Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 0
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. Plagen en pesten 1.2. Doel van het pestprotocol 1.3. De Kanjertraining 1.4. Voorbeelden van pestgedrag 1.5. De betrokkenen 2. Uitgangspunten bij ons pestprotocol 3. Pestprotocol van onze school 3.1. Wat is de inhoud van ons pestprotocol 3.2. De belangrijkste regels van ons pestprotocol 3.3. Op weg naar een veilige school 3.4. Aanpak van ruzies en pestgedrag 3.5. Begeleiding van het gepeste kind 3.6. Begeleiding van de pester 3.7. Consequenties 3.8. Adviezen voor ouders 4. De Kanjertraining 4.1. De types binnen de kanjertraining 4.2. Verschil tussen personen en gedrag 5. Doelen van de Kanjertraining 6. Digitaal pesten 7. Bijlagen 7.1. Pestprotocol voor alle kinderen 7.2. Pestprotocol voor het gepeste kind 7.3. Pestprotocol voor de pester 7.4. Pestprotocol voor de ouders 7.5. Pestprotocol voor de leerkracht 7.6. Regels binnen de groep 7.7. Regels op het plein 7.8. Regels voor het gebruik van de digitale media
blz. 1 blz. 2 blz. 3 blz. 3 blz. 3 blz. 4 blz. 5 blz. 5 blz. 5 blz. 7 blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 11 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 12 blz. 14 blz. 14 blz. 15 blz. 16 blz. 17 blz. 18 blz. 20 blz. 21 blz. 22
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 1
Pestprotocol Kanjertraining Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan. 1.Inleiding: De koning Willem-Alexanderschool wil de leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, een omgeving waarin kinderen zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. De leerkrachten willen deze ontwikkeling bevorderen door het scheppen van een veilig klimaat in en om de school en een prettige werksfeer in de klas. In veruit de meeste gevallen lukt dit door (on)geschreven regels van “hoe we met elkaar omgaan” aan te bieden en te onderhouden. Soms is het echter nodig om duidelijke afspraken met kinderen te maken. Eén van die regels is dat kinderen met respect met elkaar dienen om te gaan. Dat gaat niet altijd vanzelf en daarom moeten we allemaal, leerkrachten en ouders, kinderen leren hoe dat moet. In dit protocol is vastgelegd hoe wij het pestgedrag van kinderen benaderen. Wij willen alle betrokkenen op de ernst van pesten wijzen en daarnaast zowel handreikingen geven om te werken aan een veilige school als een stappenplan bieden bij systematisch pestgedrag. De school streeft naar een positieve, opbouwende sfeer en doet dat binnen het kader van de wet aan de ene kant en het kader van de Kanjertraining aan de andere kant. Afspraken daarbij zijn: - we vertrouwen elkaar - we helpen elkaar - we werken samen - we hebben plezier - we doen mee 1.1. Plagen en pesten. Wanneer is er sprake van plagen en wanneer is er sprake van pestgedrag. Het is belangrijk om dat verschil te maken, ook voor de kinderen zelf. Plagen Gelijkwaardigheid Wisselend “slachtofferschap” Humoristisch Af en toe Meestal zichtbaar
Pesten Machtsverschil Hetzelfde slachtoffer Kwetsend Vaak/voortdurend Meestal achter de rug
Iemand op het schoolplein een stevige duw geven kan plagen zijn, maar het kan ook gaan om echt pestgedrag. We spreken over plagen wanneer kinderen min of meer aan elkaar gewaagd zijn en het gedrag een uitnodigend karakter heeft. Het gaat om een spelletje dat door niemand als bedreiging of vervelend wordt ervaren. Door elkaar uit te dagen leren kinderen goed om te gaan met allerlei conflicten. Dit is een vaardigheid die later in hun leven van pas komt bij conflicthantering. We spreken van pestgedrag als het slachtoffer zich ongelukkig voelt omdat hij of zij stelselmatig wordt geconfronteerd met vervelend of agressief gedrag of buitengesloten wordt van de sociale
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 2
groep. Bij echt pestgedrag zien we ook altijd een vaste rolverdeling terug bij de betrokkenen. De belangrijkste eigenschappen van pestgedrag zijn dus het bedreigende en het systematische karakter. Naast pesten en plagen kennen we ook nog ruzie. Ruzie gaat over een bepaalde zaak en niet om het beschadigen van een persoon. Een ruzie kan uitgepraat worden. Een leerkracht weet niet altijd zelf wat er zich afspeelt tussen kinderen onderling. De leerkracht moet hierover worden geïnformeerd door de leerlingen zelf en/of de ouders. Belangrijk is dat kinderen hun zorgen delen met iemand die zij vertrouwen. Als er sprake is van pesterijen, dan is het belangrijk dat kinderen dat vertellen aan hun ouders en/of de leerkracht. 1.2. Doel van het pestprotocol: Dit protocol is opgesteld om goed te kunnen reageren op situaties waarin een kind gepest wordt. Dit protocol sluit aan bij de Kanjerboeken en de Kanjertraining die op onze school wordt gegeven. Het Kanjerproject werkt wat betreft pesten ook preventief. Het protocol bestaat uit 5 delen: voor alle kinderen, voor het gepeste kind, voor de pester, voor de ouders en voor de leerkracht. Deze partijen zijn allemaal betrokken bij een situatie waarin gepest wordt. 1.3. De Kanjertraining: Onze school zet door middel van de Kanjerlessen in op het versterken van het onderling vertrouwen en het besef dat het goed is om elkaar te helpen. Binnen dit kader speelt niemand de baas, hebben we plezier met elkaar en ben of blijf je niet zielig. De leerkracht daarentegen is op onze school “de baas/het gezag” en ouders zijn dat thuis. Als een conflict zich tussen kinderen afspeelt dan kiezen we als school voor een oplossingsgerichte aanpak. Dat wil zeggen dat we een oplossing zoeken die recht doet aan alle partijen. Een oplossingsgerichte aanpak is te onderscheiden van een wraak- of haatgerichte aanpak. We kiezen er niet voor om kinderen te beoordelen als behorend bij “kwaad of goed”. Ieder mens maakt wel eens fouten. De weg van de mens, en die van het kind in het bijzonder, gaat met vallen en opstaan. Kinderen hebben het recht daarin te worden begeleid en te worden opgevoed. Ouders hebben die opvoedplicht evenals leerkrachten. We werken preventief door het werken met de Kanjertraining. Dit programma leert kinderen gedrag van zichzelf te leren bekijken en om te buigen en ook andere kinderen aan te spreken op hun gedrag. De kanjerlessen worden wekelijks gegeven. 1.4. Voorbeelden van pestgedrag (signalen): Verbaal: Vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken, uitlachen bij lichaamskenmerken of een verkeerd antwoord in de klas, kinderen een bijnaam geven op grond van door kinderen negatief ervaren kenmerken (rooie, dikke, etc), gemene briefjes schrijven om een kind te isoleren of steun te zoeken om samen te kunnen spannen tegen een ander kind. Fysiek: Trekken en duwen, spugen, schoppen, laten struikelen, krabben, bijten, haren trekken. Intimidatie: Een kind achterna blijven lopen of een kind ergens opwachten. Iemand in de val laten lopen, de doorgang versperren of klem zetten tussen fietsen, een kind dwingen een persoonlijk bezit af te
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 3
geven.
Isolatie: Steun zoeken bij andere kinderen met als gevolg dat het kind niet meer wordt uitgenodigd voor partijtjes en andere leuke dingen. Het kind mag niet meedoen met spelletjes, niet meelopen naar huis. Stelen of vernielen van bezittingen: Afpakken van schoolspullen, kleding of speelgoed. Beschadigen en kapot maken van spullen: boeken bekladden, schoppen tegen en gooien met b.v. een schooltas, banden van de fiets leksteken. Digitaal pesten: Een pestvorm die voor veel kinderen erg bedreigend is, is het online-pesten. Kinderen pesten elkaar via Skype, Facebook etc. Er wordt flink gescholden en bedreigd. Veel kinderen praten hier niet over en ouders houden soms onvoldoende toezicht op het gedrag van hun eigen kinderen en dat van anderen op de computer. Leerkrachten hebben geen zicht op het gebruik van de computer buiten schooltijd, maar worden wel geconfronteerd met de gevolgen. Het is daarom belangrijk om in geval van digitaal pesten in een zo vroeg mogelijk stadium als ouders en leerkracht contact te leggen om gezamenlijk het probleem aan te kunnen pakken. 1.5. De betrokkenen: We weten dat pesten overal voorkomt. Binnen school hebben we te maken met het pesten van kinderen door kinderen. Als een kind gepest wordt heb je te maken met 5 groepen: - het gepeste kind - de pester - de omstanders - de leerkracht - de ouders Pesten is een groepsprobleem waarmee alle bovenstaande geconfronteerd worden. Het gepeste kind: Sommige kinderen hebben een grotere kans om gepest te worden. Dat kan komen door uiterlijke kenmerken, maar het heeft vaker te maken met gedrag dat het kind vertoont, de wijze waarop de gevoelens worden beleefd en de manier waarop dat wordt geuit. Kinderen die gepest worden doen vaak andere dingen dan de meeste leeftijdgenoten in hun omgeving. Veel kinderen die worden gepest hebben een beperkte weerbaarheid. Ze zijn niet in staat om daadwerkelijk actie te ondernemen tegen de pestkoppen en stralen dat ook uit. Vaak zijn ze angstig en onzeker in een groep en durven ze weinig of niets te zeggen, omdat ze bang zijn uitgelachen te worden. Gepeste kinderen voelen zich vaak eenzaam, hebben in hun gepeste omgeving geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met volwassenen opschieten dan met leeftijdgenoten. De pester: Kinderen die pesten zijn vaak fysiek en/of verbaal de sterksten uit de groep. Daardoor kunnen ze zich agressiever opstellen. Ze reageren dan ook met dreiging van geweld, fysiek of verbaal. Pesters lijken in eerste indruk populair te zijn in een klas, maar ze dwingen die populariteit af op een negatieve manier. Met het pestgedrag gaat ze dat gemakkelijk af en ze krijgen andere kinderen mee in hun pestgedrag. Pesters hebben heel goed in de gaten welke kinderen makkelijk te pakken zijn en als ze Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 4
zich vergissen zoeken ze een ander slachtoffer. De zwijgende meerderheid krijgt een keuze die zwijgend wordt opgelegd. Je bent voor of je bent tegen. Hier gaat een grote dreiging van uit, want alles is beter dan zelf gepest te worden. De pester ziet zichzelf als een slimme durfal die dat de andere kinderen bij herhaling laat merken. Het komt ook vaak voor dat de pestkop een kind is dat in een andere situatie zelf slachtoffer is geweest. Om te voorkomen weer het mikpunt te worden van pesten, kan een kind zich in een andere omgeving als pester gaan opstellen. Ook pesters hebben op termijn last van hun pestgedrag. Door hun verkeerde en vooral beperkte sociale vaardigheden hebben ze vaak moeite om vriendjes voor de lange termijn te maken en een vriendschap op te bouwen en te onderhouden op andere gronden dan die van macht. De meelopers en de zwijgende middengroep: De meeste kinderen zijn niet direct betrokken bij het pesten. Sommige kinderen blijven op afstand en andere kinderen doen soms mee. Dat zijn de meelopers. Er zijn ook kinderen die niets merken of willen weten dat er gepest wordt in hun directe omgeving. Een belangrijk kenmerk van meelopers is de grote angst om zelf slachtoffer te worden. Het kan ook zijn dat meelopers het gedrag wel stoer vinden en zo meeliften op de populariteit van de pester. Het heeft echter zin om op te staan tegen het pesten. Zodra andere kinderen het gepeste kind te hulp schieten of tegen de pester zeggen er mee op te houden, kan de situatie positief veranderen. Het wordt voor de pester duidelijk dat de groep het niet normaal vindt en niet bereid is om mee te gaan in het pestgedrag. Kinderen die pestgedrag signaleren en dit bij de leerkracht aangeven vervullen dus een belangrijke rol. 2. Uitgangspunten bij ons pestprotocol: Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem op onze school voor zowel de gepeste leerling, de pester, de groep leerlingen daar om heen, de leerkrachten en de ouders. De school heeft de verplichting zich in te spannen om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat waarbij pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en niet wordt geaccepteerd. De verantwoordelijkheid blijft te allen tijde liggen bij de leerkrachten. Leerkrachten en andere betrokkenen moeten tijdig alert zijn op pestgedrag in algemene zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten leerkrachten en andere betrokkenen duidelijk stelling nemen en actie ondernemen tegen dit gedrag. 3. Pestprotocol van onze school: 3.1. Wat is de inhoud van ons pestprotocol: De inhoud van het pestprotocol richt zich op alle betrokkenen waarbij concrete acties en tips worden gegeven hoe te handelen. Pesten is niet toelaatbaar en wordt op onze school niet geaccepteerd. We hebben respect voor onszelf en de ander. De groepsleerkracht neemt de volgende (preventieve) maatregelen om pestgedrag te voorkomen: Aan het begin van het schooljaar worden met de leerlingen de afspraken en de regels in de klas besproken en indien nodig op elk gewenst ander moment, wanneer de situatie hier om vraagt. Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 5
Het gaat daarbij om regels die gelden op het schoolplein, binnen de groepen en regels m.b.t. de sociale media. In elke groep is in het lesrooster terug te vinden op welk tijdstip in de week tijd is vrij gemaakt om preventief door middel van de Kanjertraining structureel aandacht aan plagen, pesten en de sociaalemotionele ontwikkeling in het algemeen te kunnen geven. Het onderling plagen en pesten wordt benoemd en besproken in de groepen. Als er aanleiding is, dan wordt extra aandacht besteed aan het pestgedrag in een klassikaal gesprek. Leerlingen worden aangesproken op hun gedrag, De leerkracht geeft leerlingen de mogelijkheid om (evt. anoniem) pestgedrag te melden. De leerkracht staat ook open voor meldingen van ouders. De leerkracht laat merken pesten als een probleem te zien en accepteert het niet. De leerkracht gaat serieus om met pestgedrag. Alle leerkrachten werken aan een positieve sfeer in de groep. Melden van pesten: Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf groep 3 brengen we de kinderen bij dat ”je mag niet klikken, maar als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken”. Samenwerking met ouders: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg, dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is niet de bedoeling, dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind te komen oplossen en in discussie gaan met de pester en zijn/haar ouders. Dat kan de problemen onnodig verergeren. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de betrokken ouders. De inbreng van ouders is: het melden van pesten, het geven van informatie, het geven van suggesties en ondersteunen van de aanpak van de school. Procedure Als er systematisch pestgedrag wordt gesignaleerd dan heeft iedereen de verantwoording alle leerlingen in alle gevallen op ongewenst (pest)gedrag te wijzen en stelling te nemen tegen dit pestgedrag. Pestgedrag wordt gemeld bij de verantwoordelijke leerkracht. In de groep wordt extra aandacht besteed aan het omgaan met elkaar en worden de groepsregels om pesten te voorkomen samen weer besproken. Als er sprake is van incidenteel pestgedrag dan wordt dat met de betrokken leerlingen besproken door de groepsleerkracht. Dit gesprek dient regelmatig te worden herhaald om controle te houden. Van deze gesprekken worden aantekeningen gemaakt in het leerlingvolgsysteem. Als er sprake is van herhaald pestgedrag, dan worden de ouders van de pester samen met de pester door de groepsleerkracht op de hoogte gebracht van de ongewenste gedragingen in een gesprek op school. Aan het einde van het gesprek worden afspraken doorgesproken en vastgelegd in een verslag. Dat verslag wordt opgenomen in het leerlingvolgsysteem. In het verslag wordt ook een afspraak opgenomen voor een vervolggesprek met de ouders. Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 6
De ouders van het gepeste kind worden uitgenodigd voor een gesprek of via de mail of telefoon benaderd om hen in te lichten over de gemaakte afspraken. Ook de andere leerkrachten worden op de hoogte gesteld van de afspraken. Als het probleem blijft dan meldt de leerkracht dit aan de directeur. De leerkracht geeft de directeur een lijst met daarop de data van de gebeurtenissen, de data en de inhoud van de gevoerde gesprekken en de vastgelegde afspraken zoals die zijn gemaakt. De directie roept de ouders van de pester en de leerkracht bijeen op school voor een gesprek. De pester kan bij dit gesprek worden betrokken. De directie legt het gesprek vast in het leerlingvolgsysteem. Als het pestgedrag niet verbetert is het mogelijk hulp van buiten in te zetten. Wanneer het gedrag niet verbetert en/of de ouders van de pester niet voldoende meewerken, dan kan het bestuur overgaan tot het isoleren of tijdelijk schorsen van de pester. 3.2 .De belangrijkste regels van ons pestprotocol: - Je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk. - Je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten. - Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind. - Je scheldt een kind niet uit en je verzint geen bijnamen. - Je lacht een ander kind niet uit. - Je roddelt niet over andere kinderen. - Je laat elkaar met rust en bemoeit je niet te veel met andere klasgenoten. - Je bedreigt elkaar niet en je doet een ander geen pijn. - Je accepteert een ander kind zoals hij/zij is. - Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen. - Je lost ruzies eerst zelf op. Lukt dat niet, dan zoek je hulp bij de leerkracht of een andere volwassene. - Je meldt bij de leerkracht of andere volwassene als jezelf of een ander kind gepest wordt. Dat is geen klikken. 3.3. Op weg naar een veilige school: De school staat open om naar de problemen van de leerlingen te luisteren. De school biedt leerlingen (maar ook de ouders) de mogelijkheid om pestgedrag te melden. Dit kan pestgedrag zijn dat de kinderen zelf treft of pestgedrag dat leerlingen naar anderen signaleren. Het melden kan zowel openlijk als anoniem gedaan worden, zowel bij de eigen leerkracht als bij een andere leerkracht. Geheimhouding is bij elke melding gewaarborgd. De leerkracht heeft een zeer belangrijke rol en betrekt zoveel mogelijk de gepeste leerling in de keuzes die worden gemaakt. De leerkracht zal duidelijk moeten maken dat het ongewenst gedrag niet geaccepteerd wordt. Hulp aan het gepeste kind: Begeleiding van het gepeste kind is van groot belang. Naast het voorkomen van nieuw pestgedrag moet er ook gekeken worden naar het verwerken van de ervaringen. Dat kan gebeuren door gesprekken tussen leerkracht en kind. Het doel is het signaleren van nieuwe problemen, maar ook het verwerken van eerdere ervaringen. Hulp aan de pester: Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 7
Ook de pester heeft recht op hulp. Zij zijn niet in staat om op een normale wijze met anderen om te gaan en hebben daarbij hulp nodig. Die hulp kan bestaan uit een gesprek waarbij wordt aangegeven welk gedrag niet wordt geaccepteerd en waarom. Er wordt aangegeven welk gedrag wel gewenst is. Daarnaast kan een duidelijke straf worden afgesproken als het pestgedrag weer voorkomt. Hulp aan de zwijgende middengroep en de meelopers: De leerkracht praat met deze kinderen over hun rol in het pestgedrag. Het is belangrijk dat deze kinderen zich bewust worden van hun gedrag en hun aandeel daar in. Er treedt een stuk bewustwording op en als dat duidelijk is dan kan de verandering naar gewenst gedrag plaatsvinden. Hulp aan ouders: Met de ouders van het gepeste kind moet overleg zijn over de aanpak en de begeleiding van hun kind. Ook de ouders van de pesters moeten op de hoogte zijn. Zij hebben het recht om te weten dat hun kind niet sociaal gedrag laat zien. En dat er iets aan moet worden gedaan. Hulp aan de leerkracht: Wanneer er in een groep pesten aan de orde is, is dat niet alleen een probleem voor de leerkrachten van de betreffende groep, maar een schoolprobleem. De leerkracht moeten worden gesteund door andere collega’s en de directeur. Verder moeten zij met de collega’s en de directeur kunnen overleggen over te nemen stappen. 3.4. Aanpak van ruzies en pestgedrag: Wanneer kinderen ruzie hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: stap 1: Er eerst zelf (en samen) uit te komen. De kinderen leren in de Kanjertraining ook hoe ze ruzies en pesten kunnen oplossen. stap 2: Op het moment dat een van de kinderen er niet uitkomt, vertelt hij/zij het probleem aan de leerkracht. Ruzie en/of pesten moeten voor iedereen naar tevredenheid worden opgelost. stap 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek. Hij/zij probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en nieuwe afspraken te maken. stap 4: Bij herhaaldelijk ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met het kind dat pest/ruzie maakt. De leerkracht maakt hiervan een verslag in ParnasSys. Bij de derde melding worden de ouders op de hoogte gebracht van de ruzie/het pestgedrag. Leerkracht en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. N.B. Het kan mogelijk zijn dat er zich situaties voordoen waarbij van de bovengenoemde stappen wordt afgeweken. Je kunt hierbij denken aan de mate van pesten en/of ruzie maken. 3.5: Begeleiding van het gepeste kind Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt gepest. Nagaan hoe het kind reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos zijn is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. Het kind laten zien, dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 8
Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Sterke kanten van het kind benadrukken. Belonen als het kind zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van het gepeste kind en de ouders van de pester. Het gepeste kind niet over beschermen, bijvoorbeeld naar school brengen of : “Ik zal het de pesters wel eens vertellen” Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie, waardoor het pesten juist kan toenemen. 3.6. Begeleiding van de pester: Praten, zoeken naar de reden van het ruziemaken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen). Laten zien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste leerling. Excuses laten aanbieden. In laten zien welke sterke/leuke kanten de gepeste heeft. Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel. Straffen als het kind wel pest, maar belonen (schouderklopje) als het kind zich aan de regels houdt. Kinderen leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen. Contact tussen ouders een school, elkaar informeren en overleggen. Inschakelen hulp indien nodig. Jeugdzorg, huisarts, GGD. Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: - een problematische thuissituatie - voortdurend gevoel van buitengesloten voelen - voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt - voortdurend met elkaar de competitie aan gaan - een voortdurende strijd om de macht in de klas of in de buurt 3.7. Consequenties: Fase 1: - één of meerdere pauzes binnen blijven - nablijven tot alle kinderen naar huis zijn - een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn/haar rol daar in - door gesprek: bewustwording voor wat hij/zij bij het gepeste kind teweeg brengt - afspraken maken over gedragsveranderingen. De naleving komt in een wekelijks gesprek aan de orde. Fase 2: Bij aanhoudend pestgedrag worden de directie en de intern begeleider betrokken in de gesprekken en kan externe hulp worden gevraagd. Eventueel kan bij aanhoudend pestgedrag er voor worden gekozen om een kind in een andere groep te plaatse, binnen de school. Fase 3: In extreme gevallen wordt een kind geschorst of verwijderd. 3.8. Adviezen voor ouders: Adviezen aan ouders van meelopers en zwijgende middengroep: - neem het probleem serieus. Het kan ook uw kind overkomen. - neem de ouders van het gepeste kind serieus - maak het tot een gemeenschappelijk probleem Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 9
- weet wat uw kind op de computer doet - praat met uw kind over school, over de relaties in de klas - vraag aan uw kinderen of er in de klas wordt gepest - corrigeer uw kind als het voortdurend andere kinderen buitensluit - geef zelf uw kind het goede voorbeeld - leer uw kind voor andere kinderen op te komen Adviezen aan ouders van kinderen die pesten: - neem het probleem serieus - probeer achter de oorzaak van het pesten te komen - maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet - stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport, zodat het kind omgaat met anderen en leert samen te werken - corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind - maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat - laat uw kind deelnemen aan een sociale vaardigheidstraining Adviezen aan ouders van gepeste kinderen: -neem het probleem serieus - als het pesten buiten school gebeurt bel dan de betreffende ouders op en vraag hen voorzichtig er met hun kind over te praten - bespreek het pesten op de school met de groepsleerkracht - als u er van uw kind met niemand over mag praten, steun dan uw kind, geef het achtergrondinformatie - beloon uw kind en help het zijn zelfrespect terug te krijgen - stimuleer uw kind tot het doen van dingen waar hij/zij goed in is - stimuleer uw kind weerbaar te zijn - houd de communicatie open, blijf in gesprek met uw kind - steun uw kind in het idee dat het pesten stopt - stel uw kind positieve vragen, dus niet “Wat is er vandaag voor ergs gebeurd” - laat uw kind opschrijven of tekenen wat hij/zij heeft meegemaakt - laat uw kind eventueel deelnemen aan een sociale vaardigheidstraining Adviezen aan alle ouders: - neem ouders van het gepeste kind serieus - stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan - corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag - geef zelf het goede voorbeeld - laat uw kind voor anderen opkomen - leer uw kind voor zichzelf op te komen Van ouders verwachten wij de volgende vuistregels: 1. U oefent zich in zelfbeheersing. Dat betekent dat u het recht niet heeft om andermans kind of een andere ouder of een leerkracht verbaal of fysiek te overdonderen/aan te vallen. Het wordt helemaal een drama als u zich misdraagt in aanwezigheid van andere kinderen. 2. U spreekt in positieve zin over andermans opvoeding en kinderen. Dat doet de school ook over uw kind. Kunt u dat niet, dan zegt u verder niets. 3. Als u zich zorgen maakt om het welzijn van uw kind of het welzijn van een ander kind, dan overlegt Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 10
u met de school. Uitgangspunt daarbij is dat u in gesprek gaat met het doel een oplossing te zoeken die goed is voor u en uw kind, maar ook goed is voor de andere kinderen. 4. Als ouder kent u het verschil tussen overleg waarin zorg wordt gedeeld/een oplossing wordt gezocht en kwaadsprekerij. 4. De Kanjertraining ( zie ook www.kanjertraining.nl): Kinderen verlangen naar een schoolomgeving waarin ze zichzelf kunnen zijn en kunnen leren zonder gepest of uitgelachten te worden. Alle leerkrachten, ouders en mensen die bij de school betrokken zijn, willen bijdragen aan een positief klimaat. Zij houden toezicht, praten met kinderen over hun gedrag en spreken hen daar op aan. Een van de dingen die ook gedaan wordt is het promoten van goed gedrag en bewustmaken van soms onbedoeld gedrag. Deze werkwijze doen we op onze school met hulp van de Kanjertraining. Het belangrijkste doel van de Kanjertraining is dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hier van hebben kinderen minder last van sociale stress. 4.1. De types binnen de Kanjertraing: De kanjertraining werkt aan de hand van 4 typetjes die d.m.v. een pet zichtbaar worden gemaakt. Bij ieder type behoort een bepaald gedrag. Hierdoor krijgen kinderen snel inzicht in hun eigen gedrag en dat van een ander. Type konijn: Het konijn is bang en stil. Hij vindt zichzelf waardeloos en vindt dat anderen alles beter en mooier kunnen. Het konijn vindt zichzelf zielig en weet niet hoe het de problemen moet oplossen. Het konijn heeft een slecht zelfbeeld en komt niet voor zichzelf op of voor anderen. Het konijn loopt liever snel of bang weg. In de Kanjertraining heet dit de gele pet. Type pestvogel: De pestvogel vindt zichzelf heel goed en alle anderen waardeloos en laat dat andere kinderen ook voelen. Hij speelt de baas en vindt zichzelf stoer. Alle anderen deugen niet en hij/zij bepaalt zelf wel wat hij doet. Hij/zij pest andere kinderen. De pestvogel heeft weinig respect voor anderen en zoekt het conflict op. In de Kanjertraining heet dit de zwarte pet. Type aap: De aap is een uitslover, een meeloper. Hij vindt zichzelf en anderen waardeloos. De aap neemt niemand serieus. Ook zichzelf niet. De aap is vaak te vinden in het gezelschap van de pestvogel. De aap lacht anderen uit en denkt leuk gevonden te worden met zijn/haar grappen. Die grappen gaan vaak ten koste van anderen. In de Kanjertraining heet dit de rode pet. Type tijger: De tijger wordt ook wel de kanjer genoemd. De tijger denkt positief over zichzelf en over anderen. De tijger is tevreden. De tijger komt op voor zichzelf en voor anderen, maar weet ook wanneer het beter is om weg te lopen. Angst, agressie en humor zijn in dit type in evenwicht. De tijger lost problemen goed op, kan gevoelens onder voorden brengen en zoekt op tijd hulp. In de Kanjertraining heet dit de witte pet. 4.2. Verschil tussen persoon en het gedrag: Door bijvoorbeeld de vraag te stellen: “Welke pet past bij hoe je nu doet”, koppel je het gedrag los
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 11
van het kind. We zeggen tegen een kind dat bij bijvoorbeeld de zwarte pet op heeft. Op deze manier corrigeren we het gedrag, zonder het kind het gevoel te geven dat het wordt afgewezen. Bij de Kanjertraining horen vijf afspraken: - We vertrouwen elkaar. - We helpen elkaar. - We werken samen. - We hebben plezier. - We doen mee. In het kort gaat de Kanjertraining om: - Met de Kanjertraining bieden we eenvoudige, heldere regels die kinderen helpen en houvast bieden. - Met de Kanjertraining geven we handvatten in sociale omgangssituaties. - De Kanjertraining gaat uit van een positieve levensvisie en zijn toekomst- en oplossingsgericht voor zowel kinderen, leerkrachten en ouders. - Leerlingen leren positief over zichzelf en de ander te denken. 5. Doelen Kanjertraining: - De leerkracht wordt gerespecteerd. - Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op. - Leerlingen durven zichzelf te zijn. - Leerlingen voelen zich veilig. - Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken. - Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen. - Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen. 6. Digitaal pesten: Ook via mobiele telefoons en computers kan worden gepest. Daar deze vormen redelijk anoniem zijn zie je dat deze vorm de brutaliteit van de daders in de hand werkt. Aan kinderen die per email worden gepest kan worden geadviseerd om nooit te reageren op de mails. Nieuwe berichten moeten ongeopend terug worden gestuurd. Als daders geen respons krijgen, dan gaat de lol er af. Als de e-mails bedreigend of seksueel getint zijn, dan is het belangrijk om aangifte te doen. Kinderen die via mobiele telefoons worden lastiggevallen, kunnen het beste bepaalde nummers blokkeren. Als de dader anoniem belt, dan kan in het ergste geval een nieuw nummer worden aangevraagd. Tips over digitaal pesten: Voor het gepeste kind: - negeer pestmails - blokker de pesters op msn etc. - vertel het aan je ouders of iemand anders die je vertrouwt - bewaar pestmails als bewijs Voor de ouders: - zet de pc op een controleerbare plek Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 12
- leer uw kind gedragsregels over het internet - controleer regelmatig de inhoud van de telefoon en/of computer van uw kind
Voor de ouders van het gepeste kind: - laat het kind de pestmails en andere bedreigende mails bewaren als bewijs - praat met de school en met andere ouders - maak melding of die aangifte bij de politie Voor leerkrachten: - toon interesse in wat kinderen doen op het internet - spreek regels af hoe je met elkaar omgaat bij het gebruik van media - probeer de dader op te sporen als er anoniem wordt gepest.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 13
7. Bijlagen: 7.1. Pestprotocol voor alle kinderen. Zie je dat iemand gepest wordt, zet dan je witte pet op en meldt het aan je leerkracht of de pleinwacht. Klikken over pesten bestaat niet. 1. Ik zet mijn witte pet op, want ik pest niet mee 2. Ik meld (zelf of samen met andere kinderen) het pesten bij de juf, de meester, mijn vader/moeder of een andere volwassene. 3. Ik durf te zeggen: Houd er mee op. Ik vind het gemeen wat je doet. 4. Ik vertel het thuis en vraag om ideeën. Kom je zelf naar gedrag tegen? Zeg en doe dan dit: 1. Wil je er mee stoppen. Ik vind het vervelend dat je ……….. doet. 2. Wil je er niet mee stoppen? Meen je dat? 3. Zoek het uit. Hier heb ik geen zin in. Je haalt je schouders op en gaat iets gezelligs doen. Je blijft rustig, je blijft je eigen baas. 4. Ga weg bij vervelend gedoe. Zoek een maatje. Maak een kletspraatje met iemand anders. Op die manier kom je meestal van de pesters af. 5. Zorg ervoor dat je zelf geen benzine geeft. Ga je reageren, dan wordt het alleen maar erger.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 14
7.2. Pestprotocol voor het gepeste kind. 1. Ik ga niet huilen, piekeren of verdrietig zijn. Ik ben niet zielig. Ik zet mijn witte pet op en pak het pesten aan. 2. Ik zeg: Dat vind ik niet leuk. Stop er mee. Je doet gemeen. Je maakt me verdrietig. Ik wil dat je stopt. 3. Pesten is gemeen. Ik meld dat ik gepest word. Dat is geen klikken. 4. Ik vraag klasgenootjes om hun witte pet op te zetten en mij te helpen, zodat ik niet alleen sta. 5. Ik ga mijn hart luchten bij iemand, die ik aardig vind en vertrouw en vraag om hulp. Dat doe ik bij juf/meester, bij mijn ouders of iemand anders die ik goed ken en kan vertrouwen. 6. Als ik mijn witte pet op heb, negeer ik de pestvogel. Hij/zij weet niet eens wat hij/zij doet. Ik draai me om en meld het. 7. Ik vraag een andere plaats in de klas als ik te dicht bij de pestvogel zit. 8. Als ik vervelende e-mails krijg dan meld ik dat aan mijn ouders. Het adres waarvan de e-mails komen wordt geblokkeerd. 9. Word ik gepest op MSN, dan meld ik dat aan mijn ouders. De persoon die de MSN stuurt wordt geblokkeerd, zodat ze niet meer met mij kunnen praten. 10. Ik schrijf een dagboekje met alle vervelende dingen die de pestvogel doet. Dat laat ik de juf/meester of mijn ouders lezen. 11. Ik kan gaan praten met een ander gepest kind. 12. Ik kan boeken lenen over het pesten en geef die dan aan andere kinderen om te lezen. 13. Ik kan leuke dingen doen, bijvoorbeeld naar een club. Ik ben dan nooit verplicht met de pestvogel te blijven omgaan. 14. Ik denk alleen aan leuke dingen die ik met andere kinderen doe. 15. Als ik meer informatie wil bel ik (gratis) de kinderentelefoon (0800-0432) tussen 14.00 en 20.00 uur. Ik kan ook kijken op www.pestweb.nl of www.pesten.net 16. Het is niet mijn schuld. Ik ben zoals ik ben en dat is goed. 17. Ik ben een tijger, een kanjer. Ik ben net zo sterk, groot en slim als de pestvogel. 18. Ik kan de pestvogel aan als ik hulp krijg van klasgenootjes, juf/meester, ouders, vrienden/vriendinnen.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 15
7.3. Pestprotocol voor de pester. 1. Ik denk na over hoe het is om gepest te worden. Hoe zou ik dat vinden? 2. Ik kan mijn zwarte pet afzetten. IK STOP MET PESTEN. 3. Ik vraag hulp aan de juf/meester en/of mijn ouders. 4. Ik ga na schooltijd direct naar huis. Ik kom dan niet in een situatie dat ik kan pesten. 5. Ik ga leuke dingen doen met een nieuwe groep kinderen. 6. Als ik een grapje maak, kijk ik of de ander mijn grapje ook leuk vindt. 7. Ik ga nadenken over hoe ik vanaf nu een tijger kan zijn: - Wil ik stoer zijn, dan ga ik op een vechtsport. - Verveel ik me? Is er niemand thuis? Ik ga naar een vriendje om te spelen of ik ga naar een club om leuke activiteiten te doen. - Pest ik omdat ik bang ben zelf gepest te worden? STOP. Ik doe aardig en anderen doen aardig tegen mij. 8. Als ik meer informatie wil, bel ik de kindertelefoon (0800-0432 tussen 14.00 uur en 20.00 uur) of ik kijk op www.pestweb.nl of www.pesten.net 9. Ik kan mijn zwarte pet omruilen voor een witte pet, ook al verwachten anderen dat ik de pestvogel ben.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 16
7.4. Pestprotocol voor ouders. 1. Ook mijn kind kan een zwarte pet opzetten en een pestvogel zijn. 2. Ook mijn kind kan gepest worden. 3. Ik neem het probleem serieus. 4. Ik raak niet in paniek. 5. Ik straf niet lichamelijk als ik hoor dat mijn kind vaak een zwarte pet opzet. 6. Ik probeer er achter te komen wat de mogelijke oorzaken zijn. 7. Ik vraag mij af: - Voelt mijn kind zich veilig thuis? - Voelt mijn kind zich veilig op school? - Pest mijn kind uit stoerheid of uit gewoonte? - Pest mijn kind omdat het denkt dat het zo hoort? - Pest mijn kind omdat het bij de groep wil horen? - Welke tv-programma’s volgt mijn kind allemaal? - Weet mijn kind wel wat het doet, wat het aanricht? 8. Ik besteed aandacht aan mijn kind. 9. Ik corrigeer agressieve buien. 10. Ik stimuleer mijn kind om aan sport te doen of bij een club te gaan. 11. Ik overleg met de school en niet met de ouders van een pestvogel of een gepest kind. 12. Ik bied hulp aan mijn kind. 13. Ik lees boeken over pesten en/of vraag informatie op. 14. Ik schakel eventueel een expert in als ik dat nodig vind of als de school dit aangeeft.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 17
7.5. Pestprotocol voor de leerkracht. 1. Door het kanjerproject wordt pestgedrag verminderd en misschien zelfs voorkomen. 2. Wacht niet tot het pesten gemeld wordt, maar let op de signalen, want lang niet al het pesten wordt gemeld. 3. Signalen van pesterijen kunnen zijn: - doodzwijgen, isoleren - insluiten in de klas, op de gang of op het schoolplein - opwachten buiten school - slaan of schoppen - altijd een bijnaam geven - zogenaamd leuke opmerkingen maken - bezittingen afpakken - opmerkingen maken over kleding - iemand voortdurend ergens de schuld van geven. 4. Neem kinderen serieus als pesterijen worden gemeld. Doe je dat niet dan durft hij/zij het misschien niet weer te zeggen. 5. Is er sprake van onderhuids pesten, dan heeft het geen zin om leerlingen daar mee te confronteren: de leerlingen zullen het ontkennen, zeggen dat het een grapje is of de gepeste leerling de schuld geven. 6. Bij onderhuids pesten moet je het pesten in algemene zin in de klas aan de orde stellen. 7. Is er sprake van merkbaar lichamelijke of geestelijke mishandeling dan moet je direct ingrijpen. Als je nu niet ingrijpt dan zeg je eigenlijk: “ga maar door” 8. Het gesprek dat je nu met de pester moet voeren is kort en duidelijk. 9. Vraag aan de pester: “Is het jouw bedoeling om het leven van …. zuur te maken? “. Hierop mag de pester alleen met ja of nee antwoorden. Bij nee, mag het vanaf nu ook niet meer gebeuren. Bij ja, is het een groot probleem en moet je maatregelen nemen. 10.De pester moet gaan inzien welke gevolgen het pesten heeft. Hij moet gaan inzien hoe het gepeste kind zich voelt. 11. Als dit alles geen effect heeft, dan is de volgende stap het voeren van probleemoplossende gesprekken met de pester om de oorzaken van het pestgedrag te vinden. 12. Niemand is gewoon een pester. Het is aangeleerd gedrag. Een pester kan zijn zwarte pet afzetten, maar heeft daar hulp bij nodig. 13. Is de oorzaak duidelijk, probeer dan de gevoeligheid van de pester voor wat hij moet het slachtoffer uithaalt, te vergroten. 14. Maak daarna samen met de pester afspraken over gedragsverandering. Aan het einde van elke week evalueer je samen met de pester of hij/zij zich aan de afspraken heeft gehouden. 15. Neem contact op met de ouders. De ouders moeten dan, voorzichtig maar duidelijk, worden verteld wat hun kind anderen aandoet. Ouders kunnen het pesten niet ontkennen omdat je alle voorgaande activiteiten hebt vastgelegd. 16. Bij grote problemen kun je in overleg met de zorg een handelingsplan opstellen. 17. Als een pester andere kinderen echt mishandelt of eigendommen vernielt dan moeten de ouders er direct bij worden betrokken. 18. Stopt het pesten niet, dan is een sociale vaardigheidstraining een optie.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 18
19. Bij een onhoudbare situatie is de school genoodzaakt om sancties te stellen. Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag kan tot schorsing worden overgegaan. 20. Vergeet de hulp aan de hele klas niet. Je kunt in de klas een boek voorlezen over pesten. 21. Elke situatie is weer anders, dus je moet zelf proberen in te schatten wat de ernst van de situatie is. Schuif het niet te snel weg, maar leg het probleem eens voor aan een collega of bespreek het tijdens de personeelsvergadering.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 19
7.6. Regels binnen de groep. - Respecteer en accepteer elkaar zoals je bent. - We noemen elkaar bij de voornaam. - Loop in wandeltempo door de gang. - Wees beleefd tegen iedereen in de school. - Laat, als je wat wilt zeggen, een ander netjes uitspreken. - Hang je jas en tas netjes aan de kapstok. - Rolschaatsen moet je uittrekken in de gang. Je moet ze zo neerzetten dat niemand er over kan struikelen. - Bij het begin van de les gaat kauwgom en ander snoepgoed in de prullenbak. - Als je naar het toilet bent geweest, spoel dan door en was je handen. - Petten/hoofddoekjes worden niet in de klas gedragen. - Doe gebruikt kladpapier in de papierbak. - Als de bel gaat aan het einde van de les, wacht je tot de meester/juffrouw zegt dat je mag vertrekken. - De mobiele telefoon mag niet aan staan tijdens de lessen. In de groepen kunnen soms andere regels worden gebruikt. De oorzaak hiervoor is te vinden in: - verschil van persoonlijkheid van de leerkracht - verschil in de leeftijd van kinderen - verschil van werkvormen - groepsgrootte
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 20
7.7. Regels op het plein. - Je mag niet tussen de fietsen spelen, omdat we willen voorkomen dat fietsen worden beschadigd. - Om ongelukken te voorkomen mag je tot een kwartier na schooltijd, niets fietsen op het plein. Loop met de fiets aan de hand naar de fietsenstalling. - Als je op het plein bent, mag je er niet meer af. - Gooi rommel en klokhuizen in de prullenbak. - Alleen groep 8 mag voetballen aan de zijkant van de school. - Als er sneeuw op het plein ligt, dan mag er niet op ramen en op de deur worden gegooid. Gooi ook geen ijsballen en zeep kinderen niet in met sneeuw. Neem afstand bij het gooien van sneeuwballen. Gooi geen sneeuwballen naar kinderen die dat niet willen. - Als er een probleem ontstaat op het plein dan praten we dat uit met onze mond. We gebruiken geen handen en/of voeten. Als het probleem niet op te lossen is, dan ga je naar de pleinwacht. - Kom niet te vroeg op het plein, want voor 08.15 uur en 13.00 uur is er geen pleinwacht. - De materialen op het plein moeten gebruikt worden waarvoor ze zijn bedoeld. Touwen zijn om touwtje te springen en niet om elkaar vast et binden. - Niet spugen op het plein. - Denk bij spelletjes om de kleren van elkaar. - Houd je aan de regels van het spel dat je speelt. - Als de bel gaat, ga je in de rij staan. - Houd rekening met andere kinderen die op het plein spelen. Dit geldt vooral bij ren- en tikspelletjes. - Er mogen geen waveboards op het plein. Als iedereen zich aan deze regels houdt, dan kunnen we allemaal met plezier op het plein spelen.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 21
7.8. Regels voor het gebruik van digitale media. - Leerlingen mogen internet gebruiken voor het raadplegen van bronnen, zoeken naar content en het spelen van spelletjes, waarbij hetgeen zij doen wel gerelateerd moet zijn aan onderwijs. Overig gebruik dient altijd in overleg met en na goedkeurig van een leerkracht. - Buiten schooltijd mogen de computers ook door kinderen worden gebruikt als zij toestemming hebben gekregen van de leerkracht. - Bij surfen op het internet mag niet worden gezocht naar zoekwoorden die te maken hebben met grof taalgebruik, agressie, seks en discriminatie. - Op school mag niet worden gechat of ge-msn’d tijdens de lessen, tenzij dat voor educatieve doeleinden wordt gebruikt met toestemming van de leerkracht. - Leerlingen moeten met de leerkracht van te voren afspreken wat ze op het internet willen gaan doen, mits ze geen vaste opdracht hebben gekregen. - Leerlingen mogen slechts printen wat echt noodzakelijk is en op aangeven van de leerkracht. - Leerlingen mogen slechts downloaden wat echt noodzakelijk is en slechts op aangeven van de leerkracht. - Voor iedereen geldt dat het niet is toegestaan om persoonlijke informatie zoals naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres, wachtwoorden en pincodes te geven via internet, chatprogramma’s en/of e-mail. Gebruik geen voor de hand liggend wachtwoord. - Leerlingen moeten een leerkracht waarschuwen als ze informatie tegenkomen waardoor ze zich niet prettig voelen of waarvan ze weten dat het niet hoort. - We proberen kinderen te motiveren bij de leerkracht te melden als er minder leuke dingen gebeuren op internet zoals bijvoorbeeld pesten. - Lees en beantwoord geen e-mails van onbekenden en zeker niet als er bijlagen worden gestuurd door onbekenden. - Leerlingen versturen zelf geen gemene, valse of vervelende kwetsende berichten. - Zet, als je de laatste bent, de computers uit en zet je stoel op de plaats waar hij hoort. - Installeren van software gebeurt in overleg met de ICT-er. - Tijdens het overblijven is het niet toegestaan om de computers te gebruiken. - Misbruik door kinderen wordt gemeld bij de directie en, indien nodig, bij de ouders.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 22
VPCO Boskoop/Waddinxveen
LEERKRACHTEN
Afspraken Top-Tien
1
Gebruik je eigen wachtwoord als je pincode, houd het geheim!
Er mag door niemand software geïnstalleerd worden op het netwerk, ook niet tijdelijk en ook geen demo’s
3
Wijzig nooit het bureaublad, de mappen en documenten op de werkstations
Houd de werkplek altijd netjes: houd de computerplek school. Eet en drink niet bij de PC’s!
5
4
Open geen mail van onbekende afzenders, of van berichten zonder onderwerp
Het is niet toegestaan om je via school digitaal te abonneren dan wel iets via email of Internet te bestellen. Vraag altijd toestemming aan de directie
7
2
6
Laat kinderen met gerichte opdrachten werken.
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 23
Video’s of muziek downloaden is niet toegestaan.
9
8
Vraag jezelf - in verband met auteursrechten - altijd af of gevonden afbeeldingen op het Internet, door jou mogen worden gepubliceerd.
Publiceer niets op Internet zonder toestemming en verstuur geen gegevens van jezelf naar het Internet
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
10
Pagina 24
VPCO Boskoop/Waddinxveen
LEERLINGEN
Afspraken Top-Tien Met wachtwoorden moet je omgaan net als met je pincode; Iedereen mag alles van je weten behalve je …..
Je mag geen software op het netwerk installeren, ook niet om een spelletje te spelen!
Laat alles wat je op het bureaublad ziet altijd staan, ook de documenten, en mappen
Houd de werkplek altijd netjes: ruim altijd alles op en eten en drinken doe je niet in de buurt van computers. Sluit de computer af aan het eind van de schooldag!
Open geen mail van onbekende afzenders, of van berichten zonder onderwerp. Als je twijfelt vraag je het aan je meester of juf!
Het is niet toegestaan om je via school digitaal te abonneren dan wel iets via email of Internet te bestellen
Ga op het Internet alleen naar die pagina's waarvan je weet dat je die mag bezoeken
Je mag geen video’s of muziekbestanden downloaden zonder toestemming van de juf of meester
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 25
Vraag altijd toestemming aan de leerkracht of hulpouder of je mag printen
Publiceer niets op Internet zonder toestemming van de meester of juf en verstuur geen gegevens van jezelf naar het Internet
Pestprotocol van de Koning Willem-Alexanderschool, locatie Oranjelaan
Pagina 26