven wettelijk verankerd. • De voorgenomen eigen bijdrage in de Jeugdzorg wordt niet ingevoerd”.
6. Veranderingen in gemeentelijke taken bij de Jeugdwet Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 3
Een opsomming van de huidige en nieuwe taken resp. voor en na de transitie Jeugdzorg. De huidige taken van de gemeente ten aanzien van jeugd: • •
De taken van de gemeente na de transitie:
Jeugdgezondheidszorg (Wpg) Preventieve jeugdbeleid (Wmo prestatieveld 2)
• • • • • •
• • • • • •
Toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg Ambulante jeugdzorg Residentiële zorg Pleegzorg Crisishulp Justitieel kader: Jeugdbescherming en jeugdreclassering Advies-‐ en meldpunt kindermishandeling Kindertelefoon Begeleiding en verzorging kortdurend verblijf (AWBZ) Zorg verstandelijk beperkte tot 18 jaar [bedoel je ‘Zorg verstandelijke beperking’?] Jeugd-‐GGZ Gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus)
7. Voordelen van de transitie Er zitten verschillende voordelen aan de transitie Jeugdzorg waarbij de gemeente dus primair verantwoordelijk wordt voor de organisatie en uitvoering van de jeugdzorg. Deze voordelen zijn in ieder geval de volgende: • Eén wettelijk kader en één integraal financieringssysteem • Integrale hulp bij meervoudige problematiek • Één gezin-‐één plan-‐één regisseur • Jeugdstelsel wordt eenvoudiger en sluit beter aan op de eigen kracht en sociale netwerken van gezinnen • Door meer nadruk op preventie wordt het beroep op zwaardere specialistische jeugdzorg teruggedrongen • Vermindering administratieve lasten voor professionals. De voordelen lijken zo vooral systeemtechnisch van aard te zijn. Het grootste voordeel zal echter zijn dat de jeugdzorg voor alle kinderen die dit nodig hebben toegankelijke en op maat toegesneden zorg en ondersteuning mogelijk maakt.
8. Verantwoordelijkheden, taken en beleidsruimte na de transitie bij gemeenten en Rijk
Na de transitie is de gemeente in hoofdlijn verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de jeugdzorg. Toch is ook het rijk nog deels verantwoordelijk voor enkele zaken, hoofdzakelijk gericht op het algehele stelsel, de financiering en het toezicht. Gemeente • •
•
Rijk
Op een laagdrempelige en herkenbare wijze jeugdhulp bieden; Advies te geven over, het bepalen en het inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp; De toegang tot jeugdhulp in het gedwongen kader;
• • •
Verantwoordelijk voor het stelsel; Toereikende financiële middelen; Toezicht.
Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 4
•
Na de inwerkingtreding financieel verantwoordelijk.
Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de transformatie. De mate waarin gemeenten en zorgaanbieders de jeugdhulp transformeren bepaalt uiteindelijk het succes van deze stelselwijziging. Gemeenten hebben daarbij de vrijheid om de jeugdhulp zelf in te richten. Zij kunnen daarbij zelf de toeleiding tot passende hulp organiseren en het aanbod van voorzieningen bepalen. Daarnaast maken gemeenten in regioverband afspraken voor in ieder geval het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK), de jeugdbescherming, jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg en bepaalde vormen van specialiseerde zorg. De gemeente zorgt tevens voor de continuïteit van zorg (overgang voor bestaande gevallen). Zie hiervoor ook pagina 9 en 10 van deze routekaart. Het Rijk is na de transitie nog verantwoordelijk voor de kwaliteitswaarborging van jeugdbescherming en jeugdreclassering door middel van een certificeringsstelsel. Daarnaast organiseert het Rijk het toezicht op de naleving en de handhaving van de regelgeving door jeugdhulpaanbieders en is zij verantwoordelijk voor de harmonisatie van de verschillende professionaliseringstrajecten.
9. Regionale samenwerking Gemeenten kunnen met elkaar samenwerken om schaalvoordelen te behalen, financiële risico’s te beperken en de continuïteit van zorg te waarborgen. In een aantal gevallen is samenwerking zelfs verplicht in de organisatie, opzet en inkoop van hulpverlening. Dat geldt voor het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK), de jeugdbescherming, jeugdreclassering, gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus) en bepaalde vormen van specialiseerde zorg. Mochten gemeenten geen passende en dekkende indeling voor regionale samenwerking kunnen maken, dan gaat het Rijk de indeling bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vastleggen voor zo’n gemeente. De deadline voor het komen tot een samenwerkingsverband voor de genoemde onderdelen ligt op 1 januari 2014. Zie pagina 10 van deze routekaart voor de link naar de regio-‐indeling.
10. Kwaliteit, toezicht en certificering Het college van B&W is verplicht zich aan de gemeenteraad te verantwoorden inzake kwaliteit en uitvoering van de jeugdzorg. Er is wat betreft de kwaliteitsvereisten voor uitvoeringsorganisaties in de jeugdhulpverlening in sommige gevallen sprake van verplichte certificering. Instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering moeten aan bepaalde basiskwaliteitseisen voldoen om een certificaat te kunnen krijgen. Gemeenten mogen uitsluitend contracten afsluiten met instellingen die een dergelijk certificaat hebben gekregen. Op 1 oktober 2013 wordt het normenkader certificering door het Rijk vastgesteld. Vanaf 1 januari 2014 wordt door het Rijk gestart met het certificeren van instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. De samenwerking tussen de inspectie en gemeenten wordt uitgewerkt in het ‘Afsprakenkader toezicht’ door het Rijk en VNG (januari 2014).
11. Overgangsmaatregelen Er is sprake van overgangsmaatregelen voor zorg die reeds verleend wordt. Zorg, of als er al sprake is van een recht op jeugdzorg van vóór 1 januari 2015, betekent dezelfde zorgaanbieder in 2015. Tot een jaar na inwerkingtreding van de Jeugdwet is dit geldig. Hiermee wil de staatssecretaris zorgcontinuïteit waarborgen
Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 5
zodat individuele kinderen niet het risico lopen op een knip of gat in hun zorg ten gevolge van de decentralisatie. Voor pleegzorg geldt geen einddatum. Pleegkinderen blijven bij dezelfde pleegouders. Regionaal transitiearrangement (samenwerkende gemeenten geven aan hoe ze de continuïteit van zorg realiseren en frictiekosten beperken) in alle regio’s moet vanaf 31 oktober 2013 een feit zijn. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) beoordeelt voorafgaand aan 31 oktober 2013 de regionale arrangementen. Mocht de TSJ constateren dat de continuïteit van zorg of de samenwerkingsafspraken tussen gemeenten niet voldoen, dan zal het Rijk een aanwijzing geven aan de betreffende regio (november 2013).
12. Financiën Er is vanaf de transitie / overgang naar gemeenten sprake van één financieringssysteem en daarmee dus van ontschotting van budgetten. Financiering van gemeenten voor hun taken vindt plaats via het gemeentefonds. Het Rijk heeft op 31 mei 2013 de voorlopige verdeling van het budget per gemeente gepubliceerd. In de kern komt die voorlopige verdeling op het volgende neer Efficiencytaakstelling van 450 miljoen: - In 2015 => 120 miljoen - In 2016 => 300 miljoen - Vanaf 2017 => 450 miljoen
13. Data / traject wetgeving en invoering
Er ligt een strakke planning voor dit najaar en de loop van 2014 om de transitie zowel wettelijk te regelen, als de gemeenten hun bijbehorende opzet te laten verzorgen (verordening, samenwerking, inkoop etc.). De planning ziet er als volgt uit. Rijk •
oktober/november 2013 parlementaire behandeling
Staten-‐Generaal • 1 januari 2014 publicatie Staatsblad • 1 januari 2015 inwerkingtreding
Gemeente • December 2013 stellen de gemeenteraden het stappenplan (hoofdpunten gemeentelijk beleid) en beleidsplan (definiëren aanbod en regionaal aanbod) vast • Januari-‐oktober 2014 inkoopproces • Februari 2014 vaststellen modelverordening van VNG • Najaar 2014 vaststellen begroting 2015
* vermelde data zijn conceptdata zoals o.a. genoemd in de Transitiebrief Jeugdzorg. Het tijdspad kan ook via deze link bekeken worden. Dit spoorboekje wordt wel regelmatig bijgewerkt en info kan dus veranderen: http://www.voordejeugd.nl/images/pdf/spoorboekje/Spoorboekje2013_tabel.pdf
Routekaart transitie Jeugdzorg, najaar 2013 6