Prijs ƒ3,OCTROOIRAAD Ter inzage gelegde 7 o n 7 -t " 1 Octrooiaanvrage Nr.
L
•
1
1 J
1
»
Klasse 93 k c ( 93 k t 40 }.
NEDERLAND
Int. Cl. Indieningsdatum:
'
26 mei 1972, 24 u u r .
Datum
H 05 h l / 0 0 , H 01 j 57/32. van terinzagelegging:
9 j a n u a r i 1973»
De hierna volgende telcst is een afdruk van de beschrijving met conclusie(s) en tekening(en), zoals deze op bovéngenoemde datum werd ingediend.
Aanvrager: Sheer Korman Assoc. Inc. .te NE¥ YORK. <3 i» Gemachtigde: Mr. Ir. Li. B. Chavannes c. s. (Vereenigde Octrooibureaux) Ingeroepen recht van voorrang: Korte aanduiding.'
6 juli 19711 Verenigde Staten van Amerika 159.616 Werkwijze voor het bekrachtigen van een reagerend, materiaal, alsmede inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het blootstellen van materialen aan het sterke energiegebied van een geleidende kolom van een vrij-brandende, elektrische boog. 5
Een nieuwe en zeer effectieve techniek voor het doelmatig bekrachtigen van reagerende materialen in de geleidingskolom van een'vrij-brandende, elektrische 'boog gaat .gepaard met het krachtig injecteren van het materiaal langs een kathode, die een kegelvormige
10
top in het insnoer ing-s gebied van de kolom bezit. Deze tech niek trekt-profijt van het'z.g. kathodestraaleffeet , dat, een gevolg is van de insnoering van de boogkolom nabij de kathode. Onder de juiste omstandigheden verplaatst het
7207151
samengaand
plasma zich van de kathode weg met een hiermede
afnemen v a n de druk aan. de voet v a n de insnoeringszone, zodat de "boog in dit gebied gas uit de omgevende
atmosfeer
zuigt voor het vormen van een continue kathodeplasmastraal. Als gevolg- van deze zuiging dient de insnoeringszone als een "injectievenster" waardoorheen reagerende materialen dlrelct in de boogkolom kunnen xv-orden geïnjecteerd met stromingssnelheden , die groter zijn dan de natuurlijke aanzuigsnelheid zonder de stabiliteit van de boog te verstoren. De reagerende materialen kunnen gassen zijn of gaasen, die een meegenomen, g-ec ond enseerde faze bevatten. Een van de moeilijkheden, die met de genoemde techniek optreden, is het verhinderen van kathode-erosie, die schadelijk is voör de continue prestatie van de boog» Typisch werkt het kathode-oppervlak b i j de kathodevlek, d,v.z. h e t gebied waar elektronen uit de kathode in de "boogont lading worden geëmitteerd, en een gedeelte v a n het oppervlak achter de kathodevlek met eenveel hogere temperatuur, bijvoorbeeld een temperatuur hoger dan 2000° C» Wanneer derhalve een vast materiaal in een vloeibaar medium wordt meegenomen en krachtig langs de top van de kathode in en door de "boegoxitlauing wordt
geprojec-
teerd, komt onvermijcielijk iets v a n het vaste materiaal in aanraking met het oppervlak van de kathodetop. I!ij aanraking met dit oppervlak zullen vele v a n deze poeders hr. röoo smelten en het oppervlak v a n de kathode bede'^ya met «e... gesmolten film v a n het poedermateriaal ö Bovendien kurman de vaste stoffen ook chemisch reageren met net kathademateriaal met het gevolg, dat de Icathodexop sneller dan wenst is, chemisch zal corroderen. Volgens een aspect van de uitvinding verschaft zij een verbeterd middel voor het bekrachtigen van een reagerend materiaal in de geleidingskolom van de boog-' ontlading tussen een anode en een kathocle met een kegelvormige top. Het reagerende materiaal worut krachtig langs ci.e
720 7 1 5 1
kegelvormige top van de kathode in de "boogkolom via de grens van de insnoeringszone en door de boogontlading
ge-
projecteerd, Tussen het reagerende materiaal en de kegelvormige top van de kathode in een richting
evenwijdig
met het reagerende materiaal bevindt zich een stroom gas, die niet werkzaam is bij de temperatuur van de boog. Dit gas 'beschermt in wezen de kathode tegen het in aanraking komen met het vloeibare medium én wordt hier het afsehei-mende gas genoemd. Volgens
een ander aspect van
de uitvinding verschaft zij een verbeterd middel voor het bekrachtigen van poeders in de geleidingskolom van een vrij-brandende elektrische boog door krachtig een vloelibaar medium, dat een vaste stof meeneemt, langs de kegelvormige top van de kathode in en door dé boogontlading te projecteren, terwijl gelijktijdig tussen de meegenomen vaste stof en de kathode een stroom afschermend gas wordt bracht.
aange-
.' Volgens nog een ander aspect van
de uitvinding wordt een inrichting verschaft voor het projecteren van reagerende materialen in de insnoeringfe>
zone bij de kathode van een boogontlading tussen een anode en een kathode met een kegelvormige top. De inrichting.is voorzien van een kegelvormige omhulling, die een ringvbrmig kanaal om de kegelvormige top van de kathode vormt,, Het ringvormige kanaal dient als een leiding voor het toevoeren van een stroom afschermend gas langs de kegelvormige top tussen de top en de reagerende materialen, die toegevoerd worden met behulp van een ringvormig kanaal, begrensd door een tweede kegelvormige omhulling, ! die de eerste kegelvormige omhulling omgeeft. Alternatief bevinden éen aantal mondstukken zich op een afstand van elkaar langs de omtrek van de kathodetop om reagerend materiaal.nagenoeg
even-
wijdig met het oppervlak van de top, en bij voorkeur loo'ürecht'op de insno eringszone of "het injectievenster" van
de boogkolom, terwijl een beschermende stroom van liet afschermende gas tussen het reagerende materiaal en de kathodetop wordt toegevoerd. Verwezen wordt naar fig. 1. ¥anneer een boog wordt geslagen tussen een anode (niet weei
J .
gegeven) en de kathode met een kegelvormige top, vindt er een insnoering van het, de stroom dragende gebied in het overgangsgebied tussen de kathode 1 en de eigenlijke geleidingskoloni 2 plaats. Deze insnoering wordt aangeduid als de insno eringsz one 3> Deze insnoering van h.et de strooi dragende gebied in het overgangsgebied tussen de kathode 1 en de eigenlijke kolom Z kan ook begrensd worden dooas de hoek "S , die bepaaldwerdt door zich. uitstrekkende lijnen rakend aan de kolomgrens op de buigpunten 25 v a n de Énsnoering.
Leze insnoering veroorzaak het natuurlijke
kathodestraaleffeet, zoals later zal worden uiteengezet. De stroomdich.th.eid en derhalve het eigen magnetische veld als gevolg van de boogstrêom, neemt naar de kathode toe als gevolg v a n de insnoering*- van liet de stroom dragende gebied. Dit niet-gelijkmatige magnetische veld oefent een massa kracht uit op het elektrisch geleidende plasma en stuuwt het voort in de richtix van de maximum afname in het magnetisatie veld, d.w.z, lan; de boogas weg van de kathodetop. De plasmastroom weg v?n de kathodetop vermindert de plaatselijke druk in de ••amid' dellijke nabijheid van de kathodetop. De drukvernincering laat de boog gas uit de omgevende atmosfeer aanzuigen. Di mechanisme brengt de bekende natuurlijke kathode straal to stand, die werd waargenomen langs de as van de kolom Weg van de kathodetop in alle bogen te vloeien gekenmerkt doo een insno er ings zone nabij de kathode. In verband met het feit, dat èr een binnenwaarts gerichte drukgradient in de nabijheid vs de kathodetop bestaat, kan de insno er ings zone dienen als een "injectievenster", waardoorheen materialen rechtstre?
in de boogkolom 2 kunnen worden geïnjecteerd. Inderdaad is gebleken, dat toevoerstroomsnelheden van een grootte veel groter dan natuurlijk aangezogen, in de kolom door het injectievenster kunnen worden geïnjecteerd, zonder de stabiliteit van de boog te verstoren. Het effect van de gedwongen convectie is, dat zowel de stroomdichtheid als i
de spanningsgradient in en nabij de insnoeringszone worden verhoogd, waardoor de volumesnelheid van
energiedissipatie
in dit gedeelte van de kolom wordt vergroot, zodat
extra
energie beschikbaar komt, die nodig is om de grote hoeveelheid materiaal te verwarmen, die in de kolom dringt» In het kort gezegd is niet alleen het injecteren van een overvloedige stroom gas in de kolom door het injectievenster mogelijk, doch in werkelijkheid wordt de warmte-overdrachtwerking van dit gedeelte v a n de boog verhoogd» Echter beïnvloedt de verhoging van de gasconvectiesnelheid de hoek • o en indien de hoek G%- xvordt verlaagd beneden 40 , wordt de hoeveelheid materiaal, dat in de boogkolom 2 door het Venij
J>.
ster kan worden geïnjecteerd, aanzienlijk beperkt. Verhoogde
gasconvectiesnelheden
verminderen als het ware de afmeting•van het
"venster",
waardoor praktische grenzen worden gesteld aan het doelmatig gebruik van de boog. Om het beschreven effect te bereiken moet het gas of de reagerende materialen die in cl.-: boog worden geïnjecteerd» met een hoge snelheid-tenminste evenwijdig aan het kegelvormige kathode-oppervlak en bij voorkeur loodrecht op de grens van de insnoeringszone worden geprojecteerd. Door een juiste instelling van de gassnelheid onder een hoek van de kathode, kan men het gas de kolomgrens in wezen in dezelfde en algemene richting
;
laten kruisen als het zou worden aangezogen uit de omringende atmosfeer bij afwezigheid van een gedwongen convectie» De optimale kegelhoek voor dit doel blijkt te liggen tussëh 45° en 60°. De "uitdrukking "ke-tfelhoek" heeft betrekking --
6
-
op de vortex hoek van het convergerende segment van de kath.odekegel0 Echter kunnen bij de uitvinding kegelhoeken van 20° •- 135° worden gebruifct, hetgeen gedeeltelijk afhangt van het materiaal van de kathode en van het type vloei 5
materiaal, dat in de boog wordt geïnjecteerd. Teneinde de integriteit van de kegelvormige top te handhaven wordt volgens de uitvinding de kegel beschermd of afgeschermd tegen fysisch afschuren en chemisch aantasten door reagerende materialen, die
10
langs de kegelvormige top van het oppervlak worden geprojecteerd of vanaf de kolom terugdiffunderen. Deze bescherming wordt verkregen door tussen het
reagerende'ma-
teriaal en de kegelvormige top van de kathode een stroom afschermend gas aan te brengen» 1$
Onder afschermend gas wordt verstaan elk gass dat niet xirerkzaam is, d.w.z, niet chemiëch reageert met het kathodemateriaal bij de kathodetenperature* die gedurende de werking van de boog heersen. Typische afschermende gassen, sfeer
20
in het bijzonder met wolfraamelektroden zijn de volgende : helium, argon, neon, krypton, stikstof, waterstof* ea dergelijke. Reagerende materialen zijn die, welke fysisch en/of chemische veranderingen zullen onder-
25
gaan met de temperaturen van het kathode-oppervlak tijdeus de werking van de boog en die chemisch werkzaam zijn i~-iar het kathodemateriaal. Deze materialen kunnen, gassen zijn of gecondenseerde fazematerialen, die in gassen worden meegenomen. Bijvoorbeeld zal chlorine bij hoge tempera-turen
30
dissociëren en het kathodemateriaal aantasten. Derhalve is chlorine een reagerend gas» bilicium is een vast materiaal, dat bij de hoge boogtemperatuur verdampt en dat, indien in aanraking met het kathodemateriaal, hiermede. k a n reageren en kathode-erosie Kan veroorzaken. Silicium is een reageren
35
gecondenseerd f azemateriaal, dat hetzij in een afscherineiid
720 7 1 5 1
- 7 -
gas. of desgewenst in een reagerend gas kan worden meegenomen en in de boogkolom volgens de uitvinding
ingevoerd.
Terugkerende naar de bescherming van de kegelvormige top van de kathode is volgens
een aspect van
de uitvinding een inrichting aangebracht om twee afzonderl i j k e stfomen gas te injecteren. In fig. 2 zijn twee concentrische, ringvormige kanalen aangebracht om de kegelvormige kathode 1 door kegelvormige omhullingen 4 en 5» Het ringvormige kanaal 15 is aangebracht voor het invoeren van een stroom afschermend gas, terwijl het ringvormige kanaal ik is aangebracht voor het invoeren van een reagerend materiaal, zoals een vloeibaar medium, dat een meegenomen' gecondenseerde 'faze bevat.
* Opgemerkt wordt, dat de
afmetingen
van. de twee ringvormige openingen zodanig zijn, dat de beide vloeistofatromen de kolom via de Insnoeringszone het venster kurnsa "biiwexateoinen. Het ringvormige
óf
inlaat-
opening'Sgebied, tezamen met de In iaat gas drukken., zullen de injectiesnelheid
(massa s tr omingsdichtheid) nadelig beïn& 4;
vloeden. Door het inlaatgebied en de gasdruk in te stel.1 èn kan de injectiesnelheid worden gevarieerd zonder de totale massa stroming (convectie) te wijzigen. Xn fig. 3 wordt een stroom reagerend materiaal door een aantal buizen aangeduid met 16 en 16? ingevoerd, die in' het algemeen symmetrisch om de kathodeas zijn aangebracht en via mondstukken 17 en 17a nagenoeg evenwijdig met het oppervlak van de kathodetop en in de boogkolom worden gericht. Tussen de stroom reagerend
mate-
riaal en de conische top wordt door het ringv-ormigel-canaal begrensd door de omhulling k e e n
afschermende
aangebracht. De totale massa stroom van het
gasstroom
geïnjecteerde,
vloeibare medium, indien gevarieerd met een in wezen constant stroomniveau en mass astroomdichtheid, zal de vorm van de insnoeringszone 3 veranderen. Wanneer de totale massa stroom of convectiesnelheid van het
1
geïnjecteerde
"vloeibare medium vanaf nul wordt verhoogd, wordt weinigof geen verandering in de vorm van de insnoeringszone 3 waargenomen en nagenoeg al liet geïnjecteerde fluidum komt door liet injectievenster in de boogkolom,, Wanneer echter de totale massa stroom van het geïnjecteerde medium verder wordt vergroot, op een punt afhangende van het i
geïnjecteerde materiaal, begint de insnoeringszone langwerpig te worden, waardoor de ruimtelijke snelheid van de insnoering van de diameter van de boogkoloni wordt verminderd. Deze ruimtelijke snelheid van de insnoering kan genoemd worden de vensterhoek en is in fig. 1 aangeduid als de hoek ^ . Tfanneer de hoek ^
voldoende is ver--
kleind, d.w.z. tot ongeveer k0° of minder, komt het grootste gedeelte van de stroom van het fluidum medium niet in de boogkolom. Door de bovengenoemde techniek'te gebruiken kunnen vele chemische en fysische reacties worden geleid. Bijvoorbeeld kunnen buitengewoon fijn verdeeldë's vuurvaste oxyden, zoals siliciumpxyde, altiminiumoxyde en magnesiumoxyde worden verkregen door uit deeltjes bestaande reagerende materialen in een fluid ummed luw wee (.« ik-hh-h^ *>n a oor h«st in J eo t i wixm
lux- ln
<Jn U'i'jtfJv> f'.ro
inj**'- >.<- t-c-t,
en daarna terug te winnen, nadat zij de boogkolom hebben verlaten. Bescherming van de kathode tegen de schurende wer~ king van de meegenomen, vuurvaste vaste stoffen, alsmede tegen chemische aantasting door andere reajor -.-*l<s materialen maken liet verwerken van dergelijke materialen in de boog cojiimerc i.n1 prakt Lk r:h. }! i jvoorb oc,. j d kunri"n. me rr t r', c. n 'fi
-i 1 :i i f. r i'! «n
trny r,rtn''. tl r,t, r ft' l.titi I ff f •/'{»> n Ir i
'r'..ir>'jti 3 C * '.
1
«•'«•
'./• />.',(. '.>». t,
Uii'ïteifaLaau'J v ui |J. ut.ij v <,<,j Uec i'i v«-n de inrichting en werkwijze volgens de uitvinding» De inrichting die in dir voorbeeld wordt gebruikt is schematisch in fig. 2 weergegeven. Zij bestaat uit- een 12,7
koperen staaf, die een wolfraam
inzet met een diameter van 4,762 mm in de vorm van een
720715 1
r-./.l
™
kevelvormige top met een kegelhoelc van 45° als de kathode bevat. Een kevelvormige omhulling 5 omgeeft de kathode definieert een ringvormig kanaal 15. Ook de omhulling heeft een kegelhoek van 45°, zodat zij is aangepast
en 5
aan
het kegelvormige oppervlak van de top. De omhulling 5 , wordt omgeven door een kegelvormige omhulling 4, die een ringvormig kanaal 14 begrenst»
Ook de omhulling k heeft
een kegelhoek van 45° en beide omhullingen 4 en 5 eindigen enige millimeters achter de kathodetop 7» waardoor
ringvor
mige openingen 3k respectievelijk 35 worden gevormd. Het ringvormige kanaal 14 is werkzaam om de stroom
fluïdum
materiaal, dat een gecondenseerde faze bevat, langs het kegelvormige oppervlak van de binnenste omhulling 5 in de boogontlading door de insnoerzone ttie richten» vormige kanaal 15 is werkzaam om een stroom
liet ring-
afschermend-
gas tussen het fluidum medium in het kanaal 15 en de kathodetop 1 aan te brengen, M
Omhullingen
k en 5 worden ver- 4
.vaardigd uit koper en omhulling 5 is voorzien van een inwendige
waterkoeling. Voor het doel van dit experiment
werden verscheidene ringvormige openingsgebieden
gebruikt,
in het algemeen van 0,125 mm tot ongeveer 0*375 nm voor de .Opening 4 en v a n ongeveer 0,8 mm tot 3 mm voor de
opeulug
35. De boog wordt als volgt
ontstoken
1. De elektroden worden dicht bij elkaar gebracht, ongeveer op een afstand v a n 5 mm. Een matige stroomafschermend
gas wordt gestart en via het ring-
vormige kanaal 15 ingevoerd. De startgasstroom bedraagt normaal ongeveer 2 tot ongeveer 4 gram per minuut. D®> boog wordt vervolgens ontstoken onder gebruikmaking v a n een tijdelijke hoogfrequente vonk voor het' vormen v a n geleidende weg tussen de zich op korte
een
afstand van elkaar
bevindende elektroden. Met de hoofdenergievoeding
7 2 0 7 1 5 1.
-
•'
ingeschakeld vindt een snelle overgang van vonk tot boog plaats . 2. Wanneer
de boog eenmaal is ont-
stoken wordt de boogspleet vergroot op haar gewenste waarde door de kathode terug te trekken. Voor het atarten en handhaven van eej ' stabiele werking van de boog werden de volgende parameters gebruikt ; Boogstroom
50 - 750 A
Boog-s panning
50 - l65 V
Boogspleet
0*3 - 1?0 centimeter (starte. 8-20
Totale massastroom van inert gas
3 - 5
centimeter
(werking)
gram per minuut (binnenste omhulling)
O - 10 g/m (buitenomhuliing) 3. ¥anneer optimale omstandigehden waren verkregen, d.w.z. wanneer de maximum kolomtemperStuur wordt bereikt met de totale massastroom van het fluidunimedium beneden de waarde, die de hoek J^ tot minder dan bnge~ veer 40° zou verminderen, wordt de gecondenseerde faze in het fluidum medium meegenomen en via het ringvormige kanaal 14 in de boog ingevoerd. .De hoeveelheid meegenomen materiaal wordt eerst laag gehouden en langzaam verhoogd totdat de fractie van de massastroom van dicht materiaal vergelijkbaar is met die van het meegenomen materiaal» De o timale massa stroomsnelheid van het afschermende
ingevoerd
via het kanaal 15 ligt in het gebied van 4 - Ö g/min. on de massastroom van gas of fluidum meenemend medium, ingevoerd via het kanaal 14 ligt in het gebied, van 12 - 40 g/min Op het punt waarop de tr,.''? sast room va meegevoerd materiaal vergelijkbaar is met die van het dragen fluidum medium, wordt de vensterhoek vergroot en kan verder worden vergroot zonder een ernstig verlies aan penetratie in de kolom. I11 de onderstaand weergegeven tabel, waarin vaste stoffen, zoals kiezelaarde, werden gebruikt in een
7207151
-
11
-
argon fluidum medium kon een aanzienlijke verhoging van de injectiesnelheid worden gehandhaafd alvorens werd waargenomen, dat een noemenswaardige hoeveelheid toegevoerd materiaal uit de kolom werd afgebogen. Gelijktijdig wordt de kiezelaarde verwerkt, die anders snel de kathodetop zou aantasten, zonder enige noemenswaardige vernieling van de kathode. In de onderstaande tabel zijn bepaalde typische omstandigheden opgenomen, waaronder verscheidene madi e terialen in de boogkolom werden ingevoerd. Hierbij werd argon gebruikt als een afschermend gas en als een fluidum medium voor het meenemen van de vaste stoffen. De boogstroom bedroeg 330 A en de hoogspanning bedroeg 100 V, De gemeteii boogspleet bedroeg 8,5 inm. TABEL
Gang
Massa stroom g/m GecondenGeconden- Afscherseerde mend fluidum s eerde f aze fa ze gas medium
Commentaar
1
sio 2
k
18
25
100-300X bollen
2
GaO
k
18
8
100-300$. bollen
3
BaO
k
18
8
100-3001 bollen
k
A1 2 0^
k
18
100-300! bollen
MgO
k
18
100-200$ ciibuss en
6
ZnO
k
18
8
100-300Ü bo llen
7
FeO
k
18
8
100-30Ü.X bollen
720
C o n c l u s i
1.
es
Werkwijze voor het bekrachtigen
van een reagerend materiaal, met behulp van een boogontlading tussen een anode en een kathode, voorzien van een kegelvormige top, waarbij het reagerende materiaal krachtig langs de keg-elvormige top van de kathode in en ctoor de boogontlading wordt geprojecteerd h e t
k e n m e r k ,
m e t
dat tussen het reagerende ma-
teriaal en de kegelvormige top van de kathode in een richting evenwijdig aan het reagerende' materiaal een stroom afschermend gas wordt aangebracht, zodat de top van de kathode nagenoeg beschermd is tegen aanraking met het reagerende materiaal. 20 m e t
Werkwijze volgens conclusie 1 h e t
k e n m e r k ,
dat het reagerende
materiaal een meegenomen, gecondenseerde faze is. 3« m e t
Werkwijze volgens conclusie 2 h e t
k e n m e r k ,
dat de meegenomen,
gecondenseerde faze een vaste stof is. 4. m e t
Werkwijze volgens conclusie 2 h e t
k e n m e r k ,
dat de meegenomen
gecondenseerde faze een vloeistof is. 5. m e t
Werkwijze volgens conclusie 1 h e t
k e n m e r k ,
dat het reagerende
materiaal een gas is. ó. m e t
Werkwijze vol^eas conclusie 1 h e t
k e n m e r k ,
dat het afschermende
gas wordt gekozen uit de groef bestaande uit helium, argon, neon, Krypton, xenon, stikstof en waterstof. 7,
Inrichting voor het projecteren
van reagerende materialen in het overg-angsgebi ed van een boogontlading tussen een anode en eon kathode, voorzien van een kegelvormige top
g' e k e n m e r k t
door
een richtende inrichting om een reagerend materiaal na ge noeg evenwijdig evenwijdig aan het oppervlak van de kegelvormige top van de kathode in de insnoerzone van de boogontlading te projecteren en door een kegelvormige omhulling, die een ringvormig kanaal vormt voor het toevoeren • van een stroom afschermend gas larigs de kegelvormige top tussen de top en het reagerende materiaal, zodat de kathode nagenoeg beschermd wordt tegen aanraking met het reagerende materiaal» 8e
Inrichting volgens conclusie 7
m e t
h e t
k e n m e r k ,
dat de inrichting voor het
richten van het reagerende materiaal een tweede kegelvormige omhulling bevat, die een ringvormig kanaal om het ringvormige kanaal vormt, dat als een leiding voor het afschermende gas dient» 9» m e t
Inrichting volgens conclusie 7 h e t
k e n m e r k ,
dat de inrichting voor het
richten van het reagerende materiaal is voorzien van een aantal mondstukken, die op een afstand van elkaar langs de omtrek van de kathodetop zijn aangebracht om een stroom reagerend materiaal nagenoeg evenwijdig aan de top af te leveren» 10. m e t
Inrichting volgens conclusie 9 h e t
k e n m e r k ,
dat tenminste vier mond-
stukken op een afstand van elkaar om de kathode zijn aangebracht O