RAVON-dag 2014 Samenvatting lezingen Thema: Beschermen doen we samen
Samen voor bescherming boomkikker Enschede – Mark Zekhuis Het aantal boomkikkers rond Enschede neemt af. Landschap Overijssel voerde altijd, in opdracht en met geld van de Provincie, allerlei soortgerichte maatregelen uit. Maar dat geld is er sinds twee jaar niet meer. Ook andere middelen om dat leerfgebied geschikt te houden staan erg onder druk. Hoe kunnen we de boomkikker duurzaam behouden en van wie is die boomkikker? Landschap Overijssel start een tweejarig project om samen met grondeigenaren en vrijwilligers beheersmaatregelen uit te voeren. Om duurzaamheid te waarborgen worden bedrijven en gemeente gevraagd voor sponsoring. Maar dan komt de kans voorbij om een crowdfunding project op te starten. Via crowfundingvoornatuur.nl wordt geld ingezameld om een belangrijke stapsteen voor boomkikkers in te richten. Het geld wordt dankzij 180 funders behaald, gemeente draagt ook bij, maar belangrijker is dat iedereen de boomkikker kent en er draagvlak is voor de bescherming van de boomkikker. Door de vele positieve aandacht heeft de gemeente de soort geadopteerd. Daarnaast is er ook een werkgroep opgericht van agrariërs, KNNV Enschede, twee natuurwerkgroepen en lokale boomkikkerdeskundigen die de boomkikker omarmen. Ze houden de gemeente scherp, monitoren de boomkikker en proberen kansen te benutten. Met het geld is een boomkikkerreservaat aangelegd dat optimaal beheerd gaat worden. Het waterpeil is beheersbaar waardoor het terrein langdurig geschikt zal zijn als kraamkamer voor de Enschedese boomkikkers. Landschap Overijssel draagt grotendeel haar verantwoordelijkheid over aan de werkgroep en de gemeente. Enschede likes Boomkikker!
Exotenbeleid, samenwerking en bescherming – Wiebe Lammers Invasieve exoten staan in toenemende beleidsmatige aandacht. Zo is dit jaar een nieuwe EUexotenverordening aangenomen door Europees Parlement en de EU-lidstaten. Dit heeft verregaande gevolgen voor de aanpak van diverse invasieve exoten in de EU. Vroegtijdige signalering van nieuwe exoten is van groot belang om deze (kosten)effectief aan te kunnen pakken. Hiervoor is samenwerking met RAVON, andere PGO's en al hun vrijwilligers cruciaal. Zo werken we samen aan de bescherming van inheemse soorten.
Het habitat van de Hazelworm; een sigma-sociologische benadering – Berco Hoegen Habitatbeschrijvingen
van
dieren
worden
zelden
in
termen
van
vegetatie-eenheden
beschreven. Veelal komen beschrijvingen niet veel verder dan een zeer algemene en vereenvoudigde
terreinbeschrijvingen.
Hazelwormen
zouden
voorkomen
in
bos-
en
heideterrein of in lichte bossen. De sigma-sociologie is een betrekkelijk jonge wetenschap die vooral in Frankrijk en Duitsland wordt beoefend. Vrijwel overal is het aardoppervlakte bedekt met een dun laagje vegetatie. Hierin kunnen verschillende vegetatietypen onderscheiden worden. In een willekeurig deel van het landschap om ons heen, of dat nou een kilometerhok, of een beekdal of een leefgebied van een dier is, kun je verschillende vegetatietypen onderscheiden. Al deze vegetatietypen samen vormen een vegetatiecomplex. In de sigmasociologie tel je als het ware al deze vegetatietypen bij elkaar op. Ieder type heeft een zeker aandeel in het onderscheiden deel van het aardoppervlak. Sigma (Σ) is het Griekse teken voor optellen. In de formele sigma-sociologie wordt gestreefd naar een hiërarchisch systeem van sigma-eenheden, min of meer zoals de Vegetatie van Nederland een formele hiërarchische indeling kent. In de pragmatische sigma-sociologie wordt veelal gewerkt naar een toepassing voor één diersoort.
Voor de Dwergmuis heb ik met deze methode het habitat van deze muis beschreven. Ik wilde nagaan of het ook mogelijk zou zijn om het habitat van de Hazelworm te beschrijven. Het is lastig om voldoende waarnemingen te verzamelen. Met hulp van Ronald de Boer heb ik in 2008 en 2009 van een kleine 60 waarnemingen sigma-opnames kunnen maken. Op iedere plek zijn in een proefvlak van 900 m2 alle voorkomende vegetatietypen genoteerd en is hun aandeel geschat. Deze opnamen zijn bewerkt met TWINSPAN, dit leidt tot het onderscheiden van 7 verschillende habitattypen. In deze indeling is een gradiënt te herkennen van sigmatypen met voedselrijkere bossen via typen van voedselarme heiden tot voedselarme bossen. Op deze manier is het mogelijk om het habitat van de Hazelworm nauwkeurig te karakteriseren. Dit biedt perspectieven voor herkenning en beheer van habitats van de Hazelworm.
Lichtonderzoek en padden – Roy van Grunsven Tot begin vorige eeuw was het 's nachts donker. De laatste honderd jaar is er echter op steeds meer plekken verlichting geplaatst. Maar wat de effecten van deze verandering op onze flora en fauna is, is onduidelijk. Daarom is 4 jaar geleden het project Licht op Natuur gestart. Dit is een samenwerking tussen het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) Wageningen Universiteit en de VOFF. Binnen dit project wordt naar allerlei diersoorten gekeken waaronder gewone pad. Padden worden in de zomer aangetrokken door kunstlicht, mogelijk direct maar misschien ook door de insecten die op het licht afgekomen zijn. Een bijzonder risicovolle periode in het leven van padden is de trek naar het voortplantingswater, in deze periode worden veel dieren doodgereden. Als ze ook in deze periode door licht aangetrokken worden en onder lantaarnpalen gaan zitten is dat natuurlijk nog gevaarlijker. Samen met vrijwilligers van Padden.nu hebben we onderzocht of dit inderdaad het geval is. Het bleek dat padden tijdens de trek licht juist vermijden. Rood licht werd minder vermeden dan groen en wit licht, paddenogen zijn ook weinig gevoelig voor rood licht. Nadat de lichten uitgezet worden verschijnen er juist meer padden bij het groene en witte licht. De padden lopen dus niet om, om het licht te vermijden, maar wachten tot het donker wordt. Het negatieve effect van verlichting op trekkende padden valt dus mee maar het is wel van belang om geen licht te plaatsen bij paddentunneltjes.
Reptielen in het veen: waar gaat het heen?– Edo van Uchelen Door een natuurgebied loopt een asfaltweg. Om verkeersslachtoffers te voorkomen zijn rond de
eeuwwisseling
verkeersslachtoffers, Natuurmonumenten
faunapassages vooral
aangelegd.
slangen.
afgelopen
seizoen
Edo
Desondanks
van
onderzoek
Uchelen gedaan
zijn
heeft naar
er nog
in het
steeds
opdracht
van
gebruik
van
faunapassages door amfibieën en reptielen. Twee faunapassages zijn onderzocht. Daarbij zijn twee methodes toegepast: vangst en terugvangst (1) en aangepaste camera’s (2), geplaatst in twee tunnels van de faunapassages. Via traditionele vangst en terugvangst (methode 1) werden 56 reptielen gevangen, voornamelijk ringslang en adder. Er zijn geen hervangsten gedaan. De camera’s (methode 2) bleken aanvankelijk niet te werken, maar er is een aangepaste versie ontwikkeld die spectaculaire resultaten heeft opgeleverd. In totaal zijn van mei tot oktober 97 reptielen door de camera's gefilmd, het merendeel (58 %) ringslangen. De camera’s hebben aangetoond dat de faunapassages worden gebruikt door reptielen en amfibieën. Vanaf de zomer is er echter een sterke afname in registraties. Waarschijnlijk functioneert het passagesysteem als geheel niet goed, de geleidingswand raakt overgroeid met kruiden en reptielen kunnen eroverheen kruipen.
Het systeem van camera’s is arbeidsextensief en veelbelovend voor monitoring van faunapassages, omdat ook vogels, zoogdieren en zelfs ongewervelde dieren worden geregisteerd. Aanvullend veldonderzoek naar functioneren van de camera’s wordt in 2015 door RAVON opgezet, met hulp van Edo van Uchelen.
Lendersprijswinnaars – Harry Keereweer De Lendersprijs 2014 is gewonnen door Sergé Bogaerts. De Jeugd Lendersprijs 2014 is gewonnen door Rolf van Leeningen. Een interview met deze Lendersprijswinnaars zal verschijnen in tijdschrift RAVON 58 (september 2015).
Grote modderkruiper uitgepeild – Jan Kranenbarg Sinds de tweede helft van de 20e eeuw is de grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) , waarvoor
de
Nederlandse
poldergebieden
belangrijk
leefgebied
vormen,
sterk
achteruitgegaan. Kennis over de ecologie van de soort is gebrekkig, zodat het onduidelijk is welke herstelmaatregelen wenselijk zijn. Om hier meer inzicht in te krijgen is een telemetrisch onderzoek uitgevoerd in een sloot in de Gelderse Vallei en een sloot in de Rijnstrangen. Tussen de twee sloten werden grote verschillen in migratie en mortaliteit waargenomen die lijken samen te hangen met de verschillen in peilverloop.Het migratiegedrag en de mortaliteit van adulte dieren verschilde sterk tussen de sloten. In de sloot met grote peilveranderingen en droogval migreren volwassen dieren in het voorjaar vanuit een diepe kom naar ondiepe vegetatierijke plaatsen en bij een sterk dalend waterpeil waarbij 95% van de sloot droogviel weer terug. Hierbij legden zij afstanden van vele honderden meters tot ruim 1,5 km per maand af. In de sloot met geringe peilveranderingen werd dit gedrag niet waargenomen en migreerden 95% van de dieren minder dan 200 m per maand. In de sloot met een sterke droogval en een gebrek aan diepe schuilplaatsen verdwijnt een groot deel van de dieren (44%) waarbij predatie door vogels en zoogdieren waarschijnlijk een grote rol speelt. In de situatie zonder droogval verdwijnen relatief weinig dieren (10%). In beide situaties bleek het reproductiesucces gering.
Film blikonderwater.nl – Matthijs de Vos & Arthur de Bruin Prachtige natuurbeelden onder water van snoeken en andere vissen.
SOS iguana – Bart Kluskens De Inheemse Antilliaanse Leguaan, verdwijnt verrassend snel uit de Cariben. Met nog maar enkele honderden leguanen aanwezig, is de Nederlandse bijzondere gemeente St. Eustatius mogelijk het volgende eiland in de reeks waar deze unieke soort dreigt te verdwijnen. St. Eustatius National Parks en RAVON zetten samen de eerste stap voor het behouden van een gezonde populatie van de Inheemse Antilliaanse Leguaan als vlaggenschip en als symbool voor de unieke natuur en de bevolking van St. Eustatius.
Columnwedstrijd 2014 –– Raymond Creemers De columnwedstrijd met als thema ‘Beschermen doen we samen’ is gewonnen door Koen Moons met zijn column ‘Lekker samen’. De column van de winnaar bevat veel actuele informatie over projecten waarmee RAVON recent in het nieuws is gekomen met onder andere de campagnes rondom de salamanderschimmel en de Antilliaanse leguaan. De winnaar schetst een vlot geschreven beeld: RAVON als spin in het web die kan zorgen voor beter bescherming van soorten en leefgebieden, waarbij zoveel mogelijk partijen betrokken worden, van wetenschappers tot en met de lokale bevolking. Daarmee slaat hij de spijker op zijn kop en is hij er in geslaagd om op een originele manier onze doelstellingen onder woorden te brengen De column zal verschijnen op de achterkant van het tijdschrift RAVON 55 (december 2014).
Risicoanalyse uitheemse slangen - Rob Bugter Er is een analyse uitgevoerd om de kans op introductie, vestiging uitbreding en schade van uitheemse slangen in Nederland in kaart te brengen. Uit de analyse is gebleken dat de risico’s in absolute zin niet groot zijn want Nederland is geen slangvriendelijke land, maar ze bestaan wel degelijk. Belangrijkste risicofactor bij potentiële geschikheid is introductie van een aantal dieren ineens.
Vissenatlas Nederland – Martijn Schiphouwer Het is nu precies één jaar na de aankondiging van het project Visatlas van Nederland op de RAVONdag 2013. We staan daarom stil bij wat er in de tussentijd is gebeurd om het project tot een breed gedragen succes te brengen. Dankzij een divers samenwerkingsverband en talloze activiteiten krijgen we steeds scherper beeld van onze mooie zoetwatervissen.
Adderonderzoek Mantingerveld Sponsor Snake Professional vestigt in een korte film de aandacht op het gebruik van beschermende handschoenen tijdens het adderonderzoek in het Mantingerveld. Meer informatie: www.snakeprofessional.com
Ontwikkelingen vuursalamander – Annemarieke Spitzen In 2013 werd een salamanderetende schimmel (Batrachochytrium salamandrivorans) ontdekt die de Nederlandse vuursalamanders aan de rand van uitsterven heeft gebracht. Nu hebben wetenschappers ontdekt dat deze schimmel zich niet beperkt tot Nederland en ook niet alleen tot de vuursalamander. Het onderzoek, 30 oktober 2014 gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift Science, geeft aan dat de ziekte voor een groot aantal andere Europese salamandersoorten een grote bedreiging vormt.
Kikkertrap als reddingsboei Sponsor Vivara vestigt in een korte film de aandacht op de kikkertrap en reddingsplateau (Frog Log), twee hulpmiddelen waarmee amfibieën uit de put, vijver of zwembad kunnen worden gered. Meer informatie: www.vivara.nl
Ringslang Wormdal – Ingo Janssen De ringslang heeft recent vanuit de omgeving Aken de Limburgse kant van het grensriviertje de Worm geherkoloniseerd. In het verleden kwam de ringslang hier ook voor maar werd door habitatvernietiging (o.a. aanleg NATO-depot) verdreven. In 2004 werd hij herontdekt en sindsdien nemen de waarnemingen toe, mede als gevolg van soort beschermende maatregelen (broeihopen) én soortgerichte inventarisaties. De ringslang gebruikt het Nederlandse deel van het Wormdal als eiafzet- en foerageerhabitat, overwintering is nog niet vastgesteld. Met behulp van internationale contacten en soort beschermende maatregelen is de ringslang nu bezig aan een opmars in noordelijke richting en het lijkt een kwestie van tijd voordat Midden-Limburg via Worm en Roer bereikt gaat worden. Vanuit de omgeving Aken kan ook uitbreiding plaatsvinden via het systeem van de Geul richting Zuid-Limburgs Heuvelland.
Salamanders van de Oude Wereld – Max Sparreboom In Europa, Azië en Noord Afrika komen meer dan 160 salamandersoorten voor en er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt en beschreven. Van sommige algemene soorten is veel bekend, maar van veel meer soorten weten we nog erg weinig. Van veel Aziatische soorten hebben wij slechts een beschrijving, maar nauwelijks informatie over verspreiding en leefwijze. Er bestaat onder onderzoekers wel duidelijk een toenemende belangstelling voor deze dieren, die verder gaat dan de taxonomische positie van de soorten. Met name in China en Japan is de laatste decennia veel gepubliceerd. In de presentatie stelt Max in het kort enkele
vertegenwoordigers
(reuzensalamanders),
van
Hynobiidae
vijf
salamanderfamilies
(Aziatische
voor:
salamanders),
de
Cryptobranchidae
Plethodontidae
(longloze
salamanders), Proteidae (Olm en Mudpuppies) en de Salamandridae, de groep waartoe de meeste in Europa voorkomende land- en watersalamanders behoren. Aan een aantal soorten van deze laatste familie heb ik gedragsonderzoek gedaan. Daar ga ik wat verder op in. Het gaat
onder
meer
om
Triturus
marmoratus
(marmersalamander),
Cynops
ensicauda
(zwaardstaartsalamander), en Echinotriton chinhaiensis (Chinhai salamander). Met name deze laatste soort is zeldzaam, heeft een erg klein verspreidingsgebied in China en is ernstig bedreigd in zijn voortbestaan. In een recent bij de KNNV verschenen overzichtswerk Salamanders of the Old World - is de huidige kennis van alle in de Oude Wereld voorkomende soorten samengevat.
Quizzz – Raymond Creemers In deze wervelende interactieve afsluiting zijn 15 quizvragen aan de bezoekers voorgelegd. Leuke
‘weetjes’,
geluidsfragmenten,
filmpjes,
mythbusters
afgewisseld. De quiz is op te vragen bij
[email protected]
en
kennisvragen
werden