Profielen technische beroepen van de toekomst Strategiedocument voor HHS Opdrachtgever: Haagse Hogeschool Rotterdam, 13 juli 2012
Profielen technische beroepen van de toekomst
Strategiedocument voor HHS
Opdrachtgever: Haagse Hogeschool
Rateb Abawi Karel Kans Ruud van der Aa Bijlage instroom: Nando Rensen (Haagse Hogeschool)
Rotterdam, 13 juli 2012
Over Ecorys
Met ons werk willen we een zinvolle bijdrage leveren aan maatschappelijke thema’s. Wij bieden wereldwijd onderzoek, advies en projectmanagement en zijn gespecialiseerd in economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkeling. We richten ons met name op complexe markt-, beleids- en managementvraagstukken en bieden opdrachtgevers in de publieke, private en not-forprofit sectoren een uniek perspectief en hoogwaardige oplossingen. We zijn trots op onze 80-jarige bedrijfsgeschiedenis. Onze belangrijkste werkgebieden zijn: economie en concurrentiekracht; regio’s, steden en vastgoed; energie en water; transport en mobiliteit; sociaal beleid, bestuur, onderwijs, en gezondheidszorg. Wij hechten grote waarde aan onze onafhankelijkheid, integriteit en samenwerkingspartners. Ecorys-medewerkers zijn betrokken experts met ruime ervaring in de academische wereld en adviespraktijk, die hun kennis en best practices binnen het bedrijf en met internationale samenwerkingspartners delen. Ecorys Nederland voert een actief MVO-beleid en heeft een ISO14001-certificaat, de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. Onze doelen op het gebied van duurzame bedrijfsvoering zijn vertaald in ons bedrijfsbeleid en in praktische maatregelen gericht op mensen, milieu en opbrengst. Zo gebruiken we 100% groene stroom, kopen we onze CO2-uitstoot af, stimuleren we het OV-gebruik onder onze medewerkers, en printen we onze documenten op FSCof PEFC-gecertificeerd papier. Door deze acties is onze CO2-voetafdruk sinds 2007 met ca. 80% afgenomen.
ECORYS Nederland BV Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected] K.v.K. nr. 24316726 W www.ecorys.nl
2
KK/YJ EO25256
Inhoudsopgave
Voorwoord 1
2
3
4
5
6
7
8
5
Inleiding
7
1.1
Achtergrond en aanleiding
7
1.2
Doelstelling
7
1.3
Werkwijze
8
1.4
Betekenis van de resultaten
1.5
Leeswijzer
9 10
3D Printing Architect
11
2.1
Beroepsprofiel
12
2.2
Toepassingsgebieden
12
2.3
Vraag op de arbeidsmarkt
13
2.4
Conclusie
13
Augmented Reality Engineer
15
3.1
Beroepsprofiel
16
3.2
Toepassingsgebieden
16
3.3
Vraag op de arbeidsmarkt
17
3.4
Conclusie
18
Traffic Engineer
19
4.1
Beroepsprofiel
20
4.2
Toepassingsgebieden
21
4.3
Vraag op de arbeidsmarkt
21
4.4
Conclusie
21
Robot Engineer
23
5.1
Beroepsprofiel
24
5.2
Toepassingsgebieden
25
5.3
Vraag op de arbeidsmarkt
25
5.4
Conclusie
26
Smart Energy Expert
27
6.1
Beroepsprofiel
28
6.2
Toepassingsgebieden
29
6.3
Vraag op de arbeidsmarkt
29
6.4
Conclusie
30
Cross-Data Analist
31
7.1
Beroepsprofiel
32
7.2
Toepassingsgebieden
32
7.3
Vraag op de arbeidsmarkt
33
7.4
Conclusie
33
Kennismanager
35
Profielen technische beroepen van de toekomst
3
9
4
8.1
Beroepsprofiel
36
8.2
Toepassingsgebieden
37
8.3
Vraag op de arbeidsmarkt
37
8.4
Conclusie
38
Life Cycle Technoloog
39
9.1
Beroepsprofiel
40
9.2
Toepassingsgebieden
41
9.3
Vraag op de arbeidsmarkt
41
9.4
Conclusie
42
Bijlage: Omvang technische arbeidsmarkt
43
Bijlage: Studentenaantallen
45
Bijlage: Instroom analyse Techniek
47
Bronnen
59
Profielen technische beroepen van de toekomst
Voorwoord
In opdracht van de Haagse Hogeschool heeft Ecorys een analyse van het werkveld van de technische opleidingen aan de Academie Technology, Innovation & Society van de Haagse Hogeschool uitgevoerd. Voor u ligt het resultaat van deze analyse, die gebaseerd is op analyse van bestaande bronnen en interviews met het bedrijfsleven en de docenten van de Haagse Hogeschool. Het doel van dit onderzoek is (beroeps)profielen van de toekomst te schetsen voor alumni van de acht technische opleidingen die in dit onderzoek centraal staan. Het gaat om de volgende opleidingen: bedrijfswiskunde, elektrotechniek, technische natuurkunde, technische bedrijfskunde, werktuigbouwkunde, mechatronica, bewegingstechnologie, human technology, industrieel product ontwerpen (hierna: IPO) en industrial design engineering (een Engelstalige driejarige opleiding gerelateerd aan IPO). Tevens wordt een kwantitatieve duiding gegeven van de vraag naar personeel in deze profielen over vier jaar. Langs deze weg willen wij graag iedereen bedanken die een bijdrage aan het onderzoek heeft geleverd, waaronder de docenten van HHS en alle geïnterviewden uit het bedrijfsleven. Karel Kans Rateb Abawi Ruud van der Aa Rotterdam, juli 2012
Profielen technische beroepen van de toekomst
5
1
Inleiding
1.1
Achtergrond en aanleiding De Haagse Hogeschool (HHS) kent twee academies voor techniekopleidingen. Beide academies ontwikkelen een meerjarenstrategie. In deze strategie moet onder andere rekening gehouden worden met de instroom van nieuwe studenten, aansluiting van opleidingsaanbod op het werkveld, het bepalen van de gewenste formatie en het bepalen van de bijdrage die de partners in het bedrijfsleven kunnen leveren. De technische academies van de HHS proberen tevens een nieuwe wijze te ontwikkelen waarop het beleid tot stand komt. Het beleid is bepalend voor het vormgeven aan het opleidingsaanbod en de opleidingsinhoud en kan consequenties hebben voor de gewenste samenstelling van de formatie. Hierbij gelden de volgende aandachtspunten: •
focus op meerjarenbeleid en –begroting;
•
docenten zijn bewust van vraag/aanbod (kweekvijver versus beroepen van de toekomst);
•
dialoog aangaan met afnemend werkveld om meerjarenbeleid vorm te geven.
Om vorm te geven aan het toekomstige aanbod aan technische opleidingen heeft de HHS behoefte aan informatie over de toekomstige vraag bij het bedrijfsleven aan hbo’ers techniek. Het gaat hierbij niet alleen om de verwachte omvang van de vraag van de arbeidsmarkt, maar ook om de aard van de beroepen waar in de toekomst vraag naar zal zijn. Hiertoe is bij de Academie Technology, Innovation & Society van de HHS een traject gestart waarbij acht opleidingen in gesprek gaan met het bedrijfsleven om de vraag van het werkveld helder te krijgen. De opleidingen die meedoen in dit traject zijn de technische opleidingen die aan de HHS in Delft worden gegeven, namelijk bedrijfswiskunde, elektrotechniek, technische natuurkunde, technische bedrijfskunde, werktuigbouwkunde en mechatronica. Ook worden de volgende opleidingen uit het domein Engineering die aan de HHS in Den Haag worden gegeven meegenomen: bewegingstechnologie, human technology, industrieel product ontwerpen (hierna: IPO) en industrial design engineering (een Engelstalige driejarige opleiding gerelateerd aan IPO).
1.2
Doelstelling Het doel van dit onderzoek is (beroeps)profielen van de toekomst te schetsen voor alumni van de acht technische opleidingen die in dit onderzoek centraal staan. Tevens wordt een kwantitatieve duiding gegeven van de vraag naar personeel in deze profielen over vier jaar. De volgende vragen worden in dit rapport beantwoord: 1.
Hoe zien (beroeps)profielen eruit waarnaar de toekomstige vraag op de arbeidsmarkt uit gaat?
2.
Hoe groot zal de vraag naar afgestudeerden voor deze profielen over vier 4 jaar zijn?
Profielen technische beroepen van de toekomst
7
1.3
Werkwijze Voor het opstellen van de profielen zijn de volgende onderzoeksactiviteiten uitgevoerd: 1. Desk research, inclusief een analyse op bestanden om de omvang van de arbeidsmarkt in kaart te brengen; 2. Interviews strategiedocenten HHS; 3. Consultatie bedrijfsleven middels 40 gestructureerde telefonische interviews. Desk research, gebruik bestaand onderzoek Op basis van bestaande literatuur zijn tien profielen opgesteld die als input dienen voor de gesprekken met de strategiedocenten en het bedrijfsleven. In de bijlage van het rapport is een overzicht van de gebruikte bronnen opgenomen. 1
Veel gebruik gemaakt is van de Sectoranalyse hbo-techniek . Er zijn enkele aanvullende analyses op de achterliggende data uitgevoerd om de regionale arbeidsmarkt beter in beeld te krijgen. Hierbij is uitgegaan van de provincie Zuid-Holland als eerste bestemmingsgebied van de afgestudeerden van de HHS. Daarnaast is veel gebruik gemaakt van profielen die opgesteld zijn in het kader van het project 2
Betamentality. Een aantal profielnamen is hiervan overgenomen. Op basis van de deskresearch is een beknopte notitie opgesteld die als input heeft gediend voor de gesprekken met de strategiedocenten. Interviews strategiedocenten HHS Ecorys heeft met de strategiedocenten van de opleidingen face-to-face interviews uitgevoerd. In deze interviews is het volgende aan de orde gekomen: •
Typering van de bedrijven waar voor voornamelijk wordt opgeleid (sector, grootte, geografisch bestemmingsgebied van de afgestudeerde).
•
Relevante ontwikkelingen die docenten zelf zien op de arbeidsmarkt (korte termijn en (middel)lange termijn).
•
De verschillen en raakvlakken tussen de opleidingen (hierbij gaat het niet alleen om de deelnemende technische opleidingen maar in principe om alle technische opleidingen).
•
De wijze waarop de deelnemende opleidingen momenteel het onderwijs laten aansluiten op de arbeidsmarkt (o.a. op welk beroepenveld is de opleiding gericht en hoe wordt nu omgegaan met signalen van de arbeidsmarkt).
•
De beleidsvragen per opleiding (o.a. inhoudelijke aansluiting op de (toekomstige) arbeidsmarkt).
Telefonische interviews bedrijfsleven Ecorys heeft telefonische interviews met bedrijven uit het werkveld van ieder cluster van opleidingen uitgevoerd. Interviews zijn voornamelijk uitgevoerd met directeuren in het MKB en managers bij grotere bedrijven die het werkveld goed kennen. Daarnaast zijn enkele recruiters geïnterviewd. Ecorys heeft de notitie met profielen voorafgaande aan het interview verstuurd, zodat de respondent zich konden voorbereiden op het gesprek. In de gesprekken is het volgende aan de orde geweest: •
Herkenbaarheid en relevantie van de geschetste profielen en mogelijke inhoudelijke opmerkingen en aanvullingen hierop.
•
Een kwantitatieve indicatie van het aantal (nieuwe) personeelsleden met deze profielen die het bedrijf in de komende jaren nodig verwacht te hebben (procentuele indicatie ten opzichte van
1
2
8
Ecorys, (2012). Sectoranalyse hbo techniek. De toekomstige arbeidsmarkt en ontwikkelingen in onderwijs en beleid. Rotterdam: Ecorys. http://www.betamentality.nl/?pid=282&page=DE TOEKOMSTBEROEPEN
Profielen technische beroepen van de toekomst
het huidige personeelsbestand, waarbij rekening wordt gehouden met het verschil tussen zijinstroom en instroom van schoolverlaters). •
Representativiteit en relevante van overige geschetste ontwikkelingen voor het beroepenveld van de deelnemende opleidingen en voor de regio (afhankelijk van de opleiding).
•
Gevraagde competenties (bijvoorbeeld technisch/vakgerichte vs. algemene/softe competenties, breed of smal opleiden).
•
Indien de tijd dit toeliet is gesproken over de tevredenheid van het bedrijfsleven met de aansluiting op de arbeidsmarkt van technische opleidingen aan de HHS op dit moment en in de toekomst (hiaten nu en in de toekomst).
1.4
Betekenis van de resultaten Dit onderzoek is voornamelijk kwalitatief van aard. Op basis van interviews zijn ontwikkelingen geïdentificeerd die zijn uitgewerkt in profielen. Op basis van ruim 40 interviews met bedrijven is een uiteindelijke selectie van profielen gemaakt en zijn inhoudelijk aanpassingen gedaan. In de interviews hebben bedrijven aangegeven in hoeverre de geschetste ontwikkelingen betekenis hebben voor de opleidingen en hoe groot de vraag naar de nieuwe profielen zal zijn. In algemene termen wordt hierop in deze paragraaf kort ingegaan. Relatie tussen profielen en opleidingen De geschetste profielen en technologische ontwikkelingen zijn realistisch en relevant. Veel bedrijven geven aan dat deze ontwikkelingen niet per se tot een volledig nieuwe functie zullen leiden. Beroepsbeoefenaars krijgen te maken met nieuwe technologie in hun beroepsuitoefening, zonder dat zij zich tot specialist op het betreffende gebied ontwikkelen. Het is veelal een kwestie van toepassing. Het merendeel van de bedrijven geeft ook aan dat er voor de genoemde profielen geen nieuwe opleidingen hoeven te worden gestart. Binnen de bestaande opleidingen kan aan de nieuwe technologieën aandacht worden besteed. Bedrijven hebben zich ook uitgelaten over zaken die de inhoud van de profielen overstijgen. Zo is bedrijven gevraagd of zij vinden dat de opleidingen studenten zoveel mogelijk een brede basis moeten geven, of dat zij eerder als technisch specialist moeten worden opgeleid. Hoewel er geen sprake is van een eenduidig beeld, ziet een meerderheid van de bedrijven een gevaar in een te brede opleiding. Sommige bedrijven vinden opleidingen als technische bedrijfskunde en mechatronica al te breed en vinden dat een vakgebied als werktuigbouwkunde op zichzelf al breed genoeg is. Wanneer het gaat om de aandacht die aan soft skills (zoals communicatieve vaardigheden) moet worden besteed ten opzichte van hard skills (technische vaardigheden) dan is de teneur dat prioriteit gegeven moet worden aan technische competenties en een theoretische achtergrond, zonder dat bedrijven daarmee het belang van communicatieve vaardigheden of het hebben van een juiste (kritische) houding uitvlakken. Omdat technische gebieden meer en meer in elkaar grijpen moeten beroepsbeoefenaars vooral goed kunnen communiceren met personen uit andere disciplines. Een en ander verschilt uiteraard wel per vakgebied of bedrijfstype. Vraag op de arbeidsmarkt De kwantitatieve component in dit onderzoek betreft de verwachte vraag naar personeel in de nieuwe profielen. Het maken van betrouwbare prognoses over de verwachte vraag naar arbeid waarbij rekening wordt gehouden met innovatie en veranderende beroepen is zeer lastig, ten eerste omdat bij het maken van prognoses veelal wordt uitgegaan van tijdreeksen waarbij het uitgangpunt het verleden is. Ten tweede is het voor bedrijven over het algemeen lastig in te
Profielen technische beroepen van de toekomst
9
schatten hoe de vraag naar arbeid zich binnen het bedrijf zal ontwikkelen, zeker voor functies die nu nog niet bestaan.
3
Bij het maken van een inschatting van de vraag naar arbeid voor de profielen is per profiel een aantal aannames gedaan: •
Op basis van interviews is een inschatting gemaakt van de sectoren waarvoor de profielen relevant zijn en het aandeel beroepsbeoefenaars binnen een bepaalde sector of beroepsgroep (voornamelijk werktuigbouwkundigen en elektrotechnici) voor wie een ontwikkeling relevant is.
•
Op basis van gegevens over de volledige werkgelegenheid naar sector in Nederland en uitsplitsingen daarvan naar provincie zijn inschattingen gemaakt van de vraag naar de profielen in de provincie Zuid-Holland. Zuid-Holland is voor de meeste opleidingen aan de HHS het voornaamste bestemmingsgebied van alumni.
•
Bij het inschatten van het aantal baanopeningen in Zuid-Holland is uitgegaan van vergelijkbare aannames, aangevuld met de gedachte dat de verdeling van het aantal baanopeningen over provincies in Nederland gelijk is aan de verdeling van de werkgelegenheid over provincies. In werkelijkheid kunnen zich hierin om verscheidene redenen regionale verschillen voordoen.
De inschatting van de vraag naar arbeid voor de betreffende profielen is dan ook voornamelijk bedoeld om een indicatie te geven van de orde van grootte van de (vraag op de) arbeidsmarkt. Bedrijven die in de toekomst personeel met de genoemde profielen verwachten aan te nemen, denken dat ongeveer de helft van de banen ingevuld kan worden met gediplomeerde schoolverlaters. Hierbij varieert het aandeel schoolverlaters in de instroom tussen bedrijven van 10 tot 100 procent.
1.5
Leeswijzer In dit rapport volgen eerst de profielen van de toekomstberoepen die voor het bedrijfsleven het meest relevant en reëel worden gevonden. Per profiel wordt aandacht besteed aan de beroepsinhoud van het profiel, de toepassingsgebieden van het profiel en de vraag naar het profiel op de arbeidsmarkt. In de bijlagen van het rapport wordt aandacht besteed aan de omvang van de technische arbeidsmarkt in het algemeen en voor de opleidingen die in dit onderzoek aan de orde komen in het bijzonder. Hierbij komen ook de studentenaantallen in de betreffende opleidingen aan de orde. Tevens is er een door de Haagse Hogeschool uitgevoerde analyse van de instroom van studenten opgenomen.
3
10
Zie voor een toelichting op de relatie tussen technologische ontwikkeling en de vraag naar arbeid in cijfers van ROA, CBS en CPB: Linde, E.J.G. van de, Quick scan robotica, onderwijs en arbeid. Stichting Toekomstbeeld der Techniek, Den Haag, 2010.
Profielen technische beroepen van de toekomst
2
3D Printing Architect
Profielen technische beroepen van de toekomst
11
2.1
Beroepsprofiel De 3D Printing Architect is in de toekomst een belangrijke technicus die met behulp van 3D printtechnologie nieuwe oplossingen ontwerpt voor het bedrijfsleven en de consument. Met behulp van 3D printing kunnen producten of onderdelen ter plekke worden geproduceerd, waardoor minder transport nodig is en levertijden korter zijn. In het jaar 2020 is 3D printen de gewoonste zaak geworden en wordt het zowel in het bedrijfsleven als in het dagelijks leven door de consument op grote schaal toegepast. Ieder huishouden in Nederland beschikt inmiddels over een 3D printer. Onderdelen van huishoudelijke apparatuur van bijvoorbeeld kunststof of aluminium kunnen thuis geproduceerd en vervangen worden. De consument downloadt een model om het vervolgens met zijn 3D printer thuis uit te printen. Op locaties in bijvoorbeeld de bouw kunnen grote onderdelen worden geprint. De 3D Printing Architect ontwerpt deze printers en maakt applicaties voor de printers. Daarvoor heeft de 3D Printing Architect kennis van ICT, elektronica, werktuigbouwkunde en mechatronica nodig. Door zijn kennis en kunde kan je thuis een model in 3D printen. Modeleren is daarom een belangrijk onderdeel binnen dit vakgebied. 3D printing is relevant voor een groot aantal vakgebieden. Voor werktuigbouwkundigen mechatronici, elektrotechnici, industrieel product ontwerpers en informatici wordt 3D printen een steeds belangrijkere toepassing. De toepassing wordt ook voor bijvoorbeeld bewegingstechnologen en in de bouw relevant. Voor sommigen wordt het een toepassing waar ze regelmatig mee te maken hebben, anderen ontwikkelen zich tot fulltime specialisten. Omdat 3D printtechnologie met meerdere technische opleidingen raakvlakken heeft, zullen er verschillen technische beroepen rondom dit vakgebied ontstaan. Inhoudelijke beroepen: •
Ontwerper/ Constructeur (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, mechatronica);
•
Programmeur (technische informatica);
•
Bouwkundig architect (bouwkunde).
Management beroepen: •
Projectleider;
•
Marketing en verkoopmanager (technische bedrijfskunde).
De 3D Printing Architect moet beschikken over de volgende kennis en competenties: •
Werktuigbouwkunde en elektrotechniek, voor zowel het ontwerp van de printers als het ontwerp
•
Materiaalkunde. De huidige technologie gebruikt nog veelal broze materialen. Zaak is dat ook in
van de te printen objecten. stevige materialen wordt geprint zodat geprinte voorwerpen duurzaam gebruikt kunnen worden. Naast kunststoffen en aluminium valt te denken aan andere metalen en beton. Dit betekent dat er gebouwen geprint kunnen worden. Daarom is de opleiding bouwkunde ook relevant. Op dit gebied is nog veel ontwikkeling nodig. •
2.2
Kennis van ICT.
Toepassingsgebieden Bedrijven die aangeven dat 3D printtechnologie relevant wordt, zijn productiebedrijven en bedrijven met activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Op dit moment worden 3D printing
12
Profielen technische beroepen van de toekomst
vooral ingezet voor het maken van modellen en prototypes (rapid prototyping). In de toekomst wordt de techniek ook ingezet voor de productie van componenten en eindproducten in kleine oplagen (rapid manufacturing), zowel voor gebruik in de industrie en de bouw (printen in beton), de zorg als voor huishoudelijk gebruik. Verschillende bedrijven maken gebruik van 3D printers. Voor bedrijven is het al normaal om prototypes en verpakkingsmateriaal tot functionerende modellen in 3D te printen. Dit betekent dat wanneer de vraag naar de 3D printers groter wordt bij bedrijven en consumenten, er automatisch ook meer vraag zal zijn naar 3D Printing Architecten. Volgens de respondenten is er nog veel onderzoek nodig om de 3D printers goedkoop te kunnen produceren. Tevens zijn er respondenten die sceptisch zijn over de 3D printtechnologie. Deze respondenten vinden de 3D printtechnologie wel realistisch, maar hebben hun twijfels bij de houdbaarheid van deze technologie. De vraag is hoe lang deze technologie blijft bestaan en of deze snel vervangen wordt door andere technologieën. Dit profiel heeft daarom een bredere inzetbaarheid nodig in de toekomst: de 3D Printing Architect moet breed inzetbaar zijn en naast 3D printtechnologie ook kennis hebben van ander technische vakgebieden.
2.3
Vraag op de arbeidsmarkt De ontwikkeling van 3D printing wordt door een groot aantal bedrijven als relevant ervaren. Een klein aantal bedrijven verwacht in de toekomst specialisten in dienst te nemen die zich volledig met 3D printen bezig zullen houden. Een groter aantal bedrijven verwacht in de toekomst werknemers in dienst te hebben die goed bekend zijn met toepassingen in 3D printen. Het 3D printen is voor hun een van de taken die zij uitvoeren. Vanwege het grote aantal toepassingsmogelijkheden van de techniek noemen bedrijven uit verschillende sectoren deze ontwikkeling relevant en reëel. Het gaat om bedrijven met een link met de opleidingen IPO, mechatronica, werktuigbouwkunde, bewegingstechnologie en in mindere mate elektrotechniek. Meest relevante sectoren zijn de industriële sectoren waaronder onder meer Machine industrie, Elektrotechniek, Transportmiddelen, Metaalproducten en ook Handel en reparatie. Naar schatting zijn in deze sectoren in Zuid-Holland 2.900 werktuigbouwkundigen werkzaam. Een grove schatting geeft aan dat ongeveer 10 procent van hen in de toekomst toepasbare kennis moet hebben van 3D printing, ongeveer 300 personen. In de sectoren Zakelijke dienstverlening, Bouw en Andere sectoren zal dat lager liggen, naar schatting 5 procent. In deze sectoren werken in Zuid-Holland ongeveer 5200 werktuigbouwkundigen, wat betekent dat daar ongeveer 250 personen kennis van 3D printing moeten hebben. Dit leidt tot een totaal van 550 werktuigbouwkundigen. Daarnaast zullen beroepsbeoefenaars buiten het beroepsveld van de werktuigbouwkunde met deze techniek te maken krijgen. Hoeveel dat er zijn, valt niet te zeggen. Het aantal baanopeningen voor de meest relevante opleidingen (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, bouwkunde en technische informatica) waarvoor kennis van deze techniek gewenst is bedraagt in Zuid-Holland in de jaren tot en met 2016 naar schatting 300 tot 400.
2.4
Conclusie De 3D printtechnologie wordt door een groot aantal bedrijven herkend als een relevante en reële ontwikkeling. Het aantal bedrijven dat specialisten op dit gebied in dienst denkt te gaan nemen is
Profielen technische beroepen van de toekomst
13
nog klein. Meer bedrijven geven aan dat zij de kennis zullen inkopen of dat de techniek vooral voor klanten relevant is. De opleidingen waarvoor deze techniek relevant is, zijn vooral werktuigbouwkunde, IPO, mechatronica, bewegingstechnologie en in iets mindere mate elektrotechniek en human technology. Toepassingen zullen er niet alleen zijn in de industrie maar ook in de bouw of de zorg en in huishoudens. De kennis over 3D printen zal niet alleen bij een aantal specialisten te vinden zijn, maar ook bij een groter aantal generalisten die de techniek vooral adequaat moeten kunnen toepassen. Naar schatting zal het in de provincie Zuid-Holland gaan om enkele honderden personen in het beroepsveld van de hbo’ers werktuigbouwkunde maar de techniek zal ook buiten deze beroepsgroep relevant worden.
14
Profielen technische beroepen van de toekomst
3
Augmented Reality Engineer
Profielen technische beroepen van de toekomst
15
3.1
Beroepsprofiel Augmented reality (Toegevoegde realiteit, AR) is een vakgebied dat zich bezighoudt met toevoegen van computergemaakte beelden en informatie aan rechtstreekse, reële beelden. In het jaar 2020 is Augmented reality de gewoonste zaak geworden en wordt het zowel in het bedrijfsleven als in het dagelijks leven door de consument op grote schaal toegepast. Augmented reality kan zijn toepassing vinden in eenvoudige apparaten met camera, een monitor en intelligente software die de omgeving kan herkennen en daaraan informatie kan toevoegen. De technologie kan bijvoorbeeld in brillen verwerkt worden waardoor de gebruiker via beeld en audio extra informatie kan krijgen over de omgeving waarin hij zich bevindt. Dit kan complexe en dure hardware overbodig maken. Met deze AR-bril die door de Augmented Reality Engineer is ontworpen, beschikt iedereen altijd en overal over de kennis van een bepaald product, een omgeving of persoon. Ook smartphones en tablets beschikken steeds meer over AR-functies. Een AR-systeem combineert reële en virtuele omgevingen, is interactief in real time en functioneert in 3D. Dit betekent dat de Augmented Reality Engineer zowel apparaten als applicaties ontwikkelt om AR te kunnen toepassen. Hiervoor heeft de Augmented Eeality Engineer kennis nodig van werktuigbouwkunde, technische informatica, elektrotechniek en mechatronica. De AR-technologie opent een geheel nieuwe markt met verschillende technische beroepen. Zo zullen er engineering beroepen ontstaan die het ontwerp en de ergonomie van de AR-producten verbeteren (IPO, werktuigbouwkunde, technische informatica, elektrotechniek). Ook technici met kennis van sales en marketing zijn van belang om AR-producten op de markt te brengen (technische bedrijfskunde). Voor de ICT’ers wordt dit werkveld ook interessant, omdat zij over de competenties beschikken om AR-toepassingen te programmeren en applicaties te ontwikkelen. Inhoudelijke beroepen: •
Ontwerper/ Constructeur (werktuigbouwkunde, elektronica, mechatronica, IPO);
•
Programmeur (technische informatica).
Management beroepen: •
Projectleider;
•
Marketing en verkoopmanager (technische bedrijfskunde).
De Augmented Reality Engineer moet beschikken over de volgende kennis en competenties: •
Kennis van ICT om AR-toepassingen te programmeren en AR-applicaties te ontwikkelen.
•
Kennis van de toepassingsgebieden van AR, zoals werktuigbouwkunde, zorg (bewegingstechnologie), elektrotechniek en IPO voor de ontwikkeling van fysieke toepassing van ARproducten.
•
3.2
Creativiteit om nieuwe toepassingsgebieden te ontwikkelen.
Toepassingsgebieden Augmented reality heeft toepassingen op een breed scala aan terreinen. Men kan denken aan toepassingen in de industrie, de zorg, de entertainmentindustrie, bij defensie, in de woonomgeving en in dienstverlening zoals de logistiek. In de industrie kunnen AR-toepassingen gebruikt worden voor de ondersteuning bij complexe taken in bijvoorbeeld operaties en onderhoud. Zo zijn er bedrijven die over AR-brillen beschikken en hiermee machines, motoren en pijpleidingen
16
Profielen technische beroepen van de toekomst
controleren. Met behulp van AR ontvangt een onderhoudstechnicus of assemblagemedewerker extra informatie bij wat hij op dat moment ziet, zodat hij zijn werk beter kan uitvoeren en flexibeler inzet is. In de zorg kunnen virtual reality omgevingen ontwikkeld worden voor de revalidatie van patiënten. Hierbij bestaat er overlap tussen AR en serious gaming. Patiënten kunnen bijvoorbeeld met behulp van een AR-bril op veilige wijze oefeningen uitvoeren die hun herstel bespoedigen. Bij het inrichten van ruimtes zoals het laden van vrachtwagens kan AR ondersteuning verlenen bij een zo efficiënt mogelijk benutting van de beschikbare ruimte. Voor consumenten zijn er momenteel nog weinig praktische toepassingen, maar de verwachting is dat AR meer en meer toepassingen krijgt voor de consument op het gebied van entertainment maar ook op het gebied van zorg. De reden dat de AR-technologie nog niet op grote schaal wordt ingezet, heeft te maken met te weinig middelen (producten) die AR-ready zijn. Door de opkomst van de smartphones en tablets zal de vraag naar deze technologie snel stijgen. De AR-technologie zal voor consumententoepassingen verder ontwikkelingen en dient nog meer bekendheid te krijgen. Bedrijven die de AR-technologie relevant vinden hebben activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (IPO, werktuigbouwkunde en elektrotechniek). De AR-technologie is inmiddels al 20 jaar bekend en maakt grote ontwikkelingen door. Veel toepassingen zijn afhankelijk van de kwaliteit en intelligentie van de beeldscanning.
3.3
Vraag op de arbeidsmarkt De AR-technologie wordt door verschillende bedrijven relevant genoemd. Vanwege de brede toepassingsmogelijkheden zal de techniek ook in een groot aantal verschillende sectoren terug te vinden zijn. Voor de meeste beroepsbeoefenaars, die werkzaam zijn in sectoren als de zorg (revalidatie), de logistieke dienstverlening of in het onderhoud van gecompliceerde apparaten of installaties, zal het een techniek zijn die ze moeten kunnen toepassen. Een klein aantal personen zal zich daadwerkelijk tot specialist op het gebied van AR ontwikkelen. Deze personen zijn volgens de werkgevers vooral werkzaam bij ICT-bedrijven op het gebied van het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. Deze personen werken in een niche van de ICT sector. Als in Zuid-Holland ongeveer 1 procent van het aantal werkenden zich met deze techniek zal gaan bezighouden, dan gaat het om ongeveer 150 tot 200 werkzame personen in Zuid Holland, en 800 à 900 personen in Nederland. Verder is de inschatting dat 5 tot 10 procent van de elektrotechnici en werktuigbouwkundigen beroepsmatig met augmented reality te maken krijgt. In Zuid-Holland zou het gaan om 1.000 tot 2.000 personen. Het aantal baanopeningen voor de meest relevante opleidingen (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, vervoer en logistiek en technische informatica) waarvoor kennis van deze techniek gewenst is bedraagt in Zuid-Holland tot en met 2016 naar schatting 100 tot 130.
Profielen technische beroepen van de toekomst
17
3.4
Conclusie Een groot aantal bedrijven herkent augmented reality als een relevante en reële ontwikkeling. Het aantal bedrijven dat specialisten op dit gebied in dienst denkt te gaan nemen, is nog klein. Meer bedrijven geven aan dat zij de AR-producten wel zullen inkopen, maar in mindere mate een Augmented Reality Engineer in dienst nemen. De relevante opleidingen voor deze techniek zijn vooral werktuigbouwkunde, technische informatica, IPO, mechatronica, bewegingstechnologie en elektrotechniek. Toepassingen zullen er niet alleen zijn in de industrie maar ook in zorg, defensie, logistiek en entertainment. De kennis over AR zal niet alleen bij een aantal specialisten te vinden zijn, maar ook bij een groter aantal generalisten die de techniek vooral adequaat moeten kunnen toepassen. Voor werktuigbouwkundigen en elektrotechnici in Zuid-Holland is de inschatting dat 1.000 tot 2.000 beroepsbeoefenaars in hun werk met AR te maken krijgen.
18
Profielen technische beroepen van de toekomst
4
Traffic Engineer
Profielen technische beroepen van de toekomst
19
4.1
Beroepsprofiel In 2020 is het fileprobleem door de Traffic Engineer goeddeels verleden tijd. De Traffic Engineer is een multidisciplinaire technicus die zich bezighoudt met verkeersbeïnvloeding. De Traffic Engineer houdt zich bezig met zowel de ontwikkeling van voertuigen als met informatiesystemen in de infrastructuur om zo de verkeersstromen te beïnvloeden. De besturing van auto’s wordt door deze ontwikkelde informatiesystemen in de toekomst bij files of calamiteiten door het informatiesysteem overgenomen. Via GPS en radars in het wegdek worden auto’s veilig uit een file geloodst waardoor de ruimte op de weg zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt. De Traffic Engineer ontwikkelt zowel systemen voor auto’s als voor de infrastructuur. Centraal staat de communicatie van voertuigen met hun omgeving. Deze verkeerssystemen gebruiken camera’s, GPS en sensoren om andere voertuigen te detecteren en zo de bestuurders te informeren wanneer het verstandig is dat het voertuig verandert van snelheid of plaats op de weg. Door de snelheid van het voertuig te berekenen via de eigen sensoren worden objecten in real-time gemapt. Als het voertuig een obstakel nadert, verschijnt een audiovisuele boodschap die waarschuwt voor een mogelijke aanrijding, wat de bestuurder toelaat om tijdig te remmen. De systemen kunnen voor de bestuurder bepalen op welke rijstrook het best gereden kan worden, omdat het systeem over meer informatie beschikt dan de bestuurder. Bij (deels) autonome voertuigen kan het systeem zelf ingrijpen in de besturing van het voertuig. Zo wordt kop-staart botsing, te kleine tussenafstand of het verlaten van rijstrook door het verkeerssysteem van de Traffic Engineer gecontroleerd. Auto rijden 2.0 is door de Traffic Engineer in het leven geroepen. Door de technische toepassingen in het verkeer ontstaan verschillende nieuwe technische beroepen. Traffic Engineers kunnen zich specialiseren in voertuigen, de infrastructuur of de communicatie tussen beide. Op het gebied van voertuigen is werktuigbouwkunde, elektrotechniek en technische informatica van belang. Voor de infrastructuur is daarnaast ook kennis van civiele techniek relevant. Voor de ICT’ers wordt dit werkveld interessant, omdat ICT’ers over de competenties beschikken om systemen te programmeren en applicaties te ontwikkelen. ICT brengt het bij elkaar. Voor de Traffic Engineer is data bij elkaar brengen en de essentie eruit halen heel belangrijk. Technici met kennis van productontwikkeling zijn van belang om verkeerssystemen voor auto’s te ontwikkelen (IPO, werktuigbouwkunde, technische informatica en elektrotechniek). De Traffic Engineer moet beschikken over de volgende kennis en competenties: •
De Traffic Engineer moet zeer goed wiskundig onderlegd zijn om met rekenmodules complexe verkeersstromen in kaart te kunnen brengen, te voorspellen en oplossingen te ontwikkelen.
•
De Traffic Engineer moet om kunnen gaan met een massieve hoeveelheid data die uit verschillende bronnen afkomstig is en deze data toepasbaar kunnen maken voor iedere unieke weggebruiker.
•
Kennis van ICT is nodig om de communicatie en de besturing van voertuigen mogelijk te maken en om grote databestanden te analyseren.
•
Werktuigbouwkunde, IPO en elektrotechniek zijn noodzakelijk voor de ontwikkeling van de voertuigen. Voor de ontwikkeling van de verkeerssystemen in de infrastructuur kan civiele techniek daaraan worden toegevoegd.
•
Omdat Traffic Engineering een multidisciplinair terrein is moet de Traffic Engineer goed kunnen communiceren met technici uit verschillende disciplines.
20
Profielen technische beroepen van de toekomst
4.2
Toepassingsgebieden Bedrijven die aangeven dat Traffic Engineer relevant wordt, zijn grote aannemers, ingenieursbureaus en contractors. Een aantal grote bedrijven hebben aangegeven dat zij een divisie mobiliteit en infra hebben waar ingenieurs werken om verkeersproblematiek aan te pakken. Dergelijke bedrijven doen onderzoek naar bijvoorbeeld het verkorten van de fileafstand en het organiseren en het regelen van het verkeer bij grote evenementen als de Olympische Spelen in Londen. Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van autonome auto’s. Verschillende bedrijven ontwikkelen autonome voertuigen waarmee al in het verkeer is deelgenomen. Andere bedrijven brengen bijvoorbeeld de verkeerstromen in beeld om hiermee fileproblemen op te lossen. Een bedrijf dat actief is in het ontwikkelen van GPS-systemen voor de maritieme sector vindt dit profiel ook relevant voor de binnenvaart. Verkeer over water kan met deze technologie ook beter afgestemd worden. Terwijl het profiel voor schillende bedrijven herkenbaar is, kan de functienaam wel per bedrijf verschillen.
4.3
Vraag op de arbeidsmarkt Het profiel van de Traffic Engineer is een specialistisch profiel dat voor verschillende bedrijven relevant en realistisch is. Het gaat om bedrijven die zich nu al met verkeer bezig houden, zoals ingenieursbureaus en technische onderzoeksbureaus met dienstverlening op verkeersgebied. Daarnaast is het profiel interessant voor bedrijven met R&D-afdelingen in de auto-industrie of in toeleveranciers voor de auto-industrie. Hieronder vallen ook bedrijven die actief zijn in de GPStechnologie. In Zuid-Holland gaat het naar schatting om een aantal rond de 500 personen waarvan het merendeel werkzaam is in het technisch onderzoek en advies en bij ontwerp- en ingenieursbureaus en personen in de wegenbouw zelf. Verder zijn er in deze provincie naar schatting 150 tot 200 werkzame personen betrokken bij de ontwikkeling van software op dit gebied. In heel Nederland is er in bovengenoemde branches waarschijnlijk een 2.000 tot 2.500 personen werkzaam als traffic engineer. Daar komen de auto-industrie en de toeleveranciers voor de autoindustrie bij met 300 a 400 werkzame personen. Op landelijk niveau betekent dat een arbeidsmarkt van naar schatting 2.300 tot 2.900 Traffic Engineers. Het geschatte aantal baanopeningen voor dit profiel in de provincie Zuid-Holland bedraagt, gebaseerd op de meest relevante opleidingen (civiele techniek, werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische informatica en vervoer en logistiek), in de periode tot en met 2016 naar verwachting ongeveer 100.
4.4
Conclusie De Traffic Engineering technologie is voor een aantal gespecialiseerde bedrijven een relevant en reëel profiel. Het gaat vooral om bedrijven gespecialiseerd op het gebied van informatiesystemen voor de infrastructuur waarmee verkeerstromen kunnen worden beïnvloed. Een deel van de technologie vindt in auto´s plaats, wat aanhaakt bij de ontwikkeling van autonome voertuigen. De opleidingen waarvoor dit profiel relevant is, zijn vooral werktuigbouwkunde, elektrotechniek, IPO, technische informatica en civiele techniek.
Profielen technische beroepen van de toekomst
21
De arbeidsmarkt in de provincie Zuid-Holland voor dit profiel bedraagt ongeveer 500 à 700 personen. Deze banen zijn vooral te vinden bij ingenieursbureaus die actief zijn op het gebied van infrastructuur en ICT-bedrijven. Buiten deze provincie komt daar de auto-industrie en industrie voor auto-onderdelen bij.
22
Profielen technische beroepen van de toekomst
5
Robot Engineer
Profielen technische beroepen van de toekomst
23
5.1
Beroepsprofiel De Robot Engineer is gespecialiseerd in het ontwikkelen, vervaardigen, programmeren, onderhouden en repareren van robots. Robots kunnen in drie groepen onderscheiden worden. De eerste groep zijn robots die mensen helpen en zich als een mens gedragen. Daarvoor moet een Robot Engineer natuurlijk goed op de hoogte zijn van de wensen van zijn klanten. De Robot Engineer heeft een dienstverlenende houding ten opzichte van de klant en stemt de robots af op al hun wensen en behoeften. Daarvoor is deze technicus veel bezig met correctief en preventief onderhoud. Bij een oudere thuiswonende gebruiker heeft de robot vooral zorgtaken, van huishoudelijke taken tot en met het verzorgen van maaltijden. De robot kan helpen met het uittrekken van kousen en eventueel met het wassen van de gebruiker. Vooral dat laatste is een gevoelig onderwerp, omdat het belangrijk is om te weten wat wel en niet gewenst is. De tweede groep robots werkt met mensen samen en helpen bijvoorbeeld het productieproces te versnellen of ondersteunen mensen met de revalidatie. In de tuinbouw worden bijvoorbeeld robots ingezet die paprika’s plukken. Ook wordt robotica ingezet in verschillende industrieën, denk bijvoorbeeld aan de auto-industrie waar robotarmen auto’s afmonteren. Als laatste zijn er autonome robots die niets met mensen te maken hebben en volledig vrij opereren. Deze robots (sworms) leven net als insecten en zijn in staat om een constante stroom van informatie door te geven, zoals het volgen of opsporen van objecten op de aarde. Zo kunnen deze robots in de toekomst veel informatie geven, bijvoorbeeld brandgevaar in bossen herkennen of beslissen wanneer fruit rijp is om geplukt te worden. Voor een Robot Engineer is technisch inzicht en inventiviteit belangrijk. Robottechnologie is voor de volgende opleidingen relevant: werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische informatica, mechatronica en IPO. Robottechnologie heeft raakvlakken met verschillende technische opleidingen en is in verschillende sectoren toepasbaar. Daarom ontstaan er verschillende technische beroepen rondom dit vakgebied. Inhoudelijke beroepen: •
Ontwerper/ Constructeur (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, mechatronica, bewegingstechnologie, IPO en technische informatica).
•
Programmeur (technische informatica).
•
Maintenance (werktuigbouwkunde, elektrotechniek en technische informatica).
•
Adviseur/consultant op het gebied van robotica toepassingen.
Management beroepen: •
Projectleider.
•
Marketing en Sales Manager.
De Robot Engineer moet beschikken over de volgende kennis en competenties: •
Werktuigbouwkunde, elektrotechniek en mechatronica, voor het ontwerpen en ontwikkelen van robots.
•
Kennis van wiskunde en ICT om algoritmes te ontwikkelen waarmee robots geprogrammeerd kunnen worden.
•
Kennis van verschillende technieken en technologieën zoals nanotechnologie, regeltechniek (sensoren en actoren) en het gebruiken van optische apparatuur (technische natuurkunde).
•
24
Kennis van bewegingsleer en bewegingstechnologie.
Profielen technische beroepen van de toekomst
5.2
Toepassingsgebieden Robots worden al geruime tijd toegepast in de industrie. Uitgangspunt bij de inzet van robots is dat het werk goedkoper gedaan kan worden dan door de mens en met een constante kwaliteit. Nieuwe toepassingen van robots zullen plaatsvinden in de woonomgeving, in de zorg, in het verkeer, bij de 4
politie en bij de krijgsmacht. Robots komen daarmee steeds dichterbij de mens te staan. Ze worden zo ingesteld dat ze op vragen of commando’s van de gebruiker kunnen reageren. Bedrijven die aangeven dat het Robot Engineering profiel relevant wordt, zijn productiebedrijven, engineering bedrijven, bedrijven in de bewegingstechnologie en bedrijven met activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Voor verschillende werkzaamheden die nu door mensen worden uitgevoerd worden steeds vaker robots ingezet. Een voorbeeld is de tuinbouw waar robots ingezet kunnen worden om groente en fruit te plukken, in te pakken en de producten op afwijkingen zoals ziekten te herkennen. In de zorgsector kan deze technologie in de toekomst nog relevanter worden. Mensen moeten langer thuis wonen, dus meer technologische hulpmiddelen worden steeds belangrijker en hierdoor wordt meer gebruik gemaakt van domotica en robotica. Naast het ontwikkelen en onderhouden van totale robots, ontwerp de Robot Engineer ook robotarmen en robotbenen voor mensen. De ontwikkelingen in deze technologie zijn zo ver ontwikkeld dat mensen een robotarm met hun hersenen kunnen aansturen. Binnen revalidatiecentra worden robots ingezet bij de revalidatieproces van patiënten. Bewegingstechnologen leggen de relatie tussen software en beweging en hierdoor is de technologie van prothese-ontwikkeling en robottechnologie meer met elkaar gekoppeld. Onderzoekers hebben succes geboekt met gemotoriseerde harnassen (‘exoskelet’) die de fysieke kracht van de drager verhogen. Hulpbehoevenden kunnen zich met behulp van zo’n ‘exoskelet’ op een normale manier voortbewegen. Ook zijn er toepassingen om rolstoelen van robotarmen te voorzien. Verschillende bedrijven hebben aangegeven dat de robottechnologie eenvoudiger en goedkoper moet worden. De echte robot voor gebruik door de consument staat daarom wat verder weg.
5.3
Vraag op de arbeidsmarkt De toename van de vraag naar Robot Engineers zal zich naar verwachting van bedrijven vooral voordoen in sectoren waar tot nu toe weinig robots worden ingezet, maar waar wel veel handmatig werk wordt verricht. Te denken valt aan de zorg of aan de tuinbouw. Ook in het verkeer, bij politie en defensie en in huishoudens wordt een toename van het aantal robots verwacht. In industriële productielijnen is het gebruik van robots al gemeengoed. Het ontwikkelen en onderhouden van robots is gespecialiseerd werk. Robot engineers zullen vooral werkzaam zijn bij bedrijven die die robots ontwikkelen en onderhouden, en in mindere mate bij bedrijven die alleen robots gebruiken. De werkgelegenheid moet gezocht worden bij bedrijven in technisch onderzoek en ontwikkeling en bij dienstverlening in de industriële automatisering. Dit wordt bevestigd door eerder onderzoek, waarin wordt gesteld dat vooral in de beroepen ‘informatica’ en ‘techniek en industrie’ als gevolg van robotica het werk sterk zal toenemen.
5
In het technisch en natuurwetenschappelijk onderzoeks- en ontwikkelingswerk en in het technisch ontwerp en advies op verschillende terreinen zijn in Zuid-Holland circa 700 à 800 engineers 4 5
Royakkers, L. et.al. (2012). Overal robots, Automatisering van de liefde tot de dood. Den Haag: Rathenau Instituut. Linde, E.J.G. van de (2010). Quick scan robotica, onderwijs en arbeid. Den Haag: Stichting Toekomstbeeld der Techniek.
Profielen technische beroepen van de toekomst
25
werkzaam, uitgaande van een aanname dat 1 procent van de werkzame personen in deze branche zich met robotica bezighoudt. Daarnaast zijn Robot Engineers werkzaam in de industriële sectoren, zoals de productie van computers, elektrische, elektronische en optische apparatuur en overige machines en apparaten incl. de installatie en het onderhoud daarvan. Het aantal technische hbo’ers in deze sectoren wordt ingeschat op 5 procent van de werkgelegenheid, wat 1.000 tot 1.100 personen betekent. De volledige arbeidsmarkt in Zuid-Holland voor robot engineers wordt daarmee ingeschat op 1.400 tot 1.600 personen. In heel Nederland zou het in onderzoek, ontwikkeling en ontwerp en de industrie samen gaan om 9.000 tot 11.000 personen. Het geschatte aantal baanopeningen voor dit profiel in de provincie Zuid-Holland bedraagt gebaseerd op de meest relevante opleidingen (werktuigbouwkunde, elektrotechniek en technische informatica) in de periode tot en met 2016 naar verwachting ongeveer 300 tot 400.
5.4
Conclusie De Robot Engineer wordt door een groot aantal bedrijven herkend als een relevante en reële ontwikkeling. Deze bedrijven zijn voornamelijk productiebedrijven, ingenieursbureau, bedrijven in de bewegingstechnologie en bedrijven met activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Robottechnologie heeft raakvlakken met verschillende technische opleidingen, zoals werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische informatica, mechatronica en IPO. Nieuwe toepassingen van robots zullen plaatsvinden in de woonomgeving, in de zorg, in het verkeer, bij de politie en bij de krijgsmacht. De werkgelegenheid voor de Robot Engineer is vooral te vinden bij de ontwikkelaars van robots, meer dan bij de gebruikers. In Zuid-Holland gaat het naar schatting om 1.400 à 1.600 personen.
26
Profielen technische beroepen van de toekomst
6
Smart Energy Expert
Profielen technische beroepen van de toekomst
27
6.1
Beroepsprofiel Het slimmer met energie omgaan is een vereiste die blijvend aan belang wint. Hierin zijn veel 6
toepassingen denkbaar. Smart Energy Expert specialiseert zich in verschillende toepassingen om op een nieuwe wijze met energie om te gaan die voortkomen uit het gebruik van nieuwe energiebronnen. Een van die toepassingen is het gebruik van smart grids. De Smart Energy Expert ontwerpt elektriciteitsnetten die door toepassing van intelligente technieken veel energie kunnen besparen. Aan de bestaande energienetten worden toepassingen uit vakgebieden als meet- en regeltechniek en ICT toegevoegd. Smart grids zijn de energienetten van de toekomst, toegesneden op nu al reële trends zoals het stijgende aandeel van hernieuwbare energie en gebaseerd op een nieuwe digitale technologie. Ze worden gebruikt om productie en distributie van energie te optimaliseren en om groenere energievoorziening mogelijk te maken. Ook zorgen deze slimme netten voor een betere koppeling van vraag en aanbod tussen producenten en consumenten van elektriciteit. Eén van de voordelen van smart grids is dat rekening gehouden kan worden met het feit dat huishoudens niet alleen afnemers van energie zijn, maar ook producenten van energie kunnen worden. De Smart Energy Expert ontwerpt en onderhoudt de smart grids niet alleen. Hij heeft hierbij nog steeds technici uit verschillende disciplines nodig. Zelf kan hij zich op verschillende terreinen specialiseren aangezien smart grids een groot aantal onderdelen omvatten: windturbines, zonneenergieparken, fotovoltaïsche installaties bij particulieren of bedrijven, centrale elektriciteitsproductie, warmtepompen, elektrische opslag, thermische opslag, energiemeters, intelligente verbruikstoestellen. Een tweede specialisatieveld van de smart energy expert is dan ook het ontwikkelen van middelen voor kleinschalige energieopwekking door huishoudens en bedrijven in het MKB. Hierbij gaat het ten eerste om het door ontwikkelen van bijvoorbeeld zonnepanelen of windmolens. Het gebruik van dergelijke apparaten leidt namelijk tot een lagere energierekening en milieubesparingen: het teveel aan opgewekte energie kan worden terug geleverd aan de energiemaatschappij. Op de elektriciteitsnetten is daarom steeds meer sprake van tweerichtingsverkeer. Bij het ontwerp van smart grids kan daar weer rekening mee worden gehouden. De Smart Energy Expert is een profiel dat voor veel verschillende terreinen en opleidingen relevant is. De opleidingen elektrotechniek, technische natuurkunde, werktuigbouwkunde en mechatronica hebben een relatie tot dit vakgebied. Daarom zullen er verschillende technische beroepen rondom dit vakgebied ontstaat. Inhoudelijke beroepen: •
Ontwerper van netten (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, mechatronica en technische informatica), zowel kleinschalig als grootschalig (hoogspanningsnetten).
•
Programmeur (technische informatica).
•
Maintenance (werktuigbouwkunde en elektrotechniek).
•
Ontwerper van kleinschalige apparaten voor energieopwekking op consumentenniveau.
•
Adviseur op het gebied van smart energy in bijvoorbeeld de bouwsector.
6
28
Omdat ontwikkelingen op het gebied van energieopwekking en energieverbruik steeds meer in elkaar grijpen is er gekozen voor een breed profiel zoals ook voorkomt in de Europese studie over Green Skills. Zie: Cedefop (2010). Skills for green jobs. European synthesis report. Luxembourg: Publications Office of the European Union.
Profielen technische beroepen van de toekomst
Omdat de opwekking en het verbruik van energie in steeds mindere mate gescheiden terreinen zijn, ontwerpt de smart energy engineer zijn toepassingen altijd in samenwerking met technici uit verschillende disciplines. Hij moet beschikken over de volgende kennis en competenties: •
Kennis van energietechniek en elektrotechniek, voor het ontwikkelen en onderhouden van smart grids.
•
Kennis van meet- en regeltechniek en ICT.
•
Kennis van verschillende vormen van energieopwekking en van elektronica voor het ontwerpen van toepassingen voor de consument.
•
Het hebben van een helicopterview over het hele net: een integrale visie op systemen kunnen ontwikkelen.
•
6.2
Kunnen samenwerken in multidisciplinaire teams.
Toepassingsgebieden Een groot aantal bedrijven vinden de ontwikkelingen rondom Consumer Energy en Smart Grids relevant en realistisch. Verschillende bedrijven zijn de mogelijkheden van smart grid technologie aan het onderzoeken om het in Nederland daadwerkelijk toe te passen. Er zijn verschillende toepassingsgebieden rondom de smart grid technologie. Smart grids kunnen worden aangelegd bij grote bedrijven of in woonwijken of stadsdelen. De relevantie van dit profiel blijkt uit het feit dat een aantal bedrijven zich momenteel zelf van energie voorziet. Dergelijke bedrijven hebben beleid opgesteld om energie slimmer te gebruiken. Een gerenommeerd installatiebedrijf voert verschillende projecten in greenbuilding uit, waarbij zij energiezuinige installaties in gebouwen plaatsen. Bij andere pilots wordt gebruik gemaakt van gelijkspanning. Het toepassen van gelijkspanning kan in de ontwikkeling van smart grids ter overweging worden meegenomen. Tevens zijn er bedrijven die hun klanten adviseren over het proces van hun energieverbruik omdat bedrijven niet bij dergelijke vraagstukken stil staan. Er liggen nog wel uitdagingen op het gebied van opslag en distributie van energie en daarin kan een Smart Energy Expert veel voor betekenen. Andere manieren van distributie van energie kunnen besparingen opleveren. Energieverbruikende adapters kunnen overbodig gemaakt worden met gelijkspanning en bijvoorbeeld met het aanleggen van USB-aansluitingen in muren. Er kan veel energie bespaard worden als een aantal conversiestappen verdwijnt. Toepassingen voor de consument hebben betrekking op het ontwerpen van kleine, handzame apparaten voor energieopwekking en intelligente verbruikstoestellen. Een voorbeeld is de HReketel die als een kleine energiecentrale in een huis kan functioneren. Net als een gewone HR-ketel maakt hij warmte en warm water, maar tegelijkertijd ook elektriciteit. Op deze manier wordt het verstookte gas veel efficiënter benut en is een fors hoger rendement mogelijk. Het hogere rendement is goed voor een besparing op de maandelijkse energienota en - niet onbelangrijk - voor een aanzienlijke reductie van de CO2-uitstoot.
6.3
Vraag op de arbeidsmarkt De Smart Energy Expert is een breed profiel, waarbinnen zich verschillende specialismen ontwikkelen. Een invalshoek is te kijken naar energieverbruik en kleinschalige energieopwekking door de consument. Een andere invalshoek is te kijken naar de energielevering via de elektriciteitsnetten. Hierbij zijn niet alleen energiebedrijven betrokken, maar personen uit de bouwsector (in het bijzonder de bouwinstallatie). Het aantal personen binnen deze branches dat
Profielen technische beroepen van de toekomst
29
zich nadrukkelijk bezig houdt met slimme energieoplossingen wordt geschat op 1.500 tot 1.750. In heel Nederland zou het gaan om 7.500 tot 8.500 personen. Het geschatte aantal baanopeningen voor dit profiel in de provincie Zuid-Holland bedraagt gebaseerd op de meest relevante opleidingen (elektrotechniek en bouwkunde) in de periode tot en met 2016 naar verwachting ongeveer 140 tot 180.
6.4
Conclusie Voor bedrijven in de energiesector maar ook in de productie van elektrische apparaten en in de bouw is de Smart Energy Expert een wordt door veel bedrijven een relevant profiel bevonden. Zij zien zowel aan de zijde van de consument (verbruik en kleinschalige opwekking), als een de leveringszijde (smart grids) ontwikkelingen waarvoor dit profiel relevant is. De Smart Energy Expert moet multidisciplinair zijn en verstand hebben van onder elektrotechniek, energietechniek en meet- en regeltechniek. De opleidingen elektrotechniek, technische natuurkunde, werktuigbouwkunde, technische informatica en mechatronica hebben een relatie tot de Smart Energy Expert. De relevantie van dit profiel blijkt uit het feit dat een aantal bedrijven zich momenteel zelf van energie voorziet en verschillende bedrijven in Nederland onderzoeken momenteel de mogelijkheden van smart grids technologie. Het aantal personen dat zich nadrukkelijk met slimme energieoplossingen bezighoudt wordt in Zuid-Holland geschat op 1.500 tot 1.750. Zij zijn werkzaam in uiteenlopende sectoren, waaronder de energiesector, bouwinstallatie en productie van elektrisch apparaten.
30
Profielen technische beroepen van de toekomst
7
Cross-Data Analist
Profielen technische beroepen van de toekomst
31
7.1
Beroepsprofiel Het koppelen van informatie uit verschillende bronnen wordt steeds belangrijker in de bedrijfsvoering in verschillende sectoren. Bedrijven hebben betrouwbare informatie nodig om zich snel aan veranderende marktomstandigheden aan te passen en adequaat te reageren in bijvoorbeeld de prijsstelling van hun producten. Een Cross-Data Analist is hierbij de expert die de juiste informatie aanlevert op basis waarvan bedrijven beslissing nemen. Hij vertaalt de complexe werkelijkheid naar toepassingen in rekenmodellen en ICT. Zijn toepassingen worden gebruikt in bijvoorbeeld financiële producten, verzekeringen, maar ook de logistieke dienstverlening. De CrossData Analist haalt niet alleen de juiste gegevens uit kant-en-klare bestanden. Hij houdt rekening met complexe en dynamische omgeving waarin hij zich bevindt, waarbij hij juist in steeds grotere mate met ongestructureerde data te maken krijgt. Hij moet gegevens vaak zelf samenstellen en interpreteren, zoals de veranderingen op de financiële markten en veranderingen in wet- en regelgeving. Kennis van zijn directe omgeving is daarbij essentieel. Deze technicus is een specialist in het bij elkaar brengen van kennis uit verschillende hoeken. Hij verbindt meerdere vakgebieden met elkaar en levert daardoor nieuwe inzichten. De Cross-Data Analist werkt met complexe wiskundige formules, financiële processen en specialistische computerprogramma’s. Hij houdt rekening met zijn publiek: hij vertaalt complexe zaken naar begrijpelijke taal. De Cross-Data Analist is precies op de hoogte van wat er op de relevante markten gebeurt, zoals de aandelen-, valuta-, huizen- en grondstoffenmarkt. Hij zet de wensen van een klant bijvoorbeeld om naar een op maat geschreven computerprogramma. Het doel is dan om die programma’s een zo duidelijk mogelijk beeld te laten geven van bepaalde financiële producten en markten, bij voorkeur door middel van een mooie grafische weergave. Op basis hiervan neemt het bedrijf of een klant beslissingen waarmee grote (financiële) belangen gemoeid zijn. Hierbij komt het koppelen van verschillende data uit verschillende disciplines om de hoek kijken. Door ontwikkelingen op het gebied van ICT kunnen gegevens en theorieën uit verschillende disciplines steeds beter en makkelijker aan elkaar gekoppeld worden. Rondom dit profiel zullen verschillende beroepen ontstaan: •
Programmeur en software ontwikkelaar (technische informatica en bedrijfswiskunde);
•
Markt Analist (bedrijfswiskunde, technische informatica en technische bedrijfskunde);
•
Accountmanagement en Marketing (technische bedrijfskunde en bedrijfswiskunde).
De Cross-Data Analist moet op de hoogte zijn van de financiële markt, wiskunde, programmeren, economische processen en databases. De Cross-Data Analist levert als schakel tussen de klant en die complexe markt het best passende advies en de juiste vertaling. Hierbij moet er rekening gehouden worden met verschillen in kennisniveau van meerdere partijen. Het regelen van datakoppelingen op grote schaal is een ingewikkeld proces waarbij gebruik gemaakt wordt van statistiek en wiskundige logica. Daarnaast blijft de kennis van ICT essentieel.
7.2
Toepassingsgebieden Het profiel is relevant voor bedrijven die in de financiële sectoren en verzekeringen en voor bedrijven die dienstverlening leveren op het gebied van ICT. Deze relevante ICT bedrijven hebben activiteiten in transport en systeemdiensten, planningsystemen en ontwikkeling en implementatie van verschillende software. Het toepassingsgebied van deze technieken groeit, aangezien er met steeds meer factoren die van invloed zijn op het bedrijfsresultaat rekening wordt gehouden. Toepassingsgebieden lopen zeer
32
Profielen technische beroepen van de toekomst
uiteen, bijvoorbeeld van afstemming van vraag en aanbod en ook van weersinvloeden bij energietransport, het analyseren van transporttarieven en efficiënt benutten van het energienet, de gevolgen van wet- en regelgeving en van ontwikkelingen op de financiële markten op pensioenen, tot de meest efficiënte inzet van personeel en middelen in verschillende sectoren. Het analyseren van ongestructureerde data is ook een belangrijke toepassingsgebied van dit profiel dat steeds meer voorkomt. Volgens een aantal bedrijven is dit profiel niet een aparte functie, maar is het momenteel een taak in andere functies.
7.3
Vraag op de arbeidsmarkt Door zijn competenties is de Cross-Data Analist in een groot aantal sectoren inzetbaar. Het gaat om de financiële sector en verzekeringen, om sectoren waarbij veel gehandeld wordt op internationale markten en tariefstellingen belangrijke marketing instrumenten zijn (energiesector, reisbranche) of waar constant aan efficiency gewerkt wordt om concurrerend te kunnen ondernemen (transport en logistiek). Een aantal van deze sectoren is zeer conjunctuurgevoelig, waardoor op korte termijn de vraag naar arbeid minder is. Bedrijven geven wel aan dat in de toekomst de vraag naar Cross-Data Analisten groter zal worden, omdat juist zij de essentiële informatie kunnen aanleveren voor een efficiënte bedrijfsvoering en voor het snel kunnen reageren op ontwikkelingen op de markt. Een indicatie van de omvang van de werkgelegenheid valt niet te geven vanwege de grote verscheidenheid van de branches. Het geschatte aantal baanopeningen voor dit profiel in de provincie Zuid-Holland bedraagt gebaseerd op de meest relevante beroepen (informatici, (technisch) systeemanalisten, technisch bedrijfskundigen) in de periode tot en met 2016 naar verwachting ongeveer 50.
7.4
Conclusie Het profiel van de Cross-Data Analist is relevant voor bedrijven waar efficiëntie van inzet van middelen van zeer groot belang, en waarbij er bij de tariefstelling constant rekening gehouden moet worden met een groot aantal factoren waaronder de ontwikkelingen op verschillende markten. Deze bedrijven zijn te vinden in de financiële sectoren en verzekeringen, energie- en transportsector en ook bedrijven die dienstverlening leveren op het gebied van ICT. De Cross-Data Analist werkt met complexe wiskundige formules, financiële processen en specialistische computerprogramma’s. De opleidingen waarvoor deze techniek relevant is zijn vooral bedrijfswiskunde, technische informatica en in iets mindere mate technische bedrijfskunde. Het toepassingsgebied van deze technieken groeit, omdat bedrijven met steeds meer factoren rekening houden die van invloed zijn op het bedrijfsresultaat.
Profielen technische beroepen van de toekomst
33
8
Kennismanager
Profielen technische beroepen van de toekomst
35
8.1
Beroepsprofiel Een Kennismanager is verantwoordelijk voor het borgen en delen van kennis binnen een organisatie. Kennis over klanten, producten, processen en procedures brengt een Kennismanager bij elkaar. Zo zorgt een Kennismanager ervoor de kennis binnen een organisatie bewaard blijft en toegankelijk is voor medewerkers. De functie van Kennismanager wordt belangrijker naarmate bedrijven groter worden, meer werk uitbesteden, bijvoorbeeld in het buitenland en er meer verloop van personeel plaatsvindt, bijvoorbeeld door vergrijzing. In technische bedrijven is het van belang van de Kennismanager ook een technicus is: hij moet de processen kunnen begrijpen. Hij ontwikkelt beleid op het gebied van kennismanagement en bewaakt de uniformiteit van informatie tussen verschillende kanalen. Een Kennismanager is goed op de hoogte van de processen waarbinnen de kennis wordt geëxploiteerd. Binnen de organisatie maakt de Kennismanager afspraken rondom kennismanagement met kenniseigenaren, zoals bijvoorbeeld de afdelingen productmanagement, marketing of R&D. De Kennismanager moet vaak samenwerken met de personeelsafdeling of de interne opleidingsafdeling om tot organisatie brede opleidingsoplossingen te komen voor kennismanagementvraagstukken. De activiteiten van de Kennismanager dragen op verschillende onderdelen bij aan de organisatie. Er zijn zes gebieden:
7
1. Strategie en leiderschap: hoe kan kennis bijdragen aan het bereiken van de strategische doelen? Dit is voor de instelling cruciale kennis, de kennis die de basis vormt voor het concurrentievoordeel van de organisatie. Dit kan vakkennis, marktkennis, klantkennis en bedrijfskennis zijn. 2. Kennisinhoud/praktijkkennis: welke kennis moet er worden 'gemanaged'? Deze keuze is contextafhankelijk en hangt samen met wat de instelling ziet als cruciale kennis. Daarnaast is de keuze afhankelijk van het ontwikkelingsstadium waarin een organisatie zich bevindt: hoe groter de organisatie, des te meer behoefte aan documenteren en formaliseren van kennis. 3. Gebruik van technologie: hoe kunnen informatie- en communicatietechnologieën worden ingezet voor het vastleggen en verspreiden van kennis (bv. databases, intranet en internet)? 4. Kennismanagement en organisatieverandering: welke verandering is voor kennisvergroting nodig in organisatie en cultuur? Welke vragen doen zich voor met betrekking tot behoud en het delen van kennis wanneer een organisatie zich in een veranderingsperspectief bevindt? 5. Bedrijfscultuur: Hoe kan kennismanagement aansluiten bij de bestaande bedrijfscultuur, hoe ongrijpbaar en hardnekkig die ook is? 6. Ontwikkeling van persoonlijk talent: wat is de rol van kennis als persoonlijke bekwaamheid? Hoe kan kennis in een organisatie bijdragen aan de ontwikkeling van individuen? Hieronder zou ook de term 'de lerende professional' kunnen vallen. Bedrijven geven aan dat de Kennismanager een senior functie is: de Kennismanager is iemand die het bedrijf goed kent en verstand heeft van het primaire proces. In technische bedrijven is het essentieel dat de Kennismanager zelf voldoende verstand heeft van techniek: hij moet kunnen beoordelen welke kennis relevant en waar zich gevaren voordoen van het weglekken van kennis. Daarnaast moet de Kennismanager verstand hebben van organisatiestructuren en van systemen en protocollen waarop kennis kan worden geborgd. Ook beginnende beroepsbeoefenaars worden met kennismanagement geconfronteerd: ze dienen op de hoogte te zijn van de gehanteerde protocollen binnen een bedrijf en bovenal moeten ze het belang van deze protocollen begrijpen.
7
36
Theunissen, N. C. M., Friele, R. F., & Keijsers, J. F. E. M. (2003). Implementeren door Kennismanagement: theorie en praktijk. In J. Ravensbergen & R. D. Friele & J. F. E. M. Keijsers &M. Wensing & N. Klazinga (Eds.), In zicht. Nieuwe wegen voor implementatie. Assen: van Gorcum.
Profielen technische beroepen van de toekomst
Kennismanagement heeft vooral raakvlakken met de opleiding technische bedrijfskunde. Technisch bedrijfskundigen combineren de technische kennis met verstand van organisaties. Echter, niet binnen ieder bedrijf heeft een technisch bedrijfskundige voldoende inhoudelijke technische kennis om de functie van Kennismanager uit te kunnen voeren. In meer gespecialiseerde bedrijven moet de rol van Kennismanager door een specialist worden uitgevoerd. Iedere discipline heeft dan zijn eigen Kennismanager. Het werken volgens de principes van kennismanagement, met inachtneming van protocollen en borging, kan daarom in de curriculum van verschillende opleidingen opgenomen worden. Het gaat erom dat technici de competenties aanleren die voor een Kennismanager belangrijk zijn. Daarnaast kan een Kennismanager ingezet worden bij het ontwikkelen en implementeren van informatiesystemen en databases. De Kennismanagers moeten daarvoor kennis hebben van ICTapplicaties.
8.2
Toepassingsgebieden Het profiel van de Kennismanager wordt door veel geïnterviewde bedrijven relevant en realistisch gevonden. Een dergelijke functie komt voornamelijk binnen grotere bedrijven voor, omdat binnen grote bedrijven de processen en de waardeketen complexer kunnen zijn. Vaak ontbreekt de koppelingen tussen delen van de waardeketen en hierin kan een Kennismanager een belangrijk rol hebben. Het waarborgen van kennis is voor bedrijven belangrijk, maar door mondialisering, vergrijzing en ontgroening komt dit in het geding. De Kennismanager kan daarom als een spin in het web de kennis binnen de organisatie op peil houden, door goed te luisteren en te kijken en analyses te maken van de sterke en zwakke punten van het bedrijf. Bedrijven verwachten dat een Kennismanager kan aangeven hoe de sterke punten behouden kunnen blijven en de zwakke punten kunnen worden verbeterd. De Kennismanager kan het management van een organisatie adviseren bij bezuinigingen en reorganisaties. Een Kennismanager moet daarom technisch onderlegd zijn en inhoudelijke kennis hebben om managers binnen zijn organisatie te kunnen overtuigen van zijn keuzes. Voor veel bedrijven is deze technische kennis erg belangrijk en noodzakelijk om een gedegen advies te geven. Het profiel van een Kennismanager is breed maar ook concreet. Afhankelijk van het bedrijf is een Kennismanager gespecialiseerd in een bepaald vak (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, natuurkunde, etc.).
8.3
Vraag op de arbeidsmarkt Kennismanagers zijn specialisten op hun vakgebied die daarnaast met een helicopterview een organisatie kunnen bekijken en een manier van werken in een organisatie kunnen implementeren. Kennismanagers worden steeds belangrijker in grote organisaties, vooral in organisaties die werk bij derden en eventueel in het buitenland uitbesteden. Naar schatting zijn er onder werktuigbouwkundigen en elektrotechnici in de provincie Zuid-Holland enkele tientallen personen die expliciete taken hebben op het gebied van kennismanagement. Hierbij is rekening gehouden met het aantal bedrijven in technische branches met meer dan 100 werknemers, de verdeling van de werkgelegenheid over grotere en kleinere bedrijven en het aantal werktuigbouwkundigen en elektrotechnici in Zuid-Holland.
Profielen technische beroepen van de toekomst
37
Omdat het hier gaat om een doorgroeifunctie vanuit zeer diverse beroepen en opleidingsachtergronden is het niet mogelijk om aan te geven hoe groot het aantal baanopeningen in de komende jaren zal zijn.
8.4
Conclusie Het profiel van de Kennismanager wordt voornamelijk door grotere bedrijven relevant en realistisch gevonden, omdat binnen grote bedrijven de processen en de waardeketen complexer kunnen zijn. Dit is extra relevant voor bedrijven die een deel van hun werk uitbesteden bij anderen, waaronder in het buitenland. De Kennismanager is een senior functie die raakvlakken met de opleiding technische bedrijfskunde. Het komt ook voor dat specialisten op specifieke vakgebieden deze functie uitoefenen, omdat een generalist te weinig technische kennis zou hebben. Technisch bedrijfskundigen combineren de technische kennis met verstand van organisaties. Bedrijven verwachten dat een Kennismanager kan aangeven hoe met kennis de sterke punten eigenschappen van een bedrijf behouden kunnen blijven en de zwakke punten kunnen worden verbeterd. Uit alle disciplines kunnen personen doorgroeien naar de functie van Kennismanager. Naar schatting zijn in de provincie Zuid-Holland enkele tientallen personen werkzaam met een achtergrond in de elektrotechniek en werktuigbouwkunde die expliciete taken hebben op het gebied van kennismanagement.
38
Profielen technische beroepen van de toekomst
9
Life Cycle Technoloog
Profielen technische beroepen van de toekomst
39
9.1
Beroepsprofiel De Life Cycle Technoloog heeft een heel afwisselend beroep. Door schaarste moet er met grondstoffen steeds zuiniger worden omgesprongen. Een van de taken van de Life Cycle Technoloog is na te denken over hoe er met materialen zo efficiënt mogelijk kan worden omgegaan. Dit kan door de levensduur van producten te verlengen maar ook door al in de ontwerpfase na te denken over de bestemming van de producten wanneer de levensduur verstreken is. De Life Cycle Technoloog denkt na over de ontwikkeling van een materiaal dat op meerdere manieren toepasbaar is en daarom zo veel mogelijk hergebruikt kan worden. De functie van Life Cycle Technoloog doet zich voor in een groot aantal sectoren. Bij de ontwikkeling en het ontwerp van nieuwe producten in verschillende industrieën heeft de Life Cycle Technoloog een centrale rol. Een taak hierbij kan zijn het testen van prototypen op duurzaamheid. Maar de Life Cycle Technoloog kan ook een adviserende rol hebben bij het hergebruik van materialen waarbij van tevoren niet over een volgende bestemming is nagedacht, wat bijvoorbeeld kan voorkomen bij de sloop van oude gebouwen, machines of voertuigen. Zo is de Life Cycle Technoloog constant bezig met het beoordelen, optimaliseren en verlengen van de levensloop van uiteenlopende materialen en producten. De Life Cycle Technoloog heeft een integrale visie: hij ziet het product als de keten van ontstaan (winning van grondstoffen, productie), gebruik (energieverbruik en verbruik van hulpstoffen zoals waspoeder en benzine) en afdanking (hergebruik en stort). Het "minder slecht maken" van het product bestaat uit het kiezen van schonere grondstoffen, het zuiniger maken van het product in gebruik, en het optimaliseren van de mogelijkheden voor recycling. De Life Cycle Technoloog richt zich zodoende op het beperken van de schadelijke invloeden van een product in de gehele levensloop. Hierbij houdt hij rekening met kosten en baten: wellicht kunnen hogere kosten bij aanvang door kwalitatief hoogwaardigere materialen te gebruiken leiden tot een besparing in de latere levensfasen van een product. De Life Cycle Technoloog heeft vooral raakvlakken met de opleiding technische natuurkunde, chemie, IPO, bouwkunde en werktuigbouwkunde. Omdat Life Cycle Technologie met verschillende technische opleidingen raakvlakken heeft, zullen er verschillende technische beroepen rondom dit vakgebied ontstaan: •
Materiaaldeskundige: (technische natuurkunde, en chemie);
•
Ontwerper en tester: (IPO, werktuigbouwkunde en bouwkunde);
•
Adviseur.
Over de volgende kennis en competenties moet een Life Cycle Technoloog beschikken, afhankelijk van de sector waarin hij werkzaam is: •
Kennis van materiaalkunde en natuurkunde. Kennis over de eigenschappen van materialen is essentieel voor vinden van nieuwe bestemmingen. Ook kennis van de verwerking is van belang, bijvoorbeeld het scheiden van afval door water, lucht of magneet.
•
Kennis van chemie: welke invloed kunnen stoffen op elkaar hebben en hoe gedragen stoffen
•
Kennis van productie- en bouwtechnieken. Door nieuwe bouwtechnieken kan je minder en beter
•
Kennis van duurzame toepassingen. Duurzaamheid is enorm belangrijk. Bij zowel overheden
zich onder veranderende omstandigheden. materialen gebruiken. als het bedrijfsleven dringt dit besef steeds verder door. Je leert bedrijven hoe ze op een duurzame manier om kunnen gaan met materialen, zodat iedereen een bijdrage levert aan een beter milieu.
40
Profielen technische beroepen van de toekomst
•
Creatief en vindingrijk, out-of-the-box denken. Hoe definieer je afkeur van een product? Is het noodzakelijk om altijd uit te gaan van de levensduur die de fabrikant aangeeft, of is deze levensduur met kleine aanpassingen te verlengen?
•
Communicatief en overtuigend: de Life Cycle Technoloog moet mensen kunnen overtuigen
•
Kunnen coördineren: materialen moeten na de levensduur van het product makkelijk van elkaar
zaken op een andere manier aan te pakken. te scheiden zijn: de Life Cycle Technoloog dient er voor de zorgen dat alle betrokkenen hier mee rekening houden. •
9.2
Overzicht hebben van kosten en baten van keuzes.
Toepassingsgebieden Een Life Cycle Technoloog kan een adviesrol hebben waarbij bouworganisaties geadviseerd worden over de materialen die ze kunnen hergebruiken na de sloop van een bestaand gebouw en hoe ze die materialen vervolgens kunnen toepassen in een nieuw gebouw. De Life Cycle Technoloog kan binnen verschillende sectoren ingezet worden. Allereerst is de industrie een belangrijk werkterrein van de deze technoloog. De Life Cycle Technoloog is de aangewezen persoon die bedrijven ervan bewust maakt om duurzaam met de nog beschikbare grondstoffen om te gaan. Het is van belang dat er al op de tekentafel rekening gehouden wordt met het hergebruik van de materialen. Alle gebruikte materialen dienen na hun leven in het ene product nuttig ingezet te worden in een ander product. Zo kan rubber dat geschikt is voor autobanden verwerkt worden als schoenzolen. Na gebruik kan het rubber weer hergebruikt worden tot een nieuwe band of zool, zonder dat het de sterke flexibele eigenschappen verliest. In de zorg kan de Life Cycle Technoloog zich bezig houden met de levensduur van producten als rolstoelen, tilliften en andere hulpmiddelen. Ook op het gebied van medicijnen kan de Life Cycle Technoloog veel besparingen realiseren, bijvoorbeeld door te kiezen voor minder grote verpakkingen en zo het aantal medicijnen dat ongebruikt wordt weggegooid te verkleinen. Een Life Cycle Technoloog kan bouwbedrijven ondersteunen en sturen vanuit het gedachten dat afval zoveel mogelijk vermeden moet worden. Zo dienen bijvoorbeeld kabels, raamkozijnen maar ook beton en steen makkelijk opnieuw te gebruiken zijn. Deze ontwikkeling vraagt om mensen die het opnieuw gebruiken van materialen kunnen coördineren en hierin kunnen adviseren. Deze technoloog kan binnen productiebedrijven worden ingezet om nieuwe materialen te ontwikkelen en te testen. Zo kan de Life Cycle Technoloog de beste materialen – materialen die een lange levenscyclus hebben – voor de productie kiezen door de eigenschappen van de materialen te bepalen en te evalueren.
9.3
Vraag op de arbeidsmarkt De functie van de Life Cycle Technoloog is een brede functie die voor een groot aantal sectoren relevant is. Op dit moment zijn de taken van de Life Cycle Technoloog vaak verweven in andere functies, bijvoorbeeld bij ontwerpers en constructeurs. Bedrijven geven aan dat het belang van deze taken toeneemt. Onder werktuigbouwkundigen werkt ongeveer 20 procent als ontwerper, onder elektrotechnici is 7 procent ontwerper. Ervan uitgaande dat 25 procent van deze ontwerpers nadrukkelijk te maken krijgt met taken op het gebied van life cycle technologie, gaat het in de provincie Zuid-Holland om ongeveer 500 à 700 personen. In heel Nederland zou het gaan om 3.000 tot 3.500 personen.
Profielen technische beroepen van de toekomst
41
Het geschatte aantal baanopeningen voor dit profiel in de provincie Zuid-Holland bedraagt gebaseerd op de meest relevante beroepen (werktuigbouwkundig en elektrotechnisch ontwerpers en materiaalkundigen) in de periode tot en met 2016 naar verwachting ongeveer 130 tot 180.
9.4
Conclusie De functie van Life Cycle Technoloog doet zich voor in een groot aantal sectoren. Bij de ontwikkeling en het ontwerp van nieuwe producten in verschillende industrieën heeft de Life Cycle Technoloog een centrale rol. De Life Cycle Technoloog richt zich zodoende op het beperken van de belastende invloeden van een product in de gehele levensloop. De Life Cycle Technoloog heeft raakvlakken met de opleiding technische natuurkunde, chemie, IPO, bouwkunde en werktuigbouwkunde. Om mensen langer van een bepaald product, zoals een voertuig of huis, gebruik te laten maken, is het denken in de life cycle van een product ook voor Human Technology relevant. De ontwikkeling vraagt om professionals die het opnieuw gebruiken van materialen kunnen coördineren en hierin kunnen adviseren.
42
Profielen technische beroepen van de toekomst
Bijlage: Omvang technische arbeidsmarkt
8
In technische sectoren in Nederland zijn ongeveer 1,25 miljoen mensen werkzaam . In de onderstaande tabel is aangeven hoe de werkgelegenheid is verdeel over de verschillende technische sectoren. Tevens is aangeven welk deel van de werkgelegenheid te vinden is in de provincie Zuid-Holland, het voornaamste bestemmingsgebied van de afgestudeerden van de Haagse Hogeschool.
9
Tabel 1 Werkgelegenheid techniek Nederland en Zuid-Holland 2010 Kernsector
Aantal
Groei NL
Aantal ZH
Nederland
2006-2010
2010
2010
(%)
Aandeel ZH
Groei ZH
binnen
2006-2010
Nederland
(%)
Industrie
608.046
-8%
94.377
16%
-2%
Food
109.306
-2%
16.969
16%
-3%
(Petro)chemie, farma, rubber,
103.692
-7%
19.827
19%
-4%
kunstof Metaal
113.127
-4%
16.231
14%
3%
Elektrische apparaten,
135.456
-11%
20.528
15%
0%
Vervoermiddelen
33.652
-9%
6.912
21%
3%
Overig industrie
112.813
-15%
13.910
12%
-9%
Bouw
193.572
0%
41.556
21%
6%
Bouw, civiel
193.572
0%
41.556
21%
6%
Services
448.990
11%
105.797
24%
7%
ICT
179.861
11%
38.664
21%
-2%
Ontwerp, creatief
118.446
12%
29.537
25%
11%
23.514
4%
3.830
16%
17%
29.517
13%
10.795
37%
6%
machines, computers
Techniek t.b.v. gezondheidszorg Technisch onderzoek en ontwikkeling Energie, water, afval
67.419
7%
15.184
23%
11%
Ov. services
30.233
19%
7.787
26%
34%
1.250.608
-1%
241.730
19%
3%
Totaal
Bron: LISA, bewerking Ecorys In deze tabel gaat dat het gaat om de volledige werkgelegenheid in technische sectoren, dus inclusief de personen die in niettechnische beroepen werken en inclusief alle opleidingsniveaus.
Uit Tabel 1 blijkt onder meer het volgende: •
De totale werkgelegenheid in de kernsectoren bedraagt ruim 1,25 miljoen (technisch en niettechnisch personeel). Dat komt neer op bijna 16 procent van de volledige werkgelegenheid in
8
9
Zie ook: Ecorys (2012). Sectorenanalyse hbo techniek. De toekomstige arbeidsmarkt en ontwikkelingen in onderwijs en beleid. Rotterdam: Ecorys. De grootte van het bestemmingsgebied verschilt sterk per opleiding. Voor opleidingen die aan een groot aantal hogescholen gevolgd kunnen worden beperkt het bestemmingsgebied zich vaker tot de provincie Zuid-Holland dan voor opleidingen die op maar enkele plaatsen in Nederland worden gegeven. Dan beslaat het bestemmingsgebied al snel heel Nederland. Voor de opleidingen met een internationale focus is ook de buitenlandse arbeidsmarkt relevant. Het buitenland is niet meegenomen in deze cijfers. Tot slot geldt dat voor enkele opleidingen er specifieke bestemmingsgebieden zijn naast de provincie Zuid-Holland, vanwege de concentratie van technische sectoren in bepaalde gebieden. Deze gebieden zijn niet apart in de cijfers meengenomen.
Profielen technische beroepen van de toekomst
43
Nederland. Bijna 20 procent van de werkgelegenheid in technische kernsectoren in Nederland is te vinden in de provincie Zuid-Holland. •
Het grootste deel van de werkgelegenheid in technische kernsectoren in Zuid-Holland is te vinden in de technische service-sectoren. In Zuid-Holland is er relatief veel werkgelegenheid in deze sectoren (44%) in vergelijking met de rest van Nederland (36%). Het gaat vooral om werkgelegenheid in de ICT en in ontwerp en creatieve sectoren.
•
De industrie is goed voor 39 procent van de werkgelegenheid in technische sectoren in ZuidHolland. Dit is relatief weinig in vergelijking met heel Nederland (49%). De belangrijkste industriële sectoren in Zuid-Holland zijn de (Petro)chemie, farma, rubber, kunstof (8%) en de productie van Elektrische apparaten, machines, computers (8%).
De werkgelegenheid in de technische sectoren heeft zich in Zuid-Holland beter ontwikkeld dan gemiddeld in Nederland: •
De ontwikkeling van werkgelegenheid in technische sectoren in Nederland laat tussen 2006 en 2010 een zeer divers beeld zien. In de technische servicesectoren is de werkgelegenheid met 11 procent bovengemiddeld gestegen. Gemiddeld steeg de werkgelegenheid in Nederland namelijk met 5 procent. In de bouw is de werkgelegenheid in deze periode gelijk gebleven en in de industriële sectoren was sprake van een forse daling (8%). Alles bij elkaar heeft de werkgelegenheid in de technische sectoren zich slechter ontwikkeld dan gemiddeld in Nederland; er is sprake van een daling van 1 procent.
•
10
De technische arbeidsmarkt in de provincie Zuid-Holland kenmerkt zich door een sterke groei (11 procent) van het aantal werkzame personen in de gezondheidszorg.
•
Vergeleken met Nederland kan er gesproken worden van een relatief kleine daling (-2%) van het aantal werkzame personen in de industrie.
•
Opvallend is dat het aantal werkzame personen binnen de sector bouw met 6 procent is gestegen.
10
44
Krimp in de industrie en de bouw en een verschuiving naar dienstverlening word ook geconstateerd door onder meer UWV. UWV Werkbedrijf en Colo (2011). Arbeidsmarktschets techniek.
Profielen technische beroepen van de toekomst
Bijlage: Studentenaantallen
Onderstaande tabel toont het aantal ingeschreven studenten per opleiding in Nederland en bij de Haagse Hogeschool. Tabel 2 Aantal ingeschreven studenten per opleiding 2008-2011 (in oktober van elk jaar) 2008 B Bedrijfswiskunde
NL HHS
B Bewegingstechnologie
B Elektrotechniek
B Human Technology
B Industrieel Produkt Ontwerpen
B Technische Bedrijfskunde
B Technische Natuurkunde
2011 515
552
77
84
95
113
211
203
251
287
HHS
211
203
251
287
NL
4.125
4.034
3.933
3.779
HHS
257
216
189
184
NL
347
357
364
327
HHS
105
104
104
97
1.312
1.335
1.429
1.527
379
361
369
442
NL
0
0
0
133
HHS
0
0
0
44
4.670
4.747
4.941
5.105
HHS
256
239
263
272
NL
567
571
596
602
NL
NL
HHS B Werktuigbouwkunde
2010 470
NL
HHS B Mechatronica
2009 465
NL HHS
181
200
218
241
5.364
5.450
5.620
5.602
478
521
581
625
Bron: DUO
De technische hbo-opleidingen met de meeste studenten zijn elektrotechniek en werktuigbouw. Van de HHS-opleidingen die in dit onderzoek aan de orde komen studeert ongeveer 50 procent aan een van deze opleidingen. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) doet in haar prognoses uitspraken over de het aantal werkzame personen naar opleiding en beroepen, en de verwachte ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor deze beroepen. Met behulp van de cijfers over de omvang van de technische arbeidsmarkt is voor werktuigbouwkundigen en elektrotechnici een inschatting gemaakt van de omvang van de arbeidsmarkt voor deze beroepen in de provincie Zuid-Holland. De opleidingsachtergrond van deze beroepsbeoefenaren is breder dan alleen hboelektrotechniek en hbo-werktuigbouwkunde. Met deze cijfers wordt weliswaar niet de gehele maar wel een belangrijk deel van de relevante arbeidsmarkt beschreven voor opleidingen die in dit onderzoek aan de orde komen.
Profielen technische beroepen van de toekomst
45
Bijlage: Instroom analyse Techniek
Deze bijlage is samengesteld door de heer N.T.J. Rensen, Haagse Hogeschool. Aanleiding De academie voor Technology, Innovation en Society – Delft (TISHD) stelt in het voorjaar 2012 een strategisch plan op. Doel hiervan is om samen met een aantal partners uit het beroepenveld een scenario op te stellen dat de komende jaren richtinggevend moet zijn voor het beleid van de academie. Een van de input variabelen is een instroomanalyse. In dit document wordt gekeken hoe de instroom van TISH-Delft en TISH-Den Haag zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en wat de ontwikkelingen in de toeleverende scholen zijn. De instroom Deze analyse beperkt zich tot de techniek opleidingen. In eerste instantie zal voor een overzicht gekeken worden naar de instroom van techniek opleidingen in Nederland maar daarna wordt er gesplitst tussen de techniek opleidingen in Delft en Den Haag. Daarbij zullen landelijk ook alleen de opleidingen worden meegenomen die per locatie worden aangeboden. Tabel 3 Aantal instromers in de sector techniek per hogeschool van de afgelopen jaren, bron hbo-raad Sector tech-
2007
2008
2009
2010
2011
2007
2008
2009
2010
2011
1.621
1.776
1.943
1.801
1.837
9%
10%
10%
9%
9%
613
704
673
1.060
831
4%
4%
3%
5%
4%
Fontys Hs.
1.384
1.437
1.607
1.877
1.985
8%
8%
8%
9%
10%
Haagse Hs.
1.253
1.219
1.395
1.476
1.497
7%
7%
7%
7%
8%
ool Groningen
870
948
964
1.049
962
5%
5%
5%
5%
5%
Hs. Inholland
831
814
861
802
613
5%
4%
4%
4%
3%
Hs. Leiden
251
350
410
452
466
1%
2%
2%
2%
2%
Hs. Rotterdam
1.559
1.575
1.641
1.680
1.702
9%
9%
8%
8%
9%
Hs. Utrecht
1.804
1.871
2.049
1.850
1.615
10%
10%
10%
9%
8%
2.342
2.405
2.697
2.485
2.862
13%
13%
14%
13%
14%
1.487
1.487
1.546
1.505
1.442
8%
8%
8%
8%
7%
Kunsten Utrecht
179
201
191
173
163
1%
1%
1%
1%
1%
Hs. Zeeland
386
306
440
374
410
2%
2%
2%
2%
2%
Hs. Zuyd
634
754
744
648
711
4%
4%
4%
3%
4%
340
250
388
441
406
2%
1%
2%
2%
2%
niek landelijk Avans Hs. Chr. Hs. Windesheim
Hanzehogesch
Hs. van Amsterdam Hs. van Arnhem en Nijmegen Hs. voor de
Nhtv Internationale Hs. Breda Noordelijke Hs. Leeuwarden Saxion Hs. Stenden Hs. Grand total
596
644
725
646
678
3%
4%
4%
3%
3%
1.280
1.398
1.368
1.460
1.583
7%
8%
7%
7%
8%
84
77
71
83
92
0%
0%
0%
0%
0%
17.514
18.216
19.713
19.862
19.855
100%
100%
100%
100%
Profielen technische beroepen van de toekomst
100%
47
In Tabel 3 is te zien hoe de instroom in het hoop-gebied techniek zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. In vergelijking met 2007 is te zien dat de instroom de afgelopen jaren is gestegen (+13.4%). Deze groei heeft zich echter vooral tussen 2007-2009 afgespeeld. Vanaf 2009-2011 zit er amper groei in de instroom van de techniekopleidingen. De 5 grote randstand hogescholen (De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam) hebben in 2011 gezamenlijk 41.7% van de techniek instroom. Van dit cluster is de HvA de grootste met 35% en Hogeschool Inholland de kleinste 7%. De overige drie hogescholen hebben ieder een aandeel rond de 20%. Bij Hogeschool Utrecht en Inholland is in 2011 een (lichte) daling te zien ten opzichte van de jaren daarvoor terwijl Rotterdam maar zeker Amsterdam een lichte stijging laten zien. Zie Tabel 4. Tabel 4 Instroom in de sector techniek voor de randstadhogescholen in aantallen en percentage Hogeschool
2007
2008
2009
2010
2011
2007
2008
2009
2010
2011
Haagse Hs.
1.253
1.219
1.395
1.476
1.497
16%
15%
16%
18%
18%
831
814
861
802
613
11%
10%
10%
10%
7%
Hs. Rotterdam
1.559
1.575
1.641
1.680
1.702
20%
20%
19%
20%
21%
Hs. Utrecht
1.804
1.871
2.049
1.850
1.615
23%
24%
24%
22%
19%
Hs. van Amsterdam
2.342
2.405
2.697
2.485
2.862
30%
31%
31%
30%
35%
Grand Total
7.789
7.884
8.643
8.293
8.289
100%
100%
100%
100%
100%
Hs. Inholland
Bron: hbo-raad
Bovenstaande verhoudingen veranderen wanneer er wordt ingezoomd op de opleidingen die in Delft worden aangeboden. De Haagse hogeschool heeft dan een aandeel van 31%. Vooral het aandeel van de HvA slinkt (van 35% naar 15%). De HvA, Rotterdam en De Haagse laten een groei van 1% tot 2% zien. Utrecht en Inholland een zelfde krimp. Tabel 5 Instroom in de Delftse techniekopleidingen voor de randstadhogescholen in aantallen en percentage Hogeschool
2007
2008
2009
2010
2011
2007
2008
2009
2010
2011
Haagse Hs.
385
335
424
488
509
23%
21%
26%
30%
31%
Hs. Inholland
183
171
189
214
185
11%
11%
12%
13%
11%
Hs. Rotterdam
356
338
361
334
353
21%
21%
22%
20%
22%
Hs. Utrecht
558
514
431
390
353
33%
32%
27%
24%
22%
Hs. van Amsterdam
218
249
204
217
240
13%
15%
13%
13%
15%
1.700
1.607
1.609
1.643
1.640
100%
100%
100%
100%
100%
Grand Total Bron: hbo-raad
In Tabel 6 is de instroom van de techniek opleidingen uit Delft uitgesplitst naar de verschillende vooropleidingen. Bij de meeste instellingen is de instroom vanuit HO en overig een klein aandeel in de totale instroom. Uitzondering hierop is Hogeschool Inholland. Zij laten een grote instroom zien in de categorie overig (18%). Bij De Haagse valt vooral de instroom van de vwo’ers op. Deze groep maakt bij De HHS 20% van de instroom uit terwijl dit voor de HHS als totaal en ook bij andere techniek sectoren van de randstadhogescholen rond de 10% ligt. In vergelijking met de Hogeschool Rotterdam valt vooral het aandeel van de mbo’ers op (Rotterdam 35% versus HHS 16%).
48
Profielen technische beroepen van de toekomst
Tabel 6 Instroom naar vooropleiding voor de techniek opleidingen in Delft Hogeschool
Vooropleiding
Haagse Hs.
havo
51%
53%
55%
54%
54%
mbo
25%
19%
22%
15%
16%
vwo
12%
14%
11%
19%
20%
ho
7%
4%
4%
5%
4%
overig
4%
9%
7%
8%
6%
havo
30%
30%
37%
44%
38%
mbo
35%
41%
26%
27%
34%
vwo
6%
7%
11%
8%
6%
ho
5%
2%
7%
4%
2%
onbekend
5%
5%
1%
3%
3%
overig
19%
16%
19%
14%
18%
havo
44%
36%
35%
41%
44%
mbo
33%
43%
38%
30%
35%
vwo
10%
7%
8%
9%
9%
ho
5%
5%
8%
6%
3%
onbekend
1%
0%
0%
1%
1%
overig
7%
9%
11%
14%
8%
havo
38%
48%
46%
47%
58%
mbo
40%
29%
26%
33%
24%
vwo
9%
7%
9%
8%
10%
ho
5%
5%
4%
3%
3%
onbekend
0%
0%
0%
1%
1%
overig
7%
11%
15%
7%
4%
havo
56%
56%
50%
54%
64%
mbo
27%
25%
27%
24%
23%
vwo
7%
8%
14%
11%
6%
ho
4%
4%
3%
6%
3%
onbekend
0%
0%
0%
0%
1%
overig
6%
7%
6%
5%
4%
Hs. Inholland
Hs. Rotterdam
Hs. Utrecht
Hs. van Amsterdam
2007
2008
2009
2010
2011
Voor de Haagse Hogeschool wordt er nog een niveau verder ingezoomd. In Tabel 6 is de instroom voor Tis Delft uitgesplitst naar de verschillende profielen van de scholieren. Vanwege het kleine aandeel dat de groep ho en overig heeft in de instroom worden deze niet verder gesplitst. Bij de Havo instroom hebben de meeste studenten een natuur&techniek profiel. Een aantal scholieren hebben een natuur en gezondheid profiel. Opvallend is de toename van de instromers met een gecombineerd profiel natuur en techniek/natuur en gezondheid. Mbo’ers die zich inschrijven hebben bijna allemaal een techniek achtergrond. Bij de vwo’ers is een zelfde beeld te zien als bij de havisten. Een grote groep heeft een natuur en techniek profiel, een deel een natuur en gezondheid en een stijging in de instroom van het gecombineerde profiel natuur& techniek/natuur en gezondheid.
Profielen technische beroepen van de toekomst
49
Tabel 7 Instroom uitgesplitst naar vooropleiding en profiel voor Delft HHS
2007
Havo algemeen
2008
2009
1
1
9
15
2010
2011
2007
2008
2009
2010
2011
0%
0%
0%
0%
0%
4%
3%
4%
5%
4%
0%
0%
0%
0%
0%
Havo profiel economie & maatschappij
15
22
18
Havo profiel economie/ maatschappij & cultuur/ maatschappij
2
Havo profiel natuur & gezondheid
32
41
40
32
38
8%
12%
9%
7%
7%
122
105
117
136
122
32%
31%
28%
28%
24%
0%
0%
0%
0%
0%
7%
7%
14%
15%
19%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
1%
1%
1%
1%
Havo profiel natuur & techniek Havo profiel natuur/ techniek & economie/ maatschappij
1
Havo profiel natuur/ techniek & natuur/ gezondheid
28
22
58
Mbo algemeen niveau 4
1
Mbo economie niveau 4
4
3 2
1
89
58
86
1
1
Mbo landbouw niveau 4 Mbo techniek niveau 4
6
72
97
6
7 1
0%
1%
0%
0%
0%
69
73
23%
17%
20%
14%
14%
2
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
1%
0%
0%
0%
Mbo zorg en welzijn niveau 4 Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg economie
1
Vmbo theoretische leerweg/mavo Vwo algemeen
1 5
4
1
1
1
1
3
5
0%
0%
0%
1%
1%
11
11
10
11
19
3%
3%
2%
2%
4%
22
25
27
52
51
6%
7%
6%
11%
10%
1
0%
0%
0%
0%
0%
Vwo profiel economie & maatschappij Vwo profiel natuur & gezondheid Vwo profiel natuur & techniek Vwo profiel natuur/ techniek & economie/ maatschappij Vwo profiel natuur/ techniek & natuur/ gezondheid
8
6
10
25
26
2%
2%
2%
5%
5%
HO
28
15
19
22
19
7%
4%
4%
5%
4%
Overig
17
30
30
37
30
4%
9%
7%
8%
6%
Totaal
385
334
423
488
509
100%
100%
100%
100%
100%
In de volgende tabellen zal er gekeken worden naar de instroom van de techniek opleidingen in Den Haag. In Tabel 8 is de instroom te zien naar vooropleiding voor de opleidingen die in Den Haag worden aangeboden. Voor de Haagse techniek opleidingen is de instroom van studenten met een havo vooropleiding 55%. Op de hogeschool Rotterdam na (42%) hebben de andere g5-
50
Profielen technische beroepen van de toekomst
hogescholen een gelijke instroom havisten. De mbo instroom zat in Delft op 16% en voor de Haagse opleidingen is deze 17%. De mbo instroom bij Hogeschool Inholland, Hogeschool Rotterdam en hogeschool Utrecht is bij net boven de 30%. Bij de Hogeschool van Amsterdam is de instroom 25%. Verder valt bij de Haagse vooral het percentage overig op. Dit is 15% en wordt bij de Haagse vooral verklaard door de instroom van studenten met een buitenlandsdiploma. Op Hogeschool Rotterdam na (12%) is deze instroom bij de andere hogescholen rond de 6%). Met een vwo instroom van 13% is deze minder nadrukkelijk aanwezig dan bij de Delftse opleidingen. Wel is deze nog steeds hoger dan bij de andere hogescholen. Indien we de buitenlandse instroom niet meenemen komt het percentage vwo instroom op 15%. Tabel 8 Instroom naar vooropleiding voor de techniek opleidingen Den Haag Hogeschool Haagse Hs.
Hs. Inholland
Hs. Rotterdam
Hs. Utrecht
Hs. van Amsterdam
Vooropleiding
2007
2008
2009
2010
2011
havo
50%
51%
54%
50%
51%
mbo
19%
23%
19%
23%
17%
vwo
13%
10%
10%
14%
13%
ho
6%
4%
5%
4%
4%
onbekend
0%
0%
0%
0%
0%
overig
11%
12%
12%
10%
15%
havo
49%
44%
40%
53%
52%
mbo
36%
34%
38%
30%
32%
vwo
5%
6%
7%
9%
4%
ho
4%
12%
6%
4%
10%
onbekend
0%
3%
6%
1%
0%
overig
5%
2%
4%
4%
3%
havo
41%
49%
49%
49%
42%
mbo
38%
30%
30%
26%
33%
vwo
7%
7%
7%
9%
9%
ho
5%
6%
5%
6%
4%
onbekend
1%
1%
0%
0%
0%
overig
8%
7%
8%
11%
12%
havo
41%
39%
46%
47%
51%
mbo
37%
41%
32%
36%
32%
vwo
9%
6%
8%
9%
7%
ho
4%
6%
3%
4%
3%
onbekend
0%
1%
0%
0%
0%
overig
8%
8%
10%
4%
7%
havo
49%
55%
50%
50%
55%
mbo
32%
24%
32%
30%
25%
vwo
11%
11%
11%
12%
12%
ho
4%
6%
2%
2%
2%
onbekend
0%
0%
0%
0%
1%
overig
4%
4%
5%
6%
6%
In Tabel 9 is ook voor de Haagse opleidingen de instroom uitgesplitst naar vooropleiding. Voor de havo-instroom is te zien dat het percentage met economie & maatschappij de afgelopen jaren verdubbeld is. In aantallen studenten vertaald gaat het om een stijging van 10 studenten in 2007 en 27 studenten in 2011. Voor de afzonderlijke natuurprofielen is een lichte daling (-7%) te noteren naar 16% (N&G) en 19% (N&T) in 2011. De instroom van het gecombineerde profiel (N/T& N/G) is
Profielen technische beroepen van de toekomst
51
ook bij de Haagse techniek opleidingen toegenomen van 6% in 2007 naar 21% in 2011. In absolute aantallen is het ongedeelde natuurprofiel in 2011 de grootste instroom (101 personen). De mbo instroom komt voornamelijk uit de mbo-techniek opleidingen (69 personen, 15%). De studenten met een vwo vooropleidingen hebben vooral het natuur en techniek profiel of ook een ongedeeld natuurprofiel. Qua aantallen gaat het dan respectievelijk over 35 en 18 studenten in 2011. Tabel 9 Instroom naar vooropleiding voor de techniek opleidingen Den Haag Opleiding Havo algemeen
2007
2008
2009
2010
2
2
1
10
9
8
3
10
14
13
16
1
1
85
111
83
102
89
25
23
2011
2007
2008
2009
2010
2011
1%
0%
0%
0%
0%
4
3%
2%
2%
1%
1%
27
3%
3%
3%
3%
6%
2
0%
0%
0%
0%
0%
69
75
22%
27%
19%
14%
16%
107
103
90
26%
22%
25%
22%
19%
71
85
101
6%
6%
16%
18%
21%
0%
0%
0%
0%
0%
Havo profiel cultuur & maatschappij Havo profiel economie & maatschappij Havo profiel economie/maatschappij & cultuur/ maatschappij Havo profiel natuur & gezondheid Havo profiel natuur & techniek Havo profiel natuur/ techniek & natuur/ gezondheid Mbo algemeen niveau 4 Mbo economie niveau 4
1 11
12
19
18
19
3%
3%
4%
4%
4%
1
2
3
4
0%
0%
0%
1%
1%
75
95
74
100
69
19%
23%
17%
21%
15%
niveau 4
4
3
2
5
6
1%
1%
0%
1%
1%
Vwo algemeen
3
1
1
1%
0%
0%
0%
0%
3
1%
0%
0%
0%
1%
2
2%
1%
2%
1%
0%
2
0%
0%
0%
0%
0%
Mbo landbouw niveau 4 Mbo techniek niveau 4 Mbo zorg en welzijn
Vwo profiel cultuur & maatschappij
2
1
Vwo profiel economie & maatschappij
7
6
9
7
Vwo profiel economie/ maatschappij & cultuur/ maatschappij Vwo profiel natuur & gezondheid
26
21
26
34
13
7%
5%
6%
7%
3%
19
18
10
15
35
5%
4%
2%
3%
7%
0%
0%
0%
0%
0%
Vwo profiel natuur & techniek Vwo profiel natuur/ gezondheid & cultuur/ maatschappij
1
Vwo profiel natuur/ techniek & natuur/ gezondheid Totaal
52
4
2
5
19
18
1%
0%
1%
4%
4%
385
408
432
479
471
100%
100%
100%
100%
100%
Profielen technische beroepen van de toekomst
Met een inzicht in de instroom van de opleidingen zal in de volgende paragraaf worden gekeken naar de vooropleidingen. Hoeveel geslaagden waren er de afgelopen jaren in het mbo en het vo. De vooropleiding In deze paragraaf wordt gekeken hoeveel geslaagden er de afgelopen jaren van het mbo en het voortgezet onderwijs zijn gekomen. In de vorige paragraaf was al te zien dat voor de mbo-instroom vooral de techniek richting van belang is. Bij het voortgezet onderwijs zijn met name de natuur profielen van belang en economie & maatschappij. Daarom zal in deze paragraaf ook alleen worden gekeken naar de geslaagden van die profielen. In eerste instantie wordt er gekeken naar de mbo-uitstroom. Daarna komt het voortgezet onderwijs aanbod. De mbo-deelnemers Tabel 10 MBO aantal deelnemers niveau 4 per sector voor Nederland en West-Nederland Row Labels
2007/'08
Nederland
2008/'09
2009/'10
2010/'11*
222565
222104
225889
229786
952
579
322
127
Sector economie
73382
72931
74006
73886
Sector landbouw
11200
11404
11746
12071
Sector techniek
60823
62133
63368
65149
Sector zorg en welzijn
76208
75057
76447
78553
West-Nederland (LD)
92829
93738
95596
96652
459
282
80
20
Sector economie
32644
33315
34504
34214
Sector landbouw
3503
3513
3575
3601
Sector techniek
26269
26802
27171
27804
Sector zorg en welzijn
29954
29826
30266
31013
Combinatie van sectoren
Combinatie van sectoren
Tabel 11 Mbo Sector techniek niveau 4 aantal deelnemers voor 4 grootste gemeenten Row Labels
2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11*
Amsterdam
1622
1651
1708
1725
Den Haag
1011
1049
1038
1122
Rotterdam
1925
2055
2125
2312
806
781
773
772
Utrecht (gemeente)
De mbo-uitstroom In Tabel 12 is de mbo-techniek uitstroom weergegeven. Naast het cijfer voor heel Nederland en West-Nederland 11 zijn ook de vier grote gemeente van Nederland weergegeven. Voor de sector techniek is te zien dat het aantal geslaagden redelijk gelijk blijft of ligt stijgt. De techniek uitstroom voor de gemeente Den Haag is 214 scholieren in 2009/2010.
11
West-Nederland bestaat uit de provincies, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland.
Profielen technische beroepen van de toekomst
53
Tabel 12 Aantal geslaagden in sector techniek voor Nederland en West-Nederland Row Labels
2007/'08
Nederland
2008/'09
2009/'10*
12081
12936
13391
West-Nederland (LD)
5121
5541
5693
Amsterdam
273
334
340
Den Haag
196
224
214
Rotterdam
333
362
356
Utrecht (gemeente)
178
206
199
De VO-Deelnemers In Tabel 13 en Tabel 14 staan het aantal scholieren voor de natuurprofielen voor het voortgezet onderwijs. De deelnemers zijn verdeeld over havo 4-5 en vwo 4-6. In Tabel 10 zijn de aantallen zichtbaar voor heel Nederland en het landsdeel west Nederland. In Tabel 11 zijn de aantallen voor de 4 grote gemeente zichtbaar. Allereerst valt te zien dat het aantal deelnemers in de laatste jaren van het voortgezet onderwijs is toegenomen. Bij de Havisten valt te zien dat N&G licht groeit terwijl dit profiel bij de vwo’ers enige krimp vertoont. Vooral bij het profiel natuur ongedeeld is zowel bij de havisten als bij de vwo’ers grote groei te zien. Tabel 13 Deelnemers havo en vwo voor Nederland en West-Nederland voor natuurprofielen Row Labels
2006/'07
2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11*
∆2010-2006
Nederland
86812
94229
99769
103215
104939
21%
Havo naar profiel
29584
33236
35849
38042
38763
31%
18190
19158
18639
19611
20413
12%
Natuur en techniek
9257
10829
11678
12091
11749
27%
Natuur ongedeeld
2137
3249
5532
6340
6601
209%
57228
60993
63920
65173
66176
16%
Natuur en gezondheid
31560
33504
30529
25776
26056
-17%
Natuur en techniek
13984
17351
18911
20199
19723
41%
Natuur ongedeeld
11684
10138
14480
19198
20397
75%
West-Nederland (LD)
40049
43337
45792
47381
48299
21%
Havo naar profiel
13090
14758
15857
16611
16812
28%
Natuur en gezondheid
7981
8391
7998
8315
8584
8%
Natuur en techniek
4080
4868
5254
5438
5236
28%
Natuur ongedeeld
1029
1499
2605
2858
2992
191%
26959
28579
29935
30770
31487
17%
leerjaar 4-5 Natuur en gezondheid
Vwo naar profiel leerjaar 4-6
leerjaar 4-5
Vwo naar profiel leerjaar 4-6 Natuur en gezondheid
14972
15554
13942
11732
12136
-19%
Natuur en techniek
6510
8006
8918
10087
9674
49%
Natuur ongedeeld
5477
5019
7075
8951
9677
77%
In Tabel 14 zijn de deelnemers per techniek profiel voor de 4 grote gemeente weergegeven. Voor alle 4 de steden is ook een groei te zien in de aantallen scholieren met een techniek profiel. Voor Den Haag valt hierbij de grote groei op van het profiel natuur en techniek bij zowel de havo als bij het vwo. In Rotterdam is de grootste groei zichtbaar bij het profiel natuur ongedeeld.
54
Profielen technische beroepen van de toekomst
Tabel 14 Deelnemers per G4 gemeente havo en vwo voor natuurprofielen Row Labels
2006/'07
2007/'08
2008/'09
2009/'10
2010/'11*
∆20102006
Amsterdam
2681
2876
3030
3177
3258
22%
Havo naar profiel leerjaar 4-5
759
811
800
871
876
15%
Natuur en gezondheid
466
508
416
431
444
-5%
Natuur en techniek
216
231
262
271
265
23%
Natuur ongedeeld
77
72
122
169
167
117%
Vwo naar profiel leerjaar 4-6
1922
2065
2230
2306
2382
24%
Natuur en gezondheid
1061
1116
1108
1032
1078
2%
512
617
803
991
869
70%
Natuur en techniek Natuur ongedeeld
349
332
319
283
435
25%
1990
2176
2284
2264
2288
15%
Havo naar profiel leerjaar 4-5
650
725
751
782
812
25%
Natuur en gezondheid
355
381
359
370
392
10%
Natuur en techniek
192
266
304
299
241
26%
Rotterdam
Natuur ongedeeld
103
78
88
113
179
74%
1340
1451
1533
1482
1476
10%
Natuur en gezondheid
822
836
720
524
632
-23%
Natuur en techniek
268
354
464
582
354
32%
Natuur ongedeeld
250
261
349
376
490
96%
1963
2154
2291
2297
2321
18%
Havo naar profiel leerjaar 4-5
640
742
815
796
760
19%
Natuur en gezondheid
419
458
469
458
419
0%
Natuur en techniek
177
200
225
268
280
58%
Natuur ongedeeld
44
84
121
70
61
39%
1323
1412
1476
1501
1561
18%
Natuur en gezondheid
762
793
740
652
699
-8%
Natuur en techniek
269
436
505
542
561
109%
Natuur ongedeeld
292
183
231
307
301
3%
Vwo naar profiel leerjaar 4-6
's-Gravenhage
Vwo naar profiel leerjaar 4-6
Utrecht (gemeente)
1037
1147
1271
1322
1364
32%
Havo naar profiel leerjaar 4-5
257
292
328
341
349
36%
Natuur en gezondheid
148
171
169
174
187
26%
Natuur en techniek
69
70
89
99
112
62%
Natuur ongedeeld
40
51
70
68
50
25%
Vwo naar profiel leerjaar 4-6
780
855
943
981
1015
30%
Natuur en gezondheid
440
505
484
412
441
0%
Natuur en techniek
131
117
176
194
276
111%
Natuur ongedeeld
209
233
283
375
298
43%
De VO uitstroom In Tabel 15 zijn wederom de VO-geslaagden te zien alleen nu uitgesplitst naar de vier grote gemeenten. Als we 2009 vergelijken met 2007 is er bij 3 van de 4 gemeente geen stijging te zien in het aantal afgestudeerden in het totaal voor de weergegeven profielen. Wel zien we dat binnen de profielen verschuivingen. Waarbij natuur ongedeeld in de meeste gemeente een stijging laat zien, het profiel natuur en gezondheid laat bij alle gemeente een daling zien. Het profiel Economie en Maatschappij laat bij de havisten een lichte groei zien terwijl bij het vwo het aantal geslaagden voor dit profiel afneemt.
Profielen technische beroepen van de toekomst
55
Tabel 15 Vo geslaagden per profiel voor de 4 grote gemeenten Row Labels
2007/'08
Amsterdam
2008/'09
∆2010-2007
2009/'10*
4121
4191
4112
Havo economie en maatschappij
414
468
397
-4%
Havo natuur en gezondheid
215
143
148
-31%
68
68
82
21%
Havo natuur en techniek Havo natuur ongedeeld
0%
22
73
115
423%
Vwo economie en maatschappij
291
330
222
-24%
Vwo natuur en gezondheid
354
340
150
-58%
Vwo natuur en techniek
85
99
162
91%
Vwo natuur ongedeeld
65
80
241
271%
Rotterdam
3161
3335
3176
0%
Havo economie en maatschappij
341
387
398
17%
Havo natuur en gezondheid
144
110
106
-26%
Havo natuur en techniek
80
57
54
-33%
Havo natuur ongedeeld
26
93
116
346%
Vwo economie en maatschappij
225
222
150
-33%
Vwo natuur en gezondheid
230
275
87
-62%
58
62
52
-10%
Vwo natuur en techniek Vwo natuur ongedeeld
28
59
226
707%
3037
3503
3034
0%
Havo economie en maatschappij
304
368
328
8%
Havo natuur en gezondheid
's-Gravenhage
173
157
148
-14%
Havo natuur en techniek
65
61
66
2%
Havo natuur ongedeeld
22
99
85
286%
Vwo economie en maatschappij
233
257
196
-16%
Vwo natuur en gezondheid
225
267
105
-53%
Vwo natuur en techniek
73
77
61
-16%
Vwo natuur ongedeeld
41
75
190
363%
1618
1664
1744
8%
Utrecht (gemeente) Havo economie en maatschappij
135
148
184
36%
Havo natuur en gezondheid
74
48
66
-11%
Havo natuur en techniek
22
8
25
14%
Havo natuur ongedeeld
14
46
58
314%
Vwo economie en maatschappij
137
136
87
-36%
Vwo natuur en gezondheid
157
168
68
-57%
Vwo natuur en techniek
29
33
27
-7%
Vwo natuur ongedeeld
33
45
144
336%
Komende jaren In deze paragraaf worden gegevens uit de voorgaande paragrafen geëxtrapoleerd naar de komende twee jaren. In Figuur 1 is de instroom in de technieksector en de techniekopleidingen van de randstadhogescholen te zien. Voor de landelijke instroom en de HR en HHS is ook een extrapolatie naar de komende jaren gegeven. Gebaseerd op de instroom van de afgelopen jaren is de verwachting dat de instroom de komende jaren ook zal blijven stijgen.
56
Profielen technische beroepen van de toekomst
Figuur 1 Instroom in de techniek opleidingen tot 2011 en verwachting komende jaren
10.000 9.000 8.000 7.000
haagse hs.
6.000
hs. inholland
5.000
hs. rotterdam
4.000
hs. utrecht
3.000
hs. van amsterdam
2.000
Grand Total
1.000 0 2007 2008 2009 2010 2011
Figuur 2 Aantal afgestudeerde vo’ers vanaf 2007 en verwachting komende jaren
4500 4000 3500 3000
Amsterdam
2500
Rotterdam
2000
's-Gravenhage
1500
Utrecht (gemeente)
1000 500 0 1
2
3
4
5
Jaarlijks wordt er door ocw een referentieraming gemaakt. Deze raming dienst als onderbouwing voor de begroting van ocw. In deze raming worden de verwachte studentstromen en deelname aan de verschillende soorten onderwijs gegeven. In Tabel 16 zijn de aantallen deelnemers in het hbo te zien van de afgelopen jaren en de verwachte deelname in het Hbo voor 2020. Te zien valt dat de deelname aan het hbo in 2020 gestegen is ten opzichte van de deelname in 2010. De deelnemers van de sector techniek bedragen ongeveer 16% van de totale hbo-deelnemers. Hiermee is ook de verwachten dat de instroom in de techniek tot 2020 dus stijgt. Ten opzichte van het landelijke beeld heeft de HHS ongeveer een marktaandeel van 8% bij een gelijkblijvend marktaandeel zal dus ook het aantal deelnemers in de sector techniek van de HHS de komende jaren stijgen. In de referentie raming wordt deze groei vooral toegeschreven aan het aantal havisten dat door zal stromen. En een langere verblijfsduur in het hbo. Eerder viel al te zien dat de verwachting is dat de mbo deelnemers licht zullen zakken in 2020. Het aandeel havisten bij de hbo instroom blijft gelijk volgens de raming.
Profielen technische beroepen van de toekomst
57
Tabel 16 Deelnemers hbo volgens referentie raming ocw 2011 1990
2000
2005
2010
2020
Pabo
16,0
29,7
35,1
27,9
29,3
Ov.onderwijs
35,2
28,5
35,9
41,8
46,1
Techniek
52,0
56,9
57,4
66,0
77,5
Gezondheid
21,8
25,2
29,8
36,7
44,9
Economie
62,4
104,0
124,0
152,7
179,3
Gedrag&m.
27,3
44, 9
49,3
64,5
77,1
Taal&cultuur
18,3
14,6
16,1
17,7
19,2
Groen
9,1
8,1
8,4
8,9
10,1
Studenten hbo per sector (x 1000) (referentieraming 2011ocw)
58
Profielen technische beroepen van de toekomst
Bronnen
Literatuur •
Allen, J. en R. van der Velden (2007). The Flexible Professional in the Knowledge Society: General Results of the REFLEX Project. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University. Bodegom, L. van., T. van Weerdenburg en A. Wijers (2012). Techniek in de genen. Een verkenning naar de mogelijkheden en toepassingen van gezondheidstechnologie in Nederland. Buck Consultants International (2011). Maakindustrie: stuwende kern van de economie in de Metropoolregio Amsterdam. Nijmegen: Buck Consultants International.
•
Cedefop (2010). Skills for green jobs. European synthesis report. Luxembourg: Publications Office of the European Union.
•
CPB (2012). Centraal Economisch Plan 2012. Den Haag: Sdu uitgevers.
•
Dingemans, K. (2009). Permanent competent. Vier profielen van de medewerker in 2012.
•
Ecorys (2012). Sectoranalyse hbo techniek. De toekomstige arbeidsmarkt en ontwikkelingen in
Hilversum: Hiteq. onderwijs en beleid. Rotterdam: Ecorys. •
Hilversum: Hiteq.
•
Linde, E.J.G. van de (2010). Quick scan robotica, onderwijs en arbeid. Den Haag: Stichting Toekomstbeeld der Techniek.
•
ROA (2011a). Arbeidsmarktmonitor Metalektro. Editie 2011. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).
•
ROA (2011b). De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA).
•
Royakkers, L. et.al. (2012). Overal robots, Automatisering van de liefde tot de dood. Den Haag: Rathenau Instituut.
•
Theunissen, N. C. M., Friele, R. F., & Keijsers, J. F. E. M. (2003). Implementeren door Kennismanagement: theorie en praktijk. In J. Ravensbergen & R. D. Friele & J. F. E. M. Keijsers &M. Wensing & N. Klazinga (Eds.), In zicht. Nieuwe wegen voor implementatie. Assen: van Gorcum.
•
UWV Werkbedrijf en Colo (2011). Arbeidsmarktschets techniek. Amsterdam: UWV en Colo.
•
Zandvliet, K., A. Gelderblom, O. Tanis, m.m.v. B. Kuipers en, J. de Koning (2011). Toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid maintenance Rotterdam havengebied. Rotterdam: SEOR.
Data •
CBS
•
DUO
•
LISA
•
ROA
Websites •
Bètamentality (2012). De toekomstberoepen. [http://www.betamentality.nl/?pid=282&page=DE TOEKOMSTBEROEPEN]. Geraadpleegd op 3 mei 2012.
•
Engineersonline (2012). Eerste doorbraakproject voor smart grids in Vlaanderen steekt van de wal. [http://www.engineersonline.nl/nieuws/id16488-eerste-doorbraakproject-voor-smart-gridsin-vlaanderen-steekt-van-wal-.html]. Geraadpleegd op 23 mei 2012.
Profielen technische beroepen van de toekomst
59
•
Essent (2012). Thuis energie opwekken. [http://www.essent.nl/content/overessent/activiteiten/innovatie/thuis_energie_opwekken/index.ht ml]. Geraadpleegd op 23 mei 2012.
•
Extend Limits (2012). Medische doorbraak. Robotarm aansturen met hersenen. [http://www.extendlimits.nl/nieuws/artikel/Medische_doorbraak_robotarm_aansturen_met_herse nen]. Geraadpleegd op 18 juni 2012.
•
IonRoad (2012). Beschrijving. [https://play.google.com/store/apps/details?id=com.picitup.iOnRoad&hl=nl] Geraadpleegd op 3 juni 2012.
•
Linear Intellignet Network (2012). Geen thuis zonder stroom. [http://www.linear-smartgrid.be/]. Geraadpleegd op 23 mei 2012.
Respondenten Tabel 17 Strategiedocenten Haagse Hogeschool Naam
Opleiding
Cathy Liem
Bedrijfswiskunde
Rienk van der Slikke
Bewegingstechnologie
Hidde Duivenvoorden
Elektrotechniek & Mechatronica
Coen Dekkers
HHS/ IPO en IDE
Els Meertens
Technische Bedrijfskunde
Coen Swarts &
Technische Natuurkunde
Nico van der Houwen Guus Docters van Leeuwen
Werktuigbouwkunde
Tabel 18 Respondenten interviews bedrijfsleven Organisatie
Naam respondent
Functie respondent
Alphatron
Dhr. M. Roest
R&D en Product Manager
BoomPackaging
Dhr. W. Mooren
Eigenaar, Ontwerper
CCM Mechatronics
Dhr. A.J. Beltman
Hoofd ontwikkeling
Croon
Dhr. J. van Gemeren
Manager
Deerns
Mevr. L. Hennig-Wijmer
Recruiter
Direct Current
Dhr. H. Stockman
General Manager
Dosign
Dhr. R. Feuth
Commercieel Directeur
Douwe Egberts Utrecht
Mevr. Beugelsdijk
Verpakkingsontwerper
Electrabel / GDF suez
Dhr. K. Laanstra
Recruiter
Erasmus MC
Dhr. Prof. G. van Rhoon
Hoogleraar
FESTO BV
Dhr. T. Pehrson
Managing director
Fluor
Dhr. ir.ing.J.P. Berkhoff
Hoofdengineer
Harting Bank Den Haag B.V.
60
Dhr. R. Vuijk
Manager
Dhr. L. Leijh
Projectmanagement
Hollandia
Dhr. K. van Gerven
Recruiter
IHC Merwede
Mevr. C.van der Heiden
HR Manager
Imtech
Mevr. H. Verhoef
Recruitment
inMarket
Dhr. J. Veenendaal
Partner/ Consultant
InnoSportLab® 's-Hertogenbosch
Dhr. M. Aarts
Manager
Jacobs
Dhr. M. Duisters
Manager of Projects
Motek Amsterdam
Dhr. F. Steenbrink
Manager product development
Noppe Orthopedietechniek
Dhr. T. Gort
Orthopedisch adviseur
Profielen technische beroepen van de toekomst
Organisatie Ortec
Naam respondent
Functie respondent
Dhr. J. Poppelaars
Principal Consultant
Dhr. D. van den Hurck
Consultant
PDM-Group
Dhr. M. de Proost
Recruiter
Santon Holland
Mevr. K. Bonnier
Personeelsfunctionaris
SenseIT BV
Dhr. W. de Jong
Directeur / mede-eigenaar
Siemens
Dhr. D. Willemsen
Manager
Dhr. C. Bongaerts
Power Academie
Syntens
Dhr. H. Nolten
Innovatie Manager
TenneT
Mevr. J. Gasille
Adviseur opleiding
TNO
Dhr. R. den Breeje
Project Engineer
Dhr. dr. ir. A. Volker
Sr. Research Scientist
Mvr. K. Polle
Projectleider
TU Delft
Dhr. dr. C. Verhoeven
Associate Professor
Van Swinden Lab.
Dhr. H. van den Brom
Principal Scientist
Veeel Ontwerpers
Dhr. P. Veldhoven
Algemeen Directeur
Visser group
Mevr. C. Langerak-Visser
HRM
VU MC Bewegingslab
Dhr. Prof. dr. ir. J. Harlaar
Hoogleraar
Yes! Delft
Dhr. Jullens
Manager
Zwitserleven
Mevr. J. Meijering
Afdelingshoofd Corporate Clients Rekentechniek
Profielen technische beroepen van de toekomst
61
Postbus 4175 3006 AD Rotterdam Nederland
Watermanweg 44 3067 GG Rotterdam Nederland
T 010 453 88 00 F 010 453 07 68 E
[email protected]
W www.ecorys.nl
Sound analysis, inspiring ideas
BELGIË – BULGARIJE – HONGARIJE – INDIA – NEDERLAND – POLEN – RUSSISCHE FEDERATIE – SPANJE – TURKIJE - VERENIGD KONINKRIJK - ZUID-AFRIKA