Per maand of per kWh?
Amsterdam, februari 2006 Onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken
Per maand of per kWh? Beoordeling van de effecten van een ander tariefsysteem voor kleinverbruikers elektriciteit
Rob Aalbers Michiel de Nooij
“De wetenschap dat het goed is” SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast economisch onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Ons onderzoek helpt onze opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Dat geeft ons zicht op de nieuwste wetenschappelijke methoden. We hebben geen winstoogmerk en investeren continu in het intellectueel kapitaal van de medewerkers via promotietrajecten, het uitbrengen van wetenschappelijke publicaties, kennisnetwerken en congresbezoek.
SEO-rapport nr. 865
ISBN 10: 90 - 6733 - 320 - 4 ISBN 13: 978-90-6733-320-7
Copyright © 2006 SEO Economisch Onderzoek, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.
PER MAAN D OF PER KW H?
Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies...........................................................................................................................i Voorwoord
..........................................................................................................................................v
1
Inleiding ..........................................................................................................................1
2
Alle effecten behalve inkomenseffecten ....................................................................5 2.1
De onderscheiden tariefsystemen ...............................................................................5 2.1.1
De huidige situatie.........................................................................................................5
2.1.2
Uniform capaciteitstarief ..............................................................................................5
2.1.3
Uniform capaciteitstarief met compensatie...............................................................5
2.1.4
Gedifferentieerd capaciteitstarief ................................................................................6
2.1.5
Gedifferentieerd capaciteitstarief met compensatie.................................................6
2.1.6
StandaardJaarVerbruik (SJV) .......................................................................................6
2.2
Vereenvoudiging administratieve processen .............................................................6
2.3
Kostenveroorzaking......................................................................................................8
2.4
Milieu...............................................................................................................................9
2.5
Concurrentie................................................................................................................ 10
2.6
Belastingstelsel ............................................................................................................ 10
2.7
Samenhang met gemaakte uitgangspunten............................................................. 11
3
Data en rekeningeffect............................................................................................... 13 3.1
Data: inkomen, energieverbruik, aansluitwaarde en huishoudenskenmerken .. 13
3.2
Rekeningeffect ............................................................................................................ 18
4
Uniform capaciteitstarief zonder compensatie ...................................................... 21 4.1
Inleiding ....................................................................................................................... 21
4.2
Inkomenseffecten....................................................................................................... 21
4.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd............................................................. 26
SEO EC ONO MISC H O ND ERZ OEK
4.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte ................................................. 28
5
Uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB ...................................... 31
6
Gedifferentieerd capaciteitstarief zonder compensatie ........................................ 33 6.1
Inleiding ....................................................................................................................... 33
6.2
Inkomenseffecten....................................................................................................... 33
6.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd............................................................. 38
6.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte ................................................. 39
7
Gedifferentieerd capaciteittarief met compensatie via de REB .......................... 43 7.1
Inleiding ....................................................................................................................... 43
7.2
Inkomenseffecten....................................................................................................... 43
7.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd............................................................. 48
7.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte ................................................. 49
8
Capaciteitstarief op basis van Standaard Jaarverbruik. ......................................... 51 8.1
Inleiding ....................................................................................................................... 51
8.2
Inkomenseffecten....................................................................................................... 51
8.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd............................................................. 56
8.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte ................................................. 57
Referenties
....................................................................................................................................... 59
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
PER MAAN D OF PER KW H?
i
Samenvatting en conclusies De invoering van het leveranciersmodel in de elektriciteitssector in combinatie met de voorgenomen splitsing van netbeheerder en leverancier blijkt de complexiteit van het berichtenverkeer te vergroten, omdat er veel meer gegevens uitgewisseld moeten worden tussen netbeheerders enerzijds en leveranciers anderzijds. De belangrijkste oorzaak van het toegenomen berichtenverkeer ligt in de frequente uitwisseling van verbruiksgegevens van huishoudens tussen netbeheerder en leverancier. De toename van het berichtenverkeer resulteert tevens in een toename van het aantal handmatige correcties. Het zijn vooral deze handmatige correcties die leiden tot een sterke stijging van de kosten van de administratieve processen. Om de administratieve problemen te verminderen en de kosten van de administratieve processen te beperken pleit de energiesector voor de invoering van een capaciteitstarief voor de transportkosten. De gedachte hierachter is dat een vast tarief voor de transportkosten de noodzaak van het uitwisselen van meterstanden elimineert. Correcties op de meterstanden door de leverancier hoeven dan niet meer gecommuniceerd en afgestemd te worden met de netwerkbeheerder. Hierdoor daalt de omvang van het berichtenverkeer. Met een vast tarief wordt een tarief bedoeld dat niet afhankelijk is het kWh verbruik in datzelfde jaar. Voorbeelden van dit soort tarieven zijn het uniforme capaciteitstarief (een bedrag per aansluiting per jaar, waarbij het bedrag voor alle huishoudens hetzelfde is), het gedifferentieerd capaciteitstarief (een bedrag per aansluiting per jaar, waarbij het bedrag afhankelijk is van de grootte van de aansluiting) en het tarief gebaseerd op het StandaardJaarVerbruik (een bedrag dat afhankelijk is van het historisch kWh verbruik). In dit rapport zijn de bovenstaande vormen van een capaciteitstarief beoordeeld in termen van hun effect op zes verschillende dimensies. Deze dimensies zijn: a.
De omvang van de kostenbesparing als gevolg van een vereenvoudiging van de administratieve processen;
b. De omvang van de inkomenseffecten die optreden na invoering van het capaciteitstarief; c.
De mate waarin het capaciteitstarief aansluit bij het principe van de kostenveroorzaking;
d.
De mate waarin het capaciteitstarief de concurrentie tussen leveranciers beïnvloedt;
e.
De mate waarin het capaciteitstarief aansluit bij de principes achter het huidige belastingstelsel;
f.
De omvang van de milieueffecten.1
Voor zowel het uniforme als het gedifferentieerde capaciteitstarief zijn tevens de effecten van compenserende maatregelen via de REB bepaald. Bij deze compenserende maatregelen is het 1
Gebaseerd op berekeningen van ECN.
SEO EC ONO MISC H O ND ERZ OEK
ii
uitgangspunt telkens geweest dat er voor de Staat geen effect is op de netto belastinginkomsten. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het resultaat van de uitgevoerde beoordelingen.
INKOMENSEF FECTEN
KOSTENBESPARING DOOR ADMINISTRATIEVE EENVOUD
KOSTENVERO ORZAKING
NETHEID T.O.V. BELASTINGSS YSTEEM
UNIFORM CAPACITEITSTA RIEF ZONDER COMPENSATIE
-
++
0/?
0
--/?
0/+
UNIFORM CAPACITEITSTA RIEF MET COMPENSATIE VIA DE REB
0
++
0/?
-
0
0/+
GEDIFFERENTI EERD CAPACITEITSTA RIEF ZONDER COMPENSATIE
--
+
+/?
0
--/?
0/+
GEDIFFERENTI EERD CAPACITEITSTA RIEF MET COMPENSATIE VIA DE REB
-/0
+
+/?
-
0
0/+
STANDAARD JAARVERBRUIK
-/0
+
0/?
0
-/?
0
MILIEU
CONCURREN TIE
Alle gegeven beoordelingen zijn relatief ten opzichte van de huidige situatie, waarin de transportkosten vrijwel volledig via een kWh tarief aan huishoudens in rekening worden gebracht. Omdat niet bekend is aan welke eisen kostenveroorzakende tarieven moeten voldoen, zijn deze effecten gemarkeerd met een vraagteken. Uit de tabel vallen de volgende conclusies af te leiden: •
Het uniforme capaciteitstarief met compensatie via de REB is de beste keuze, tenzij de bezwaren ten opzichte van het belastingstelsel en/of de kostenveroorzaking zodanig zwaar zwegen dat de voordelen van dit capaciteitstarief niet opwegen tegen deze nadelen.
•
De uiteindelijke keuze voor een bepaald type capaciteitstarief is afhankelijk van de weging van de verschillende effecten: geen van de onderzochte vormen van een capaciteitstarief presteert namelijk beter op alle onderzochte dimensies. Dit geldt zowel ten opzichte van de huidige situatie (voornamelijk een kWh tarief) als ten opzichte van een onderlinge vergelijking. Er moeten dus altijd twee of meer effecten tegen elkaar worden afgewogen.
•
Als de inkomenseffecten zwaarder wegen dan de effecten op het belastingstelsel, dan valt de keuze op het uniforme capaciteitstarief met compensatie in plaats van het
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
SAM ENVAT TI N G EN CON CLU SIES
iii
uniforme capaciteitstarief zonder compensatie. Hetzelfde geldt voor de keuze tussen een gedifferentieerd capaciteitstarief zonder en met compensatie. •
Als het effect op kostenveroorzaking zwaarder weegt dan het effect op het belastingstelsel, dan valt de keuze op het gedifferentieerde capaciteitstarief met compensatie in plaats van het StandaardJaarVerbruik.
•
Het uniforme capaciteitstarief met compensatie is de enige vorm van het capaciteitstarief zonder noemenswaardige inkomenseffecten.
•
Het uniforme capaciteitstarief realiseert de hoogste kostenbesparing al zal het verschil met het gedifferentieerde capaciteitstarief klein zijn als dit snel kan worden ingevoerd. De geschatte kostenbesparing per jaar is identiek voor beide vormen van het capaciteitstarief, maar omdat de bestanden van de netbeheerders met betrekking tot aansluitwaarde niet geactualiseerd zijn, zal de netto contante waarde van de kostenbesparingen fors lager uit kunnen vallen voor het gedifferentieerde capaciteitstarief. Dit nadeel van het gedifferentieerde capaciteitstarief ten opzichte van het uniforme capaciteitstarief wordt kleiner als de bestanden minder vervuild zijn of als ze tegen geringere kosten snel geactualiseerd kunnen worden.
•
De inkomenseffecten zijn het grootst onder het gedifferentieerde capaciteitstarief zonder compensatie. De redenen daarvoor zijn dat (i) het elektriciteitsverbruik slechts in beperkte mate samenhangt met het inkomen en (ii) de aansluitwaarde van woningen nauwelijks samenhangt met het verbruik in kWh. Huishoudens met een laag inkomen en een grote aansluiting (3 × 25 Ampère) gaan er dus onder een gedifferentieerd capaciteitstarief zonder compensatie relatief sterk op achteruit.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
PER MAAN D OF PER KW H?
v
Voorwoord Dit onderzoek heeft geprofiteerd van de medewerking van een aantal mensen. Dank allereerst aan Edwin Marquart van SenterNovem voor zijn hulp met het verkrijgen van toegang tot de Homedata en het uitvoeren van berekeningen hiermee. Ronald Steenhoek van Millward Brown / Centrum voor uitleg van de Home dataset. EnergieNed voor het verlenen van toestemming om de dataset voor dit onderzoek te gebruiken. Verder hebben diverse mensen nuttig commentaar geleverd (in alfabetische volgorde): Paulus Agterberg (Continuon), Jos Blommaert (Essent), Paul Corton (Continuon), Han Damsté (EnergieNed), Ralph van Hof (NRE), Roel Kaljee (EnergieNed), Erik van Overveld (NRE), Rob van Rees (Greenchoice), Erik Roddenhof (Nuon), Kjartan Skaugvoll (Nuon), Jeroen De Swart (Eneco Netbeheer), en vanuit de opdrachtgever Remon Dantuma (ministerie van Economische Zaken), en Ronald Jansen (Dte). Uiteraard zijn de auteurs verantwoordelijk voor de inhoud van het rapport en de getrokken conclusies.
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
PER MAAN D OF PER KW H?
1
1
Inleiding
In dit rapport worden verschillende typen capaciteitstarieven voor kleinverbruikers beoordeeld aan de hand van de effecten die met de invoering van elk type capaciteitstarief gepaard gaan. Deze effecten zijn: het effect op de kosten van de administratie van de elektriciteitsbedrijven, de mate waarin een tarief gebaseerd is op het kostenveroorzakingsprincipe, het effect op het milieu, het effect op de concurrentie tussen elektriciteitsbedrijven, de mate waarin voor invoering aanpassingen in het belastingstelsel nodig zijn en de inkomenseffecten. De beoordeling die gegeven wordt is relatief ten opzichte van de huidige situatie. Stel bijvoorbeeld dat het effect op kostenveroorzaking positief is, dan wil dat zeggen dat die vorm van het capaciteitstarief beter aansluit op het kostenveroorzakingsprincipe dan de huidige tarieven en niet dat er geen verdere verbetering meer mogelijk is. De beoordeling in termen van effecten resulteert uiteindelijk in een tabel waarin per capaciteitstarief een overzicht wordt gegeven van de effecten van de invoering van dat capaciteitstarief. Deze tabel, die in de ‘Samenvatting en conclusies’ wordt gepresenteerd, heeft de volgende vorm Tabel 1.1
Overzicht van de effecten per capaciteitstarief
CAPACITEITSTARIEF 1 CAPACITEITSTARIEF 2
EFFECT 1
EFFECT 2
EFFECT 3
0 +
0
+ --
en kan verdere oordeelsvorming over de voor- en nadelen van de invoering van een bepaalde vorm van een) capaciteitstarief faciliteren. In totaal worden drie verschillende capaciteitstarieven op hun merites beoordeeld: een uniform capaciteitstarief voor alle huishoudens, een gedifferentieerd capaciteitstarief voor alle huishoudens en een tarief gebaseerd op het StandaardJaarVerbruik (SJV).23 Daarnaast wordt voor zowel het uniforme capaciteitstarief als het gedifferentieerde capaciteitstarief een beoordeling gegeven van de invoering van dat capaciteitstarief inclusief enkele mitigerende maatregelen om met name de negatieve inkomenseffecten geheel of gedeeltelijk te ondervangen. Deze mitigerende maatregelen bestaan uit een verhoging van het REB-per-kWh tarief en een
2 3
Het SJV van een huishouden is het elektriciteitsverbruik van dat huishouden in het voorafgaande jaar of een gemiddelde over de voorafgaande jaren. Een geleidelijke invoering van de diverse vormen van een capaciteitstarief wordt in dit rapport niet expliciet behandeld. De effecten hiervan zijn namelijk makkelijk af te leiden uit de effecten van invoering ineens. Ook niet opgenomen in het rapport is een capaciteitsheffing die wordt berekend op de aanname dat er geen vaste kosten van 48 euro per aansluiting zijn. De reden hiervoor is dat de inkomenseffecten van deze vorm van de capaciteitsheffing nog groter zijn dan de inkomenseffecten van de gedifferentieerde capaciteitsheffing. Daarnaast is onduidelijk in welke mate deze vorm van de capaciteitsheffing een voordeel heeft in termen van kostenveroorzaking.
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
2
HOO FD STU K 1
gelijktijdige verhoging van de REB teruggave voor elektriciteit.4 De aanpassing van beide belastingtarieven is telkens zo gekozen dat er per saldo geen effect is op de belastinginkomsten. Bij de beoordeling van de effecten van de diverse vormen van een capaciteitstarief zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: •
Gelijktijdig met het capaciteitstarief wordt ook het leveranciersmodel ingevoerd: de leverancier wordt het enige aanspreekpunt van de klant voor vragen omtrent de factuur en de levering van elektriciteit. Alleen in geval van storingen heeft de klant nog contact met de netbeheerder.
•
Er vindt een zodanige aanpassing van het BTW regime plaats dat zowel netbeheerder als leverancier zelf verantwoordelijk zijn voor de afdracht van BTW aan de belastingdienst.
•
Er is geen centraal aansluitregister waar netbeheerders en leveranciers hun meergegevens uitwisselen.
•
De leverancier factureert de transportkosten conform de door DTe voorschreven richtlijnen en heeft dus zelf geen zeggenschap over de wijze waarop hij de transportkosten doorberekent aan de klant. Belangrijke redenen om de transportkosten door te rekenen conform de richtlijnen zijn dat: (i) het voor de klant direct zichtbaar is wat het effect is van de regulering van DTe; (ii) de mate waarin de voordelen van regulering worden doorberekend aan de klant niet afhankelijk is van de mate van concurrentie op de leveranciersmarkt. 5
•
Een massale uitrol van slimme meters laat vooralsnog op zich wachten. Dit kan twee oorzaken hebben. De eerste mogelijke oorzaak is dat een massale uitrol niet wenselijk is volgens of voor de partijen die dit moeten realiseren. De tweede mogelijke (en met de eerste verklaring conflicterende) oorzaak is dat – alhoewel wenselijk – een massale uitrol van slimme meters 5 tot 10 jaar in beslag neemt.
De beoordeling van de effecten van de verschillende vormen van een capaciteitstarief vindt in eerste instantie plaats binnen het kader van deze uitgangspunten. Wel wordt – waar nodig – aangegeven in welke mate de conclusies afhankelijk zijn van de gehanteerde uitgangspunten. Deze uitgangspunten hoeven niet overeen te komen met (nog te ontwikkelen) beleid van het ministerie van Economische zaken. De keuze van de uitgangspunten door SEO is zo neutraal mogelijk gebeurd en voor verantwoording van SEO.
4
5
Een andere mitigerende maatregel is staffeling van de REB. Deze is vanwege twee redenen niet opgenomen in dit rapport. De eerste reden is dat deze maatregel onnodig complex is. De tweede reden is dat staffeling, in de vorm van een heffingsvrije voet van 800 kWh, recentelijk is afgeschaft. Merk op dat theoretisch gezien deze richtlijn geen impact heeft. Elke leverancier kan immers via de leveringstarieven een (impliciete) korting geven op de nettarieven gelijk aan de hoogte van het te factureren bedrag voor de transportkosten.
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
INLE IDING
3
De opbouw van dit rapport is als volgt. Voor elk type capaciteitstarief vindt in Hoofdstuk 2 een beoordeling plaats van de daarmee samenhangende effecten, met uitzondering van de inkomenseffecten. In de hoofdstukken 3 tot en met 8 worden dan de inkomenseffecten van de verschillende capaciteitstarieven besproken alsmede het effect van enkele mitigerende maatregelen. De ‘Samenvatting en conclusies’ in het begin van het rapport bevat de conclusie.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
5
PER MAAN D OF PER KW H?
2
Alle effecten behalve inkomenseffecten
In dit hoofdstuk worden – met uitzondering van de inkomenseffecten – alle effecten van de invoering van (een vorm van) het capaciteitstarief besproken. De inkomenseffecten komen aan de orde in de hoofdstukken 3 tot en met 8. De bespreking is geordend op basis van de effecten. Zo wordt in Paragraaf 2.2 het effect van de invoering van de diverse vormen van het capaciteitstarief op de administratieve processen besproken, in Paragraaf 2.3 het effect van de invoering van de diverse vormen van het capaciteitstarief op de concurrentie, et cetera. Door deze ordening ontstaat per effect een helder beeld van de relatie tussen de vorm van het capaciteitstarief en de omvang van het effect. Een overzicht van alle effecten tezamen wordt gegeven in de ‘samenvatting en conclusies’.
2.1
De onderscheiden tariefsystemen
2.1.1 De huidige situatie Op dit moment worden de transportkosten voornamelijk via het aantal afgenomen kWh bij huishoudens in rekening gebracht. Zo wordt op dit moment aan het gemiddelde huishouden 18 euro vastrecht en 4 eurocent per afgenomen kWh in rekening gebracht voor de netkosten (exclusief BTW).6 Alle vormen van het capaciteitstarief die hier worden besproken hebben als resultaat dat het vastrecht stijgt, terwijl er voorzover het de netkosten betreft niets meer per afgenomen kWh in rekening wordt gebracht. Hieronder wordt een korte toelichting gegeven over de wijze waarop de verschillende vormen van het vastrecht zijn berekend.7 Meer details over deze berekening staan in Hoofdstuk 3 tot en met 8.
2.1.2 Uniform capaciteitstarief Onder een uniform capaciteitstarief betalen alle huishoudens hetzelfde tarief ongeacht de grootte van hun aansluiting en hun kWh verbruik. Dit tarief is 125,48 euro per aansluiting per jaar.
2.1.3 Uniform capaciteitstarief met compensatie Onder een uniform capaciteitstarief betalen alle huishoudens hetzelfde tarief ongeacht de grootte van hun aansluiting en hun kWh verbruik. Dit tarief is 125,48 euro per aansluiting per jaar, een verhoging van 107,48 euro. De REB teruggave elektriciteit stijgt met exact dit bedrag, terwijl de REB per kWh stijgt met 4 cent per kWh. Onder deze vorm van het capaciteitstarief krijgt elke klant vrijwel dezelfde factuur en zijn er dus geen inkomenseffecten. 6 7
Hier worden de afgeronde bedragen gepresenteerd. De berekeningen zijn met niet afgeronde cijfers uitgevoerd. Berekend op basis van een ongewogen gemiddelde van de vijf grootste netbedrijven. Alle bedragen zijn exclusief BTW, tenzij het effecten op de rekening betreft, deze zijn steeds inclusief BTW De genoemde bedragen kunnen afwijken van de bedragen die huishoudens in werkelijkheid betalen, omdat de gebruikte database gecorrigeerd is voorverschillen tussen jaren en gecorrigeerd is voor verschillende momenten van meteropname.
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
6
HOO FD STU K 2
2.1.4 Gedifferentieerd capaciteitstarief Onder een gedifferentieerd capaciteitstarief betalen huishoudens met een aansluiting van 35 Ampère 111,82 euro per jaar, terwijl huishoudens met een aansluiting van 3 × 25 Ampère 200 euro per jaar betalen.
2.1.5 Gedifferentieerd capaciteitstarief met compensatie Onder een gedifferentieerd capaciteitstarief betalen huishoudens met een aansluiting van 35 Ampère 111,82 euro per jaar, terwijl huishoudens met een aansluiting van 3 × 25 Ampère 200 euro per jaar betalen. Ook nu stijgt voor alle huishoudens de REB terugave met 107,48 per jaar, terwijl de REB per kWh met 4 eurocent per kWh stijgt. Alle huishoudens met een kleine aansluiting gaan er 16,25 euro per jaar op vooruit (inclusief BTW), terwijl alle huishoudens met een grote aansluiting er 88,68 euro per jaar op achteruit gaan (inclusief BTW).8
2.1.6 StandaardJaarVerbruik (SJV) Onder het tarief gebaseerd op het SJV krijgt de klant een vastrecht in rekening gebracht dat gebaseerd is op het kWh verbruik in de twee voorafgaande jaren behorende bij die aansluiting.9 Afhankelijk van dit kWh verbruik wordt hij ingedeeld in een van de volgende klassen: tot 1500 kWh, van 1500 tot 3000 kWh, van 3000 tot 4500 kWh en 4500 kWh en meer. Per klasse betalen alle klanten hetzelfde bedrag.
2.2
Vereenvoudiging administratieve processen
De uitwisseling van gegevens tussen leveranciers en netbeheerders veroorzaakt op dit moment reeds een omvangrijke berichtenstroom. Het is de verwachting dat deze berichtenstroom na de invoering van de splitsing van de energiebedrijven sterk zal toenemen. Splitsing maakt het immers noodzakelijk dat veel meer berichten tussen netbeheerders en leveranciers uitgewisseld zullen worden, omdat er geen berichten meer intern, dat wil zeggen tussen netbeheerder en leverancier van het eigen bedrijf, uitgewisseld kunnen worden. De kosten van de administratieve processen hebben niet zozeer te maken met de omvang van het berichtenverkeer, maar voornamelijk met het aantal handmatige correcties dat achteraf op de rekeningen moeten worden uitgevoerd. Wel is het zo dat als de omvang van het berichtenverkeer toeneemt, dat dan verwacht mag worden dat het aantal handmatige correcties ook (rechtevenredig) toeneemt. Deze handmatige correcties treden namelijk op als gevolg van niet of niet op tijd geretourneerde formulieren voor de meteropname, als gevolg van een foute uitlezing
8
9
Huishoudens met een kleine aansluiting betaalden 18 euro vastrecht exclusief BTW. Zij gaan 111,82 vastrecht betalen exclusief BTW, terwijl ze 107,48 exclusief BTW via de REB teruggave terug krijgen. Het saldo hiervan is 111,82-18-107,48=-13,66 exclusief BTW per jaar. Inclusief BTW betekent dit dat hun rekening 16,25 euro per jaar lager uitvalt. Het effect voor huishoudens met een grote aansluiting kan op identieke wijze berekend worden. In gevallen waarin het verbruik in de twee voorgaande jaren niet bekend is, wordt het verbruik in het voorafgaande jaar genomen of het standaardjaarverbruik wordt geschat. Dit is bijvoorbeeld nodig voor nieuwe panden.
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
ALLE EFF ECT EN BEH ALVE IN KOMEN SEF F ECT EN
7
van de meter of als gevolg van fouten bij de uitwisseling van gegevens tussen geautomatiseerde systemen. De elektriciteitsbedrijven hebben een inschatting gemaakt van de kosten die de energiesector zou moeten maken als het leveranciersmodel zonder een uniform capaciteitstarief wordt ingevoerd. Volgens deze inschatting liggen de baten van een invoering van een uniform capaciteitstarief in de grootteorde van € 70 miljoen per jaar (een lage schatting is € 45 miljoen per jaar en een hoge schatting € 107 miljoen per jaar).10 Het onderzoeksteam van SEO Economisch Onderzoek heeft deze berekeningen ingezien en is van mening dat de manier waarop de hoogte van deze baten is geschat het niet waarschijnlijk maakt dat een groot deel van de baten niet bestaat, terwijl het ook mogelijk is dat de baten groter zijn dan nu geschat. Bij dit oordeel hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld: •
Het huidige foutniveau is niet het juiste niveau om toekomstige administraties mee te vergelijken. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel van de huidige fouten – bijvoorbeeld door een verbetering van de automatiseringsystemen – voorkomen kunnen worden. Het lijkt erop dat de energiebedrijven hiermee rekening hebben gehouden. Zo is bij de inschatting van het aantal fouten dat door invoering van het uniforme capaciteitstarief voorkomen kan worden uitgegaan van een realistische schatting. In veel gevallen is het aantal te voorkomen fouten namelijk bepaald door uit te gaan van ‘best practice’ inclusief een (nog te behalen) efficiëntieverbetering. Ook ten aanzien van de kosten om fouten te herstellen is naar de mening van het onderzoeksteam uitgegaan van een realistische schatting.
•
Alleen de kosten van factuurcorrecties en de uitval van berichten zijn gekwantificeerd, terwijl andere baten11 niet zijn gekwantificeerd.
•
De verdere splitsing tussen leveranciers en netbedrijven zal – zo is de verwachting – een toename van het berichtenverkeer veroorzaken, waardoor het aantal fouten verder zal stijgen. De energiebedrijven zijn bij hun schatting uitgegaan van de conservatieve aanname over de stijging van het aantal berichten.
Ten opzichte van het huidige tarief zal de invoering van een uniform capaciteitstarief dus leiden tot een daling van de kosten van de administratieve processen ten opzichte van de situatie waarbij de energiebedrijven zijn gesplitst maar er geen capaciteitstarief is.12 Voor een gedifferentieerd capaciteitstarief geldt dat deze kostenbesparing lager uit zal vallen, omdat de gegevens van de netbeheerders niet up-to-date zijn. Dit maakt het noodzakelijk om de bestanden te actualiseren. De eenmalige kosten hiervan moeten in mindering worden gebracht op de hierboven genoemde 10
11
12
Deze bedragen hebben betrekking op de invoering van een capaciteitstarief op zowel de elektrticiteits- als de gasmarkt. Omdat op de gasmarkt de betaling voor het netwerk grotendeels al via een vast bedrag gaat, zijn de inkomenseffecten daar veel kleiner dan op de elektriciteitsmarkt. Deze zijn hier daarom niet geanalyseerd. Zoals het voorkomen van dubbele administraties, de vereenvoudiging van start-stop berichten, vereenvoudiging van de rekening waardoor minder vragen van klanten beantwoord moeten worden, en vergroting van het aantal activiteiten in de markt waardoor bedrijven harder geprikkeld worden om efficiënt te werken. Ten opzichte van de huidige kosten kan er wel een kostenstijging optreden.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
8
HOO FD STU K 2
bedragen. Belangrijker is dat de invoering van een gedifferentieerd capaciteitstarief – vanwege de niet actuele bestanden – ongeveer drie jaar op zich zal laten wachten. Hierdoor zal de netto contante waarde van de kostenbesparingen lager uitvallen. Tot slot geldt voor het SJV dat er weliswaar sprake is van een kostenbesparing, maar dat deze lager zal zijn dan de kostenbesparing die gepaard gaat met een uniform en een gedifferentieerd capaciteitstarief. Er zal niet meer berichtenverkeer tussen netbeheerder en leverancier nodig zijn dan bij andere vormen van een capaciteitstarief, omdat het SJV nu ook al wordt uitgewisseld tussen netbedrijf en leveranciers. Echter de berekening van het tarief vereist meer gegevens en is complexer. Hierdoor is dit duurder en worden waarschijnlijk meer fouten gemaakt die hersteld moeten worden dan in een eenvoudig systeem.
2.3
Kostenveroorzaking
Het principe van kostenveroorzaking schrijft voor dat de tarieven die netbeheerders in rekening (mogen) brengen aan alle gebruikers van het net (producenten en afnemers) gerelateerd worden aan de toekomstige kosten die samenhangen met de netwerken.13 Hieronder vallen ondermeer de netverliezen, de onderhoudskosten en de toekomstige investeringen. Tarieven die aan deze voorwaarde voldoen worden efficiënte tarieven genoemd. Hoe deze tarieven eruit zouden moeten zien, is op dit moment niet bekend. Wel is het mogelijk een aantal principes op te schrijven waaraan efficiënte tarieven zouden moeten voldoen:14 •
Ze moeten zo veel als mogelijk rekening houden met locale verschillen in vraag en aanbod verhoudingen;
•
De kosten van het netwerk moet aan afnemers worden doorberekend naar rato van hun daadwerkelijke piekafname en het tijdstip van die piekafname;
Vooralsnog zijn de praktische implicaties van deze principes onduidelijk. Allereerst zijn er andere overwegingen die er toe kunnen leiden dat het beter is om af te wijken van deze principes, in ieder geval voor zover het de tarieven voor huishoudens en klein zakelijk verbruik betreft. Zo kan de additionele complexiteit die met efficiënte tarieven verbonden is, een nadeel zijn vanwege de hoge transactiekosten. Ook zou het kunnen zijn dat de (welvaarts)winst die met efficiënte tarieven voor huishoudens te behalen is laag is, omdat huishoudens nauwelijks reageren op tariefveranderingen. Daarnaast ontbreekt veelal de informatie, waarop efficiënte tarieven gebaseerd zijn. Zo is voor huishoudens en klein zakelijk verbruik niet bekend wat hun piekafname is en wanneer die plaatsvindt. Er kan dan gewerkt worden met proxy’s. Zo suggereren Jamasb et al. (2005) dat de piekafname voor huishoudens sterk gerelateerd zal zijn aan het verbruik. Analyse van de data van NRE laat echter zien dat de capaciteit van de aansluiting van huishoudens nauwelijks een relatie vertoont met het kWh verbruik. Als de piekafname een goede maatstaf zou zijn voor de piek, dan zou je mogen verwachten dat de relatie tussen de capaciteit van de aansluiting en het kWh verbruik groter zou zijn. Huishoudens met een grotere piekafname hebben immers een grotere aansluiting nodig.
13 14
Zie bijvoorbeeld Jamasb et al. (2005). Zie voor meer uitgebreid overzicht hiervan Jamasb et al. (2005).
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
ALLE EFF ECT EN BEH ALVE IN KOMEN SEF F ECT EN
9
De onduidelijkheden omtrent de relatie met kostenveroorzaking leiden ertoe dat het slechts mogelijk is om indicatieve uitspraken te doen over het effect van de verschillende capaciteitstarieven op de kostenveroorzaking. Voor zowel het uniform capaciteitstarief als het uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB geldt dat er waarschijnlijk geen verbetering is ten aanzien van kostenveroorzaking. De reden is dat het uniform capaciteitstarief geen enkel onderscheid maakt tussen huishoudens en dus ook geen rekening houdt met de hoogte van de piekafname en/of locale verschillen. Ook het huidige systeem houdt geen rekening met locale verschillen. Daarnaast suggereren de data van NRE dat het verbruik vrijwel ongerelateerd is met de piek. Vandaar dat er waarschijnlijk geen verbetering optreedt met de overgang naar een uniform capaciteitstarief. Het is waarschijnlijk dat een gedifferentieerd capaciteitstarief meer rekening houdt met de piekafname van huishoudens dan een tarief gebaseerd op verbruik en het uniforme capaciteitstarief. De reden is dat huishoudens met een grote aansluiting deze niet voor niets hebben. Dit argument steunt op de aanname dat huishoudens met grote aansluiting een bewuste keuze hebben gemaakt voor die grotere aansluiting. Een probleem met deze redenering is echter dat voor een deel van de huishoudens kan gelden dat niet zij, maar de vorige bewoners van het huis waarin men woont, de keuze voor een grotere aansluiting hebben gemaakt of dat de keuze niet op een expliciete afweging van kosten en baten gebaseerd is (tot nu toe leidde de keuze voor een grotere aansluiting immers niet tot hogere lasten). Tot slot heeft het onderzoeksteam begrepen dat de gegevens die de netbeheerders hebben over de aansluitwaarden van huishoudens vervuild en wellicht zelfs sterk vervuild zijn. Dit betekent dat een capaciteitstarief gebaseerd op aansluitwaarde pas geïntroduceerd kan worden, nadat deze gegevens geactualiseerd zijn. Dit zal naar verwachting een jaar of drie in beslag nemen.15 Ten aanzien van het StandaardJaarVerbruik (SJV) geldt dat het tarief voor het transport van elektriciteit gebaseerd is op het historische verbruik. Voor verreweg de meeste huishoudens zal gelden dat het verbruik door de jaren heen sterk gecorreleerd is. Daarnaast zullen als gevolg van verhuizingen en veranderingen in de leefsituatie van huishoudens sterke veranderingen van het jaarverbruik op kunnen treden, die pas na 1 of 2 jaar in het systeem verwerkt zijn. Het SJV is immers gekoppeld aan een adres en niet aan een huishouden. Ten aanzien van de kostenveroorzaking geldt dan ook dat er waarschijnlijk geen of nauwelijks een verschil zal zijn met de huidige situatie.
2.4
Milieu
Het effect van een verandering van de tarieven op het milieu (onder andere de uitstoot van CO2) wordt bepaald door de marginale kosten van een kWh voor de huishoudens. Een lager (hoger) tarief per kWh zal leiden tot een toename (afname) van het elektriciteitsverbruik. In de alternatieven met een capaciteitstarief waarbij niet gecompenseerd wordt via de REB (dus ook het tarief gebaseerd op het SJV) dalen de marginale van elektriciteit voor de huishoudens, omdat zij een lager bedrag per kWh gaan betalen. ECN heeft uitgerekend hoeveel meer 15
Gebaseerd op de aanname dat bij de meteropname ook gekeken wordt naar de aansluiting. Het is natuurlijk mogelijk om de bestanden sneller te actualiseren, maar dat zal leiden tot veel hogere kosten.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
10
HOO FD STU K 2
elektriciteit gebruikt wordt bij de prijsverlaging per kWh die optreedt als de netkosten volledig via een vastrecht worden betaald. In de berekening is ECN uitgegaan van een onvolledige doorwerking van de prijsprikkel. Op korte termijn verwacht ECN een toename van het primair energieverbruik met ongeveer van 4 PJ per jaar, op lange termijn (2020) een toename van 10 PJ. Deze toename van het energieverbruik is omgerekend naar CO2 uitstoot die vervolgens gewaardeerd is.16 De milieuschade op korte termijn is dan €2,8 miljoen en op lange termijn €7,2 miljoen per jaar. Als er sprake is van een capaciteitstarief met compenserende maatregelen, is er geen effect op het milieu. De reden is dat voor de huishoudens de kosten per kWh niet veranderen.
2.5
Concurrentie
Het kan zijn dat de tariefstructuur van invloed is op de mate van concurrentie op de leveranciersmarkt. Hiervoor zijn twee mogelijke routes aan te wijzen. Ten eerste, kan de introductie van een (vorm van het) capaciteitstarief leiden tot een daling van het aantal fouten in de facturen. Deze daling van het aantal fouten kan tot gevolg hebben dat de berichtgeving in de media verbetert, waardoor klanten meer vertrouwen krijgen in het liberaliseringsproces en sneller zullen overstappen. In welke mate dit effect optreedt, valt echter – binnen het bestek van deze studie - niet aan te geven. Ten tweede, kan een ander tariferingssyteem er toe leiden dat de factuur voor de klant beter te begrijpen is. Er komen namelijk minder complexe regels op de factuur. Ook hiervoor geldt dat de eenvoud van de factuur het voor de klant eenvoudiger kan maken om over te stappen van leverancier. Wederom geldt echter dat dit effect – binnen het bestek van deze studie – niet te kwantificeren is. Voor alle vormen van het capaciteitstarief behalve het SJV geldt dat de factuur eenvoudiger wordt. Voor het SJV geldt echter dat dit bij de consument nieuwe vragen op kan roepen. ‘Wat is dat StandaardJaarVerbruik eigenlijk?’ is daarvan de meest waarschijnlijke. Daarnaast zal de daling van het aantal fouten in de factuur bij toepassing van het SJV mogelijk geringer zijn dan bij de andere vormen van het capaciteitstarief, omdat de berekening van de nota complexer is en meer gegevens vereist. Ten aanzien van de concurrentie tussen leveranciers kan dan ook geconcludeerd worden dat deze – als gevolg van de introductie van een capaciteitstarief – (licht?) kan intensiveren. Het is waarschijnlijk dat het SJV een kleiner effect heeft op de intensiteit van de concurrentie dan de andere vormen van het capaciteitstarief.
2.6
Belastingstelsel
Een mogelijk bezwaar ten aanzien van compenserende maatregelen via de REB is dat het niet de bedoeling is dat het belastingstelsel wordt ‘gebruikt’ om problemen ten aanzien van facturering in 16
Hierbij hebben we de volgende aannames gebruikt:: (1) 1 PJ is gelijk aan 277,77 miljoen kWh; (2) opwekking van een MWh elektriciteit veroorzaakt 464 kg CO2 uitstoot; (, 3) de prijs van een ton CO2 is €15; en (4) de opwekking van elektriciteit gebeurt met een energetische efficiëntie van 37 procent (dit corrigeert voor het feit de ECN primaire energie effecten presenteert). Zie Sijm et. al. (2005, Figuur 2.1 en Tabel 3.1) voor onderbouwing van deze aannames.
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
ALLE EFF ECT EN BEH ALVE IN KOMEN SEF F ECT EN
11
specifieke sectoren op te lossen of om de kosten daarvan te beperken. Zo is de REB oorspronkelijk ingevoerd om de kosten van milieuvervuiling door te berekenen in de prijs van elektriciteit. Voor de twee vormen van een capaciteitstarief die gebruik maken van compenserende maatregelen geldt dat dit oneigenlijke gebruik van het belastingstelsel een nadeel kan zijn. In eerste instantie lijkt een compensatie via een hogere teruggave via de REB meer fraude in de hand te werken, omdat het bedrag dat huishoudens bij een gering verbruik netto van de belastingdienst krijgen toeneemt. Echter het bedrag dat mensen betalen bij een bepaald verbruik verandert niet. Datgene wat meer (minder) aan de belastingdienst wordt betaald, wordt namelijk exact gecompenseerd door het bedrag dat minder (meer) aan de netwerkbedrijven wordt betaald. De incentive om te frauderen verandert dus niet (of slechts marginaal bij een gedifferentieerd capaciteitstarief).
2.7
Samenhang met gemaakte uitgangspunten
De in dit hoofdstuk besproken effecten van de invoering van een capaciteitstarief kunnen afhankelijk zijn van de geldigheid van – enkele in de inleiding – gemaakte uitgangspunten. De belangrijkste twee hiervan zullen hier nu kort worden besproken. Ten eerste, kan de kostenbesparing fors hoger uitvallen als het BTW regime niet wordt aangepast en het gedogen van de huidige situatie door de belastingdienst zou komen te vervallen. Hierdoor zou de omvang van het berichtenverkeer namelijk fors toenemen. Ten tweede, kan de invoering van zogenaamde slimme meters het aantal handmatige correcties sterk verminderen, omdat zowel het probleem van niet of niet op tijd ingevulde formulieren voor de meteropname als het probleem van een foute uitlezing van de meter hiermee opgelost wordt. Een grootschalige uitrol van slimme meters laat echter vooralsnog op zich wachten, waardoor invoering van een capaciteitstarief inderdaad kan leiden tot een snellere realisatie van de in dit hoofdstuk genoemde kostenbesparingen.17
17
In economische termen: de netto contante waarde van de kostenbesparingen is dan groter.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
13
PER MAAN D OF PER KW H
3
Data en rekeningeffect
3.1
Data: inkomen, energieverbruik, aansluitwaarde en huishoudenskenmerken
Om de inkomenseffecten te kunnen schatten is gebruik gemaakt van het databestand dat Millward Brown heeft gemaakt voor het Home Onderzoek van EnergieNed. Dit is het meest volledige bestand met gegevens over inkomens, elektriciteit- en gasgebruik, en huishoudenskenmerken (zoals opleidingsniveau, gezinsgrootte, elektrische apparaten, etc.) dat voor Nederland beschikbaar is.18 In dit databestand ontbreken echter gegevens over de aansluitwaarde. Bij een gedifferentieerd capaciteitstarief (gedifferentieerd naar de grootte van de aansluiting) is de aansluitwaarde van belang voor de bepaling van de rekening. Daarom is de grootte van de aansluiting per huishouden geschat. Dit is gedaan op basis van informatie over de energiebron waarop wordt gekookt. Aangenomen is dat huishoudens die op elektriciteit koken een hoger piekverbruik hebben en dus een grotere aansluiting (3 × 25 Ampère) hebben dan huishoudens die op gas koken (1 × 35 Ampère). Volgens de Home database zijn er dan 20 procent huishoudens met een grote aansluiting. De onderverdeling van de Home dataset lijkt redelijk overeen te komen met de verdeling van de aansluitwaarden in Nederland. Volgens EnergieNed (2005b) zijn er in werkelijkheid zeven aansluitwaardes die bij kleinverbruikers voorkomen. Tabel 3.1 geeft in de eerste kolom de aantallen aansluitingen weer per aansluitwaarde, dit zijn zowel huishoudens als kleine bedrijven. Kolom 2 geeft de percentuele verdeling van het aantal aansluitingen. Kolom 3 geeft de procentuele verdeling van de aansluitingen tussen klein en groot in de Home dataset met behulp van bovenstaande aanname.
18
Een ander databestand dan in ogenschouw is genomen is het Woningbehoeften Onderzoek (WBO) 2002 (de meest recente versie). Dit bestand heeft meer waarnemingen. Echter dit voordeel weegt niet op tegen het nadeel dat er geen gegevens over het elektriciteitsverbruik zijn gevraagd aan de respondenten. Gegevens over het elektriciteitsverbruik zijn later geschat op basis van de aanwezigheid van elektrische apparaten. Ook in dit bestand zijn geen gegevens opgenomen over de aansluitwaarde.
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
14
HOO FD STU K 3
Tabel 3.1
Aantal aansluitingen per aansluitwaarde19
NAAM
AANTAL ENERGIENED (2005)
PROCENTIUELE VERDELING
HOME DATASET
4.556.994 229 1.684.482 125.802 50.484 42.354 30.610
70% 0% 26% 2% 1% 1% 0%
80% 0% 20% 0% 0% 0% 0%
8.149.498
100%
100%
t/m 1 × 35A / 1 × 40A t/m 1 × 63A t/m 3 × 25A / 1 × 80A t/m 3 × 35A t/m 3 × 50A t/m 3 × 63A t/m 3 × 80A TOTAAL
Bron: EnergieNed (2005b), berekeningen SEO.
In de berekening van de hoogte van het capaciteitstarief is ervan uitgegaan dat de gemiddelde kleinverbruiker nu € 145 per jaar betaalt aan het netwerk. Verder is aangenomen dat eenderde van de netwerkkosten die de elektriciteitsbedrijven maken vast zijn, dat wil zeggen niet afhangen van het elektriciteitsverbruik (kWh), maar van het feit dat er een aansluiting is. Deze vaste kosten zijn per aansluiting doorberekend (€48). De overige kosten zijn berekend aan de hand van de doorlaatwaarde (gecorrigeerd voor gelijktijdigheid). Tabel 3.2 geeft dit weer. De tweede kolom geeft de maximale transportcapaciteit weer, deze hangt af van het aantal Ampères van de aansluiting. De derde kolom bevat een maat voor gelijktijdigheid (gebaseerd op EnergieNed 2005b). Gelijktijdigheid is de maat waarin de piek van die categorie verbruikers samenvalt met de totale piek in het Nederlandse netwerk. Kolom vier bevat het product van de gelijktijdigheid en de maximale transportcapaciteit. Hier wordt de rekening dus per aansluitwaarde gecorrigeerd voor de mate waarin verbruikers bijdragen aan de totale kosten van het netwerk. De achterliggende gedachte is dat de hoogte van de piekafname van een huishouden afhangt van de grootte van de aansluiting en de mate van gelijktijdigheid. Kolom vijf bevat het aantal aansluitingen. De kW afhankelijke kosten worden nu naar rato van de gecorrigeerde transportcapaciteit omgeslagen naar de kleinverbruikers. Deze bedragen zijn in Tabel 3.2 te vinden in kolom zes. Kolom acht bevat het gedifferentieerde capaciteitstarief (de som van de kolommen zes en zeven).
19
Uit het overzicht van EnergieNed is de categorie ‘t/m 1 × 6A geschakeld’ verwijderd. Dit betreft 1.658.543 aansluitingen. Echter dit is vooral openbare verlichting (lantarenpalen). In de berekeningen is steeds aangenomen dat deze categorie geen gewijzigd tarief krijgt. Vermoedelijk is ook de gelijktijdigheid van deze aansluitingen lager dan bij andere aansluitingen, hetgeen een afwijkend tarief rechtvaardigt.
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
D ATA EN REKEN ING EFF E CT
Tabel 3.2
(1)
t/m 1 × 35ª / 1 × 40A t/m 1 × 63ª t/m 3 × 25ª / 1 × 80A t/m 3 × 35A t/m 3 × 50A t/m 3 × 63A t/m 3 × 80A Totaal
15
Gegevens berekening
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
AANTAL AANLUITIN GEN (X 1000)
BEDRAG AFHANKE LIJK VAN DE MAXIMAL E CAPACIT EIT VAN DE AANSLUI TING (€)
VAST BEDRAG PER AANSLUI TING (€)
TOTALE REKENING TRANSPOR TAFHANKEL IJKE KOSTEN (€)
MAXIMAL E TRANSP ORTCAP ACITEIT (KW)
GELIJKTIJD IGHEID
GECORRI GEERDE TRANSPO RT CAPACIT EIT (KW)
8,05 14,49
0,75 0,83
6,0 12,0
4.557 229
63 126
48 48
112 175
17,25 24,15 34,5 43,47 55,2
0,83 0,89 0,97 0,97 0,98
14,4 21,6 33,6 42,0 54,0
1.684 126 50 42 31 8.149
152 227 354 442 569
48 48 48 48 48
200 276 402 491 617
Noot: bedragen zijn afgerond op hele euro’s.
Uit Tabel 3.2 zullen alleen de tarieven voor de categorieën 1 × 35 Ampère en 3 ×25 Ampère worden gebruikt voor de berekening van de inkomenseffecten. Reden hiervoor is dat de Home database alleen huishoudens bevat en geen kleinzakelijke afnemers en dat geen verder onderscheid kan worden gemaakt tussen aansluitwaardes. Figuur 3.3, Figuur 3.4 en Figuur 3.5 geven het aantal huishoudens weer per inkomenscategorie waarbij onderscheid is gemaakt naar kleine aansluitingen (1 × 35 Ampère) en grote aansluitingen (3 × 25 Ampère). Hoe groter het inkomen is, hoe groter het aandeel van mensen met een grote aansluiting. Dit is een belangrijk gegeven, omdat bij een gedifferentieerd aansluittarief de grootte van de aansluiting van invloed is op de hoogte van de elektriciteitsrekening.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
16
HOO FD STU K 3
Figuur 3.3
Aantal aansluitingen van 1×35 en 3 × 25 Ampère per inkomenscategorie
300 250 200 150 100 50
meer dan 3.000
2.800 tot 3.000
2.600 tot 2.800
2.400 tot 2.600
2.200 tot 2.400
2.000 tot 2.200
1.800 tot 2.000
1.600 tot 1.800
1.400 tot 1.600
1.200 tot 1.400
1.000 tot 1.200
800 tot 1.000
minder dan 800
0
gemiddeld gezinsinkomen 1 × 35 Ampere
3 × 25 Ampere
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Figuur 3.4
Verhouding van aansluitingen van 1×35 en 3 × 25 Ampère per inkomenscategorie
100%
80%
60%
40%
20%
1 × 35 Ampere Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
meer dan 3.000
2.800 tot 3.000
2.600 tot 2.800
2.400 tot 2.600
2.200 tot 2.400
2.000 tot 2.200
1.800 tot 2.000
1.600 tot 1.800
1.400 tot 1.600
1.200 tot 1.400
1.000 tot 1.200
800 tot 1.000
minder dan 800
0%
gemiddeld gezinsinkomen 3 × 25 Ampere
D ATA EN REKEN ING EFF E CT
Figuur 3.5
17
Cumulatief aantal aansluitingen van 1×35 en 3 × 25 Ampère per inkomenscategorie
2.500
2.000
1.500
1.000
500
1 × 35 Ampere
3 × 25 Ampere
meer dan 3.000
2.800 tot 3.000
2.600 tot 2.800
2.400 tot 2.600
2.200 tot 2.400
2.000 tot 2.200
1.800 tot 2.000
1.600 tot 1.800
1.400 tot 1.600
1.200 tot 1.400
1.000 tot 1.200
800 tot 1.000
minder dan 800
0
gemiddeld gezinsinkomen
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Validering van de data De Home database is door Millward en Brown zodanig herwogen dat deze op de volgende kenmerken een goede representatie is van de Nederlandse bevolking: leeftijd, hoofdkostwinner, opleiding hoofdkostwinner, provincie, gezinsgrootte en eigendomsverhouding van de woning. Deze representativiteit is gecontroleerd en bevestigd door het gemiddelde inkomen en elektriciteitsverbruik volgens de dataset te vergelijken met de waarden die het CBS hiervoor geeft. De verschillen hiertussen waren niet groot. Het gemiddeld netto besteedbaar gezinsinkomen volgens de Home dataset is €2155, (inclusief 8 procent vakantietoeslag), volgens het CBS is dit €2.375. Het verschil kan waarschijnlijk verklaard worden uit het gebruik van verschillende definities voor het netto gezinsinkomen. Het gemiddeld elektriciteitsverbruik per huishouden is volgens de hier gebruikte data 3.360 kWh per jaar. Volgens het CBS is dit 3.344 kWh. Verder is de Home-dataset vergeleken met de gegevens van NRE. Deze netbeheerder heeft gegevens over verbruik (omgerekend tot standaard jaarverbruik) en over de aansluitwaarde. Hiermee is nagegaan of de frequentieverdeling van het elektriciteitsgebruik in het algemeen, en voor kleine en grote aansluitingen afzonderlijk, in de dataset overeenkomt met de frequentieverdeling bij de netbeheerder. Ook uit deze vergelijking zijn geen grote verschillen naar voren gekomen. De conclusies die in dit rapport getrokken worden, lijken dan ook robuust te zijn.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
18
HOO FD STU K 3
3.2
Rekeningeffect
Voor de verschillende tariefssystemen die in dit rapport worden geanalyseerd geeft Figuur 3.6 de hoogte van de rekening weer (inclusief leveringstarief en belastingen). In de volgende hoofdstukken wordt steeds toegelicht hoe deze rekeningen zijn opgebouwd. Hieruit blijkt hoger verbruik tot een hogere rekening leidt. De verschillen tussen de verschillende tariefsystemen zijn lastig af te lezen. Figuur 3.7 geeft de verschillen weer tussen de huidige rekening en de andere rekeningssystemen. Hieruit blijkt dat de verandering van de rekening sterk kan verschillen afhankelijk van het capaciteitstarief dat wordt gekozen. Dit gecombineerd met de verdeling van het verbruik per inkomenscategorie bepaalt de inkomenseffecten. Figuur 3.6
Elektriciteitsrekening bij verschillende tariefsystemen
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
-500 huidige rekening
capaciteitstarief 1 × 35 Ampère
capaciteitstarief 3 × 25 Ampère
capaciteitstarief met compensatie via REB 1 × 35 Ampère
capaciteitstarief met compensatie via REB 3 × 25 Ampère
Uniform capaciteitstarief zonder compensatie
Uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB
Standaard jaarverbruik zonder compensatie
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
D ATA EN REKEN ING EFF E CT
Figuur 3.7
19
Verandering van de elektriciteitsrekening bij verschillende tariefsystemen
400
300
200
100
0 0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
-100
-200
-300 huidige rekening capaciteitstarief 3 × 25 Ampère capaciteitstarief met compensatie via REB 3 × 25 Ampère Uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB
capaciteitstarief 1 × 35 Ampère capaciteitstarief met compensatie via REB 1 × 35 Ampère Uniform capaciteitstarief zonder compensatie Standaard jaarverbruik zonder compensatie
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
21
PER MAAN D OF PER KW H?
4
Uniform capaciteitstarief zonder compensatie
4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt nagegaan wat de inkomenseffecten zijn als huishoudens voor het netwerk een vast tarief betalen dat voor alle aansluitingen tot 3 × 25 Ampère gelijk is. Overige kleine aansluitingen worden hier niet onderscheiden, maar van de aansluitingen groter dan 3 × 25 Ampère is aangenomen dat deze wel een gedifferentieerd (en hoger )tarief betalen. Hierdoor is het gemiddelde tarief voor huishoudens in onze berekeningen € 125 per jaar. Dit is iets lager dan de €145 die EnergieNed als gemiddelde per aangesloten op het laagspanningsnet geeft. Paragraaf 4.2 bespreekt de inkomenseffecten, Paragraaf 4.3 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd (jonger of ouder dan 65 jaar), en Paragraaf 4.4 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd.
4.2
Inkomenseffecten
Tabel 4.1 geeft weer hoe de elektriciteitsrekening nu is opgebouwd en hoe deze met een uniform capaciteitstarief eruit ziet. De verschillen zitten in het ‘vastrecht net’ en in het nettarief per kWh. Tabel 4.1
Opbouw van de rekening HUIDIGE REKENING
WORDT
18,00
125,48
net per kWh
0,04
0
leveringstarief per kWh
0,06
0,06
energiebelasting
0,07
0,07
vrijstelling REB
197,00
197
meterhuur
20,25
20,25
BTW
19%
19%
vastrecht net
Op basis van deze gegevens is nagegaan wat de verandering van de elektriciteitsrekening is ten opzichte van het netto gezinsinkomen. Figuur 4.2 laat zien dat huishouden met een laag inkomen er tot 0,275 % op achteruit gaan, terwijl huishoudens met een hoog inkomen er tot 0,2 % van het netto besteedbaar gezinsinkomen op vooruit gaan. Voor individuele huishoudens kunnen deze gemiddelden een vertekend beeld geven, omdat er binnen elke inkomensgroep sprake is van een grote variatie in elektriciteitsverbruik. Figuur 4.3 laat de frequentieverdeling zien van de inkomenseffecten als gevolg van de introductie van het uniforme capaciteitstarief voor alle huishoudens. Deze variëren voor vrijwel alle huishoudens van -1 tot +1 procent van het inkomen. Figuur 4.3 geeft echter geen inzicht in de inkomensontwikkeling per inkomensklasse. Daarom worden in Figuur 4.4 en Figuur 4.5 de
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
22
HOO FD STU K 4
inkomenseffecten per inkomensklasse gepresenteerd. (Deze twee figuren horen bij elkaar en worden het beste van links naar rechts over twee bladzijden gelezen.) Uit de figuren blijkt duidelijk dat de invoering van het uniforme capaciteitstarief vooral voor veel huishoudens in de lagere inkomensklassen leidt tot een inkomensdaling. Figuur 4.2
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen
0,3%
0,2%
0,1%
0,0%
-0,1%
-0,2%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,3%
inkomen Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
U NIF ORM C APACIT EITST A RIEF ZON D ER C OM PENSAT IE
Figuur 4.3
23
Inkomenseffecten zonder compensatie: totaal effect (percentage Nederlandse bevolking)
100
80
60
40
20
2,50 tot 2,75
2,25 tot 2,50
2,00 tot 2,25
1,75 tot 2,00
1,50 tot 1,75
1,25 tot 1,50
1,00 tot 1,25
0,75 tot 1,00
0,50 tot 0,75
0,25 tot 0,50
0,00 tot 0,25
-0,25 tot 0,00
-0,50 tot -0,25
-0,75 tot -0,50
-1,00 tot -0,75
-1,25 tot -1,00
0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK 2.200 tot 2.400 EURO 10
10 Meer dan 3.000 EURO 50
0 2,5 / 3
2,5 / 3
2,5 / 3
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
2 / 2,5
0 2 / 2,5
10
2 / 2,5
20 1,5 / 2
30 1,5 / 2
5
1,5 / 2
40 1 / 1,5
Totaal 1 / 1,5
0
1 / 1,5
5
0,5 / 1
2.400 tot 2.600 EURO
0,5 / 1
0 / 0,5
0 -1 / -0,5
1.400 tot 1.600 EURO
0 / 0,5
5
-0,5 / 0
0 -1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
minder dan 800 EURO
-0,5 / 0
0
-1 / -0,5
5
-1 / -0,5
5
-1,5 / -1
10
-1,5 / -1
10
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
0
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 4.4
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
24 HOO FD STU K 4
Inkomenseffecten zonder compensatie A (percentage Nederlandse bevolking) 10 800 tot 1.000 EURO
5
0
1.600 tot 1.800 EURO
0
2.600 tot 2.800 EURO 2,5 / 3
2,5 / 3
2,5 / 3
2 / 2,5
2 / 2,5
0,5 / 1
0 / 0,5
2 / 2,5
0,5 / 1
-0,5 / 0
-1 / -0,5
1,5 / 2
0 1,5 / 2
0 1,5 / 2
2.800 tot 3.000 EURO
1 / 1,5
10
1 / 1,5
5
2.000 tot 2.200 EURO
1 / 1,5
5
0,5 / 1
0 0 / 0,5
10
-0,5 / 0
1.800 tot 2.000 EURO
0 / 0,5
5
-1,5 / -1
1.000 tot 1.200 EURO
-0,5 / 0
5
-1 / -0,5
0
-1 / -0,5
-2 /-1,5
0
-1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
5
-1,5 / -1
10
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10 -0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 4.5
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
U NIF ORM C APACIT EITST A RIEF ZON D ER C OM PENSAT IE 25
Inkomenseffecten zonder compensatie B (percentage Nederlandse bevolking)
10 1.200 tot 1.400 EURO
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
26
HOO FD STU K 4
Tabel 4.6 vat deze inkomenseffecten samen. Hieruit blijkt dat 10 procent van de Nederlandse bevolking er tussen maandelijks tussen de € 4 en € 8 op achteruit gaat terwijl het netto gezinsinkomen minder is dan € 1200 per maand. Tabel 4.6
Inkomenseffecten < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4
10%
8%
6%
2%
26%
-€4 TOT € 0
6%
5%
8%
3%
23%
€0 TOT € 4
2%
4%
9%
5%
21%
€4 TOT €8
1%
2%
8%
4%
15%
MEER DAN €8
1%
2%
7%
6%
15%
TOTAAL
20%
21%
38%
21%
100%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
4.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd
In deze paragraaf worden de inkomenseffecten onderscheiden in twee leeftijdsgroepen De eerste leeftijdsgroep zijn de huishoudens met een kostwinner ouder dan 65 vergeleken (de AOW-ers), de tweede de huishoudens met een kostwinner jonger dan 65 jaar. Tabel 4.7 geeft per percentage van de Nederlandse huishoudens waarvan de kostwinner jonger is dan 65 per combinatie van inkomen en verandering van de elektriciteitsrekening. Tabel 4.8 doet ditzelfde voor de huishoudens met een kostwinner ouder dan 65 jaar. Een van de dingen die hierin op valt is dat ouderen een relatief laag inkomen hebben. Figuur 4.9 geeft de gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening gerelateerd aan het inkomen weer. Hieruit blijkt dat huishoudens ouder dan 65 gemiddeld genomen er meer op achteruit gaan dan huishoudens waarvan de kostwinner jonger is dan 65 jaar. Dit resultaat wordt gedreven door het feit dat ouderen gemiddeld genomen minder elektriciteit gebruiken en een lager gezinsinkomen hebben. Tabel 4.7
Inkomenseffecten: jonger dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
0% 7%
0% 6%
0% 5%
0% 2%
0% 20%
€0 TOT € 4
5% 2%
4% 3%
7% 8%
3% 5%
19% 19%
€4 TOT €8
1%
2%
7%
4%
14%
MEER DAN €8
1%
2%
7%
6%
15%
TOTAAL
15%
17%
35%
20%
87%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
U NIF ORM C APACIT EITST A RIEF ZON D ER C OM PENSAT IE
Tabel 4.8
27
Inkomenseffecten: Ouder dan 65
< 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€8 TOT - € 4
0% 3%
0% 2%
0% 1%
0% 0%
0% 6%
-€4 TOT € 0
2%
1%
1%
1%
4%
€0 TOT € 4 €4 TOT €8
0% 0%
0% 0%
1% 0%
0% 0%
2% 1%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
1%
TOTAAL
5%
3%
4%
1%
13%
MINDER DAN - €8
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Figuur 4.9
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen
0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen Totaal
jonger dan 65
ouder dan 65
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
28
4.4
HOO FD STU K 4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte
Tot slot presenteren we hier de inkomenseffecten uitgesplitst naar de huishoudgrootte. Huishoudens met meer leden zullen meer elektriciteit verbruiken dan huishoudens met een of weinig leden. Tabel 4.10, Tabel 4.11 en Tabel 4.12 laten het inkomenseffect zien per inkomensklasse voor respectievelijk de eenpersoonshuishoudens, de tweepersoonshuishoudens en de drie en meer persoonshuishoudens. Figuur 4.13 geeft per inkomenscategorie weer wat de verandering van het inkomen is uitgesplitst naar huishoudsamenstelling. Hieruit blijkt dat hoe groter het huishoudens is hoe groter het voordeel (of hoe kleiner het nadeel) is van de invoering van een uniform capaciteitstarief. Dit is zoals verwacht, omdat grote gezinnen relatief veel elektriciteit gebruiken en nu dus relatief veel voor het netwerk betalen. Tabel 4.10
Inkomenseffecten zonder compensatie: eenpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
0% 7%
0% 6%
0% 4%
0% 1%
0% 18%
€0 TOT € 4
3% 1%
2% 1%
3% 1%
0% 1%
8% 4%
€4 TOT €8
0%
0%
1%
0%
2%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
1%
TOTAAL
12%
9%
9%
3%
33%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 4.11
Inkomenseffecten zonder compensatie: Tweepersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4
2%
2%
2%
1%
6%
-€4 TOT € 0 €0 TOT € 4
2% 1%
2% 1%
4% 4%
3% 3%
11% 9%
€4 TOT €8
0%
0%
3%
2%
5%
MEER DAN €8
0%
0%
2%
1%
4%
TOTAAL
5%
6%
15%
9%
35%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 4.12
Inkomenseffecten zonder compensatie: Drie en meerpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 2%
€0 TOT € 4
1% 0%
1% 2%
2% 4%
0% 2%
5% 8%
€4 TOT €8
1%
1%
4%
2%
8%
MEER DAN €8
0%
1%
4%
4%
10%
TOTAAL
3%
6%
14%
9%
33%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
U NIF ORM C APACIT EITST A RIEF ZON D ER C OM PENSAT IE
29
Figuur 4.13 Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen Totaal
eenpersoons
tweepersoons
drie en meerpersoons
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
31
PER MAAN D OF PER KW H?
5
Uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB
De inkomenseffecten van de invoering van een uniform capaciteitstarief kunnen door het nemen van twee maatregelen volledig worden tegengegaan.20 De eerste maatregel is een verhoging van de teruggave van de REB met de gemiddelde stijging van het vastrecht. De tweede maatregel is het verhogen van het REB-tarief per kWh met het bedrag van het huidige gemiddelde nettarief per kWh. De verandering van de elektriciteitsrekening bestaat dan uit de volgende vier onderdelen: 1.
Verhoging van het vaste tarief voor het net
2.
Verhoging van de REB teruggave elektriciteit
3.
Verlaging van het nettarief per kWh × verbruik in kWh
4.
Verhoging van de REB per kWh × verbruik in kWh
Onderdeel 1 en 2 en onderdeel 3 en 4 zijn aan elkaar gelijk (met tegengesteld teken) en heffen elkaar op. Hierdoor heeft een uniform capaciteitstarief voor de individuele klant geen inkomenseffecten. De vormgeving van de compensatie is zodanig gekozen dat de grotere teruggave bij de REB gelijk is aan de hogere REB opbrengst per kWh. Hierdoor is het uniform capaciteitstarief met compensatie via de REB neutraal in termen van belastinginkomsten. Het weergeven van de inkomenseffecten in een figuur of een tabel is niet zinvol: de veranderingen zijn voor verbruik gelijk aan nul.
20
Huishoudens zullen marginale veranderingen merken omdat het huidige tarief per netwerkbedrijf verschilt en de belastingdienst compenseert op basis van het gemiddelde netwerktarief. Deze verschillen zullen kleiner worden omdat de DTe de netwerkbedrijven met de hoogste tarieven de grootste efficiëntiekorting oplegt in de cpi-x regulering.
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
33
PER MAAN D OF PER KW H?
6
Gedifferentieerd capaciteitstarief zonder compensatie
6.1
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de inkomenseffecten gepresenteerd als aan huishoudens een gedifferentieerd capaciteitstarief voor het netwerk in rekening gebracht wordt. Dit tarief is voor aansluitingen tot 1 × 35 Ampère lager, dan voor aansluitingen van 3 × 25 Ampère. Voor huishoudens worden geen andere typen aansluitingen onderscheiden, omdat dit onderscheid niet gemaakt kan worden op basis van de Home-database. Gezien het grote aantal aansluitingen in de categorieën 1 × 35 en 3 × 25 Ampère zal dit de resultaten nauwelijks beïnvloeden (zie Tabel 3.2). Aansluitingen groter dan 3 × 25 Ampère, voornamelijk klein zakelijk gebruik, betalen onder een gedifferentieerd capaciteitstarief een hoger tarief dan de huishoudens met een aansluiting van 3 × 25 Ampère. Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld. Paragraaf 6.2 bespreekt de inkomenseffecten, Paragraaf 6.3 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd (kostwinner jonger of ouder dan 65 jaar), en Paragraaf 6.4 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte.
6.2
Inkomenseffecten
Tabel 6.1 geeft de opbouw van de huidige elektriciteitsrekening weer en de opbouw van de rekening als een gedifferentieerd capaciteitstarief in rekening wordt gebracht. De verschillen zitten in het ‘vastrecht net’ en in het ‘nettarief per kWh’. Bij het capaciteitstarief zijn hier twee niveaus onderscheidden. Het tarief voor een aansluiting van 1 × 35 Ampère is 111,82 euro, terwijl het tarief voor een aansluiting van 3 × 25 Ampère 200 euro bedraagt. Tabel 6.1
Opbouw van de rekening HUIDIGE REKENING
WORDT 1 × 35 AMPERE
WORDT 2 × 25 AMPERE
vastrecht net
18,00
111,82
200,00
nettarief per kWh
0,04
0,00
0,00
leveringstarief per kWh
0,06
0,06
0,06
energiebelasting
0,07
0,07
0,07
vrijstelling REB
197,00
197,00
197,00
Meterhuur
20,25
20,25
20,25
BTW
19%
19%
19%
Voor alle inkomens en verbruikscombinaties is vervolgens het verschil tussen de huidige rekening en de rekening met een gedifferentieerd capaciteitstarief uitgerekend. Figuur 6.2 geeft per inkomensgroep weer hoe groot de verandering van de elektriciteitsrekening is ten opzichte van het netto gezinsinkomen. Huishouden met een laag inkomen gaan er gemiddeld genomen maximaal -0,25% op achteruit, terwijl huishoudens met een hoog inkomen er gemiddeld genomen maximaal 0,18% op vooruit gaan. Deze gemiddelden per inkomenscategorie maskeren
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
34
HOO FD STU K 6
echter de veranderingen voor individuele huishoudens: huishoudens met gering verbruik zullen er meer op achteruit gaan, dan Figuur 6.2 suggereert, terwijl mensen met een groot verbruik er juist meer op vooruitgaan dan Figuur 6.2 suggereert. Figuur 6.2
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening ten opzichte van het netto gezinsinkomen
0,2%
0,1%
0,0%
-0,1%
-0,2%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,3%
inkomen
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF Z OND ER COM PEN SATI E
35
Figuur 6.3 geeft de frequentieverdeling weer van de inkomensveranderingen als gevolg van de invoering van een gedifferentieerd capaciteitstarief. Uit deze figuur blijkt dat de inkomensachteruitgang maximaal -1,25% bedraagt, terwijl er ook huishoudens zijn die er bijna 1,75% op vooruitgaan. Voor verreweg de meeste huishoudens geldt dat de verandering beperkt blijft tot plus of min 0,5%. Figuur 6.3
Inkomenseffecten zonder compensatie: totaal effect (percentage Nederlandse bevolking)
100
80
60
40
20
2,50 tot 2,75
2,25 tot 2,50
2,00 tot 2,25
1,75 tot 2,00
1,50 tot 1,75
1,25 tot 1,50
1,00 tot 1,25
0,75 tot 1,00
0,50 tot 0,75
0,25 tot 0,50
0,00 tot 0,25
-0,25 tot 0,00
-0,50 tot -0,25
-0,75 tot -0,50
-1,00 tot -0,75
-1,25 tot -1,00
0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Om weer te geven hoe de inkomensverandering varieert over de verschillende inkomensklassen is Figuur 6.3 uitgesplitst naar inkomensklasse. Figuren 6.4 en 6.5 laten per inkomensgroep de verdeling zien tussen huishoudens die erop vooruit gaan en huishoudens die erop achteruit gaan. Deze twee figuren horen bij elkaar en worden het beste van links naar rechts over twee bladzijden gelezen. De figuren laten zien dat juist de laagste inkomensklassen er op achteruit gaan en dat er in de laagste inkomensklassen ook juist veel huishoudens zijn die er relatief sterk op achteruitgaan. De verklaring hiervoor is dat deze huishoudens een laag inkomen hebben, waardoor een verandering van elektriciteitsrekening als percentage van het inkomen groter is.
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK 2.200 tot 2.400 EURO 10
Meer dan 3.000 EURO 50 2 / 2,5
2,5 / 3
2,5 / 3
2,5 / 3
0 2 / 2,5
10
2 / 2,5
20 1,5 / 2
30 1,5 / 2
5
1,5 / 2
40 1 / 1,5
Totaal 1 / 1,5
0
1 / 1,5
5
0,5 / 1
2.400 tot 2.600 EURO
0,5 / 1
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
1.400 tot 1.600 EURO
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
10
0 / 0,5
0 2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
minder dan 800 EURO
-0,5 / 0
10 -1 / -0,5
0
-1 / -0,5
5 -1,5 / -1
0
-1,5 / -1
5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
0
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 6.4
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
36 HOO FD STU K 6
Inkomenseffecten zonder compensatie A (percentage Nederlandse bevolking) 10 800 tot 1.000 EURO
5
0
10 1.600 tot 1.800 EURO
5
0
0
2.600 tot 2.800 EURO 2,5 / 3
2,5 / 3
2,5 / 3
2 / 2,5
2 / 2,5
0,5 / 1
0 / 0,5
2 / 2,5
0,5 / 1
-0,5 / 0
-1 / -0,5
1,5 / 2
0 1,5 / 2
0 1,5 / 2
2.800 tot 3.000 EURO
1 / 1,5
10
1 / 1,5
5
2.000 tot 2.200 EURO
1 / 1,5
5
0,5 / 1
0 0 / 0,5
10
-0,5 / 0
1.800 tot 2.000 EURO
0 / 0,5
5
-1,5 / -1
1.000 tot 1.200 EURO
-0,5 / 0
5
-1 / -0,5
0
-1 / -0,5
-2 /-1,5
0
-1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
5
-1,5 / -1
10
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10 -0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 6.5
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF Z OND ER COM PEN SATI E 37
Inkomenseffecten zonder compensatie B (percentage Nederlandse bevolking)
10 1.200 tot 1.400 EURO
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
38
HOO FD STU K 6
Tabel 6.6 vat deze inkomenseffecten samen. Hieruit blijkt dat 6 procent van de Nederlandse bevolking er maandelijks minstens € 4 op achteruit gaat, terwijl het netto gezinsinkomen minder is dan € 1200 per maand. Voor 1 procent van de huishoudens met een inkomen lager dan 1200 euro per maand geldt dat ze er minstens 8 euro per maand op achteruit gaan. Tabel 6.6
Inkomenseffecten < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
1% 5%
2% 4%
1% 4%
1% 2%
4% 14%
€0 TOT € 4
9% 3%
7% 4%
11% 8%
4% 5%
30% 20%
€4 TOT €8
1%
3%
10%
6%
20%
MEER DAN €8
1%
1%
5%
4%
12%
TOTAAL
20%
21%
38%
21%
100%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
6.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd
Tabel 6.7 en Tabel 6.8 geven respectievelijk de inkomenseffecten voor de huishoudens met een kostwinner jonger dan 65 en huishoudens met een kostwinner ouder dan 65. Uit deze tabellen blijkt ‘ouderen’ er meer op achteruit gaan dan ‘jongeren’. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat ‘ouderen’ minder verdienen en doordat ze minder elektriciteit gebruiken. Figuur 6.9 laat per inkomensklasse het effect zien voor huishoudens jonger en ouder dan 65. Hieruit blijkt dat ouderen er gemiddeld genomen op achteruitgaan. Bovendien blijkt uit de figuur duidelijk dat – per inkomenscategorie – ouderen er gemiddeld meer op achteruitgaan (of er minder op vooruit gaan) dan jongeren.
Tabel 6.7
Inkomenseffecten zonder compensatie: jonger dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
1%
1%
0%
3%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
4% 7%
3% 6%
3% 9%
2% 4%
11% 26%
€0 TOT € 4
3%
3%
7%
4%
17%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
1% 1%
2% 1%
10% 5%
6% 4%
19% 11%
TOTAAL
15%
17%
35%
20%
87%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF Z OND ER COM PEN SATI E
Tabel 6.8
39
Inkomenseffecten zonder compensatie: Ouder dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
1%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
2% 2%
1% 1%
1% 1%
0% 0%
3% 5%
€0 TOT € 4
1%
1%
1%
0%
3%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
1% 0%
TOTAAL
5%
3%
4%
1%
13%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Figuur 6.9
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen
0,8%
0,6%
0,4%
0,2%
0,0%
-0,2%
-0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen
Totaal
jonger dan 65
ouder dan 65
Bron: Home dataset/bewerking SEO
6.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte
Tabel 6.10, Tabel 6.11 en Tabel 6.12 laten de inkomenseffecten zien voor een, twee en drie of meer persoonshuishoudens. Het zijn vooral de drie en meerpersoonshuishoudens die profiteren van de invoering van een gedifferentieerd capaciteitstarief. Figuur 6.13 laat de inkomenseffecten
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
40
HOO FD STU K 6
per inkomenscategorie voor deze drie huishoudengroottes zien. Hoe groter het inkomen en hoe groter het gezin hoe gunstiger een gedifferentieerd capaciteitstarief is. Tabel 6.10
Inkomenseffecten zonder compensatie: eenpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
1% 4%
1% 3%
1% 2%
0% 0%
3% 9%
€0 TOT € 4
5% 1%
4% 1%
4% 2%
1% 1%
14% 5%
€4 TOT €8
0%
0%
1%
0%
2%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
1%
TOTAAL
12%
9%
9%
3%
33%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 6.11
Inkomenseffecten zonder compensatie: Tweepersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
1%
-€8 TOT - € 4
1%
1%
2%
1%
4%
-€4 TOT € 0 €0 TOT € 4
2% 1%
2% 2%
5% 3%
2% 3%
11% 9%
€4 TOT €8
0%
1%
4%
3%
8%
MEER DAN €8
0%
0%
1%
1%
3%
TOTAAL
5%
6%
15%
9%
35%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 6.12
Inkomenseffecten zonder compensatie: Drie en meerpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€8 TOT - € 4
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 2%
-€4 TOT € 0
1%
1%
2%
1%
6%
€0 TOT € 4 €4 TOT €8
1% 1%
1% 2%
3% 5%
1% 3%
6% 10%
MEER DAN €8
0%
1%
3%
3%
8%
TOTAAL
3%
6%
14%
9%
33%
MINDER DAN - €8
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF Z OND ER COM PEN SATI E
41
Figuur 6.13 Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen Totaal
eenpersoons
tweepersoons
drie en meerpersoons
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
43
PER MAAN D OF PER KW H?
7
Gedifferentieerd capaciteittarief met compensatie via de REB
7.1
Inleiding
In het vorige hoofdstuk zijn de effecten van een gedifferentieerd capaciteittarief gepresenteerd. We zagen dat invoering van een gedifferentieerd capaciteitstarief gemiddeld genomen ongunstig uitpakt voor huishoudens met een laag gezinsinkomen. Om dit effect tegen te gaan kunnen net als in Hoofdstuk 5 met betrekking tot het uniform capaciteitstarief, zowel de REB teruggave en het REB tarief per kWh worden verhoogd. De verandering van de elektriciteitsrekening bestaat dan uit de volgende vier onderdelen: 1.
Verhoging van het vaste tarief voor het net
2.
Verhoging van de REB teruggave elektriciteit
3.
Verlaging van het nettarief per kWh × verbruik in kWh
4.
Verhoging van de REB per kWh × verbruik in kWh
Onder een gedifferentieerd capaciteitstarief is het niet mogelijk alle effecten ongedaan maken via de REB compensatie. De resterende inkomenseffecten worden in dit hoofdstuk (grafisch) gepresenteerd. Paragraaf 7.2 bespreekt de inkomenseffecten voor alle huishoudens, Paragraaf 7.3 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd (kostwinner jonger of ouder dan 65 jaar), en Paragraaf 7.4 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte.
7.2
Inkomenseffecten
Tabel 7.1 geeft de kenmerken van de rekening zoals deze hier gebruikt zijn. Tabel 7.1
Opbouw van de rekening
vastrecht net net per kWh leveringstarief per kWh energiebelasting vrijstelling REB Meterhuur BTW
HUIDIGE REKENING
WORDT 1 × 35 AMPERE
WORDT 2 × 25 AMPERE
18,00 0,04 0,06 0,07 197,00 20,25 19%
111,82 0,00 0,06 0,11 304,48 20,25 19%
200,00 0,00 0,06 0,11 304,48 20,25 19%
Voor alle inkomens en verbruikscombinaties is hiermee het verschil tussen de huidige rekening en de rekening met een gedifferentieerd capaciteitstarief met compensatie via de REB bepaald. Figuur 7.2 geeft per inkomensgroep weer hoe groot de verandering van de elektriciteitsrekening
SEO ECON O M ISCH ONDER ZOEK
44
HOO FD STU K 7
is ten opzichte van het netto gezinsinkomen. Huishouden met een laag inkomen gaan er maximaal 0,12% op vooruit, terwijl huishoudens met een hoog inkomen er maximaal 0,5% op achteruit gaan. De reden dat huishoudens met een laag inkomen erop vooruitgaan, is dat zij relatief vaak over een kleine aansluiting beschikken. Zij betalen daarvoor minder (111,82 euro) dan het bedrag dat ze via de REB terugkrijgen (200 euro). De veranderingen zijn (zoals mag worden verwacht) procentueel gezien geringer dan de veranderingen bij een gedifferentieerd capaciteitstarief zonder compensatie. Figuur 7.3 geeft voor Nederland als geheel weer hoe groot de verandering van de elektriciteitsrekening is ten opzichte van de elektriciteitsrekening. Hieruit blijkt dat voor 80 procent van de Nederlandse huishoudens deze veranderingen een kleine verbetering in houdt (de huishoudens met een kleine aansluiting), terwijl de huishoudens met een grote aansluiting er op achteruit gaan. Figuur 7.4 en Figuur 7.5 laten per inkomensgroep de verdeling zien tussen huishoudens die erop vooruit gaan en huishoudens die erop achteruit gaan. Deze twee figuren horen bij elkaar en worden het beste van links naar rechts over twee bladzijden gelezen. Uit deze figuren blijkt dat – ook na compensatie – vooral in de lagere inkomensklassen er nog steeds huishoudens zijn die er meer dan 1% op achteruitgaan. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat compensatie via de REB niet alle inkomenseffecten kan neutraliseren als huishoudens een gedifferentieerd capaciteitstarief gaan betalen.
gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het inkomen
Figuur 7.2
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening ten opzichte van het netto gezinsinkomen
0,2%
0,1%
0,0%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,1%
inkomen
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF M ET C OMPENSAT IE VI A D E REB
Figuur 7.3
45
Inkomenseffecten met compensatie: totaal effect (percentage Nederlandse bevolking)
100
80
60
40
20
2,50 tot 2,75
2,25 tot 2,50
2,00 tot 2,25
1,75 tot 2,00
1,50 tot 1,75
1,25 tot 1,50
1,00 tot 1,25
0,75 tot 1,00
0,50 tot 0,75
0,25 tot 0,50
0,00 tot 0,25
-0,25 tot 0,00
-0,50 tot -0,25
-0,75 tot -0,50
-1,00 tot -0,75
-1,25 tot -1,00
0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
-2 /-1,5
10 100
5 50
0
0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK Meer dan 3.000 EURO 2 / 2,5
2,5 / 3
2 / 2,5
2,5 / 3
2,5 / 3
1 / 1,5
2 / 2,5
0,5 / 1
1,5 / 2
Totaal 1,5 / 2
0
1,5 / 2
5 1 / 1,5
2.400 tot 2.600 EURO
1 / 1,5
0,5 / 1
10
0,5 / 1
0 / 0,5
1.400 tot 1.600 EURO
0 / 0,5
-0,5 / 0
10
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
minder dan 800 EURO
-0,5 / 0
0 -1 / -0,5
5
-1 / -0,5
2.200 tot 2.400 EURO -1,5 / -1
0
-1,5 / -1
5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
0
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 7.4
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
46 HOO FD STU K 7
Inkomenseffecten met compensatie via de REB (percentage Nederlandse bevolking) A
10 800 tot 1.000 EURO
5
0
10 1.600 tot 1.800 EURO
5
0
5
0 0
10
2 / 2,5
2,5 / 3
2 / 2,5
2,5 / 3
2 / 2,5
2,5 / 3
1,5 / 2
1,5 / 2
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
1,5 / 2
0
1 / 1,5
0 2.800 tot 3.000 EURO
1 / 1,5
5
2.000 tot 2.200 EURO
1 / 1,5
5 0,5 / 1
5
0,5 / 1
10
0 / 0,5
1.800 tot 2.000 EURO
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
1.000 tot 1.200 EURO
-0,5 / 0
0 -1,5 / -1
0
-1 / -0,5
5
-1 / -0,5
-2 /-1,5
5
-1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
10
-1,5 / -1
2.600 tot 2.800 EURO -2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 7.5
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF M ET C OMPENSAT IE VI A D E REB 47
Inkomenseffecten met compensatie via de REB (percentage Nederlandse bevolking): B 1.200 tot 1.400 EURO
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
48
HOO FD STU K 7
Tabel 7.6 laat de inkomenseffecten zien per inkomensklasse. Hieruit blijkt dat er niemand meer dan € 8 op achteruit gaat. 20 procent van de huishoudens gaat er € 8 tot € 4 op achteruit, terwijl 80 procent van de huishoudens er € 0 tot € 4 op vooruit gaat. Dit is tevens precies de verhouding tussen mensen die op elektriciteit koken en dus een grote aansluiting hebben en de huishoudens die op gas koken en dus een kleine aansluiting hebben. Tabel 7.6
Inkomenseffecten < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
0% 2%
0% 4%
0% 8%
0% 6%
0% 20%
€0 TOT € 4
0% 18%
0% 17%
0% 31%
0% 15%
0% 80%
€4 TOT €8
0%
0%
0%
0%
0%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
0%
TOTAAL
20%
21%
38%
21%
100%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
7.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd
Tabel 7.7 en Tabel 7.8 geven het inkomenseffect weer uitgesplitst naar leeftijd van de kostwinner, terwijl Figuur 7.9 de inkomenseffecten laat zien per inkomensklasse uitgesplitst naar leeftijd van de kostwinner. Hieruit blijkt dat de verschillen tussen de generaties klein is in vergelijking met andere vormen van het capaciteitstarief, zoals het gedifferentieerde maar niet gecompenseerde capaciteittarief. Tabel 7.7
Inkomenseffecten met compensatie: jonger dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€4 TOT € 0
0% 1% 0%
0% 3% 0%
0% 7% 0%
0% 6% 0%
0% 17% 0%
€0 TOT € 4
14%
14%
28%
14%
70%
€4 TOT €8
0%
0%
0%
0%
0%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
0%
TOTAAL
15%
17%
35%
20%
87%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 7.8
Inkomenseffecten met compensatie: Ouder dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
0% 1%
0% 1%
0% 1%
0% 0%
0% 3%
€0 TOT € 4
0% 4%
0% 3%
0% 3%
0% 1%
0% 10%
€4 TOT €8
0%
0%
0%
0%
0%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
0%
TOTAAL
5%
3%
4%
1%
13%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
GED IFF EREN TIEER D C APAC ITEIT STAR IEF M ET C OMPENSAT IE VI A D E REB
Figuur 7.9
49
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen
0,8%
0,6%
0,4%
0,2%
0,0%
-0,2%
-0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen
Totaal
jonger dan 65
ouder dan 65
Bron: Home dataset/bewerking SEO
7.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte
Tabel 7.10, Tabel 7.11 en Tabel 7.12 geven het inkomenseffect weer voor de verschillende huishoudgroottes. Figuur 7.13 vat dit samen per inkomen. Hieruit blijkt dat de verschillen klein zijn. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het type aansluiting vrijwel niet gecorreleerd met de grootte van het huishouden. Tabel 7.10
Inkomenseffecten met compensatie: eenpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€8 TOT - € 4
0% 1%
0% 2%
0% 1%
0% 1%
0% 5%
-€4 TOT € 0
0%
0%
0%
0%
0%
€0 TOT € 4 €4 TOT €8
10% 0%
8% 0%
8% 0%
2% 0%
28% 0%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
0%
TOTAAL
12%
9%
9%
3%
33%
MINDER DAN - €8
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECO NO M ISCH ONDER ZOE K
50
HOO FD STU K 7
Tabel 7.11
Inkomenseffecten met compensatie: Tweepersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
0% 0%
1% 0%
3% 0%
2% 0%
7% 0%
€0 TOT € 4
5%
5%
12%
7%
28%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
TOTAAL
5%
6%
15%
9%
35%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 7.12
Inkomenseffecten met compensatie: Drie en meerpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€4 TOT € 0
0% 0% 0%
0% 1% 0%
0% 3% 0%
0% 3% 0%
0% 8% 0%
€0 TOT € 4
3%
4%
11%
6%
25%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
TOTAAL
3%
6%
14%
9%
33%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Figuur 7.13 Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen Totaal
eenpersoons
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO EC ON O MISC H O ND ERZ OEK
tweepersoons
drie en meerpersoons
51
PER MAAND OF PER KW H?
8
Capaciteitstarief op basis van Standaard Jaarverbruik.
8.1
Inleiding
In dit hoofdstuk bespreken we de effecten van de invoering van een vast tarief gebaseerd op het zogenaamde Standaard JaarVerbruik (SJV). Het SJV is gelijk aan het gemiddelde verbruik van de afgelopen twee jaar. In gevallen waarin dit verbruik niet bekend is, kan het SJV gebaseerd zijn op het verbruik van het jaar ervoor, of op een gemiddeld fictief verbruik (bijvoorbeeld bij nieuwbouwwoningen waar nog geen elektriciteit is afgenomen). Per verbruiksklasse (bijvoorbeeld 0 tot 1500 kWh) wordt een vast bedrag geheven. Hierdoor wordt het administratieve systeem vereenvoudigd: de rekening ligt vooraf klaar en tussen netbeheerder en leverancier hoeft slechts een keer per jaar communicatie plaats te vinden over de rekening. Een tarief gebaseerd op een SJV is in feite een combinatie van een capaciteitstarief met een compenserende maatregel. Daarom is hiervoor geen een situatie uit gerekend met compensatie en zonder compensatie. Paragraaf 8.2 bespreekt de inkomenseffecten, Paragraaf 8.3 bespreekt de inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd (kostwinner jonger of ouder dan 65 jaar), en Paragraaf 8.4 bespreekt de inkomenseffecten naar gezinsgrootte.
8.2
Inkomenseffecten
Tabel 8.1 beschrijft de rekening als er vier categorieën onderscheiden worden waarop het SJV gebaseerd is. Daarbij geldt hoe groter het SJV, hoe hoger het tarief. Huishoudens met een SJV van 1500 kWh of lager betalen 54,14 euro per jaar, terwijl huishoudens met een SJV van 4501 kWh of meer 216,55 per jaar gaan betalen. Tabel 8.1
Opbouw van de rekening STANDAARD JAARVERBRUIK (SJV)
HUIDIGE REKENING
NIEUWE REKENING
tot 1500 kWh 1501 tot 3000kWh 3001 tot 4500 kWh 4501 kWh en meer
18 18 18 18 0,037345 0,0584 0,0705 197 20,252 19%
54,14 108,27 162,41 216,55 0 0,0584 0,0705 197 20,252 19%
vastrecht net
net kWh leveringstarief per kWh energiebelasting vrijstelling REB Meterhuur BTW
SEO ECONOM ISCH ONDERZOEK
52
HOOFDSTUK 8
Figuur 8.2 geeft de gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening per inkomensklasse weer. De laagste inkomens gaan er maximaal 0,1% op achteruit, terwijl de inkomenseffecten voor hogere inkomens vrijwel nul zijn. In vergelijking met de capaciteitstarieven zonder compensatie pakt het SJV voor de lagere inkomens gunstig uit. Compensatie via de REB is echter voor de lagere inkomens nog iets gunstiger. . Figuur 8.2
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening ten opzichte van het netto gezinsinkomen
0,1%
0,0%
-0,1%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,2%
inkomen
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Omdat echter het elektriciteitsverbruik binnen een inkomensgroep varieert, zal het inkomenseffect binnen een inkomensgroep variëren. Huishoudens met – binnen een klasse van het SJV – laagverbruik gaan er op achteruit, terwijl huishoudens met – binnen een klasse van het SJV – hoog verbruik er op voor uit gaan. Figuur 8.3 geeft voor Nederland als geheel weer hoe groot de verandering van de elektriciteitsrekening is ten opzichte van de elektriciteitsrekening. Hieruit blijkt dat iets meer dan de helft er een kwart procent op achteruit gaat, terwijl minder dan de helft er een kwart procent op vooruit gaat. Grotere veranderingen van de rekening in verhouding tot het inkomen komen niet vaak voor. Figuur 8.4 en Figuur 8.5 laten per inkomensgroep de verdeling zien tussen huishoudens die erop vooruit gaan en huishoudens die erop achteruit gaan. Deze twee figuren horen bij elkaar en worden het beste van links naar rechts over twee bladzijden gelezen.
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
CAPACITEITSTARIEF OP BASIS VAN STANDAARD J AARVERBRUIK
Figuur 8.3
53
Inkomenseffecten zonder compensatie: totaal effect (percentage Nederlandse bevolking)
100
80
60
40
20
2,5 tot 2,75
2,25 tot 2,5
2,0 tot 2,25
1,75 tot 2,0
1,5 tot 1,75
1,25 tot 1,5
1,0 tot 1,25
0,75 tot 1,0
0,5 tot 0,75
0,25 tot 0,5
0,0 tot 0,25
-0,25 tot 0,0
-0,5 tot -0,25
-0,75 tot -0,5
-1,0 tot -0,75
-1,25 tot -1,0
0
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOM ISCH ONDERZOEK
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK 2.200 tot 2.400 EURO 10
Meer dan 3.000 EURO 70 2,5 / 3
2,5 / 3
0
2,5 / 3
10 2 / 2,5
20 2 / 2,5
30
2 / 2,5
40 1,5 / 2
5 1,5 / 2
50
1,5 / 2
60 1 / 1,5
Totaal 1 / 1,5
0
1 / 1,5
5
0,5 / 1
2.400 tot 2.600 EURO
0,5 / 1
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
1.400 tot 1.600 EURO
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
10
0 / 0,5
0 -1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
minder dan 800 EURO
-0,5 / 0
10 -1 / -0,5
0
-1 / -0,5
5
-1,5 / -1
5
-1,5 / -1
0 -2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
0
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 8.4
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
54 HOOFDSTUK 8
Inkomenseffecten zonder compensatie A(percentage Nederlandse bevolking)
10 800 tot 1.000 EURO
5
0
10 1.600 tot 1.800 EURO
5
0
2,5 / 3
2,5 / 3
2,5 / 3
2 / 2,5
2 / 2,5
2 / 2,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
-1 / -0,5
1,5 / 2
2.800 tot 3.000 EURO 1,5 / 2
10
1,5 / 2
0
1 / 1,5
0 0,5 / 1
5
1 / 1,5
0 2.000 tot 2.200 EURO
1 / 1,5
5
0,5 / 1
2.600 tot 2.800 EURO 0 / 0,5
10
-0,5 / 0
1.800 tot 2.000 EURO
0 / 0,5
5 -1,5 / -1
1.000 tot 1.200 EURO
-0,5 / 0
0 -1 / -0,5
0
-1 / -0,5
5 -2 /-1,5
0
-1,5 / -1
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
5
-1,5 / -1
10
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
-0,5 / 0
5
-2 /-1,5
2,5 / 3
2 / 2,5
1,5 / 2
1 / 1,5
0,5 / 1
0 / 0,5
10 -0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
10
-0,5 / 0
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
Figuur 8.5
-1 / -0,5
-1,5 / -1
-2 /-1,5
CAPACITEITSTARIEF OP BASIS VAN STANDAARD J AARVERBRUIK 55
Inkomenseffecten zonder compensatie B (percentage Nederlandse bevolking)
10 1.200 tot 1.400 EURO
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOM ISCH ONDERZOEK
56
HOOFDSTUK 8
Tabel 8.6 vat de effecten per inkomensgroep samen. Hieruit blijkt dat niemand er meer dan € 4 per maand op achteruit gaat. Slechts een klein percentage van de huishoudens (8%) gaat er meer dan 4 euro per maand op vooruit. Tabel 8.6
Inkomenseffecten < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
0% 13%
0% 13%
0% 22%
0% 10%
0% 59%
€0 TOT € 4
6%
7%
13%
8%
34%
€4 TOT €8
0%
1%
3%
2%
6%
MEER DAN €8
0%
0%
1%
1%
2%
TOTAAL
20%
21%
38%
21%
100%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
8.3
Inkomenseffecten uitgesplitst naar leeftijd
Tabel 8.7 en 8.8 laten de inkomenseffecten zien per inkomensgroep en uitsplitst naar leeftijd van de kostwinner. Figuur 8.9 laat de effecten per inkomensklasse zien uitgesplitst naar leeftijd van de kostwinner. Hieruit wordt duidelijk dat er niet veel verschillen zijn in effecten naar leeftijd bij een capaciteitstarief gebaseerd op een standaard jaarverbruik. Tabel 8.7
Inkomenseffecten zonder compensatie: jonger dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
0% 10%
0% 11%
0% 20%
0% 10%
0% 51%
€0 TOT € 4
5%
6%
12%
7%
30%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
3% 1%
2% 1%
6% 2%
TOTAAL
15%
17%
35%
20%
87%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 8.8
Inkomenseffecten zonder compensatie: Ouder dan 65 < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€8 TOT - € 4
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
-€4 TOT € 0
3%
2%
2%
0%
8%
€0 TOT € 4
2%
1%
1%
0%
5%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
TOTAAL
5%
3%
4%
1%
13%
MINDER DAN - €8
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
CAPACITEITSTARIEF OP BASIS VAN STANDAARD J AARVERBRUIK
Figuur 8.9
57
Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen
0,8%
0,6%
0,4%
0,2%
0,0%
-0,2%
-0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen
Totaal
jonger dan 65
ouder dan 65
Bron: Home dataset/bewerking SEO
8.4
Inkomenseffecten uitgesplitst naar gezinsgrootte
Tabel 8.10, Tabel 8.11 en Tabel 8.12 laten het effect voor de verschillende huishoudgroottes zien. Figuur 8.13 illustreert het effect voor de verschillende inkomenscategorieën. De grotere huishoudens (drie en meer personen ) komen er iets beter vanaf dan de kleinere huishoudens, maar de verschillen lijken in vergelijking met de eerdere maatregelen niet groot. Tabel 8.10
Inkomenseffecten zonder compensatie: eenpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€8 TOT - € 4
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
0% 0%
-€4 TOT € 0
8%
6%
6%
2%
22%
€0 TOT € 4 €4 TOT €8
3% 0%
3% 0%
3% 0%
1% 0%
10% 0%
MEER DAN €8
0%
0%
0%
0%
0%
TOTAAL
12%
9%
9%
3%
33%
MINDER DAN - €8
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOM ISCH ONDERZOEK
58
HOOFDSTUK 8
Tabel 8.11
Inkomenseffecten zonder compensatie: Tweepersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
MINDER DAN - €8
0%
0%
0%
0%
0%
-€8 TOT - € 4 -€4 TOT € 0
0% 3%
0% 4%
0% 9%
0% 5%
0% 21%
€0 TOT € 4
2%
2%
5%
4%
12%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
1% 0%
0% 0%
1% 0%
TOTAAL
5%
6%
15%
9%
35%
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Tabel 8.12
Inkomenseffecten zonder compensatie: Drie en meerpersoonshuishoudens < 1200
1200-1600
1600-2600
2600 EN MEER
TOTAAL
-€4 TOT € 0
0% 0% 2%
0% 0% 3%
0% 0% 7%
0% 0% 4%
0% 0% 16%
€0 TOT € 4
1%
2%
5%
3%
12%
€4 TOT €8 MEER DAN €8
0% 0%
0% 0%
2% 0%
1% 0%
4% 1%
TOTAAL
3%
6%
14%
9%
33%
MINDER DAN - €8 -€8 TOT - € 4
Bron: Home dataset/bewerking SEO
Figuur 8.13 Gemiddelde verandering van de elektriciteitsrekening t.o.v. het netto gezinsinkomen 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4%
totaal
>3.000
2.800-3.000
2.600-2.800
2.400-2.600
2.200-2.400
2.000-2.200
1.800-2.000
1.600-1.800
1.400-1.600
1.200-1.400
1.000-1.200
800-1.000
< 800
-0,6%
inkomen Totaal
eenpersoons
Bron: Home dataset/bewerking SEO
SEO ECONOMISCH ONDERZOEK
tweepersoons
drie en meerpersoons
PER MAAND OF PER KW H?
59
Referenties EnergieNed (2005a) Een helder marktmodel voor klant en energiesector, position paper 31 augustus, Arnhem. EnergieNed (2005b) Bijlagen bij position paper Een helder marktmodel voor klant en energiesector, 31 augustus, Arnhem. Jamasb, T., K. Neuhoff, D. Newbery, en M. Pollitt (2005) Long-term framework for electricity distribution access charges, Cambridge working paper nummer 551. Sijm, J.P.M., S.J.A. Bakker, Y. Chen, H.W. Harmsen, W. Lise (2005) CO2 price dynamics: The implications of EU emissions trading for the price of electricity, ECN-C--05-081
SEO ECONOM ISCH ONDERZOEK