QPro 3. Quick install & configuratie handleiding

3

QPro

Quick install & configuratie handleiding

HSCG Leeuwarden Oktober 2003

Quick installatie & configuratie handleiding

Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................................................... 2 Inleiding .............................................................................................................................. 3 Quick install QPro............................................................................................................... 4 Configuratie ...................................................................................................................... 14 Configuratie QPro3 Print .................................................................................................. 14 Configuratie QPro3 Fax.................................................................................................... 19 Configuratie QPro3 Mail .................................................................................................. 24 Configuratie QPro3 Agenda ............................................................................................. 27

©HSCG

QPro3

Pagina 2 / 30


Inleiding Dit document is een beknopte beschrijving voor het installeren van QPro3 en het doorvoeren van de basisconfiguraties. De doelstelling van dit document is om een systeembeheerder met de nodige kennis van netwerken om een snelle en eenvoudige manier QPro3 te installeren en een basis te configureren waarmee de verschillende modules van QPro3 operationeel zijn. Alvorens QPro te installeren dient u eerst een aantal zaken af te handelen om de server klaar voor installatie te maken. Belangrijk is dat u deze handleiding uitvoert op de server waarop QPro dient te draaien.

©HSCG

QPro3

Pagina 3 / 30


Quick install QPro Kies in het startmenu het volgende pad: Start / Run. Er verschijnt een scherm, typ hier het volgende in: cmd. Wanneer u op enter drukt verschijnt er een nieuw scherm. Typ hier in: ipconfig en druk op enter. Sluit het scherm niet af maar typ in: telnet ip-adres 25 . Bij ip-adres typt u het ip-adres in van de server, dat we net hebben opgezocht. Zie hieronder voor een voorbeeld. << C:\>ipconfig Windows 2000 IP Configuration Ethernet adapter Local Area Connection: Connection-specific DNS Suffix . : IP Address. . . . . . . . . . . . : 192.168.1.1 Subnet Mask . . . . . . . . . . . : 255.255.255.0 Default Gateway . . . . . . . . . : 192.168.1.1 C:\>telnet 192.168.1.1 25 >> Wanneer u onderstaande melding krijgt is dit goed nieuws. Dit betekent namelijk dat er geen programma actief is die gebruikt maakt van poort 25, zodat deze vrij is voor QPro. << C:\>telnet 192.168.1.1 25 Connecting To 192.168.1.1...Could not open a connection to host on port 25 : Connect failed >> Indien u wel een bevestiging krijgt dat er een programma actief is dient u deze te stoppen. Het kan voorkomen dat u onderstaande melding krijgt. Dit betekent dat de SMTP-Service (Simple Mail Transfer Protocol) van IIS (Internet Information Services) geïnstalleerd is op uw computer.

©HSCG

QPro3

Pagina 4 / 30


<< 220 demoserver.hscg.nl Microsoft ESMTP MAIL Service, Version: 5.0.2195.6713 ready at Thu, 16 Oct 2003 10:57:54 +0200 >> Indien u gebruik gaat maken van QPro-Mail kunnen er problemen optreden, omdat beide programma’s gebruik maken van poort 25. De SMTP-Service uit schakelen kan op de volgende manier: Kies in het startmenu het volgende pad: Start / Settings / Control Panel / Add/Remove Programs.

©HSCG

QPro3

Pagina 5 / 30


Kies Add/Remove Windows Components. Zoek naar Internet Information Services (IIS) en klik op Details.

Vink de optie SMTP-Service af en klik op Next zodat het deïnstalleren kan beginnen.

SMTP is nu niet meer actief op uw systeem.

©HSCG

QPro3

Pagina 6 / 30


Stop de QPro cd in uw cd-rom voor de installatie. Vervolgens verschijnt er een scherm met twee opties namelijk: QPro Server installeren en QPro Client installeren (zie onder).

Kies QPro Server installeren en volg de instructies. Lees de license agreement door en accepteer deze door op Yes te klikken. Vervolgens kunt u het pad opgeven waar QPro word geïnstalleerd. Standaard staat het pad op C:\Program Files\HSCG\QPro Server. Klik nu tweemaal op Next en QPro wordt geïnstalleerd. Nadat deze afgerond is, vraagt QPro of u QPro Server wilt starten. Kies Ja en de ServiceManager wordt gestart. Start de QPro Console via de knop onderaan het scherm.

©HSCG

QPro3

Pagina 7 / 30


Omdat dit de eerste keer is dat de QPro gestart wordt, moeten er eerst een aantal verbindingsgegevens ingevoerd worden. Bij server adres voert u het ip-adres van de server in. Het default poort nummer is 825 en is al ingevoerd. Het default wachtwoord is ‘hscg-internet’. Via de optie ‘wachtwoord opslaan’ kunt u het wachtwoord opslaan op de computer, zodat u deze niet steeds hoeft in te voeren bij elke start.

Na het opzetten van de connectie kan er als gebruiker ingelogd worden. Aangezien er nog geen gebruikers aangemaakt zijn op de QPro-Server kan er aangemeld worden met het account ’qproadmin’. Het bijbehorende wachtwoord is opnieuw: ’hscg-internet’. Ook hier kunt u het wachtwoord vastleggen via de optie: wachtwoord opslaan.

©HSCG

QPro3

Pagina 8 / 30


Nadat u op Ok hebt gedrukt, verschijnt de QPro-Console waarin alleen QPro-Server beschikbaar is. Klik op de optie Configuratie.

Onder het tabblad Licenties dient u de verstrekte licenties in de aangegeven velden in te voeren.

©HSCG

QPro3

Pagina 9 / 30


Door het invoeren van de licentiecodes worden de betreffende modules geactiveerd. Onder het tabblad Producten kan dit gecontroleerd worden.

De producten blijven grijs voor de onderdelen waarvoor geen (geldige) licentiecode is ingevoerd. Onder het tabblad Server kunnen een aantal beheer onderdelen aangepast worden zoals o.a. het Remote Toegang wachtwoord.

©HSCG

QPro3

Pagina 10 / 30


Om de gegevens te verwerken moet er een herstart van de Server-Service worden uitgevoerd. Hiertoe wordt om een bevestiging gevraagd. Nadat de herstart is uitgevoerd verschijnt de Service-Manager die meer modules zal starten. U kunt de QPro-Console starten wanneer alle benodigde modules gestart zijn.

©HSCG

QPro3

Pagina 11 / 30


Console starten Als QPro Console wederom gestart wordt, zijn alle geactiveerde modules beschikbaar. Door op een icoon te klikken wordt de gekozen beheerconsole gestart. Kies Server en Gebruikers. Hier is het mogelijk om gebruikers aan te maken, die met de opgegeven naam kunnen inloggen op de QPro server. Klik op het icoon Toevoegen en voer de gebruikers gegevens in.

Klik op Ok en selecteer de modules waar de aangemaakte gebruiker gebruik van mag maken.

Ga nu naar een werkstation dat connectie heeft met de server waarop u net QPro hebt geïnstalleerd. Plaats de QPro cd in de cd-rom en kies de optie: QPro Client installeren. Geef het pad op waar u de Client wilt installeren en klik op Next.

©HSCG

QPro3

Pagina 12 / 30


Nadat de installatie is voltooid wordt gevraagd of u de applicatie wil laden. Kies Ja en start de QPro Console. Bij het inlog scherm voert u de inlognaam en wachtwoord in van de aangemaakte gebruiker. De inlog procedure van de Client is hetzelfde als de bij de Server. De QPro Console wordt nu gestart en de modules waar de aangemaakte gebruiker toegang tot heeft zijn zichtbaar.

©HSCG

QPro3

Pagina 13 / 30


Configuratie Na het uitvoeren van de installatie procedure (voorgaande pagina’s) kan er gestart worden met het configureren van de verschillende modules. Uiteraard alleen die modules die de klant nodig heeft. Hieronder volgt een beschrijving van de basisconfiguratie van de verschillende modules.

Configuratie QPro3 Print Wanneer het QPro-Print licentie nummer is ingevoerd op de daarvoor bestemde plaats (zie installatie) is de Print console beschikbaar voor QPro beheerders.

Er zijn printers met drie types uitvoer mogelijk. PCL to FAX PCL to Document en PCL to Print/LPR. Invoer geschiedt altijd via LRP en LPD. We gaan deze drie varianten configureren voor gebruik. We beginnen met de PCL to Fax variant. PCL to FAX PCL to Fax wordt voornamelijk gebruikt om met embedded codes fax opdrachten een Queue in te schieten zonder dat we bv een fax nummer additioneel moeten in typen. We geven deze mee doormiddel van een embedded code.

©HSCG

QPro3

Pagina 14 / 30


Voordat we QPro gaan configureren maken we eerst een Printer driver aan op de computer die als Qpro Server die we op het netwerk kunnen gaan sharen als fax printer. Via Start / Settings / Printers gaan we een printer toevoegen. Klik op add printer en next voor vervolg. Hier ziet u de wizard, selecteer local printer verdere selecties uit en klik op next. Selecteer create new port in en selecteer uit de lijst “standard tcpip port” en klik op next. Hier ziet u wederom een wizard, klik op next om door te gaan. In het volgende scherm vult u de volgende gegevens in: localhost bij Printer Name en QPROFAX bij Port Name. Klik op next om door te gaan

Selecteer de LPR radio button en markeer de voer bij Queue Name QPROFAX in, enable tevens de checkbox “LPR Byte Counting Enabled” Klik OK om verder te gaan en vervolgens Finish. Vervolgens selecteert u een HP Laserjet serie II. Deze printer kunt u de naam QPROFAX geven en sharen op uw netwerk. Op het netwerk is nu een QPROFAX printer waarin opdrachten met embedded codes kunnen worden geplaatst deze opdrachten worden via LPR aan de LPD van QPRO-Print aangeboden. Om QPRO-Print deze opdrachten te laten accepteren moeten we een Queue aanmaken die QPROFAX heet (LPR Settings Queue Name).

©HSCG

QPro3

Pagina 15 / 30


Ga hiervoor naar Print-queues in de QPRO-Print console klik op Toevoegen. De Queue naam die u hier opgeeft moet hetzelfde zijn als die in de toegevoegde printer driver. De voor iedereen toegankelijk checkbox moet ook aangevinkt worden.

De invoer Queue is nu aan gemaakt. Nu moet u de uitvoer Queue aanmaken. Klik wederom op Toevoegen en geeft bijvoorbeeld de volgende waarden in: Bij naam QPROFS en bij Omschrijving Qpro fax uitvoer queue. De voor iedereen toegankelijk checkbox mag hier uit blijven staan. Om de data van de QPROFAX queue in de QPROFS queue te routeren moet u een routering aanmaken. Ga naar Routering in de QPRO-Print console klik hier op toevoegen en maak een routering QPROFAX aan. Selecteer nu de QPROFAX routering en voeg bij Invoer queues de QPROFAX queue toe op het tabblad Uitvoer queues moet de QPROFS queue toegevoegd worden. De Zoek/Vervang groepen laten we nog even leeg, deze selecteren we later.

Om nu de Fax naar de faxserver te sturen moet de Uitvoer geconfigureerd worden. In Uitvoer klikt u op toevoegen. Geef hier een omschrijving in ons voorbeeld QPROFAXUIT selecteer de QPROFS queue en zet type op PCL to Fax Conversion Op het PCL to Fax tabblad moet de Schaal op 96 procent gezet worden Zodat de pagina’s iets verkleint worden en bij de ontvangende partij volledig binnen komen. Nu kunt u documenten naar de QPROFAX printer sturen met de embedded code ^[d=faxnummer^] dit document wordt nu zonder tussenkomst van enige consoles. Er kunnen vele embedded codes worden meegegeven in het document, een lijst vindt u in de appendix

©HSCG

QPro3

Pagina 16 / 30


PCL to LPR Invoer queues zijn gelijk aan die van PCL to Fax. In Queues maken we een Queue aan, in ons voorbeeld HPLJ2100 wordt deze queue voor de invoer van documenten gebruikt. Tevens maken we een HPLJ2100Out aan deze gebruiken we voor de uitvoer. In Routering maken we HPLJ2100 aan waar HPLJ2100 voor de invoer wordt geselecteerd en HPLJ210OUT voor de uitvoer wordt geselecteerd. Maak bij uitvoer een Uitvoer aan die de HPLJ2100OUT bedient.

Op het LPR tabblad geeft u het IP adres de poort en de Queue aan

PCL to Document De PCL to Document dient voor het aanmaken transparanten en faxvoorbladen. U creëert als eerder beschreven een invoer queue, uitvoer queue en een routering waarin u de invoer queue en de uitvoer queue aan toevoegt. De “geprinte” document en worden zichtbaar in de document folder in QPRO-Print In de Document folder worden alle QPRO-Documenten zichtbaar. Hier kunt u ook Documenten aanmaken en bestaande documenten bewerken.

Zoek en Vervang Zoek en vervang regels zijn opgebouwd uit losse componenten om deze later in groepen te combineren zodat men bijzonder flexibel combinaties kan maken. Selecteer in de tree Zoek Regels en klik op toevoegen. Vul de te zoeken string in, in ons voorbeeld ist dat [kopie] de omschrijving is vrij invulbaar. De checkbox Hoofd / kleine letter ongevoelig zorgt ervoor dat de selectie code dus niet hoofdletter gevoelig is.

©HSCG

QPro3

Pagina 17 / 30


Nu gaan we de transparanten toevoegen aan de Qpro-Print module. Onder beheer gaat u naar Vervang regels | Transparanten hier klikt u op toevoegen. In ons voorbeeld vullen we Kopie op de achtergrond bij omschrijving in en selecteren we het bestand KOPIE.TRA. Overige transparanten kunnen op dezelfde manier worden toegevoegd.

©HSCG

QPro3

Pagina 18 / 30


Nadat de Zoek regels en de Vervang regels zijn aangemaakt gaan we deze combineren tot Regels. Selecteer Regels uit Zoek/Vervang klik op toevoegen

Het tabblad Zoek/Vervangregels kan dan in gevuld worden. In ons voorbeeld vullen we deze enkelvoudig in, echter met een zoek kunnen er meerdere transparanten aangeroepen worden. Deze transparanten worden in volgorde van weegave verwerkt. Als laatste om de zoek en vervang te kunnen gebruiken moet er een groep worden aangemaakt om de Zoek en Vervang regels aan toe te voegen . De groep kan dan worden opgenomen in de routering definities.

©HSCG

QPro3

Pagina 19 / 30


Een groep kan tevens meer regels bevatten en de routering kan weer meerdere groepen bevatten wat dus tot bijzonder complete zoek en vervang regels kan resulteren zonder dat voor iedere regel een complete set zoek en vervang Queue aangemaakt moet worden.

©HSCG

QPro3

Pagina 20 / 30


Configuratie QPro3 Fax Wanneer het Qpro-Fax licentie nummer is ingevoerd op de daarvoor bestemde plaats (zie installatie) is de Fax console beschikbaar voor QPro beheerders. Klik op het Fax icoon waarna onderstaand scherm verschijnt.

Kies uit het keuzemenu: Persoonlijk / Eigen instellingen. Met deze optie is het mogelijk om een default printer vast te stellen, zodat alle faxen die u uitprint via deze printer worden afgedrukt. Klik op Selecteer Printer en maak een keuze uit de lijst. In het tabblad Zendopties is het mogelijk om een viertal instellingen met betrekking tot foutafhandeling in te stellen.

Kies uit het keuzemenu: Persoonlijk / FaxPrinter.

©HSCG

QPro3

Pagina 21 / 30


Klik op de knop ‘Installeer de Driver’ en wacht totdat de melding komt waarin staat dat de driver goed geïnstalleerd is.

Kies uit het keuzemenu: Beheer / Modems. Bij de optie Modems kunt u een modem definiëren en aangeven waarvoor u de modem wilt gebruiken. Via de knop Toevoegen krijgt u een overzicht van alle geïnstalleerde devices op uw systeem. Kies het device die u wilt toevoegen aan de modemlijst en kies Selecteren.

Vink aan of u faxen via dit modem gaat verzenden of ontvangen. Beide opties mogen ook beiden aangevinkt zijn. Wanneer u eerst een bepaald nummer dient te bellen om een buitenlijn te krijgen (bijvoorbeeld een nul) vul dit dan in bij de optie: Voorloop waarde.

©HSCG

QPro3

Pagina 22 / 30


Kies uit het keuzemenu: Beheer / Gebruikers. Indien u dat nodig acht is het mogelijk om gebruikers rechten te geven met betrekking op de Fax console. Om een gebruiker toe te voegen klikt u op het icoon Toevoegen en daarna op Selecteer gebruiker. Kies een gebruiker uit de lijst en geef de rechten op.

Kies uit het keuzemenu: Beheer / Printers. Via deze menu optie kunt u de door de QPro Server benaderbare printers toevoegen. Deze printers kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om elke binnengekomen fax direct af te drukken (zie hiervoor ook de menu optie Acties).

©HSCG

QPro3

Pagina 23 / 30


Configuratie QPro3 Mail Wanneer het Qpro-Mail licentie nummer is ingevoerd op de daarvoor bestemde plaats (zie installatie) is de de Mail console beschikbaar voor QPro beheerders. Klik op het Mail icoon waarna onderstaand scherm verschijnt scherm verschijnt.

Kies uit het keuzemenu: Beheer / Blokkades. De optie Blokkades biedt u de mogelijkheid om binnenkomende e-mail te filteren op bijlagen en een blacklist.

©HSCG

QPro3

Pagina 24 / 30


Wanneer u bijlagen wilt blokkeren vinkt u deze optie aan. U kunt kiezen tussen bijlagen verwijderen en de e-mail doorlaten (deze optie wordt geadviseerd) en e-mail met bijlage blokkeren. Denk erom, bij de laatste optie krijgt u de e-mail ook niet doorgelaten.

Tevens kunt u de blacklist aanvinken, zodat u bepaalde e-mail of internet adressen kunt blokkeren. Hier kunt u kiezen tussen e-mails afkomstig van geblokkeerde adressen te verwijderen of de e-mail verwijderen en een respons afgeven aan de afzender.

Wanneer u de optie Blacklist heeft aangevinkt en op Ok heeft gedrukt verschijnt er een extra optie onder de menu optie Blokkades.

©HSCG

QPro3

Pagina 25 / 30


Kies uit het keuzemenu: Beheer / Blokkades / Blacklist-adressen. Klik op het icoon Toevoegen en voer het adres in dat u wilt verwijderen (bijvoorbeeld hotmail.*).

Kies uit het keuzemenu: Beheer / Interne accounts. Met deze optie kunt u e-mail account van de betreffende gebruiker beheren en aanpassen. Denk hierbij aan het wachtwoord aanpassen, automatisch elk e-mail bericht doorsturen en/of de gebruiker toevoegen aan een groep.

Tevens is het mogelijk om extra aliassen aan te maken voor deze gebruiker.

©HSCG

QPro3

Pagina 26 / 30


Configuratie QPro3 Agenda Wanneer het Qpro-Agenda licentie nummer is ingevoerd op de daarvoor bestemde plaats (zie installatie) is de de Agenda console beschikbaar voor QPro beheerders. Klik op het Agenda icoon waarna onderstaand scherm verschijnt scherm verschijnt.

Kies uit het keuzemenu: Persoonlijk / Eigen instellingen. In de eigen instellingen kan de gebruiker zijn of haar voorkeuren instellen voor de herinneringen bij nieuwe afspraken.

Kies uit het keuzemenu: Rechten / Gemachtigden. Via deze optie kan de gebruiker aangeven welke medegebruiker welke bevoegdheden krijgt over zijn of haar eigen agenda. U kunt medegebruikers uw afspraken laten bekijken, toevoegen, wijzigen en/of verwijderen.

©HSCG

QPro3

Pagina 27 / 30


Kies uit het keuzemenu: Rechten / Machtigingen. Bij Machtigingen vind u de agenda’s van medegebruikers die u bevoegdheden hebben gegeven in hun agenda. Indien er een groen vinkje staat heeft u die bevoegdheid gekregen. Zo niet, dan staat er een rood kruisje.

©HSCG

QPro3

Pagina 28 / 30


Appendix De belangrijkste embedded codes zijn de codes die voor de verzending van een faxbericht

absoluut noodzakelijk zijn (zoals het faxnummer) en die in het voorblad dienen te worden opgenomen (geadresseerde, onderwerp en dergelijke). De volgende embedded codes kunnen daarvoor worden gebruikt: ^[D= Het faxnummer waarnaar het document moet worden verzonden. Bijvoorbeeld: om een fax naar nummer 123456 te versturen wordt de code '^[D=123456' (zonder aanhalingstekens) in de tekst opgenomen. Het faxnummer mag maximaal 25 tekens lang zijn. ^[A= De geadresseerde. Deze wordt in het 'Aan:' veld op het faxvoorblad opgenomen. Om bijvoorbeeld een fax aan QNT te versturen, wordt de code '^[A=QNT BV' (zonder aanhalingstekens) in de tekst opgenomen. ^[S= De afzender. Deze wordt in het veld 'Van:' op het faxvoorblad opgenomen. Bijvoorbeeld: om een fax van Jan Jansen te versturen, wordt de code '^[S=Jan Jansen' (zonder aanhalingstekens) in de tekst opgenomen. ^[N= De persoon ter attentie van wie de fax wordt verzonden. Deze naam wordt in het 'T.a.v.:' veld op het faxvoorblad opgenomen. Bijvoorbeeld: om een fax ter attentie van de heer Pieterse te versturen, wordt '^[N=Dhr. Pieterse' (zonder aanhalingstekens) in de tekst opgenomen. ^[B= Het onderwerp van het faxbericht. Dit onderwerp wordt in het veld 'Betreft:' van het faxvoorblad opgenomen. Een faxbericht voor bijvoorbeeld de afdeling verkoop met daarin een bestelling, kan zo de code '^[B=Bestelling' (zonder aanhalingstekens) in de tekst hebben. ^[O= Opmerking. Deze wordt direct in het veld 'Opmerking' op het faxvoorblad ingevuld. Om bijvoorbeeld de opmerking 'Ter bevestiging van ...' toe te voegen, wordt de reeks '^[O=Ter bevestiging van ...' (zonder aanhalingstekens) in de tekst opgenomen. De lengte van het opmerkingen-veld is begrensd tot 80 tekens. ^[C= De naam van het te gebruiken voorblad. Zo kan, om het voorblad van de afdeling Inkoop te gebruiken, de tekenreeks '^[C=INKOOP' (zonder aanhalingstekens) in de tekst worden opgenomen. QPRo-Server zal bij de verzending van het faxbericht het voorblad INKOOP.CVR gebruiken. Dit voorblad dient dan wel van te voren te zijn aangemaakt. ^[U= Uitgesteld faxen. Als deze embedded code in de tekst is opgenomen, dan wordt de verzending van het faxbericht uitgesteld tot het op deze code volgende tijdstip. Dit tijdstip dient in het formaat 'dd/mm/jj uu:mm' te worden opgegeven. Zo kan een document overdag worden aangemaakt, terwijl de verzending wordt uitgesteld totdat het goedkope telefoontarief van kracht is. Om bijvoorbeeld een faxdocument op 28 mei 2000 om acht uur 's avonds te verzenden wordt de code ^[U=28/05/00 20:00^] in de tekst opgenomen. ^[R= Resolutie. Naar keuze kan een faxdocument op hoge of lage resolutie worden verzonden, door de embedded code '^[R=Hoog' respectievelijk '^[R=Laag' (zonder aanhalingstekens) toe te voegen. Wordt deze code niet in de tekst opgenomen, dan geldt de in de PCLConverter ingestelde resolutie. ^]

De verplichte afsluitcode aan het eind van de reeks embedded codes.

©HSCG

QPro3

Pagina 29 / 30


Voorbeelden: Een faxbericht van de heer Jansen aan de heer Pieterse, werkzaam bij de firma ABC, moet worden voorzien van het voorblad INKOOP.CVR en verzonden naar nummer 0123-654321. Op het voorblad moet de opmerking 'N.a.v. ons telefoongesprek' vermeld staan en het onderwerp van de fax is 'Bestelling'. Het document bestaat uit een voorblad plus 1 pagina. In de tekst wordt dan de volgende tekenreeks opgenomen: ^[D=0123-654321^[S=Dhr. Jansen^[A=ABC BV^[N=Dhr. Pieterse^] ^[C=INKOOP^[B=Bestelling^[O=N.a.v. ons telefoongesprek^[P=2^] Moet de fax verzonden worden in hoge resolutie en moet de verzending worden uitgesteld tot 15:30, dan wordt hieraan de volgende tekenreeks toegevoegd: ^[R=Hoog^[U=15:30^]

©HSCG

QPro3

Pagina 30 / 30

QPro 3. Quick install & configuratie handleiding

Recommend Documents