PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING
5 VWO 2014-2015
Inleiding Eindexamen: schoolexamen en centraal examen In 4 vwo zijn jullie begonnen met jullie eindexamen. In 5 vwo gaan we daarmee verder. Aan het doen van eindexamen zitten allerlei regels verbonden, die omschreven staan in het PTA. In de inleiding leggen we de belangrijkste regels uit. Het is dus zaak de inleiding in zijn geheel goed door te nemen. Het eindexamen bestaat uit twee delen: het schoolexamen, het SE, en het centraal examen, het CE. Beide tellen voor de helft mee in het eindresultaat van het eindexamen. Het SE wordt afgenomen in de loop van twee schooljaren. Je moet alle jaren van de bovenbouw, de klassen 4, 5 en 6 opvatten als examenjaren. Voor het SE ben je een (examen)kandidaat. Je docenten zijn je examinatoren.
Examendossier Het SE bestaat uit een examendossier. Dit is samengesteld uit: de werkstukken / toetsen die je hebt gemaakt, een overzicht van de resultaten die je hebt behaald; dit overzicht wordt twee keer per jaar uitgereikt. Uiteraard staan alle resultaten ook in magister.
Programma van toetsing en afsluiting Welke toetsen je moet afleggen en welke werkstukken je moet maken in de bovenbouw is vastgelegd in het zogenaamde Programma van Toetsing en Afsluiting, het PTA. Aan het begin van elk schooljaar in de bovenbouw, in elk geval vóór 1 oktober, krijg je het PTA uitgereikt. Je moet het PTA altijd precies volgen. Na deze inleiding vind je het examenreglement: de regels waaraan de (examen)kandidaat en de examinatoren zich moeten houden. Ook de examinatoren moeten zich houden aan wat in het PTA staat. Alleen als door ziekte van een examinator dit onmogelijk wordt gemaakt wordt afgeweken van het PTA. De teamleider van de bovenbouw zal je daarover informeren.
Perioden Het schooljaar is verdeeld in vier perioden die ongeveer even groot zijn. Iedere periode wordt afgesloten met een tentamenweek.
Tentamenperioden Na afsluiting van elke periode worden in de tentamenweek voortgangstoetsen afgenomen. De lessen vervallen en er komt een rooster voor de voortgangstoetsen. Achterin het PTA is een kalender met weeknummer opgenomen waarin ook de exacte data van de tentamenweken staan.
Praktische opdrachten Voor bepaalde vakken moet je één of meer praktische opdrachten uitvoeren. Een opdracht wordt uitgevoerd in een aantal fasen. Van tevoren krijg je een instructie op schrift waarin is vastgelegd in welke stappen je dat moet doen en hoe deze worden beoordeeld. Je maakt over de begeleiding van de praktische opdrachten afspraken met je examinatoren. Als jij je aan de afspraken met de examinator houdt en je voldoende aandacht besteedt aan de praktische opdracht moet je er altijd een voldoende voor kunnen halen. Iedere fase wordt afgesloten met een product dat door de examinator wordt beoordeeld. Een tussenproduct moet voldoende worden beoordeeld om door te kunnen gaan met de volgende fase. Zolang dat niet het geval is moet je de aanwijzingen volgen van de examinator. Als de examinator van mening is dat je te veel achter loopt met je werkzaamheden voor de praktische opdracht kan hij of zij je verplichten lesuren die voor e jou zijn ingeroosterd (op donderdagmiddag t/m het 10 uur) te besteden aan de praktische opdracht. Het eindproduct moet bij de examinator worden ingeleverd voor of op de uiterste datum die is vermeld in de schriftelijke instructie. Als je meent een goede reden te hebben voor uitstel moet je dat schriftelijk, met redenen omkleed, vóór het verstrijken van de uiterste datum, melden aan de teamleider. Deze kan besluiten je uitstel te verlenen door het vaststellen van een andere uiterste datum. Praktische opdrachten kun je niet herkansen. Als je 5 vwo overdoet mag je een ruime voldoende (hoger dan een 7,0) voor een praktische opdracht laten staan. Deze praktische opdracht hoef je dan niet meer te doen. De praktische opdracht(en) voor een vak bepalen over het algemeen voor 20% het cijfer voor het SE en voor 20% het cijfer van de bevordering naar vwo 6. Er zijn vakken die de PO verdelen over twee jaar, in dat geval telt de PO uit vwo 5 voor 20% mee voor het cijfer van de bevordering en voor een ander percentage in het SE. Er zijn ook vakken die een PO hebben die minder dan 20% meeweegt. In dat geval is de weging van de 2
PO voor het SE gelijk aan de weging van de PO voor het jaarcijfer van dat vak (waarmee wordt bepaald of je bevorderd kan worden of niet).
Voortgangstoetsen Bij de meeste vakken worden zogenaamde voortgangstoetsen afgenomen. De resultaten daarvan vormen het gemiddelde cijfer, wat of voor 80% (vakken met een praktische opdracht die 20% meetelt) of voor 100% (vakken zonder praktische opdracht) het eindcijfer voor dat vak bepaalt. Enkele vakken hebben een andere weegfactor van de PO, die wijken hier van af (bv 90% is gewicht voortgangstoetsen en 10% is het gewicht van de PO). Op basis van deze eindcijfers wordt beoordeeld of je bevorderd kan worden naar Havo 5. Tevens telt dit gemiddelde van alle voortgangstoetsen mee voor het SE. Bij de vakken Nederlands, Engels, Duits en Frans voor 10%, bij de vakken Aardrijkskunde, Biologie, Economie, Kunstvak, M&O, Natuurkunde, Scheikunde voor 20%, bij de vakken Wiskunde A, Wiskunde B, Wiskunde C en Wiskunde D voor 25%, bij het vak Geschiedenis voor 40% en bij de vakken Latijn en Grieks voor 50%. In het examendossier komt dit gemiddelde terug in de vorm van een tentamen met als naam T60. Voortgangstoetsen kunnen ook tijdens de normale lesuren worden afgenomen. Vier keer meetellende voortgangstoetsten worden genoemd in het PTA, twee keer en één keer meetellende toetsen staan niet in het PTA. Deze worden aangekondigd via de studiewijzer.
Herkansingen Na elke periode mag je één 4x meetellende voortgangstoets herkansen. Aan het recht op deze herkansing is echter een voorwaarde verbonden. Je mag de herkansing alleen gebruiken als je alle handelingsdelen en praktische opdrachten van de zojuist afgesloten periode op tijd hebt ingeleverd. Bij handelingsdelen moeten deze ook voldoende zijn bevonden door de docent. De herkansing van periode 4 mag ook worden ingezet voor 4x meetellende voortgangstoetsen uit periode 1, 2 of 3. Alleen al eerder herkanste toetsen mogen niet nogmaals herkanst worden. In klas vwo 6 kun je geen herkansingen meer afleggen voor voortgangstoetsen uit vwo 5. Als je 5 vwo over doet mag je de ruim voldoende resultaten (6,5 of hoger) van het gemiddelde van de voortgangstoetsen laten staan van de vakken die in 5 vwo worden afgerond. Dat zijn dus de vakken die na 5 vwo niet meer gegeven worden. Deze vakken hebben geen centraal examen en dus alleen een schoolexamen. Het eindcijfer voor het schoolexamen van deze vakken wordt afgerond tot een geheel cijfer en telt als eindcijfer voor het gehele eindexamen. De cijfers van voortgangstoetsen van alle andere vakken mag je niet laten staan. Je zult alles opnieuw moeten maken en daarbij telt het laatst behaalde cijfer. De herkansingen vinden plaats op: Maandag 24 november om 9.00 uur (periode 1, aanvragen op donderdag 20 november) Maandag 9 februari om 9.00 uur (periode 2, aanvragen op woensdag 4 februari) Maandag 20 april om 9.00 uur (periode 3, aanvragen op donderdag 16 april) Maandag 29 juni (periode 1, 2, 3 of 4, aanvragen op donderdag 25 juni)
Bijzondere omstandigheden In bijzondere omstandigheden kan de directeur of diens plaatsvervanger besluiten van het bovenstaande af te wijken. Je kunt voor een afwijking van de regelingen een schriftelijk verzoek indienen bij de directeur/examensecretaris. Als je nog minderjarig bent moet een van je ouders/verzorgers dit doen. Het verzoek tot afwijking moet met redenen zijn omkleed. Zo mogelijk moeten bewijsstukken zijn bijgevoegd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat bij een langdurige ziekte (minimaal enkele weken) extra inhaalmogelijkheden worden geboden voor tentamens / voortgangstoetsen.
Eigen verantwoordelijkheid Je bent examenkandidaat. Houd daar rekening mee. De resultaten voor voortgangstoetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen tellen mee als examenresultaat. Je moet je houden aan een aantal regels, die je vindt in het PTA. Als je voortgangstoetsen zonder geldige reden mist, kost dit je een herkansingsmogelijkheid. Als je veel hebt gemist krijg je een groot aantal toetsen in een korte tijd. Bovendien moet je dan nog letten op het wegwerken van onvoldoendes voor handelingsdelen en het halen van de uiterste datum van de praktische opdrachten. Je moet daarom goed plannen en de voorbereiding op de tentamens en voortgangstoetsen goed in de tijd spreiden. Met andere woorden: je hebt een eigen verantwoordelijkheid bij het afleggen van het SE, en er wordt een grote zelfstandigheid van je gevraagd. Natuurlijk zullen de examinatoren je hierbij begeleiden. 3
Als je een voortgangstoets hebt gemist dan haal je die de eerste donderdagmiddag na afloop van de tentamenweek in. Dit is een automatisme. Indien je meer dan 1 toets hebt gemist, dan maak je een afspraak met je teamleider. Die zal dan in overleg met de examinatoren besluiten wat er moet gebeuren. Je wordt pas toegelaten tot het CE als je cijfers hebt voor alle tentamens die verplicht zijn voor het eindexamen en als alle verplichte handelingsdelen voldoende zijn afgesloten. Je hebt een grote eigen verantwoordelijkheid. Dat neemt niet weg dat in bepaalde gevallen de school zijn verantwoordelijkheid neemt en je verplicht tot bepaalde activiteiten tijdens de speciaal ingeroosterde lesuren. Je kunt dit voorkomen door je eigen verantwoordelijkheid waar te maken.
Handelingsdelen Voor bepaalde vakken moet je opdrachten naar behoren uitvoeren: de zogenaamde handelingsdelen die met onvoldoende of voldoende worden beoordeeld. Vaak moet je voor zo‟n handelingsdeel een werkstuk maken. Er is dan een uiterste datum vastgesteld die je in het PTA kunt vinden. Als het werkstuk op die datum niet is ingeleverd moet je alle lesuren die voor jou zijn ingeroosterd op school besteden aan het wegwerken van de achterstand. Als je alle handelingsdelen voldoende hebt afgelegd komt daarvoor op het overzicht van de resultaten een V te staan, als je een handelingsdeel onvoldoende hebt afgelegd of hebt gemist wordt dat met een O aangegeven. Je kunt alleen tot het CE worden toegelaten als je alle handelingsdelen voldoende hebt afgelegd. In het overzicht van resultaten komt dan een V‟tje te staan in de kolom SE. Daarom kan je niet bevorderd worden naar havo 5 als er nog onvoldoendes staan voor handelingsdelen. De handelingsdelen worden per periode gecontroleerd. Het schooljaar is verdeeld in 4 periodes, waarbij per periode vermeld staat wanneer deze afloopt en wat de uiterste inleverdatum is. De leerlingen dienen zich stipt aan deze data te houden, tenzij er met de betrokken docent een andere afspraak is gemaakt. De inhoudelijke controle gebeurt door de vakdocent, maar het administratieve totaaloverzicht van de handelingsdelen berust bij de teamleider. Hij/zij spreekt dan ook de leerlingen aan op achterstanden. Indien je je handelingsdelen niet op tijd inlevert, dan mag je niet deelnemen aan de herkansing aan het einde van de desbetreffende periode. Blijkt op de einddatum van een periode, dat de leerling nog steeds achterstand(en) vertoont, dan wordt de leerling uit de les gehouden en werkt op school tot de achterstand(en) zijn weggewerkt. PERIODE
DATUM EINDE
1
17 OKTOBER 2014
2
19 DECEMBER 2014
3
6 MAART 2015
4
28 MEI 2015
Sommige vakken kunnen afwijkende inleverdata hebben, de leerlingen dienen zich aan die data te houden. Deze data worden via de studiewijzer aangekondigd.
Rekentoets Een onderdeel van het examen is ook de rekentoets. Die telt mee als een kernvak. In totaal heb je twee kansen om de rekentoets te maken. Eén van die kansen kan in het voorexamenjaar worden ingezet. Aan de hand van je resultaten tijdens de rekenlessen en in overleg met de rekendocent bepalen we of je deze poging al in het voorexamenjaar mag wagen. De andere poging hou je dan over voor in het examenjaar. Leerlingen die geen poging doen in het voorexamenjaar hebben dus twee pogingen over voor in het examenjaar. Bij de rekentoets geldt dat het hoogste cijfer van de twee pogingen je eindcijfer is. Het cijfer telt niet mee in de compensatieregeling maar dus wel in de kernvakkenregeling.
4
LEERLING-INSTRUCTIE TOETSEN BOVENBOUW
1.
Iedere leerling zorgt ervoor dat hij/zij 5 minuten voor aanvang van het tentamen bij het daarvoor aangewezen lokaal aanwezig is.
2.
Een leerling die te laat komt, heeft recht van toegang tot het lokaal met toestemming van de directeur of diens plaatsvervanger (de teamleider). Bij een toets van 45 minuten heeft de leerling toegang tot 15 minuten na aanvang van de toets. Bij een tentamen dat langer dan 45 minuten duurt tot een half uur ( 30 minuten ) na aanvang van de zitting. Hij/zij levert zijn/haar werk in uiterlijk op het tijdstip dat is aangegeven voor het einde van de zitting. De directeur of diens plaatsvervanger kan toestemming geven hiervan af te wijken.
3.
Aan het begin van de zitting wordt gecontroleerd of elke leerling aanwezig is aan de hand van het aan de opgavenenvelop gehechte procesverbaal.
4.
Alle leerlingen leggen hun schoolpas neer op de rechterhoek van hun tafel, zodat de surveillant de aanwezigheid kan controleren. Je hebt dus verplicht je schoolpas bij je tijdens iedere zitting.
5.
Jassen en tassen mogen niet meegenomen worden in het lokaal
6.
Leerlingen mogen geen mobiele telefoon of ander communicatieapparaat bij zich hebben (bv. een SmartWatch), ook niet als die uitstaat. Telefoons blijven dus buiten het lokaal of worden, nadat ze zijn uitgezet, bij de surveillant ingeleverd. Na het tentamen kan de leerling zijn/haar mobiele telefoon weer ophalen.
7.
Verder gelden de volgende regels: a. Het werk wordt gemaakt op papier, verstrekt door de school. b. De school verstrekt kladpapier; leerlingen mogen derhalve geen papier meenemen in het tentamenlokaal; c. De leerling vermeldt op het papier zijn naam, het vak, de datum en de klas; d. Het is de surveillant verboden enige mededeling of inlichting over het werk aan de leerling te verstrekken, behoudens een mededeling inzake een fout of onduidelijkheid in de opgaven die door de docent/opsteller van de opgave is doorgegeven. Het heeft dus ook geen zin om dergelijke vragen te stellen; e. Het meenemen van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is verboden; de meegenomen attributen mogen geen notities en/of blaadjes bevatten. Atlassen, woordenboeken en binassen worden vertrekt door de school, tenzij anders is aangegeven; f. Zonder toestemming van de surveillant mag een leerling zich niet uit het lokaal verwijderen; dus als een leerling klaar is met de toets steekt hij/zij een vinger op en vraagt aan de surveillant of hij/zij het lokaal mag verlaten. g. Bij bedrog voor, tijdens of na de zitting wordt dit ten alle tijden gemeld aan de directeur of diens plaatsvervanger (de examensecretaris) die daarover uitspraak doet op zo kort mogelijke termijn.
8.
Onmiddellijk na opening van de opgavenenvelop, worden de opgaven en het uitwerkingspapier uitgedeeld. Vanaf het moment van opening van de opgavenenvelop heerst er volkomen rust in het lokaal.
9.
Een leerling die tijdens een zitting onwel wordt, mag het lokaal verlaten. In overleg met de leerling beoordeelt de directeur of diens plaatsvervanger (de teamleider) of de leerling na enige tijd het werk kan hervatten en de gemiste tijd mag inhalen. Indien de leerling het werk niet kan hervatten, beoordeelt de directeur of diens plaatsvervanger of, en zo ja, wanneer het werk alsnog kan worden gemaakt.
10. Bij zittingen van 45 minuten mogen de leerlingen het werk niet inleveren noch het lokaal verlaten vóór het einde van de zitting. Bij zittingen van langer dan 45 minuten geldt hetzelfde gedurende de eerste 45 minuten van de beschikbare tijd. 11. Een kwartier ( 15 minuten ) en 5 minuten voor het einde van de zitting zal de surveillant die tijdstippen aangeven. 5
12. Aan het eind van de zitting verzamelt de surveillant het werk en controleert of van iedere leerling het werk is ingeleverd. In het geval van een toets van 45 minuten blijven de leerlingen zitten totdat de toezichthouder het sein geeft om op te staan en het lokaal te verlaten. 13. Met uitzondering van toetsen die langer duren dan 90 minuten is eten en drinken, evenals tijdens normale lessen, niet toegestaan. Bij toetsen waar dit wel mag dienen leerlingen alle verpakkingen voor aanvang van de toets op en te maken, om geluidsoverlast tijdens de zitting te voorkomen.
6
Examenreglement V.W.O. - H.A.V.O. - M.A.V.O. / V.M.B.O. openbare scholen voor voortgezet onderwijs Rotterdam. Het college van bestuur van de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam, gelet op het Eindexamenbesluit V.W.O. - H.A.V.O. - M.A.V.O. - V.B.O stelt vast het navolgende examenreglement voor de openbare scholen voor voortgezet onderwijs in Rotterdam. A. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder:
de wet: deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs; Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; inspectie: de inspectie, bedoeld in art. 113 en 114 van de wet; het bevoegd gezag: de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR); directeur: de rector of directeur van een school; adjunct-directeur: de conrector of adjunct-directeur van een school; kandidaat: een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten; gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het Eindexamenbesluit; school: een openbare dagschool voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs, middelbaar algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; school voor V.W.O.: een gymnasium, een atheneum of een lyceum; examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen; eindexamen: een examen in de in de artikelen 11 tot en met 25 van het Eindexamenbesluit voorgeschreven vakken dan wel een aantal deeleindexamens dat te samen een eindexamen vormt; schoolexamen: de onderdelen van het examen, waarvoor de school de opgaven aanlevert; centraal examen: de examens die landelijk worden afgelegd en centraal worden bepaald. examendossier: Het schoolexamen voor het v.w.o. en het h.a.v.o. bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm; vakken: vakken, deelvakken, intrasectorale programma‟s en andere programmaonderdelen; profielwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde profielwerkstuk; sectorwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde sectorwerkstuk; toets: een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, of een praktische opdracht; deeleindexamen: een examen in één of meer van de voor het eindexamen voorgeschreven vakken; Staatsexamencommissie: een commissie als bedoeld in artikel 60 van de wet; Examencommissie: commissie gevormd uit personeelsleden uit de school, minimaal bestaande uit een voorzitter en een secretaris; herkansing: het opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan een onderdeel/-delen van het centraal examen of het schoolexamen; herexamen: het opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan door het bevoegd gezag aangegeven onderdelen van het examenprogramma; examenstof: de aan de kandidaat te stellen eisen; ouders: ouders, voogden of verzorgers; maatschappelijke stage: stage zoals bedoeld in artikel 6f van de wet; rekentoets: rekentoets als bedoeld in artikel 29, vijfde lid, van de wet.
In dit reglement wordt de aanduiding M.A.V.O./V.M.B.O. gebruikt. Dit sluit aan bij de schoolpraktijk, waarin de scholen die alleen de theoretische leerweg van het V.M.B.O. aanbieden, deze aanduiden als M.A.V.O.. Scholen met een breed V.M.B.O. aanbod spreken van V.M.B.O.-Theoretisch leerweg. Vanwege de leesbaarheid is er in dit reglement gekozen voor de mannelijke persoonsvorm. Overal waar hij/hem staat, moet ook zij/haar gelezen worden. Artikel 2 Toelating tot het eindexamen 1. De leerlingen van de school worden in de gelegenheid gesteld ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. 7
2. De directeur kan tot het eindexamen kandidaten toelaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven, met inachtneming van artikel 2 van het Eindexamenbesluit. Artikel 3 Afnemen eindexamen 1. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De directeur wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. 3. De kandidaat wendt zich tot de examencommissie voor: a) Algemene informatie over het examen b) Aanvragen vrijstelling c) Verzoeken om herkansing en herexamen schoolexamen d) Verzoeken om herkansing centraal examen e) Inzage in examenwerk f) Verklaringen over een afgelegd examen g) Verzoeken om afwijking van de wijze van examineren h) Verzoeken om spreiding van het examen Artikel 4 Indeling eindexamen 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen v.w.o. en h.a.v.o. omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen en dat betrekking heeft op één of meer vakken van het eindexamen. 3. Het schoolexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in artikel 10 van de wet, en de gemengde leerweg, genoemd in artikel 10d van de wet, omvat mede een sectorwerkstuk. De volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling het onderwijs volgt. Artikel 5 Maatregelen bij onregelmatigheden 1. De directeur kan maatregelen nemen indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of van het centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt of zonder geldige reden afwezig is. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen. b het alsnog afronden van enig onderdeel van het schoolexamen, dat niet met een cijfer wordt beoordeeld, ten koste van een herkansingsmogelijkheid c. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, d het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, e het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal eindexamen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 3. Een examinator kan passende maatregelen van minder vergaande aard aan de directeur voorstellen ten aanzien van de kandidaat die zich tijdens het schoolexamen niet gedraagt zoals redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. 4. Onder onregelmatigheden wordt onder meer verstaan: indien een kandidaat een praktische opdracht niet inlevert op de uiterste inleverdatum indien een kandidaat ten behoeve van een mondeling schoolexamen op een in het pta of bijlagen van het pta vermeld tijdstip geen leesdossier inlevert; indien een kandidaat ten behoeve van een mondeling schoolexamen een definitieve lijst inlevert,die niet aan de gestelde eisen voldoet; indien een kandidaat een handelingsdeel op de vastgestelde einddatum niet “naar behoren” heeft afgerond; (andere) onregelmatigheden die beschreven worden in het schoolreglement. 8
5. Indien er sprake is van diefstal, verlies of fraude van onderdelen van het examendossier - zolang deze nog niet beoordeeld zijn -, die door de leerlingen worden beheerd, zullen de betreffende onderdelen opnieuw moeten worden gemaakt. 6. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede of derde lid wordt genomen, hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing, met redenen omkleed, mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt aangetekend verzonden en hierin wordt tevens gewezen op het bepaalde in het zevende lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is, alsmede aan de inspectie. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de commissie van beroep eindexamens. Deze commissie bestaat uit drie leden, die benoemd zijn door het bevoegd gezag, in overleg met de gemeenscghappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwjis en het College van Schoolleiders van het openbaar voortgezet onderwijs te Rotterdam. 7. Het beroep moet binnen vijf werkdagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie ingesteld worden. Een afschrift van het beroepsschrift dient te worden gezonden naar de directeur. Indien een kandidaat in beroep gaat tegen een uitsluiting van het schoolexamen c.q. de rekentoets of het centraal examen of een gedeelte daarvan, dan is hij gerechtigd - hangende het besluit van de commissie van beroep - aan nog volgende zittingen van het schoolexamen of het centraal examen deel te nemen. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat - indien deze minderjarig is aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat- en aan de directeur en aan de inspectie. Het adres van de Commissie van Beroep Eindexamen is: Commissie van Beroep Eindexamen t.a.v. de secretaris Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam Postbus 23058 3001 KB Rotterdam Artikel 6 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit reglement de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
B. INHOUD VAN HET EXAMEN Artikel 7 Eindexamenvakken 1. De kandidaten kiezen, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 7 tot en met 25 van het “Eindexamenbesluit” in welke vakken zij eindexamen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Voor wie niet als leerling is ingeschreven geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen tot het examen in die vakken toelaat. 2. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen.
C. REGELING VAN HET SCHOOLEXAMEN Artikel 8 Programma van toetsing en afsluiting 1. Jaarlijks vóór 1 oktober wordt per school een programma van toetsing en afsluiting vastgesteld. Dit programma bestaat uit twee delen: a. een algemeen gedeelte waarin in ieder geval vermeld staat: 9
b. 2. 3. 4.
regeling in geval van verhindering of te laat komen, als bedoeld in artikel 11 van dit reglement; regeling in geval van herkansing als bedoeld in artikel 12 van dit reglement; de geschillenprocedure als bedoeld in artikel 14 van dit reglement. een gedeelte met de regelingen per vak, waarin in ieder geval zijn opgenomen: het programma per vak, gespecificeerd per onderdeel; de wijze waarop wordt getoetst en de duur van de toetsen; de wijze waarop elk onderdeel beoordeeld wordt; de weging van de onderdelen van het schoolexamen en de berekening van het eindresultaat. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur vóór 1 oktober toegezonden aan de inspecteur en ter inzage gelegd voor de kandidaten. Op een door de directeur te bepalen tijdstip vóór 1 oktober krijgen alle kandidaten een programma van toetsing en afsluiting uitgereikt. In zowel V.W.O., H.A.V.O. als M.A.V.O./V.M.B.O. wordt voor de School Examen Onderdelen per betreffend leerjaar een programma van toetsing en afsluiting vastgesteld. De leerlingen dienen dan vóór 1 oktober van dat leerjaar het betreffende pta te ontvangen.
Artikel 9 Inrichting schoolexamen 1. Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken waarin de kandidaat examen aflegt, met uitzondering van het vak “Kunst Algemeen”. Voor dit vak is er alleen een centraal examen. 2. Het schoolexamen in de examenvakken wordt gehouden overeenkomstig hetgeen voor elk vak afzonderlijk in het programma van toetsing en afsluiting is aangegeven. Het schoolexamen wordt in een examendossier vastgelegd. 3. Het schoolexamen H.A.V.O. en M.A.V.O./V.M.B.O. kan gespreid zijn over twee schooljaren en het schoolexamen V.W.O. is gespreid over drie schooljaren. 4. Het schoolexamen voor een vak waarin ook centraal examen wordt afgelegd wordt afgesloten uiterlijk een week voor aanvang van het eerste tijdvak bedoeld in artikel 37 van het Examenbesluit. In een uitzonderlijk geval kan de directeur een kandidaat, die het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten voor het begin van het eerste tijdvak, toestemming verlenen het schoolexamen in dat vak af te sluiten voor het centraal examen in dat vak, doch na aanvang van het eerste tijdvak. 5. Voor M.A.V.O./V.M.B.O. geldt, dat het schoolexamen voor de vakken waarin geen centraal examen wordt afge¬legd en, voor zover van toepassing, het sectorwerkstuk uiterlijk moeten zijn afgesloten op een datum gelegen na de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen, doch uiterlijk een week voordat de uitslag wordt vastgesteld. 6. Als een kandidaat het schoolexamen voor een of meer vakken van het centraal examen door buitengewone omstandigheden niet op tijd heeft afgerond, wordt hij uitsluitend voor die vakken verwezen naar het tweede en eventueel het derde tijdvak. 7. Van iedere beoordeling die bij het behalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. 8. Het cijfer van een toets wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopend van 1 tot en met 10 met daartussen liggende cijfers met één decimaal. Het eindcijfer van het schoolexamen (eveneens uit een schaal van 1 tot en met 10 met daartussen liggende cijfers met één decimaal is het gewogen gemiddelde van beoordelingen voor de verschillende proeven waaruit het schoolexamen van een vak bestaat. In het programma van toetsing en afsluiting is per vak een regeling opgenomen, waarbij aan de beoordelingen van de verschillende onderdelen een bepaald gewicht wordt toegekend. Indien het gemiddelde een cijfer van twee decimalen is, wordt het cijfer op één decimaal nauwkeurig afgerond, met dien verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd, indien de tweede decimaal vóór de afronding 5 of hoger was. Als het een vak betreft dat geen CS(P)E kent, dan wordt het decimaalloze eindcijfer als volgt bepaald. Het cijfer voor de komma wordt met 1 verhoogd als de afgeronde eerste decimaal 5 of hoger was. Indien een kandidaat in één vak door twee of meer leraren is geëxamineerd, bepalen deze in onderling overleg het cijfer voor de toets van het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 9 In afwijking van het achtste lid, worden, waar het een profielenopleiding betreft, het (deel)vak culturele en kunstzinnige vorming 1 en het (deel)vak lichamelijke opvoeding 1 uit het gemeenschappelijk deel, alsmede waar het een leerwegenopleiding betreft het sectorwerkstuk, beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende deelvakken resp. het desbetreffende sectorwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier.
10
10. In afwijking van het achtste lid wordt het sectorwerkstuk in het M.A.V.O./V.M.B.O. beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het profielwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier. Artikel 10 Examendossier 1. Het schoolexamen voor het v.w.o., het h.a.v.o. en het M.A.V.O./V.M.B.O. bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm. 2. Het beheer van het examendossier is als volgt geregeld: a. De examencommissie is verantwoordelijk voor het centraal beheer per leerling van de gevolgde vakken met de bijbehorende studielast en resultaten. b. De kunstdocent/-coördinator is gedelegeerd verantwoordelijk voor het beheer van het kunstdossier. c De docent Nederlands is gedelegeerd verantwoordelijk voor het beheer van het dossier geïntegreerd literatuuronderwijs. d. De docenten Nederlands en Moderne Vreemde talen zijn gedelegeerd verantwoordelijk voor het beheer van het lees-en schrijfdossier van hun vak. e. De vakdocenten zijn gedelegeerd verantwoordelijk voor het beheer van rapportages, schriftelijke toetsen, werkstukken en fotovideomateriaal van niet te archiveren werkstukken van leerlingen vanaf het moment dat de leerling deze ter beoordeling aanbiedt tot het moment dat deze aan de leerlingen worden geretourneerd, en de resultaten zijn geautoriseerd. f. Als leerlingen en/of ouders niet reclameren binnen 5 werkdagen na het uitkomen van een rapportage, dan is daarmee de autorisatie een feit. Artikel 11 Te laat komen en verhindering 1. a. Alle kandidaten zijn verplicht, alle voor hen vastgestelde onderdelen van het schoolexamen af te leggen. b. Als een kandidaat zich aan enig onderdeel van het schoolexamen onttrekt of zonder geldige reden bij een onderdeel van het schoolexamen afwezig is, dan is er sprake van een onregelmatigheid en zijn de bepalingen van artikel 5 van dit reglement van toepassing. 2. Een kandidaat dient ervoor te zorgen, dat hij bij elk onderdeel van het schoolexamen van elk van zijn eindexamenvakken op tijd aanwezig is. 3. Indien een kandidaat - om welke redenen dan ook- te laat komt of absent is bij een onderdeel of onderdelen van het schoolexamen, dan kan hij betreffend(e) onderdeel/onderdelen opnieuw afleggen ten koste van een herkansingsmogelijkheid. 4. Aan niet afgelegde onderdelen wordt het cijfer 1 toegekend. 5. Nadere bepalingen bij te laat komen: a. komt een kandidaat te laat bij een schriftelijk onderdeel van het schoolexamen dan mag hij uiterlijk tot een half uur na aanvang nog worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Bij te laat komen van meer dan een half uur mag de kandidaat niet meer worden toegelaten. b. komt een kandidaat te laat bij de voorbereiding van een mondeling af te leggen onderdeel dan mag hij in de resterende tijd zich alsnog voorbereiden. Verschijnt hij in het geheel niet bij de voorbereiding, dan moet het onderdeel zonder voorbereiding worden afgelegd; c. bij te laat komen bij een mondeling onderdeel of luistertoets van het schoolexamen dan wordt dit niet meer afgenomen. d. in gevallen waarbij melding wordt gedaan aan de directeur beslist deze over de verdere gang van zaken. 6. Indien een kandidaat door ziekte of een andere dwingende reden, niet veroorzaakt door onnauwkeurigheid, onachtzaamheid of nalatigheid van de kandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordiger, absoluut verhinderd is aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, stelt hij of zijn wettelijke vertegenwoordiger de directeur of de secretaris van het eindexamen van de afdeling waartoe de betrokken kandidaat behoort, zo vroeg mogelijk vóór de aanvang van bedoelde toets, of ander onderdeel van het schoolexamen, in kennis van deze verhindering en de reden(en) daarvoor. Deze mededeling moet zo spoedig mogelijk worden gevolgd door een aan de directeur gerichte ondertekende brief,die binnen vijf dagen ontvangen moet zijn. En waarin in vermeld staan: a. naam en adres van de kandidaat; b. datum van de gemiste proef en het desbetreffende vak; c. de reden van de absentie/verhindering; d. bij ziekte of ongeval: naam, adres en telefoonnummer van de geconsulteerde arts; e. in geval van een andere dringende reden voor de absentie dan ziekte of ongeval: een duidelijke omschrijving van die reden of oorzaak.
11
7. Indien het bericht van verhindering als bedoeld in lid 6 niet vóór de aanvang van het onderdeel van het schoolexamen wordt gegeven, dient de kandidaat of diens wettelijke vertegenwoordiger tevens genoegzame bewijzen te leveren van de onmogelijkheid vóór de aanvang van het onderdeel van het schoolexamen bedoeld bericht te geven; zonder deze bewijzen wordt de afwezigheid gezien als een onregelmatigheid. (zie ook lid 1 van dit artikel). 8. De directeur kan voor het beoordelen van de geldigheid van de reden van de absentie het overleggen van nadere bewijsstukken verlangen. Bijv.:In geval van ziekmelding van een kandidaat heeft de kandidaat de verplichting een consultatiebewijs van de behandelend geneesheer te tonen en heeft de directeur het recht een controlerend geneesheer in te schakelen, dan wel een huisbezoek bij de betreffende kandidaat af te (laten) leggen. 9. De directeur of de secretaris van het eindexamen onderzoekt de mogelijkheid de kandidaat volgens de geldende regels op de vastgestelde tijd, doch op een andere dan de vastgestelde plaats het onderdeel van het schoolexamen te laten afleggen; is naar zijn oordeel deze mogelijkheid in redelijkheid aanwezig, dan wordt aan de kandidaat geen uitstel van bedoeld onderdeel van het schoolexamen toegestaan. 10. Indien de directeur ervan overtuigd is dat de kandidaat geen mogelijkheid had om een onderdeel van het schoolexamen op de vastgestelde plaats en tijd af te leggen, dan wordt de kandidaat de gelegenheid geboden een extra herkansing voor het betreffende onderdeel op een ander moment af te leggen. 11. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de toezichthouder of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de directeur of de secretaris van het examen, de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten behoudt het tot dan toe gemaakte werk zijn geldigheid. Uitsluitend in bijzondere gevallen kan de directeur het gemaakte werk ongeldig verklaren. Een kandidaat die vóór de zitting onwel is, dient altijd contact met de examencommissie op te nemen over wel of geen deelname aan de zitting. Een kandidaat die tijdens de zitting onwel wordt dient dit altijd aan de surveillant te melden. Zonder deze melding kan achteraf beroep op onwel zijn niet worden geaccepteerd. 12. In bijzondere gevallen kan de directeur besluiten een in de schoolexamenregeling vastgesteld onderdeel van het schoolexamen uit te stellen voor alle daarbij betrokken kandidaten. 13. Indien een kandidaat door ziekte of andere externe factoren niet in staat is een praktische opdracht op de uiterste inleverdatum in te leveren, kan in overleg met de betrokken docent en de secretaris van het eindexamen een andere uiterste inleverdatum vastgesteld worden. Hierbij is artikel 11.6 van dit reglement van toepassing. 14. Technische mankementen (bijv. defecte printers) gelden niet als excuus voor het te laat inleveren. Artikel 12 Herkansing en herexamen 1 a. Een kandidaat die examen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o./ v.m.b.o. aflegt, heeft het recht aan herkansingen voor het schoolexamen deel te nemen. b. Het aantal herkansingen per leerjaar bedraagt minimaal 1 en maximaal 15 % van het totale aantal herkansbare toetsen.De school bepaalt binnen deze marge het aantal herkansingen per leerjaar en de school bepaalt onder welke voorwaarden deze herkansingen kunnen worden afgelegd. Dit aantal herkansingen en de geldende voorwaarden worden vermeld in het pta van dit jaar. c. Indien een kandidaat geen gebruik maakt van de herkansingen in een leerjaar, vervalt het recht op deze herkansingen na het afsluiten van het desbetreffende leerjaar. d. In bijzondere gevallen kan de directeur extra herkansingen toekennen. 2 a. Als een kandidaat voor enig onderdeel van het schoolexamen aan een herkansing deelneemt, wordt bij de bepaling van het eindcijfer voor het schoolexamen voor het desbetreffende vak de hoogste van de beoordelingen meegeteld. b. de kandidaat moet zelf op de in het tijdschema examenklassen aangegeven tijd schriftelijk te kennen geven, dat hij voor een herkansing, overeenkomstig de onder 1. genoemde voorwaarden, in aanmerking wil komen; c. de directeur bepaalt, zo nodig na overleg met de examinator van het desbetreffende vak, op welk tijdstip de herkansing voor een bepaald onderdeel van dat vak zal plaatsvinden. Dit tijdstip wordt tijdig aan de belanghebbende kandidaten meegedeeld. 3. a. Onverminderd artikel 11 sub 1.b en artikel 12 sub 1 en 2, kan de kandidaat een vak, waarin alleen een schoolexamen wordt afgelegd, opnieuw afleggen middels een herexamen, indien hij voor dat vak een eindcijfer heeft behaald lager dan 6.
12
Het aantal af te leggen herexamens wordt door de school bepaald. Dit aantal herexamens wordt vermeld in het pta. Het herexamen omvat door de directeur aangegeven onderdelen van het examenprogramma. b. De directeur stelt vast hoe het cijfer van het herexamen wordt bepaald, waarbij de cijfers van die toetsen van het eerder afgelegde schoolexamen worden betrokken die betrekking hadden op niet tot het herexamen behorende onderdelen van het examenprogramma. c. Het hoogste van de twee cijfers behaald bij 1. het herexamen in een vak en 2. bij het eerder afgelegde schoolexamen in dat vak geldt als eindcijfer voor dat vak. d. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de kandidaat die deeleindexamen aflegt. Artikel 13 Mededeling beoordeling schoolexamen 1. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de directeur aan de kandidaat bekend, voorzover van toepassing: a. welke eindcijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, b. de eindbeoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, en c. de eindbeoordeling van het profielwerkstuk of het sectorwerkstuk Artikel 14 Belemmeringen en geschillenregeling 1. Indien een kandidaat tijdens de afname van een onderdeel van het schoolexamen meent te worden benadeeld door belemmeringen zoals het uitvallen van een koptelefoon bij een luistertoets of een onjuiste vraagstelling in de opgaven, dient hij dit te melden bij de surveillant. Indien een belemmering na afloop van het onderdeel wordt geconstateerd, dan dient de kandidaat dit zo spoedig mogelijk te melden bij de betrokken leraar/examinator. 2. Na melding aan de surveillant respectievelijk de leraar/examinator worden na het onderzoek zo nodig maatregelen getroffen. 3. Een kandidaat die het niet eens is met de getroffen maatregelen dan wel om andere redenen het niet eens is met de gang van zaken bij een bepaald onderdeel van het schoolexamen, kan binnen twee schooldagen schriftelijk bezwaar indienen bij de directeur. 4. De directeur doet binnen vijf schooldagen na de indiening uitspraak, nadat hij alle betrokkenen heeft gehoord. Hij stelt onverwijld de desbetreffende kandidaat schriftelijk op de hoogte van zijn uitspraak, onder vermelding van de mogelijkheid tot beroep bij de Commissie van Beroep als bedoeld in artikel 5, lid 6 van dit reglement. Dit beroep moet worden ingesteld binnen drie schooldagen. Tevens stelt hij de examinator op de hoogte. Artikel 15 Uitstel Uitstel voor het maken van onderdelen van het schoolexamen om andere redenen dan ziekte kan uitsluitend in bijzondere gevallen worden verleend. Onverminderd blijft dan artikel 11 sub 1.b geldig. Verzoeken daartoe worden zo spoedig mogelijk ingediend bij de secretaris van het eindexamen. De directeur beslist op dit verzoek. Artikel 16 Vervanging directeur Ten aanzien van de door de directeur te nemen beslissingen kan hij zich laten vervangen. Artikel 30 Slotbepaling Bepalingen van dit reglement mogen niet in strijd zijn met het Eindexamenreglement. Het Eindexamenreglement prevaleert. In alle gevallen, waarin noch het Eindexamenbesluit noch dit Examenreglement voorziet, beslist het college van bestuur van de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam.
Rotterdam, 16 juni 2014, namens het college van bestuur van stichting BOOR
A.C. de Visch Eybergen 13
Toelichting op de gebruikte kolomkoppen en afkortingen voor nietexamenklassen Kolomkop
Gebruikte afkortingen en notaties
Toets
V = Voortgangstoets (met nummer, bijv. V42= Voortgangstoets 2 in leerjaar 4) PO = Praktische Opdracht (met nummer, bijv. PO41) HD = Handelingsdeel (met nummer, bijv. HD41 = Handelingsdeel 1 in leerjaar 4); voor precieze eisen volgt instructiedocument van docent
Week
Weeknummer waarin getoetst wordt; nummers volgens de officiële weeknummering
Wijze
S C M KL I P
Duur
Tijdsduur in minuten: 45, 90 of 135 minuten voor S en C, afwijkende tijdsduur mogelijk voor M, KL en P
Weegfactor
Hoe zwaar telt het werk mee bij de overgang naar het volgende leerjaar? In weegfactoren: 1, 2 of 4.
Belangrijk
= = = = = =
Schriftelijk Computer nodig Mondeling Kijk- en/of Luistertoets Inleveren Practicum
Bij de PO‟s staat de weegfactor in procenten weergegeven. Indien er staat 20% dan telt deze PO 20% voor het SE en 20% voor de overgang naar Havo 5 Behalve de hier genoemde toetsen met weegfactor 4, kunnen er gedurende een periode nog kleinere voortgangstoetsen gegeven worden met weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd. Het gemiddelde van alle voortgangstoetsen telt voor een bepaald persentage mee voor het SE. Bij elk vak staat aangegeven voor hoeveel procent.
14
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Aardrijkskunde
Methode
Buitenland
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Hoofdstuk 1 WERELD Globalisering
S
90
4
V52
TW2
Hoofdstuk 2 AARDE Endogene en exogene krachten
S
90
4
V53
TW3
Hoofdstuk3 GEBIEDEN Zuidoost-Azië
S
90
4
V54
TW4
Hoofdstuk 4 LEEFOMGEVING Stedelijke gebieden
S
90
4
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE e
Toegestane hulpmiddelen: Bosatlas 54 druk, Nederlands woordenboek, niet-grafische rekenmachine
15
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Biologie
Methode
Biologie voor jou, VWO 5, 5 editie
e
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Biologie voor jou, VWO 5, Thema 1 en 2
S
90
4
V52
TW2
Biologie voor jou, VWO 5, Thema 1 t/m 3
S
90
4
V53*
10
Biologie Olympiade*
S
90
2
V54
TW3
Biologie voor jou, VWO 5, Thema 1 t/m 5
S
90
4
V55
TW4
Biologie voor jou, VWO 5, Thema 1 t/m 6
S
90
4
PO51
26
Praktische Opdracht: bestaat uit een aantal practica gedurende het jaar
P/I
15%
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE e
Toegestane hulpmiddelen: BINAS 6 druk, niet-grafische rekenmachine *V53 Biologie Olympiade is niet herkansbaar
16
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Duits
Methode
Na klar! (TB, WB deel A en deel B, e-pack) + Lijsters
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
Leesvaardigheid
S
90
4
Kapitel 1 & Literatuur
S
90
4
(Kijk-) Luistervaardigheid
KL
60
4
V51
P1
V52
TW1
V53
P2
V54
TW2
Kapitel 2 & Literatuur
S
90
4
V55
TW3
Schrijfvaardigheid
C
90
4
V56
P3
Leesvaardigheid
S
90
4
V57
TW3
Kapitel 3
S
45
4
HD51
P4
Zoals beschreven in de studiewijzer. Het dossier moet compleet zijn en wordt tijdens het mondeling examen
I
ingeleverd. V58
TW4
Spreekvaardigheid
M
20
4
V59
TW4
Kapitel 4 en 5 & Literatuur
S
90
4
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 10% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: Onderdeel literatuur: Woordenboek Duits-Nederlands // Schrijfvaardigheid : Woordenboek Nederlands-Duits 17
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Economie Index, economie voor de tweede fase, VWO editie
Methode
Toets
Katernen: “De Nederlandse Economie”, “Markten en Welvaart”, “Werk en Inkomen” en “Waarde van de Munt”
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
S
90
4
S
90
4
S
135
4
S
135
4
De Nederlandse Economie hoofdstuk 1 V51
TW1
V52
TW2
V53
TW3
V54
TW4
Markten en Welvaart hoofdstuk 1 en 2 De Nederlandse Economie hoofdstuk 2 Markten en Welvaart hoofdstuk 3 en 4 Werk en Inkomen helemaal Keuzeonderwerp: Keynesiaans model De Nederlandse economie helemaal
PO51
-
Waarde van de Munt hoofdstuk 1 en 2 PO Klassenexperimenten
I
20%
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
In klas 5 wordt een start gemaakt met „‟klaslokaalexperimenten‟‟. Daarvan wordt een dossier gemaakt en dat zal uiteindelijk leiden tot een PO cijfer. Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: NIET - grafische rekenmachine
18
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
English
Methode
Of Course! by Malmberg
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Of Course! unit 1 Grammar & Vocabulary
S
45
4
V52
TW1
CITO Reading Test multiple choice & open questions
S
45
4
V53
TW2
Of Course! unit 2 Grammar & Vocabulary
S
45
4
V54
TW2
Speaking Exam: in group setting, assessed individually
M
20
4
V55
TW3
Of Course! unit 3 Grammar & Vocabulary
S
45
4
V56
TW3
Watching- & Listening Test
KL
60
4
V57
TW4
Of Course! unit 4 Grammar & Vocabulary
S
45
4
V58
TW4
CITO Reading Test multiple choice & open questions
S
45
4
HD51
42
Writing File: 1 writing assignment
S
l
HD52
50
Speaking Exam File: group file about a controversial topic (4 articles + 2 documentaries and/or films)
S
l
HD53
22
Literature File: 5 book assignments (3 assignments this year + 2 assignments from 4V)
S
l
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd. - Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing. - Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 10% mee voor het SE. - De handelingsdelen moeten als voldoende worden beoordeeld om deel te mogen nemen aan het bijbehorende tentamen. Voor de exacte invulling van de handelingsdelen – volg instructie docent en studiewijzer. Vanaf periode 2 worden onderdelen uit Of Course! unit 5 meegenomen in de toetsen V53, V55 en V57. Toegestane hulpmiddelen: Bij V52 & V58 zijn woordenboeken Nederlands-Engels & Engels-Nederlands toegestaan. 19
Leerjaar
5 VWO 2014 – 2015
Vak
Frans
Methode
Grandes Lignes, Wolfert Literatuurbundel, aantekeningen / Google Drive
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Leesvaardigheid
S
90
4
V52
TW2
Kijk- en Luistervaardigheid
KL
60
4
V53
TW3
Spreekvaardigheid
M
15
4
V54
TW4
Schrijfvaardigheid
S
90
4
Zoals beschreven in de studiewijzer / in de agenda. De handelingsdelen en verplichte taken moeten als voldoende worden beoordeeld binnen de aangegeven periode om deel te mogen nemen aan de schoolexamens van de aangegeven periode.
I
HD51 -
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kunnen er voor dit vak per periode ook één of meerdere kleinere toetsen worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 0 en ze zijn bedoeld als diagnostische toets. Zij worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
De hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing, echter de diagnostische toets zou moeten zorgen voor zoveel informatie over verbeterpunten, dat leerlingen de uiteindelijke toets voldoende kunnen maken.
Toegestane hulpmiddelen: - TW1 Woordenboek F-N - TW4 Woordenboek N-F
20
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Geschiedenis FENIKS, Overzicht van de Geschiedenis VWO FENIKS Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland VWO
Methode
FENIKS Het Midden Oosten VWO Door de docent uit te reiken materiaal
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland (desbetreffende katern).
S
90
4
V52
TW2
De Middeleeuwen, Overzicht van de Geschiedenis H3 en H4.
S
90
4
V53
TW3
De Industriële Revolutie, Overzicht van de Geschiedenis H8, paragraaf 1 en 2, en digitaal katern Lancashire.
S
90
4
V54
TW4
Islam en de geschiedenis van het moderne nabije Midden Oosten (desbetreffende katern).
S
90
4
PO51
P3&4 Werkstuk en referaat over een zelf te kiezen historisch onderwerp.
M/I
10%
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 40% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: niet van toepassing
21
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Grieks
Methode
Door de docent verstrekte teksten
Toets
Week Stofomschrijving
V51
TW1
HD51
42
V52
TW2
HD52
51
V53
TW3
HD53
11
V54
TW4
HD54
22
Wijze
Duur
Weegfactor
Epiek: Homeros - Ilias (Literatuurexamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Epiek: Homeros – Ilias (Literatuurexamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Tragedie: Euripides - Medea (Literatuurtentamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Filosofie: Plato (Literatuurtentamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 50% mee voor het SE
Verplichte hulpmiddelen: Woordenboek GR – NE van Hupperts, uitgeverij “Eisma Edumedia BV”
22
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Klassieke Culturele Vorming (KCV) FORUM, Basisboek Klassieke Culturele Vorming.
Methode
Themaboek Klassieke Culturele Vorming, Sterke vrouwen in de Oudheid. Door de docent uit te reiken materiaal.
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
T51
TW1
FORUM hoofdstuk 7: Geschiedenis van Griekenland (p. 163-175)
S
45
10%
T52
TW2
FORUM hoofdstuk 6: Filosofie, religie en levensbeschouwing (p. 113-140)
S
45
10%
T53
TW3
FORUM hoofdstuk 6: Filosofie, religie en levensbeschouwing (p. 133-162)
S
45
10%
T54
TW4
FORUM hoofdstuk 7: Geschiedenis van Rome (p. 176-188)
S
45
10%
PO51
Opdrachten uit THEMABOEK Sterke vrouwen uit de Oudheid (inleverdatum in overleg, maar voor TW4).
I
HD51
Opdracht Griekenland/vervangende opdracht in de les over een Grieks onderwerp.
I
HD52
Opdracht Rome (najaar 2015, dus schooljaar 2015/2016).
I
10%
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het eindcijfer van dit jaar is 50% van het SE cijfer. De andere 50% bestaat uit het eindcijfer KCV leerjaar 4.
-
KCV wordt aan het einde van VWO 5 afgesloten (onder voorbehoud van het voldoen aan HD 52 in leerjaar 6). Het eindcijfer is een onderdeel van het combinatiecijfer.
Toegestane hulpmiddelen: niet van toepassing
23
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Kunstvak Algemeen en Kunstvak Beeldende Vorming
Methode
Art Historie Gouden eeuw de Art Historie de 19 eeuw Begrippenlijst
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Gouden eeuw hoofdstuk 1, 2 en 4
SC
45
2
V52
TW2
Gouden eeuw hoofdstuk 3, 5 en 6 Begrippenlijst
SC
45
2
V53
TW3
De 19e eeuw Hoofdstuk 1 t/m 3
SC
45
2
V54
TW4
De 19 eeuw Hoofdstuk 4 t/m 7 Begrippenlijst
SC
45
2
V55
42
Logboek
I
2
V56
42
Opdracht 1, zie studiewijzer
I
4
V57
2
Logboek
I
2
V58
2
Opdracht 2, zie studiewijzer
I
4
V59
12
Logboek
I
2
V510
12
Opdracht 3, zie studiewijzer
I
4
V511
23
Logboek
I
2
V512
23
Opdracht 4, zie studiewijzer
I
4
Totaal kleine presentaties, kleine po‟s, zie studiewijzer
I
2
de
V513 -
Alleen V51 t/m V54 komen in aanmerking voor herkansing.
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE. Toegestane hulpmiddelen: niet van toepassing 24
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Latijn
Methode
Door de docent verstrekte teksten
Toets
Week Stofomschrijving
V51
TW1
HD51
42
V52
TW2
HD52
51
V53
TW3
HD53
11
V54
TW4
HD54
22
Wijze
Duur
Weegfactor
Epistolografie: Cicero (Literatuurexamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Epistolografie: Plinius (Literatuurexamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Filosofie: Seneca (Literatuurtentamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
Poëzie: Ovidius - Metamorphoses (Literatuurtentamen + Proefvertaling)
S
90
4
Proefvertaling
I
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 50% mee voor het SE
Verplichte hulpmiddelen: Woordenboek LA – NE van Harm Pinkster, uitgeverij “Amsterdam University Press”
25
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Lichamelijke opvoeding
Methode Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
HD41
P1
Handbal, voetbal, actief/sportief deelnemen aan de L.O. lessen, daltonvaardigheden en presentie
P
P1
-
HD42
P2
Badminton, volleybal, actief/sportief deelnemen aan de L.O. lessen, daltonvaardigheden en presentie
P
P2
-
HD43
P3
Turnen, zaalhockey, zelfverdediging, actief/sportief deelnemen aan de L.O. lessen, daltonvaardigheden en presentie
P
P3
-
HD44
P4
Softbal, hockey, Actief/sportief deelnemen aan de L.O. lessen, daltonvaardigheden en presentie
P
P4
-
-
Voor dit vak zijn er alleen handelingsdelen en geen toetsen.
-
Alle handelingsdelen moeten voldoende worden afgesloten om over te kunnen naar het volgende leerjaar
Verplichte hulpmiddelen: Gymkleding
26
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Management en Organisatie
Methode
Percent Management en Organisatie voor VWO
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Hoofdstukken 1 t/m 4.2
S
90
4
V52
TW2
Hoofdstukken 1 t/m 7
S
90
4
V53
TW3
Hoofdstukken 1 t/m 9 + 17
S
135
4
V54
TW4
Hoofdstuk 1 t/m 14 + 17
S
135
4
PO51
48
I/C
45
20%
Het maken van begrotingen in EXCEL
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: niet-grafische rekenmachine
27
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Natuurkunde
Methode
Systematische Natuurkunde (8 editie)
Toets
e
Week Stofomschrijving Arbeid en energie
Wijze
Duur
Weegfactor
S
90
4
S
90
4
V51
TW1
V52
TW2
V53
TW3
Relativiteit
S
90
4
V54
TW4
Kern en Deeltjesfysica
S
90
4
PO51
P2-4
Modeller of Programeeropdracht
P
Impuls Cirkelbeweging en Gravitatie Trillingen en Golven
10%
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE e
Verplichte hulpmiddelen: BINAS 6 druk, niet-grafische rekenmachine
28
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Nederlandse taal- en letterkunde
Methode
Nieuw Nederlands 5/6 vwo; materiaal letterkunde
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
Repetitie renaissance
S
45
4
V52
TW2
Repetitie leesvaardigheid
S
90
4
V53
TW3
Repetitie verlichting en romantiek
S
45
4
V54
TW4
Repetitie beschouwing
C
120
4
HD51
42
Boek 1 themalijst: 2 recensies en 1 uittreksel
I
-
-
HD52
51
Boek 2 themalijst: 2 recensies en 1 uittreksel
I
-
-
HD53
11
Boek 3 themalijst: 2 recensies en 1 uittreksel
I
-
-
HD54
21
Boek 4 themalijst: 2 recensies en 1 uittreksel
I
-
-
HD55
21
Documentatiemap over een zelfgekozen onderwerp, ter voorbereiding op V54
I
-
-
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd. Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing. Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 10% mee voor het SE.
Toegestane hulpmiddelen: Bij V54: door de leerling zelf aangelegde documentatiemap Bij HD55: het handelingsdeel moet op tijd zijn ingeleverd én als voldoende worden beoordeeld om deel te mogen nemen aan de bijbehorende voortgangstoets. Handelingsdelen: voor de exacte invulling van de handelingsdelen – volg instructie docent en studiewijzer. 29
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Scheikunde
Methode
Chemie Overal
Toets
Week
Stofomschrijving
V51
TW1
V52
Wijze
Duur
Weegfactor
Hoofdstuk 7 en 8 van deel 4VWO + reactiesnelheid
S
90
4
TW2
Hoofdstuk 8,9 en 10 deel vwo 5
S
90
4
V53
TW3
Hoofdstuk 11 en 15 deel vwo 5
S
90
4
V54
TW4
Koolstofchemie: Hoofdstuk 6 deel 4vwo, hoofdstukken 12,13 en 14 deel 5vwo (voor zover we komen)
S
90
4
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 20% mee voor het SE e
Toegestane hulpmiddelen: Binas 6 druk, niet-grafische rekenmachine
30
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Wiskunde A
Methode
Getal en Ruimte
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
S
90
4
S
90
4
S
90
4
S
90
4
H7 veranderingen V51
TW1
H8 de normale verdeling H9 rijen en goniometrie
V52
TW2
V53
TW3
V54
TW4
H10 allerlei functies. Voorkennis h2, h5, h7 K.2 keuzeonderwerp: Matrices paragraaf 1 en 2 K.2 keuzeonderwerp: Matrices (gehele hoofdstuk) H11 kansverdelingen. Voorkennis h1, h3, h4, h6, h8 H12 differentieren. Voorkennis h2, h5, h7, h10
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 25% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: grafische rekenmachine
31
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Wiskunde B
Methode
Getal en Ruimte
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
h9 exponentiële en logaritmische functies
S
90
4
V52
TW2
h10 Integraalrekening
S
90
4
V53
TW3
h11 goniometrie en beweging
S
90
4
V54
TW4
hK keuzeonderwerp: Voortgezette integraalrekening
S
90
4
HD51
23/1
deelname Wiskunde Olympiade
S
120
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing.
-
Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 25% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: grafische rekenmachine
32
Leerjaar
5 VWO 2014-2015
Vak
Wiskunde D
Methode
Getal en Ruimte
Toets
Week Stofomschrijving
Wijze
Duur
Weegfactor
V51
TW1
h9 lijnen en cirkels
S
90
4
V52
TW2
Toegepaste Wiskunde
S
90
4
V53
TW3
h11 kegelsneden
S
90
4
V54
TW4
h8 + 12 complexe getallen gebruiken (Grafische Rekenmachine niet toegestaan)
S
90
4
-
-
Behalve de hierboven genoemde toetsen met weegfactor 4, kan er voor dit vak per periode ook minimaal 1 kleinere toets worden gegeven. Voor deze kleinere toets(en) geldt een weegfactor 1 of 2. Deze worden via de studiewijzer aangekondigd.
-
Alleen hierboven genoemde toetsen komen in aanmerking voor herkansing. Het gemiddelde cijfer van de voortgangstoetsen telt bij dit vak voor 25% mee voor het SE
Toegestane hulpmiddelen: grafische rekenmachine
33
Kalender met weeknummers aug-14 Wk. Ma 31 32 4 33 11 34 18 35 25 nov-14 Ma 44 45 3 46 10 47 17 48 24 feb-15 Ma 5 6 2 7 9 8 16 9 23 mei-15 Ma 18 19 4 20 11 21 18 22 25
Di Wo Do Vr 1 5 6 7 8 12 13 14 15 19 20 21 22 26 27 28 29
Za 2 9 16 23 30
Di Wo Do Vr Za 1 4 5 6 7 8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29
Zo 3 10 17 24 31
sep-14 Wk. Ma 36 1 37 8 38 15 39 22 40 29
Zo 2 9 16 23 30
dec-14 Ma 49 1 50 8 51 15 52 22 1 29
Di Wo Do Vr Za Zo 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28
Di Wo Do Vr 1 5 6 7 8 12 13 14 15 19 20 21 22 26 27 28 29
Za 2 9 16 23 30
Zo 3 10 17 24 31
mrt-15 Ma 9 10 2 11 9 12 16 13 23 14 30 jun-15 Ma 23 1 24 8 25 15 26 22 27 29
Di 2 9 16 23 30
Di 2 9 16 23 30
Wo 3 10 17 24
Wo 3 10 17 24 31
Do 4 11 18 25
Vr 5 12 19 26
Do Vr 4 5 11 12 18 19 25 26
Za 6 13 20 27
Za 6 13 20 27
Zo 7 14 21 28
Zo 7 14 21 28
Di Wo Do Vr Za Zo 1 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29 31
okt-14 Wk. Ma 40 41 6 42 13 43 20 44 27 jan-15 Ma 1 2 5 3 12 4 19 5 26 apr-15 Ma 14 15 6 16 13 17 20 18 27
Di Wo 1 7 8 14 15 21 22 28 29
Do 2 9 16 23 30
Di Wo Do 1 6 7 8 13 14 15 20 21 22 27 28 29
Di Wo 1 7 8 14 15 21 22 28 29
Do 2 9 16 23 30
Vr 3 10 17 24 31
Vr 2 9 16 23 30
Za 4 11 18 25
Za 3 10 17 24 31
Zo 5 12 19 26
Zo 4 11 18 25
Vr 3 10 17 24
Za 4 11 18 25
Zo 5 12 19 26
Do Vr 2 3 9 10 16 17 23 24 30 31
Za 4 11 18 25
Zo 5 12 19 26
Week 43:
Herfstvakantie
30 okt. t/m 7 nov.:
Tentamenweek 1
Week 52 en 1:
Kerstvakantie
15 t/m 23 januari:
Tentamenweek 2
Week 9:
Voorjaarsvakantie
23 maart t/m 1 april:
Tentamenweek 3
Week 19:
Meivakantie
10 juni t/m 18 juni:
Tentamenweek 4
6 juli t/m 8 juli:
Profielwerkstuk
13 juli
Begin zomervakantie
jul-15 Di 2 9 16 23 30
Wo 3 10 17 24
Do Vr 4 5 11 12 18 19 25 26
Za 6 13 20 27
Zo 7 14 21 28
27 28 29 30 31
Ma Di Wo 1 6 7 8 13 14 15 20 21 22 27 28 29
34