Preek over Handelingen 17:11 op zondagmorgen 2 november (in het kader van Bijbelzondag)
de orde van dienst:
aanvangslied: Gezang 328:1
stil gebed
votum en groet aanvangstekst: ‘Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen.’ (Psalm 119:130)
zingen: Gezang 326:1,5
lezing van het gebod des Heren: uit Romeinen 13:8-14
zingen: Psalm 25:2
gebed
kinderlied: Evangelische Liedbundel 262
1
verhaaltje voor de kinderen
Kijk wat ik vanmorgen mee heb genomen. Het is een zaklamp. Nou ja, meer een zaklampje. Hij is niet groot. Ik heb hem van Myrthe geleend. Daar ligt hij normaal bij in bed, op haar kussen. Stel dat ze er dan opeens uit moet dan kan ze deze aandoen en kan ze net genoeg zien. Of zou ze hem nog ergens anders voor gebruiken? Stiekem wel eens een boekje lezen ofzo? Maar goed, met dit zaklampje wil ik eigenlijk iets duidelijk maken. Iets over de Bijbel. Wat heeft een zaklamp nou met de Bijbel te maken? Weet je: ergens in de Bijbel staat: ‘Uw Woord (en dat is de Bijbel) is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.’ We zongen dat net nog. Een lamp, maar dan moet je niet denken aan een schijnwerper of een felle halogeenlamp. Nee, dat was een olielampje. Nu zouden we zeggen: een zaklamp. Als je daarmee in het donker loopt, dan zie je maar een paar meter voor je, en de rest blijft donker. Nou, zo is het met de Bijbel ook. Je kunt niet zeggen: nou heb ik de Bijbel een keer gelezen of een keer gehoord, nu snap ik alles, nu loop ik zo naar de hemel bij wijze van spreken. Nee, je ziet zeg maar een klein stukje. En elke keer heb je die lamp van de Bijbel weer nodig. Dag voor dag. Zondag voor zondag. Anders stoot je zo ergens tegen aan of verdwaal je of zie je het niet meer zitten. Gelukkig is er die bijbel, die lamp voor je voet, dat licht op je pad. Ook straks in de kindernevendienst. Een goede tijd daar met elkaar en tot straks.
schriftlezing: Handelingen 17:1-14
zingen: Psalm 119:49,66 tekstlezing: Handelingen 17:11 ‘De Joden in Berea waren welwillender dan die in Thessalonica, want ze luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het evangelie en bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er werd gezegd.’
2
verkondiging
Gemeente van Jezus Christus, ‘Elke week was het voor mij feest. Dan mocht ik de kast weer uit om voorgelezen te worden. Elke sabbat. Ja, ik zat in een kast, omdat ik zo kostbaar ben. Handgeschreven op perkament, daar moet je goed op passen, toch?! Maar goed, elke sabbat haalden ze mij er heel voorzichtig uit, rolden me open en lazen hardop uit me voor. Je begrijpt het intussen wel: ik was een boekrol uit de synagoge, de synagoge in Berea, ergens in Griekenland. Maar sinds een dag kreeg ik nog meer aandacht. Sinds de dag dat ene Paulus bij ons in de synagoge was en daar uit me voorlas en preekte. Sindsdien werd ik door de mensen uit de synagoge elke dag uit de kast gehaald. Elke dag zaten ze in me te lezen. En ik zie nog hun gezichten: een diepe frons boven hun wenkbrauwen, de ogen samengeknepen van het ingespannen lezen, maar langzamerhand werden de ogen groot, groot van verwondering en een glimlach werd zichtbaar en ik hoorde ze roepen: 'Het is waar! Die Paulus heeft gelijk. De Messias is gekomen. De Verlosser die ons werkelijk redt van al het kwaad, die ons kinderen van God maakt.’ En langzamerhand werden m'n handvaten kaal, en kwam er weleens een zweetdruppel op m'n kostbare huid van perkament. Maar ik vond het niets erg. Want zo was ik nog nooit gelezen!’
Dit is het levensverhaal van de bijbelrol in de synagoge in Berea. Ik heb nog een tweede levensverhaal. Dat speelt minder lang terug. Ik kwam het tegen in een recent boekje. Hoor maar hoe dat gaat: ‘Ik heb niet lang meer te leven. Tenminste, dat verwacht ik niet. Ik ben al zo oud, oud en versleten. Mijn rug is kapot. Vroeger was ik zwart, pikzwart. Nu ben ik hier en daar een beetje kaal geworden. Kaal en grijs. Ik lig op een nachtkastje naast een bed. Maar wacht, laat ik me even voorstellen. Ik ben een boek. Nee, niet zomaar een boek. Ik ben een heel bijzonder boek. Eigenlijk ben ik een verzameling van boeken. Een kleine bibliotheek. Hoe ik heet? Ze noemen mij 'Bijbel'. Maar eigenlijk heet ik 'Biblia': 'Boeken', betekent dat. 3
Ik wil graag vertellen hoe mijn leven gelopen is. Vele, vele jaren geleden, toen ik nog maar pas was gedrukt, ben ik uit een boekwinkel meegenomen. Iemand heeft me aan een meisje gegeven, aan een meisje van de zondagsschool. En met haar ben ik mijn leven lang meegegaan. Dag in, dag uit. Ja, dat is allemaal al heel lang geleden. Want kijk, nu ligt ze hier naast me, in dit bed, zie je wel? Nee, je zult haar niet herkennen. Vroeger was ze ook zwart. Nu is ze grijs, net zo grijs als ik hier en daar ben. En haar rug is ook kapot, net zoals de mijne. Ze is geopereerd, maar de dokter is bang dat ze niet meer beter kan worden. Hoe ik zo kaal geworden ben? Ach, dat is gewoon een kwestie van slijtage. Ze heeft me elke dag opgepakt en opengedaan. Mijn blaadjes zijn gekreukt en zelfs hier en daar een beetje gescheurd. Maar ik vind dat niet erg, hoor, helemaal niet. Ik ben er eerlijk gezegd zelfs erg blij mee! Ik ben blij dat ik haar zo heb mogen helpen. Vooral in de tijd van de oorlog. Maar ook later, toen haar man zo ziek werd en uiteindelijk stierf. Zo heeft ze geleefd, met mij samen, alle jaren van haar leven. En nu? Nu liggen we hier, in het ziekenhuis. Ze is bang dat het niet goed zal gaan. De ziekte gaat nu hard verder. Zonder mij zou ze het niet redden, zei ze gisteren tegen de zuster. Kun je begrijpen dat ik dankbaar ben?’ ‘Kun je begrijpen dat ik dankbaar ben?’ Zou jouw bijbel ook zo'n vergelijkbaar levensverhaal kunnen vertellen? Of is dit kortgezegd het verhaal van uw en jouw bijbel? (stof uit Bijbel blazen)?
Nou daar in Berea had het stof geen kans om over de Bijbel, die boekrol te komen liggen. Daar werd hij veel te vaak voor gelezen. Zeker sinds Paulus daar was gearriveerd. Want, zoals altijd op Paulus' reizen, was hij eerst naar de synagoge gegaan. Hij had daar de boekrol uit de kast genomen en naar aanleiding van gedeelten daaruit gepreekt, Jezus Christus verkondigd. En dan staat er zo mooi in vers 11: ‘Ze luisterden vol belangstelling naar de verkondiging van het Evangelie.” Anders gezegd: ze staan er open voor. Prachtig, zo'n houding: zo onbevooroordeeld, zo bereid om te luisteren naar wat iemand vanuit de Bijbel te zeggen heeft. Tegelijk blijven ze wel op een goede manier kritisch. Dat wil zeggen: ze slikken niet alles wat Paulus zegt 4
zomaar voor zoete koek. Nee, ‘ze bestudeerden dagelijks de Schriften om te zien of het inderdaad waar was wat er gezegd werd.’ Ze pakken zelf de Schriften erbij, rollen ze uit en gaan onderzoeken of het zo is wat Paulus zegt. Bijbelstudie in Berea… En daar is die Bijbel ook voor geschreven. Niet alleen voor diegenen die ervoor geleerd hebben, of die een bepaalde leeftijd hebben, of een bepaald niveau. Nee, de Bijbel is een handboek voor iedereen. Een handboek, om zelf ter hand te nemen. Om zelf in te lezen, te onderzoeken, te studeren. Niet denken: ‘Ik luister wel naar wat die dominee te zeggen heeft. Hij heeft er nu eenmaal meer verstand van dan ik. Hij heeft er voor geleerd. Het zal wel kloppen wat hij zegt.’ Nee, zoek het maar na, lees het na, en zoek er andere gedeelten bij uit, die aanvullen, die verdiepen.
Kijk, zo is het eigenlijk de hele geschiedenis door gegaan. Als mensen zelf de Bijbel gingen lezen, net zo aandachtig en open als die mensen in Berea, dan gebeurden er dingen. Werkelijk, dan veranderden mensen en situaties. Ik zou zeggen: kijk maar naar een Augustinus, een Luther en een Bonhoeffer. Maar ook zovelen die minder beroemd geworden zijn, zoals die vrouw uit dat tweede verhaal. Ook zij ontdekten dat door zelf in de Bijbel te lezen, met anderen en persoonlijk, dat ze daardoor nieuw zicht kregen, situaties veranderden of dingen soms echt op hun kop gingen. Misschien kunt u er uit uw eigen leven wel een voorbeeld van geven, of jij.... Bijbelstudie in Berea... Het doel is duidelijk. Vers 11: ‘ze bestudeerden dagelijks de Schriften of het inderdaad waar was wat er werd gezegd.’ Wat wordt daar bedoeld? Daarvoor moeten we even naar vers 3, daar wordt het duidelijk: Paulus preekte namelijk altijd uit de Bijbel - in zijn geval was dat nog alleen het Oude Testament (het Nieuwe was nog aan het ontstaan!) - hij preekte daaruit om aan te tonen dat Jezus moest lijden en sterven en daarna uit de dood opstaan. En dat Jezus de Messias was. Dat gingen die mensen na, of ze dat ook terugvonden in diezelfde Schriften. Kijk, en dan ben je wel bij de kern van de Bijbel. Ik zei het al eerder: De Bijbel is in feite een kleine bibliotheek, 66 boeken. Hele verschillende boeken zitten erbij. Alleen al qua genre: geschiedenissen en verhalen, maar ook gedichten en liederen, spreuken en profetieën, brieven, en ga zo maar door. Verschillend ook qua ontstaanstijd, er zit zo'n 1500 jaar 5
tussen het oudste en het jongste gedeelte. Maar hoe verschillend ook: er is wel een kern. En die is Jezus Christus. Een persoon dus. In de Bijbel gaat het ten diepste niet over een theorie, of over leuke weetjes, waar je dan weer een quiz over kunt houden (niks mis met zo’n Nationale Bijbelquiz natuurlijk, maar dat raakt natuurlijk niet de kern). Nee, de kern, het centrum van de Bijbel is een persoon. De persoon van Jezus Christus. Die leeft en die dus spreekt via die Bijbel. Als je de Bijbel dus leest, gaat het niet over vroeger, over ‘er was eens....’ Nee, het gaat over nu. Over de Here Jezus, die door die Bijbel heen jou vandaag aanspreekt. Die daarin laat weten wie Hij is en wie jij voor Hem bent en wat Hij je allemaal geven wil en wat Hij van daaruit van je terugvraagt. De Bijbel is dus veel meer dan een boek. Het is vol van een levende stem. Zijn stem die u, die jou aanspreekt, de stem van de Heer zelf. His master’s voice, zoals dat platenlabel van vroeger heette. Kent u nog het tekeningetje dat daarbij hoorde? Een hondje met z’n oor in zo’n hoorn van een oude platenspeler. Ja, als je zo’n plaat opzette – vinyl heet dat tegenwoordig hip – maar bij zo’n plaat kun je spetters, ploffen, geruis horen, maar het belangrijkste is de muziek. Zo is het ook met de Bijbel. Daar zitten soms ook krassen in, spetters, ruis. Dat wat je niet begrijpt, wat je niet kunt plaatsen, tegenstrijdigheden voor je gevoel. Maar het belangrijkste is de stem van de Heer zelf, his Master’s voice. En dat is de allerbelangrijkste stem, de allerbelangrijkste persoon. Zonder Hem mis je alles, mis je het echte leven, het echte geluk, de echte diepte. Daarom is het niet zomaar om het even of je die Bijbel wel of niet leest. Of net als het je uitkomt of je zin hebt. Nee, want dan mis je deze stem, en dat wil je toch niet?!
Maar laat ik het eens heel persoonlijk vragen: Hoort u die stem van Hem, als u de Bijbel leest? Kom jij als je de Bijbel leest, ook bij dit centrum uit, of dwaal je maar ergens rond? Als je die stem wilt horen, en bij dit centrum uit wilt komen, zul je de Bijbel niet alleen moeten lezen met je verstand, maar vooral met je hart. Zo zal het ook voor die mensen in Berea zijn gegaan. Het was niet alleen een verstandskwestie, zo van: ‘Inderdaad, het klopt wat die Paulus zegt, geen speld tussen te krijgen. Nou, dan zullen we het maar geloven.’ Nee, toen ze de Schriften nagingen, naplozen, nauwgezet lazen, kwamen ze daarin Jezus Christus zelf tegen, en dat raakte hun hart, dat maakte hun hele leven anders.
6
Lezen met je hart. Mooi gezegd, maar hoe gaat dat? Het begint met echt open staan voor die woorden. Geloven dat God hierin tot jou spreekt. Net zo persoonlijk als Hij een Abraham riep en een Petrus vergaf. Dat betekent er ook echt naar luisteren. En dat vraagt rust, tijd en concentratie. Als je dat er niet voor over hebt en in sneltreinvaart uit de Bijbel leest (nog even lezen, zeggen we dan), nou dan kun je er wel van uit gaan dat je hart er niet bij is. Nee, lees zo'n gedeelte, en liever niet te lang, maar eens rustig door, hardop bijvoorbeeld, dat dringt ook meer door. Herhaal het nog een keer, als het alleen nog woorden voor je blijven. Sommige bijbelwoorden geven zich niet gelijk gewonnen, of zelf kun je ook door allerlei dingen afgeleid worden. Dus lees het dan nog een keer. Ja, het vraagt dus ook geduld. Kijk maar naar die mensen in Berea. Dagelijks gingen ze het na. Dagelijks waren ze erin aan het graven. Maar ze vonden de schat, de Here Jezus Christus. Ze hoorden Zijn stem. En dat is nu echt niet anders. Voor jou en mij niet. Als je die Bijbel leest, echt met je hart, geconcentreerd en nauwkeurig, en je gaat er werkelijk vanuit dat de Here Jezus er in spreekt, tot jou, dan mag je diezelfde schat ontdekken, keer op keer. Iemand die dat ook ontdekte was Luther. Ergens schrijft hij hoe hij de bijbel leest met z’n hart. Hij heeft daar vier kernwoorden voor. En ik geef ze graag door, omdat ze zo belangrijk zijn bij het lezen van de bijbel. Het handige is dat ze allemaal met een ‘b’ beginnen: bedenken, bedanken, belijden en bidden. Als je een bijbelgedeelte leest allereerst bedenken. Dat is natuurlijk gericht op de tekst: wat staat er? Wat hoor ik? Begrijp ik het? Het tweede is bedanken en dat is gericht op God. Hoe komt Hij me hierin tegemoet en wat betekent dat voor mij en hoe kan ik Hem daarvoor danken? Het derde is belijden en dan gaat het weer over jezelf. Herken ik me hierin? Of schiet ik hierin juist tekort en zal ik dat dus eerlijk tegen Hem zeggen en om vergeving vragen. Het vierde is bidden. En dat is eigenlijk niet meer dan logisch, want als God in dit gedeelte spreekt, dan zul je Hem daar toch op antwoorden? En dat is bidden: Hem vragen je te leven naar dit woord. Deze vier woorden, deze vier b’s van Luther (bedenken, bedanken, belijden, bidden), zijn voor mij hele goede hulpmiddelen om echt stil te staan bij een Bijbelgedeelte, om ernaar te luisteren met mijn hart, zoals de Bijbel bedoeld is. Natuurlijk zijn er meer hulpmiddelen, zoals zo’n Bijbel in Gewone Taal, die net uit is, of juist een studiebijbel, maar ook een 7
bijbels dagboek, een bijbelstudieboek, een goed blog op internet. Die hulpmiddelen zijn er voor gebruik. Als ze je maar helpen om te voorkomen dat je Bijbel onder het stof komt. Als ze je maar helpen de Bijbel te lezen en ermee en eruit te leven. Tot eer van God, tot opbouw van je geloof en tot steun voor anderen.
Ik begon de preek met twee levensverhalen van de bijbel, die uit Berea en die op het nachtkastje bij die zieke vrouw. Ik wil afsluiten met een derde levensverhaal. Het is waar gebeurd. Het was ook op een zondag, de eerste van februari, maar dan in 1953. De ouderen onder ons weten misschien nog wel wat er toen gebeurde: de watersnood. In Stavenisse steeg het water in de kerk zo hoog, dat een bijbel bleef vastzitten in een koperen kroonluchter. Okke Jager schreef er een prachtig gedicht bij, wat ons, meer dan 60 jaar later, nog alles te zeggen heeft:
Het hergeven woord
Wij hadden in gereserveerde banken het eeuwig woord voor ons gereserveerd. Bij 't stil gebed vergaten wij te danken, en onder 't zingen werd gecollecteerd.
Wij hadden harten, die niet in ons brandden, wanneer het Woord op klokslag openging. Wij sloegen bladen om met vaste handen, die niet meer beefden van verwondering.
De koster wist: het mocht geen duimbreed wijken, het was geërfde grond van ons behoud. Wanneer toeristen even kwamen kijken, dan zeiden zij: wat is dat boek al oud!
8
Wij hadden hier voor levenslang genomen 'n besproken plaats en een besproken Heer. Toen liet de Heer het wilde water komen, en op Zijn dag lag hier zijn woord niet meer.
Zijn Zijn beloften alle meeverdronken? Hoog in de lamp hangt 'n glimlach van de Heer: "Ik heb het bij verrassing teruggeschonken. Leg 't nu maar bevend op Uw kerkbank neer."
Amen.
zingen: Gezang 305
gedenken van overleden gemeentelid
dankgebed en voorbede
inzameling van de gaven
slotlied: Evangelische Liedbundel 244:1,4 (Lutherlied)
zegen
9