RE-MEMBER COMMUNITY OF PRACTICE TILBURG COBBENHAGEN CENTER
1
RE-MEMBER COMMUNITY OF PRACTICE
TILBURG
COBBENHAGEN CENTER
Het Tilburg Cobbenhagen Center geeft het waardendebat binnen de wetenschap een nieuwe impuls vanuit de christelijke en humanistische traditie en zoekt aansluiting bij identiteitsvraagstukken die samenlevingbreed spelen. Een van deze vraagstukken gaat over de toekomst van het herdenken. Het gedenken van de Tweede Wereldoorlog is belangrijk voor de Nederlandse identiteit. De aanwezigheid van Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en minister-president Mark Rutte bij de 70-jarige herdenking van de bevrijding van het voormalig concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen is veelzeggend. Het herdenken van de slachtoffers van het naziregime wordt tijdens deze dag in verband gebracht met wereldwijde situaties van oorlog en conflict. Jongeren worden aangespoord na te denken over de gevolgen van discriminatie en uitsluiting. In educatieve programma’s en herdenkingsrituelen is een belangrijke plaats weggelegd voor de verhalen van ooggetuigen. Deze verhalen maken duidelijk in welke tragische omstandigheden mensen leven wanneer hun vrijheid in de kern is aangetast. Maar wat als de mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt er straks niet meer zijn? Hoe kunnen we de fakkel van vrijheid verder dragen en de verhalen die daarbij horen blijven vertellen? Hoe geven we deze verhalen een plaats in de publieke ruimte? Welke functie, vorm en symboliek hebben deze herinneringsplaatsen? Hoe dragen zij bij aan de ontwikkeling van nieuwe, generatie overstijgende, herinneringsgemeenschappen? In deze notitie worden de eerste lijnen geschetst voor het programma ‘RE-MEMBER’ dat het Tilburg Cobbenhagen Center ontwikkelt voor de beleidsperiode 2016-2020. De introductie van deze programmalijn (3.) wordt vooraf gegaan door een algemene beschrijving van de profilering (1.) en de wetenschappelijke organisatie (2.) van het onderzoekscentrum zelf.
2
1. Profilering Wetenschappelijke betrokkenheid, maatschappelijke innovatie
Het Tilburg Cobbenhagen Center is geïnspireerd op een specifiek model om de verbinding tussen wetenschap en samenleving te organiseren; een verbinding die op dit moment algemeen wordt aangeduid als ‘valorisatie’. Maatschappelijke actoren worden voorzien van door de wetenschap ontwikkelde instrumenten om de door hen nagestreefde doelen te bereiken. In de praktijk blijkt deze visie op valorisatie te leiden tot ‘economisch gewin’ maar niet per definitie in sociaal of cultureel opzicht winstgevend te zijn. Samenlevingen zijn dynamisch. Er doen zich hierbinnen voortdurend knelpunten voor, maar er zijn ook altijd actoren actief die zich inzetten voor het oplossen van deze knelpunten. Het Tilburg Cobbenhagen Center brengt deze actoren bij elkaar en confronteert hun visies en waarden met elkaar. Zo ontstaat inzicht in de complexiteit van de situatie en in de verschillende waarden en perspectieven die erin een rol spelen. Het Tilburg Cobbenhagen Center communiceert dit inzicht naar de bij de maatschappelijke innovatie betrokken partijen, zodat deze op grond van dit inzicht hun doelen kunnen bijstellen, hun waarden kunnen heroverwegen en hun perspectieven opnieuw kunnen articuleren. Zo draagt valorisatie bij aan de democratische reflectie in de samenleving en aan de reflectiviteit van lopende maatschappelijke processen. Valorisatie wordt binnen het Tilburg Cobbenhagen Center, kortom, niet opgevat als het te gelde maken van bestaande, binnen de universiteit verworven kennis aan geïnteresseerden in de samenleving. Valorisatie wordt gezien als het toevoegen van waarde aan de samenleving door wetenschappelijke betrokkenheid bij de samenleving, ten dienste van maatschappelijke innovatie.
2. Organisatie Naar een samenwerkingsverband van Communities of Practice
3
De visie op valorisatie die binnen het Tilburg Cobbenhagen Center is ontwikkeld, vertaalt zich naar een bijbehorende organisatiestructuur. Het centrum is opgebouwd uit gemeenschappen, waarin mensen die praktisch, bestuurlijk en wetenschappelijk bij een bepaald maatschappelijk terrein betrokken zijn – en daarin met het oog op de toekomst een belangwekkende kwestie zien ontstaan – met elkaar in contact komen, van elkaar leren en met elkaar onderzoeksvragen formuleren. In deze lerende gemeenschappen, de zogenoemde Communities of Practice1, worden actoren bijeen gebracht die met elkaar gemeen hebben dat zij bij een maatschappelijk veld en/of een maatschappelijke kwestie betrokken zijn. Binnen maatschappelijke organisaties en de overheid is een organisatiemodel dat op dergelijke Communities of Practice berust niet uitzonderlijk, maar binnen de wetenschap is het vernieuwend. Het maakt het mogelijk wetenschappers op basis van een gedeeld belang te verenigen met degenen die op uiteenlopende wijzen verantwoordelijkheid dragen voor een bepaalde maatschappelijke praktijk en/of verbonden zijn met pogingen specifieke maatschappelijke kwesties of knelpunten op te lossen. De vraag naar de toekomst van het herdenken in Nederland is er één van.
3. Community of Practice RE-MEMBER
Deze vraag staat centraal binnen RE-MEMBER, de Community of Practice binnen het Tilburg Cobbenhagen Center die kwesties over identiteit en gemeenschapsvorming in de huidige herinneringscultuur signaleert en onderzoekt, in samenspel met directe betrokkenen uit de herinneringspraktijk. Vanuit de binnen deze community verworven expertise wordt het herdenken van de Tweede Wereldoorlog beschouwd als referentiepunt in het nadenken over actuele vraagstukken op het terrein van het herdenken, vieren en herinneren in Nederland.2
1
Vgl. R. Bood; M. Coenders, Communities of Practice. Bronnen van inspiratie, Utrecht: Lemma 2004.
2
RE-MEMBER is gespecialiseerd in onderzoek dat plaatsvindt op het snijvlak van verhaal, herinnering en
verbeelding en op het snijvlak van monument, plaats en ritueel. Twee recente studies: L. Hoeven, Een boek om in te wonen. De verhaalcultuur na Auschwitz, Hilversum: Verloren 2015; L. Faro, Postponed monuments in the Netherlands. Manifestation, context, and meaning, Ridderkerk: Ridderprint 2015.
4
Vanuit het verschil in kennisbehoeften (3.3) zullen de bij deze community aangesloten kennisdragers (3.2) elkaar inspireren de benodigde expertise te verwerven in het gemeenschappelijke kennisgebied (3.1) en elkaar stimuleren dit kennisgebied in de toekomst verder uit te breiden. De structuur van RE-MEMBER zal kortom, evenals de samenleving en thema’s waartoe zij zich verhoudt, dynamisch zijn.
3.1 Domein (kennisgebied) Het gedenken van de Tweede Wereldoorlog is belangrijk voor de Nederlandse identiteit. Dit belang manifesteert zich als een probleem op het moment dat het naar het gevoel van velen binnen de samenleving ontbreekt aan sociale cohesie. Het overgeleverde historische verhaal blijkt dan niet langer in staat te voorzien in het verlangde besef van samenhang. De Nederlandse samenleving is zich onder invloed van migratie, globalisering en multiculturalisme in toenemende mate bewust geworden van haar pluriform karakter. Zij biedt onderdak aan een diversiteit aan sociale groepen en bewaart een breed spectrum aan identiteitsbepalende verhalen en geschiedenissen. De parameters van het nationaal geheugen zijn veranderd en de traditionele beelden van nationaal burgerschap en nationale cultuur verbinden niet langer individuen en groepen en voorzien niet langer in de noodzakelijke verbinding. Er is een sterke, aan urgentie groeiende behoefte aan een culturele identiteit waarin gevestigde en nieuwe sociale groepen zich in hun eigenheid erkend en vertegenwoordigd voelen en tegelijkertijd met elkaar worden verbonden.3 RE-MEMBER draagt bij aan het publieke debat vanuit de idee dat verhalen over het verleden toegang geven tot een actuele identiteit. Is het mogelijk opnieuw toe te werken naar een nationaal verhaal waarin Nederlanders collectief kunnen geloven en dat uitdrukt waaraan ze waarde hechten? Een verhaal waarin verhalen en geschiedenissen van de diverse gemeenschappen een plaats hebben en met elkaar worden verbonden? Een verhaal dat steeds opnieuw een relatie weet te leggen met de actuele maatschappelijke, politieke en culturele situatie? Een verhaal dat zowel recht doet aan het oorlogsverleden en tegelijk de vraag naar de toekomst van de samenleving richting geeft? 3
Vgl. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), ‘Culturele dynamiek. Programmanotitie
(2007-2013)’, Den Haag 2007, 1-21, spec. 3-4. Beschikbaar via:
(geraadpleegd maart 2015).
5
3.2 Gemeenschap (kennisdragers) Kennisdragers worstelen met de vraag wat een dynamische verhaalcultuur – en de hiermee verbonden waardenpluraliteit – betekent voor de huidige herinneringspraktijk. Hoe geven we nationale en lokale herdenkingsrituelen in de toekomst vorm? En hoe richten we publieke plaatsen in waaromheen we steeds opnieuw gedachtenis creëren? De Community RE-MEMBER heeft tot doel organisaties te verbinden en inspireren. Het initieert hiertoe vernieuwende activiteiten ten aanzien van het herdenken en herinneren aan de oorlog en het vieren van de vrijheid in Nederland.
In samenwerking met nationale en regionale herdenkingscomités, erfgoedorganisaties en landelijke en gemeentelijke beleids- en bestuursorganen ontwikkelt RE-MEMBER een toekomstvisie voor het gedenken in Nederland en stelt van hieruit beleidsadviezen op.
In samenwerking met vertegenwoordigers uit primair en voortgezet onderwijs ontwerp RE-MEMBER nieuwe lesmodules.
In samenwerking met kunstenaars ontwerpt en ontwikkelt RE-MEMBER nieuwe plaatsen van herinnering.
In samenwerking met journalisten en andere mediadeskundigen brengt RE-MEMBER deze nieuwe beleidsadviezen, toekomstvisies, lesmodules en herinneringsplaatsen onder de aandacht van een breed publiek.
In samenwerking met vertegenwoordigers uit de wetenschap organiseert RE-MEMBER symposia en debatten waarvan de uitkomst wordt meegenomen in de reflectie op sociaalculturele herinneringsprocessen en bijbehorende producten.
3.3 Praktijk (kennisbehoeften) RE-MEMBER verricht zo onderzoek naar en draagt zo bij aan de toekomst van het herdenken in Nederland. Een historische analyse van de herinneringscultuur na de Tweede Wereldoorlog laat zien dat iedere herinneringsgemeenschap behoefte heeft aan een collectief verhaal, dat de verleden werkelijkheid opneemt in een overkoepelend en zingevend mens- en wereldbeeld.
6
Tegelijkertijd is er de tendens dat particuliere verhalen over het verleden en de gemeenschappen die de herinnering eraan levend houden zich vermenigvuldigen. Deze dynamische herinneringspraktijk leidt dikwijls tot zogenoemde ‘begrensde herinneringsgemeenschappen’ die met elkaar concurreren en conflicteren. Een begrensde herinneringsgemeenschap laat zich omschrijven in termen van in- en uitsluiting. Met behulp van het verhaal dat zij zich herinneren wordt uitgemaakt wie bij de gemeenschap horen en wie niet, wat deel uitmaakt van wat waardevol mag heten en wat niet.4 Begrensde herinneringsgemeenschappen krijgen vorm op basis van vastgelegde identiteiten en het hiermee verbonden slachtoffer-, dader- en omstanderschap. RE-MEMBER onderzoekt de logica van het levend houden van een eigen herdenking die begrensd is, maar signaleert tegelijkertijd het probleem dat ontstaat wanneer verhalen van begrensde herinneringsgemeenschappen op geen enkele manier verbonden worden met wat door andere groepen binnen dezelfde samenleving wordt herdacht, of wanneer groepen van het herdenken uitgesloten worden omdat zij tijdens de herdachte gebeurtenissen geen deel uitmaakten van de Nederlandse samenleving. Binnen deze community worden de consequenties van het idee uitgewerkt dat particulariteit niet per definitie afgrenzing en uitsluiting betekent. Is het mogelijk toe te werken naar het ontstaan van herinneringsgemeenschappen die de eigen begrensdheid durven te doorbreken en oorlogsslachtoffers met mensen van nu verbindt op het niveau van verbeelding? Het gemeenschappelijke visioen dat mensen in Nederland vanuit het verleden koesteren – bouwen aan een betere wereld en toekomst – kan in dat geval herinnerd, verwoord, voelbaar gemaakt worden door de gedachtenis van het verleden. Het denken in verbeelde herinneringsgemeenschappen heeft een voorbeeldfunctie voor community building elders in de wereld, waarin oorlogs- en conflictsituaties actueel zijn. Uitgangspunt vormt de idee dat de verhalen die we in herinnering bewaren, niet langer hoeven te werken als een bron van conflict, maar groepen en individuen samenlevingsbreed kunnen verbinden. Dit leidt tot beleidsadviezen inzake het ontwerp van herinneringsplaatsen en herdenkingsrituelen, toegespitst op de kennislacunes die de bij deze Community of Practice betrokken organisaties zelf signaleren.
4
Vgl. F. van Vree; R. van der Laarse, ‘Ter inleiding’, in F. van Vree; R. van der Laarse (red.), De dynamiek van de
herinnering. Nederland en de Tweede Wereldoorlog in een internationale context, Amsterdam 2009, 7-15, spec. 12.
7
4. Lopende projecten Exempel: ‘Vrijheid doorgeven’
RE-MEMBER initieert in de periode 2015-2016 een gedachtenisinitiatief op de Tilburgse universiteitscampus. In de afgelopen jaren is er binnen universiteiten in Nederland toenemende aandacht voor het verzetsleven van hoogleraren en studenten in oorlogstijd. In Leiden zijn er bijvoorbeeld de lezingen en monumenten ter nagedachtenis aan Rudolph Clevingra. En zo is er onlangs ook in Utrecht een publicatie verschenen (Heb je kafka gelezen?, 2014) die de geschiedenis van deze universiteit belicht in de jaren 1940-1945. Tilburg University wil in de komende beleidsperiode toewerken naar een scherper profiel met erfgoed als basis en heeft behoefte aan een project dat de verzetsactiviteiten van de universitaire gemeenschap in oorlogstijd belicht.
4.1 Identiteit- en waardendebat In 2015 is het zeventig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. Bij aanvang van dit bijzondere gedenkjaar initieert RE-MEMBER een gedenkproject dat 1.) de activiteiten van Martinus Cobbenhagen, de founding father van TiU, en zijn studenten in oorlogstijd belicht, 2.) zich in bredere zin richt op het ontsluiten van de verhalen en de regionale en lokale geschiedenissen van TiU in de jaren 1940-1945, en 3.) deze verhalen en geschiedenissen verbindt met de verhalen van hedendaagse en potentiële studenten verbonden aan de universiteit. Het Tilburg Cobbenhagen Center meent met dit gedenkproject een nieuwe impuls te geven aan het identiteit- en waardendebat binnen Tilburg University, door deze vanuit haar cultureel erfgoed te actualiseren. 4.2 Erfgoed als basis RE-MEMBER brengt een boek uit met columns ter nagedachtenis aan de studenten van Tilburg University die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen door oorlogsgeweld of in het verzet, voorzien van interviewfragmenten met familieleden van deze oud-studenten en een inleiding over de werkzaamheden van Martinus Cobbenhagen en andere stafleden in en na bezettingstijd. Daarnaast werkt RE-MEMBER een initiatief 8
uit om een digitaal gedachtenismonument te ontwikkelen en te onthullen op de Tilburgse universiteitscampus. Verhalen van studenten van vroeger en nu worden samengebracht in een zogenoemde community of memory. Beide projectplannen – de publicatie en het monument – worden gelanceerd tijdens de officiële her-onthulling van de gedenkplaten ‘Pro Haereditate Patrum’, zo mogelijk bij het borstbeeld van Martinus Cobbenhagen nabij de aula van Tilburg University.5 De bevrijdingsweek in mei 2015 – concreet: maandag 11 mei – lijkt hiervoor na overleg met betrokkenen bij uitstek een geschikt moment. Gelijktijdig met de her-onthulling van de gedenkplaten organiseert RE-MEMBER een mini-symposium waarin het doorgeven van vrijheid centraal staat via het vertellen van verhalen: verhalen die focussen op de keuzes en dilemma’s die schuil gaan achter activiteiten van verzet in situaties waarin menselijke vrijheid in de kern is aangetast. Onder de genodigden bevinden zich behalve leden van de universitaire gemeenschap ook vertegenwoordigers van regionale herinneringscentra en erfgoedorganisaties, sponsoren en andere bij het gedenkproject betrokken samenwerkingspartners, waaronder de lokale media. Deze netwerkbijeenkomst zal het officiële begin markeren van de feitelijke uitwerking van het gedenkproject dat een totale looptijd heeft van anderhalf jaar en medio 2016 met een publieksactiviteit zal worden afgerond. Het digitaal monument blijft na die tijd online.
4.3 Keuzevrijheid Archiefonderzoek laat zien dat in de verhalen van Cobbenhagen en de Tilburgse studenten een paradox besloten ligt: in situaties waarin vrijheid in de kern is aangetast, blijkt er altijd nog de keuze om al dan niet het goede te doen. Deze keuzevrijheid bewaart een belofte voor de universitaire gemeenschap vandaag de dag: ‘Welke keuze maak jij als de vrijheid van jezelf of van anderen op het spel staat? Wanneer is een keuze goed? Door
5
Na de Tweede Wereldoorlog is er voor de omgekomen studenten van de Tilburgse universiteit een in het hout
gesneden monument opgericht: de gedenkplaat Pro Haereditate Patrum voor Henk Koehorst met aan weerszijden van de plaat de namen ingegrift van hen die hun levensoffer voor het vaderland brachten. Dit monument werd op 2 juli 1946 door professor Cobbenhagen onthuld. Sinds die tijd behield de gedenkplaat een plek nabij de aula van Tilburg University. Na een recente verbouwing is het monument enige tijd in opslag geweest.
9
welke waarden laat jij je in deze keuze leiden?’ Deze vragen zijn uiterst relevant voor een universiteit die internationale uitwisseling stimuleert, als zodanig onderdak biedt aan een pluraliteit van verhalen en geschiedenissen en diversiteit rekent tot een van haar kernwaarden.6 Het verbinden van de dilemma’s waar de universitaire gemeenschap zich in oorlogstijd voor gesteld wist (focus boekproject) en de dilemma’s die studenten van nu bezig houden (focus digitaal monument) heeft een tweeledig doel, dat in het gedenkproject direct verbonden wordt met de uitgangspunten zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 van het Strategisch Plan 2014-2017.7 Het College van Bestuur geeft hierin aan toe te willen werken naar een scherpere profilering van de universiteit ‘met erfgoed als basis’. Het gedenkproject van het Cobbenhagen Center draagt in deze lijn bij aan een voortgaande reflectie op: 1.) de verantwoordelijkheid van Tilburgse studenten voor de opbouw van een goede samenleving, 2.) de taak van de Tilburgse universiteit in de vorming van haar studenten tot ‘betrokken wereldburgers’. Maatschappelijke betrokkenheid ligt aldus, zo laat dit gedenkproject zien, historisch verankerd in de identiteit van TiU. Het gedenkproject poogt, vanuit deze tweeledige doelstelling, een substantiële bijdrage te leveren aan de community building binnen TiU. Er wordt een universitaire herinneringsgemeenschap tot stand gebracht, waarin studenten gestimuleerd en uitgedaagd worden vorm te geven aan het goede leven, in lijn met de nalatenschap van Martinus Cobbenhagen. De herinnering aan het oorlogsverleden van TiU, alsmede het doorgeven van het vrijheidsideaal dat hierin besloten ligt, stimuleert de ‘toekomstgerichte ethische oriëntatie’ die binnen Tilburg University als ideaal wordt gepraktiseerd.8
6
Het verschil maken: Strategisch plan 2014-2017, Tilburg University, 9.
7
Het verschil maken: Strategisch plan 2014-2017, Tilburg University, 9-12.
8
Het verschil maken: Strategisch plan 2014-2017, Tilburg University, 9.
10
5. Meer informatie Community of Practice RE-MEMBER
RE-MEMBER ontwerpt in overleg met de bij het project betrokken actoren een passende planning en begroting. De Communities of Practice die binnen het Tilburg Cobbenhagen Center ontstaan, worden samengehouden door zowel een gemeenschappelijke inzet als door een verschil in mogelijkheden en concrete – technische en intellectuele, personele en materiële – behoeften. Om een Community of Practice vruchtbaar te doen zijn is het zaak, zo leert de ervaring, deze verschillen productief te maken: wat bij de één ontbreekt moet een ander in staat en bereid zijn te geven. Eén aspect hiervan kan zijn dat partijen financieel activiteiten van andere partijen mogelijk maken, maar er zijn ook vele andere mogelijkheden tot samenwerking met voordeel voor alle partijen.
Voor vragen over RE-MEMBER, de Community of Practice die onderdeel is van het Tilburg Cobbenhagen Center, kunt u contact opnemen met Dr. Liesbeth Hoeven (coördinator/onderzoeker), bereikbaar via [email protected]
11