POLITIEK PROGRAMMA der LIBERTARISCHE PARTIJ
Leven in Vrijheid
[conceptversie]
Inhoudsopgave Voorwoord: Vrijheid, daar gaat het om.......................................................................................................2 Hoofdstuk 1: Vrijheid en Onderwijs................................................................................................................5 Hoofdstuk 2: Vrijheid en Sociale Zekerheid............................................................................................9 Hoofdstuk 3: Vrijheid en Gezondheidszorg...........................................................................................15 Hoofdstuk 4: Vrijheid en Economie.............................................................................................................21 Hoofdstuk 5: Vrijheid, Werk en Wonen...................................................................................................26 Hoofdstuk 6: Vrijheid en Veiligheid.............................................................................................................31 Hoofdstuk 7: Vrijheid en Recht......................................................................................................................35 Hoofdstuk 8: Vrijheid en de Staat................................................................................................................40 Hoofdstuk 9: Vrijheid, Ruimte en Energie..............................................................................................47 Hoofdstuk 10: Vrijheid, Communicatie en Media.............................................................................53 Hoofdstuk 11: Vrijheid en de Wereld.........................................................................................................56 Hoofdstuk 12: Vrijheid en Vrede....................................................................................................................61 Hoofdstuk 13: Vrijheid en Financiën...........................................................................................................63 Conclusie: Een Begroting voor de Toekomst....................................................................................66
Voorwoord
VRIJHEID, DAAR GAAT HET OM “De menselijke soort is politiek gezien verdeeld in enerzijds degenen die andere mensen willen onderdrukken, en anderzijds degenen die daar helemaal geen behoefte aan hebben.” —Robert A. Heinlein Nederland kan wel wat vrijheid gebruiken. De loodzware last van een veel te grote overheid drukt nu zwaar op de samenleving. De gevolgen zijn schadelijk voor ons allemaal. De kwaliteit van het onderwijs gaat steeds verder achteruit, terwijl de kosten steeds verder oplopen. De verzorgingsstaat, aan ons gepresenteerd als een middel om mensen te helpen, verplettert juist langzaam de economie. Dat levert zeker voor de allerzwaksten een uitzichtloze situatie op. In de zorg worden we al jaren geconfronteerd worden met wachtlijsten en bestuurlijke chaos. Ook de woningmarkt, de energiemarkt, de ruimtelijke ordening, de mobiliteit, de natuur en het milieu hebben allemaal te lijden onder kwalijke regulering, hinderlijke subsidies en megalomane overheidsbemoeienis. Dit land kent meer dan 50 belastingen, en hele boekwerken vol met regeltjes die de economie dichttimmeren. De overheid zuigt heel veel geld op, en besteedt dat geld vervolgens onverantwoordelijk. De talloze wetten en voorschriften staan eerlijke mensen dikwijls in de weg. Hele bedrijven worden kapotgeregeld door de staatsbemoeienis. En dat terwijl in deze economisch moeilijke tijden de banen al niet voor het oprapen liggen! Veel mensen hebben het dan ook zwaar. De regering helpt ons niet, maar verhoogt juist de lasten. Enkel de grote banken zijn door de ellende heen geholpen, met geld dat de belastingbetalers hebben moeten ophoesten. Niet alleen zijn de lasten torenhoog; er zijn ook nog eens veel teveel overbodige wetten en regels. Ieder respect voor de wetten die er wel toe doen verdwijnt daardoor. De overheid maalt daar niet om; die eist van ons vooral dat we steeds meer vrijheid opgeven, zogenaamd voor onze eigen veiligheid, of voor de “solidariteit”. In werkelijkheid worden we alleen maar steeds afhankelijker van de almachtige staat. Wij bieden daarop een alternatief— het libertarisme. Dat wil zeggen: het streven naar een samenleving waarin de vrijheid van ieder mens gerespecteerd wordt. Waarin hard werk loont, en creativiteit de ruimte krijgt die het verdient. Die positieve mentaliteit is ons land niet vreemd: het was ook de bron van de handelsgeest waar een klein land groot mee werd. Die ondernemingszin is er nog altijd, maar tegenwoordig wordt het ons wel heel moeilijk gemaakt. De hoge belastingen jagen de schepen onze havens uit, en maken talloze mensen afhankelijk van de overheid. Werk loont niet of nauwelijks meer, en de welvaart gaat er aan onderdoor. Internationale instituten, zoals de EU, leggen onze handel aan banden en reguleren onze economie kapot. De Nederlandse regering werkt
daar slaafs aan mee: de dictaten van ongekozen bestuurders in Brussel worden zonder protest geslikt. Daarom is vrijheid nodig, en nu meer dan ooit. Daarom gaat de Libertarische Partij de strijd aan met overheidsdwang en staatsafhankelijkheid. Het libertarisme gaat uit van vrijheid, en vrijheid is de bron van alle welvaart. In een libertarische maatschappij gaan personen betrekkingen aan op basis van vrijwilligheid. Het initiëren van dwang, geweld en fraude keuren wij dan ook af. Ons fundamentele principe is dat geen enkel persoon, en geen enkele groep personen (inclusief een overheid) ooit anderen mag onderdrukken. Het enige rechtmatige gebruik van geweld is in geval van verdediging van jezelf of anderen tegen een rechtenschending. Natuurlijk bewijzen veel politieke partijen lippendienst aan het idee van de vrijheid. Het verschil is dat andere partijen een onverklaarbare uitzondering maken voor de overheid. Alles dat normale mensen niet mogen, zou de overheid opeens wel zijn toegestaan. Dat gaat er bij ons niet in. Wij volgen onze principes consequent, en daar zijn we trots op. Wij zijn dus van mening dat, net zoals alle mensen elkaars rechten moeten respecteren, de overheid ook de rechten van alle mensen moet respecteren. Mensenrechten mogen nooit door de wet worden ontzegd of beperkt. Ook niet als de bedoelingen achter die beperking goed zijn. Wij verdedigen in dat kader het recht van ieder mens om vrijelijk te beschikken over zijn eigen leven en lichaam, om naar eigen inzicht eigen beslissingen te nemen, en om te genieten van zijn eigendom en de vruchten van zijn arbeid. De enige voorwaarde is dat hij dezelfde rechten van ieder ander respecteert. Dit betekent dat iedereen vrij is om keuzes te maken die anderen onverstandig of onjuist vinden. Zolang hij anderen geen kwaad doet, is hij daar helemaal vrij in. Dit is simpelweg een kwestie van respect voor elkaar, en voor de eindeloze verschillen tussen mensen. Het denken in groepen, en het opleggen van de meerderheidswil aan de minderheid, is uiterst kwalijk. Iedereen heeft het recht om vreedzaam zichzelf te zijn. Het is oneerlijk wanneer een bepaalde groep mensen collectief macht uitoefent over anderen. Het is net zo laakbaar wanneer een bepaalde groep mensen collectief wordt voorgetrokken of achtergesteld. Iedereen dient als individu behandeld en gerespecteerd te worden. In politiek opzicht betekent dit dat wij zoveel mogelijk vrijheid nastreven, en de overheidsdwang zoveel mogelijk willen terugdringen. Anders dan andere partijen die “liberaal” zeggen te zijn is het voor ons een principekwestie dat wij nooit voor meer dwang of voor minder vrijheid zullen stemmen. Binnen dat kader zijn alle libertariërs vrij om zelf een standpunt te vormen over alle zaken die niet in dit programma worden genoemd. Ons zwijgen over enige wet, regel of gedraging van de overheid zou overigens niet moeten worden uitgelegd als goedkeuring. We wijzen alle overheidsdwang af. Uit vrijheidsliefde en respect voor de mensenrechten willen wij alles toestaan dat de rechten van andere mensen niet inperkt. Dit wil niet zeggen dat wij enige
praktijk die door dat beleid zou worden gelegaliseerd persoonlijk juist achten, vergoelijken of aanmoedigen. We nemen opzettelijk geen moreel standpunt in: het is aan ieder persoon om zelf een afweging te maken over de wenselijkheid van enige vreedzame activiteit. Wij geloven in persoonlijke verantwoordelijkheid: je hoort je eigen beslissingen te mogen nemen, en de verantwoordelijkheid te dragen voor de consequenties van die beslissing. We zijn realisten, en we weten dat een volledig vrije maatschappij niet ogenblikkelijk kan worden gerealiseerd. Toch streven we naar de zo snel mogelijke invoering van volledige persoonlijke vrijheid. In de tussentijd steunen we iedere verruiming van de vrijheid, en iedere vermindering van dwang. Dit programma is een levend document, dat is ontstaan uit de behoefte aan concrete libertarische oplossingen voor de uitdagingen van de moderne samenleving. De voorstellen die we hier doen zijn zeker niet de enige weg naar Rome, maar laten zien dat (en hoe) de vrijheid steeds verder kan groeien en bloeien. Anders dan veel andere partijen hebben we niet gekozen voor een verkiezingsprogramma met een beperkte houdbaarheidsdatum. Dit programma is een principieel document, dan niet na een paar jaar vervangen zal worden, maar juist met de samenleving mee zal ontwikkelen. We nodigen iedereen uit om met ons mee te werken aan een samenleving die de rechten en vrijheden van ieder mens respecteert, zodat iedereen de ruimte heeft om zichzelf te ontplooien en zijn geluk na te jagen. Samen kunnen we prachtige dingen bereiken. Samen kunnen we bouwen aan een vrij en welvarend Nederland. Een Nederland waar de schoorstenen weer roken en de fabrieken weer draaien. Waar talloze schepen de havens in- en uitvaren met goederen. Waar de mensen niet langer gebukt gaan onder een loodzware belastingdruk, en waar hard werken echt loont. Waar welvaart wordt geproduceerd door een industrie die weer is teruggekeerd. Een Nederland waar dwang verdwijnt en vrijheid verschijnt. Wij willen dit bereiken door ons land de ruimte te geven. Maak de overheid klein en de vrijheid groot, de belastingen laag en de ambities hoog— dan zal de welvaart vanzelf volgen.
Hoofdstuk 1
VRIJHEID EN ONDERWIJS “Een investering in kennis biedt het hoogste rendement van allemaal.” —Benjamin Franklin Onderwijs is het fundament van een samenleving. Goed onderwijs is doorgaans de basis van een succesvolle, dynamische maatschappij. In Nederland gaat de kwaliteit van het onderwijs echter steeds verder achteruit. De kosten worden verbijsterend genoeg juist steeds hoger. De huidige situatie van het onderwijs is het slechtst mogelijke scenario: de meerderheid van de scholen en universiteiten wordt deels of geheel door de overheid bestuurd en onderhouden, en de kwaliteit van het onderwijs op die scholen is slecht. Private onderwijsinstellingen komen in aanmerking voor financiering, maar hierbij wordt onvoldoende naar de kwaliteit gekeken: slechte instituten krijgen net zo veel geld als goede scholen— of zelfs méér geld. Waar de overheid scholen de ruimte geeft, ontstaat creativiteit en diversiteit. Op dit moment verstikt de staat iedere school echter met een stortvloed aan regeltjes. De bureaucratische ellende drijft leraren, leerlingen en bezorgde ouders tot pure wanhoop. Hoogste tijd om het onderwijs te bevrijden van al die bemoeizucht!
Schoolkrediet Het openbaar onderwijs heeft gefaald. Private instellingen presteren stelselmatig beter dan openbare scholen en staatsuniversiteiten. De overheid is simpelweg een te log instituut om veelzijdig en inspirerend onderwijs te kunnen verzorgen. In de toekomst dient de staat geen onderwijsinstellingen meer te besturen. De overheid mag hoogstens private instituten financieren. Om te zorgen dat deze financiering terecht komt bij de instellingen die het beste onderwijs leveren moet het doel niet zijn om zomaar geld uit te delen, maar om alle leerlingen en studenten een schoolkrediet te verstrekken. Met dit krediet kunnen zij onderwijs inkopen bij een instelling naar keuze. Wie dit wil, kan er ook thuisonderwijs mee financieren. Scholen of thuisonderwijzers kunnen het krediet bij de overheid inruilen voor een budget om onderwijs van te leveren. Dit garandeert keuzevrijheid en kwaliteit. Een slechte school of universiteit zal weinig leerlingen kunnen aantrekken, weinig of geen krediet ontvangen, dus weinig budget kunnen verkrijgen. Een goede school of universiteit zal veel leerlingen aantrekken, veel krediet ontvangen, en dat kunnen inruilen voor een ruim budget. Goed werk beloont zichzelf. En leerlingen (of hun ouders) bepalen zelf welk onderwijs ze goed vinden, en dus belonen.
Er zijn nu zo’n 4,3 miljoen scholieren en studenten in Nederland. De kosten van hun onderwijs bedragen jaarlijks 30,5 miljard euro (inclusief studiefinanciering). Wanneer dit budget wordt besteed in de vorm van een schoolkrediet, zal elk van hen jaarlijks onderwijs kunnen inkopen voor gemiddeld 7093 euro. Laten wij rekening houden met administratieve kosten en voorzichtigheidshalve 7000 euro zeggen. Het idee is dat iedere Nederlander in dit systeem aanspraak kan maken op achttien jaar schoolkrediet ter waarde van 7000 euro: een totaal van 126.000 euro. Wie op jeugdige leeftijd slechts enkele jaren onderwijs heeft genoten kan op latere leeftijd het resterende krediet vrijelijk aanwenden om zich bij of om te laten scholen. Jongeren die absoluut niet gemotiveerd zijn om te studeren, of die op een zeker moment andere prioriteiten hebben, moeten dan ook niet langer in schoolbanken in worden gedwongen. Wie vroegtijdig de school wil verlaten om aan het werk te gaan hoort die keuze te hebben. Op latere leeftijd zal zijn krediet nog steeds beschikbaar zijn, en kan hij alsnog extra scholing inkopen. Een goede private basisschool of middelbare school in Nederland kost overigens vaak minder dan 7000 euro per jaar. Vrijwel iedere leerling zal dus krediet opsparen dat later nog kan worden gebruikt— bijvoorbeeld om een masteropleiding aan de universiteit te betalen. Het kredietstelsel, simpel gezegd, geeft iedere Nederlander maximaal de ruimte om zijn eigen leven en zijn eigen leertraject een vorm te geven. Onderwijsinstellingen zullen de vrijheid hebben om zelf te bepalen welk onderwijs ze aanbieden, zodat iedereen precies het onderwijs kan kiezen dat bij hem past. Ook zal de overheid de instroom in bepaalde beroepsgroepen niet langer proberen te sturen. Een afgedwongen numerus fixus voor toelating tot bepaalde opleidingen komt toch vooral voort uit de waan van de dag en helpt niemand verder. Individuele onderwijsinstellingen moeten zelf kunnen bepalen hoeveel leerlingen of studenten binnen hun capaciteit passen. Bovendien moeten alle onderwijsinstellingen vrij zijn om te selecteren aan de poort. Het resultaat van dit kredietsysteem is diversiteit, flexibiliteit en kwaliteit. Talloze private onderwijsinstellingen zullen met elkaar concurreren om leerlingen en studenten aan te trekken. Hoe doen zij dit? Door het beste onderwijs te leveren tegen de laagste prijs. En zo hoort het. Een kredietsysteem zal goedkoper uitpakken dan
Ruimte om je eigen keuzes te maken: iedere Nederlander kan middels een vrij besteedbaar schoolkrediet zelf bepalen hoe zijn onderwijs eruit zal zien —Krediet ter waarde van 7000 euro per jaar —18 jaar lang recht op krediet —Totaal krediet ter waarde van 126.000 euro —Wat je niet gebruikt kan je opsparen —Het krediet blijft je hele leven lang besteedbaar
het huidige bureaucratische stelsel. Overheidsbeheersing van scholen en universiteiten wordt beëindigd, en er ontstaat ruimte voor vrijheid en zelfontplooiing.
Wetenschappelijk onderzoek Op het gebied van academisch onderzoek is een wereld te winnen door verstandigere besteding van middelen. De eeuwige reflex om er nu weer méér geld tegenaan te smijten, en dan weer te bezuinigen, heeft nog nooit iets opgeleverd. Op dit moment verdeelt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) jaarlijks 900 miljoen euro aan belastinggeld voor wetenschappelijk onderzoek aan universiteiten. Dit geld wordt uitermate inefficiënt besteed. Wij stellen voor de NWO volledig op te heffen. Universiteiten horen aan te tonen dat hun onderzoek waarde heeft, en dat doen zij door investeerders te vinden.
Wereldwijd zijn er private universiteiten die uitstekend onderwijs leveren en tot de absolute top behoren. Deze universiteiten worden niet betaald met belastinggeld en bestuurd door ambtenaren, maar worden gefinancierd door private donateurs. Dit garandeert onafhankelijkheid van de politiek, en levert topresultaten. Universiteiten als Harvard, Stanford, Yale, Princeton, Cornell en John Hopkins behoren tot de meest gerespecteerde instituten ter wereld. Ons doel is om dergelijk niveau ook in Nederland te introduceren.
Wij willen alle donaties aan universiteiten en alle investeringen vanuit het bedrijfsleven ten bate van wetenschappelijk onderzoek volledig belastingvrij maken. Sponsoring van de academische wereld door het bedrijfsleven moet niet langer gemeden worden. In andere landen is keer op keer waar te nemen dat private universiteiten, waarvan het onderzoek ook privaat bekostigd wordt, tot de absolute top behoren. Staatsuniversiteiten scoren in het beste geval middelmatig, en dikwijls abominabel. Het is tijd dat universitair onderzoek in Nederland weer tot de top gaat behoren.
De toekomst Wij streven naar een maatschappij die berust op vrijheid en verantwoordelijkheid. Een maatschappij waarin iedereen de kans krijgt om zijn eigen leerweg te bewandelen. Onze voorstellen dienen om daarvoor ruimte scheppen. Vanzelfsprekend is het onderwijs nooit “af”. Het zal zichzelf steeds weer opnieuw moeten uitvinden, om met de tijd mee te gaan. De overheid hoort daarbij vooral niet in de weg staan. Het onderwijs is veel te waardevol om te verstikken met allerlei geestdodende bureaucratie. Uiteindelijk is het ons doel om het onderwijs geheel vrij te maken van overheidsbemoeienis. De financiering van het schoolkrediet dient ook te verlopen
via een daarvoor opgericht fonds. Uiteindelijk willen wij dat fonds losmaken van de overheid, zodat het een maatschappelijk instituut op zichzelf wordt— dat zijn eigen kas op peil houdt door investeringen, en niet teert op belastinginkomsten. Op dat moment zou de scheiding van school en staat compleet zijn. Onze eerste prioriteit is om iedereen de ruimte te bieden, en de invoering van een vrij besteedbaar schoolkrediet is de manier waarop wij dat willen doen. Ons plan is in het minst gunstige geval budgetneutraal, en hoogstwaarschijnlijk zal het onmiddellijk kostenbesparend werken. De kwaliteit, de betaalbaarheid en de keuzevrijheid van de onderwijssector zal er in ieder geval drastisch door verbeteren. En daar gaat het om. Onderwijs is de basis van onze samenleving. Een vrij en veelzijdig land heeft ook vrij en veelzijdig onderwijs nodig. Individueel talent moet op onze scholen en universiteiten alle ruimte krijgen om zich te ontplooien. Wij koesteren inzet en creativiteit in alle vormen. De energie die wij steken in het onderwijs zal zich vele malen terugverdienen.
Naast de directe besparing van 900 miljoen euro op de NWO is er een verdere 100 miljoen euro per jaar te besparen die nu naar diverse bureaucratische posten gaat. De invoering van een kredietstelsel maakt deze posten overbodig, en het bedrag is niet opgenomen in de beraamde 30,5 miljard euro. Wij besparen dus onmiddellijk één miljard euro op onderwijs, terwijl de kwaliteit er juist op vooruitgaat.
Besparing 1 MILJARD EURO
Hoofdstuk 2
VRIJHEID EN SOCIALE ZEKERHEID “Weg met het subsidiesocialisme. Het heeft ertoe geleid dat miljoenen mensen aan de kant staan en niet meer weten hoe plezierig het is om iets te ondernemen. Weg bij dat loket, want daar krijg je wel je geld, maar moet je ook je ziel inleveren.” —Pim Fortuyn De Nederlandse verzorgingsstaat wordt aan ons gepresenteerd als een middel om mensen te helpen. In werkelijkheid is het een peperdure en loodzware last op de schouders van de bevolking. De Nederlandse economie wordt er langzaam door verpletterd, en juist voor de allerzwaksten levert dit een uitzichtloze situatie op. Mensen van jong tot oud ervaren geen grip meer te hebben op de sociale zekerheid. Alles is nu collectief en bureaucratisch geregeld, waardoor er geen ruimte meer is voor de menselijke maat. Iedereen krijgt dezelfde standaardregeling opgelegd. Dat collectieve stelsel, gebaseerd op dwang, is inefficiënt en zeer fraudegevoelig. Dat maakt het duur, en de hoge kosten moeten worden opgebracht via hoge belastingen. De enorme belastingdruk draagt weer bij aan de ongezonde economie, waardoor de werkloosheid toeneemt. Meer werkloosheid betekent weer dat er meer mensen afhankelijk zijn— van het systeem dat hen werkloos heeft gemaakt!
Verzekeren naar behoefte Het is tijd om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Wij zijn dan ook voor de terugkeer naar de menselijke maat en de keuzevrijheid. Op dit moment kent ons land een hele rits aan uitkeringen en regelingen: van de Bijstand, WW, WIA, WAO en Wajong tot ANW, TW, IOW, IOAW, IOAZ en ANW. Kan het dan nog iemand verbazen dat het systeem onbetaalbaar is? Met zo’n enorm aantal bureaucratische regelingen rijzen de kosten al snel de pan uit. Wij pleiten voor een broodnodige hervorming. Wij vinden dat collectieve verzekeringen, met hun hoge premies en lage rendementen, niet langer verplicht moeten zijn. Je moet zelf mogen kiezen hoe je jezelf wilt verzekeren tegen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Dit hoort niet verplicht via een collectieve WW of WIA te gaan. Je moet vrij zijn om je te verzekeren bij een verzekeraar van jouw eigen keuze. Nu schrijven de collectieve verzekeringen iedereen dezelfde voorwaarden en premies voor. Er is geen keuzevrijheid, en door gebrek aan concurrentie is de verzekering veel te duur. In een vrije markt kunnen mensen zichzelf op vrijwillige basis verzekeren tegen polisvoorwaarden en bijbehorende premies die zij zelf
uitzoeken. Particuliere verzekeringsmaatschappijen zijn vanwege onderlinge concurrentie gemotiveerd om fraude te bestrijden. Wanneer je zelf een verzekeraar mag uitkiezen, zorgt concurrentie er bovendien voor dat je de beste dienstverlening krijgt tegen de laagste prijs. De keuzevrijheid van vrijwillige verzekering biedt de beste sociale zekerheid. De rommelige regelingen die nu bestaan kunnen gewoon plaats maken voor private verzekeringen. Je betaalt dan geen verplichte belastingen of premies meer voor al die regelingen, en je houdt dus veel meer geld over om je eigen Collectieve verzekeringen zijn verzekering te kiezen. Om precies te peperduur, en hun uitkeringen zijn zijn: de belastingen in Nederland schandelijk laag. Iedere Nederlander worden met maar liefst 60,14 miljard betaalt nu minstens anderhalf keer euro per jaar verlaagd. teveel. Het collectieve stelsel kost meer liefst 60,14 miljard euro per jaar. Om problemen in de overgangsfase te voorkomen zijn wij voor het Wij willen dat stelsel opdoeken, de afkopen van alle opgebouwde belasting met ruim 60 miljard euro rechten in het kader van de huidige verlagen, en je de vrijheid bieden jezelf collectieve verzekeringen. De te verzekeren. opgebouwde rechten worden per Nederlander overgeheveld naar één Omdat iedereen nu zeker anderhalf of meer private verzekeraars naar keer teveel betaalt, betekent dit dat de keuze. Vanzelfsprekend zijn wij Nederlandse bevolking dezelfde mate tegen de huidige regelgeving die de verzekering bereikt tegen een prijs van verzekeringsmarkt gesloten houdt zo’n 40 miljard euro per jaar. en deze beperkt tot een select aantal aanbieders. Wat ons betreft De overige 20 miljard is het geld dat nu moet je vrij zijn om jezelf te dus verspild wordt aan bureaucratie. In verzekeren bij iedere een vrije samenleving houdt het volk verzekeringsmaatschappij in binnendat geld in eigen zak. Tel uit uw winst! en buitenland.
Een goed pensioen Zoals het stelsel van collectieve verzekeringen en uitkeringen kraakt in z’n voegen, zo staat ook het Nederlandse pensioenstelsel op barsten. Ook dit is een collectief stelsel, waar gezonde concurrentie geen plek heeft gekregen. Het gaat totaal niet uit van eigen kracht en de vrijheid om zelf te beslissen. De kern van het pensioenstelsel is de collectieve AOW-regeling, gebaseerd op een omslagstelsel. Dat blijkt dramatisch afhankelijk van demografische en loongerelateerde verhoudingen: de werkende mens betaalt voor de gepensioneerde, en dat werkt alleen als er (veel) meer werkenden dan gepensioneerden zijn. Het aanvullende pensioen kent slechts in beperkte mate concurrentie. Het stelsel is asociaal, uiterst verspillend en sterk vrijheidsbeperkend. Onze benadering van pensioenen gaat juist uit van jouw eigen keuzes. Wanneer je persoonlijk je pensioen vorm mag geven, pluk je ook zelf de vruchten van jouw arbeid. Dit motiveert, stimuleert, zet aan tot prestatie en ambitie. We moeten van
het omslagstelsel overstappen naar een stelsel waarbij mensen de ruimte hebben om te sparen voor hun eigen pensioen. Een spaarstelsel is heel efficiënt, terwijl bij een omslagstelsel een significant deel van de inleg verloren gaat aan bureaucratische kosten. Zo’n spaarstelsel is al in diverse landen ingevoerd, en doorgaans met zeer gunstige gevolgen. Een vaak genoemd voorbeeld is Chili, waar sinds de jaren ’80 een spaarstelsel in werking is. Wij willen in Nederland die succesvolle voorbeelden volgen, en het omslagstelsel vervangen door een spaarstelsel. Individuele bijdragen vormen dan de grondslag van eenieders eigen, zelf opgebouwde pensioen. Je mag dan je eigen pensioenfonds uitkiezen, en je kan zonder sancties overstappen tussen aanbieders. Het aantal pensioenmaatschappijen (de huidige aanbieders van het aanvullend pensioen) is op dit moment sterk beperkt door de overheid, waardoor een soort legaal kartel in stand wordt gehouden. Wij willen de markt vrijgeven, zodat diverse pensioenfondsen vrijelijk met elkaar kunnen concurreren. De tucht van de markt helpt dan om de pensioenmaatschappijen eerlijk en efficiënt te houden. De pensioenmaatschappijen opereren bovendien helemaal zelfstandig, en jouw keuze van pensioenfonds staat dus geheel los van jouw werkgever— hetgeen een flexibele arbeidsmarkt zal bevorderen. Zelfstandige ondernemers mogen vanzelfsprekend ook deelnemen aan het stelsel. De discriminatie tegen ZZP-ers van het huidige stelsel wordt dus ook eindelijk weggenomen. De invoering van het spaarstelsel kan gradueel verlopen. In eerste instantie kan het worden vastgelegd dat we allemaal maandelijks een verplicht percentage van ons loon storten op een persoonlijke pensioenspaarrekening. Zo’n verplichte inleg kan sowieso stukken lager dan de huidige AOW-premie: door het verwrongen collectieve karakter van In Chili is in de jaren ’80 een die regeling, worden de premies van de spaarstelsel ingevoerd. De jaarlijkse AOW namelijk op één hoop gegooid rendementen liggen tussen de 9% met de algemene middelen. De 17,95% en de 12%. Daar kunnen we in premie die men nu betaalt vloeit direct Nederland alleen van dromen! Het door naar de schatkist. Als alle premie Chileense stelsel is tevens werd aangewend voor geprivatiseerd: diverse commerciële pensioendekking, dan hoefde de fondsen concurreren met elkaar. huidige AOW-premie maar 13% te zijn. Natuurlijk zijn er behoorlijke economische en maatschappelijke verschillen tussen Chili en Nederland, en het stelsel kan dan ook niet één op één overgenomen worden. Wel kunnen we ons door de Chileense ondernemingszin laten inspireren bij het opzetten van een flexibel en toekomstgericht pensioenstelsel.
Natuurlijk moet er ook de keus zijn om méér in te leggen dan het minimum. Iedere inleg is aftrekbaar van de belastingen, en ook de behaalde rendementen zijn belastingvrij. Op het moment dat het spaarstelsel is “ingeburgerd”, en iedereen is gewend aan de verantwoordelijkheid van het pensioensparen, kan de verplichte inleg langzaam worden afgeschaft.
Gepensioneerden, en werkende mensen die op het moment van invoering al hebben ingelegd in het huidige stelsel, mogen kiezen of ze willen blijven deelnemen aan de AOW, of willen overstappen naar het spaarstelsel. In dat laatste geval worden ze door de overheid schadeloosgesteld; de reeds betaalde AOW-premie wordt geheel en belastingvrij teruggegeven, en gestort op een pensioenspaarrekening bij een maatschappij naar keuze. Nieuwkomers op de arbeidsmarkt vallen automatisch onder het nieuwe stelsel. Door deze aanpak zullen de twee stelsels een aantal jaar naast elkaar bestaan. Gedurende die periode zal het omslagstelsel krimpen, terwijl het spaarstelsel groeit. De overgangsperiode kan nog wel eens kort uitpakken: toen in Chili bleek hoe hoog de rendementen van commerciële aanbieders waren, koos zo’n 90% van de werkende bevolking die mocht kiezen tussen de systemen voor het spaarstelsel. Het omslagstelsel bestaat daar inmiddels niet meer. Ons doel is om in Nederland hetzelfde voor elkaar te krijgen.
Gemeenschapsfondsen We pleiten hier enthousiast voor vrije keuze in plaats van collectieve dwang. Zelf je verzekering kiezen is veel beter dan een polis opgelegd krijgen door de staat. Maar natuurlijk zijn verzekeringsmaatschappijen ook niet heilig. Hoewel vrije concurrentie hun aanbod en dienstverlening enorm zal verbeteren, zal niet iedereen zich thuis voelen bij een verzekeringsmaatschappij. In een vrije samenleving zijn er echter talloze alternatieven. Nu zijn die alternatieven niet of nauwelijks toegestaan. Je mag jezelf voor je medische behoeften of werkloosheidsrisico niet eens verzekeren bij een buitenlandse aanbieder! Volgens ons moet het roer om. Alle opties moeten beschikbaar zijn, inclusief de optie om je niet te verzekeren bij een maatschappij, maar om je aan te sluiten bij een gemeenschapsfonds. In diverse landen bestaan dergelijke coöperatieve fondsen al eeuwen. Het systeem komt erop neer dat een groep mensen allemaal periodiek een bedrag stort in een gemeenschappelijke pot. Dit kan dan bijvoorbeeld dienen tegen werkloosheid. Als één van hen dan zijn baan verliest, wordt hij tijdelijk doorbetaald uit het fonds. Het is een verzekering, maar zonder verzekeringsmaatschappij. Mensen doen het samen. Voordeel van zo’n gemeenschappelijk fonds is dat je de andere deelnemers doorgaans goed kent. Dat wekt wederzijds vertrouwen. Over de “polisvoorwaarden” onderhandelt men zelf. Hoeveel geld doneren de deelnemers? Is het een vast bedrag, of wordt het naar draagkracht berekend? Welke gevallen worden gedekt door het fonds? De deelnemers bepalen dat zelf, en de beheerders van het geld worden doorgaans democratisch gekozen. Het resultaat is een uiterst sociale vorm van verzekeren: waar verzekeringsfirma’s bepaalde mensen weigeren, zijn gemeenschapsfondsen er juist op gericht om iedereen deel te laten nemen.
Dit humane idee spreekt veel mensen aan, van liberalen tot socialisten, maar in Nederland bestaat er nauwelijks ruimte voor. De overheid beschermt een kartel van grote verzekeraars. Wij willen daar verandering in brengen. Het huidige kartel van staatsgesteunde verzekeraars moet worden opgebroken, zodat concurrentie tussen alle maatschappijen en toegang tot gemeenschapsfondsen kan leiden tot grote keuzevrijheid.
Ruimte voor het gezin Op dit moment gebruikt de overheid de sociale zekerheid om niet alleen inkomenspolitiek te bedrijven over de rug van het volk, maar ook nog eens om gezinspolitiek te voeren. Jaarlijks wordt er 3,2 miljard euro besteed aan diverse kindgebonden regelingen. De kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag bestaan in werkelijkheid enkel omdat de belastingen in Nederland voor iedereen zo hoog zijn dat het vrijwel onmogelijk is om ongesubsidieerd nog kinderen te krijgen. Om deze zaken te betalen moet er echter wel weer 3,2 miljard euro aan extra belasting worden geheven. Op die manier wordt het probleem nooit opgelost. De invoering van een menselijk stelsel van persoonlijke verzekering, als vervanging van het dure huidige systeem, zal de lasten behoorlijk verlagen. Dat schept eindelijk weer ruimte voor het gezin. Door de complexe kindgebonden regelingen ook af te schaffen, kunnen we de lasten verder verlagen met 3,2 miljard euro. Hierdoor worden de lasten zo ver verlaagd dat er weer een eerlijke situatie ontstaat, waarbij werkende mensen genoeg overhouden om voor hun eigen gezin te zorgen. Zonder de wirwar aan regelingen die ons nu verstrikt zal een gemiddeld gezin zelfs meer overhouden om aan hun kinderen te besteden!
Wij besparen 60,14 miljard euro op de diverse collectieve uitkeringen en massaverzekeringen. Afschaffing van de verplichte AOW-premies betekent een lastenverlaging van 31,5 miljard euro. Voorts besparen wij nog eens 3,2 miljard euro door de kindgebonden regelingen af te schaffen. De totale verlaging van de overheidslasten op het gebied van sociale zekerheid komt neer op 94,84 miljard euro. De Nederlandse bevolking zal vrij zijn om dit geld zelf te besteden aan verzekeringen op het gebied van pensioen, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, etc. Het feit dat dit geld niet meer via de overheidsbureaucratie verspild wordt zal echter betekenen dat de samenleving aan die uitgaven tussen de 30 en 32 miljard euro minder kwijt zal zijn op jaarbasis. Dat is het rendement van vrijheid.
Besparing 94,84 MILJARD EURO
Hoofdstuk 3
VRIJHEID EN GEZONDHEIDSZORG “De beste manier om gezondheidszorg te leveren is de manier waarop we in een vrije samenleving alle goederen en diensten leveren: via de vrije markt.” —Ron Paul Gezondheidszorg is letterlijk van levensbelang. In een modern, beschaafd land is het van de gekke dat we geconfronteerd worden met wachtlijsten en bestuurlijke chaos. Toch is dat de stand van zaken: de zorgsector zelf is ziek! Patiënten, artsen, verplegers, verzekeraars en apothekers zitten allemaal gevangen in een zwaar overgereguleerd systeem. Complexiteit heerst alom, en transparantie wordt ontmoedigd. De ware kosten van de ambtenarij worden stelselmatig verborgen, en afgeschoven op de maatschappij. Deze misstanden ondergraven de solidariteit. Het is onduldbaar dat we doorgaan met bureaucratische spelletjes terwijl er mensen doodgaan op een wachtlijst. De zorgsector anno nu doet denken aan de Sovjet-Unie: zoals men daar eindeloos bij de staatsbakker in de rij moest staan voor een brood, moeten veel mensen in Nederland eindeloos wachten op goede zorg. De oorzaak is in beide gevallen hetzelfde: centrale planning door een bemoeizieke overheid, en veel te weinig keuzevrijheid. Willen we het zorgstelsel genezen, dan moet daar snel verandering in komen.
Zorg op maat Bepaalde partijen beweren al jaren dat de “marktwerking in de zorg” debet is aan alles. Dat klinkt lekker populistisch. In werkelijkheid is er helemaal geen sprake van marktwerking in de zorg. Er is nauwelijks concurrentie tussen zorgverleners of tussen verzekeraars. En dat komt juist door de voortdurende overheidsbemoeienis. De hele sector heeft last van allerlei ondoordachte regels en misplaatste subsidies. Deze prikkels werken fraude, corruptie en zelfverrijking in de hand. Zowel patiënten als hardwerkende artsen en verplegers zijn de klos. Nederland kent maar een beperkt aantal zorgverzekeraars, en daar gaat het mis. Deze grote jongens beheersen de markt: nieuwkomers worden stelselmatig geweerd. En de overheid? De overheid heeft dit veroorzaakt. De overheid heeft zelfs intensief meegewerkt aan het opzetten van de branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland. De wet zorgt ervoor dat de belangen van dit gezelschap goed beschermd zijn, en dat er vooral niet te veel marktwerking is. Nederlanders mogen zich niet verzekeren bij buitenlandse aanbieders, en mogen ook geen gemeenschapsfondsen opzetten als alternatief op een verzekering. Een zorgverzekering is wel bij wet verplicht, dus in feite zijn wij overgeleverd aan de grote verzekeraars— die onder één hoedje spelen met de overheid.
Bij gebrek aan concurrentie rijzen de kosten de pan uit, en dat betekent dat zorg voor ons allemaal steeds duurder wordt. Veel duurder dan nodig zou zijn. Alleen echte concurrentie garandeert dat je de beste dienstverlening krijgt tegen de laagste prijs. Patiënten die niets te kiezen hebben, zijn machteloos. Ze hebben maar genoegen te nemen met slechte behandelingen, onvriendelijk personeel en 24uursluiers. Dat is de ellende waar we nu mee zitten opgescheept. Onze oplossing is om de zorgsector de ruimte te geven. De dwangbuis van de bureaucratie moet verdwijnen. Het kartel van zorgverzekeraars willen we opbreken, net zoals dit moet gebeuren in de pensioensector. Nieuwkomers, buitenlandse aanbieders en vooral coöperatieve gemeenschapsfondsen moeten worden toegestaan. Je moet vrij zijn om jezelf naar behoefte te verzekeren op de vrije markt, en daarbij moeten alle opties beschikbaar zijn. Keuzevrijheid betekent kwaliteit. Op deze manier is zorg op maat voor iedereen beschikbaar, en staat de mens weer centraal. Zo hoort het.
De mogelijkheid om jezelf te verzekeren op de vrije markt biedt enorme keuzevrijheid die nu niet bestaat. In diverse landen is het nu bijvoorbeeld al mogelijk om zelfs je (eventuele) toekomstige kinderen te verzekeren tegen een zware lichamelijke of verstandelijke beperking. Jij betaalt dan een premie, en als je toekomstige kind een zware beperking heeft, betaalt de verzekeraar diens (hoge) medische kosten. Omdat veel mensen zich graag tegen zoiets verzekeren, en relatief weinig mensen een zware beperking worden geboren, kan het voor iedereen uit. In Nederland bestaat deze optie niet of nauwelijks. Het is een innovatie van de vrije markt; aanbod en behoefte vonden elkaar. Omdat er in de Nederlandse zorgsector nu geen marktwerking is, wil het hier niet vlotten. Wanneer ouders hier een kind krijgen met een zware beperking, worden ze onverwacht opgescheept met enorme kosten. Het is tijd dat we daar verandering in brengen!
Vrijheid en dienstverlening Net zoals de zorgverzekeringswereld nu scheef is getrokken door regulering, zo zijn er ook zware misstanden in de medische dienstverlening. Ziekenhuizen en andere zorginstellingen zijn in handen van de staat, of worden deels of geheel door de overheid bestuurd. Daardoor zijn het bolwerken van de bureaucratie geworden, waar vaak meer ambtenaren dan artsen rondlopen. Dit is funest voor de kwaliteit van de dienstverlening. Het zorgverlenend personeel wil zo graag mensen goed van dienst zijn, maar de overheid staat in de weg. Een overheid is niet geschikt om zorg te bieden: ambtenaren zijn geen zorgverleners. Zorgverlenende instellingen, zoals ziekenhuizen, horen dan ook niet in handen van de staat te zijn, en ook niet (mede) door de overheid bestuurd te worden. Geef artsen en verplegers de ruimte om goede zorg te leveren!
Om dat mogelijk te maken heeft de zorgsector vrijheid nodig. Nu is het streng gereguleerd wie in dit land als arts of medisch dienstverlener mag werken. Je moet verplicht lid worden van diverse vakverenigingen en over allerlei vergunningen beschikken. Dit is zogenaamd om de patiënt te beschermen, maar gaat helemaal voorbij aan het recht van de patiënt om zijn eigen geneesheer te kiezen. Wat ons betreft hoor je vrij te zijn om de welke behandeling dan ook te volgen, bij de arts of geneesheer van jouw keuze. Ook daarbij hoort de overheid niet in de weg te staan, en we wijzen iedere overheidsinbreuk op de relatie arts-patiënt dan ook af. Wat ons betreft mag iedereen medische behandelingen uitvoeren, zolang hij maar duidelijk is over welke expertise en welke vergunningen hij wel of niet heeft. Vergunningenstelsels voor artsen doen de kosten van de gezondheidszorg ook nog eens stijgen, en horen niet langer verplicht te zijn. Niet alleen de dienstverleners zijn zwaar gereguleerd: ook medicijnen en andere medische artikelen worden door de staat aan banden gelegd. Geheel in strijd met de keuzevrijheid zijn veel medicijnen of andere medische artikelen uitsluitend op recept verkrijgbaar. Wij pleiten voor afschaffing van de wetten en regels die recepten verplichten voor de verkoop van medicijnen of andere medische artikelen. Waarom zou de overheid mogen bepalen welke behandelingen goed voor jou zijn? Als jouw verzekering bereid is te betalen, of jij zelf de portemonnee trekt, hoor je ieder medicijn te mogen kopen dat je wilt. Ook dat is vrijheid.
Persoonsgebonden budget De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is oorspronkelijk in het leven geroepen om niet individueel verzekerbare ziektenkostenrisico’s te dekken. De mensen die door een ingrijpende medische aandoening niet of zeer beperkt in staat zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien vallen binnen de AWBZ. In de praktijk heeft een lange reeks hervormingen en wijzigingen in wet en beleid de AWBZ gemaakt tot een verzameling van complexe en bizarre regels, voorwaarden, uitzonderingen en richtlijnen. Het persoonsgebonden budget (PGB) maakt deel uit van de AWBZ, maar niet iedereen die binnen de AWBZ valt ontvangt een PGB. Nu zijn de regels op dat gebied vaak ondoordacht en schadelijk. Zo kan het dat iemand via zijn PGB aanspraak kan maken op 70 uur hulp in de huishouding. Hiervoor mag hij in bepaalde gemeentes 40 uur een familielid inhuren, maar voor de overige 30 uur moet hij een professionele medewerker inhuren. (In andere gemeentes kunnen de regels weer anders zijn.) Niet alleen is het kwalijk dat de regels per gemeente kunnen verschillen, het is ook nog eens zo dat de zorg van de diverse regels vaak duurder wordt. Zo is het inhuren van een professionele zorgverlener vaak veel duurder dan het betalen van een compensatie aan een familielid, maar de regels verbieden de man uit ons voorbeeld om voor de volle 70 uur een familielid in te huren. Nog veel duurder is
het om buiten het PGB om te werken, en via de “normale” overheidsbureaucratie ondersteuning te verwerven. Wij willen de AWBZ afschaffen, en vervangen door een PGB-fonds. Vanuit dat fonds krijgen de mensen die door een ingrijpende medische aandoening niet of zeer beperkt in staat zijn om zelf in hun levensonderhoud te voorzien een PGB. De voorwaarden en regels omtrent dat PGB horen overal gelijk te zijn. Bovendien horen de regels sterk vereenvoudigd te worden. Begeleiding en controle moet vooral gericht zijn op de vraag welke zorg iemand nodig heeft. Vervolgens wordt gekeken hoe die zorg zo effectief mogelijk geboden kan worden. Als blijkt dat compensatie van een familielid, dat vervolgens de verzorgende taak op zich neemt, de beste optie is dan moet dat gewoon mogelijk zijn. Ons doel is om het PGB-fonds door middel van investeringen steeds verder te laten groeien. Uiteindelijk moet het geheel via investeringsrendementen op peil worden gehouden, zodat het zelfstandig kan bestaan zonder dat het steeds meer belastinginkomsten opeist.
Omdat het door onze zorgplannen snel mogelijk moet worden om je (eventuele) toekomstige kinderen te verzekeren tegen een lichamelijke of geestelijke beperking, zullen in die gevallen de kosten van zwaargehandicapten onder de achttien gedekt worden door de verzekeraar. Om die reden moet een PGB enkel beschikbaar zijn voor volwassenen, jongeren die tijden hun leven gehandicapt raken, en jongeren die geboren zijn voordat de in dit hoofdstuk uiteengezette hervormingen van het zorgstelsel zijn ingevoerd. Wanneer mensen de mogelijkheid hebben om hun (eventuele) toekomstige kinderen te verzekeren, is het ook hun eigen verantwoordelijkheid om dit wel of niet te doen. Wie dit bewust niet doet, en een gehandicapt kind krijgt, hoort de resulterende medische kosten niet af te mogen schuiven op de samenleving.
Ethiek in de gezondheidszorg Op medisch gebied staat het overheidsbeleid de ethiek nogal eens in de weg. Enerzijds bestaat er in Nederland relatief veel respect voor het zelfbeschikkingsrecht in de vorm van wetgeving die vrij veel ruimte biedt voor vrijwillige levensbeëindiging. Anderzijds staat de overheid via een lange reeks betuttelende maatregelen de vrijheid van ieder mens regelmatig in de weg. Het is voltrekt normaal om orgaandonor te zijn, maar in Nederland is het illegaal om je eigen organen te verkopen. Wij vinden dit onacceptabel. Ten eerste gaan er op dit moment veel mensen onnodig dood door het tekort aan donororganen en worden tegelijkertijd in sommige landen mensen vermoord om hun organen. Nog belangrijker is dat alleen jijzelf hoort te beslissen over jouw eigen lichaam. Wie vrijwillig een nier wil verkopen, heeft het volste recht dat te doen. Als het
verboden is, betekent dat uiteindelijk dat jouw lichaam niet van jezelf is, maar eigendom van de overheid. Dat is pas echt een nare gedachte. Toegang tot medicijnen is in dit land sterk beperkt. Enkel medicijnen die zijn goedgekeurd door de overheid mogen worden verkocht. Dit betekent onder andere dat experimentele medicijnen niet beschikbaar zijn— zelfs niet voor mensen die zonder deze medicijnen sowieso zullen overlijden. Wij zijn tegen de regulering van geneesmiddelen, omdat je de vrijheid moet hebben de geneesmiddelen te gebruiken die jij wilt. Het moet worden aangegeven of een medicijn getest of ongetest is, zodat iedereen zelf kan kiezen of hij het risico van een ongetest medicijn wil aanvaarden. Het is goed voorstelbaar dat een terminale patiënt een medicijn graag zal gebruiken, ook al is het ongetest. Het alternatief is immers dat hij zeker zal streven. Het verbieden van dat medicijn komt neer op moord, terwijl het toestaan een kans op genezing biedt. Zoals al aangegeven steunen wij daarom het recht van ieder mens om zijn eigen leven te beëindigen. Iedereen hoort volledige verantwoordelijkheid en zeggenschap over zijn eigen leven te hebben. Ook hoort iedereen via een testament of volmacht te kunnen bepalen op welke wijze hij behandeld moet worden en wat er met zijn stoffelijk overschot moet gebeuren. Wanneer deze ontbreken en iemand niet zelf Paternalisme is funest voor een Ons ethische kan kiezen (bijvoorbeeld in geval van samenleving. coma) moet de beslissing worden uitgangspunt is dat ieder mens hoort genomen door die persoon of te beschikken over zijn eigen leven. personen die het hij duidelijk zou Niet alleen omdat dit mensen leert verkiezen, met die begeleiding die zij om verantwoordelijk te zijn voor hun eigen keuzes, maar ook omdat deze wensen. zelfbeschikking simpelweg een Tot slot geloven wij dat op het gebied mensenrecht is. van medische ethiek en medische wetenschap alles toegestaan dient te zijn dat gebeurt op basis van vrije wil. Zolang er geen sprake is van dwang, geweld of fraude spreken wij geen moreel oordeel uit. Het moet echter duidelijk zijn dat niemand ooit tegen zijn zin gedwongen mag worden om enige behandeling te ondergaan. Ook heeft niemand het recht om artsen of anderen te dwingen om mee te werken aan medische handelingen die zij onethisch vinden. Onze ethische leidraad is, zoals altijd, het zelfbeschikkingsrecht van ieder mens.
Zeker op het gebied van gezondheidszorg gaan ethische standpunten vaak over leven en dood. Bij wie anders kunnen we de beslissingen dan met goed fatsoen neerleggen dan de persoon over wiens leven het gaat? Dat een overheid denkt beter te kunnen beslissen over jouw leven of sterven dan jijzelf is niet alleen arrogant, maar uiterst weerzinwekkend. Daaraan willen wij niet meewerken. Wij staan pal voor jouw keuzevrijheid.
Er gaat nu jaarlijks 72,9 miljard euro aan belastinggeld naar de zorgsector. Onze voorstellen vervangen deze gedwongen collectieve geldstroom door het recht van ieder mens om zichzelf te verzekeren en zorg in te kopen naar keuze en behoefte. Het budget voor de AWBZ-regeling (27,5 miljard euro per jaar) wordt besteed aan het PGB-fonds. De overige 45,4 miljard euro zal niet langer door de overheid worden opgeslokt. De belastingen zullen met dat bedrag worden verlaagd, zodat de bevolking dat geld zelf overhoudt en het zelf kan besteden aan private verzekering op het gebied van zorg. Omdat de bureaucratische verspilling wegvalt, zal snel blijken dat iedereen meer overhoudt dan nu.
Besparing 45,4 MILJARD EURO
Hoofdstuk 4
VRIJHEID EN ECONOMIE “Alles dat echt groots en inspirerend is, wordt gemaakt door het individu dat in vrijheid kan werken.” —Albert Einstein Vrijheid is de basis van een gezonde economie. Elke economische handeling moet per definitie uit vrije wil geschieden, want economie draait om handel. Zodra je ergens toe gedwongen wordt, is er geen sprake meer van handel. Dan wordt je immers onderdrukt, beroofd of bedreigd. En dat heeft met economie niets meer te maken. Voor economie moet je de vrije markt hebben. In Nederland missen we die vrije markt, en dat speelt ons parten. Nederland kent meer dan 50 belastingen, en hele boekwerken vol met regeltjes die de economie dichttimmeren. De overheid zuigt heel veel geld op, en besteedt dat geld vervolgens onverantwoordelijk. De talloze wetten en voorschriften staan eerlijke mensen dikwijls in de weg. Hele bedrijven worden kapotgeregeld door de staatsbemoeienis. Overal waar mensen zaken willen doen, gaat de overheid ertussen staan. Op z’n minst eist Vadertje Staat dat je een voor iedere transactie belasting betaalt. In veel gevallen heb je ook nog eens allerlei vergunning nodig, en zijn er waslijsten aan regels. En het kan nog erger: dikwijls worden vrijwillige economische activiteiten zelfs verboden, simpelweg omdat de overheid meent beter te weten wat goed voor ons is dan wijzelf. Dit moet veranderen, want de economie gaat eraan onderdoor. Door pervers beleid wordt het leven steeds duurder in ons land, waardoor iedereen het steeds moeilijker krijgt. De armste mensen voelen het als eerste. Bijzonder wrang, omdat de overheid juist vaak “herverdeling” als slap excuus gebruikt om allerlei schadelijke regels en maatregelen goed te praten. Wij willen een economie gebaseerd op vrijheid, zodat iedereen de kans krijgt om te ondernemen en te innoveren. De vrije markt biedt ruimte voor groei, welvaart en vooruitgang. Wie een visie heeft, moet de ruimte krijgen om deze in de praktijk te brengen. Dan kan iedereen ervan meegenieten!
De vrije markt Iedereen moet het recht hebben om goederen en diensten aan te bieden en af te nemen. De overheid moet daarbij niet in de weg staan. Het is de kern van de vrije markt: geen enkele transactie vindt ooit plaats wanneer niet allebei de partijen er vrijwillig mee instemmen. Ze moeten allebei van mening zijn dat ze er beter van worden. Geen dwang, geen geweld, maar een ruilhandeling die beide participanten gelukkiger maakt. Iets mooiers kan bijna niet.
Wij verdedigen het recht van alle mensen om wanneer ze dat willen met elkaar te ruilen op vrijwillige basis. Wij bieden mensen de vrijheid om hun eigen zaken te doen, zonder bemoeienis van de regering. Pogingen om met dwang welvaart te herverdelen of met dwang handel te reguleren zijn immoreel en lopen bovendien dikwijls slecht of. Daarom willen wij dat er een einde komt aan de overheidsregulering van prijzen, lonen, ondernemingen, productiemiddelen en rentestanden. Daar heeft Vadertje Staat gewoon niets mee te maken. Betuttelende wetgeving die vrijwillige handel aantast “ter bescherming van de consument” is een belediging voor volwassen mensen. Het is van de gekke dat we worden behandeld als kleine kinderen. Daarom zijn wij voor afschaffing van de winkeltijdenwet, en vinden wij dat geen enkele overheid bedrijven mag verbieden om ’s nachts of op zondag open te zijn. De enige beperking van die vrijheid is dat anderen er geen licht- of geluidsoverlast van moeten hebben. Om dezelfde reden zijn wij tegen alle overheidsregulering van de prijs, sterkte of hoeveelheid die mag worden geproduceerd of gekocht van welk product dan ook. Ook wetten die het maken van reclame voor bepaalde prijzen, producten of diensten verbieden of beperken moeten worden afgeschaft. Zolang een ondernemer geen fraude pleegt, door leugens te verkopen, mag hij gewoon reclame mogen maken. Of hij wortels of sigaretten of welk ander product dan ook verkoopt doet gewoon niet ter zake. En ondernemers die zijn klanten bezwendelt moet natuurlijk hard worden aangepakt. Wij zijn voor strenge en doeltreffende wetten tegen fraude en verkeerde voorstelling van zaken. Wij zijn echter tegen paternalistische regels die je de wet voorschrijven, prijzen en normen voorschrijven voor producten, of op andere wijze de vrije keuze beperken. Simpel gezegd: de wet hoort je te beschermen tegen criminelen, maar niet tegen jezelf. Jij beslist over jouw eigen keuzes.
Stop de staatsmonopolies Iedereen weet dat monopolies en kartels schadelijk zijn. Hoge prijzen, lage kwaliteit... en wij zijn er de dupe van. In Nederland is het regelmatig de overheid die zich schuldig maakt aan monopolievorming, door het verlenen van wettelijke voorrechten aan belangengroeperingen in de economie of door zichzelf bepaalde monopolies te geven. Wanneer de overheid een monopolie of kartel beschermt, is vrije concurrentie moeilijk, of zelfs onmogelijk. Op die manier belemmert de overheid de markt. Dit gebeurt in Nederland bijvoorbeeld door overheidssteun aan (of overheidsbezit van) grote bedrijven in de telecom, de water- en gasvoorziening, de vuilnisophaal en het openbaar vervoer. Wij zijn tegen al dergelijke staatsgesteunde kartels en staatsmonopolies. Ook moet alle overheidsregulering van deze diensten worden afgeschaft. Het recht om deze diensten op de markt aan te bieden moet niet worden beperkt door de wet.
Wij verdedigen het recht van alle mensen om vennootschappen, coöperaties, of andere bedrijfsvormen op te richten die gebaseerd zijn op vrijwillige samenwerking. De huidige anti-kartelwetgeving voorkomt geen kartel- of monopolievorming, maar bevordert deze juist door concurrentie te beperken. In een vrije markt is het bijzonder zeldzaam dat een stabiele monopolist of een succesvol kartel ontstaat. Wanneer het gebeurt zal er snel een concurrent opkomen die weer zorgt voor evenwicht in de markt. Wanneer een monopolist of kartel immers de prijzen steeds verder verhoogt, wordt het voor anderen aantrekkelijk om middels lagere prijzen te gaan concurreren. Wij moedigen die concurrentie aan. De overheid heeft zich er niet mee te bemoeien, want juist de overheid vormt monopolistische machtsbolwerken..
Weg met de subsidies Subsidies verstoren de markt en veroorzaken oneerlijke concurrentie. De overheid in niet onmetelijk wijs, en kan onmogelijk bepalen welk initiatief goed en nobel is. Zelfs als dat kon, zou het niet eerlijk zijn om andere mensen hun geld af te pakken om met dat geld die initiatieven te steunen. Mensen moeten vrij zijn om zelf hun keuzes te maken. De onbeperkte concurrentie van de vrije markt is de beste manier om welvaart te bevorderen. Om die reden zijn wij tegen alle overheidssubsidies voor welke belangengroepering dan ook. Wij zijn tegen het voeren van beleid dat bepaalde bedrijven bevoordeelt en andere bedrijven benadeelt. Dikwijls zijn die regelingen ontworpen om grote bedrijven te beschermen tegen nieuwkomers. De grote jongens sturen lobbyisten naar Den Haag zodat de subsidies bij hun bazen terecht komen. In totaal gaat er jaarlijks 500 miljoen euro per jaar in de vorm van directe subsidie naar vooral de grote multinationals— ten koste van de concurrent en de consument. Dit moet stoppen. We willen tevens de cultuursector bevrijden van allerlei oneerlijke subsidies. Over smaak valt gewoonweg niet te twisten. Aan subsidies in de cultuursector wordt jaarlijks 700 miljoen euro aan besteed, maar het is volstrekt oneerlijk dat een ambtenaar bepaalt welke kunst de ruimte krijgt. Iedereen moet vrij zijn om zijn eigen smaak te hebben. Als we stoppen met deze oneerlijke subsidies, kunnen de belastingen omlaag, en hebben mensen meer geld over om te bepalen welke kunst ze willen zien. Daarvan wordt de kunst en cultuur alleen maar beter. Op het gebied van gezondheidszorg, sociale zaken en werkgelegenheid worden ook allerlei subsidies uitgedeeld. Deze subsidies dienen eveneens te verdwijnen, omdat ze onderdeel zijn van het logge collectieve systeem dat op die terreinen nu bestaat. Wij willen dat bureaucratische apparaat ontmantelen. De besparingen op dat gebied bedragen 800 miljoen euro. Dat bedrag is echter al meegenomen in de cijfers op het gebied van gezondheidszorg en sociale zaken, elders in dit programma. Jaarlijks gaan er, tot slot, gigantische subsidiebedragen naar de publieke omroep, naar zogenaamde ontwikkelingshulp, naar belangenclubjes die beweren het milieu te beschermen, naar infrastructuur en mobiliteit, naar de woningmarkt, en
naar de ondersteuning van de energiesector. Wij zijn voor het verdwijnen van al deze subsidies. De besparingen die daarmee gerealiseerd worden zullen we verderop in dit programma bespreken.
Landbouw, veeteelt en visserij De Nederlandse landbouw is volledig ondergeploegd door overheidsbemoeienis, de veeteelt wordt door de staat vooral als melkkoe gezien, en de vissers vangen bot dankzij een stortvloed aan regeltjes. Overheidssubsidies voor grote firma's zorgen ervoor dat kleinere (familie)bedrijven failliet gaan door valse concurrentie. Een overdaad aan regulering en de veel te hoge belastingen maken de Nederlandse boeren en vissers het leven zuur. Minimumprijzen hebben tot melkplassen en boterbergen geleid. Die overschotten probeert de overheid op te lossen door nog meer regulering in de vorm van verplichte productiebeperkingen. Resultaat? Tekorten. Dat kan ook bijna niet anders, want de markt is door al die maatregelen verpest. De problemen in de landbouw, veeteelt en visserij zijn echter niet onoplosbaar. Het schadelijke overheidsbeleid kan worden teruggedraaid. Boeren, vissers en consumenten moeten vrij zijn om hun eigen zaken te regelen, om te kopen en te verkopen wat zij willen, in de hoeveelheid die zij willen, wanneer zij willen. Alleen dan kunnen het boerenbedrijf en de visserijsector weer gezond worden. Wij willen de belachelijke regulering van landbouw, veeteelt en visserij (waaronder minimumprijzen, subsidies, productiebeperkingen en vangstquota) dan ook snel afschaffen. De meeste marktverstorende subsidies voor het boerenbedrijf en de visserij lopen via Brussel. Nederland is een nettobetaler aan de EU, dus ook al ontvangt ons land subsidies voor de landbouw, we hebben eerst méér moeten afdragen. We moeten van die hoge afdrachten af, zodat Brussel onze markt niet meer bederft. Voor onze boeren en vissers is dat alleen maar goed. Er zijn ook subsidies van de rijksoverheid voor landbouw, veeteelt en visserij. Wederom zijn het de grote bedrijven die hiervan profiteren. De kleinere onderneming ziet het geld dikwijls aan zich voorbij gaan. Door die subsidies af te schaffen wordt 56 miljoen euro bespaard. Door dit geld niet meer uit te delen aan vooral grote firma's hoeft het ook niet meer afgenomen te worden van de Nederlandse bevolking. Dat komt uiteindelijk de familiebedrijven op het gebied van landbouw, veeteelt en visserij ten goede.
Opdoeken dat ministerie! Aangezien de overheid zich gewoon helemaal niet meer met de economie met bemoeien, vinden wij dat het ministerie van Economisch Zaken simpelweg opgedoekt moet worden. Het hele ministerie moet verdwijnen. De ambtenaren moeten worden ontslagen en de ministeriegebouwen moeten worden verkocht, evenals de inboedel. Dit geldt ook voor alle overheidsorganen en semioverheidsorganen die ondergeschikt zijn aan het ministerie: opdoeken of
verzelfstandigen. Hoe dan ook, de overheid moet in het vervolg van de economie afblijven.
Het afschaffen van de diverse subsidies die nu worden uitgedeeld aan het bedrijfsleven levert een besparing van 500 miljoen euro op. Het opdoeken van de subsidies die naar de cultuursector gaan bespaart 700 miljoen euro. Een einde aan de subsidies op het gebied van landbouw, veeteelt en visserij betekent 56 miljoen euro lastenverlaging. Het opdoeken van het ministerie van Economische Zaken bespaart bovendien nog eens een krappe 3,4 miljard euro. Het verkopen van staatsbedrijven en staatsaandelen in andere bedrijven zal nog meer flinke besparingen opleveren. Ook het verkopen van de ministeriegebouwen van EZ, alsmede hun inboedel, zal een zekere winst opleveren. Die besparingen rekenen we echter niet mee. We zullen die beschouwen als meevallers. De opbrengst moet worden gebruikt om bij te dragen aan het afbetalen van de staatsschuld.
Besparing 4,6 MILJARD EURO
Hoofdstuk 5
VRIJHEID, WERK EN WONEN “De overheid moet mensen vrij laten om hun eigen zaken te regelen, en moet hen het brood niet uit de mond stoten dat zij met hard werk hebben verdiend.” —Thomas Jefferson In deze economisch moeilijke tijden liggen de banen niet voor het oprapen. De woningmarkt zit op slot. Veel mensen hebben het zwaar. De regering helpt ons niet, maar verhoogt juist de lasten. Enkel de grote banken zijn door de ellende heen geholpen, met geld dat de belastingbetalers hebben moeten ophoesten. De middenstand krijgt geen hulp. Wie een onverkoopbaar huis heeft is de pineut. Het ergste is dat de overheid veel van de economische problemen zelf (mede) heeft veroorzaakt. Overheidsbemoeienis heeft de woningmarkt, de hypotheeksector en de huurprijzen jarenlang zwaar verstoord. Is het dan gek dat veel mensen geen woning kunnen vinden? De staatsinvloed op de bankensector is al even schadelijk geweest. Door garant te staan voor de grote banken heeft de staat een stel financiële cowboys vrij spel gegeven om te gokken met andermans spaarcenten. De winsten waren voor de directeuren, de verliezen werden afgeschoven op de samenleving. Dat de politiek hier gewillig aan meewerkte kan niemand verbazen: er zitten tenslotte verdacht veel politici in de raden van bestuur, toezicht en commissarissen van de grote banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Daar spelen ze met ons geld. Ondertussen maken zij zelf, of hun partijgenoten, wetten die dit soort wangedrag mogelijk maken. En als het misgaat? Dan geven ze “de vrije markt” de schuld. In werkelijkheid hebben ze het zelf gedaan. Van een vrije markt is helemaal geen sprake, enkel van belangenverstrengeling op het hoogste niveau. Een vrije markt wordt niet beïnvloed door machtspolitici. Een vrije markt geeft iedereen een eerlijke kans, en wentelt de risico’s niet af op onschuldige mensen. Wie de risico’s neemt strijkt zelf de winst op als het goed gaat, maar betaalt op de prijs als het misgaat. Zo hoort het. Een vrije markt zorgt voor werkgelegenheid en welvaart. Zonder de huidige stortvloed aan overheidsregel en belastingen zou dit land weer aantrekkelijk worden. Ondernemers, investeerders en harde werkers willen ergens leven waar arbeid beloond wordt, in plaats van bestraft. Een vrije markt levert die beloning, en dat betekent: veel meer banen. Nederland wordt weer aantrekkelijk voor mensen die de handen uit de mouwen steken. Geen sluitende fabrieken meer, maar groeiende bedrijven!
Herstel van de koopkracht De koopkracht in Nederland wordt steeds verder uitgehold. Iedereen merkt dat het leven steeds duurder wordt. De prijzen stijgen, de lonen moeten omhoog om te compenseren, maar daardoor gaan de kosten voor iedere werkgever weer omhoog. Dus verhoogt hij zijn prijzen, en moeten de lonen weer omhoog om te compenseren... en zo verder en zo voort. Waar houdt het op? Of liever gezegd: waar is deze ellende begonnen? Zoals wel vaker ligt de oorzaak bij uiterst kwalijk beleid. De overheid zorgt er via de centrale bank voor dat er steeds nieuw geld wordt bijgedrukt. Deze constante toename van de geldhoeveelheid heet inflatie. Het idee is dat mensen dan meer te besteden hebben, ook meer gáán besteden, en de economie daar beter van zal worden. Deze theorie klopt echter van geen kanten. In werkelijkheid hebben mensen er niets aan dat er meer geld circuleert; dit geld wordt namelijk ook steeds minder waard. De totale hoeveelheid geld is gelijk aan de totale waarde van de economie. Wanneer de overheid steeds meer geld bijdrukt, betekent dit dat de geldhoeveelheid sneller groeit dan de economie. Dan vertegenwoordigt ieder biljet, iedere munt, een kleiner deel van de totale waarde van de economie. Het gevolg: ons geld wordt langzaam steeds minder waard. Dit beleid resulteert in prijsstijgingen en steeds verder dalende koopkracht. Als het geld constant in waarde daalt, stijgen de prijzen van goederen en diensten voortdurend. Een aanbieder daarvan moet immers méér geld verdienen om dezelfde waarde over te houden aan de transactie. Dat, op zijn beurt, zorgt er weer voor dat de consument méér geld moet ontvangen om dezelfde koopkracht te behouden. Vandaar dat niet alleen de prijzen, maar ook de lonen jaarlijks moeten stijgen De producent verhoogt dan zijn prijzen, om dezelfde opbrengst te kunnen genieten. Niet om méér te gaan verdienen, maar om hetzelfde als voorheen te blijven verdienen. Vervolgens wordt hij verplicht alle lonen te wéér verhogen, waardoor hij alsnog minder verdient dan voorheen: er gaat meer geld op aan loonkosten. De enige mogelijke uitweg is vervolgens om de prijzen verder te verhogen. Dit gebeurt dan ook structureel, waardoor er een loon-prijsspiraal ontstaat. Op langere termijn is dit zeer schadelijk voor de economie, omdat het zowel de kosten van arbeid als de prijzen van goederen en diensten steeds verder opdrijft. Dat is desastreus voor de internationale concurrentiepositie van ons land. Daar komt nog eens bij dat de inflatie een onzichtbare belasting op je spaargeld is. Het tegoed op je rekening, het geld in je pensioenfonds, zelfs een appeltje voor de dorst dat je in een oude sok hebt gestopt wordt steeds minder waard. Het geldbeleid van de overheid maakt ons steeds armer, verwoest onze koopkracht, en maakt het leven alsmaar duurder. Door de loon-prijsspiraal wordt Nederland onbetaalbaar voor veel bedrijven, waardoor ze hun fabrieken hier sluiten. Centrale sturing van de economie werkt niet. De overheidsingrepen om kunstmatige economische groei te kweken leiden enkel tot ellende, armoede en
werkloosheid. Wij willen dit soort schadelijk beleid meteen stopzetten. De markt functioneert het beste wanneer de overheid zich er niet mee bemoeit.
Een gezonde arbeidsmarkt Niet alleen het geldbeleid van de staat zorgt voor hoge werkloosheid. Ook de regels waarmee de overheid de arbeidsmarkt heeft dichtgetimmerd belemmeren stelselmatig het vinden van werk. In Nederland zorgen het wettelijk minimumloon, het algemeen verbindend verklaren van CAO’s en het dwingend voorschrijven van arbeidsomstandigheden ervoor dat de arbeidsmarkt volstrekt is vastgelopen. Het resultaat is veel meer werkloosheid dan ooit nodig zou zijn, en enorme onvrijheid voor zowel werknemer als werkgever. Wederom beslist de staat van alles vóór ons, en krijgen we geen ruimte om zelf keuzes te maken. De waarheid over arbeidslonen is uiteindelijk kraakhelder: in een vrije markt kan iedereen zijn diensten aanbieden, en iedereen die diensten inkopen. Er is de prijs waarvoor een werknemer zijn diensten wil aanbieden, en de prijs waarvoor een werkgever die diensten wil inkopen. Ze onderhandelen, en de prijs die ze allebei acceptabel vinden is uiteindelijk het loon. Dat is de prijs die voor de werknemer niet te laag is en voor de werkgever niet te hoog. Wanneer de staat een minimumloon invoert, wordt deze onderhandeling verstoord. Bedrijven zullen ongeschoolde of laagopgeleide werknemers massaal ontslaan, en Het dwingend ofwel verkassen naar landen of staten waar de voorschrijven van lonen lager zijn, ofwel investeren in automatisering bepaalde om de te dure werknemers overbodig te maken. Dit arbeidsomstandigheden is precies wat er in Nederland gebeurt. Het door de overheid werkt minimumloon kost ons talloze banen. Hele hordes averechts. Het tast de mensen komen door het minimumloon niets eens contractvrijheid van aan de bak. Zeker jongeren, die vaak geen ervaring zowel werkgever als werknemer aan. Zonder Het algemeen verbindend verklaren van CAO’s deze voorschriften keuren we af. Natuurlijk ondersteunen we het kunnen werknemers vrij recht van alle mensen om vrijwillig een vakbond onderhandelen met op te richten, of om zich bij een bestaande werkgevers, en daarbij vakbond wel of niet aan te sluiten. Een vakbond aangeven of zij de kan dan onderhandelen met een werkgever of voorkeur geven aan een groep werkgevers over een CAO. Die hoort hogere lonen in plaats echter alleen te gelden voor de leden van die van betere vakbond. Dat moedigt werknemers aan om zich arbeidsomstandigheden aan te sluiten bij vakbonden die echt opkomen , of andersom. Nu maakt voor hun belangen. Anderzijds geeft het de overheid deze keuze mensen ook de vrijheid om buiten de vakbond voor ons allemaal. Dit om zelf te onderhandelen met een werkgever. dwingt veel werknemers Wie zijn werkgever iets te bieden heeft, kan zelf om genoegen te nemen uitstekende voorwaarden uitonderhandelen. De met lagere lonen dan ze vakbond zou hem opschepen met dezelfde hadden gewild. voorwaarden die alle leden krijgen aangeboden.
hebben, zijn voor een werkgever weinig waard. Als het minimumloon hoog is, kunnen jongeren heel moeilijk werk vinden. Daarom zijn wij tegen het minimumloon. Niet omdat mensen geen goed loon verdienen, maar omdat ze door het minimumloon worden veroordeeld tot werkloosheid. Een eveneens misplaatste vorm van overheidsbemoeienis is het elitaire vergunningenstelsel dat mensen ervan weerhoudt om vrijelijk het beroep te kiezen dat zij willen. In dit land mag je veel beroepen—zoals advocaat, belastingadviseur, verzekeringsagent, beveiliger, onderwijzer of makelaar— zonder de “juiste papieren” niet uitoefenen. Een vergunning is geen waarborg voor echte kwaliteit, maar brengt meestal wel hogere kosten met zich mee. Natuurlijk mag iemand niet liegen over zijn kwalificaties, maar als jij iemand vertrouwt die zichzelf kennis van de wet heeft bijgebracht, waarom zou je hem dan niet als advocaat mogen inhuren? Niemand die eerlijk werk wil doen mag worden bestraft voor gebrek aan diplomering, en geen consument mag ervan worden weerhouden om iemand zonder een bepaalde diplomering of vergunning in te huren. Wij zijn dan ook voor de afschaffing van alle overheidsvoorschriften die de toegang tot welk beroep dan ook beperken.
Vrijheid voor de huur, koop en bouw van woningen Niet alleen de arbeidsmarkt is door de overheid beschadigd; ook de woningmarkt heeft zwaar te lijden onder wanbeleid. Er is in Nederland een tekort aan betaalbare woonruimte, terwijl tegelijkertijd de woningmarkt muurvast zit en talloze huizen onverkoopbaar zijn. Strenge regels maken woningbouw door marktpartijen dan ook moeilijk, terwijl allerlei megalomane overheidsprojecten om nieuwe wijken te bouwen op niets uitlopen. Dergelijke projecten zijn hersenspinsels van wereldvreemde ambtenaren en geldbeluste projectontwikkelaars, en zijn totaal niet gericht op de behoeften van de mensen. Bovendien heeft de huurtoeslag de huurprijzen ernstig verwrongen, waardoor het ook nog eens lastig is om woonruimte te huren tegen een redelijke prijs. De overheid moet een stap opzij doen, en de huur, koop en bouw van woningen niet langer in de weg staan. Arrogante overheidsprojecten op het gebied van woningbouw moeten worden gestaakt. Bestemmingsplannen moeten vrijer gemaakt worden zodat nieuwbouwprojecten door marktpartijen juist gemakkelijker opgestart kunnen worden. Ook subsidies die de woningmarkt manipuleren moeten worden afgeschaft: dat levert een besparing van 80 miljoen euro per jaar op. Deze hervormingen zorgen voor een sterke en gezonde woningmarkt. De huurtoeslag, waardoor huurprijzen enkel steeds verder worden opgedreven, moet worden afgeschaft. Dat levert een belastingverlaging van 2,5 miljard euro op. Ook moeten initiatieven om ongebruikte kantoorruimte tijdelijk of permanent te verhuren als woonruimte toegejuicht worden, in plaats van tegengewerkt. Zo kunnen we de wachtlijsten van huurwoningen wegwerken, en ervoor zorgen dat iedereen woonruimte heeft.
Besparing 2,58 MILJARD EURO
Hoofdstuk 6
VRIJHEID EN VEILIGHEID “Zij die hun waardevolle vrijheid inruilen voor een beetje veiligheid verdienen vrijheid noch veiligheid, en zullen beiden verliezen.” —Benjamin Franklin Veiligheid is noodzakelijk voor het voortbestaan van de maatschappij. Als we ieder moment moesten waken voor onze veiligheid zou er weinig tijd overblijven om te leven. In Nederland hebben wij ons voor onze veiligheid echter volledig afhankelijk gemaakt van de staat, en dat begint ons flink op te breken. De overheid eist voortdurend dat wij steeds meer vrijheid opgeven, zogenaamd voor onze eigen veiligheid. Eigenlijk worden we er niet veiliger van; alleen afhankelijker. Er worden “vanwege de veiligheid” overal camera’s geplaatst. Ook onschuldigen worden voortdurend bespied. Om criminelen te kunnen identificeren is er een identificatieplicht ingesteld. Ook een onschuldige die een keer zijn ID-kaart vergeet krijgt een dikke boete. De politie gebruikt automatische nummerbordherkenning “om criminelen te traceren”. Maar nu wordt eigenlijk iedereen op de voet gevolgd. Tevens worden telefoongesprekken regelmatig “getapt” en wordt al het internetverkeer van de Nederlandse burger verplicht opgeslagen. Eigenlijk worden we allemaal bij voorbaat als verdachten behandeld. Dat is een zeer beklemmende gewaarwording. En dan zijn er natuurlijk nog allerlei privacy-onvriendelijke massaprojecten zoals het Electronisch Patiëntendossier, de OV-Chipkaart en het biometrische paspoort. Deelname is niet vrijwillig. Alleen het EPD kan men—op dit moment—nog afwijzen vanwege privacybezwaren. Toch kan de vertrouwelijkheid van de uiterst persoonlijke gegevens niet gegarandeerd worden. We leven in een land waar de overheid alles over ons weet, en ons vrijwel onbeperkt kan bespioneren. Dat is de definitie van een politiestaat, en wat ons betreft is het onacceptabel.
Politiestaat? Veiligheid heeft alleen zin wanneer de individuele vrijheid erdoor wordt beschermd. Op het moment dat deze “bescherming” in naam van de veiligheid een grotere bedreiging van de vrijheid wordt dan het origineler gevaar, dan is er iets ernstig mis. Het kan enkel goed gaan zolang veiligheidsdiensten puur bestaan om de burger te dienen, en de rechten van het individu daarbij onvoorwaardelijk gerespecteerd worden. Dit is niet het geval, omdat de politie in Nederland het monopolie op veiligheid heeft. Wie veiligheid verlangt, is daarvoor volstrekt afhankelijk van de politie. Dit schept een scheve verhouding, waarbij de politie alle macht heeft, en de bevolking machteloos is.
In Nederland, net als in veel landen, zien wij dat de politie steeds vaker wordt ingezet om mensen lastig te vallen en te bespieden. De tijden van “uw vriend en helper” zijn voorbij. Van dienstverlening is vaak geen sprake meer. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, is deze nare ontwikkeling al veel verder gevorderd. Politieagenten waren daar tien jaar geleden al gereduceerd tot bonnenschrijvers. Ook is de politie daar steeds gewelddadiger geworden. Tegenwoordig lijken het wel soldaten, die rondrijden in pantservoertuigen. Die ontwikkeling begon met de verhuftering van de politie. In Nederland willen we dat absoluut voorkomen. De Amerikaanse politie toont vooral hoe het niet moet, maar wellicht komt de oplossing óók uit Amerika. Verschillende gemeentes hebben daar schoon genoeg gekregen van de onbeschofte houding van de politiecorpsen. Die gemeentes hebben besloten de politietaken uit te besteden aan private veiligheidsbedrijven. De gemeentelijke politie werd gewoon afgeschaft, en met het bespaarde geld wordt nu een private veiligheidsdienst ingehuurd. Die dienst is gebonden aan een contract dat voorwaarden stelt. Het bedrijf is volledig aansprakelijk voor machtsmisbruik of mishandeling van onschuldige mensen. De resultaten zijn wonderlijk: de bevolking voelt zich weer veilig, terwijl de private beveiligers vaak niet eens een wapen dragen. Ze lijken meer op de wijkagenten en veldwachters van vroeger. En dat werkt. Mensen voelen zich daar goed bij. In de Amerikaanse gemeentes die de logge staatspolitie hebben ingeruild voor private veiligheidsdiensten is de misdaad sindsdien consequent afgenomen, terwijl de tevredenheid van de bevolking merkbaar toegenomen is. Dit lijkt ons het proberen waard. Daarom pleiten wij ervoor om alle Nederlandse gemeenten de vrijheid te geven om de gemeentelijke politietaken uit te besteden aan private veiligheidsdiensten. Dit moet niet van bovenaf opgelegd worden, maar gemeenten moeten het recht hebben om het te proberen als de bevolking dat wil. Uiteraard onder degelijk toezicht. Op die manier vermijden we een politiestaat, en scheppen we een veilig, vrij en gelukkig land.
Zelfverdediging De veiligheidsdiensten kunnen nooit altijd en overal aanwezig zijn— en dat moeten we ook niet willen, want dan leven we weer in een politiestaat. Dit betekent per definitie dat het beschermingsmonopolie van de staat altijd incompleet is. Criminelen wachten niet op de politie, en jij hebt het recht om jezelf te verdedigen tegen misdaad. Niemand mag je ooit het recht op zelfverdediging ontzeggen. Om die reden bepleiten wij een verruiming van het recht op zelfverdediging. In Nederland wordt iemand die zichzelf verdedigt vrijwel altijd als verdachte aangemerkt. Daar moet verandering in komen. Natuurlijk moet er altijd onderzoek plaatsvinden om de feiten te achterhalen, maar in gevallen van duidelijk zelfverdediging hoort geen vervolging plaats te vinden. Wij vinden dat mensen het recht hebben om een (vuur)wapen te bezitten en te dragen, onder andere om zichzelf en hun geliefden te kunnen beschermen.
Wetten die wapenbezit verbieden of drastisch inperken worden enkel door onschuldigen gehoorzaamd, met al gevolg dat enkel de criminelen bewapend zijn. Wij willen de onschuldigen in staat stellen zichzelf te verweren. Het lijkt ons raadzaam om een “ja-tenzij” stelsel van wapenvergunningen in te voeren. Iedereen die een wapen wenst aan te schaffen moet dat mogen, maar moet wel een psychische test ondergaan. Mensen met een risicovolle persoonlijkheidsstoornis of met een strafblad krijgen geen vergunning. Tevens zouden wij in eerste instantie wapentraining verplicht willen stellen, om ongelukken te voorkomen. Zo werkt het ook in Zwitserland. Dat land heeft het op drie na hoogste aantal vuurwapens per hoofd van de bevolking, maar behoort ook tot de landen met het laagste aantal geweldsdelicten. Dat lijkt ons een gidsland. In Zwitserland zijn er 45.700 wapens per 100.000 mensen. Daarmee staat Zwitserland van alle landen ter wereld op de vierde plaats qua wapenbezit. Nederland staat met 3900 wapens per 100.000 mensen op de 112de plaats. Toch worden er in Zwitserland per 100,000 mensen jaarlijks 0,6 moorden gepleegd. In Nederland zijn dat er dat 0,9. Minder wapens, maar meer moorden! Dit heeft er sterk mee te maken dat in Nederland enkel criminelen bewapend zijn. In Zwitserland pas een crimineel wel op voordat hij iemand aanvalt: die persoon zou zomaar eens gewapend kunnen zijn! Bovendien weet vrijwel iedereen in Zwitserland hoe hij met een wapen om moet gaan, en dat leidt tot verantwoordelijk gebruik. Wij vinden dat Nederland daar een voorbeeld aan mag nemen.
Privacy
Iedereen heeft recht op privacy. De overheid hoort je niet als een Big Brother te bespieden. Daarom vinden wij dat het Elektronisch Patiëntendossier en het biometrische paspoort moeten verdwijnen. De overheid moet geen camera’s mogen plaatsen waarmee de mensen bespioneerd worden. De automatische nummerbordherkenning is ook een te grote inbreuk op de privacy, en moet worden afgeschaft. Tot slot moet de identificatieplicht verdwijnen: als jij niets illegaals doet, heeft geen enkele agent het recht om te eisen dat jij jouw papieren toont. Dergelijke praktijken horen niet in een rechtsstaat. Telefoontaps, bijvoorbeeld door de AIVD, moeten uitsluitend nog worden toegestaan op bevel van de rechter, en bij gerede verdenking. Materiaal dat geen bewijs bevat moet na een vastgelegde periode worden vernietigd. Internetproviders mogen niet worden verplicht om het internetverkeer van gebruikers op te slaan. Alleen op bevel van de rechter mag het internetverkeer van bepaalde personen en/of ip-adressen worden opgeslagen. Ook hier moet onschuldig materiaal binnen een redelijke termijn worden vernietigd.
Tot slot vinden wij dat de veiligheidsdiensten alleen bij redelijke verdenking iemand mogen aanhouden. Dit betekent dat onder meer preventieve verkeerscontroles (de “fuik”) en preventief fouilleren onwettig zullen worden: uitsluitend personen die zich verdacht gedragen mogen nader gecontroleerd worden. Wie geen aanleiding geeft tot verdenking wordt als onschuldig behandeld en dus ook gewoon met rust gelaten. Dat is niet meer dan normaal.
Ruimte voor private veiligheidsdiensten en respect voor de rechten van iedere Nederlander zullen zowel de kwaliteit als de betaalbaarheid van onze veiligheid ten goede komen. Wij zijn echter terughoudend met bezuinigen op veiligheid: eventuele winst als gevolg van ons beleid zullen we investeren in nog betere dienstverlening.
Hoofdstuk 7
VRIJHEID EN RECHT “Hoe erger de corruptie van de staat, hoe meer wetten er worden gemaakt.” —Publius Cornelius Tacitus Er zijn teveel overbodige wetten en regels. In Nederland is het onmogelijk om altijd de wet te volgen of om deze te kennen. Voorschriften in onbegrijpelijke ambtenarentaal maken ons het leven zuur, en het respect voor de wetten die er wel toe doen verdwijnt daardoor. Want die belangrijke wetten zijn er natuurlijk: daden die een inbreuk vormen op andermans rechten kunnen met recht misdaden worden genoemd. Het is goed dat die misdaden strafbaar zijn. Moord en diefstal, verkrachting en vernieling— dat soort wandaden hoort in ieder beschaafd land bestraft te worden. Wat ons betreft moet justitie daar dan ook op gericht zijn, en niet op het handhaven van allerlei pietluttige regeltjes. De juiste manier om misdaad te bedwingen is door het consequent en onpartijdig afdwingen van een rechtsorde die individuele rechten beschermt. Daar pleiten wij voor.
Het slachtoffer centraal Het huidige strafrecht is bijna uitsluitend gericht op het bestraffen van allerlei kleine overtredingen. Als je in Nederland de verkeersregels overtreedt word je naar verhouding hard aangepakt. Zware misdrijven worden naar verhouding juist nauwelijks bestraft. En alles draait om de dader. In geval van beboeting wil de overheid een overtreder graag uitmelken. In geval van echte misdaad worden de boeven juist geknuffeld, en draait alles om hun rehabilitatie. Wat ons betreft moet dat helemaal anders. Om te beginnen moet het gaan om het slachtoffer, niet om de dader. Wij streven ernaar dat de schade van een misdrijf altijd door de dader wordt vergoed aan het slachtoffer. Wij zijn tegen alle verzekeringswetten die slachtoffers het recht ontnemen de schade te verhalen op de daders. En ook bij misdrijven zoals geweldsdelicten moeten boetes worden opgelegd. Die moet de dader niet betalen aan de staat, maar aan zijn slachtoffer! Niet iedere dader heeft daar het geld voor. Daarom moeten eventuele boetes voor overtredingen in het algemeen ook worden gestort in een fonds voor slachtoffercompensatie. Geen cent van de boete-inkomsten mag ooit naar de staatskas gaan. Dat geld moet gereserveerd worden om de slachtoffers van misdaad te compenseren in de gevallen waarbij de dader daartoe niet gedwongen kan worden. Omdat het slachtoffer degene is namens wie gerechtigheid wordt afgedwongen, vinden wij dat een misdaadslachtoffer altijd het recht heeft om de dader genade
te schenken. In dat geval heeft de staat geen enkel recht om de dader toch te vervolgen. De beslissing om een dader te vervolgen ligt altijd uitsluitend bij het slachtoffer of diens nabestaanden. De enige uitzondering hierop wordt gevormd door gevallen waarin de dader het slachtoffer bedreigt om op die manier vervolging te ontlopen. Vanzelfsprekend moeten twee partijen altijd het recht hebben om hun geschil onderling op te lossen, door bijvoorbeeld arbitrage. Als ze er op die manier uitkomen, hoort de staat zich er niet mee te bemoeien.
Een goede rechtsorde Iedereen moet behandeld worden als een onschuldige, tot bewezen wordt dat hij schuldig is aan het plegen van een misdaad. Als de schuld van een verdachte niet bewezen is, dienen zijn rechten volledig gerespecteerd te worden. Wij zijn tegen voorarrest zonder aanklacht. Wij vinden dat voorarrest nooit langer dan dertig dagen mag duren, en niet verlengd mag worden. Als de overheid binnen dertig dagen geen bewijs levert en een gerechtelijke vervolging start, dient de zaak terstond verworpen te worden. Mensen die zijn gearresteerd, in hechtenis zijn genomen of op andere wijze zijn benadeeld tijdens een strafrechtelijke vervolging die niet leidde tot veroordeling hebben recht op volledige compensatie van alle schade.
Rechtvaardige rechters De rechterlijke macht is in Nederland niet zonder problemen. De onafhankelijkheid van de rechters staat voortdurend onder druk, zowel door hun eigen toedoen als door politieke bemoeienis. Rechters laten hun eigen mening dikwijls zwaar meewegen in hun oordeel. Keer op keer blijkt er wel weer een rechter te zijn die de wet “ombuigt” om bepaalde belangen te dienen, waarmee hij de bedoeling en de geest van de wet ontkracht. Politieke partijen proberen daarnaast voortdurend om rechters van hun politieke kleur benoemd te krijgen. Dat zorgt ervoor dat rechters steeds minder vaak onafhankelijk zijn. Zolang rechters voor het leven worden benoemd door de politiek zullen rechters nooit onafhankelijk zijn. Wij willen die praktijk daarom stoppen. Een einde aan benoeming voor het leven is absolute noodzaak: rechters mogen hoogstens voor een bepaald aantal jaren benoemd worden, en moeten daarna opnieuw solliciteren. Verder willen we ruimte maken voor experimenten met gekozen rechters en juryrechtspraak. Dat moet niet zomaar overhaast ingevoerd worden, maar wat we nooit proberen kunnen we ook nooit beoordelen. Rechtspraak moet rechtvaardig zijn, en dat betekent dat we de juiste rechters op de juiste plaatsen moeten hebben.
Eerlijke straffen Een nette behandeling van verdachten is een teken van beschaving. Een rechtvaardige bestraffing van veroordeelden is dat natuurlijk ook. Nu is daar in
Nederland weinig sprake van: rechters in dit land straffen relatief laag. Zelfs draaideurcriminelen komen met vrij lage straffen weg. In welke mate eerdere veroordelingen worden meegewogen, is in Nederland namelijk aan de rechter. Resultaat is dat het criminele verleden van een verdachte doorgaans niet of nauwelijks wordt meegewogen. Voor een tweede of derde misdrijf wordt vaak wel een iets hogere straf opgelegd, maar van een structurele strafverhoging is geen sprake. Dan is er nog het absurde gebruik om criminelen bij “goed gedrag” (lees: min of meer standaard) na twee derden van hun straf al vrij te laten. Misdaad wordt beloond als het niet (voldoende) bestraft wordt. De mogelijke opbrengsten van een grote diefstal gaan dan al snel opwegen tegen de mogelijke straf. We kunnen het huidige, milde strafklimaat in Nederland dan ook gerust een aanmoedigingsbeleid voor de misdaad noemen. Onze rechters leven in veelal in een ivoren toren, ver weg van de praktijk. Ze hebben er werkelijk geen benul van dat hun zachtaardige utopisme letterlijk over lijken gaat. Criminelen worden er niet genoeg door bestraft, waardoor misdaad blijft lonen. De slachtoffers staan in de kou, ongezien door de heren rechters. Het roer moet om. In Nederland bestaat er voor ieder misdrijf al een maximumstraf. Wij willen vastleggen dat de rechter verplicht is om ten minste de helft van dat maximum op te leggen, behalve wanneer het slachtoffer dat bewust niet wil of wanneer er sprake is van verzachtende omstandigheden. In geval van recidive binnen een vijf jaar na een eerdere veroordeling moet de strafmaat bovendien automatisch verdubbeld worden. In geval van ernstige gewelds- en zedendelicten (bijvoorbeeld moord of verkrachting) moet recidive nog zwaarder bestraft worden. Bij een tweede misdrijf in deze categorie (bijvoorbeeld een moord nadat men al eerder was veroordeeld voor verkrachting) moet een dader automatisch levenslang krijgen. Waar het gaat om de meest zware misdrijven is het niet méér dan gepast dat we de samenleving op deze wijze beschermen. Tot slot moet de regeling dat misdadigers bijna standaard na twee derde van hun straf op vrije voeten worden gesteld meteen geschrapt worden.. De straf die wordt opgelegd, moet de straf zijn die wordt uitgezeten. Met deze hervormingen scheppen we een streng maar rechtvaardig strafklimaat. Dit zal potentiële misdadigers afschrikken en duidelijk maken dat misdaad niet loont. Dat is een les die ons land nodig heeft, want wie criminelen niet wil bestraffen, zorgt er eigenlijk voor dat de hele maatschappij wordt bestraft met hoge misdaadcijfers. Om de samenleving daar tegen te beschermen, moeten de straffen strenger worden— want het zijn de misdadigers die de straf verdienen, niet de slachtoffers.
Geen slachtoffer? Geen misdrijf! Wetten die betrekking hebben op “slachtofferloze misdaden” moeten herroepen worden. Dergelijke wetten zijn in zichzelf misdadig, omdat ze de rechten van het
individu aantasten. Bovendien veroorzaken die wetten vaak juist onnodige misdaad. Alleen daden die een inbreuk vormen op andermans rechten zijn misdaden. Wanneer je een ander geen kwaad doet, dan doe je ook niets dat strafbaar zou moeten zijn. In het bijzonder bepleiten wij de herroeping van alle wetten die prostitutie reguleren of verbieden en het gokwezen reguleren of verbieden. Of je wilt gokken of gebruik wilt maken van de diensten van een prostituee is je eigen keuze. Daar heeft de staat niets mee te maken. Ook streven wij naar de legalisering van drugs. Ieder mens heeft het recht om over zichzelf te beschikken, en het is niet aan Vadertje Staat om voor ons te bepalen wat goed en slecht voor ons is. In Nederland kan dat geen nieuws zijn: ooit werd ons drugsbeleid wereldwijd geprezen door iedereen met kennis van zaken. Door tolerant optreden bleken zowel misdaad als verslaving af te nemen. Tegenwoordig wordt het drugsbeleid in dit land juist steeds repressiever. Dat is een kwalijke ontwikkeling. In de Verenigde Staten van Amerika hebben twee staten begin 2014 juist besloten om cannabis te legaliseren. Niet enkel om het te gedogen, maar om het legaal te maken. De resultaten spreken voor zich: binnen een maand na de legalisering daalde bijna alle vormen van misdaad in beide staten drastisch. Na langere evaluatie blijkt dat geen incident: de misdaadcijfers blijken consequent lager uit te vallen. Inmiddels tonen ook de cijfers omtrent verslaving aan dat puur het Een optimist zou zich afvragen hoe legaliseren van cannabis positieve het kan dat politici zo blind zijn voor effecten heeft op de bereidheid van de negatieve gevolgen van hun drugsverslaafden om hulp te zoeken. repressieve drugsbeleid. Het is Minder stigmatisering blijkt een tenslotte niet alsof er niet genoeg voorbeelden zijn die aantonen hoe krachtig middel. ver zij ernaast zitten. Hun beleid is Dichterbij huis heeft Portugal meer slecht voor ons allemaal. De dan een decennium geleden besloten verklaring is dat het de politiek om alle drugs—dus ook harddrugs—te simpelweg aan de rug kan roesten of decriminaliseren. Het is geen volledige het beleid schadelijk is; een “War on legalisering, maar het beleid gaat uit Drugs” verschaft de staat bijna van zorg in plaats van vervolging. En grenzeloze macht over jouw leven, het werkt: ook in Portugal gaat het op en een aansprekend excuus om die dit vlak steeds beter. Misdaad en macht te pas en te onpas te verslaving zijn sterk afgenomen. En gebruiken. Wanneer iets slecht is dat blijkt al jaren overal zo te zijn: voor ons, maar goed voor de landen met een repressief drugsbeleid overheidsmacht, dan zijn wij steevast hebben standaard meer misdaad en de pineut. meer verslaafden. Voor landen met een tolerante aanpak telt precies het Dergelijk gedrag kunnen we ons niet veroorloven, en we dienen het ook tegenovergestelde. niet te accepteren. Nederland verdient vrijheid. Colorado, Vrijheid lost problemen op. Vrijheid werkt, geeft ruimte voor creativiteit en Washington en Portugal tonen aan wederzijds begrip. Het zet mensen aan dat een vrijheidslievende aanpak om elkaar niet te veroordelen maar werkt. Daar tekenen we voor!
om elkaar te helpen. Dat is een houding die ons aanspreekt, en daar baseren we onze voorstellen op. We willen softdrugs volledig legaliseren, met onmiddellijke ingang. En harddrugs? Moreel gezien vinden we dat die ook legaal moeten zijn. Anderzijds weten we ook dat veel mensen bang zijn dat ogenblikkelijke legalisering van alle harddrugs negatieve gevolgen zou kunnen hebben. Net zo goed beseffen wij ons dat iedere stap in de goede richting een positieve ontwikkeling is. Allereerst pleiten wij dus voor het decriminaliseren van alle harddrugs, net als in Portugal. We weten dat dit goed werkt, en het zal aantonen dat mensen tot grote verantwoordelijkheid in staat zijn wanneer de betutteling eindelijk ophoudt. Op termijn, en liefst spoedig, kunnen wij dan overgaan tot volledige legalisering. Op die manier brengen we ons drugsbeleid terug naar de vrijheid. Zo hoort het, want een “misdrijf” zonder slachtoffer is natuurlijk helemaal geen misdrijf.
Het wordt geschat dat tussen één derde en de helft van alle justitiekosten in ons land een nadelig gevolg zijn van het verbod op drugs. Ons beleid, dat de prioriteit van justitie legt bij echte misdaad, zal vast en zeker flinke besparingen opleveren. Dat geld kan bijvoorbeeld geïnvesteerd worden in het compensatiefonds voor misdaadslachtoffers.
Hoofdstuk 8
VRIJHEID EN DE STAAT “De overheid is als het spijsverteringsstelsel van een baby: onstilbare eetlust aan de ene kant, en geen enkele verantwoordelijkheid aan de andere kant.” —Ronald Reagan Vaak is het staatsapparaat het grootste obstakel voor de mensen die gewoon in vrijheid willen leven. Wat je ook doet: de overheid bemoeit zich overal mee. De staat verbiedt en reguleert ieder aspect van ons leven. De staat pest, ergert, dwingt en beboet dagelijks talloze mensen. “ Die dakkapel is twee centimeter te hoog. Da’s een fikse boete! En nu afbreken dat ding! ” Het is van de gekke dat de overheid zich hinderlijk bemoeit met allerlei aspecten van ons dagelijks leven. Het is in veel opzichten gewoon een bureaucratische plaag, en die moet hoogst nodig bestreden worden. Hoe kleiner we de overheid maken, hoe beter. Dan kan je tenminste rustig ademhalen zonder dat er een hele rits aan ambtenaren in je nek staat te hijgen. Het leven wordt daar niet alleen aangenamer van, maar ook nog eens stukken goedkoper: alle bureaucratie van de huidige moddervette overheid kost jaarlijks bakken met geld. De overheid inkrimpen is op zichzelf niet genoeg. De politiek moet de burger weer dienen. Politici horen veel minder macht te hebben, en weer wat nederigheid bijgebracht te krijgen. Absurd hoge salarissen voor politici en topambtenaren moeten verdwijnen, net als de oneerlijke subsidies voor politieke partijen. Riante wachtgeldregelingen en onkostenvergoedingen voor de hoge heren zijn ook onacceptabel. De schaamteloze zelfverrijking van de politieke elite moet gestopt worden. Het is tijd voor transparantie en respect. De overheid moet zich niet verstoppen in de achterkamertjes: wij hebben een recht om te weten wat er gaande is. Bovendien moet de politiek in alle opzichten dichter bij de mensen komen te staan, zodat we direct invloed uit kunnen oefenen. Breek die ivoren toren maar af! Dit land behoort niet toe aan klein gezelschap van politieke regenten; dit land is van de mensen. Het is tijd dat we het terugnemen.
Hoe kleiner de overheid, hoe gelukkiger het land Dit begint met een verkleining van de overheidsbureaucratie. Je zou denken dat er méér dan genoeg vet is om in te snijden, maar de gevestigde politiek lijkt het maar niet voor elkaar te krijgen. Hoe kan dat? De collectieve sector is gigantisch. De uitgaven zijn duizelingwekkend. Iedereen weet dat er dringend iets moet gebeuren, maar niemand doet iets. De oplossingen die wij in dit programma
aandragen bieden voortdurend alternatieven op de logge collectieve systemen waar Nederland nu mee te maken heeft. Wat dan overblijft is de ambtenarij zelf. Het legioen van regelneven dat ons met al die ellende heeft opgescheept. Bij de rijksoverheid, de gemeenten, de provincies, de waterschappen, de talloze “overlegorganen” en een fiks aantal “onderzoeksinstellingen” werken op dit Een overzicht van de ambtenaren moment zo’n 338.000 ambtenaren. De in ons land: mensen die werken in het onderwijs, de zorg, bij politie, justitie, defensie of de Gemeenten 177.000 177.000 rechterlijke macht laten we dan helemaal Rijk 126.000 126.000 buiten beschouwing. Het gaat hier om de Overlegorganen 20.000 20.000 “échte ambtenaren”. Dat nette, ronde Provincies 13.000 13.000 bedrag—338.000—uit de cijfers van de Waterschappen 10.000 10.000 overheid zelf is overigens naar beneden CBS 2.000 afgerond. Dat wordt bewust gedaan, om de overheid kleiner te laten lijken. De Totaal 338.000 338.000 ambtenaren zelf hebben ook door dat er wel héél veel ambtenaren zijn… Wat kost dat allemaal? Het CBI heeft doorgerekend dat het gemiddelde jaarsalaris in dienst van de Nederlandse overheid zo'n 45.000 euro bedraagt. Vermenigvuldig dat met 338.000 mensen, en we komen uit op ruim 15,2 miljard euro. Dat is nogal een prijskaartje! Wij willen vooral op rijksniveau de overheid flink kleiner maken. Omdat de overheid zorg, onderwijs en sociale zaken terug moet geven aan de maatschappij kunnen allerlei controlerende taken vervallen. De controle op eventuele fraude met het onderwijskrediet of met het PGB kan op gemeentelijk niveau plaatsvinden. Dit betekent dat bijna alle ministerie heel veel kleiner kunnen worden. Het Ministerie van Justitie zal het grootste zin, omdat daar de reclassering en het daaronder Hoeveel ambtenaren blijven er over? gevangeniswezen vallen. De verdere ministeries kunnen een flink stuk kleiner Ministerie Aantal ambtenaren worden. De diverse overlegorganen schaffen we af. Algemene Zaken 500 500 Ambtenaren van de ministeries, Onderwijs 500 500 gemeenten, provincies en 500 Sociale Zaken waterschappen kunnen ook Gezondheidszorg 500 500 gewoon eens om de tafel gaan Financiën 10001000 zitten. Allerlei overlegorganen die Veiligheid 10001000 daartussen zitten zijn gewoon 10.000 Justitie 10.000 een parkeerplaats voor 500 Infrastructuur en Waterstaat bureaucraten. 1500 Buitenlandse Zaken 2000 Defensie Ons voorstel: véél minder ambtenarij. Een vermindering 18.000 Totaal met zo'n 128.000 rijksambtenaren
kan meteen worden uitgevoerd. De rijksoverheid wordt dan drastisch kleiner: er blijven in dat geval slechts 18.000 rijksambtenaren over. Dankzij onze voorstellen kan het ministerie van Economische Zaken zelfs helemaal verdwijnen, en het ministerie van Binnenlandse Zaken eveneens. Enkele taken van dat laatste ministerie kunnen worden overgenomen door Algemene Zaken, dus door de premier zelf. Als gevolg van onze hervormingen heeft de overheid aanzienlijk minder taken, waardoor de gemeenten diverse uitvoerende taken prima aankunnen. Dat biedt simpelweg ruimte om het gigantische waterhoofd in Den Haag weg te werken. Uitgaande van het gemiddelde ambtenarensalaris 45.000 euro levert dit voorstel een bezuiniging van maar liefst 5,76 miljard euro op. We worden er beslist niet slechter op. Eerder beter, want juist het hinderlijke beleid dat wordt geproduceerd door overbodige bureaucraten zal hierdoor verdwijnen. Die doen nu zinloos werk, en produceren regels waar niemand behoefte aan heeft. Ze remmen het echte werk alleen af. Als we ze de laan uit sturen, besparen we niet alleen miljarden; we krijgen er ook betere dienstverlening voor terug. Zeg maar gerust: méér voor minder. Om dit uit te kunnen voeren moet het bijzondere ontslagrecht voor ambtenaren worden afgeschaft. In het vervolg moet het gewoon mogelijk zijn om medewerkers in de collectieve sector volgens dezelfde regels te ontslaan als ieder ander. De wachtgeldregeling voor (top)ambtenaren wordt ook geschrapt. Weg met die oneerlijke voordeeltjes! Dit land heeft zich al veel te lang blauw betaald om de bureaucratie te bekostigen. Genoeg is genoeg.
Democratische hervorming Het verkleinen van de overheid is slechts het begin. We moeten ook hervormen. Op dit moment laat de politieke top zich behandelen als een elite: de “boven ons gestelden”. In werkelijkheid horen vertegenwoordigers het volk te dienen. Daar zien we tegenwoordig weinig van terug. De politiek hitst groepen mensen vooral tegen elkaar op. De democratie is verworden tot een stoelendans waarbij de verschillende partijen steeds nieuwe cadeautjes beloven aan hun achterban. Het geld om dat te betalen nemen ze dan weg bij anderen. Op die manier worden ze steeds herkozen. In de politieke stoelendans blijven de politici dan ook steeds zitten op hun pluchen zetels, terwijl het volk rond moet draven. Politici genieten vaak een flink salaris, hebben talloze nevenfuncties, krijgen wachtgeld wanneer ze opstappen, en kunnen ook nog bijna al hun kosten declareren. Ja, ze leven er goed van. En de belastingbetaler maar zwoegen! Opgehitst door politieke retoriek geven de mensen elkaar de schuld van allerlei maatschappelijke problemen, terwijl de politieke elite het echte probleem is. Het is tijd dat we de macht afnemen van die elite, en teruggeven aan het volk.
Allereerst moet het verboden worden voor alle politici om betaalde nevenfuncties te hebben. Sommige politici hebben nu wel meer dan veertig “bijbaantjes”! Dat moet stoppen. Het werkt corruptie en belangenverstrengeling in de hand, en het betekent ook dat de politici zich helemaal niet meer bezighouden met hun eigenlijke taak. Naast het verbod op nevenfuncties moeten ook de onkostenvergoeding en de wachtgeldregeling voor alle politici en ambtenaren verdwijnen. Ze worden goed genoeg betaald. Het afschaffen van ook de onkostenvergoeding en de wachtgeldregeling bespaart ruim zes miljoen euro per jaar. Subsidie voor politieke partijen moet eveneens worden afgeschaft. Die subsidie gaat enkel naar de gevestigde partijen, en hoe groter de partij hoe méér subsidie. Op die manier houden de grote jongens zichzelf veilig aan de macht. Het is belachelijk dat belastingbetalers worden gedwongen om partijen en politici te subsidiëren waar ze juist tegen zijn. Wat ons betreft mag je zoveel doneren aan een politicus of partij als je maar wilt— echter van je eigen geld, niet dat van een ander. Het afschaffen van de subsidie voor politieke partijen bespaart 10 miljoen euro per jaar. Tot slot moet de kieswet herzien worden: alle stemgerechtigden moeten meegeteld worden in het resultaat, en alle blanco, ongeldige of niet uitgebrachte stemmen moeten worden gerekend als een stem voor géén politicus. Die stemmen moeten dus worden vertaald naar lege zetels. Bij een opkomstpercentage van 75% moet dan een kwart van de zetels gewoon leeg blijven, en kan alleen de rest worden verdeeld onder de politici. Nu komt de klapper: wij willen dat ieder wetsvoorstel moet worden aangenomen door een absolute zetelmeerderheid. Niet door een meerderheid van de aanwezigen, maar altijd door minstens 76 volksvertegenwoordigers. Als een kwart van de zetels leeg is, wordt dit al een stuk moeilijker. Dan heeft ieder voorstel meer dan twee derden van de stemmen nodig om aangenomen te worden. Dus het kan maar beter een goed voorstel zijn, anders komt het er nooit door. En hoe vaker de politici het volk teleurstellen, hoe meer mensen er thuisblijven op verkiezingsdag… een hoe moeilijker het zal worden om nieuwe wetten aan te nemen. Dit voorstel zal de politiek dwingen om het volk te respecteren, want het geeft het volk een middel om de politiek machteloos te maken.
Openbaarheid en transparantie De overheid wil graag alles van ons weten. Zelf is de staat echter een stuk minder bereid om openheid van zaken te geven. Zaken worden te pas en te onpas verklaard tot “staatsgeheim” en dus verborgen voor de bevolking. Nog veel meer informatie wordt simpelweg nooit gedeeld met de mensen, of op zeer onduidelijke wijze begraven in een brei van betekenisloze data. Want hoeveel geld geeft de overheid bijvoorbeeld uit aan subsidies? En waar gaan die subsidies precies naartoe? Dit soort informatie wordt nooit helder aan de mensen gepresenteerd. Je moet zelf spitten in de cijfers van eigenlijk alle ministeries, en dan weet je misschien hoe het zit.
Wij willen dat alle gegevens van de overheid, inclusief een gedetailleerd overzicht van alle overheidsuitgaven, online beschikbaar komt. Het moet duidelijk zijn hoeveel de overheid uitgeeft, en exact waaraan. Iedere cent moet zichtbaar zijn, inclusief de salarisbetalingen (anoniem, uiteraard). Laat het volk maar weten hoeveel “topambtenaren” er zijn, en wat die precies verdienen. Daarnaast moet paal en perk gesteld worden aan het zogenaamde “staatsgeheim”. Informatie van de overheid mag alleen geheim gehouden worden om de militaire situatie van Nederland zeker te stellen en om de privacy van individuen te waarborgen. Het is begrijpelijk dat dossiers over lopende politieke kwesties en de notulen van bepaalde vergaderingen gevoelige informatie kunnen bevatten. Daarom hoeven die niet meteen geopenbaard te worden. Dat dient echter uiterlijk vijf jaar na dato te gebeuren. We pleiten voor een goede klokkenluiderregeling: het aankaarten van misstanden mag geen reden zijn voor veroordeling, ook niet als de klokkenluider daarbij staatsgeheimen onthult. Niemand hoort te worden veroordeeld voor het bekend maken van staatsgeheimen tenzij de overheid kan bewijzen dat de bekendmaking: a. het recht op privacy heeft geschonden van diegenen die gedwongen zijn informatie prijs te geven aan overheidsdienaren, of; b. militaire informatie onthulde waardoor ofwel het vermogen om op een aanval te reageren wezenlijk verzwakt werd, ofwel de levens van soldaten of burgers in gevaar werd gebracht. Zonder overtuigend tegenbewijs moet het verweer dat de onthulde informatie heeft aangetoond dat de overheid de wet heeft overtreden altijd leiden tot vrijspraak.
Dichter bij de mensen
Zolang er dan toch politieke besluiten over mensen gemaakt worden, dan liefst zo veel mogelijk door die mensen zelf. Het is niet wenselijk dat zaken in Groningen, Leeuwarden of Maastricht tot in detail geregeld worden vanuit Den Haag. We pleiten daarom voor zo veel mogelijk lokale zelfregie, in plaats van dwingende regels die aan het hele land worden opgedrongen. We zijn tegen de gedwongen herindeling van provincies en gemeenten. Als gemeenten of provincies zelf hun indeling willen veranderen—op wat voor manier dan ook— moet de rijksoverheid zich daar óók niet mee bemoeien. Zelfs als provincies zich zouden willen afscheiden van Nederland, zou dit gewoon mogelijk moeten zijn. Mensen moeten beslissen over hun eigen lokale gemeenschap, en de vrijheid hebben om hun eigen gang te gaan. De manier om vorm te geven aan de zelfregie die wij bepleiten is het referendum. Naar Zwitsers voorbeeld moet het in Nederland mogelijk worden voor de mensen om een referendum te eisen middels het verzamelen van een bepaald
aantal ondersteuningsverklaringen. Zo’n referendum zou niet moeten dienen om nieuwe wetten aan te nemen, maar om bestaande wetten (deels of geheel) af te schaffen. Deze vorm van inspraak stelt ons in staat om samen op te treden tegen slechte wetten.
Zelfbeschikking voor Caraïbisch Nederland Het Nederlandse kolonialisme heeft een nare erfenis nagelaten. Ook al is de koloniale tijd voorbij, de Nederlandse Caraïben worden tot de dag van vandaag afhankelijk gehouden van Den Haag. Wetgeving die zelfbeschikking in de weg staat, samen met een geldstroom die afhankelijkheid in de hand werkt, maakt dat de meest zonnige delen van ons land—die prachtige eilanden—toch altijd in zwaar weer verkeren. Als gevolg van deze situatie zal Caraïbisch Nederland nooit op eigen benen kunnen staan. Jaarlijks wordt er ruim 400 miljoen euro overgemaakt door de rijksoverheid. Het is tijd dat die afhankelijkheid stopt. Wij zijn voor zelfbeschikking van alle mensen die op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Saba, Sint Eustatius of Bonaire wonen. We willen de status van “speciale gemeente” voor de BES-eilanden opheffen. Dit betekent dat alle zes de eilanden onafhankelijke landen in Koninkrijksverband worden. De jaarlijkse overheidssubsidie van deze eilanden moet gestaakt worden. In ruil daarvoor moeten de eilanden vrijgesteld worden van de Nederlandse belastingen, en vrijgelaten worden om hun eigen zaken op dat punt te regelen. Ieder eiland moet in het vervolg vrij zijn om in dat kader een autonoom onderdeel van de Nederlanden te blijven, of om zich via referendum af te scheiden en een zelfstandig land te worden.
Door het staatsapparaat eens behoorlijk af te slanken kunnen we flinke besparingen boeken. Het terugbrengen van het aantal rijksambtenaren naar een bescheiden 18.000 bespaart de belastingbetaler 5,76 miljard euro per jaar. Het afschaffen van de wachtgeldregeling en onkostenvergoeding voor politici en ambtenaren levert 6 miljoen euro op. Een einde aan de subsidiëring van politieke partijen betekent 10 miljoen euro minder lasten. Wanneer we Caraïbisch Nederland op eigen benen laten staan, zullen de uitgaven met 400 miljoen euro dalen. In totaal gaat het om meer dan 6,17 miljard euro per jaar. Natuurlijk gaat het om veel meer dan alleen geld. Een kleinere overheid betekent meer vrijheid voor alle Nederlanders. Het betekent dat je de ruimte krijgt om je eigen leven te leiden, zonder dagelijkse bemoeienis van een betuttelende overheid.
Besparing 6,17 MILJARD EURO
Hoofdstuk 9
VRIJHEID, RUIMTE EN ENERGIE “Er is iets dat nog veel kwalijker is dan botte lelijkheid of chaos, en dat is een leugenachtige schijn-orde, ontstaan door het onderdrukken van de echte orde die van nature bestaat.” —Jane Jacobs De energiemarkt, de ruimtelijke ordening, de mobiliteit, de natuur en het milieu hebben allemaal te lijden onder kwalijke regulering, hinderlijke subsidies en megalomane overheidsbemoeienis. Op elk van deze gebieden dringt de overheid ons een kunstmatige schijn-orde op. Op elk van deze gebieden kan heel veel verbetering worden geboekt door de overheid in te krimpen, en de samenleving de vrije ruimte te bieden. Ruimte voor innovatie, initiatief, concurrentie en samenwerking. Ruimte om creatieve oplossingen voor en met elkaar te bedenken, zonder dat de overheid in de weg staat. Ruimte voor een spontane, natuurlijke ordening die wij samen vormgeven.
Energie voor de toekomst De Nederlandse energiemarkt is niet bepaald vrij te noemen. De overheid verstoort het natuurlijke marktmechanisme door bepaalde energiebronnen te bevoordelen met subsidies en andere aansturingen. Zo bevordert de staat het opwekken van “groene” energie. Dit zou zijn om een overgang naar hernieuwbare energie te bevorderen. Dit is echter niet bepaald geloofwaardig, omdat er tegelijkertijd forse subsidies gaan naar energie uit steenkool. Ook aan kernenergie draagt de overheid fors bij, door de bouw en exploitatie van een kerncentrale (mede) te financieren, en door garant te staan voor de schade van een kernramp. Er is, kortom, veel mis met de energiesector. Er wordt heel veel geld rondgepompt, en dat resulteert in vervormde en veel te hoge energieprijzen. “Groene” energie ontvangt jaarlijks 320 miljoen euro aan subsidies. Aan kolencentrales geeft de staat maar liefst 500 miljoen euro per jaar uit. De overheid steekt ook nog eens een slordige 1,2 miljard euro per jaar in de ontwikkeling van windmolenparken. In totaal gaat het dus om ruim twee miljard euro. De belastingbetaler mag het ophoesten, en van de marktverstoring wordt de energierekening ook nog eens hoger! De energiesector zou optimaal functioneren als alle energie tegen de onvervormde marktprijs geleverd zou worden door een breed scala aan concurrerende aanbieders. Op die manier zullen de meest effectieve en rendabele methoden van energieproductie vanzelf de voorkeur van de consument genieten— en dus ook van de aanbieders. Dat levert dan de goedkoopste energie op voor ons allemaal.
De overheid moet de energiemarkt dan ook met rust laten. Alle subsidies en overheidsinvesteringen moeten stoppen. Ook moet de niet langer met belastinggeld garant staan voor de schade bij een eventuele kernramp. Er ontstaat dan een vrije markt met een gelijk speelveld, waar de je zelf kan kiezen welke energie je wilt afnemen. Dit garandeert concurrentie en innovatie. Het garandeert ook veiligheid op het gebied van kernenergie, omdat er zonder staatsgarantie alleen nog kerncentrales gebouwd kunnen worden die zo veilig zijn dat ze ook privaat verzekerd kunnen worden. Het huidige systeem van perverse prikkels kan moeiteloos worden vervangen door gezonde marktwerking. Dat, is uiteindelijk het beste voor iedereen: voor de consument, voor de economie en voor de innovatie. Belangrijker nog: het is het beste voor de keuzevrijheid, en dát geeft een mens energie!
Infrastructuur: ruimte voor initiatief Nederland is een dichtbevolkt gebied, en dat betekent dat de infrastructuur goed in orde moet zijn. Doorgaans is dat ook zo. Dagelijks zijn er talloze bouwprojecten bezig in Nederland, en van de overgrote meerderheid hebben we helemaal geen last. Maar juist waar de overheid zich ermee gaat bemoeien, blijkt het steeds mis te gaan. Om te beginnen maken de vele regels en vergunningsverplichtingen het bijna onmogelijk om op schema en binnen budget een infrastructureel project uit te voeren. Daarnaast trekt de overheid heel veel infrastructurele taken naar zich toe. Denk aan het aanleggen en onderhouden van wegen, spoorverbindingen en dijken— of aan diverse grote bouwprojecten waar de overheid zich in mengt. De gevolgen van die bemoeienis zijn niet best. Juist overheidsprojecten blijken vaak slordig en langzaam uitgevoerd te worden, en ze pakken vrijwel altijd te duur uit. Dat is niet vreemd: een bedrijf kan niet stelselmatig verlies maken. Dan gaat de tent failliet. Maar als de overheid teveel geld verkwist, wordt er “gewoon” een extra graai in de schatkist gedaan. Er is geen prikkel om verantwoordelijk, intelligent en doelmatig te handelen. Om de kwaliteit van de Nederlandse infrastructuur te verbeteren moet de overheid zich er veel minder mee bemoeien. Om te beginnen mag de overheid— op welk niveau dan ook—zich niet langer bemoeien met bouwprojecten. Er mag geen overheidsgeld in de aanleg van gebouwen worden gestoken, en de overheid mag op geen enkele manier partner of aandeelhouder zijn in dergelijke projecten. Een gebouw dat het bouwen waard is zal ook zonder overheidsgeld kunnen worden aangelegd. Een gebouw dat er zonder overheidsgeld niet komt is het bouwen om te beginnen niet waard. Alle overheidsbemoeienis met bouwprojecten moet worden gestaakt. De aankoop van land door de overheid, met belastinggeld, moet ophouden. Onteigening van land door de overheid moet sowieso onmogelijk worden gemaakt: niemand moet ooit gedwongen kunnen worden om zijn land af te staan. Ook de hinderlijke regels die infrastructurele projecten nu stelselmatig in de weg zitten moeten verdwijnen. Alle bestemmingsplannen, dwingende bouwvoorschriften, regionale planning en regels in het kader van “stedelijke
vernieuwing” moeten worden geschrapt. Ieder mens en ieder bedrijf moet vrij zijn om op eigen land te (ver)bouwen naar eigen inzicht. Infrastructuur moet zo veel mogelijk overgelaten worden aan de vrije markt. Alle overheden in Nederland moeten hun aandelen in bijvoorbeeld vlieghavens en havenbedrijven verkopen, en zich niet verder bemoeien met dergelijke ondernemingen. Zoiets is helemaal geen overheidstaak. Ook subsidies op het gebied van infrastructuur en mobiliteit moeten verdwijnen. Dit zal jaarlijks 245 miljoen euro besparen. Tot slot moet het mogelijk zijn om wegen te privatiseren, zodat deze wegen eigendom zijn van een bedrijf. Dit bedrijf onderhoudt de weg dan, in plaats van de overheid, en bepaalt ook de verkeersregels op die weg. Ervaring met private (snel)wegen elders ter wereld toont dat deze wegen doorgaans beter worden onderhouden dan overheidswegen, slimmere verkeersregels kennen, en door de gebruikers als prettiger worden ervaren. Ruimte voor dergelijke initiatieven is goed voor ons allemaal.
De trein terug op de rails De NS en ProRail zijn slecht georganiseerde staatsbedrijven in alles behalve naam. De zogenaamde “privatisering” was een grote leugen: de overheid is nog steeds eigenaar van de hele tent. Dit komt de overheid goed uit: iedere keer dat er iets misgaat kan men nu roepen “dat komt door die nare privatisering!” terwijl de overheid in het geniep nog altijd de baas is op het spoor. En er gaat heel wat mis. Van de vroegste herfst tot aan het voorjaar is er op ieder moment wel ergens ellende, en komt alles knarsend en piepend tot stilstand op het spoor. Ieder jaar opnieuw. De NS en ProRail worden op dit moment zwaar gesubsidieerd door de staat (met 3,3 miljard euro per jaar) en hebben geen serieuze concurrentie. Ook wanneer ze belabberd presteren, krijgen ze het volledige subsidiebedrag. Ze worden dus eigenlijk aangemoedigd om zo min mogelijk treinen te laten rijden: dat kost het minste, en dan maken ze meer winst. Ze worden toch wel betaald, immers. Met ons belastinggeld. Op enkele tracés worden private aanbieders toegelaten, en die doen het dikwijls beter dan de NS, maar dat is vaak ergens in een uithoek van het land. Overal waar het echt telt zorgt de NS er wel voor dat ze haar monopolie behoudt. Bovendien wordt het concurrenten onmogelijk gemaakt om te concurreren: ze mogen met hun prijzen “niet te ver onder” de NS-prijzen gaan zitten, en de NS pleit er geregeld voor om overal één verplicht tarief op te leggen. Namelijk het hoge NStarief. Dat is geen privatisering, dat is socialisme met een fopneus. En het zal niet verbeteren totdat NS en ProRail de tucht van de markt voelen, door ongehinderde concurrentie en een einde aan alle overheidssubsidies. Dan pas, en geen seconde eerder, worden de problemen opgelost die nu blijven etteren in
een bedrijfscultuur die is doordrenkt van bureaucratisme en de typische arrogantie van een monopolist. Echte service naar de klanten is er niet; niemand bij de NS heeft de klant ooit gevraagd wat die wilde. Men dacht het wel te weten, en bedacht een “oplossing”. In theorie moest het leven voor de klant “gemakkelijk” gemaakt worden, dus zijn er allemaal ingenieuze schema’s en constructies ontworpen om te zorgen dat aansluitende treinen waar mogelijk stil komen te staan op perrons naast elkaar. Dat echter vereist eindeloos veel wissels en bijzonder onoverzichtelijke planning om te zorgen dat treinen elkaar niet raken. Enorm arbeidsintensief, en daar komt nog bij dat die wissels kwetsbaar zijn— zowel voor beschadigingen als voor weersomstandigheden. In andere landen heeft men ook minder last van winterweer: ze hebben daar een minder complex schema van aankomst en vertrek, en ze hebben veel minder wissels. Dit werkt ook in dichtbevolkte gebieden. Een alternatief op de Nederlandse ellende bestaat, en het is géén staatsbedrijf. In Japan heeft men het spoor begin jaren ’80 geprivatiseerd, en daar heeft men gekozen voor intelligente oplossingen. Er zijn daar geen onnodige wissels. Het spoor bestaat zo veel mogelijk uit aaneengesloten rails. Er is niet één aanbieder, maar meerdere concessiehouders. Bij de stop op een station op de grens van twee concessiegebieden stapt de ene bemanning uit, de andere in – en de trein rijdt verder zonder onnodig oponthoud. Ook tijdens een zware sneeuwstorm rijden alle treinen, zonder merkbare vertraging. Efficiency en klantvriendelijkheid, hand in hand. Het is niet moeilijk. Je moet alleen even buiten de hokjes van een fantasieloos staatsbedrijf durven kijken. Tijd dat we dit in Nederland ook aandurven. We kunnen de NS opsplitsen in meerdere delen, en die vervolgens per concessiegebied verkopen aan een marktpartij. Zowel het spoor als de stations kunnen we onderbrengen bij ProRail, waarna we dat óók kunnen verkopen aan een marktpartij. Dan kan dat bedrijf zorgen voor een efficiënt spoor en klantvriendelijke stations, en diverse exploitanten kunnen op dat spoor treindiensten aanbieden. Dit alles natuurlijk geheel geregeld door de vrije markt, zonder bemoeienis van de overheid. Er komt geen cent subsidie meer bij kijken; die 3,3 miljard gebruiken we om de belastingen op autogebruik te verlagen. Voor wie denkt dat de prijzen op het spoor dan stijgen: in Japan is de prijs van het treinkaartje sinds de privatisering begin jaren ’80 niet meer gestegen (behoudens inflatiecorrectie). De vrije markt, anders dan logge staatsbedrijven, levert wat de mensen willen, en voor een redelijke prijs. Dus waar wachten we op? Laten we het spoor eindelijk echt privatiseren. Alleen dan krijgen we de trein terug op de rails.
Bussen, taxi’s en gezonde concurrentie Niet alleen het spoor, maar ook de busbedrijven en taxibedrijven worden door de staat gemanipuleerd. Sommige grote firma’s worden door de overheid beschermd, en krijgen een monopoliepositie. Concurrenten wordt het leven zuur gemaakt. Op deze manier wordt alle vernieuwing en verbetering tegengewerkt.
Wij willen dat er een einde komt aan alle overheidsregulering van particuliere vervoersorganisaties. Ook de begunstiging van bepaalde vervoersbedrijven moet stoppen. Iedereen die een bus- of taxidienst wil aanbieden moet vrij zijn om dat te doen. Initiatieven waarbij mensen hun auto tijdelijk aanbieden als alternatief op de taxi zijn creatief en innovatief, en de overheid moet zoiets absoluut niet in de weg staan. Alle klanten moeten zelf kunnen kiezen van wiens diensten ze gebruik willen maken. Alleen op die manier zullen de beste aanbieder boven komen drijven, terwijl de slechte aanbieders al hun klanten verliezen.
Laat de natuur in vrijheid bloeien Als je ergens van wil genieten, kan je het beter niet aan de staat overlaten. De overheid staat er niet om bekend goed voor dingen te zorgen. De natuur is bijzonder kwetsbaar, dus de vraag dringt zich op: waarom laten we natuurbescherming in zo’n grote mate over aan de staat? Wanneer de natuur “van iedereen” is, dan blijkt het in de praktijk van niemand te zijn… en dan is er ook niemand echt verantwoordelijk voor. Dit leidt er stelselmatig toe dat politici, die zogenaamd ook voor de natuur moeten zorgen, hun eigen belangen zwaarder meewegen. Wanneer een projectontwikkelaar een natuurgebied wil veranderen in een bouwput, zijn politici maar al te vaak bereid om dat te steunen— als ze zelf maar een vinger in de pap krijgen. Nu is er niets mis met bouwprojecten, maar natuur is óók belangrijk. Duidelijk kunnen we politici daar niet mee vertrouwen. Dit zien we ook bijvoorbeeld Brazilië, waar de overheid het regenwoud zou moeten beschermen, maar er in de praktijk gretig wordt gekapt. In andere Latijns-Amerikaanse landen pakt men dat heel anders aan. Daar worden natuurparken beheerd door private stichtingen. Die stichtingen worden vooral door leden onderhouden, en krijgen enkel geld wanneer ze de natuur ook goed beschermen. In verschillende Europese landen, zoals Groot-Brittannië, wordt dat model ook toegepast. Niet de overheid, maar stichtingen beheren de natuur. En die stichtingen zijn direct verantwoording schuldig aan hun donateurs. Zo’n aanpak willen wij in Nederland ook. Staatsbosbeheer, alle natuurreservaten en staatsrecreatiegebieden, en al het overige land in staatseigendom moeten in beheer worden ondergebracht bij private stichtingen en verenigingen. Die hebben dan enkel de functie om goed voor ‘hun’ stukje van de natuur te zorgen. Op die manier kunnen we er allemaal van genieten.
Door af te rekenen met de overheidsbemoeienis met de energiemarkt, de ruimtelijke ordening, de mobiliteit en de natuur kunnen we de kwaliteit van allemaal verbeteren. Tegelijkertijd kunnen we minstens 5,56 miljard euro besparen. De opbrengst van het verkopen van allerlei staatsaandelen in bedrijven (zoals de NS of Schiphol) wordt daarbij nog niet eens meegerekend. Het feit dat overheden veel minder uitgeven wanneer ze niet langer mee (mogen) betalen aan megalomane bouwprojecten laten we ook buiten beschouwing. Die opbrengsten en besparingen zullen gelden als meevaller. Dat geld kan besteed worden aan afbetaling van de staatsschuld.
Besparing 5,56 MILJARD EURO
Hoofdstuk 10
VRIJHEID, COMMUNICATIE EN MEDIA “Informatie is de valuta van een vrije samenleving.” —Thomas Jefferson
Tegenwoordig kunnen we sneller dan ooit met elkaar communiceren. Mensen aan de andere kant van de wereld zijn direct bereikbaar. Dit doet wonderen voor de verspreiding van ideeën en alle andere vormen van informatie. Oude media worden langzaam vervangen door moderne alternatieven. Informatie is tegenwoordig iets van de mensen, voor de mensen en door de mensen. Overheden voelen zich hier heel ongemakkelijk bij. Moderne communicatie gaat uit van vrijheid, terwijl overheden juist graag controle willen uitoefenen. We moeten dan ook oppassen voor de neiging van overheden om te willen censureren, bespieden, beheersen en manipuleren. Nu er talloze mediakanalen zijn, moet de overheid zich niet meer met het nieuws bemoeien. Nu moderne communicatiemiddelen ons eindelijk de vrijheid bieden om wereldwijd met elkaar de dialoog aan te gaan moet de overheid ons niet muilkorven. We bepleiten dan ook absolute vrijheid van communicatie en absolute mediavrijheid.
Censuurvrije media Iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting. Je moet vrij zijn om feiten en opinies te delen met anderen, en je moet onbeperkt toegang hebben tot alle informatie die anderen beschikbaar stellen. Persvrijheid is één van de fundamenten van een beschaafde samenleving. Wij zijn tegen iedere inperking van deze uitingsvrijheid door middel van overheidscensuur. Bovendien hoort de overheid de media op geen enkele manier te reguleren of controleren: dergelijke bemoeienis komt uiteindelijk neer op een verkapte vorm van censuur. Het muilkorven van verslaggevers betekent dat het volk bepaalde informatie niet onder ogen krijgt. Het vrije woord moet gesproken mogen worden: altijd en overal. Wij niet tevreden zijn voordat het recht op vrije meningsuiting niet alleen gerespecteerd wordt, maar ook uitgebreid wordt tot de bescherming van de volledige en onvoorwaardelijke vrijheid van alle communicatie.
Internet: een vrijhaven voor eindeloze diversiteit Het internet is één groot experiment in vrijheid en creativiteit. Meer dan ooit in de geschiedenis zijn mensen in staat om direct te communiceren met geestverwanten over de hele wereld. Repressieve staten zijn er doodsbang voor, en proberen het te censureren of te reguleren. Tot op zekere hoogte lukt dit, maar de creativiteit van talloze individuen is vaak veel groter dan het talent van
een log staatsapparaat om al die mensen te onderdrukken. Het internet is daarmee dikwijls een instrument van het verzet tegen repressieve regimes. Wij geloven dit vrije en ongecensureerde netwerk van talloze mensen herkend moet worden als één van de mooiste uitvindingen in de geschiedenis. En wat vrij is, moet vrij blijven. We zijn daarom tegen overheidscontrole van het internet. De staat moet zich op geen enkele manier bemoeien met de diensten van internetproviders. Onschuldige internetgebruikers horen niet door overheidsdiensten bespied te worden alsof ze bij voorbaat verdacht zijn. Ook nieuwe ontwikkelingen op het gebied van informatie-uitwisseling moeten zeker niet onderdrukt worden. Zaken als downloadverboden of downloadheffingen moeten verdwijnen. Dergelijke methodes zorgen ervoor dat heel veel mensen die niets fout hebben gedaan in hun vrijheid beperkt worden, of met oneerlijke kosten worden opgezadeld. Wij zijn geen Noord-Korea, en ons internet moet vrij zijn. Het internet moet toegankelijk zijn en blijven voor iedereen met een internetaansluiting. Providers mogen niet door de overheid worden gedwongen om informatie te verwijderen zonder gerechtelijk bevel. Voorafgaande controle op of filtering van informatie op het internet is censuur, en daarom absoluut ontoelaatbaar. Privacy moet ook gewaarborgd zijn: het heimelijk verzamelen en verhandelen van persoonsgegevens op internet, zonder uit vrije wil verstrekte toestemming, moet worden aangepakt. Dit alles betekent niet dat iedereen een “recht” heeft op “gratis” internet. Een internetaansluiting is een product, waar je voor moet betalen. Het feit dat je het recht hebt om je vrijelijk door Nederland te bewegen betekent immers ook niet dat je een gratis auto moet krijgen. Het principe van “netneutraliteit” wordt vaak misbruikt om internetproviders allerlei standaard verplichtingen op te leggen. Dit is in strijd met de contractvrijheid. Klant en aanbieder moeten helemaal vrij zijn in hun afspraken: welk product wordt aangeboden tegen welke prijs. Echte neutraliteit is de neutraliteit van de vrije markt. Dat geldt ook voor het internet.
Vrijheid, verscheidenheid en vernieuwing De Nederlandse publieke omroep is eigenlijk het kijken niet waard. De toegevoegde waarde is, in verhouding tot de hoge kosten, eenvoudigweg verwaarloosbaar. Waarom zouden mensen moeten meebetalen aan een hele stoet nietszeggende programma’s? Het amusement op de commerciële zenders is van hetzelfde kaliber, net als het nieuws. Fatsoenlijke documentaires en dramaseries worden in Nederland nauwelijks gemaakt, en zeker niet op de NPO. Dan hebben we het nog niet eens over het eindeloos veelzijdige aanbod via internet. De publieke omroep is een overblijfsel van de vorige eeuw. Het kost zelfs na enkele bezuinigingen nog 750 miljoen euro per jaar. Het product is die prijs gewoon niet waard. Wij zijn dan ook voor het afschaffen van de Mediawet, het opdoeken van de NPO, en het verkopen van de radio- en tv-frequenties die daar nu door beheerst
worden. We pleiten tegen controle of subsidiëring door de overheid van welke communicatieorganisatie dan ook. Afschaffing van al de overheidsbemoeienis met de media zal de weg vrijmaken voor verscheidenheid en vernieuwing. Naast een kwalitatieve verbetering zal het ook zeker merkbaar zijn in je portemonnee. Nu betalen we per huishouden 104 euro per jaar voor de publieke omroep. Voor minder dan de helft daarvan is een commercieel abonnement met talloze zenders uit binnen- en buitenland te krijgen. Meer te zien, voor minder geld: dát is het kijken waard! Daar komt ook nog bij dat de verkoop van de radio- en tv-frequenties geld zal opleveren. Bovendien moeten de financiële reserves van de NPO, opgeslagen in diverse fondsen, worden opgeëist. Die opbrengsten zullen we beschouwen als een financiële meevaller; het geld zal gaan naar afbetaling van de staatsschuld.
Door het mediastelsel los te maken van de overheid garanderen we het recht van eenieder om zich te informeren via de kanalen die hij zelf kiest. Door censuur tegen te gaan en door de vrijheid van communicatie en informatie te beschermen kunnen we zorgen dat iedereen de vrijheid heeft om zich te uiten. Dit levert ook nog eens een aardige besparing op, want al die huidige overheidsbemoeienis is peperduur. De publieke omroep is een ordinaire spreekbuis van de staat, en door die op te doeken kunnen we jaarlijks 750 miljoen euro besparen.
Besparing 750 MIJOEN EURO
Hoofdstuk 11
VRIJHEID EN DE WERELD “Vrede, handel en oprechte vriendschap met alle naties.” —Thomas Jefferson Nederland is altijd de poort van West-Europa geweest. Een klein land met een grootse handelsgeest, gelegen aan de delta van een paar grote rivieren. Die ondernemingszin is er nog altijd, maar tegenwoordig wordt het ons wel heel moeilijk gemaakt. Internationale instituten, zoals de EU, leggen onze handel aan banden en reguleren onze economie kapot. We krijgen zogenaamd vrijhandel met alle EU-staten, maar alles dat we doen wordt aan zoveel regeltjes en voorschriften gebonden dat het leven er vooral moeilijker van wordt. Bovendien zorgt de EU juist voor handelsbarrières tegenover de rest van de wereld. Al met al wordt onze handelsmentaliteit steeds verder de kop in gedrukt, en de Nederlandse regering werkt daar slaafs aan mee. De dictaten van ongekozen bestuurders in Brussel worden zonder protest geslikt. Er wordt beleid gevoerd dat kansarme gelukszoekers naar Nederland lokt met de belofte van een uitkering, terwijl mensen die hier komen om hard te werken juist worden weggestuurd. We besteden miljarden aan ontwikkelingshulp die niemand echt helpt, terwijl we de poorten juist sluiten voor internationale handel waar iedereen beter van zou worden. Zo kan het niet langer. Hoogste tijd dat we weer onze eigen koers gaan varen. Dat hebben we eeuwenlang gedaan, en we zijn het nog niet verleerd!
Nederland onafhankelijk: uit de EU! De Europese Unie is een grote vergissing gebleken. Natuurlijk, economische samenwerking was prima. Handelsvrijheid heeft zonder meer bijgedragen aan de welvaart van het Europese continent. Het streven naar een topzware politieke unie is echter een regelrechte ramp. Wat Europa groots heeft gemaakt, door de eeuwen heen, was de eindeloze diversiteit van alle Europese landen. De Eurofederalisten, die streven naar de Verenigde Staten van Europa, willen die prachtige diversiteit helemaal uitstampen. Daarmee verscheuren ze de kleurrijke ziel van dit continent. Economisch is het ook niet zonder gevolgen gebleven. Waar de vrije handel van de EEG ons welvaart bracht, stort de politieke ambitie van de EU ons in de afgrond. De EU is opgebouwd uit landen die niet elkaars gelijke zijn, en dat ook nooit zijn geweest. Die landen is ook nog eens één munteenheid opgelegd. Economisch sterke en zwakke landen met één munt? Dat is vragen om problemen— zoals we nu tot onze grote schade ondervinden.
De EU is ook steeds minder democratisch geworden, en de lidstaten hebben steeds meer inspraak verloren. De macht van de EU is steeds verder vergroot, ten koste van de lidstaten. Ten koste van de mensen. Ten koste van de vrijheid. Wie van Europa houdt, is tegen de EU. Want de Eurofederalisten maken alles kapot dat mooi is aan Europa. Het liefst zouden ze de natiestaat afschaffen, en van de EU een superstaat maken. Nederland zou achterblijven als een machteloze provincie van een groot geheel. Alles wordt dan “gelijkgeschakeld”: iedereen even arm. Dit moet voorkomen worden. Uit de EU treden is vast niet zonder obstakels, maar het biedt wel de kans op een betere toekomst. Wij pleiten ervoor dat Nederland uit de EU stapt, en zich aansluit bij de Europese Vrijhandelsassociatie. De EVA is een vrijheidslievende tegenhanger van de megalomane EU, die bestaat uit Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De samenwerking tussen de deelnemende landen bij de EVA beperkt zich tot een vrijhandelszone. Er gelden geen invoerrechten of beperkingen tussen de lidstaten onderling, maar iedere lidstaat blijft verder autonoom. Geen superstaat, maar wel alle voordelen van een open markt. Dat is precies wat Nederland nodig heeft! Wie denkt dat Nederland niet meer kan handelen met EU-landen als we eruit stappen heeft het helemaal mis. De EVA-landen handelen vrijelijk met de EU, maar zijn niet gebonden aan de politieke dictaten van Brussel. Dat is wat wij ook voor Nederland willen. Nederland moet het lidmaatschap en de financiële ondersteuning van de EU zo snel mogelijk opzeggen, evenals alle EU-verdragen. Tijd om onze eigen weg te gaan. En de Euro? Wat ons betreft mag iedereen elke munt gebruiken die hij wil. Wie in Nederland met euro’s wil betalen mag dat doen (als de winkelier ze accepteert). Wie een andere munt kiest, mag dat ook. De overheid hoort zelf geen geld te drukken: net als in diverse succesvolle handelslanden horen in Nederland alle munten legaal te zijn. (Dat is ook in Nederland honderden jaren zo geweest.) Je bepaalt zelf welke munten jij wilt accepteren als betaalmiddel. Op die manier blijven de munten in circulatie die betrouwbaar zijn. Zoals het hoort.
Vrijhandel en zelfbeschikking Het buitenlandse beleid van Nederland hoort ernaar te streven dat we in vrede leven met de rest van de wereld, en vrije kunnen handelen met zoveel mogelijk mensen, waar dan ook op Aarde. Het leven, de vrijheid, en het eigendom van de mensen in Nederland hoort daarnaast beschermd te worden. Dit moet gebeuren met respect voor de rechten van het individu, waar ook ter wereld. Dit houdt onder andere in dat Nederland zich niet hoort te bemoeien met de interne aangelegenheden van andere landen. Omgekeerd horen andere landen zich ook niet te mengen in het binnenlandse beleid van Nederland. Wij streven ernaar alle huidige belemmeringen op vrijhandel weg te nemen. Invoerheffingen en -quota dienen, net als subsidies, enkel om bevoorrechte belangengroeperingen een speciale behandeling te geven ten koste van alle
anderen. Voor handelsembargo’s geldt hetzelfde. Dergelijke maatregelen verminderen ook de contacten en het begrip tussen verschillende volkeren. Daarom zijn wij voor afschaffing van alle handelsembargo’s en van alle invoerheffingen en -quota. We bepleiten tevens het opzeggen van alle verdragen die de zelfbeschikking van Nederland inperken en onze mogelijkheden tot vrijhandel belemmeren. Dit betekent ook dat Nederland uit de VN dient te treden. Dit instituut negeert consequent de mensenrechten, en is uiterst hypocriet. Regeringen die stelselmatig moorden en folteren worden door de VN als volwaardig en legitiem behandeld, en mogen zelfs meebeslissen over het VN-beleid omtrent mensenrechten. Van een dergelijk immorele club moeten wij geen lid willen zijn. We zijn ook voor de terugtrekking van Nederland uit de Wereldbank, het Internationale Monetaire Fonds, en het Europees Monetair Systeem. We wijzen het overnemen van schulden van buitenlandse overheden of Nederlandse banken door de Nederlandse overheid sterk af, of dit nu via het IMF wordt gedaan of door een ander overheidsinstrument.
Echt helpen betekent kansen bieden Er is veel ongelijkheid in de wereld, en dat is niet één-twee-drie op te lossen. Het oplossen van ongelijkheid moet ook geen doel op zich zijn: het beschermen en bevorderen van de menselijke vrijheid is veel belangrijker. Welvaart is het gevolg van vrijheid en mensenrechten. Natuurlijk is het zo dat er nu in grote delen van de wereld een mate van armoede en onderdrukking bestaat die voor een beschaafd mens eigenlijk onacceptabel is. De vraag is: hoe gaan we daar mee om? Het antwoord van de overheid is ontwikkelingshulp. Deze hulp berust echter op dwang, en wordt dikwijls onverantwoordelijk besteed. Het principe komt voort uit hetzelfde misplaatste paternalisme dat óók werd gebruikt om het gedrag van iedere kolonisator in het verleden te legitimeren. De gevolgen zijn vaak net zo schadelijk. Ontwikkelingshulp betekent maar al te vaak: geld afpakken van arme mensen in rijke landen, om het uit te delen aan rijke mensen in arme landen. Wij zijn tegen ontwikkelingshulp van staatswege. Burgers van landen met een ontwikkelende economie zijn er niet bij gebaat dat wij hun—vaak al steenrijke— politici financieren. Ze hebben er veel meer aan wanneer we vrije handel mogelijk maken, zodat ze zaken kunnen doen met Nederlandse bedrijven en burgers. Wij pleiten dan ook voor handel en welvaart, in plaats van betuttelende hulp die niet helpt. Dit bespaart jaarlijks ook nog eens 3,7 miljard euro, en daar wordt de Nederlandse handel enkel welvarender van. Dat biedt ook nieuwe kansen voor onze buitenlandse handelspartners.
In Afrika, het continent dat decennia afhankelijk is gehouden van ontwikkelingshulp, ontstaat steeds duidelijker het besef dat deze hulp uiteindelijk veel meer kost dan oplevert. Het houdt de mensen afhankelijk, verpest de economie, en verleent steun aan corrupte regimes. De Zambiaanse econome Dambisa Moyo heeft de “hulpindustrie” van felle kritiek voorzien. De president van Rwanda, Paul Kagame, sluit zich aan bij die kritiek, en stelt dat ontwikkelingshulp een “cultuur van afhankelijkheid” heeft veroorzaakt. In zijn ogen is dit net zo schadelijk als kolonialisme. De voormalige president van Senegal, Abdoulaye Wade, neemt een vergelijkbaar standpunt in. Het valt ook op dat landen die geen of weinig “hulp” accepteren het stelselmatig beter doen dan landen die aan het geldinfuus liggen. Ontwikkelingshulp is een ware industrie, waar een paar mensen héél rijk van worden, terwijl de rest eraan onderdoor gaat. Dat moet ophouden. Juist wanneer we mensen willen respecteren, waar ter wereld ze ook leven, moeten we ze niet afhankelijk maken. Dat is namelijk inderdaad niets anders dan een moderne vorm van kolonialisme.
Immigratie en integratie Gesloten grenzen zijn een overblijfsel van de twintigste eeuw. Tot de Eerste Wereldoorlog was het mogelijk om over bijna de hele wereld vrijelijk te reizen, met minimale beperkingen of voorwaarden. Wij willen terug naar de open situatie. Nu is het helaas zo dat het bestaan van de verzorgingsstaat juist mensen aantrekt die liever lui zijn dan moe. En diezelfde situatie zorgt ervoor dat harde werkers hier juist wegblijven. We maken werk voor veel immigranten onmogelijk, waardoor ze vaak ongewild in een uitkering terecht komen. Dat moet helemaal anders. Wij verwelkomen in beginsel alle mensen die naar ons land willen komen. We wijzen alle maatregelen die werkvergunningen verplicht stellen, of werken zelfs verbieden. Iedereen die hier komt moet gewoon aan de slag mogen gaan. Als enige partij maken wij geen onderscheid in “soorten” immigranten. Het maakt ons niet uit waar je vandaan komt. Als je hier iets van je leven wilt maken: prima. Wees welkom. Want waar je geboren bent hoort niet uit te maken. Wat je met je leven wilt doen is wel belangrijk. Mensen die hier komen om misdaden te plegen of om te leven op kosten van de samenleving kunnen we missen als kiespijn. Om die reden willen wij dat iedereen die naar Nederland immigreert hier eerst tien jaar “op proef” woont, met behoud van diens oude nationaliteit. Gedurende die periode is er geen aanspraak op sociale zekerheid, en wie in die periode serieuze misdaden pleegt of in vreemde krijgsdienst gaat verliest de kans om Nederlander te worden— en zal het land worden uitgezet. De regels zijn dus heel simpel: je houdt je aan de wet en je houdt je eigen broek op. Wie dat doet, is na tien jaar automatisch Nederlander. Gedurende die tien jaar zijn er geen verdere beperkingen. Iedereen die zich tien jaar lang kan gedragen,
zal zich waarschijnlijk de rest van zijn leven ook gedragen. En iedereen die zich niet kan gedragen gaat vast tijdens de eerste tien jaar al de fout in. Dit systeem dient niet om immigratie te beperken, maar om te zorgen dat we criminelen en uitvreters kunnen weren. Verder is iedereen welkom. Iedereen die nu in illegaal in Nederland verblijft mag hier blijven. Vanaf het moment dat hij zich meldt gaat de proefperiode in. Dit betekent wel dat hij op eigen benen zal moeten staan. Asielzoekerscentra van staatswege worden allemaal gesloten of geprivatiseerd. Je bent welkom in Nederland, waar je ook vandaan komt— maar je bent wel verantwoordelijk voor jezelf. Dat biedt iedereen een eerlijke kans, zonder dat het ten koste moet gaan van anderen.
Een eigen koers varen op internationaal gebied zal ons geen windeieren leggen. Nederland betaalt jaarlijks 3,9 miljard euro aan de EU, en ontvangt 2,1 miljard euro aan diverse subsidies. Netto betalen we dus 1,7 miljard euro per jaar. Dat kunnen we besparen door uit de EU te stappen. Het schrappen van ontwikkelingshulp bespaart nog eens 3,7 miljard euro per jaar. In totaal spreken we dus over een besparing van 5,4 miljard euro. Over de enorme economische voordelen van vrijhandel hebben we het dan nog niet eens gehad...
Besparing 5,4 MILJARD EURO
Hoofdstuk 12
VRIJHEID EN VREDE “Er is nog nooit een goede oorlog geweest, of een slechte vrede.” —Benjamin Franklin In Nederland is Defensie ernstig beschadigd door de overheid. Enerzijds wordt de krijgsmacht op schadelijke wijze misbruikt om oorlog te voeren in het buitenland. Anderzijds wordt de ware, defensieve taak van de krijgsmacht eigenlijk onmogelijk gemaakt door een lange serie bezuinigingen. Wij vinden dat hier rechtsomkeert moet worden gemaakt: de krijgsmacht moet goed worden uitgerust om haar verdedigende taak altijd uit te kunnen voeren. Tegelijkertijd moet die taak altijd defensief zijn, en niet offensief. Nederland hoort geen oorlog te voeren in het buitenland. Het defensiebeleid hoort erop gericht te zijn om het leven, de vrijheid en de rechten van de Nederlandse bevolking te beschermen tegen aanvallen door buitenlandse mogendheden. Dit willen we bereiken op een verantwoordelijke manier. Dat wil zeggen: op een efficiënte manier, zonder onverantwoordelijke uitgaven, en zonder de vrijheden te ondermijnen die we juist willen beschermen.
Landsverdediging
Wij willen Defensie weer inzetten voor… defensie. Geen buitenlandse missies meer. Onze krijgsmacht is er om Nederland te beschermen, niet om elders ter wereld de belangen van de grote olieconcerns zeker te stellen. Wij staan voor vrede, en doen niet mee aan oorlogshitserij. Die huidige missies zijn ook nog peperduur, dus we kunnen diverse bezuinigingen op defensie ongedaan maken, door simpelweg niet langer deel te nemen aan dergelijke missies. Goede defensie van ons land betekent blijvende vrede voor ons volk. Ons voorstel is om de krijgsmacht volledig voor te bereiden op, en uit te rusten voor, het toezien op de landsverdediging. Onder dergelijke verdediging valt ook de bescherming van Nederlandse handelsschepen. Daarvoor kan de marine worden ingezet, maar het moet ook mogelijk zijn voor reders en schippers om (tegen betaling) militairen op hun schepen te laten plaatsen, als beveiliging tegen piraterij. We kunnen in deze defensieve opzet een voorbeeld nemen aan diverse andere landen, zoals Zweden, Finland en Japan. De bezuinigingen op defensie kunnen overigens ongedaan worden gemaakt, omdat een behoorlijk deel van het huidige budget wordt besteed aan de hoge kosten van buitenlandse missies. Voor de zekerheid willen wij 700 miljoen euro investeren in landsverdediging, zodat het defensiebudget uitkomt op de traditionele acht miljard euro per jaar. Daarmee kunnen wij Nederland veilig houden!
Private diensten Taken die niet noodzakelijkerwijs door Defensie zelf hoeven te worden uitgevoerd kunnen mogelijk worden uitbesteed aan het bedrijfsleven. Private militaire diensten kunnen bijvoorbeeld een logistieke functie vervullen, maar kunnen ook worden ingezet in de strijd tegen piraterij. Wij willen een einde aan de beperkingen aan dergelijk particulier initiatief, met de kanttekening dat private diensten die (ondersteunende) defensietaken uitvoeren altijd aan dezelfde regels gebonden moeten worden als Defensiepersoneel— waaronder ook het krijgsrecht.
Een beroepsleger om trots op te zijn Nederland heeft een beroepsleger, en dat moet zo blijven. De dienstplicht is een barbaars reliek. De enige militair die werkelijk respect afdwingt is de militair die uit vrije wil zijn taak uitvoert, omdat hij daarvoor heeft gekozen. Wij eisen dan ook de onmiddellijke afschaffing van de nog steeds bestaande dienstplichtwetgeving, die het herinvoeren van de opkomstplicht mogelijk maakt. Het dwingen van mensen om dienst te nemen in de strijdkrachten is volstrekt immoreel. Om diezelfde reden zijn wij ook tegen iedere vorm van sociale dienstplicht.
Investering 700 MILJOEN EURO
Hoofdstuk 13
VRIJHEID EN FINANCIËN “Een land dat zichzelf de welvaart in wil belasten, dat is als een man die in een emmer staat en zichzelf wil optillen aan het hengsel.” —Winston Churchill De voorgaande hoofdstukken van dit programma bieden concrete voorstellen om de overheid steeds kleiner te maken, en de vrijheid steeds verder te verruimen. De inkrimping van het staatsapparaat betekent natuurlijk ook een geweldige lastenverlaging. Wij willen op financieel gebied méér klaarspelen dan enkel deze prachtige verlaging van zowel overheidsuitgaven als belastingen. De overheid bouwt een gigantische staatsschuld op, waarover jaarlijks miljarden euro’s aan rente moeten worden betaald. Bovendien zorgt het monetaire beleid van de overheid ervoor dat ons geld steeds minder waard wordt. Die twee problemen willen wij óók oplossen.
Belastingen: hoe lager hoe beter Het moge duidelijk zijn dat wij het gedwongen afpakken van andermans geld afkeuren. Om die reden streven we naar de afschaffing van alle belastingen. Geen enkele belasting kan ooit rechtvaardig of acceptabel zijn. We wijzen iedere stijging in bestaande belastingtarieven dan ook af, evenals het invoeren van welke nieuwe belasting dan ook. Zo lang er een overheid bestaat, zullen wij ernaar streven deze overheid steeds kleiner te maken, en om de belastingen steeds verder te verlagen. We streven naar de uiteindelijke afschaffing van alle belastingen. Aftrekposten, belastingkortingen, of ontheffingen van welke belasting dan ook zien wij niet als een subsidie. We vinden dat dergelijke belastingvoordelen alleen mogen worden afgeschaft wanneer de opbrengst hiervan direct naar de mensen wordt teruggesluisd in de vorm van belastingverlaging voor iedereen. In de praktijk betekent dit dat we, in het licht van onze enorme verlaging van de overheidsuitgaven, pleiten voor de onmiddellijke afschaffing of verlaging van de meerderheid der belastingen. Alle belastingen die niet meteen kunnen verdwijnen, willen we desondanks zo spoedig mogelijk opheffen. We willen de erfbelasting, de schenkbelasting, de belastingen op personenauto's en motorrijwielen, de overdrachtsbelasting, alle accijnzen, de kansspelbelasting, de assurantiebelasting, de energiebelasting, de kolenbelasting, de belasting op leidingwater, de verpakkingenbelasting, de verhuurderheffing en alle in- en uitvoerrechten ogenblikkelijk en onherroepelijk afschaffen. We willen de loon- en inkomstenbelasting op de korte termijn vervangen door een lage vlaktaks van 25%. In plaats van talloze aftrekposten en kortingen willen
we de eerste 10.000 euro aan inkomen van iedere Nederlander gewoon belastingvrij maken. Pas daarboven betaal je belasting. Alle toekomstige verlaging van deze belasting willen we voor de helft besteden aan het verhogen van de heffingsvrije voet, en voor de andere helft aan het verlagen van het percentage dat je over je inkomen boven dat bedrag betaalt. Dan betaal je dus steeds minder belasting over steeds minder geld. De motorrijtuigenbelasting willen we direct verlagen met 600 miljoen euro (van 3,9 miljard euro per jaar naar 3,3 miljard euro per jaar). De automobilist betaalt nu te veel. Met 3,3 miljard euro worden de onderhoudskosten van het rijkswegennet en directe kosten van schade en (milieu)overlast precies gedekt. Naar mate er meer wegen geprivatiseerd worden, zal deze belasting ook in evenredigheid moeten dalen. Dat moet in de wet worden opgenomen. De belastingen die op de korte termijn blijven bestaan in ongewijzigde vorm zijn de omzetbelasting (btw), de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Vanzelfsprekend willen we ook deze belastingen zo snel mogelijk afschaffen, waarbij het eerst afbouwen van de omzetbelasting onze voorkeur heeft. Wij verwachten dat, terwijl de staat verdampt, de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting als laatste heffingen zullen worden afgeschaft.
Een sluitende begroting Niet alleen moeten de torenhoge belastingen en uitgaven worden aangepakt; ze moeten ook in evenwicht worden gebracht. De staatsfinanciën zijn in Nederland zelden op orde. Het huishoudboekje klopt niet: er zijn stelselmatig meer uitgaven dan inkomsten. Deze begrotingstekorten houden in dat de overheid ieder jaar miljarden bijleent. De staatsschuld loopt steeds verder op, en daar moeten we ieder jaar forse rente over betalen. Dat is weggegooid geld. Wij zijn tegen begrotingstekorten en we willen de staatsschuld zo snel mogelijk afbouwen. Daarom willen we alle begrotingstekorten verbieden, en spoedige afbetaling van de staatsschuld verplicht stellen. In de toekomst moet het hebben van een staatsschuld verboden zijn. Dit moet niet alleen gelden voor de rijksoverheid, maar ook voor provincies, gemeenten en waterschappen. Overigens mag de begroting nooit sluitend worden gemaakt uitsluitend door verhoging van de lasten. Als er teveel uitgaven zijn, moeten niet de inkomsten omhoog, maar de uitgaven omlaag.
Vrijmunterij en vrij bankieren De overheid heeft nooit goed voor ons geld gezorgd. We worden door wanbeleid van de ene crisis in de andere gestort, en ons spaargeld wordt steeds minder waard. Dit is ook niet gek: het is de overheid die bepaalt welk betaalmiddel “wettig” is, en als gevolg hebben we daarin geen vrije keuze. Dan eindigen we dus bijvoorbeeld met een Euro, die de overheid graag wil, maar die veel mensen niet zien zitten.
Wat ons betreft moet je de vrije keuze hebben om te bepalen welk geld je accepteert als betaalmiddel. Dat kan iedere munt uit ieder land zijn, maar ook bijvoorbeeld Bitcoin, of gouden munten waarvan de waarde is uitgedrukt in eenheden van gewicht. We zijn dan ook fel tegen het verplicht voorschrijven van “wettige” betaalmiddelen. Dit betekent ook dat we tegen alle beperkingen zijn op het uitbrengen van een eigen munteenheid door particuliere organisaties. De centrale bank hoort geen regulerende bevoegdheid over ons geld te hebben, en het bankwezen moet openstaan voor de concurrentie van de vrije markt. De overheid hoort geen invloed uit te oefenen op het bankwezen, en hoort de grote banken ook zeker niet in bescherming te nemen. Er moet onbeperkte concurrentie tussen banken zijn, zodat corrupte instituten snel hun klanten verliezen. De enige noodzakelijke controle is het bieden van de normale bescherming tegen fraude door de banken. Dergelijke fraude moet zwaar bestraft worden. Verder is vrije concurrentie de garantie voor kwaliteit. We pleiten, kortom, voor vrij bankieren en voor vrijmunterij— de volledige scheiding van geld en staat.
Een minimale belastingdienst Het Ministerie van Financiën willen we terugbrengen tot de kerntaak. We willen de belastingdienst ook inkrimpen tot een zeer kleine dienst met beperkte taken. Doordat er maar een paar belastingen overblijven na onze korte termijnhervormingsplannen is dit goed mogelijk. Overigens moet de belastingdienst heel veel van haar huidige macht verliezen. Bij faillissementen moet de belastingdienst bijvoorbeeld niet langer vooraan in de rij staan om betaald te worden, maar juist helemaal achteraan. Eerlijke burgers en ondernemers moeten eerst hun geld terugzien. Ook veroordelen we de schimmige deals die de belastingdienst nu dikwijls sluit met criminelen om gestolen informatie over (vermeende) belastingontduikers te kopen. Dit soort deals met criminelen moet verboden worden. Met deze stappen kan het budget voor het Ministerie van Financiën meteen worden teruggebracht tot 500 miljoen euro per jaar. Dit levert een besparing van 3,6 miljard euro op.
Besparing 3,6 MILJARD EURO
Conclusie
EEN BEGROTING VOOR DE TOEKOMST “De begroting moet sluitend zijn. De staatsschuld moet verlaagd worden. De arrogantie van de politici moet in bedwang gehouden worden. Afbetalingen aan buitenlandse mogendheden moeten verminderd worden. Als het land niet bankroet wil gaan, zullen de mensen weer aan het werk moeten.” —Marcus Tullius Cicero Ons idee van de begroting ziet er anders uit dan dat van alle andere politieke partijen in Nederland. De fiscale denkbeelden in de Nederlandse politiek worden gekenmerkt door belastingen en uitgaven van honderden miljarden. Toch speelt iedere andere politieke partij het klaar om, ondanks extreem die hoge belastingen, nog méér uit te willen geven dan er binnen komt. Wij denken daar anders over. Alleen al onze meest concrete en onmiddellijk uitvoerbare voorstellen, die we in die programma uit de doeken hebben gedaan, zullen de overheidsuitgaven terugbrengen tot een relatief lage 90,4 miljard euro per jaar. Op dit moment geeft de overheid jaarlijks maar liefst 259,6 miljard euro uit. Onze directe plannen behelzen dus een nooit eerder vertoonde verlaging van de staatsuitgaven met 169,2 miljard euro.
Uitgaven rijksoverheid (na uitvoering van onze onmiddellijke voorstellen) Algemene Zaken Onderwijs Sociale Zaken Gezondheidszorg Financiën Veiligheid Justitie Infrastructuur en Waterstaat Buitenlandse Zaken Defensie Rentelasten staatsschuld Totaal
0,5 miljard euro 30,5 miljard euro 0,5 miljard euro 27,5 miljard euro 0,5 miljard euro 5,0 miljard euro 5,0 miljard euro 4,0 miljard euro 0,5 miljard euro 8,0 miljard euro 8,4 miljard euro 90,4 miljard euro
Een aantal ministeries verdwijnt volledig, terwijl Veiligheid en Justitie (rechtsprekende en uitvoerende macht, immers) weer netjes worden opgesplitst. Het gemeente- en provinciefonds komt geheel te vervallen. De uitgaven die de rijksoverheid via die weg bijdraagt aan diverse beleidsterreinen zijn al meegenomen in de besparingen in de diverse hoofdstukken van dit programma. Dit betekent dat gemeenten en provincies zichzelf zullen moeten bedruipen, met de inkomsten van lokale heffingen. Heel veel overheidstaken worden teruggegeven aan de samenleving, waardoor ook de uitvoerende werkzaamheden op decentraal niveau komen te vervallen. Dit kan dus allemaal prima uit. De ministeries die overblijven, beperken zich tot de kerntaken. Dit maakt mogelijk dat de werkzaamheden van de rijksoverheid “slechts” 90,4 miljard euro zullen kosten. Wat betreft de belastingen is de situatie vergelijkbaar. Het afschaffen van de overgrote meerderheid der belastingen betekent een lastenverlaging van 119,7 miljard euro. Verlaging van de motorrijtuigenbelasting betekent een verdere lastenverlaging van 600 miljoen euro. Omvorming van de loon- en inkomensbelasting naar een vlaktaks van 25% (met een heffingsvrije voet van 10.000 euro per persoon) kan de opbrengsten van die belasting mogelijkerwijs verlagen. Het is aannemelijk dat een lagere belastingdruk de economie gezonder maakt, waardoor er méér wordt verdient en er ondanks de verlaging ook meer geld de schatkist in vloeit. Voorzichtigheidshalve gaan we daar echter niet van uit. De meest pessimistische schatting stelt dat onze voorgestelde vlaktaks de belastinginkomsten met zo'n 10 miljard euro zou verlagen. Voor de zekerheid ronden we dat af in ons nadeel, en gaan we er vanuit dat de inkomsten teruglopen van 52,4 miljard euro naar 40 miljard euro. Op die manier kan het resultaat enkel een meevaller zijn, die we vervolgens zullen besteden aan afbetaling van de staatsschuld. In totaal verlagen we de belastingdruk met maar liefst 142,7 miljard euro. De vennootschapsbelasting, dividendbelasting en omzetbelasting blijven gelijk. Het resultaat is een belastingopbrengst van 95 miljard euro. Ter vergelijking: dat is nu 237,7 miljard euro, en toch heeft de overheid te kampen met gigantische tekorten. Wij leveren juist een overschot van minimaal 4,6 miljard euro aan belastinginkomsten.
Rijksbelastingen na uitvoering van onze onmiddellijke voorstellen Loon- en inkomensbelasting Vennootschapsbelasting Dividendbelasting Omzetbelasting Motorrijtuigenbelasting Totale lasten
40,0 miljard euro 14,4 miljard euro 2,6 miljard euro 44,7 miljard euro 3,3 miljard euro 95,0 miljard euro
Niet alleen leveren wij een overschot aan belastinginkomsten: er zijn ook nog eens de gasbaten van jaarlijks 9,1 miljard euro. Het totale begrotingsoverschot is minimaal 13,7 miljard euro per jaar. Dit royale overschot willen we direct besteden aan de afbetaling van de staatsschuld. We kiezen er bewust voor om een overschot te handhaven en daarmee de schuld af te betalen, in plaats van de belasting meteen nog verder te verlagen. De rente over de staatsschuld is immers óók een steeds terugkerende last, en die kunnen we enkel wegwerken door de schuld af te betalen. Dus éérst die schuld afbetalen, en dan kunnen de belastingen nog verder omlaag.
Eindoverzicht Huidige lastendruk Gasbaten Huidige overheidsuitgaven
237,7 miljard euro 9,1 miljard euro -259,6 miljard euro
Huidig begrotingstekort
-12,8 miljard euro
Lastendruk (ons voorstel) Gasbaten Overheidsuitgaven (ons voorstel)
95,0 miljard euro 9,1 miljard euro -90,4 miljard euro
Ons begrotingsoverschot
13,7 miljard euro
We willen benadrukken dat dit onze plannen beschrijft voor de onmiddellijke toekomst. De grootste uitgavenposten die daarbij overblijven zijn onderwijs (het schoolkrediet) en gezondheidszorg (zorgfinanciering voor mensen die in de huidige situatie onverzekerbaar). Die beide zaken willen wij onderbrengen bij autonome fondsen, die investeringsmogelijkheden genieten, en uiteindelijk volledig onafhankelijk en zelfbedruipend zullen worden. Ook andere uitgaven op de voorlopige begroting zullen steeds verder teruggedrongen worden: het is onze hoop en verwachting dat infrastructurele taken bijvoorbeeld steeds meer zullen worden uitgevoerd door particuliere partijen. Het gevolg zal zijn dat de staat steeds verder krimpt, en de vrijheid juist steeds verder toeneemt. Die ontwikkeling willen wij zo spoedig—en vóórspoedig— mogelijk laten plaatsvinden. Ons einddoel is een situatie waarin ruimte ontstaat om alle overheidstaken op een particuliere of coöperatieve manier uit te voeren. Op dat moment kan de minimale overheid volledig verdampen, en kunnen we spreken van een situatie van volledige vrijheid. Dat, en niets minder dan dat, is ons einddoel. Dit programma beschrijft concrete stappen op de weg daarnaartoe, en toont aan dat vrijheid een realistisch en hoopvol alternatief biedt op de uitzichtloze bureaucratie van de overheid. De Libertarische Partij is de enige politieke organisatie in Nederland die dat alternatief durft na te streven. Alle andere partijen, zijn uiteindelijk in de marge
bezig. Zelfs de partijen die zichzelf liberaal noemen zijn helemaal niet van zins de vrijheid echt te verdedigen, of de overheidsdwang echt te bestrijden. Wanneer het gaat over het verkleinen van de bureaucratie leven die naar het motto “ Mag het misschien een onsje minder zijn?” Dat volstaat niet. Ons land snakt naar vrijheid, en er moeten nu echte stappen gezet worden om die vrijheid te verwezenlijken. Daar streven wij naar. Daar werken wij voor. Iedereen die om de vrijheid geeft, doet er goed aan om ons daarin te steunen. Zelfs wie vindt dat wij wel heel ver gaan in ons idealisme, moet zich bedenken dat geen enkele andere partij echt opkomt voor de vrijheid van ieder persoon. Ook in dat geval kan je dus beter op de LP stemmen. Je bepaalt zelf hoe ver je mee wilt wandelen op de weg naar vrijheid— maar laten we die weg zo lang mogelijk samen bewandelen. Iedereen die ook vindt dat “een onsje minder” niet goed genoeg is; iedereen die Nederland weer gelukkig en welvarend wil maken; iedereen die houdt van de vrijheid is welkom bij de Libertarische Partij.
Met vragen of opmerkingen aangaande dit programma kan men terecht bij ons emailadres,
[email protected] Verdere informatie over de standpunten, acties, bijeenkomsten en overige activiteiten van de LP is tevens te vinden op onze website, www.libertarischepartij.nl
Samenstelling Victor van der Sterren Harry van Dijken Toine Manders Met dank aan René Hartman Kim Winkelaar Jasper de Groot Nick Vollebergh Mathieu Hampton Robert de Groot Rik Kleinsmit Danny Worms Simone Pailer