Quickscan: Culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector lagroup Leisure & Arts Consulting 8 juli 2008
EMBARGO tot 10 juli 2008, 16.00 uur
2007-074 rp 02 Sarphatistraat 650 1018 av Amsterdam
t +31 (0)20 550 20 20 f +31 (0)20 550 20 22
lagroup Leisure & Arts Consulting
[email protected] www.lagroup.nl
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
2
Inhoud Samenvatting
4
1
Inleiding
7
1.1
Aanleiding en vraagstelling
7
1.2
Vraagstelling
7
1.3
Uitgangspunten
8
1.4
Leeswijzer
10
1.5
Risico‟s en verantwoordelijkheden
10
2
De periode 1997-2000
11
2.1
Uitgangspuntennota 1997-2000
11
2.2
Kunstraadadvies 1997-2000
12
2.3
Verband tussen nota en advies
12
2.4
De cijfers
12
3
De periode 2001-2004
15
3.1
Uitgangspuntennota 2001-2004
15
3.2
Kunstraadadvies 2001-2004
17
3.3
Verband tussen nota en advies
17
3.4
De cijfers
17
4
De periode 2005-2008
20
4.1
Uitgangspuntennota 2005-2008
20
4.2
Kunstraadadvies 2005-2008
21
4.3
Verband tussen nota en advies
21
4.4
De cijfers
22
5
De periode 2009-2012
25
5.1
Uitgangspuntennota 2009-2012
25
5.2
Kunstraadadvies 2009-2012
26
5.3
Verband tussen nota en advies
26
5.4
De cijfers
27
6
Conclusies
28
6.1
Ontwikkelingen in beleid: vier uitgangspuntennota‟s
28
6.2
Ontwikkelingen in de vier Kunstraadadviezen
29
6.3
Ontwikkelingen in het verband tussen nota en advies
30
6.4
De cijfers
30
6.5
Eindconclusie
35
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
3
b1
Selectie cultureel diverse cultuurinstellingen
38
b2
Klankbordgroep
49
b3
Geraadpleegde documenten
50
b4
Overzichten
51
b4.1
Vastgestelde en afgewezen subsidieaanvragen
51
b4.2
Vastgestelde en afgewezen subsidieaanvragen
54
b4.3
Overzicht per periode
55
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
4
Samenvatting Culturele diversiteit in de cultuursector is sinds de Kunstenplanperiode 2001-2004 een belangrijk thema in het beleid van het Amsterdamse college van B&W en sinds kort ook in het advies van de Amsterdamse Kunstraad. Toch kent het college maar een fractie van het totale structurele subsidiebedrag toe aan cultureel diverse cultuurinstellingen en adviseert de Kunstraad ook slechts een fractie van het totaal geadviseerde bedrag aan deze instellingen. Hoewel de toegekende en geadviseerde bedragen verhoudingsgewijs toenemen, blijven ze relatief gering; zeker wanneer ze gerelateerd worden aan de Amsterdamse bevolkingssamenstelling en de veranderingen daarin. Dat is de voornaamste conclusie van deze quickscan naar culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector. lagroup Leisure & Arts Consulting onderzocht welk beleid op het punt van culturele diversiteit het Amsterdamse college van B&W de afgelopen jaren neerlegde in haar uitgangspuntennotities voor het cultuurbeleid. Ook werd onderzocht wat de Amsterdamse Kunstraad in het algemene deel van haar vierjaarlijkse advies over het thema schreef en of beleid en advies zich uiteindelijk vertaalden in structurele financiering van cultureel diverse instellingen. Toenemende aandacht voor culturele diversiteit in gemeentelijk beleid en Kunstraadadvies Uit de quickscan volgt dat de aandacht voor culturele diversiteit in de uitgangspuntennotities van het college in de onderzochte periode sterk toeneemt. In de jaren 1997-2000 is die nog beperkt, maar daarna is het thema nauwelijks nog uit de nota‟s weg te denken. Het onderwerp wordt gekoppeld aan de over de jaren wisselende beleidsprioriteiten van het college. Opmerkelijk is overigens dat in de uitgangspuntennotities zelden wordt verwezen naar (eerder) met het beleid behaalde resultaten. In het algemene deel van het Kunstraadadvies wordt culturele diversiteit pas een thema in het advies voor de periode 2009-2012. Dan wijdt de Kunstraad er direct een gehele paragraaf aan, waarin hij stelt dat het Amsterdamse cultuuraanbod een afspiegeling van de samenleving zou moeten zijn (wat volgens de Raad nog lang niet het geval is). Drie procent van het totale bedrag gaat naar cultureel diverse instellingen De geruime aandacht voor het onderwerp in het beleid vertaalt zich niet in een grote hoeveelheid financiële middelen. Uit het onderzoek volgt dat het college gemiddeld 3 procent van het totale structurele subsidiebedrag toekent aan cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert gemiddeld 3 procent van het totale bedrag aan cultureel diverse instellingen. In beide gevallen betreft het dus een fractie van het totale bedrag. Financiering cultureel diverse instellingen gering vergeleken met percentage niet-westerse allochtonen in Amsterdam Het aandeel van het structurele subsidiebedrag dat cultureel diverse cultuurinstellingen ontvangen is gering wanneer het vergeleken wordt met het percentage niet-westerse allochtonen in de stad. Het aandeel niet-westerse allochtonen in de Amsterdamse
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
5
bevolking is over de periode 1997-2007 gemiddeld 32 procent; onder jongeren (0-24 jaar) is dat in 2007 51 procent. Hoewel deze vergelijking tussen het financieringspercentage en de bevolkingssamenstelling uiterst voorzichtig gehanteerd dient te worden, is de mate van discrepantie opmerkelijk. Ondanks groei blijft financiering cultureel diverse instellingen gering In het structurele subsidiebedrag dat de gemeente aan cultureel diverse instellingen toekent en dat de Kunstraad aan deze instellingen adviseert is een duidelijke groei zichtbaar. Het door de Kunstraad geadviseerde percentage stijgt per kunstenplanperiode met stappen van ongeveer 1 procent van het totaal (van 1 procent voor de periode 19972000 tot 5 procent voor de periode 2009-2012). Het bedrag dat het college toekent, neemt toe van 2 procent in 2001-2004 naar 4 procent van het totaal in 2005-2008. Ook indien we deze groei in ogenschouw nemen blijft het percentage echter gering, zeker wanneer we het opnieuw relateren aan de veranderende bevolkingssamenstelling (51 procent niet-westerse allochtone jongeren in 2007). Potentieel aan ‘cultureel diverse plannen’ wordt niet gefinancierd Uit de quickscan volgt dat steeds meer cultureel diverse instellingen structurele subsidie aanvragen bij de gemeente Amsterdam: het aantal aanvragen stijgt met 260 procent, van 16 in 1997-2000 naar 42 in 2009-2012. Deze groep krijgt echter een relatief gering deel toegekend van het bedrag dat ze aanvraagt; in de periode 2005-2008 is dat bijvoorbeeld 42 procent van het totaal aangevraagde bedrag tegenover 69 procent bij de overige instellingen. Dat is in euro‟s voor de cultureel diverse instellingen in deze periode 6,7 miljoen euro (aangevraagd) tegenover 2,8 miljoen euro (toegekend). Een relatief groot potentieel aan „cultureel diverse plannen‟ wordt dus niet gehonoreerd met structurele subsidie. Cultureel diverse instellingen vragen en krijgen kleine bedragen Wat verder opvalt in de cijfermatige analyse die voor de quickscan werd uitgevoerd, is dat cultureel diverse instellingen relatief kleine bedragen aanvragen en toegekend krijgen. Overige instellingen vragen per aanvraag gemiddeld ruim drie keer zoveel subsidie aan dan cultureel diverse instellingen. Ze ontvangen van de gemeente Amsterdam gemiddeld 8,5 keer zoveel structurele subsidie per instelling dan de cultureel diverse instellingen. In de onderzochte periode was de hoogste aanvraag van een cultureel diverse instelling 1,2 miljoen euro, terwijl overige instellingen aanvragen tot 14,5 miljoen euro plaatsten. Het hoogst toegekende bedrag per instelling is voor overige instellingen 9,8 miljoen euro en voor cultureel diverse instellingen een kleine 500.000 euro. Afwijking van Kunstraadadvies niet in overeenstemming met wat gemeentelijk beleid doet vermoeden Het feit dat het college in haar beleid al vanaf de periode 2001-2004 relatief veel aandacht besteedt aan culturele diversiteit, terwijl de Kunstraad dat pas doet voor de periode 20092012, doet vermoeden dat het college cultureel diverse instellingen in deze periode ook veel royaler structureel financiert dan de Kunstraad adviseert. Dat gebeurt echter niet
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
6
consistent. In de periode 2001-2004 kent het college juist minder aan cultureel diverse instellingen toe dan de Kunstraad adviseert: 1,3 miljoen euro geadviseerd tegenover 1,2 miljoen euro vastgesteld. In de periode 2005-2008 wordt wel 600.000 euro meer aan cultureel diverse instellingen toegekend dan de Raad adviseert (2,8 miljoen euro toegekend tegenover 2,2 miljoen euro geadviseerd), maar in deze periode kent het college ook aan de overige instellingen meer toe dan is geadviseerd (zie hoofdstuk 4.4). Quickscan biedt eerste indruk Voor dit onderzoek zijn de vierjaarlijkse uitgangspuntennotities voor het cultuurbeleid van de gemeente Amsterdam bestudeerd, evenals het algemene deel van het advies van de Kunstraad en de structurele subsidiebedragen die zijn neergelegd in het vastgestelde Kunstenplan. Het onderzoek toont de ontwikkelingen in vier kunstenplanperiodes (19972000, 2001-2004,2005-2008 en 2009-20121). Omdat het een quickscan betreft, zijn andere gegevens buiten beschouwing gelaten (zoals incidentele gemeentelijke subsidies aan cultureel diverse instellingen, de mate waarin overige culturele instellingen dit onderwerp in hun praktijk hebben geïnternaliseerd, en beleid en subsidies van stadsdelen). De quickscan biedt dus een eerste indruk, waarbij het uitgangspunt is dat structurele financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen door de gemeente een belangrijke indicator vormt voor het beleid op dit punt.
1
Voor de periode 2009-2012 zijn alleen de Hoofdlijnennotitie en het Kunstraadadvies bestudeerd, omdat het vastgestelde Kunstenplan voor deze periode nog niet beschikbaar is.
lagroup Leisure & Arts Consulting
1
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
7
Inleiding Voor u ligt het verslag van een quickscan naar culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector. In dit hoofdstuk gaan we in op de aanleiding voor dit onderzoek, de vraagstelling en de door ons gehanteerde uitgangspunten.
1.1
Aanleiding en vraagstelling „Het lijkt alsof organisaties en gezelschappen de hoop hebben opgegeven aansluiting te vinden bij nieuwe cultureel diverse publieksgroepen, of zij zien de potentie van deze groeiende groep cultuurconsumenten onvoldoende‟, stelt de Amsterdamse Kunstraad in de inleiding bij haar op 18 april 2008 verschenen Adviezen ter voorbereiding van het Amsterdams Kunstenplan 2009 tot en met 2012. Nog dezelfde dag reageert cultuurwethouder Carolien Gehrels. Zij plaatst vraagtekens bij de constateringen van de Kunstraad; volgens haar is culturele pluriformiteit door de Amsterdamse cultuurinstellingen de laatste jaren juist geïnternaliseerd. 2 Het verschil van inzicht tussen Kunstraad en de Amsterdamse cultuurwethouder illustreert twee zaken: culturele diversiteit in de cultuursector is momenteel - zeker in Amsterdam een issue en de meningen over de vraag of culturele diversiteit een goede plaats heeft in de Amsterdamse cultuursector zijn verdeeld. De vraag of culturele diversiteit voet aan de grond heeft gekregen in de Amsterdamse cultuursector, en de vraag of het gemeentelijk beleid op dit punt in daden wordt omgezet, vormen de directe aanleiding voor deze quickscan. Het is van belang om hierover snel duidelijkheid te krijgen, nu de cultuurwethouder en de gemeenteraad binnenkort in het kader van het Kunstenplan weer moeten beslissen over structurele financiering voor Amsterdamse cultuurinstellingen. De urgentie van dit onderzoek wordt verder geïllustreerd door de financiële ondersteuning die wij ontvingen van Stichting DOEN, de Stadsschouwburg, Paradiso en Likeminds.
1.2
Vraagstelling We concentreren ons in de quickscan op de vraag welk beleid de Amsterdamse cultuurwethouders voeren op het punt van culturele diversiteit in de cultuursector en of dat beleid zich ook vertaalt in structurele financiële ondersteuning van cultureel diverse initiatieven: do they put their money where their mouth is? We kijken ook welke rol de adviezen van de Amsterdamse Kunstraad hierin spelen.
2
Bron: Plekker, Mark. Reactie wethouder Gehrels advies Kunstraad. Gemeente Amsterdam, 18 april 2008 (op www.amsterdam.nl).
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
8
De exacte onderzoeksvraag hebben we als volgt geformuleerd: Welk beleid voerde de gemeente Amsterdam de afgelopen jaren op het gebied van culturele diversiteit in de cultuursector, hoe adviseerde de Kunstraad over dit onderwerp en hoe verliep de structurele financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen?
1.3
Uitgangspunten
1.3.1
Afbakening We kiezen in deze quickscan voor een scherpe afbakening van de te onderzoeken documenten, periodes en spelers. Uitgangspuntennotities cultuurbeleid van de gemeente Amsterdam Om de vraag te beantwoorden welk beleid de gemeente Amsterdam voert op het gebied van culturele diversiteit in de cultuursector, hebben we de vierjaarlijkse Uitgangspuntennotities voor het cultuurbeleid van het college van B&W van de centrale stad geanalyseerd. Daarin is het beleid vastgelegd dat bepalend is voor het toekennen van structurele subsidies. Overige beleidsdocumenten van de gemeente, evenals beleid van de stadsdelen, blijven buiten beschouwing. Vierjaarlijks advies van de Kunstraad Van de Amsterdamse Kunstraad hebben we de vierjaarlijkse adviezen ter voorbereiding van het Amsterdams Kunstenplan bestudeerd. We hebben gekeken naar het algemene deel van het advies en de geadviseerde structurele subsidiebedragen voor cultureel diverse cultuurinstellingen. Vastgesteld Kunstenplan Tenslotte hebben we het door het college van B&W ingediende en door de gemeenteraad vastgestelde Kunstenplan bestudeerd. We hebben gekeken naar de (al dan niet toegekende) structurele subsidiebedragen voor cultureel diverse cultuurinstellingen. Geen momentopname maar een hartfilmpje: de periode 1997-2012 We kijken in deze quickscan niet slechts naar culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector op dit moment, maar naar de ontwikkeling daarvan in de periode 1997-2012: geen momentopname maar een hartfilmpje. Hoewel ook staatssecretaris van Cultuur Aad Nuis al aandacht vroeg voor „interculturaliteit‟, is het thema culturele diversiteit in de cultuursector in Nederland vooral op de kaart gezet door staatssecretaris Rick van der Ploeg. Hij stelde in zijn bewindsperiode (1998-2002) voor dat cultuurinstellingen minimaal drie procent van hun
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
9
subsidie zouden moeten besteden aan het werven van (o.a.) allochtone publieksgroepen. Het voorstel haalde het niet, maar leidde tot veel discussie en het thema culturele diversiteit in de cultuursector was - ook in Amsterdam - definitief geagendeerd. Het onderzoek betreft vier gemeentelijke Kunstenplanperiodes (en vier Cultuurnotaperiodes) beginnend één periode vóór Van der Ploeg: 1) 1997-2000, 2) 2001-2004, 3) 2005-2008 en 4) 2009-2012.3 Cultureel diverse cultuurinstellingen We volgen in de quickscan (het advies over) de structurele financiering van 63 cultureel diverse cultuurinstellingen.4 Bij de selectie van deze groep speelden criteria een rol als: een dominante rol voor culturele diversiteit in werk, presentaties, voorstellingen of doelgroepen, waarbij minimaal één structurele subsidie door de instelling bij de gemeente Amsterdam moet zijn aangevraagd. (Een compleet overzicht van de instellingen en de gehanteerde criteria is neergelegd in bijlage 1) We hebben ernaar gestreefd om alle cultureel diverse cultuurinstellingen in Amsterdam die aan de criteria voldoen in de selectie op te nemen. De selectie is geaccordeerd door de opdrachtgever en de klankbordgroep (zie hieronder).
1.3.2
Overige uitgangspunten Een klankbordgroep toetst de resultaten Om de resultaten van dit onderzoek te toetsen en aan te scherpen, is een beroep gedaan op een klankbordgroep bestaande uit zeven personen met een diepgaande kennis van de Amsterdamse cultuursector en culturele diversiteit in het bijzonder (zie bijlage 2 voor een overzicht van de leden). De resultaten van het onderzoek zijn met de klankbordgroep besproken en naar aanleiding daarvan waar nodig aangepast. Quickscan geeft goede eerste indruk, maar nader onderzoek is wenselijk Dit onderzoek is een quickscan van culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector. Het is een steekproef, een manier om de temperatuur van het water te meten. Uitgangspunt daarbij is dat structurele financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen door de gemeente een belangrijke indicator vormt voor het beleid van de gemeente op dit punt. Andere indicatoren, zoals incidentele gemeentelijke subsidies aan cultureel diverse instellingen, de mate waarin overige culturele instellingen in hun praktijk aandacht besteden aan culturele diversiteit, en beleid en subsidies van stadsdelen blijven in dit onderzoek buiten beeld. Dat wil niet zeggen dat deze zaken niet van belang zijn; ze vormen een onderwerp dat bij nader onderzoek in beeld gebracht kan worden. Dat laatste geldt overigens ook voor beleid en subsidies van de Rijksoverheid, provincies en andere (grote) steden op het gebied van culturele diversiteit in de cultuursector. 3 4
Voor de periode 2009-2012 bestuderen we alleen de Hoofdlijnennotitie en het Kunstraadadvies, het vastgestelde Kunstenplan is voor deze periode nog niet beschikbaar. In de periode 2009-2012 betreft de selectie 62 instellingen, in verband met de fusie van Made in Da Shade en Cosmic in MC.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
10
Een spiegel voorhouden Doel van dit onderzoek is om gemeente, Kunstraad en de Amsterdamse cultuursector een spiegel voor te houden. De quickscan levert een reeks van gegevens over het in Amsterdam gevoerde beleid ten aanzien van culturele diversiteit en over de subsidiëring van cultureel diverse instellingen. Nu ligt de bal bij de gemeente, cultureel diverse en de overige cultuurinstellingen: bevalt het spiegelbeeld? Moet het anders en, zo ja, hoe? Wat betekent dat voor het gemeentelijk beleid, de Kunstraad en de instellingen? Hoe en in welke context moeten de verschillen tussen cultureel diverse cultuurinstellingen en overige instellingen worden verklaard? Wij beschouwen de onderzoeksresultaten als potentieel beginpunt van een debat over de vraag of culturele diversiteit, tien jaar nadat staatssecretaris Van der Ploeg het thema landelijk agendeerde, een goede plek heeft gekregen in de Amsterdamse cultuursector. Het oordeel is aan de sector en de gemeente.
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bevat voor de periode 1997-2000 een analyse van de uitgangspuntennotitie, van het algemene deel van het Kunstraadadvies en van de bijbehorende cijfers (structurele financiering door de gemeente, advies van de Kunstraad over structurele financiering, et cetera.) Hoofdstuk 3 betreft de periode 2001-2004, hoofdstuk 4 de periode 2005-2008 en hoofdstuk 5 de periode 2009-2012. In hoofdstuk 6 zijn de algemene conclusies van dit onderzoek neergelegd.
1.5
Risico’s en verantwoordelijkheden Het onderzoek is uitgevoerd door en onder verantwoordelijkheid van lagroup Leisure & Arts Consulting door Stephen Hodes, Philip Tijsma en Anneke Jenniskens. Daarbij is samengewerkt met Laurien Saraber, onafhankelijk onderzoeker, adviseur en publicist, gespecialiseerd in het onderwerp culturele diversiteit in de cultuursector. Het rapport en de bijlagen vormen een geheel. Indien het rapport ter beschikking wordt gesteld aan derden, dient dat in zijn geheel te geschieden. Bij het onderzoek en de samenstelling van dit rapport is uiterste zorgvuldigheid betracht. Daarbij is uitgegaan van de waarheidsgetrouwheid van door de opdrachtgever en door derden verstrekte informatie.
lagroup Leisure & Arts Consulting
2
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
11
De periode 1997-2000 In dit hoofdstuk is voor de periode 1997-2000 een analyse neergelegd van de uitgangspuntennota, het algemene deel van het Kunstraadadvies en de bijbehorende cijfers over financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen.
2.1
Uitgangspuntennota 1997-2000 Mainstreaming vervangt specifiek beleid voor allochtone kunstbeoefening Met de Notitie Kunstenplan 1997-2000 kiest het College voor mainstreaming van cultureel divers cultuurbeleid. De voorafgaande periode kende een specifiek beleid voor „allochtone kunstbeoefening‟ met een geoormerkt budget. Het college neemt daar in deze nota nadrukkelijk afstand van. Aandacht voor culturele diversiteit wordt een, meestal niet meer afzonderlijk benoemd, onderdeel van een breder streven (reden waarom wij hier de term mainstreaming gebruiken) naar verbreding van het kunstpubliek. Dat streven staat centraal in de uitgangspuntennotitie 1997-2000. In de nota schrijft de gemeente: „dat het kunstbeleid zoveel gevoeligheid voor nieuwe impulsen moet kunnen opbrengen dat het aanbod recht doet aan de culturele veelzijdigheid in Amsterdam. Het kunstmatig afzonderen van allochtone producties zou juist een contra-productief isolement opleveren.‟ (Gemeente Amsterdam 1995, p. 9). De term publieksverbreding staat centraal „Publieksverbreding‟ is de voornaamste term die in deze nota in relatie tot culturele diversiteit wordt gebruikt. Daarbij gaat het om verbreding van de culturele (in de zin van „etnische‟) herkomst van het publiek, maar evenzeer om sociale kenmerken en leeftijd. Vooral jongeren hebben een centrale plaats in dit publieksgerichte beleid. Het college hanteert de termen „allochtone kunstbeoefening‟ en „allochtone producties‟ alleen om aan te geven wat het met haar beleid niet wil bevorderen. Amateurkunst, kunsteducatie en vraaggerichtheid als voornaamste instrumenten Bevorderen van deelname aan amateurkunst, het stimuleren van kunsteducatie en meer vraaggericht werken door de cultuurinstellingen zijn de voornaamste instrumenten die het College noemt om de gewenste algemene publieksverbreding te bereiken. Eigenlijk wordt alleen het bevorderen van amateurkunst daarbij expliciet gekoppeld aan culturele diversiteit; het college spreekt de wens uit dat amateurkunstbeoefening, behalve voor jongere deelnemers, aantrekkelijker wordt voor „nieuwe groepen Amsterdammers‟. Geen concrete doelstellingen, resultaten of budgetten voor culturele diversiteit De notitie benoemt geen concrete doelstellingen op het gebied van culturele diversiteit. Evenmin wordt verwezen naar concrete resultaten uit het verleden (bijvoorbeeld de opbrengsten van het beleid voor allochtone kunstbeoefening uit de voorgaande periode).
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
12
Er wordt aangegeven dat afzonderingsbeleid (als tegenpool van mainstreaming) op het gebied van culturele diversiteit contraproductief kan werken, maar er wordt niet toegelicht of daarvoor aanwijzingen in het verleden zijn. Van concrete, geoormerkte budgetten voor culturele diversiteit is geen sprake, daarvan neemt de gemeente juist afstand.
2.2
Kunstraadadvies 1997-2000 Culturele diversiteit is geen thema voor de Kunstraad In het algemene deel van het Kunstraadadvies 19972000 is culturele diversiteit geen thema. De Kunstraad benoemt het onderwerp alleen terloops bij de thema‟s „Internationalisering‟ (grensoverschrijdende culturele contacten zijn verrijkend voor het cultuuraanbod, Amsterdam is kosmopolitisch en kwaliteit gaat voor nationaliteit) en „Nieuwe kunstenaars, toekomstig publiek‟ (in de schoolbanken weerspiegelt zich volgens de Raad de toekomstige multiculturele samenstelling van de Amsterdamse bevolking). Wel kraakt de Kunstraad onder het kopje „Kunstenplan systematiek‟ kritische noten over de aandacht die veel cultuurinstellingen in hun subsidieaanvragen besteden aan publieksbereik in het algemeen en multi- en interculturele plannen in het bijzonder: „veel van de plannen bevatten voornemens op multi- en intercultureel gebied die, gegeven de gebrekkige onderbouwing, uitwerking en relatie tot het eerder gevoerde beleid, de schijn hebben gewekt van het willen meelopen met een trend of met het politiek wenselijke. Dat roept het beeld op van een lippendienst en is zorgwekkend.‟ (Kunstraad 1996, p.10)
2.3
Verband tussen nota en advies Kunstraad en gemeente varen eigen koers Kunstraad en gemeente varen in deze Kunstenplanperiode hun eigen koers ten aanzien van het thema culturele diversiteit. Beide besteden summier aandacht aan het onderwerp. In de gemeentelijke nota hangt dat samen met een beargumenteerde keuze voor mainstreaming; het gaat de gemeente niet om maatregelen specifiek voor een cultureel divers publiek, maar om beleid ter bevordering van publieksverbreding in het algemeen. In de advisering van de Kunstraad is geen duidelijke argumentatie neergelegd voor het ontbreken van aandacht voor het onderwerp. In het algemene deel van zijn advies reageert de raad negatief op cultuurinstellingen die in hun plannen (veel) aandacht besteden aan publieksverbreding in het algemeen en het bereiken van een cultureel divers publiek in het bijzonder. Dat kan worden beschouwd als indirecte kritiek op het diversiteitsbeleid van de gemeente.
2.4
De cijfers In deze paragraaf zijn puntsgewijs de voornaamste conclusies neergelegd over de door ons onderzochte cijfers met betrekking tot culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector voor de periode 1997-2000. Daarbij is gekeken naar de aanvragen van
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
13
(cultureel diverse) cultuurinstellingen, de adviezen van de Kunstraad en de door het college van B&W vastgestelde structurele subsidiebedragen. Er is hierbij gebruik gemaakt van de gegevens die zijn neergelegd in het advies van de Kunstraad en het vastgestelde Kunstenplan van het college van B&W. Bedragen en percentages zijn afgerond. In bijlage 4.1 is het totaaloverzicht opgenomen van de onderzochte cultureel diverse instellingen met bijbehorende gevraagde, geadviseerde en vastgestelde bedragen. Bijlage 4.2 bevat een schematisch overzicht van de vastgestelde en afgewezen aanvragen en bijlage 4.3 bevat een overzicht per Kunstenplanperiode. In de periode 1997-2000 ontbreken in het advies van de Kunstraad en het vastgestelde Kunstenplan gegevens die wel beschikbaar zijn in de overige onderzochte periodes. Daardoor ontbreekt in deze paragraaf een aantal conclusies dat over de andere periodes wel kan worden getrokken. Het gaat onder meer om consistente overzichten van het totaal aantal positief geadviseerde aanvragen en bijbehorende bedragen, en het totaal aantal vastgestelde subsidies en bijbehorende bedragen. Dat deze gegevens niet beschikbaar zijn hangt samen met het feit dat de periode 1997-2000 nog maar de tweede Kunstenplancyclus is en de systematiek, zoals de gemeente in de stukken ook erkent, nog niet geperfectioneerd is. Aangevraagd door culturele instellingen Van de in totaal 117 aanvragen zijn er 16 van cultureel diverse instellingen, dit is 14% van alle aanvragen. Van het totaal aangevraagde bedrag van € 74,2 miljoen is € 3,2 miljoen aangevraagd door cultureel diverse instellingen, dit is 4% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 14% van alle instellingen, vragen 4% van het totaal aan. De overige instellingen, 86% van alle instellingen, vragen 96% van het totaal aan. De overige instellingen vragen gemiddeld € 700.000 aan, de cultureel diverse instellingen € 200.000: overige instellingen vragen gemiddeld drie-en-een-half keer zoveel aan. Een aantal grote overige instellingen vraagt subsidie aan die oploopt tot meer dan € 8 miljoen euro.5 Cultureel diverse instellingen vragen nooit bedragen aan hoger dan € 800.000.6 Geadviseerd door de Kunstraad De Kunstraad adviseert in totaal een bedrag van € 63,2 miljoen. Hiervan wordt € 730.000 geadviseerd aan de cultureel diverse instellingen, dat is 1% van het gehele bedrag. De Kunstraad beoordeelt 9 van de 16 aanvragen van cultureel diverse instellingen positief, dit is 56%. Het is niet bekend hoe dit percentage bij de overige instellingen is.
5 6
Een aantal voorbeelden: het Stedelijk Museum vraagt € 8,2 miljoen aan en Het Muziektheater € 5,5 miljoen. De Nieuw Amsterdam vraagt met € 813.571 het hoogste bedrag aan van de cultureel diverse instellingen (aan rijk en gemeente gezamenlijk).
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
14
De Kunstraad adviseert de cultureel diverse instellingen gemiddeld € 81.000. Het is niet bekend hoeveel de Kunstraad de overige instellingen gemiddeld adviseert. Vastgesteld door het college van B&W Het college kent aan 10 cultureel diverse instellingen subsidie toe, aan 6 cultureel diverse instellingen kent het college geen subsidie toe. Een aantal grote overige instellingen ontvangt subsidie die kan oplopen tot meer dan € 5 miljoen.7 Geen enkele cultureel diverse instelling krijgt een bedrag hoger dan € 160.000.8 Vergelijking Het college wijkt eenmaal af van het advies van de Kunstraad. Het college kent eenmaal alsnog subsidie toe aan een cultureel diverse instelling, terwijl de Kunstraad een negatief advies gaf. De cultureel diverse instellingen hebben gezamenlijk voor € 3,2 miljoen aangevraagd, het totaal vastgestelde bedrag dat wordt uitgekeerd aan cultureel diverse instellingen bedraagt € 635.000. Dit betekent dat in totaal 20% van het totaal aangevraagde bedrag ook daadwerkelijk wordt vastgesteld. Van de 16 aanvragen heeft het college aan 10 cultureel diverse instellingen wel subsidie en aan 6 cultureel diverse instellingen geen subsidie toegekend.
7 8
Een aantal voorbeelden van de begroting opgesteld in 1996: Toneelgroep Amsterdam ontvangt € 2.487.070, Het Muziektheater ontvangt € 5.173.598. De Nieuw Amsterdam ontvangt met € 160.000 de hoogste subsidie van de cultureel diverse instellingen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
3
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
15
De periode 2001-2004 In dit hoofdstuk is voor de periode 2001-2004 een analyse neergelegd van de uitgangspuntennota, het algemene deel van het Kunstraadadvies en de bijbehorende cijfers over financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen.
3.1
Uitgangspuntennota 2001-2004 Ruim aandacht voor culturele diversiteit De uitgangspuntennota 2001-2004, Allianties genaamd, besteedt ruim aandacht aan culturele diversiteit. Het onderwerp komt aan de orde bij vrijwel het hele spectrum aan thema‟s dat in de nota de revue passeert, van publieksbeleid, via aanbod, repertoire en programmering tot aan talent, personeel en bestuur. Enkele onderdelen lichten we hieronder, bij „beleidsvoornemens en instrumenten‟, nader toe. Het beleid biedt een pluralistisch beeld: er is zowel ruimte voor cultuurspecifieke cultuuruitingen als voor dwarsverbanden met de „mainstream‟ cultuur. Invloed van het beleid van staatssecretaris Van der Ploeg is zichtbaar De invloed van het beleid van staatssecretaris Rick van der Ploeg van Cultuur (1998-2002) op de uitgangspuntennota is duidelijk zichtbaar. Niet alleen omdat het onderwerp culturele diversiteit in de cultuursector, dat door Van der Ploeg vanaf 1998 zo nadrukkelijk werd geagendeerd, zeer regelmatig in de nota terugkomt, maar ook omdat de nota expliciet aan zijn beleid refereert. Zo wordt Van der Ploeg‟s cultuurnota Cultuur als confrontatie aan het begin van de gemeentelijke notitie aangehaald en wordt expliciet vermeld dat de gemeentelijke uitgangspunten sporen met die van het Rijk. Het feit dat het Rijk in deze periode, in het kader van het Actieplan Cultuurbereik, extra middelen aan gemeenten beschikbaar stelt voor verbreding van het cultuurpubliek, kan ook een rol gespeeld hebben bij toegenomen aandacht voor het onderwerp. De term diversiteit heeft vanzelfsprekend betrekking op culturele diversiteit De in de nota overwegend gehanteerde term is „diversiteit‟, zonder „culturele‟ ervoor. Blijkens de context wordt met het begrip echter overwegend gedoeld op culturele diversiteit in „enge zin‟: in de eerste plaats de culturele/etnische herkomst van publiek, kunstenaars en kunstvormen (en dus niet zoals in de andere nota‟s in de „brede zin‟ van artistieke verscheidenheid van het cultuurlandschap). Blijkbaar is aandacht voor culturele diversiteit in de nota zo vanzelfsprekend dat het college er van uit gaat dat de term „diversiteit‟ niet steeds hoeft te worden toegelicht als betrekking hebbend op culturele diversiteit.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
16
Veranderende bevolkingssamenstelling en artistieke kansen als motivering voor diversiteitsbeleid Hoewel er ruime aandacht is voor culturele diversiteit, is niet zo coherent omschreven waarom het van belang wordt geacht. Hier lijkt de veronderstelling aan ten grondslag te liggen dat de lezer wel begrijpt waarom er zo veel aandacht voor het onderwerp is. De achterliggende visie en motivatie tekent zich versnipperd door de nota en tussen de regels door af. Zo lijkt één van de motiveringen te zijn dat de veranderende bevolkingssamenstelling aanpassingen van de cultuursector vraagt, willen de Amsterdamse culturele voorzieningen er voor alle Amsterdammers zijn en blijven. (Dit idee, dat alle Amsterdammers zich als publiek en/of als maker betrokken zouden moeten voelen bij de culturele instellingen van de stad, wordt ook wel aangeduid met de term „aandeelhouderschap‟). Vraag en aanbod in de cultuursector zullen beter op elkaar aansluiten wanneer er meer aandacht is voor culturele diversiteit. Bovendien biedt een veranderende bevolkingssamenstelling volgens het college artistieke kansen en innovatiemogelijkheden voor de cultuursector. Beleidsvoornemens en instrumenten Een aantal beleidsvoornemens op het gebied van culturele diversiteit wordt in de nota nader uitgewerkt. Hieronder noemen we er twee. Potentie veranderende bevolkingssamenstelling beter benutten. In de nota wordt er op aangedrongen dat de potentie van de veranderende bevolkingssamenstelling van de stad beter wordt benut. Er wordt gesteld: „De stad en haar bewoners zijn aan het veranderen. De stad is meer internationaal en meer intercultureel dan ooit voorheen. De potentie daarvan moet worden benut.‟ (gemeente Amsterdam 2000, I.2). Ook moet er „een goede interactie ontstaan tussen de kunstwereld en de allochtone culturen in de stad. Het meedoen, meedenken en meebeslissen van initiatiefnemers uit verschillende culturen is daarbij essentieel.‟ (Gemeente Amsterdam 2000, II.3) Als instrumentarium worden hierbij met name genoemd: het aangaan van (thematische) samenwerkingsverbanden tussen cultuurinstellingen (allianties, bijvoorbeeld op het gebied van culturele diversiteit), coaching van „verborgen‟ kunstenaars en kunstvormen onder allochtone groeperingen, op allochtonen en jongeren gerichte collectieve marketing en cultuureducatie. Meer cultureel diverse besturen en personeelsleden. Hierover stelt de nota onder meer: „Het is al vaak geconstateerd: de eenzijdige personeels- en bestuurssamenstelling van veel kunstinstellingen is een belemmering voor een effectieve programmering en voor een effectief bereik van allochtonen en jonge mensen.‟ (Gemeente Amsterdam 2000, II.3) De wens om hierin verandering te brengen vindt echter geen vertaling in concrete instrumenten.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
3.2
17
Kunstraadadvies 2001-2004 Geen enkele aandacht voor culturele diversiteit Culturele diversiteit lijkt in deze periode geen issue voor de Kunstraad. Dat is althans het beeld dat naar voren komt uit het algemene deel van het Kunstraadadvies. Er is op geen enkele manier aandacht voor het onderwerp, expliciet noch impliciet. De Kunstraad geeft al aan het begin van haar advies aan dat hij de oproep van het college aan cultuurinstellingen om, als artistiek ondernemer, vraag en aanbod actiever met elkaar te verbinden, onnodig vindt. In de uitgangspuntennotitie koppelt het college de aandacht voor culturele diversiteit nu juist direct aan het thema artistiek ondernemerschap. De Kunstraad schrijft over artistiek ondernemerschap: „Anders dan recentelijk wel wordt gepropageerd, behoeft dat ondernemerschap niet te worden aangemoedigd of afgedwongen. Voor een kunstproductie zijn altijd de ontmoeting – soms de confrontatie – met het publiek, met een “markt”, gezocht. Artistiek ondernemen is van alle tijden, het is er per definitie, met en zonder overheidsbemoeienis.‟ (Amsterdamse Kunstraad 2000, p. 4).
3.3
Verband tussen nota en advies Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat er in deze periode geen zichtbaar verband is tussen de uitgangspuntennota van het college van B&W en het algemene deel van het advies van de Kunstraad. De lijn van College en Kunstraad is diametraal tegenovergesteld: het College besteedt veel aandacht aan culturele diversiteit, de Kunstraad geen enkele.
3.4
De cijfers In deze paragraaf zijn puntsgewijs de voornaamste conclusies neergelegd over de door ons onderzochte cijfers met betrekking tot culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector voor de periode 2001-2004. Daarbij is gekeken naar de aanvragen van (cultureel diverse) cultuurinstellingen, de adviezen van de Kunstraad en de door het college van B&W vastgestelde structurele subsidiebedragen. Er is hierbij gebruik gemaakt van de gegevens die zijn neergelegd in het advies van de Kunstraad en het vastgestelde Kunstenplan van het college van B&W. Bedragen en percentages zijn afgerond. In bijlage 4.1 is het totaaloverzicht opgenomen van de onderzochte cultureel diverse instellingen met bijbehorende gevraagde, geadviseerde en vastgestelde bedragen. Bijlage 4.2 bevat een schematisch overzicht van de vastgestelde en afgewezen aanvragen en bijlage 4.3 bevat een overzicht per Kunstenplanperiode. Aangevraagd door culturele instellingen Van de in totaal 190 aanvragen zijn er 28 van cultureel diverse instellingen, dit is 15% van alle aanvragen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
18
Van het totaal aangevraagde bedrag van € 92 miljoen is € 4 miljoen aangevraagd door cultureel diverse instellingen, dit is 4% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 15% van alle instellingen, vragen 4% van het totaal aan. De overige instellingen, 85% van alle instellingen, vragen 96% van het totaal aan. De overige instellingen vragen gemiddeld € 545.000 aan, de cultureel diverse instellingen € 140.000: overige instellingen vragen gemiddeld bijna vier keer zo veel aan. Een aantal grote overige instellingen vraagt subsidie aan die oploopt tot meer dan € 10 miljoen euro.9 Cultureel diverse instelling vragen nooit bedragen aan boven de € 500.000.10 Geadviseerd door de Kunstraad De Kunstraad beoordeelt in totaal 110 aanvragen positief, hiervan zijn 91 aanvragen (83%) van overige instellingen en 19 aanvragen (17%) van cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 69,7 miljoen, hiervan wordt € 1,4 miljoen geadviseerd aan de cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert 2% van het totale bedrag aan 17% van de aanvragen. Van de 28 aanvragen van cultureel diverse instellingen worden er 19 positief beoordeeld, dit is 68%. Bij de overige instellingen ligt dit percentage op 56%. De Kunstraad beoordeelt aanvragen van cultureel diverse instellingen vaker positief. De Kunstraad adviseert de overige instellingen gemiddeld een bedrag van € 750.000 en de cultureel diverse instellingen gemiddeld € 71.000. De Kunstraad adviseert overige instellingen gemiddeld meer dan tien keer zo veel dan cultureel diverse instellingen. Vastgesteld door het college van B&W Het college kent aan totaal 115 instellingen subsidie toe, hiervan zijn 95 overige instellingen (83%) en 20 cultureel diverse instellingen (17%). Het totaal vastgestelde bedrag is € 76,2 miljoen, ruim € 1,2 miljoen hiervan wordt toegekend aan cultureel diverse instellingen, dit is 2% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 17% van het totaal aantal instellingen, ontvangen 2% van het totaal beschikbare bedrag. De overige instellingen, 83% van het totaal aantal instellingen, ontvangen 98% van het totaal beschikbare gedrag. Het college kent de overige instellingen gemiddeld een bedrag toe van bijna € 800.000, de cultureel diverse instellingen ontvangen gemiddeld € 62.000. De overige instellingen ontvangen gemiddeld bijna dertien keer zo veel subsidie als de cultureel diverse instellingen. Het college kent aan 20 cultureel diverse instellingen subsidie toe, aan 7 cultureel diverse instellingen kent het college geen subsidie toe.
Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) vraagt met € 481.007 het hoogste bedrag aan van de cultureel diverse instellingen (aan rijk en gemeente gezamenlijk). 10 Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) vraagt met € 481.007 het hoogste bedrag aan van de cultureel diverse instellingen (aan rijk en gemeente gezamenlijk). 9
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
19
Een aantal grote overige instellingen ontvangt subsidie die op kan lopen tot ruim € 9 miljoen.11 Geen enkele cultureel diverse instelling krijgt een bedrag hoger dan € 155.000.12 Vergelijking De cultureel diverse instellingen hebben voor bijna € 4 miljoen aangevraagd, hiervan is € 1,2 miljoen uitgekeerd. Dit betekent dat het college 68% van het aangevraagde bedrag niet heeft uitgekeerd. Van de 28 aanvragen heeft het college aan 20 cultureel diverse instellingen wel subsidie en aan 7 cultureel diverse instellingen geen subsidie toegekend.13 Het college wijkt bij cultureel diverse instellingen viermaal af van het advies van de Kunstraad. Driemaal geeft de Kunstraad een negatief advies en kent het college alsnog subsidie toe. Eenmaal geeft de Kunstraad positief advies en kent het college geen subsidie toe. Het college kent € 100.000 minder toe aan cultureel diverse instellingen dan is geadviseerd: de Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 1,3 miljoen, het college kent € 1,2 miljoen toe. Deze verhouding ligt andersom bij de toekenning aan de overige instellingen. Het college kent € 6,7 miljoen méér toe aan de overige instellingen dan is geadviseerd: de Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 75 miljoen terwijl de Kunstraad € 68,3 miljoen adviseerde.
11 Een aantal voorbeelden: Het Muziektheater ontvangt € 4.696.740, Het Nationale Ballet ontvangt € 4.619.760, het Stedelijk ontvangt € 9.126.820, Toneelgroep Amsterdam ontvangt € 2.908.210. 12 De Nieuw Amsterdam ontvangt met € 153.240 de hoogste subsidie van de cultureel diverse instellingen. 13 Eén aanvraag is vervallen, waardoor het college geen uitspraak heeft hoeven doen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
4
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
20
De periode 2005-2008 In dit hoofdstuk is voor de periode 2005-2008 een analyse neergelegd van de uitgangspuntennota, het algemene deel van het Kunstraadadvies en de bijbehorende cijfers over financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen.
4.1
Uitgangspuntennota 2005-2008 De nota is doortrokken van aandacht voor culturele diversiteit De uitgangspuntennota 2005-2008, getiteld Amsterdam: creatieve stad, is doortrokken van aandacht voor culturele diversiteit. Dat gebeurt zowel op expliciete als impliciete wijze. Er worden in de nota vijf speerpunten van beleid benoemd.14 In de uitwerking van drie daarvan (aandeelhouderschap, erfgoed onderhouden en tonen, internationale positie) komt culturele diversiteit expliciet aan de orde, en een vierde speerpunt (cultuurstad van Nederland) raakt meer impliciet aan culturele diversiteit. Culturele diversiteit wordt in de nota vooral aangeduid met de termen „diversiteit‟ en „intercultureel‟, terwijl de cultureel diverse groep meestal wordt aangeduid als „allochtone‟ of „nieuwe‟ Amsterdammers/Nederlanders. Culturele diversiteit krijgt vooral vorm bij ‘aandeelhouderschap’ Het beleid ten aanzien van culturele diversiteit krijgt vooral vorm als onderdeel van „aandeelhouderschap‟, het eerste door het college geformuleerde speerpunt. Aandeelhouderschap heeft in de nota twee aspecten: enerzijds gaat het om het bereiken van (een breder) publiek, anderzijds om actieve deelname van mensen aan kunst en cultuur (bijvoorbeeld als professioneel kunstenaar of middels amateurkunst en talentontwikkelingsprogramma‟s). De uitgangspuntennota laat vaak in het midden van wie het aandeelhouderschap nu precies versterkt moet worden, maar áls er specifieke groepen benoemd worden, zijn dat allochtone Amsterdammers of jongeren. Overigens vat de nota aandeelhouderschap op als tweerichtingsverkeer: zowel culturele instellingen als allochtoon publiek en kunstenaars moeten zich opener naar elkaar toe opstellen. Aan ontmoeting en uitwisseling wordt in deze periode relatief veel waarde gehecht. Programmering en marketing, amateurkunst en talentontwikkeling als instrument Om het aandeelhouderschap van cultureel diverse Amsterdammers te versterken, wil het college vooral programmering en marketing, amateurkunst en talentontwikkeling inzetten als instrument. De gemeente doet een dringend beroep op cultuurinstellingen om hun programmering en marketing beter op deze groep af te stemmen. De gemeente wil dat cultureel diverse Amsterdammers beter de weg vinden naar de ondersteuning die de gemeente biedt op het gebied van amateurkunst (subsidies, accommodaties, et cetera). Talentontwikkeling van allochtone (amateur)kunstenaars wil men bevorderen middels een 14 De vijf speerpunten zijn: 1. Aandeelhouderschap; 2. de creatieve industrie; 3. erfgoed onderhouden en tonen; 4. cultuurstad van Nederland; 5. de internationale positie.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
21
„scoutingprogramma‟ en door te stimuleren dat deze groep de weg naar vervolgstappen in de culturele loopbaan weet te vinden. Ook cultuureducatie op school wordt genoemd als instrument om het aandeelhouderschap van cultureel diverse publieksgroepen te bereiken, evenals het inzetten van de (multiculturele) lokale media. Diversiteitsbeleid dient vooral een maatschappelijk doel Cultureel diversiteitsbeleid dient volgens het college vooral een maatschappelijk doel, zo blijkt uit de nota. Meer betrokkenheid van allochtone Amsterdammers bij kunst en cultuur, en bij de stad in het algemeen, leidt tot meer dynamiek, welvaart, welzijn en goed functionerende burgers die iets van hun stad maken. Dat allochtone Amsterdammers ook iets kunnen toevoegen aan de kunsten zélf, komt minder nadrukkelijk aan de orde. Weinig meetbare doelen, resultaten en budgetten De nota noemt een enkel meetbaar doel van het cultureel diverse cultuurbeleid. Zo zal de gemeente samen met het Amsterdams Fonds voor de Kunst een methode ontwikkelen voor het scouten en begeleiden van multicultureel talent. Er worden geen concrete resultaten van het beleid uit het verleden genoemd en er wordt ook geen geoormerkt budget uitgetrokken.
4.2
Kunstraadadvies 2005-2008 Nauwelijks expliciete aandacht voor culturele diversiteit Het thema culturele diversiteit komt in het algemene deel van het Kunstraadadvies voor de periode 20052008 nauwelijks expliciet aan de orde. Meer in het algemeen geeft de Kunstraad aan dat zij het beleid van de gemeente te sturend vindt en dat er teveel geld gaat naar de door het college geformuleerde speerpunten. „Legitimering van de subsidies wordt niet langer gezocht in wat het gezelschap, de accommodaties, de culturele instellingen zo uniek maakt, het inhoudelijke profiel, maar in de mate waarin beleidsvervulling wordt geboden‟, zo schrijft de raad. (Kunstraad 2005, p. 11) Cultureel diversiteitsbeleid wordt door de Kunstraad in dit kader niet expliciet aangehaald, maar maakt deel uit van de speerpunten waarop de raad kritiek heeft. De Raad is verder kritisch over het grote aantal talentontwikkelingsinitiatieven, en meent dat deze onvoldoende aansluiten bij de werkelijke belangstelling van jongeren. Er is slechts een aantal punten in het algemene deel van het Kunstraadadvies dat direct of indirect van belang is voor culturele diversiteit in de cultuursector. Zo wordt een enkele keer verwezen naar het speerpunt „aandeelhouderschap‟ en vindt de raad een bijdrage van de centrale stad aan buurttheaters gerechtvaardigd omdat dat bijdraagt aan een meer divers publiek.
4.3
Verband tussen nota en advies Ook in deze periode is er nauwelijks een verband tussen de uitgangspuntennotitie en het algemene deel van het Kunstraadadvies op het punt van culturele diversiteit. Voor zover
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
22
dat verband er wel is, gaat het vooral om kritiek van de Kunstraad op de (te) sterke nadruk die in de uitgangspuntennota ligt bij de speerpunten van de gemeente. De Raad legt de nadruk op artistieke autonomie van de cultuurinstellingen, maar geeft niet aan welke rol culturele diversiteit daarbinnen zou kunnen spelen. Aandeelhouderschap wordt door de Kunstraad uitsluitend vertaald naar kunsteducatie en het amateurkunstbeleid van de gemeente vindt geen weerklank in het Raadsadvies.
4.4
De cijfers In deze paragraaf zijn puntsgewijs de voornaamste conclusies neergelegd over de door ons onderzochte cijfers met betrekking tot culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector voor de periode 2005-2008. Daarbij is gekeken naar de aanvragen van (cultureel diverse) cultuurinstellingen, de adviezen van de Kunstraad en de door het college van B&W vastgestelde structurele subsidiebedragen. Er is hierbij gebruik gemaakt van de gegevens die zijn neergelegd in het advies van de Kunstraad en het vastgestelde Kunstenplan van het college van B&W. Bedragen en percentages zijn afgerond. In bijlage 4.1 is het totaaloverzicht opgenomen van de onderzochte cultureel diverse instellingen met bijbehorende gevraagde, geadviseerde en vastgestelde bedragen. Bijlage 4.2 bevat een schematisch overzicht van de vastgestelde en afgewezen aanvragen en bijlage 4.3 bevat een overzicht per Kunstenplanperiode. Aangevraagd door culturele instellingen Van de in totaal 230 aanvragen zijn er 45 van cultureel diverse instellingen, dit is 20% van alle aanvragen. Van het totaal aangevraagde bedrag van € 113,1 miljoen is € 6,7 miljoen aangevraagd door cultureel diverse instellingen, dit is 6% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 20% van alle instellingen, vragen 6% van het totaal aan. De overige instellingen, 80% van alle instellingen, vragen 94% van het totaal aan. De overige instellingen vragen gemiddeld € 570.000 aan, de cultureel diverse instellingen € 148.000: overige instellingen vragen gemiddeld bijna vier keer zo veel aan. Een aantal grote overige instellingen vraagt subsidie aan die oploopt tot meer dan € 10 miljoen euro.15 Cultureel diverse instelling vragen nooit bedragen aan boven de € 600.000.16 Geadviseerd door de Kunstraad De Kunstraad beoordeelt in totaal 115 aanvragen positief, hiervan zijn 93 aanvragen (81%) van overige instellingen en 22 aanvragen (19%) van cultureel diverse instellingen.
15 Een aantal voorbeelden: het Stedelijk Museum vraagt € 10,2 miljoen aan en het Muziektheater € 5,5 miljoen. 16 Made in Da Shade vraagt met € 580.000 het hoogste bedrag aan van de cultureel diverse instellingen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
23
De Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 71 miljoen, hiervan wordt € 2,2 miljoen geadviseerd aan de cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert 3% van het totale bedrag aan 19% van de aanvragen. Van de 45 aanvragen van cultureel diverse instellingen worden er 22 positief beoordeeld, dit is 49%. Bij de overige instellingen ligt dit percentage op 50%. De Kunstraad beoordeelt aanvragen van cultureel diverse instellingen ongeveer gelijk. De Kunstraad adviseert de overige instellingen gemiddeld een bedrag van € 740.000 en de cultureel diverse instellingen gemiddeld € 97.000. De Kunstraad adviseert overige instellingen gemiddeld meer dan 7 keer zo veel dan cultureel diverse instellingen. Vastgesteld door het college van B&W Het college kent aan in totaal 121 instellingen subsidie toe, hiervan zijn 98 overige instellingen (81%) en 23 cultureel diverse instellingen (19%). Het totaal vastgestelde bedrag is € 76,7 miljoen, € 2,8 miljoen hiervan wordt toegekend aan cultureel diverse instellingen, dit is 4% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 19% van het totaal aantal instellingen, ontvangen 4% van het totaal beschikbare bedrag. De overige instellingen, 81% van het totaal aantal instellingen, ontvangen 96% van het totaal beschikbare gedrag. Het college kent de overige instellingen gemiddeld een bedrag toe van ruim € 750.000, de cultureel diverse instellingen ontvangen gemiddeld € 122.000. De overige instellingen ontvangen gemiddeld meer dan zes keer zo veel subsidie als de cultureel diverse instellingen. Het college kent aan 23 cultureel diverse instellingen subsidie toe, aan 21 cultureel diverse instellingen kent het college geen subsidie toe. Het college kent aan bijna de helft van de cultureel diverse instellingen geen subsidie toe. Een aantal grote overige instellingen ontvangt subsidie die op kan lopen tot bijna € 10 miljoen.17 Geen enkele cultureel diverse instelling krijgt een bedrag hoger dan € 475.000.18 Vergelijking De cultureel diverse instellingen hebben voor bijna € 6,7 miljoen aangevraagd, hiervan is € 2,8 miljoen uitgekeerd. Dit betekent dat het college 58% van het aangevraagde bedrag niet heeft uitgekeerd. Van de 45 aanvragen heeft het college aan 23 cultureel diverse instellingen wel subsidie en aan 22 cultureel diverse instellingen geen subsidie toegekend. Het college heeft de helft van de aanvragen gehonoreerd. Het college wijkt bij cultureel diverse instellingen vijfmaal af van het advies van de Kunstraad. Driemaal kent het college subsidie toe aan cultureel diverse instellingen, terwijl de Kunstraad een negatief advies gaf en twee maal kent het college geen subsidie toe, terwijl de Kunstraad wel positief adviseerde.
17 Een aantal voorbeelden: Het Muziektheater ontvangt € 5.223.660, Het Nationale Ballet ontvangt € 4.961.860, het Stedelijk Museum ontvangt € 9.808.030. 18 Cosmic ontvangt met € 473.500 de hoogste subsidie van de cultureel diverse instellingen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
Het college kent € 600.000 meer toe aan cultureel diverse instellingen dan is geadviseerd: de Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 2,2 miljoen, het college kent € 2,8 miljoen toe. Ook aan de overige instellingen wordt meer toegekend (€ 5,1 miljoen) dan is geadviseerd: de Kunstraad adviseert een totaalbedrag van € 68,8 miljoen, terwijl de Kunstraad € 73,9 miljoen adviseerde.
lagroup Leisure & Arts Consulting
24
5
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
25
De periode 2009-2012 In dit hoofdstuk is voor de periode 2009-2012 een analyse neergelegd van de uitgangspuntennota, het algemene deel van het Kunstraadadvies en de bijbehorende cijfers over financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen.
5.1
Uitgangspuntennota 2009-2012 Culturele diversiteit volop verweven in de nota In de uitgangspuntennota 2009-2012, getiteld Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2009-2012, is opnieuw veel aandacht voor culturele diversiteit. Zo luidt een van de eerste zinnen van de nota: „Amsterdam is een stad van minderheden – altijd al geweest – en dat bepaalt haar karakter en dat van de Amsterdammers.‟ (Gemeente Amsterdam 2007, p.3) Het beleid wordt echter minder nadrukkelijk als afzonderlijke categorie benoemd. Culturele diversiteit wordt gepresenteerd als een vanzelfsprekend onderdeel van de centrale begrippen uit de nota (cultuurwijsheid, cultuurverbondenheid en cultuurloopbaan) en van de hoofdlijnen die erin zijn neergelegd (talentontwikkeling, laboratorium, wereldklasse en prachtstad). „Culturele diversiteit‟ en „culturele pluriformiteit‟ zijn de begrippen die in de nota worden gebruikt, maar in wisselende betekenis. Soms gaat het over artistieke verscheidenheid, dan weer over verscheidenheid van publiek en makers naar leeftijd, sociale achtergrond, of culturele/etnische herkomst. Het woord „allochtoon‟ wordt niet gebruikt, soms gaat het over „nieuwe Nederlanders‟. Culturele diversiteit krijgt vorm bij ‘laboratorium’ en ‘prachtstad’ Het culturele diversiteitsbeleid krijgt in de uitgangspuntennota vooral vorm binnen twee hoofdlijnen van het cultuurbeleid: laboratorium en prachtstad. Het college wil de functie van Amsterdam als laboratorium voor de kunsten versterken, waarbij culturele diversiteit in de stad een belangrijke rol speelt. De nota bepleit hiertoe een brede opvatting van cultuur, het verbeteren van culturele vaardigheden en het ontwikkelen van cultureel ondernemerschap. Het wil bovendien de betrekkingen met andere internationaal toonaangevende cultuursteden versterken, met een accent op herkomstlanden, want: „Door de wisselwerking met de actuele Arabische, Turkse, Surinaams-Caribische en Afrikaanse cultuur ontstaan er nieuwe cultuurvormen met een eigen identiteit‟. (Gemeente Amsterdam 2007, p.31) Ook wil de gemeente wijken leefbaarder maken om te komen tot een „prachtstad‟. Een concreet instrument dat men daarvoor inzet zijn investeringen in buurttheaters, die succesvol blijken in het bereiken van jonge en nieuwe Amsterdammers. Verder wil men opnieuw investeren in talentontwikkeling, al wordt dat ditmaal niet expliciet gekoppeld aan culturele diversiteit. Slechts éénmaal wordt gerefereerd aan de wenselijkheid van culturele diversiteit van het personeel van cultuurinstellingen. In de nota worden geen geoormerkte budgetten of meetbare resultaten van eerder diversiteitsbeleid genoemd.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
26
Culturele diversiteit vooral gemotiveerd vanuit maatschappelijk belang Aandacht voor culturele diversiteit wordt opnieuw vooral gemotiveerd vanuit maatschappelijk belang. Participatie in de kunsten, als maker of publiek, is van belang voor Amsterdam als gemeenschap en voor haar inwoners. Het is goed voor de ontwikkeling van individuele en collectieve waarden, voor integratie, prettig samenleven, openheid en om elkaar beter te leren kennen. De artistieke kracht van culturele diversiteit wordt minder benadrukt. Waar dat wel gebeurt, wordt vooral gerefereerd aan de innoverende werking van diversiteit.
5.2
Kunstraadadvies 2009-2012 Expliciete aandacht voor culturele diversiteit Voor het eerst in de vier onderzochte periodes komt culturele diversiteit expliciet aan de orde in het algemene deel van het advies van de Kunstraad voor de jaren 2009-2012, middels een afzonderlijke paragraaf getiteld „Over kunst als spiegel van de samenleving‟. De paragraaf, waarvan ook een zin is aangehaald in de inleiding bij dit onderzoek, gaat alleen over de podiumkunsten. De Kunstraad geeft aan dat zij een afspiegeling van de samenleving in het kunstaanbod, in makers en in publiek wenselijk vindt. Hij constateert op dit punt een onwenselijke tweedeling, het terugdraaien van de klok (gevestigde instellingen die hebben opgegeven om cultureel diverse publieksgroepen te bereiken, eerdere activiteiten zijn niet bestendigd) en een gebrek aan visie en ambitie. De raad geeft overigens niet aan wat hiervan de concrete consequenties zouden moeten zijn. Culturele diversiteit komt verder nog aan de orde in de paragraaf „Over onderwijs en cultuur‟. Daar wordt aangegeven dat kunstenaars, creatieven en het publiek van de toekomst via de school bereikt moeten worden. Op termijn moet dat leiden tot een diverser cultureel landschap dat meer in overeenstemming is met de diversiteit van de inwoners van het „veelkleurige Amsterdam‟.
5.3
Verband tussen nota en advies Voor de eerste keer in de onderzochte periode komt het thema culturele diversiteit zowel in de uitgangspuntennota als in het algemene deel van het Kunstraadadvies duidelijk terug. Dat gebeurt echter niet op dezelfde manier. De Kunstraad verwijst bijvoorbeeld niet letterlijk naar de gemeentelijke uitgangspunten op het gebied van culturele diversiteit. De doelen uit de uitgangspuntennota zijn in het advies niet als resultaat terug te vinden. Waar culturele diversiteit volledig is verweven in de uitgangspuntennota, blijft de behandeling van het thema in het raadsadvies voornamelijk beperkt tot één paragraaf.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
5.4
27
De cijfers In deze paragraaf zijn puntsgewijs de voornaamste conclusies neergelegd over de door ons onderzochte cijfers met betrekking tot culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector voor de periode 2009-2012. Daarbij is gekeken naar de aanvragen van (cultureel diverse) cultuurinstellingen en de adviezen van de Kunstraad. Er is hierbij gebruik gemaakt van de gegevens die zijn neergelegd in het advies van de Kunstraad. Aangezien het (vastgestelde) Kunstenplan van het college van B&W ten tijde van het onderzoek nog niet is gepresenteerd, kon het niet bij het onderzoek worden betrokken. Bedragen en percentages zijn afgerond. In bijlage 4.1 is het totaaloverzicht opgenomen van de onderzochte cultureel diverse instellingen met bijbehorende gevraagde, geadviseerde en vastgestelde bedragen. Bijlage 4.2 bevat een schematisch overzicht van de vastgestelde en afgewezen aanvragen en bijlage 4.3 bevat een overzicht per Kunstenplanperiode. Aangevraagd door culturele instellingen Van de in totaal 259 aanvragen zijn er 42 van cultureel diverse instellingen, dit is 16% van alle aanvragen. Van het totaal aangevraagde bedrag van € 130,9 miljoen is € 11,8 miljoen aangevraagd door cultureel diverse instellingen, dit is 9% van het totaal. De cultureel diverse instellingen, 16% van alle instellingen, vragen 9% van het totaal aan. De overige instellingen, 84% van alle instellingen, vragen 91% van het totaal aan. De overige instellingen vragen gemiddeld € 550.000, de cultureel diverse instellingen € 280.000: overige instellingen vragen gemiddeld bijna twee keer zo veel aan. Een aantal grote overige instellingen vraagt subsidie aan die oploopt tot bijna € 15 miljoen euro.19 Cultureel diverse instelling vragen nooit bedragen aan boven de € 1,2.20 Geadviseerd door de Kunstraad De Kunstraad beoordeelt in totaal 129 aanvragen positief, hiervan zijn 103 aanvragen (80%) van overige instellingen en 26 aanvragen (20%) van cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert een totaalbedrag van bijna € 74,7 miljoen, hiervan wordt € 3,5 miljoen geadviseerd aan de cultureel diverse instellingen. De Kunstraad adviseert 5% van het totale bedrag aan 20% van de aanvragen. Van de 42 aanvragen van cultureel diverse instellingen worden er 26 positief beoordeeld, dit is 62%. Bij de overige instellingen ligt dit percentage op 47%. De Kunstraad beoordeelt aanvragen van cultureel diverse instellingen vaker positief. De Kunstraad adviseert de overige instellingen gemiddeld een bedrag van € 690.000 en de cultureel diverse instellingen gemiddeld € 135.000. De Kunstraad adviseert overige instellingen gemiddeld meer dan vijf keer zo veel dan cultureel diverse instellingen. 19 Een aantal voorbeelden: het Stedelijk Museum vraagt € 14,5 miljoen aan en het Muziektheater € 8,6 miljoen. 20 ZO! vraagt met € 1,2 miljoen het hoogste bedrag aan van de cultureel diverse instellingen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
6
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
28
Conclusies In dit hoofdstuk zijn de voornaamste conclusies van deze quickscan opgenomen.
6.1
Ontwikkelingen in beleid: vier uitgangspuntennota’s Aandacht voor culturele diversiteit neemt sterk toe De aandacht voor culturele diversiteit in de gemeentelijke uitgangspuntennota‟s voor het cultuurbeleid neemt in de onderzochte periode sterk toe. In de nota voor de jaren 1997-2000 is de ruimte voor het onderwerp nog beperkt. Culturele diversiteit is dan vooral een - meestal niet expliciet benoemd - onderdeel van een algemeen streven naar verbreding van het kunstpubliek. Men breekt met eerder beleid van aparte potjes en voornemens voor „allochtone kunstbeoefening‟. De grote omslag vindt plaats in de periode 2001-2004. Het onderwerp komt dan expliciet aan de orde bij vele thema‟s in de uitgangspuntennota. Er lijkt sprake van een „Van der Ploegeffect‟: dit is de eerste nota die uitkomt nadat de staatssecretaris culturele diversiteit politiek agendeerde. Ook in de volgende twee uitgangspuntennota‟s neemt culturele diversiteit een prominente plek in. In de periode 2005-2008 speelt het onderwerp bij vele beleidsspeerpunten een expliciete rol en ook in de nota voor 2009-2012 is het volop verweven. Culturele diversiteit wordt gekoppeld aan wisselende prioriteiten van het kunstbeleid Culturele diversiteit wordt in de onderzochte periode aan de wisselende prioriteiten van het kunstbeleid gekoppeld. Zo wordt het in de periode 1997-2000 (impliciet) aan de prioriteit publieksverbreding verbonden, en in de periode 2001-2004 aan een scala van beleidsprioriteiten, van publieksbeleid – via aanbod, repertoire en programmering – tot aan talent, personeel en bestuur. Bevorderen van aandeelhouderschap (een brede groep Amsterdammers als publiek en als maker bij de kunsten betrekken) heeft hoge prioriteit in de periode 2005-2008, en het bereiken van cultureel diverse groepen is daarvan een belangrijk onderdeel. In de periode 2009-2012 speelt culturele diversiteit een rol bij het versterken van de rol van Amsterdam als laboratorium voor de kunsten en bij het streven om van de stad een „prachtstad‟ te maken. Cultuureducatie, amateurkunst, programmering en marketing als belangrijkste instrumenten Cultuureducatie komt in vrijwel alle uitgangspuntennota‟s terug als instrument om de culturele diversiteit van cultuurmakers en publiek te vergroten. Ook het betrekken van allochtone Amsterdammers bij amateurkunst wordt vaak genoemd. In het verlengde daarvan ligt talentontwikkeling: ervoor zorgen dat deze groep vanuit amateurkunst doorstroomt naar professionele opleidingen en podia. Er wordt in verschillende nota‟s een beroep gedaan op cultuurinstellingen om hun programmering aan te passen aan de multiculturele bevolkingssamenstelling, om meer vraaggericht te werken en (collectieve) marketing actief op de cultureel diverse groep te richten. Verder wordt het versterken van
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
29
buurttheaters die succesvol blijken in het bereiken van jonge en cultureel diverse Amsterdammers verschillende keren als instrument genoemd. Aandacht voor culturele diversiteit vooral maatschappelijk gemotiveerd Het college motiveert de aandacht voor culturele diversiteit in het cultuurbeleid vooral met een beroep op maatschappelijke argumenten: participatie (een begrip dat gedurende de gehele onderzochte periode terugkomt) van alle Amsterdammers in de kunsten is goed voor zaken als integratie, prettig samenleven, openheid, welvaart, welzijn en om elkaar beter te leren kennen. De maatschappelijke onderbouwing van het beleid wordt in de loop der jaren overigens wel steeds complexer. Dat hangt ongetwijfeld samen met de bredere ontwikkelingen rond culturele diversiteit in de samenleving en het debat en de theorievorming daarover. Ook de toenemende roep om een betere maatschappelijke inbedding van kunst en cultuur speelt hierbij mogelijk een rol. Het artistieke argument – culturele diversiteit draagt bij aan betere en meer verscheiden kunst – wordt minder vaak gehanteerd. Waar dat wel gebeurt, is er vrijwel alleen aandacht voor jongerencultuur en cultuur van de straat. Terminologie wisselt sterk De terminologie die in de nota‟s wordt gebruikt, wisselt sterk. Dan weer wordt er gesproken over publieksverbreding, dan weer over allochtone kunstproductie, diversiteit, culturele diversiteit, culturele verscheidenheid, interculturaliteit, multiculturaliteit of culturele pluriformiteit. Bovendien hebben deze termen vaak weer wisselende betekenissen. Verder worden begrippen als allochtonen, allochtone Amsterdammers, nieuwe Amsterdammers en nieuwe Nederlanders door elkaar gebruikt, waarbij niet steeds duidelijk is om welke groepen het precies gaat. Uit het steeds wisselen van termen lijkt een zekere „ongemakkelijkheid‟ te spreken. Weinig concrete doelstellingen, geen geoormerkte budgetten De uitgangspuntennotities vermelden over het algemeen weinig of geen concrete, meetbare doelstellingen met betrekking tot culturele diversiteit in de cultuursector. Er wordt nauwelijks verwezen naar eventuele eerder met het beleid behaalde resultaten en deze vormen dan ook zelden de onderbouwing voor nieuw beleid. Er is geen sprake van geoormerkte budgetten voor het thema. Er wordt slechts verwezen naar het budget dat het Rijk in het kader van het Actieplan Cultuurbereik beschikbaar stelt, maar dat is bestemd voor het bereiken van meerdere publieksgroepen (naast cultureel diverse groepen bijvoorbeeld ook jongeren).
6.2
Ontwikkelingen in de vier Kunstraadadviezen Nauwelijks aandacht voor culturele diversiteit in de eerste drie adviezen Er is nauwelijks of geen aandacht voor culturele diversiteit in het algemene deel van de eerste drie onderzochte adviezen van de Amsterdamse Kunstraad (1997-2000, 2001-2004 en 20052008). Een enkele keer refereert de Raad terloops aan het onderwerp in het kader van
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
30
cultuureducatie en internationalisering. De Raad neemt vaak juist stelling tegen wat zij beschouwt als een te sterke behoefte van de gemeente om de cultuursector te sturen met beleidsprioriteiten als publieksverbreding en artistiek ondernemerschap. Vaak bevatten juist deze beleidsprioriteiten voornemens van de gemeente op het gebied van culturele diversiteit. De Raad toont zich verder uiterst kritisch op instellingen die in hun plannen „lippendienst‟ bewijzen aan beleidsprioriteiten van de gemeente. Hij benadrukt dat niet de gemeentelijke beleidsprioriteiten, maar het artistiek-inhoudelijke profiel van instellingen steeds voorop moet staan. Nadrukkelijke aandacht voor culturele diversiteit in de periode 2009-2012 In het algemene deel van het advies voor de periode 2009-2012 is echter sprake van een opmerkelijke omslag. Daarin wijdt de Raad een aparte paragraaf aan culturele diversiteit in de podiumkunsten onder de titel „Over kunst als spiegel van de samenleving‟, waarin hij stelt het van belang te vinden dat repertoire, aanbod, publiek en makers een afspiegeling van de samenleving vormen. Men constateert echter met spijt dat eerdere pogingen van cultuurinstellingen om de deuren te open voor cultureel divers publiek en cultureel diverse makers niet worden voortgezet en dat het lijkt of organisaties de hoop hebben opgegeven om cultureel diverse publieksgroepen te bereiken. Elders in het advies wordt ook nog het onderwijs genoemd als instrument om het culturele landschap meer in overeenstemming te brengen met de diversiteit van „veelkleurig Amsterdam‟.
6.3
Ontwikkelingen in het verband tussen nota en advies Zoals uit het bovenstaande volgt, is er nauwelijks verband tussen de koers die de gemeente op het gebied van culturele diversiteit in haar uitgangspuntennotities neerlegt en het algemene deel van de adviezen van de Kunstraad. Een enkele keer verwijst de Raad zijdelings naar culturele diversiteit of in algemene termen naar beleidsprioriteiten van de gemeente, maar vaker neemt hij daarvan juist afstand. De „strijd‟ tussen Kunstraad en college over de vraag in hoeverre de gemeente middels beleidsdoelstellingen haar prioriteiten aan kunstinstellingen mag opleggen, is een terugkerend thema. Men vindt in elkaar schijnbaar geen constructieve gesprekspartner op het thema culturele diversiteit. Hoewel de Kunstraad in haar advies voor de periode 2009-2012 wel aandacht aan culturele diversiteit besteedt, verwijst hij ook hier niet letterlijk naar de gemeentelijke uitgangspunten op dit punt en is er dus maar een beperkt verband.
6.4
De cijfers In deze paragraaf zijn puntsgewijs de voornaamste conclusies neergelegd over de door ons onderzochte cijfers met betrekking tot culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector voor de periode 1997-2012. Daarbij is gekeken naar de aanvragen van (cultureel diverse) cultuurinstellingen, de adviezen van de Kunstraad en de door het college van B&W vastgestelde structurele subsidiebedragen. Er is hierbij gebruik gemaakt van de gegevens die zijn neergelegd in het advies van de Kunstraad en het vastgestelde
lagroup Leisure & Arts Consulting
31
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
Kunstenplan van het college van B&W. Bedragen en percentages zijn afgerond. In bijlage 4.1 is het totaaloverzicht opgenomen van de onderzochte cultureel diverse instellingen met bijbehorende gevraagde, geadviseerde en vastgestelde bedragen. Bijlage 4.2 bevat een schematisch overzicht van de vastgestelde en afgewezen aanvragen en bijlage 4.3 bevat een overzicht per Kunstenplanperiode. Aangevraagd door culturele instellingen Aangevraagd bedrag
Aangevraagd (in aantal) 230
190
(in € )
259
€ 130.900.000
217
€ 119.100.000
€ 113.100.000 € 106.400.000
185 162
€ 74.200.000 € 71.000.000
117
€ 92.200.000 € 88.200.000
101
45
28
16
42 € 3.200.000
1997-2000
2001-2004
Alle instellingen
2005-2008
overige instellingen
1997-2000
2009-2012
2001-2004
Alle instellingen
cultureel diverse instellingen
€ 11.800.000
€ 6.700.000
€ 4.000.000
2005-2008
overige instellingen
2009-2012
cultureel diverse instellingen
Figuur 2
Figuur 1
Aangevraagd
Aangevraagd
(in % van aantal) van binnen naar buiten: 1997-2000, 2001-2004, 2005-2008, 2009-2012
(in % van totaal aangevraagd bedrag) van binnen naar buiten: 1997-2000, 2001-2004, 2005-2008, 2009-2012 9%
16%
6%
20% 15%
4%
4%
14% 86%
96%
85% 80%
96%
94%
84% overige instellingen
cultureel diverse instellingen
Figuur 3
91% overige instellingen
cultureel diverse instellingen
Figuur 4
Het totaal aantal aanvragen stijgt van 117 aanvragen (1997-2000) naar 259 aanvragen (2009-2012). In 15 jaar is het aantal aanvragen met 220% gestegen (zie Figuur 1). Het aantal aanvragen van cultureel diverse instellingen stijgt van 16 aanvragen (19972000) naar 42 aanvragen (2009-2012). In 15 jaar is het aantal aanvragen met 260% gestegen (zie Figuur 1). Van de in totaal 63 onderzochte cultureel diverse instellingen, hebben 8 instellingen alle vier de onderzochte Kunstenplanperiodes een aanvraag geplaatst. Het relatieve aandeel cultureel diverse instellingen ten opzichte van de overige instellingen schommelt tussen de 14% en de 20% (voor de ontwikkeling zie Figuur 3). De overige instellingen, gemiddeld 84% van alle instellingen, vragen gemiddeld 94% van het totale bedrag aan. De cultureel diverse instellingen, gemiddeld 16% van alle instellingen, vragen gemiddeld 6% van het totale bedrag aan.
lagroup Leisure & Arts Consulting
32
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
De overige instellingen vragen per aanvraag gemiddeld drie keer zo veel subsidie aan als cultureel diverse instellingen (overige instellingen vragen gemiddeld € 593.000 aan, cultureel diverse instellingen € 192.000). Cultureel diverse instellingen plaatsen geen hogere aanvragen dan € 1,2 miljoen. Het zijn vrij kleine bedragen vergeleken met de overige instellingen, die aanvragen tot bijna € 15 miljoen plaatsen. Geadviseerd door de Kunstraad Geadviseerd bedrag
Geadviseerd
(in €)
€ 63.200.000 € 62.500.000
€ 71.000.000 € 69.700.000 € 68.800.000 € 68.400.000
(in % van totaal aangevraagd bedrag) van binnen naar buiten: 1997-2000, 2001-2004, 2005-2008, 2009-2012
€ 74.700.000 € 71.200.000
5%
3% 2% 1%
99% 98% € 700.000
€ 1.300.000
1997-2000
2001-2004
alle instellingen
overige instellingen
€ 3.500.000
€ 2.200.000 2005-2008
97% 95%
2009-2012
overige instellingen
cultureel diverse instellingen
Figuur 5
cultureel diverse instellingen
Figuur 6
De Kunstraad geeft gemiddeld iets meer positieve adviezen aan cultureel diverse instellingen (59%) dan aan overige instellingen (51%). De Kunstraad adviseert per aanvraag gemiddeld 7,5 keer zo veel aan overige instellingen als aan cultureel diverse instellingen (aan overige instellingen gemiddeld € 730.000 en aan cultureel diverse instellingen gemiddeld € 95.000). Het totale bedrag dat de Kunstraad adviseert aan de cultureel diverse instellingen vervijfvoudigt tussen 1997-2000 en 2009-2012 (van € 700.000 in 1997-2000 naar € 3,5 miljoen in 2009-2012) (zie Figuur 5). Het aantal cultureel diverse instellingen met een positief advies als aandeel van het totaal blijft in de onderzochte periodes ongeveer gelijk, namelijk bijna 19%. 21 In 1997-2000 adviseerde de Kunstraad 1% van het totaalbedrag aan cultureel diverse instellingen, in de periode 2001-2004 (2%), 2005-2008 (3%) en in 2009-2012 (5%) (zie Figuur 6). Gedurende de vier onderzochte periodes is het aandeel vijf maal zo groot geworden. Gemiddeld over alle periodes adviseert de Kunstraad 3% van het totale bedrag aan de cultureel diverse instellingen, dat is gemiddeld bijna 19% van de aanvragen.
21 Dit is een gemiddelde van de periodes 2001-2004, 2005-2008 en 2009-2012. De gegevens ontbreken over de periode 1997-2000.
lagroup Leisure & Arts Consulting
33
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
Vastgesteld door het college van B&W Vastgesteld
Vastgesteld bedrag
(in aantal)
(in €) 120
115
€ 76.200.000
€ 75.000.000
€ 76.700.000 € 73.900.000
97
95
23
20
10
1997-2000
2001-2004
alle instellingen
1997-2000
2005-2008
overige instellingen
alle instellingen
cult. div. instellingen
Figuur 7
€ 2.800.000
€ 1.200.000
€ 600.000
2001-2004 overige instellingen
2005-2008 cultureel diverse instellingen
Figuur 8
Vastgesteld
Vastgesteld
(in % van aantal) van binnen naar buiten: 2001-2004, 2005-2008.
(in % van totaal aangevraagd bedrag) van binnen naar buiten: 2001-2004, 2005-2008. 4%
19% 2%
17%
83%
98%
81% 96%
overige instellingen
overige instellingen
cultureel diverse instellingen
cultureel diverse instellingen
Figuur 10
Figuur 9
Vastgesteld en afgewezen
Vastgesteld en afgewezen
cultureel diverse instellingen (in % van aantal)
overige instellingen (in % van aantal)
38%
26%
62%
74%
1997-2000
2001-2004
Vastgesteld
41%
48%
51%
59%
52%
2005-2008
2001-2004
2005-2008
49%
Afgewezen
Figuur 11
Vastgesteld
Afgewezen
Figuur 12
De conclusies over de vastgestelde bedragen geven inzicht in de periodes 2001-2004 en 2005-2008 en, in beperkte mate, in 1997-2000. Het Kunstenplan met de vastgestelde bedragen van 2009-2012 is nog niet gepresenteerd. Het college kent in 2001-2004 subsidie toe aan 20 cultureel diverse instellingen (17% van het totaal), in 2005-2008 is dit aantal 23 (19% van het totaal). Het aantal en aandeel cultureel diverse instellingen neemt dus licht toe (zie Figuur 7 en 9).
lagroup Leisure & Arts Consulting
34
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
De overige instellingen ontvangen gemiddeld 8,5 keer zo veel subsidie als cultureel diverse instellingen (aan overige instellingen wordt gemiddeld € 775.000 toegekend, aan cultureel diverse instellingen € 92.000). Het gemiddelde bedrag dat aan cultureel diverse instellingen wordt toegekend, verdubbelt (in 1997-2000 is dit € 63.000, in 2001-2004 is dit € 62.000 en in 2005-2008 € 120.000). Bij de overige instellingen is sprake van een daling (€ 780.000 in 20012004 en € 750.000 in 2005-2008). Het bedrag dat het college toekende aan cultureel diverse instellingen bedroeg in 20012004 2% van het totaal, in de periode 2005-2008 was dit aandeel 4% (zie Figuur 10). Vergelijking Aangevraagd, geadviseerd & vastgesteld
Aangevraagd, geadviseerd & vastgesteld
cultureel diverse instellingen (in €)
overige instellingen (in €) € 11.800.000
€ 119.100.000 € 106.400.000 € 88.200.000 € 71.000.000
€ 6.700.000
€ 68.300.000
€ 62.400.000
€ 3.200.000
€ 3.900.000
€ 700.000 € 600.000
€ 1.300.000 € 1.200.000
1997-2000
2001-2004
Figuur 13
Aangevraagd
€ 2.800.000 € 2.200.000
2005-2008 Geadviseerd
€ 73.900.000 € 68.800.000
€ 3.500.000
2009-2012
1997-2000
Vastgesteld
2001-2004 Aangevraagd
2005-2008 Geadviseerd
Vastgesteld
Figuur 14
Figuur 13
Gemiddeld vastgesteld (in%)
3% 18%
97%
82%
in % van aantal overige instellingen
in % van totaalbedrag cultureel diverse instellingen
Figuur 15
Het totale aangevraagde bedrag stijgt per periode sterk, van € 74 miljoen in 1997-2000 naar € 130 miljoen in 2009-2012. Het totale bedrag dat wordt uitgekeerd stijgt veel minder hard. De cultureel diverse instellingen krijgen in de periode 1997-2000 gezamenlijk in totaal 20% uitgekeerd van het bedrag dat zij hebben aangevraagd, voor de periode 2001-2004 is dit 32% en voor de periode 2005-2008 is dit 42% (voor bijbehorende bedragen zie Figuur 13). Dit percentage verdubbelt gedurende deze drie periodes. De overige instellingen krijgen in de periode 2001-2004 gezamenlijk 85% uitgekeerd van het bedrag dat zij hebben aangevraagd, voor de periode 2005-2008 is dit 69% (voor
lagroup Leisure & Arts Consulting
€ 71.200.000
€ 75.000.000
2009-2012
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
35
bijbehorende bedragen zie Figuur 14). De overige instellingen krijgen gezamenlijk dus een veel hoger percentage uitgekeerd van wat zij hebben aangevraagd dan de cultureel diverse instellingen. Het bedrag dat wordt toegekend aan cultureel diverse instellingen groeit, maar het aandeel van het totaal blijft beperkt, namelijk gemiddeld 3% van het totaalbedrag (zie Figuur 15).
6.5
Eindconclusie Toenemende aandacht voor culturele diversiteit in gemeentelijk beleid en Kunstraadadvies In de onderzochte periode neemt de aandacht voor culturele diversiteit in het beleid van de gemeente (uitgangspuntennotities) sterk toe. In de periode 1997-2000 is die nog beperkt, maar daarna is het thema nauwelijks nog weg te denken uit de uitgangspuntennota‟s. In het algemene deel van het Kunstraadadvies wordt culturele diversiteit pas een thema in het advies over de periode 2009-2012. Dan wijdt de Kunstraad er echter direct een hele paragraaf aan, waarin hij stelt dat het Amsterdamse cultuuraanbod een afspiegeling van de samenleving zou moeten zijn. Het antwoord op het eerste deel van de onderzoeksvraag uit deze quickscan (welk beleid voerde de gemeente Amsterdam de afgelopen jaren op het gebied van culturele diversiteit in de cultuursector en hoe adviseerde de Kunstraad over dit onderwerp?) luidt dus: er is sterk toenemende aandacht voor culturele diversiteit in het gemeentelijk beleid. In het Kunstraadadvies voor de periode 2009-2012 is ook nadrukkelijk aandacht voor culturele diversiteit, al is daar in de ervoor liggende periodes nauwelijks sprake van. Een fractie van het totale bedrag gaat naar cultureel diverse instellingen Het tweede deel van de onderzoeksvraag is hoe de structurele financiering van cultureel diverse cultuurinstellingen in de onderzochte periode verloopt. Wat betreft het college van B&W: do they put their money where their mouth is? Uit de quickscan blijkt dat het college gemiddeld 3 procent van het totaalbedrag aan cultureel diverse instellingen toekent. De Kunstraad adviseert gemiddeld 3 procent van het totale bedrag aan cultureel diverse instellingen. Het betreft in beide gevallen dus een fractie van het totale bedrag. De geruime aandacht voor het onderwerp in het beleid vertaalt zich dus niet in een grote hoeveelheid financiële middelen. Financiering cultureel diverse instellingen gering vergeleken met percentage niet-westerse allochtonen Het antwoord op de vraag of dit percentage voldoende is, is afhankelijk van waaraan het wordt gerelateerd. Een referentiemogelijkheid biedt het aandeel niet-westerse allochtonen in de Amsterdamse bevolking. Dat is gemiddeld 32 procent over de periode 1997-2007 (van 29 procent in 1997 tot 35 procent in 2007). Onder jongeren (0-24 jaar) is het percentage niet-westerse allochtonen in 2007 51 procent.22 Gerelateerd aan deze percentages is een aandeel van 3 procent van het cultuurbudget voor cultureel diverse 22 Bron: CBS Statline; Gemeente Amsterdam, Dienst Onderzoek en Statistiek, Amsterdam in cijfers 2007.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
36
instellingen gering. Deze vergelijking dient uiterst voorzichtig gehanteerd te worden; het is vanzelfsprekend zeer de vraag of het wenselijk is de verdeling van het cultuurbudget direct te relateren aan de omvang van bevolkingsgroepen. Bovendien zijn cultureel diverse instellingen er niet alleen voor niet-westerse allochtonen en zouden de overige instellingen er niet alleen voor autochtone Amsterdammers moeten zijn. Desalniettemin is de mate van discrepantie tussen de genoemde percentages opmerkelijk. Ondanks groei blijft financiering cultureel diverse instellingen gering Er is een duidelijke groei zichtbaar in het deel van het structurele subsidiebedrag dat de gemeente aan cultureel diverse instellingen toekent en dat de Kunstraad aan deze instellingen adviseert. Het door de Kunstraad geadviseerde percentage stijgt per kunstenplanperiode met stappen van ongeveer 1 procent van het totaal (van 1 procent voor de periode 1997-2000 tot 5 procent voor de periode 2009-2012), het bedrag dat het college toekent neemt toe van 2 procent in 2001-2004 naar 4 procent van het totaal in 2005-2008. Maar ook als we de percentages na de groei - met genoemde kanttekeningen - relateren aan de veranderende bevolkingssamenstelling (51 procent niet-westerse allochtone jongeren in 2007) valt opnieuw op dat het totale percentage van de structurele subsidie gering blijft. Potentieel aan ‘cultureel diverse plannen’ wordt niet gefinancierd Steeds meer cultureel diverse instellingen vragen structurele subsidie aan bij de gemeente Amsterdam: het aantal aanvragen stijgt met 260 procent, van 16 in 1997-2000 naar 42 in 2009-2012. Deze groep krijgt echter een relatief gering deel toegekend van het bedrag dat ze aanvraagt; in de periode 2005-2008 is dat bijvoorbeeld 42 procent van het totaal aangevraagde bedrag tegenover 69 procent bij de overige instellingen. Dat is voor die periode in euro‟s voor cultureel diverse instellingen 6,7 miljoen euro (aangevraagd) tegenover 2,8 miljoen euro (toegekend). Een relatief groot potentieel aan „cultureel diverse plannen‟ wordt dus niet gehonoreerd met structurele subsidie. De achtergrond hiervan is onbekend en leent zich voor nader onderzoek. Cultureel diverse instellingen vragen en krijgen kleine bedragen Wat verder opvalt, is dat cultureel diverse instellingen relatief kleine bedragen aanvragen en toegekend krijgen. Overige instellingen vragen per aanvraag gemiddeld drie keer zoveel subsidie aan dan cultureel diverse instellingen. Ze ontvangen van de gemeente Amsterdam gemiddeld 8,5 keer zoveel structurele subsidie per instelling dan de cultureel diverse instellingen. In de onderzochte periode was de hoogste aanvraag van een cultureel diverse instelling 1,2 miljoen euro, terwijl overige instelling aanvragen tot 14,5 miljoen euro plaatsten. Het hoogst toegekende bedrag per instelling is voor overige instellingen 9,8 miljoen euro en voor cultureel diverse instelling 473.500 euro.23 Net als het feit dat een 23 De hoogst geplaatste aanvraag van een overige instelling is geplaatst door het Stedelijk Museum (14,5 miljoen euro in 2009-2012), van een cultureel diverse instelling is de hoogst geplaatste aanvraag van ZO! (1,2 miljoen euro in 2009-2012). Het hoogste bedrag dat is toegekend aan een overige instelling is aan het Stedelijk Museum (9,8 miljoen euro in 2005-2008), het hoogst bedrag dat is toegekend aan een cultureel diverse instelling is aan Cosmic (473.500 euro in 2005-2008).
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
37
potentieel aan cultureel diverse plannen niet gehonoreerd wordt, leent het feit dat cultureel diverse instellingen relatief kleine subsidiebedragen vragen en krijgen, zich voor nader onderzoek. Afwijking van Kunstraadadvies niet in overeenstemming met wat gemeentelijk beleid doet vermoeden Het feit dat het college in haar beleid al vanaf de periode 2001-2004 relatief veel aandacht besteedt aan culturele diversiteit, terwijl de Kunstraad dat pas doet voor de periode 20092012, doet vermoeden dat het college cultureel diverse instellingen in deze periode ook veel royaler structureel financiert dan de Kunstraad adviseert. Dat gebeurt echter niet consistent. In de periode 2001-2004 kent het college juist minder aan cultureel diverse instellingen toe dan de Kunstraad adviseert: 1,3 miljoen euro geadviseerd tegenover 1,2 miljoen euro vastgesteld. In de periode 2005-2008 wordt weliswaar 600.000 euro meer aan cultureel diverse instellingen toegekend dan de Kunstraad adviseert (2,8 miljoen euro toegekend tegenover 2,2 miljoen euro geadviseerd), maar in deze periode kent het college ook aan de overige instellingen meer toe dan is geadviseerd (zie hoofdstuk 4.4). Het totaalbeeld Culturele diversiteit in de cultuursector is sinds de periode 2001-2004 een belangrijk thema in het beleid van het Amsterdamse college van B&W en sinds kort ook in het advies van de Amsterdamse Kunstraad. Toch kent het college maar een fractie van het totale structurele subsidiebedrag toe aan cultureel diverse cultuurinstellingen en adviseert de Kunstraad ook slechts een fractie van het totaalbedrag aan deze instellingen. Hoewel de toegekende en geadviseerde bedragen verhoudingsgewijs toenemen, blijven ze relatief gering; zeker wanneer ze gerelateerd worden aan de Amsterdamse bevolkingssamenstelling (gemiddeld 32 procent niet-westerse allochtonen) en veranderingen daarin (in 2007 is 51 procent van de Amsterdamse jongeren niet-westers allochtoon).
lagroup Leisure & Arts Consulting
b1
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
38
Selectie cultureel diverse cultuurinstellingen Hieronder zijn de 63 cultureel diverse cultuur instellingen opgenomen waarvan we in deze quickscan de structurele financiering volgen. De bij de selectie van deze groep gehanteerde criteria zijn: Voor de instelling speelt culturele diversiteit een dominante rol in doelgroepen, medewerkers of werk/presentaties/voorstellingen. Een instelling moet ten minste voldoen aan één van deze drie criteria; Culturele diversiteit heeft betrekking op niet-westerse culturen; Een instelling heeft minimaal één Kunstenplanperiode structurele subsidie aangevraagd bij gemeente Amsterdam (voor de gehele Kunstenplanperiode; deze aanvraag hoeft niet te zijn toegekend); Een instelling mag naast een aanvraag aan de gemeente Amsterdam, ook structurele subsidie aanvragen of ontvangen van OCW. Dat een instelling subsidie heeft ontvangen in het kader van Actieplan Cultuurbereik kan een indicator zijn voor culturele diversiteit en daarom is in het bijzonder ook naar deze instellingen gekeken. De selectie is geaccordeerd door de opdrachtgever en de klankbordgroep. De longlist is samengesteld aan de hand van het Kunstenplan en de Adviezen van de Amsterdamse Kunstraad in de periodes 1997-2000, 2001-2004, 2005-2008 en 2009-2012. Bij de selectie van de longlist is gekeken naar hetgeen de Kunstraad en het college in de onderzochte documenten over deze instellingen schrijven. Dit betekent dat de aanvraag van de instelling zelf niet in beschouwing is genomen. De toelichting is waar mogelijk gebaseerd op het advies van de Kunstraad naar aanleiding van de vroegst geplaatste aanvraag van een instelling. In sommige gevallen veranderen de werkzaamheden en het beleid na een aantal jaar. De gegeven beschrijving geldt in ieder geval voor één Kunstenplanperiode. Ook is in sommige gevallen het internet geraadpleegd. Africa in the Picture Africa in the Picture is in 1987 begonnen als een retrospectief van de Afrikaanse cinema en is nu een tweejaarlijks filmfestival. Het beoogt een grotere bekendheid en waardering voor Afrikaanse films te creëren en het westerse beeld over Afrika en de diasporagemeenschappen bij te stellen of te verbreden. Al Farabi Al Farabi heeft een impresariaatfunctie op het gebied van allochtone kunstuitingen, podiumkunsten en literaire activiteiten. Het doel is uitwisseling van de Arabische cultuur met de niet-Arabische bevolking van Amsterdam.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
39
AllAboutUs FilmFactory AllAboutUs FilmFactory een internationaal netwerk van films voor en door jongeren. De AllAboutUs FilmFactory wil in korte en lange projecten jongeren een maximale invloed op een eigen – meestal eerste – film geven. Daarbij krijgen jongeren de mogelijkheid om een persoonlijk verhaal te vertellen. Zo wordt het mediabewustzijn van de deelnemers ontwikkeld. Amsterdam Roots Festival Het Amsterdam Roots Festival wil wereldmuziek en wereldcultuur van hoog niveau presenteren met als voornamelijke doelgroep culturele minderheden en jongeren. Het is een jaarlijks terugkomend festival. Artotheek Oost Artotheek Oost is een kunstuitleen die werkt op basis van ideële doelstellingen. Het centrum heeft als centrum voor de beeldende kunst een buurtgerichte functie binnen een multiculturele samenleving. Het beleid is gericht op het bevorderen van de cultuurparticipatie door onder andere tentoonstellingen, in de artotheek en op locatie, educatieprojecten, koffieconcerten en publicaties. Na Kunstenplanperiode 2005-2008 krijgt de artotheek een andere naam: CBK Amsterdam. Aslan Muziekcentrum Aslan Muziekcentrum fungeert als winkel, muziekschool en ontmoetingsruimte. De winkel verkoopt Koerdische en Turkse muziekinstrumenten, cd‟s en cassettes. Het centrum geeft concerten en organiseert masterclasses Turkse en Koerdische muziek, ter aanvulling op Muziekschool Amsterdam. Atlas Academy Atlas Academy heeft als doel het bevorderen en stimuleren van, evenals het streven naar de ontwikkeling van nieuw „intercultureel‟ repertoire, samenspel en instrumentale vaardigheden, kennis van verschillende muziekculturen en een documentatie en kenniscentrum. Averroès Stichting De Averroès Stichting is een landelijke organisatie die streeft naar een gelijkwaardige participatie en integratie van culturele minderheden en groepen in de pluriforme Nederlandse samenleving. De stichting kenmerkt zichzelf als een expertisecentrum, ontwikkelt radio en televisieprogramma‟s en ontwikkelt lespaketten en een docententraining die toegepast gaat worden binnen het voorschoolse onderwijs. Bijlmer Parktheater Aan het Anton de Komplein in het Stadsdeel Zuidoost opent eind 2008 het Bijlmer Parktheater zijn deuren. Het multifunctionele theater biedt huisvesting aan de vier instellingen die het initiatief voor de bouw van de nieuwe accommodatie hebben
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
40
genomen (Circus Elleboog, Jeugdtheaterschool Zuidoost, Krater Theater en de Theaterwerkplaats Zuidoost), alsook aan de 5 o‟clock class Zuidoost. Begin 2009 zal het theater volwaardig in gebruik worden genomen. Boeng Diepie Boeng Diepie wil cultuur aan jongeren overdragen en een interculturele uitwisselingsplek en kweekvijver voor jong talent zijn, Boeng Diepie houdt zich bezig met muziek (hiphop en dj scouting), radioprogramma‟s, multimediaworkshops. Breathing Breathing organiseert sinds 2002 kunst en cultuur projecten in Amsterdam Zuidoost, waaronder het ven jonge festival Breathing Bijlmer dat zes keer per jaar wordt gehouden en genrevrij wordt geprogrammeerd met muziek, dans, beeldende kunst, dichtkunst en fusion. De eerste drie jaar gebeurde dat onder de vleugels van Krater Theater. CBKZO CBKZO is een kunstuitleencentrum en ontmoetingsplek. De instelling produceert onder meer tentoonstellingen, publicaties, educatieve projecten, debatten en dergelijke. Bij de kunstverzameling is diversiteit belangrijk. Sinds 2004 is CBKZO de nieuwe naam van Artoteek Zuidoost/Het Nieuwe Podium. Culture Coalition Culture Coalition staat voor de promotie van multiculturele kunst, het activeren van talent in de multiculturele wijken. De instelling wil daarbij een brug slaan tussen jonge allochtone podiumkunstenaars en de gevestigde theaterwereld. De Nieuw Amsterdam (DNA) De Nieuw Amsterdam is sinds 1986 gevestigd in Amsterdam. DNA is een multicultureel theatergezelschap en fungeert eveneens als opleidingsinstituut. Don’t Hit Mama Don't Hit Mama is gevestigd in Nowhere en haalt inspiratie uit de clubdans en uit Amerika en Afrika. Het werk van Don´t Hit Mama draait om viering, dans en bewustwording en de instelling werkt met jonge spelers en ervaren kunstenaars, internationale inspiratoren. Earth Beat Earth Beat is een muziekimpresariaat en concertpromotor, gespecialiseerd in nietwesterse muziek. Earth Beat verzorgt jaarlijks ongeveer 500 concerten in theaters en concertzalen op pop podia en festivals. Het wil een bijdrage leveren aan de professionalisering van de niet-westerse muziek.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
41
El Hizjra El Hizjra is een literair-maatschappelijke instelling, stimulering van belangstelling voor Arabische kunst en cultuur bij Nederlands publiek en andersom. Projecten als: vorming van een culturele kring, tweetalig tijdschrift, lezingencyclus, boekuitgaven, schrijfwedstrijd. Euromed Euromed is een onafhankelijk expertisecentrum met een ambitie voor een intermediaire functie op het gebied van internationale culturele uitwisselingen. Het centrum wil een bijdrage leveren aan de toenadering tussen Nederland en de migrantengemeenschappen en organiseert discussies, tentoonstellingen en dergelijke. Eutopia Eutopia is een platform voor interculturele ontmoeting en intercultureel debat en organiseert lezingen, debatten en culturele manifestaties. De stichting wil zich onderscheiden door het koppelen van Nederlandse netwerken van kunstenaars en intellectuelen aan veelal internationale netwerken van migrantenintellectuelen, schrijvers, journalisten en kunstenaars. Five O’Clock Class van de AHK De Five O‟Clock Class is een initiatief van de AHK, gevestigd in Zuidoost, richt zich vooral op allochtone jongeren tussen 16 en 20 jaar die van podiumkunsten hun beroep willen maken. De klas is een alternatief voor reguliere voortrajecten, jongeren volgen elke werkdag voor een periode van anderhalf jaar, een aantal uur lessen en trainingen. Gate Foundation Gate Foundation staat voor interculturele uitwisseling van hedendaagse beeldende kunst in een groeiende multiculturele samenleving. De stichting houdt zich bezig met het presenteren, documenteren en stimuleren van werk van niet-westerse kunstenaars. Imagine IC Imagine Identity & Culture (Imagine IC) is voortgekomen uit de plannen voor het Beeldverzamelgebouw en dient als presentatieplatform voor eigentijdse culturele diversiteit aan de hand van beeld en verhalenprojecten. Het doel is om de identiteit en cultuur van migranten en hun nakomelingen in Nederland te verbeelden en door te geven aan een breed publiek (met name jongeren). ISH Institute ISH is geïnspireerd door de hedendaagse leefwereld van jongeren binnen de podiumkunsten. ISH brengt cultuur van de straat. Ook wil ISH kinderen en jongeren kennis laten maken met podiumkunsten die dicht bij hun belevingswereld liggen en binnen dit proces hun sociale vaardigheden, onderlinge integratie, samenwerking,
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
42
creativiteit en zelfontplooiing bevorderen. Inmiddels beheert ISH ook een MBOopleiding. Jeugdtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) JTS ZO is opgericht in 1999 met als doel kinderen en jongeren kennis te laten maken met en vaardigheden te verwerven op het gebied van theater. De school is gericht op de bevolkingsgroepen van dit stadsdeel en het sluit aan op binnen- en buitenschoolse kunsteducatie. Jongerentheater 020 Jongerentheater 020 maakt intercultureel theater. Het voormalige Artisjok/Nultwintig is een broedplaats voor talent van jongeren tussen de veertien en twintig jaar, en voor jonge makers van diverse culturele en sociale achtergrond. Krater Krater is een onderdeel van Stichting BZO Welzijn in Zuidoost en combineert een professionele muziek- en theaterprogrammering voor volwassenen en jeugd met activiteiten op het gebied van kunsteducatie. Krater bereikte in 1997-2000 multi-etnisch samengestelde bezoekersgroepen. Kulsan Kulsan organiseert activiteiten op het gebied van het aanbod Turkse muziek voor de reguliere programmering van podia. Kulsan zoekt samenwerking tussen Turkse en Nederlandse musici. Levante, De De Levante is een Oriëntaals Instituut voor Kunst en Cultuur, bestaat sinds juni 2005 en is een presentatie- instelling met aandacht voor niet-westerse culturen (Midden Oosten, Noord-Afrika, Iran en Turkije) en hun diaspora. De Levante ziet het tonen van hedendaagse beeldende kunst van niet-westerse kunstenaars als haar voornaamste taak, en wil daarnaast ook een plek zijn voor discussie en dialoog. Zij geeft onder andere lezingen, discussies, filmvertoningen, educatieve projecten. Likeminds Bij Likeminds maken interculturele jongeren zelf voorstellingen en het collectief wil de cirkel doorbreken waarin de grote gezichtsbepalende gezelschappen wachten op acteurs met een diploma, voordat zij het interculturele veld binnenlaten. Behalve voorstellingen en presentaties biedt Likeminds een opleiding aan. LiteSide Festival LiteSide is een jaarlijks festival dat zich richt op innovatieve trends op het gebied van oriëntaalse kunst en cultuur, onder andere door middel van uitwisseling tussen Nederland en andere plekken in de wereld. Naast de presentatie van nationaal,
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
43
internationaal, bekend en onbekend talent zijn er internationale uitwisselingen, coproducties, work shops, coachingtrajecten en masterclasses. Marmoucha Marmoucha stelt zich ten doel de kwaliteit in uitingen van de Noord-Afrikaanse jongerencultuur in Nederland te verbeteren. Zij wil nieuwe ontwikkelingen op dit gebied steunen en de mogelijkheden voor het uiten van deze cultuur vergroten. MC (Made in Da Shade) Voordat Made in Da Shade samenging met Cosmic in MC, werd Made in Da Shade sinds 1997 door het Rijk gesubsidieerd. Made in Da Shade werd bestempeld als multiculturele jongerentheatergroep. De groep combineert theatervoorstellingen met subculturen. MC (Cosmic) Cosmic startte in 1982 als theaterwerkplaats, in 1993 werd Cosmic in de Cultuurnota van het rijk opgenomen. Cosmic werkt met multiculturele kunstenaars en maakt theaterstukken en films. MC Cosmic en Made in Da Shade zijn gezamenlijk verder gegaan onder de naam MC. Voor de Kunstenplanperiode 2009-2012 is voor het eerst aangevraagd als MC. Mixt Mixt is een landelijke, ideële organisatie voor interculturele projecten gericht op in jongeren van verschillende culturele achtergronden van 12 tot 20 jaar. De projecten bevinden zich op het vlak tussen kunst- en cultuurbeleid en integratiebeleid. Bekendste activiteit is Racism Beat It Festival. MO Music Activation Multi Origin (MO) Music Activation is een initiatief van onder andere Samponé Music Productions. MMA functioneert als werkplaats voor Afro-Caribische en verwante muziek en introduceert daarmee nieuw aanbod op het gebied van muziekeducatie en talentontwikkeling voor Amsterdammers van alle leeftijden en van alle achtergronden. MMA is nauw betrokken bij de cursussen die worden gegeven door Muziekschool Amsterdam. Multicultureel Podium Mozaïek Samen met een aantal andere organisaties heeft Matrix Partners een plan ontwikkeld voor een multicultureel podium in de Pniëlkerk. Podium Mozaïek is opgericht vanuit de opvatting dat culturele uitwisseling tussen verschillende bevolkingsgroepen zal resulteren in een betere dialoog. De organisatie richt zich op programmeren, laboratoriumfunctie, kennis vergaren en beheren, en informeren.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
44
Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) Het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) is op 1 juli 2003 formeel van start gegaan als onderdeel van het Nationaal Monument Slavernijverleden. Het NiNsee wil zich ontwikkelen tot het nationale kenniscentrum over het Nederlandse slavernijverleden, dat continuïteit biedt in de bestudering en expositie van dit cultureel erfgoed. Kernfuncties zijn museale presentatie, (cultuur-) educatie, onderzoek en documentatie. Het instituut is gevestigd in de buurt van het monument en de gemeente Amsterdam draagt bij in de huisvestingslasten. Het NiNsee wil bij de cultuureducatie de Amsterdamse wortels in het slavernijverleden laten zien en daarmee bij dragen aan de vorming van waarden en normen op het gebied van zelfbewustzijn, antiracisme en tolerantie in de hedendaagse multiculturele samenleving. Het wil zich daarbij nadrukkelijk richten op jongeren. Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) De Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (kortweg BV) zet zich in voor en werkt samen met kinderen en jongeren in asielzoekerscentra. BV profileert zich als een netwerkorganisatie met een klein bureau dat anderen ondersteunt bij activiteiten. BV traint mensen, ontwikkelt methodiek en schept randvoorwaarden om in asielzoekerscentra met kinderen en jongeren te werken. Nomad Music Association In de context van de multiculturele samenleving wil Nomad Music Association zich inzetten voor een divers en kwalitatief hoogstaand muziekaanbod. Deze stichting in oprichting bundelt de krachten van een aantal Amsterdamse ensembles en artiesten die hun wortels hebben in Nederland of niet-westerse culturen, en die openstaan voor vernieuwing. Het repertoire beweegt zich op het snijvlak van traditionele muziek, wereldmuziek, pop, jazz en improvisatiemuziek. Planet jr. Productions Planet jr. Productions stelt zich ten doel cultuurparticipatie te stimuleren onder kinderen en jongeren, en wil een bijdrage leveren aan de interculturalisatie van de Nederlandse samenleving. De hoofdactiviteit is het organiseren van het Wereld Kinderfestival jaarlijks in het voorjaar. Rast Rast wil Turkse theatertradities aan Europese koppelen en een bron van inspiratie worden voor de jonge generatie theatermakers. De voorstellingen zijn met professionele acteurs en amateurs, voor jongeren en volwassen. Twee Turkse huisregisseurs zullen jaarlijks een of twee producties maken. Rast richt zich op educatie, talentontwikkeling en uitwisseling en zoekt samenwerking met andere instellingen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
45
Raras Budaya In de stichting Raras Budaya zijn de activiteiten gebundeld van de musicus en muziekwetenschapper Elsje Plantema en de componist Sinta Wullur. Zij richtten Het Gamelanhuis op: een huis voor (bijna) alle Amsterdamse gamelanorkesten dat plaats biedt aan repetities en voorstellingen voor zowel professionele als amateurgroepen, en tevens als centrum fungeert voor educatie op alle niveaus. Zij voeren muziektheaterprogramma‟s uit, daarbij gebruikmaken van Javaanse, Balinese en chromatische gamelaninstrumenten. Raras Budaya wil via de gamelan verbindingen tot stand brengen tussen verschillende muziekvormen, verschillende kunstvormen en tussen mensen met verschillende culturele achtergronden. De Rode Loper De Rode Loper is een jaarlijks gratis festival dat plaatsvindt in Amsterdam Oost/ Watergraafsmeer. Het festival toont een aantal eigen producties die gericht zijn op publieksgroepen die niet snel met kunst in aanraking komen en deze actief als makers betrekken bij de productie en uitvoering. Ook met het overige aanbod worden publieksgroepen aangetrokken die weinig tot geen gebruik maken van de culturele voorzieningen in het stadsdeel. Vijf ambassadeurs uit de verschillende publieksgroepen vervullen daarbij een belangrijke rol. Samponé Music Productions Samponé Music Productions richt zich op wereldmuziek en jazz. De muzikanten zijn onder meer afkomstig uit Suriname, Nederland, Zuid-Amerika, het Caraïbisch gebied en de Verenigde Staten. Zij combineren hun culturele bagage met een oriëntatie op wereldmuziek, hedendaagse jazz en geïmproviseerde muziek. School der Poëzie “De School der Poëzie confronteert kinderen en jongeren met werk van Nederlandse dichters en met gedichten uit landen waar nieuwe Nederlanders vandaan komen, bijvoorbeeld moderne en klassieke Arabische poëzie, Antilliaanse en Surinaamse gedichten, werk van Turkse en Pakistaanse dichters.”(AD 09-12) Sphinx Art Productions Sphinx Art Productions beoogt een landelijke verbinding te zijn tussen het Nederlandse en het Arabische cultuuraanbod, met bijzondere aandacht voor de Arabische cultuur. Sinds de oprichting in 1989 organiseert zij uiteenlopende culturele uitingen op het snijvlak van de multiculturele samenleving, zoals theatervoorstellingen, filmfestivals, educatieve projecten en exposities. Spin Off Spin Off is de eerste landelijke breakdance wedstrijd.In 1998 is Spin Off begonnen als een compacte wedstrijd, maar inmiddels is het uitgegroeid tot een urban dance evenement met gastoptredens uit binnen en buitenland. Spin Off wil de artistieke
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
46
uitingsvormen van intercultureel (amateur) danstalent zichtbaar maken en toekomstige choreografen op het gebied van urban dance aantrekken, stimuleren en faciliteren. Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven streeft meerdere doelen na, onder andere het maken van speelfilms en documentaires, het realiseren van audiovisuele projecten, het verzorgen van cultuureducatie, het organiseren van schrijfcursussen met een bijzonder accent op culturele diversiteit en niet-Nederlandse literaire tradities. Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) – MEP festival Organiseert een internationaal festival, het MEP-festival (Multi Etnisch Podium). Dit is een literaire manifestatie waarop schrijvers/dichter, zang en dansgroepen uit verschillende landen gedurende drie dagen optreden voor een multi-etnisch publiek. Studio West Studio West is een „urban center‟, gericht op het aanbieden van faciliteiten, expertise en activiteiten waardoor jongeren uit Nieuw West hun talenten kunnen ontplooien en wel zo dat dit kan leiden tot een beroepspraktijk. De Studio huist in voormalige winkelpanden achter de Meervaart. Studio West werkt samen met onder meer Theater Krater in Amsterdam Zuidoost, 5 o‟clock class en Cosmic Theater en organiseert het Black Magic Woman Junior Festival dat gericht is op jonge allochtone meiden. Surinaams Historisch Museum i.o. Het Surinaams Historisch Museum ziet het als zijn taak om zich te richten op de Surinaamse cultuur en geschiedenis van de diverse Surinaamse bevolkingsgroepen, en deze over te dragen aan de volgende generaties. Daarnaast wil het museum het wederzijdse begrip tussen de Surinaamse bevolkingsgroep en de „overige‟ Nederlanders vergroten. Teatro Munganga Jeugdtheatergroep die zich laten inspireren door Braziliaanse, Afrikaanse en Europese verhalen. Thami Mnyele Thami Mnyele bevordert de uitwisseling van beeldende kunst (inclusief de toegepaste kunsten, film, architectuur en video) en cultuur tussen Nederland en de Afrikaanse landen. Zij organiseert uitwisselingsprogramma‟s voor Zuidafrikaanse beeldende kunstenaars. Afrikaanse gastkunstenaars worden opgenomen in grotere verbanden, waardoor culturele kruisbestuiving ontstaat. Theatergroep Delta Theatergroep Delta is een collectief van theatermakers van Molukse en Nederlandse afkomst dat zich toelegt op het ontwikkelen en spelen van (muziek)theaterproducties
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
47
voor jeugd, jongeren en volwassenen. Uitgangspunt is het spanningsveld tussen westerse en oosterse kunstuitingen. Theaterwerkplaats Zuidoost (TWZO) TWZO stimuleert en ondersteunt amateurtheater in zuidoost. De Theaterwerkplaats Zuidoost is opgericht om in Amsterdam-Zuidoost een structureel, bloeiend en cultureel divers amateurtheaterleven te scheppen. De organisatie wil amateurtheatergroepen integreren in het amateurtheaterveld van Amsterdam en Nederland. Tropenmuseum (KIT) De tentoonstellingen van het Tropenmuseum houden verband met koloniale ontstaansgeschiedenis. Een van de drie principes van het artistiek beleid is de multiculturele samenleving. Tropentheater Cultuur uit met name derde-wereld-landen onder de aandacht brengen van het Amsterdamse publiek. De aanvraag 1997-2000 betreft een interculturele theaterwerkplaats. Voorheen heette het Tropentheater Soeterijn. Turks-Nederlands Theater De Stichting Turks-Nederlands Theater zet zich in om uitwisseling en ontmoeting te bevorderen tussen Nederlandse en Turkse theatermakers en hen in contact te brengen met het Nederlandse en Turkse publiek. Daartoe wil de instelling een verbinding tot stand brengen met de huidige levende cultuur van Turkije. De stichting is een platform waar culturele initiatieven die een relatie hebben met de Turks-Nederlandse samenleving, worden geïnitieerd en georganiseerd. Daarnaast wil de stichting de artistieke ontwikkeling van Turks-Nederlandse theatermakers bevorderen. Urban Myth Urban Myth stelt zich als doel om beeldend en geëngageerd teksttheater te produceren en theatrale events te organiseren die een jong publiek aanspreken. Urban Myth laat zich inspireren door de straat, maatschappelijke thema‟s en klassiekers uit de wereldliteratuur. Wereld Muziektheater Festival Het Wereld Muziektheater Festival is (nu nog) een tweejaarlijks festival met telkens zes weken lang losse voorstellingen met muziek, dans en theater uit Afrika, Azië en Midden en Zuid Amerika. Het festival wil een structurele en volwaardige plek creëren voor nietwesterse muziek en danstheater bij podia en publiek, versterking en verbreding van het internationale aanbod uit niet-westerse culturen en een internationaal platform voor culturele uitwisseling creëren.
lagroup Leisure & Arts Consulting
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
48
Ziggurat Ziggurat is een ensemble dat in 2003 werd opgericht door de componist Theo Loevendie. De instrumenten en de bespelers van het ensemble zijn merendeels niet Europees, terwijl het idioom van de muziek die de groep speelt, zijn wortels heeft in Europa. ZO! Zo! is een samenwerkingsverband van Paradiso, MC, Imagine IC. ZO! Cultuur Zuidoost verhuist in 2011 naar het cultuurcluster in GETZ.ZO!. De partners hebben de gezamenlijke visie dat er behoefte is aan een culturele infrastructuur.
lagroup Leisure & Arts Consulting
b2
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
Klankbordgroep De klankbordgroep die dit onderzoek begeleidde, bestaat uit de volgende personen: Rachida Azough (Creatief directeur Kosmopolis) Eltje Bos (onderzoeker diversiteitsbeleid, Raad van Toezicht stichting DOEN) Ricardo Burgzorg (Programmamedewerker Culturele Diversiteit NFPK+) Faïza Dadi (Bestuurslid Kosmopolis, Raad v. Bestuur Delta Lloyd, Raad van Toezicht stichting DOEN) Clayde Menso (Adjunct directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst) Ingeborg Wegter (projectleider Netwerk CS) Marc van Zijp (Projectassistent VandenEnde Foundation)
lagroup Leisure & Arts Consulting
49
b3
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
50
Geraadpleegde documenten Uitgangspunten Notitie Kunstenplan 1997-2000.Voorbereidingsprocedure voor het Amsterdams Kunstenplan 1997-2000. November 1995. Allianties; de uitgangspunten voor het Amsterdamse Kunstenplan 2001-2004. 15 maart 2000. Amsterdam: Creatieve Stad. Uitgangspuntennotitie Kunstenplan 2005-2008. Mei 2003. Carolien Gehrels. Hoofdlijnen Kunst en Cultuur 2009-2012. 23 mei 2007. Adviezen Amsterdamse Kunstraad. Amsterdams Kunstenplan 1997 t/m 2000. 117 adviezen. Mei 1996. Amsterdamse Kunstraad. Amsterdams Kunstenplan 2001 t/m 2004. 190 adviezen. September 2000. Amsterdamse Kunstraad. Adviezen 2005-2008. ter voorbereiding van het Amsterdams Kunstenplan. 1 mei 2005. Amsterdamse Kunstraad. Adviezen 2009-2012. ter voorbereiding van het Amsterdams Kunstenplan. 18 april 2008. Kunstenplan Gemeenteraad Amsterdam. Kunstenplan 1997-2000. Vastgesteld op 13 november 1996. Gemeenteraad Amsterdam. Allianties. Kunstenplan 2001-2004. Vastgesteld op 14 december 2000. Gemeenteraad Amsterdam. Amsterdam Creatieve Stad. Kunstenplan 2005-2008. Vastgesteld op 16 december 2004. Algemeen Gemeente Amsterdam, Dienst Onderzoek en Statistiek. Amsterdam in cijfers 2007. November 2007.
lagroup Leisure & Arts Consulting
b4 b4.1
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
51
Overzichten Vastgestelde en afgewezen subsidieaanvragen Op de volgende pagina is het overzicht opgenomen van de 63 instellingen met bijbehorende bedragen die zijn aangevraagd, geadviseerd en vastgesteld gedurende de vier onderzochte Kunstenplanperiodes. € 0 houdt in dat geen structurele subsidie is verleend. – houdt in dat een organisatie geen aanvraag heeft gedaan. Alle bedragen zijn weergegeven in euro's. Oorspronkelijke bedragen in guldens zijn omgerekend naar euro's (factor 2,20371). Voor de periode 2001-2004 zijn de bedragen van Actieplan Cultuurbereik inclusief, omdat deze gelden deel uitmaakten van de subsidie zoals verstrekt door de gemeente. In de periode 2005-2008 werden de gelden van het Actieplan Cultuurbereik door het Amsterdams Fonds voor de Kunsten uitgekeerd. Deze gelden zijn voor 2005-2008 daarom niet opgenomen in dit overzicht van structurele subsidie. Op de pagina volgend op het overzicht zijn de teksten opgenomen waar met nummers naar wordt verwezen in het overzicht.
lagroup Leisure & Arts Consulting
52
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (vanaf periode 2009-2012 CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (vanaf 2004 nieuwe naam van Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha
aangevraagd € 72.378 € 64.776 (16) € 44.378 (16) € 416.874 € 813.571 (3) € 86.990 € 45.378 € 221.899 (3) € 58.991 -
MC (Cosmic) € 126.888 MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis (NiNsee) Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions € 93.651 Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) € 29.042 Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele € 13.613 Theatergroep Delta € 342.187 Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) € 730.586 Tropentheater (KIT) € 35.463 Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO! -
lagroup Leisure & Arts Consulting
2005-2008 advies
1997-2000 advies €0 € 64.776 (16) € 44.378 (16) € 90.756 € 181.512 € 38.571 € 22.689 € 221.899 € 58.991 -
vastgesteld € 33.580 (2) € 64.776 (1) € 44.378 (1) € 136.130 (4) € 160.000 (5) € 33.580 (2) € 22.689 (6) € 90.756 € 37.410 -
aangevraagd € 136.134 € 136.134 € 99.832 € 56.541 € 56.070 € 206.470 (3) € 90.756 € 152.016 € 203.430 € 85.311 € 90.756 € 90.756 € 28.588 € 226.890 € 137.002 € 481.007 (3) € 136.134 € 68.067 -
2001-2004 advies € 49.916 € 113.445 € 96.540 €0 €0 € 9.076 € 90.756 €0 € 135.590 € 72.776 €0 € 36.302 (7) € 27.209 € 113.445 € 110.790 € 153.303 (15) € 54.454 € 58.991 -
vastgesteld € 85.350 € 116.620 € 66.590 € 36.300 €0 €0 € 93.300 €0 € 153.240 € 74.810 €0 € 37.319 € 27.970 (8) € 113.890 € 106.280 € 55.980 € 43.960 -
€ 100.000 € 105.000 € 250.000 € 57.500 € 216.000 € 24.500 € 99.247 € 129.638 € 314.940 € 240.631 € 40.000 € 128.730 € 40.000 € 112.000 € 39.500 € 265.216 € 150.000 € 313.830 € 439.785 € 130.804 € 100.000 € 75.000 € 200.000
€0 €0 € 195.000 € 45.000 € 200.000 €0 € 77.650 €0 €0 € 80.000 €0 €0 €0 € 65.000 €0 €0 € 75.000 € 255.000 € 148.920 €0 € 67.850 € 75.000 € 54.000
€ 50.000 €0 € 199.240 €0 € 207.610 €0 € 78.010 €0 € 135.000 € 83.040 €0 €0 €0 € 67.470 €0 € 262.230 € 77.850 € 264.710 € 151.690 €0 € 65.000 € 77.850 € 56.050
€0 €0 €0 € 11.345 €0 €0 €0 -
€0 €0 €0 € 11.613 €0 €0 €0 -
€ 440.818 € 464.432 € 68.067 € 112.537 € 45.378 € 22.689 € 113.445 € 22.689 € 24.164 € 130.053 -
€ 90.756 € 45.378 € 22.689 €0 €0 €0 € 45.378 €0 € 24.164 €0 -
€ 27.230 € 46.650 € 23.320 €0 € 39.705 €0 € 46.650 €0 € 24.840 € 22.690 -
€ 426.792 € 580.000 € 288.214 € 224.772 € 100.000 € 100.000 € 28.000 € 45.000 € 76.000 € 175.000 € 60.000 € 54.488 € 23.733 € 97.500 € 66.002 € 102.707 € 33.700 € 41.525 € 240.720 € 106.847 € 144.250 € 100.000
€ 222.500 € 105.000 €0 €0 €0 €0 €0 € 35.000 €0 € 157.300 €0 € 54.488 €0 € 45.000 €0 €0 € 33.700 € 41.525 €0 €0 € 46.500 € 60.000
€ 473.500 € 107.730 €0 €0 €0 €0 €0 € 36.330 €0 € 163.290 €0 € 56.570 €0 €0 €0 €0 € 34.980 € 43.110 €0 €0 € 48.270 € 62.290
(3)
(12)
aangevraagd
(17)
vastgesteld
2009-2012 aangevraagd advies € 150.000 € 95.000 € 300.000 € 758.550 € 220.000 € 75.000 € 125.000 € 104.950 € 436.394 € 189.327 € 100.000 € 180.000 € 150.000 € 120.000 € 100.590 € 337.500 € 450.000 € 346.000 € 900.000 € 289.600 € 170.000 € 175.000 € 150.000 € 102.000
€0 €0 € 50.000 € 250.000 €0 €0 €0 € 49.140 €0 € 137.500 €0 € 84.600 €0 €0 € 68.730 € 262.230 € 200.000 € 269.620 € 154.510 €0 € 66.200 € 79.290 €0 € 57.090
€ 1.084.000
€ 592.010
€ 112.180 (13) € 840.545 € 55.000 € 335.000 € 95.000 € 125.000 € 184.660 € 90.000 € 200.000 € 53.000 € 186.000 € 200.000 € 353.000 € 460.000 € 90.000 € 70.000 € 1.200.000
€ 112.180 € 200.000 € 37.000 € 166.320 € 95.000 €0 €0 € 30.000 €0 € 53.000 € 43.900 € 183.307 € 153.000 € 49.170 €0 €0 € 78.011
(11)
(9)
(14)
(9)
(11)
(10) (10)
(10)
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
53
Verwijzingen uit overzicht (1)
Niet duidelijk welk bedrag is opgenomen, in Adviezen 2001-2004 staat dat dit bedrag voor de periode 1997-2000 was toegekend (bedrag mogelijk geïndexeerd). Gelijk bedrag opgenomen voor aangevraagd en geadviseerd. Zie noot 16.
(2) In Kunstenplan 1997-2000 staat vermeld "handhaven huidige niveau" (p.26), het hier vermelde bedrag is gebaseerd op vastgestelde bedrag in 1993-1996 (Adviezen 1997-2000, p. 157), dit is zeer waarschijnlijk niet geïndexeerd. (3) Bedrag is aan rijk en gemeente gezamenlijk aangevraagd, bedrag is hier welopgenomen. De hoogte van het bedrag geeft mogelijk een vertekend beeld voor de totalen. (4) Bedrag is vastgesteld voor de jaren 1998, 1999 en 2000, het hier opgenomen bedrag is een gemiddelde over vier jaar. (5)
Bedrag is een gemiddelde over vier jaar van € 227.000 (1997) en € 136.000 (1998-2000).
(6) Vastgesteld wanneer ook het rijk subsidie verstrekt. (7) Bedrag van € 36.302 is per vestiging (vanaf deze Kunstenplanperiode is een nieuw initiatief ontstaan voor twee extra locaties). (8) Imagine IC startte met de naam Beeldverzamelgebouw. Dit komt niet terug in het Kunstenplan 2001-2004. Dit hangt mogelijk samen met het feit dat het Beeldverzamelgebouw later omgezet zou worden in Imagine IC, en in deze periode een omslag plaatsvond. (9) De Kunstraad adviseert het genoemde bedrag met de voorwaarde: "Indien meer middelen beschikbaar komen" (Adviezen 2009-2012, p. 373). De kunstraad adviseert in principe positief, dus het bedrag is opgenomen. (10) Uitruil OCW. (11) Samponé plaatst geen aanvraag voor 2009-2012, maar heeft wel MO Music Activaction opgezet, dat voor deze periode subsidie aanvraagt en positief door de raad wordt beoordeeld. (12) Bedrag van €158.820 is alleen toegekend voor het jaar 2001 (Kunstenplan 2001-2004, p.11), het hier vermelde bedrag is gemiddeld over vier jaar. (13) Het initiatief wordt middels een noot eenmalig vermeld in het Kunstenplan 2005-2008 (p. 8). Er wordt geen bedrag vermeld in het Kunstenplan. (14) De kunstraad adviseert dit bedrag: "Indien meer middelen beschikbaar komen" (Adviezen 2009-2012, p. 373). De voorwaarde is dat het stadsdeelbestuur ook financiële steun biedt. (15) Bedrag toegekend tot 2003, voortzetting afhankelijk van evaluatie halverwege het Kunstenplan (Adviezen 2001-2004, p.43). (16) Voor de periode 1997-2000 was aanvraag en advies voor Stichting Beeldende kunst € 680.670, bedoeld voor de stichting (zes vestigingen) en artotheken. Omdat exacte bedrag niet bekend is, is uitgegaan van vastgestelde bedrag. (17) Spin Off vroeg in Kunstenplanperiode 2005-2008 nog geld aan onder de vlag van Culture Coalition.
lagroup Leisure & Arts Consulting
54
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
b4.2
Vastgestelde en afgewezen subsidieaanvragen In het onderstaande schema is opgenomen welke aanvragen zijn gehonoreerd en welke zijn afgewezen. De periode 2009-2012 is in dit overzicht niet meegenomen, omdat het definitieve Kunstenplan van deze periode nog niet is gepresenteerd. Legenda
Subsidie aangevraagd én subsidie ontvangen. Subsidie aangevraagd, géén subsidie ontvangen. 1997-2000 Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (later CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (tot 2003 Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha MC (Cosmic) MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele Theatergroep Delta Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) Tropentheater (KIT) Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO!
lagroup Leisure & Arts Consulting
2001-2004
2005-2008
55
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
b4.3
Overzicht per periode 1997-2000 Legenda positief advies en positief vastgesteld. positief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en positief vastgesteld.
1997-2000 aangevraagd Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (later CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (tot 2003 Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha MC (Cosmic) MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele Theatergroep Delta Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) Tropentheater (KIT) Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO!
lagroup Leisure & Arts Consulting
advies
vastgesteld
56
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
2001-2004 Legenda positief advies en positief vastgesteld. positief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en positief vastgesteld.
aangevraagd
2001-2004 advies
Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (later CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (tot 2003 Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha MC (Cosmic) MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele Theatergroep Delta Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) Tropentheater (KIT) Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO! * Na uitbrenging advies stokken de plannen tijdelijk. Daarom geen oordeel opgenomen.
lagroup Leisure & Arts Consulting
vastgesteld
57
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
2005-2008 Legenda positief advies en positief vastgesteld. positief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en negatief vastgesteld. negatief advies en positief vastgesteld.
2005-2008 aangevraagd Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (later CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (tot 2003 Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha MC (Cosmic) MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele Theatergroep Delta Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) Tropentheater (KIT) Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO!
lagroup Leisure & Arts Consulting
advies
vastgesteld
Quickscan: culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector (7 juli 2008)
2009-2012 Legenda positief advies en positief vastgesteld. negatief advies en negatief vastgesteld.
2009-2012 aangevraagd advies Africa in the Picture Al Farabi AllAboutUs FilmFactory Amsterdam Roots Festival Artotheek Oost (later CBK Amsterdam) Aslan Muziekcentrum Atlas Academy Averroès Stichting Bijlmer Parktheater Boeng Diepie Breathing CBKZO (tot 2003 Artotheek Zuidoost) Culture Coalition De Levante De Nieuw Amsterdam De Rode Loper Don't Hit Mama Earth Beat El Hizjra Euromed Eutopia Five O’Clock Class’ van de AHK Gate Foundation Imagine IC ISH Institute Jeudtheaterschool Zuidoost (JTS ZO) Jongerentheater 020 (voormalig Artisjok/020) Krater Theater Kulsan Likeminds LiteSide Festival Marmoucha MC (Cosmic) MC (Made in Da Shade) Mixt MO Music Activation Muiderpoorttheater Multicultureel Podium Mozaïek Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en -erfenis Nationale Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid (BV) Nomad Music Association Planet jr. Productions Raras Budaya Rast Samponé Music Productions School der Poëzie Sphinx Art Productions Stichting AVES/Werkplaats Grenzeloos Schrijven Stichting Multikulturele Aktiviteiten Utrecht (SMAU) Studio West Spin Off Surinaams Historisch Museum i.o. Teatro Munganga Thami Mnyele Theatergroep Delta Theaterwerkplaats Zuidoost Tropenmuseum (KIT) Tropentheater (KIT) Turks-Nederlands Theater Urban Myth Wereld Muziektheater Festival Ziggurat ZO!
lagroup Leisure & Arts Consulting
58