Deze uitgave is een gezamenlijk initiatief van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en de BIOS-groep Rijnmond.
Voorbereidingen in volle gang
PROEF MET MOTORAMBULANCES AZRR gaat in de loop van 2007 bij wijze van proef twee motorambulances inzetten. Het is de bedoeling hiermee de kwaliteit van de ambulancezorg in de regio te verhogen. Bij het ter perse gaan van dit nummer waren de voorbereidingen voor het project motorambulance in volle gang. Drie motoren, twee voor de inzet en een reserve, worden volledig voorzien van de benodigde techniek en uitrusting. De motorrijders volgen een intensieve training bij een gespecialiseerd opleidingscentrum. Met de meldkamer worden de inzetcriteria vastgesteld. Bij de ontwikkeling en uitvoering van de plannen wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van de collega’s in Utrecht, de RAVU. Daar rijdt men al een aantal jaren met motorambulances.
Tijdbesparing Het idee voor het inzetten van motorambulances komt voort uit het feit dat eenderde van de A1-ambulanceritten geen patiëntenvervoer tot gevolg heeft. Gemiddeld is een ambulance daar ongeveer 25 minuten mee bezig. Een motorambulance kan in zo’n situatie veelal sneller ter plaatse zijn en de benodigde hulp verlenen. Hierdoor kan de meegestuurde ambulance binnen 10 minuten worden geannuleerd, waardoor deze 15 minuten eerder weer beschikbaar is. Naast het terugdringen van de tijdoverschrijding kan deze werkwijze ook efficiencywinst opleveren.
Bemanning Tijdens de proefperiode van een jaar rijden er twee motorambulances tijdens werkdagen van ’s ochtends Vervolg op pagina 3
Marianne van Kessel: “De centralisten kunnen waardevolle input geven voor het beleid.”
Nieuwe chef Meldkamer Ambulancezorg Marianne van Kessel:
“IK WIL WETEN WAT ER LEEFT” “Het onvoorspelbare, de dynamiek, de directe communicatie, daar voel ik me prettig bij”. Marianne van Kessel spreekt met veel enthousiasme over haar nieuwe baan als chef Meldkamer Ambulancezorg. Sinds 1 oktober worstelt ze dagelijks met haar pasje om in het zwaarbeveiligde WPC in Rotterdam haar werkplek te bereiken. “Da’s wel even wennen ja, zonder pasje kun je hier niet eens naar het toilet.”
De motorambulance is sneller ter plaatse.
Na zes jaar leidinggeven in de thuiszorg had Marianne behoefte aan een nieuwe omgeving, aan nieuwe problemen om haar tanden in te zetten. “Ik vind het niet leuk om ergens te beginnen waar alles al op rolletjes loopt. Laat mij maar bouwen, nieuwe ontwikkelingen aanpakken en samenwerkingsverbanden aangaan. Dat is een mooie uitdaging hier, in het meest complexe verzorgingsgebied van Nederland met de havens erbij en het Botlekgebied.”
Tijdwinst Projecten om aan te pakken zijn er genoeg, zo heeft ze inmiddels vastgesteld. Om er een paar te noemen: het project motorambulance, de klachtenbehandeling, de verbeteringen in het besteld vervoer en de personele bezetting. “Het besteld vervoer loopt logistiek gezien niet optimaal”, aldus Marianne. “De vertragingstijden lopen regelmatig te hoog op.” Vervolg op pagina 3
van ambulance tot zorg
PAGINA 2
AED op brandweerwagens
DE BRANDWEER ALS ‘FIRST RESPONDER’ Komend voorjaar zal er op alle zogeheten 1e-lijns brandweervoertuigen een Automatische Externe Defibrillator (AED) beschikbaar zijn. Hiermee kan de brandweer in afwachting van de komst van de ambulance als ‘first responder’ optreden bij patiënten met een hartstilstand. Vanuit AZRR worden de instructeurs opgeleid die op hun beurt de 1300 brandweerlieden gaan trainen in het omgaan met de AED. Zij moeten daarvoor onder andere de BLS-techniek (Basic Life Support) volgens de nieuwe reanimatierichtlijnen onder de knie krijgen.
Overlevingskans Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft besloten dat er op zoveel mogelijk plaatsen in de stad een AED beschikbaar moet zijn. De brandweer heeft een fijnmazig web van brandweerposten verspreid over de regio en is bovendien 24 uur per dag, 7 dagen per week actief. Uit pilots is inmiddels gebleken dat met een AED in handen van brandweermensen die snel bij de patiënt kunnen zijn, de overlevingskans van een slachtoffer met tien tot vijftien procent stijgt. n
FEITEN EN CIJFERS • Jaarlijks overlijden in Nederland 15.000 mensen als gevolg van een plotselinge hartstilstand. • De eerste 4 minuten zijn van groot belang bij hartfalen. • Iedere minuut dat de stilstand langer duurt, daalt de overlevingskans van de patiënt met tien tot twintig procent. • Als het lukt om met een AED de patiënt een defibrillatorschok te geven, nemen de overlevingskansen fors toe.
Kwaliteitscoördinatoren George Hiert (links) en Jules Winkel.
Handboek vol procedures
“KWALITEIT, DAT IS ZO’N BELADEN BEGRIP” Geen enkel bedrijf, geen enkele organisatie ontkomt eraan: certificering. Het is een proces van afstemmen, beschrijven en toetsen waarbij alle overtolligheid wordt weggelaten. Een welgeslaagde audit levert dan het felbegeerde
dienst en George Hiert van de meldkamer coördineert hij het kwaliteitsbeleid binnen de organisatie. “Het moet gaan leven, men moet de voordelen ervan inzien. Het feit dat alles duidelijk beschreven is, is zo’n voordeel. Je weet wat de afspraken zijn waaraan je je moet houden. Het is een soort ruggengraat. Sinds kort zijn de procedures ook op ons Intranet, het zogenoemde Ambuweb, te raadplegen. De medewerkers zijn daar erg positief over.”
Intranet De meldkamer werkt op dit moment aan een Intranetsite waarop het Kwaliteitssysteem GMK te vinden is. “In de loop van volgend jaar kunnen de GMK-medewerkers daar gebruik van maken”, aldus George Hiert. Hij is beleidsmedewerker kwaliteit en documentatie bij de Gemeenschappelijke Meldkamer. “Vanuit bijvoorbeeld procedures kunnen ze doorklikken naar de bijbehorende werkinstructie. Alle voor de medewerkers benodigde informatie is dan op een gebruiksvriendelijke manier te raadplegen.”
certificaat op. Maar daarmee is het karwei nog niet geklaard. Hoe krijg je iedereen binnen de organisatie zover dat hij of zij de beschreven procedures kent en naleeft? “Ervoor zorgen dat iedereen het nut en de noodzaak van die procedures inziet, dat is inderdaad onze grootste uitdaging” vertelt Jules Winkel. Hij is teammanager bij de publieke ambulancedienst. Samen met Albert Bruinings van de private ambulance-
Beladen Nu alle processen zijn beschreven, komt het aan op ‘fijntunen’ en ervoor zorgen dat de organisatie aan de normen blijft voldoen. “We zijn er trots op dat we de benodigde certificaten hebben behaald,” aldus Jules Winkel. “Daar heeft iedere medewerker aan meegewerkt. Overigens vind ik ‘kwaliteit’ een beladen begrip. Het is in feite niets meer en niets minder dan een pakket afspraken die op papier staan waar we met z’n allen aan moeten voldoen. n
Standplaatsen Goedereede en Hellevoetsluis samengevoegd
De instructeurs die de brandweerlieden gaan trainen, leren omgaan met de AED.
NIEUWE STANDPLAATS BIJ DE HARINGVLIETDAM Sinds eind november kent AZRR een nieuwe standplaats bij de Haringvlietdam in Hellevoetsluis. De standplaatsen aan de
UITSTEL BEHANDELING WAZ De nieuwe Wet Ambulancezorg (WAZ) wordt voorlopig niet behandeld in de Eerste Kamer. De Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft eind oktober besloten te wachten tot er meer zicht is op de vorming van de veiligheidsregio’s. Het is de bedoeling de WAZ te behandelen in samenhang met de nieuwe Wet op de Veiligheidsregio’s.
Als de nieuwe WAZ wordt goedgekeurd, zal er per veiligheidsregio één vergunning worden verleend voor het uitvoeren of doen uitvoeren van ambulancezorg. Ook zal de Meldkamer Ambulancezorg een integraal onderdeel zijn van de regionale ambulancevoorziening. n
Provincialeweg in Goedereede en de Tolweg in Hellevoetsluis zijn sindsdien gesloten. Doel van deze samenvoeging is de aanrijtijden in Goedereede, Hellevoetsluis en de kern Rockanje in Westvoorne te verbeteren. De nieuwe standplaats aan de Haringvlietdam is vierentwintig uur per dag bezet. De standplaatsen in Goedereede en Hellevoetsluis waren dat niet. Vooral
’s avonds en ’s nachts vormde dat een probleem. Vaak moest dan bij een melding een ambulance uit Dirksland of Hellevoetsluis komen. Voor Hellevoetsluis werd een beroep gedaan op Spijkenisse of Goedereede. Voor Rockanje kwam er een ambulance uit Brielle of Hellevoetsluis. De nieuwe standplaats ligt veel gunstiger en is goed bereikbaar. Bij filevorming op de N57 kan gebruik worden gemaakt van de parallelweg. De samenvoeging van de twee standplaatsen in Goedereede en Hellevoetsluis is het sluitstuk in de uitvoering van het regionale spreidingsplan. Het aantal standplaatsen in de regio Rotterdam-Rijnmond is nu teruggebracht van zestien naar negen. n
PAGINA 3
van ambulance tot zorg
Nieuwe collega bij Rotax in Sprundel
KIM KROON: “JE VOELT JE HIER NIET NIEUW” De BIOS-groep heeft er met de overname van de taxibedrijven Rotax en Mtax een behoorlijk aantal collega’s bij gekregen. Een van die collega’s is Kim Kroon. Zij werkt sinds oktober als hoofd planning en control op het kantoor van Rotax in Sprundel. Wat doet zij daar en hoe bevalt het? De vervoerswereld is voor Kim Kroon geen nieuw terrein. Zo’n zeven jaar werkte zij bij Connexxion. Daarna was ze een jaar als accountmanager groepsvervoer actief bij PZN, een van de hoofdopdracht gevers van Rotax. “Het is leuk om juist op dit moment ‘in te stappen’”, vertelt Kim. “Nu de Rotax een onderdeel is van de BIOS-groep verandert er het nodige. De personeels- en salarisadministratie gebeurt inmiddels in Rotterdam. Ook voor de inkoop maken we gebruik van de kennis en ervaring die daar aanwezig is.”
Familie Veel tijd om te moeten wennen aan haar nieuwe werkomgeving heeft Kim niet nodig gehad. “Je voelt je hier niet nieuw. De sfeer is persoonlijk en gezellig. Je merkt goed dat dit van oorsprong een familiebedrijf is in een dorp. Dat geeft iets warms. Rotax is een bekende naam in de omgeving. We kennen de klant. Die klant ziet ons nog steeds als Rotax en nog niet als BIOS-groep. Geleidelijk aan zal dat wel veranderen.” Intern voelen de medewerkers van Rotax zich steeds meer verbonden met de BIOS-groep. “Al denken we wellicht nog iets te veel in termen van Rotax en Mtax”, moet Kim toegeven. “Natuurlijk kost het tijd om het ‘BIOS-gevoel’ ook binnen Mtax en Rotax te creëren.”
Alles in beweging Met veel enthousiasme heeft Kim zich gestort op een aantal ondersteunende taken binnen Rotax. Zo zijn de werkzaamheden voor het vraagafhankelijk vervoer en het groepsvervoer meer gescheiden en wordt op de centrale gewerkt aan kwaliteitsverbetering. “De afdeling groepsvervoer heeft te maken met voorgeplande dagelijkse routes waarbij vaste chauffeurs
Vervolg van pagina 1
zeven tot ’s avonds zeven, verdeeld in twee diensten. Ze zullen ‘rijdend paraat’ rijden in met name de binnenstad en over de zuidelijke ringweg. De BIOS-groep en de VRR bemannen elk een motor. Hiervoor zijn drie motorrijders van de BIOS-groep en vier van de VRR geselecteerd. Zij zijn ambulanceverpleegkundigen met minstens vijf jaar ervaring en de nodige rijervaring. Dit laatste is heel belangrijk aangezien er onder tal van weersomstandigheden op een zware motor moet worden gereden.
op vaste routes rijden. Dat vraagt om een ander soort planning dan het vraagafhankelijke vervoer. Ik heb deze scheiding van activiteiten begeleid. Door de organisatie heen zijn interne verschuivingen gerealiseerd zodat de juiste medewerker op de juiste plaats zit. Dat loopt nu goed. Dat vind ik nou leuk werken, zo’n dynamische organisatie waar alles in beweging is. We werken er hard aan om het werk dat er is te behouden en daar waar mogelijk ook nieuwe opdrachten aan te nemen. Van directie tot planning, van centrale tot en met de chauffeur erkent men de zorg voor de persoon waar het uiteindelijk om gaat: de klant. Die willen we zo goed mogelijk van dienst zijn.” n
ROTAX Taxibedrijf Rotax verzorgt verschillende soorten vervoer, met nadruk op het kleinschalig personenvervoer: • vraagafhankelijk vervoer zoals WVG-vervoer (Valys en deeltaxi) en • zorgvervoer in opdracht van zorgverzekeraars • zorgvervoer voor Thuiszorg Breda • groepsvervoer (scholieren) Daarnaast behoren ook zakelijke ritten en touringcarvervoer tot de werkzaamheden. Rotax werkt nauw samen met Mtax in Middelburg. Samen bestrijken de bedrijven een omvangrijk gebied in West-Brabant en Zeeland.
Wanneer inzetten? De meldkamer speelt een cruciale rol in dit project. Immers, daar wordt de afweging gemaakt of er al of niet een motorambulance zal worden ingezet. Dit zal in ieder geval gebeuren bij meldingen waarbij vermoedelijk geen patiëntenvervoer nodig is. Ook bij grote incidenten kan een motor worden ingezet. De verpleegkundige is dan snel ter plaatse om tijdelijk op te treden als eerste coördinerende verpleegkundige. Verder kan de motorambulanceverpleegkundige worden ingezet als ‘extra hand’ bij tilwerkzaamheden of voor het maken van beoordelingen.
Informatie De medewerkers van beide organisaties zullen regelmatig worden geïnformeerd over dit project. Om te beginnen zal er uitleg gegeven worden tijdens een introductieavond eind december. n
Vervolg van pagina 1
“Nieuwe software in de meldkamer moet het mogelijk maken om de ritten beter te plannen. Daar verwachten we geen wonderen van, maar wel behoorlijke tijdwinst. Er zal ook meer nadruk komen op de rol van de planner besteld vervoer. Verder willen we binnen dit vervoer diverse urgentieniveaus aanbrengen. De patiënt die van het ziekenhuis naar huis moet worden gebracht krijgt dan een andere prioriteit dan de patiënt die naar de Daniël den Hoedkliniek moet voor een bestraling.”
Meedenken Marianne is vastbesloten de centralisten te betrekken bij het ontwikkelen en uitvoeren van de plannen. “Ideeën in mijn eentje achter het bureau verzinnen, daar geloof ik niet in. Ik wil weten wat er leeft. De centralisten zijn uitstekende professionals die heel erg bereid zijn om mee te denken, dat heb ik al
gemerkt. Zij kunnen waardevolle input geven. Ik heb het idee dat de wisselwerking tussen leiding en personeel in het verleden niet optimaal is geweest.
Humor Werken in een omgeving met overwegend mannen bevalt Marianne uitstekend. “Vrouwen zijn veel complexer, bij mannen weet je direct waar je aan toe bent. Zo ben ik zelf ook. Ik hou van openheid en eerlijkheid. Soms is men hier wat kort door de bocht, maar het gaat altijd met veel humor. Dat vind ik heel typerend voor deze sector. Ik herken het uit de tijd dat ik als IC-verpleegkundige werkte. Ook toen ik laatst drie dagen meereed op de ambulance had ik die herkenning. Geweldig was dat trouwens! Dan gaat mijn hart sneller kloppen.” n
Kim Kroon: “We willen de klant zo goed mogelijk van dienst zijn.”
van ambulance tot zorg
PAGINA 4
Ambulancechauffeurs trainen rijvaardigheid
“HET HOOGTEPUNT WAS TOCH WEL DE ‘ZWIEPER!” De ambulancechauffeurs volgden eind september een regionale nascholingsdag. Met hun ‘eigen’ wagen gingen ze het ANWB-circuit in Lelystad op om diverse manoeuvres te oefenen. Jacqueline Hollegien, die al 10 jaar ‘op de wagen zit’ was een van de deelnemers.
Wat heb je allemaal gedaan daar op dat circuit? Allereerst kregen we een check-up van onze rijstijl. De instructeur beoordeelde onder andere hoe je in de wagen zit, of je goed rekening houdt met de veiligheidseisen, hoe je je spiegels gebruikt enzovoorts. Dat ging allemaal wel goed. Het is vooral een kwestie van de puntjes op de i zetten.
Wat heb jij voor rijstijl? In de ambulance vooral rustig en veilig. Als ik privé rijd, dan gaat het allemaal wat pittiger, met wat meer snelheid. Soms moet ik me wel bedenken dat ik niet in de ambulance zit en dus niet even langs de file kan, of over de busbaan.
Wat voor manoeuvres heb je geoefend? Vooral uitwijken en remmen op een natte baan. Op een bepaald gedeelte kwamen op onverwachte plekken waterstralen uit het wegdek omhoog. Je moest dan zelf inschatten wanneer je moet uitwijken en er natuurlijk voor zorgen dat je niet gaat ‘tollen’. Wel nuttig, maar omdat je weet wat er komt, is het niet helemaal vergelijkbaar met het dagelijks rijden. Er was ook een oefening waarbij je over een heuvel reed, een waterstraal moest ontwijken en een haakse
bocht moest maken. Wanneer je dat niet goed doet, ga je spinnen. Ik heb bewust met een te hoge snelheid gereden om eens te ervaren hoe dat dan voelt en hoe je dat kunt corrigeren. Het is goed om dat eens in een veilige situatie te oefenen.
Welke oefening sprak jou het meest aan? Nou, het hoogtepunt was toch wel de ‘zwieper’. Je rijdt dan over een stuk wegdek dat plots omhoog komt zodat de achterkant van de wagen uitwijkt. Je moet dan heel snel en strak corrigeren. Da’s leuk. Zoiets heb ik tijdens het werk ook meegemaakt. Ik ben toen in de sneeuw in de slip geraakt. Dan merk je pas hoeveel gewicht je hebt met zo’n wagen en dat het inderdaad klopt dat je altijd de richting uitgaat waarnaar je kijkt. Op zo’n moment ben je blij dat je het getraind hebt.
Ook nog theorie gehad? Ja, over de nieuwe richtlijnen voor het rijden met zwaailicht en sirene binnen en buiten de bebouwde kom.
Kortom: nuttige training? Absoluut. Herhalen is gewoon nodig om scherp te blijven! n
Ghislaine Leichsenring: ”Zodra LPA 7 beschikbaar is, kan LPA 6 bij het oud papier.”
LPA 7 met nieuwe reanimatierichtlijnen
“MEDEWERKERS BEWUST BEZIG MET PROFESSIONALITEIT” Deze maand komt de nieuwe versie uit van het handboek voor amublancechauffeurs en –verpleegkundigen: LPA 7. Dit handboek met protocollen voor het dagelijks handelen bevat ook de nieuwe reanimatierichtlijnen die sinds augustus dit jaar gelden. Vooruitlopend op LPA 7 hebben er al regionale nascholingsdagen plaatsgevonden om de nieuwe manier van reanimeren te trainen. “De trainingen zijn speciaal gericht op vaardigheid rond BLS/ACLS”, vertelt Ghislaine Leichsenring, regionaal opleidingscoördinator bij de AZRR. “De nieuwe cardiale protocollen zijn uitgebreid toegelicht en getraind, evenals het werken met Combi-Pads. Met ingang van januari gaan we werken met die nieuwe protocollen, ten minste als LPA 7 in definitieve versie beschikbaar is. De nieuwe reanimatierichtlijnen zien er op het eerste gezicht eenvoudig uit, maar blijken in de praktijk best lastig te zijn. De nadruk ligt op BLS, waarbij de hulpverlener minder pauzes en bewegingsvrijheid heeft. Een nieuwe methode aanleren betekent vaak oude werkwijzen afleren en dat valt niet altijd mee.”
Kritische professionals Jacqueline Hollegien: “Rijtraining nodig om scherp te blijven.”
Het is de bedoeling dat LPA 7 vanaf 1 april 2007 binnen heel AZRR is ingevoerd. Op dat moment zal ook de uitrusting en de medicatie volledig op de nieuwe protocollen zijn aangepast.
Ghislaine: “De nieuwe protocollen zijn ontwikkeld door de stichting Lamp met input uit de praktijk. Ook vanuit AZRR zijn er regelmatig inhoudelijke vragen gesteld en reacties gegeven. We hebben scherpe, gemotiveerde medewerkers in huis, die bewust bezig zijn met hun professionaliteit.” n
INTRODUCTIEAVONDEN In februari en maart worden er zes introductieavonden rond LPA 7 gehouden. Tijdens deze avonden staan de belangrijkste wijzigingen centraal, waarna een forumdiscussie plaatsvindt. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs en op vrijwillige basis de MKA-centralisten.
PAGINA 5
van ambulance tot zorg
Agressie tegen ambulancemedewerkers ‘hot item’
“IK BEN NIET BANG, WEL VOORZICHTIGER” Agressie tegen ambulancepersoneel. Het is de laatste tijd regelmatig in het nieuws. Incidenten zoals in Duiven en Vlaardingen worden uitgebreid beschreven in de media en leiden tot veel maatschappelijke verontwaardiging. Ambulanceverpleegkundige Dirk Koelewijn kreeg ook een aantal keren met agressie te maken. “Ik ben niet bang geworden, wel voorzichtiger.” “Het gebeurde bij een zwembad” vertelt Dirk. “We waren opgeroepen voor een reanimatie. Toen we aankwamen stond er een groep van zo’n 30 jongeren buiten. Die waren uit de kantine gezet om plaats te maken voor de hulpverleners. We konden met de auto niet bij de deur komen dus pakten we snel onze spullen en zetten een sprint in naar de deur. ‘Moet je die bluffer nou zien rennen’, riepen ze mij toe. Mijn collega die de defibrillator droeg, werd getackeld. Hij heeft aangifte gedaan. Er zijn drie arrestaties verricht. Op zo’n moment ga je wel met veel stress in je lijf aan het reanimeren. Natuurlijk ben je dan boos, maar je mag het doel nooit uit het oog verliezen. De zorg voor het slachtoffer staat voorop.”
eigen presentatie en gedrag en de reactie die dat bij anderen teweeg kan brengen. Vooral als er sprake is van een ‘kort lontje’.”
Collega’s Zo’n voorval tijdens het werk gaat je natuurlijk niet in de koude kleren zitten. Dirk heeft gemerkt dat het enorm helpt om er met collega’s over te praten. “Iedereen heeft inmiddels wel incidenten meegemaakt. Erover praten geeft veel steun, er is onderling veel herkenning. Ook vanuit de leidinggevenden en directie wordt het adequaat opgepakt. Je krijgt het gevoel dat ze goed weten wat er op de werkvloer speelt, da’s heel belangrijk.”
Kort lontje
Beter opvoeden
Dirk Koelewijn werkt zes jaar als ambulanceverpleegkundige. “Ik dacht altijd dat het wel mee zou vallen met agressief gedrag op straat. Ik ben ook wel wat gewend en pas me gemakkelijk aan. Ik weet ook dat je door je houding soms ook agressief gedrag oproept. Maar als je iemand tegenover je hebt die totaal is doorgedraaid, dan moet je sterk in je schoenen staan. Je merkt dat er veel onbegrip en ongeduld is. Vaak is er ook alcohol in het spel. Ik doe mijn werk nu met een zekere mate van achterdocht. Je ontwikkelt voelhorens, voelt aan hoe je je op moet stellen. Het is belangrijk dat je je bewust bent van je
Of strenger straffen van de daders zal helpen, daar is Dirk niet van overtuigd. “Dat is symptoombestrijding. De oorzaak ligt voor een groot deel in de opvoeding. Ouders moeten hun kinderen beter opvoeden. Met respect voor hulpverleners en gezagsdragers. Met goed voorbeeldgedrag. Dat klinkt misschien ouderwets, maar onze maatschappij is flink aan het afglijden. Verder kan meer voorlichting en educatie helpen. Meer informatie geven op scholen over ons werk. Uitleggen wat de oorzaak is van soms lange wachttijden. En duidelijk maken dat agressief gedrag ons werk belemmert terwijl er mensenlevens op het spel staan!” n
Ambulanceverpleegkundige Eef Alberts krijgt aanwijzingen van arbeidsfysiotherapeut Erik Saathof.
VRIJWILLIGE FITHEIDSTEST VOOR AMBULANCEMEDEWERKERS Meer dan tachtig ambulancemedewerkers van AZRR hebben de afgelopen maanden een fitheidstest gedaan. Dat gebeurde vrijwillig en anoniem. Meer dan tachtig ambulancemedewerkers van AZRR hebben de afgelopen maanden een fitheidstest gedaan. Dat gebeurde vrijwillig en anoniem. Deze test loopt vooruit op de invoering van de verplichte Periodieke Arbeidsgezondheidskundige Monitor (PAM) in 2007. De PAM is een keuring waarbij de vraag centraal staat of ambulancemedewerkers volgens gezondheidskundige normen hun werk goed kunnen doen.
De fitheidstest bestond uit een vragenlijst over leefstijl en een aantal conditietests. Na afloop kreeg iedere deelnemer een persoonlijk schriftelijk advies mee. Die adviezen hadden betrekking op gezond arbeidsen bewegingsgedrag, sportbeoefening, training van het uithoudingsvermogen en gezonde voeding. Ook een doorverwijzing naar een arts of diëtiste kon daarbij horen. n
Zorgverlening op hetzelfde niveau
PUBLIEKE AMBULANCEDIENST STAPT IN DE VEILIGHEIDREGIO De publieke ambulancedienst zal vanaf 1 januari 2007 deel uitmaken van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Medio 2006 had het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond al ingestemd met een overdracht van de tak van dienst AZRR / RHRR naar de Veiligheidsregio. Inmiddels heeft ook het College van B&W van de Gemeente Rotterdam zijn akkoord gegeven. AZRR-directeur Jan Hartman: “Bij de samenvoeging van drie publieke GGD-ambulancediensten in de regio Rotterdam-Rijnmond in 2003 is besloten de taak ambulancezorg bestuurlijk onder te brengen bij het Algemeen Bestuur Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond (RHRR). Omdat de RHRR echter geen medewerkers in dienst had, werd AZRR tijdelijk ondergebracht als tak van dienst bij de Gemeente Rotterdam. Vervolgens zijn door middel van een dienstverleningsovereenkomst tussen de Gemeente Rotterdam en het Openbaar Lichaam RHRR de medewerkers en de middelen `uitgeleend' aan het Openbaar Lichaam RHRR.”
Zorgverlening Ambulanceverpleegkundige Dirk Koelewijn: “Er is veel onbegrip en ongeduld.”
De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) bestaat uit de Gemeenschappelijke Meldkamer, de
Regionale Brandweer en het GHOR-bureau. Er is een Openbaar Lichaam VRR gevormd dat beschikt over mensen en middelen. Het ligt nu dan ook voor de hand de medewerkers en de middelen van de regionale ambulancedienst AZRR / RHRR daadwerkelijk onder te brengen bij de VRR. “Voor de zorgverlening in de regio RotterdamRijnmond verandert er overigens met de overdracht in directe zin niets,” benadrukt Jan Hartman. “De spreiding van standplaatsen en de bijbehorende financiering wordt immers bepaald door het landelijk vastgestelde Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid. Ook de beleids- en bestuursmatige verantwoordingsrelaties wijzigen niet. AZRR / RHRR is namelijk al sinds de samenvoeging in 2003 bestuurlijk aangehaakt bij het Openbaar Lichaam RHRR.” n
van ambulance tot zorg
PAGINA 6
BIOS-groep neemt deel in nieuw bedrijf
LIEVER SAMENWERKEN DAN DOODCONCURREREN De BIOS-groep heeft onlangs met twee partnerbedrijven een nieuw bedrijf opgericht: de BTR Groep BV. BTR gaat kwalitatief hoogwaardig vervoer aanbieden tegen een economisch verantwoorde prijs. De eerste opdracht is al binnen: de uitvoering van RegioTaxi Haaglanden. Volgens Stef Hesselink, directeur van de BIOS-groep, past deze ontwikkeling helemaal bij het motto ‘samen sterk de toekomst in’. “De BIOS-groep werkt er hard aan om een stevige positie op de markt van het personenvervoer te krijgen”, vertelt Hesselink. “Daarbij gaan we uit van het principe dat je beter nauw met elkaar kunt samenwerken dan dat je elkaar heftig beconcurreert. De banden die we vanuit het verleden al hadden met de Rotterdamse Mobiliteit Centrale (RMC) hebben nu dus geleid tot verregaande samenwerking in dit nieuwe bedrijf. RMC is op dit moment de uitvoerder van ‘Vervoer op Maat’ in de regio Rijnmond en ‘Taxibus’ in de gemeente Den Haag. De andere partner is Transvision. Dit is een intermediair tussen landelijke opdrachtgevers en lokale taxi-aanbieders. Transvision heeft het bovenregionale gehandicaptenvervoer Valys op de markt gebracht.”
Rust
Wijzigingen op het callcenter
“We willen beschikken over betrouwbare gegevens zodat een factuur nauwelijks meer bewerkt hoeft te worden en zo kort mogelijk na het einde van de maand kan worden opgemaakt”, aldus ZCN-directeur Wim Rolffs. “ We doen zaken met een toenemend aantal verschillende opdrachtgevers, met elk hun eigen wensen op het gebied van facturatie. Daarom is het uitermate belangrijk dat de facturen op tijd en correct worden verzonden.”
ZCN STELT ORDE OP ZAKEN Bij de Zorgvervoercentrale Nederland (ZCN) wordt momenteel hard gewerkt om een aantal verbeteringen door te voeren. Zo heeft Jacqueline van Eijk sinds enkele weken de leiding over het callcenter van ZCN. Doel is de kwaliteit van de input van ritgegevens zo goed mogelijk te laten aansluiten op de gegevens die noodzakelijk zijn voor een goede facturatie.
Na de overname van Mtax en Rotax eerder dit jaar en de oprichting van BTR blijft het voorlopig even rustig op het ‘overname- en samenwerkingsfront’. Hesselink: “We zijn nog wel in gesprek met een bedrijf en mocht er wat op ons pad komen, dan zijn we wellicht geïnteresseerd, maar voorlopig stellen we ons terughoudend op. We gaan ons komend jaar vooral richten op het organisatorisch inpassen van de overgenomen bedrijven en het verbeteren van de ondersteunende diensten. Binnen de bestaande contracten willen we autonome groei realiseren. Overigens blijft ook de ambulancedienst een belangrijke strategische pijler van onze organisatie. De onderhandelingen met de VRR over een overname zijn onlangs beëindigd. Het heeft voor beide partijen niet tot een bevredigend resultaat geleid.” n
15 seconden Niet alleen waar het de facturatie betreft stelt ZCN orde op zaken. “We zijn over de volle breedte van onze dienstverlening bezig”, legt Wim Rolffs uit. “Het plannen van ritten en stroomlijnen van activiteiten moet beter. Neem bijvoorbeeld het zittend ziekenvervoer dat we voor een groot aantal verzekeraars uitvoeren. Vooral de aanname van ritten vraagt meer aandacht. Als we 15 seconden extra tijd besteden om de ritgegevens goed uit te vragen en nog ‘ns te herhalen, dan kunnen we veel vergissingen voorkomen. Het herstellen van die vergissingen kosten veelal minstens 15 minuten én een hoop ergernis!“
Stef Hesselink: “Je kunt beter nauw samenwerken dan elkaar heftig beconcurreren.”
Automatisering Een ander aandachtspunt is automatisering. Ook daarmee kan de kans op fouten worden verkleind. Opdrachtgever Roteb Multigroen kan bijvoorbeeld met behulp van speciale software zelf mutaties doorgeven. “We vervoeren voor Roteb dagelijks zo’n 150 medewerkers naar diverse locaties. Ziekmeldingen en dergelijke kunnen ze nu automatisch in ons systeem plaatsen, zodat wij de planning erop aan kunnen passen”, aldus Wim. “Ook voor andere opdrachtgevers is deze tool beschikbaar. Daarnaast is een applicatie in ontwikkeling waarbij deze mutaties ook automatisch worden doorgezet naar vervoerders die voor deze projecten rijden.”
Rolstoelen Een probleem dat al heel lang speelt is het gebrek aan capaciteit, met name tijdens de zogeheten ‘piekmomenten’. Wim Rolffs: “Een groot aantal van onze klanten moet ’s ochtends tussen acht en negen worden vervoerd. ’s Middags hebben we wederom een piekmoment tussen drie en vier. Dan komen de leerlingen uit school en moeten we ouderen van de
dagbehandeling afhalen en thuisbrengen. Vooral rolstoelauto’s zijn er te weinig. Gelukkig beschikken we sinds kort over enkele nieuwe wagens waarmee we in een handomdraai ruimte creëren voor 1 à 2 rolstoelen.”
Mix En dan is er nog de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waarmee de gemeente een grotere rol gaat spelen als opdrachtgever. “Hoe de uitvoering van die wet uit gaat pakken, moet nog blijken. Er ontstaat een mix van allerlei soorten vervoer: ouderen, gehandicapten, leerlingen. Het idee is dat een bus in één straat bijvoorbeeld een oudere ophaalt voor recreatief vervoer, maar ook een leerling van bijvoorbeeld een ZMOKschool… Dat klinkt efficiënt, maar zal niet zo gemakkelijk gaan denk ik.”
Flexibel In de loop van 2007 zullen de plannen voor ZCN Totaalvervoer gestalte krijgen. “We willen naar opdrachtgevers toe een 1-loketfunctie vervullen. Een bedrijf met diverse vestigingen in het land moet bij ons alle vervoersvragen kunnen neerleggen. Of het nu gaat om vervoer van een directeur voor de ene vestiging of om een aanvraag voor een touringcar voor een ander filiaal. Binnen de BIOSgroep (denk hierbij ook aan Mtax en Rotax) is de zakelijke markt niet helemaal nieuw. We zijn flexibel genoeg om in te spelen op welke vervoersvraag dan ook.” n
CO L O F O N • December 2006 ‘Van Ambulance tot Zorg’ is een gezamenlijke uitgave van AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en BIOS-groep Rijnmond. • Redactie: Henk van Dijk Margret Tettero Gerda van Oosterhout Albert Bruinings Nancy van der Horst • Contact:
[email protected] • Tekst: Annemieke Bos • Fotografie: Ron van der Slik
Wim Rollfs: “Een zee aan ruimte, ook voor rolstoelen!”
• Productie: Harvest Creative - Rotterdam