PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN Peuteropvang

1

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN – Peuteropvang VISIE Algemeen. De kern van ons pedagogisch beleid is dat wij kinderen op respectvolle wijze volgen en ondersteunen in hun ontwikkeling. We laten ons hierbij inspireren door de theorieën van Reggio Emillia (Loris Malaguzzi). Deze ideeën zijn in onze eigen visie verwerkt zoals hieronder weergegeven. Onze belangrijkste uitgangspunten zijn: respect voor mens, dier en natuur en de zelfstandigheidbevordering van een kind. Wij werken vanuit de visie dat ieder kind nieuwsgierig is en zich wil ontwikkelen. Om die ontwikkeling goed te laten verlopen heeft zij een stimulerende en veilige omgeving nodig, waarbij grenzen duidelijk zijn. Van de volwassenen wordt verwacht dat zij vanuit een positieve instelling willen bijdragen aan deze ontwikkeling. Wij hebben het beleidsplan allereerst geschreven om ouders en belangstellenden te informeren over onze werkwijze. Daarnaast kan deze notitie een steuntje in de rug zijn voor de mensen die bij Kindercentrum “Marijtje Doets” werken.

ORGANISATIE Aprilstraat 107 – Peuteropvang Deze peuteropvang heeft 1 stamgroep – leeftijd van 2 tot 4 jaar Maximale groepsgrootte: 16 kinderen / Maximaal aantal beroepskrachten:2 De minimale opleidingseis van de beroepskrachten is SPW 3 of een MBO opleiding niveau 3 uit de zorg & welzijn. Naast deze medewerksters hebben we BBL leidsters (= leidster in opleiding) in dienst. De inzetbaarheid wordt bepaald door het leerjaar waar de BBL leidster zich in bevindt en vastgelegd in een ontwikkelplan. Wij stellen hen in de gelegenheid opdrachten voor school uit te voeren, de nodige kennis te verbreden en bieden begeleiding op maat. Openingstijden De peuteropvang is geopend op maandag t/m vrijdag van 08:30 uur tot 11:45 uur. Alle schoolvakanties zijn wij gesloten en ook op alle nationale feestdagen.

Pedagogisch Beleidsplan Peuteropvang - Kindercentrum Marijtje Doets

2 Plaatsing Het inschrijfformulier is te downloaden via de site. De administratie bekijkt of er plek is op de gewenste dagen. Er wordt eventueel een alternatief aangeboden. Als er plek is volgt er plaatsing. Wennen Vóór plaatsing is er een kennismaking met de groep en de leidsters waarmee het kind te maken krijgt. De voorkeur voor gaat uit naar de dag waarop het kind in de toekomst ook zal komen. Hij ziet dan al zijn toekomstige groepsgenootjes. De ouders krijgen informatie over de groep, de dagindeling en de gewoontes. Twee weken voordat de opvang officieel start, neemt de administratie contact op voor het plannen van een kennismakingsgesprek en een wenmoment van maximaal 1,5 uur indien het kind ratio het toelaat. Afname van extra dagen of ruilen van dagen Het is voor de ouders mogelijk een extra dag af te nemen die buiten de contracturen valt of binnen een week een dag te ruilen. Deze dag vindt in principe binnen de eigen stamgroep plaats en is alleen mogelijk wanneer de maximale stamgroepsgrootte en leidster-kind-ratio gehandhaafd blijft. Afmelden van kinderen Als uw kind onverhoopt een dag niet aanwezig kan zijn, vragen wij u vriendelijk dit voor 09:00 uur aan ons door te geven. Als we geen afmelding hebben ontvangen en uw kind blijkt toch afwezig te zijn, dan nemen we contact op om te informeren of wij uw kind nog kunnen verwachten die dag en/of dat er misschien iets aan de hand is. Ophalen door derden De kinderen die bij ons op de peuteropvang aanwezig zijn mogen alleen door de eigen ouders opgehaald worden. Kinderen worden niet aan derde meegegeven, tenzij ouders dit van te voren hebben laten weten door dit bijvoorbeeld tijdens de overdracht in de ochtend te vertellen of op de dag zelf te bellen. Mocht er onverhoopt een derde zijn die het kind komt ophalen, dan bellen we altijd met de ouders of ze toestemming geven dat deze derde hun kind meeneemt. Mochten we de ouders niet kunnen bereiken dan geven we het kind niet mee. Er kan door de pedagogisch medewerkster gevraagd worden te legitimeren.


3 OUDERS Oudercommissie De oudercommissie van Kindercentrum “Marijtje Doets” streeft naar minimaal 4 - 6 vertegenwoordigers. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een evenredig mogelijke vertegenwoordiging van ouders van alle stamgroepen. Ze stelt zich tot doel: 1. De belangen van de kinderen en de ouders van het kindercentrum waar de oudercommissie aan verbonden is zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; 2. Te adviseren ten aanzien van kwaliteit; 3. Het behartigen van de belangen van de ouders van het kindercentrum bij de directie. 4. Te adviseren in het beleid met betrekking tot spelen ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen. Informatieoverdracht tussen ouders en pedagogisch medewerkers Wij hechten groot belang aan een goed contact met ouders en streven ernaar door ouders gezien te worden als partners in de opvoeding. Voor het welbevinden van kinderen is het belangrijk dat ook ouders zich thuis en gehoord voelen bij ons, zodat de verschillende leefwerelden van het kind (thuis en op het kinderopvang) met elkaar verbonden worden. Daarom hebben wij vaste momenten waarop wij met ouders in gesprek gaan over opvoeding en de ontwikkeling van hun kind. Denk hierbij aan ouderavonden, 10minutengesprekken, nieuwsbrieven en de haal- en brengmomenten.

Tijdens de haalmomenten informeren we de ouders over hoe het die ochtend ging en delen met ouders de belevenissen, successen en teleurstellingen van het kind. De tijd die de pedagogisch medewerkster daarvoor vrij kan maken is afhankelijk van de behoefte die de nog aanwezige kinderen op dat moment hebben. Er kunnen daarom ook gespreksmomenten worden ingepland als de ouders en/of de pedagogisch medewerkers daar behoefte aan hebben. Klanttevredenheidsonderzoek Om onze dienstverlening voortdurend te kunnen toetsen en te verbeteren houden wij eenmaal per jaar een klanttevredenheidonderzoek. Zowel het onderzoek als de uitslag ontvangt u per mail.


4 PERSONEEL Pedagogisch medewerkers Elke groep beschikt over vaste en vertrouwde pedagogisch medewerkers. Bij afwezigheid door vakantie en/of ziekte worden zij zoveel mogelijk vervangen door collega’s of vaste invalkrachten. Alle medewerksters, inclusief onze vaste invalkrachten, beschikken over een erkend diploma voor het werken in de kinderopvang en zijn in het bezit van een “Verklaring omtrent gedrag”. Opleidingseisen De minimale opleidingseis van de beroepskrachten is SPW 3 of een MBO opleiding niveau 3 uit de zorg & welzijn. Naast deze medewerk(st)ers hebben we BBL pedagogisch medewerksters (= pedagogisch medewerkster in opleiding) in dienst. De inzetbaarheid wordt bepaald door het leerjaar waar de BBL leidster zich in bevindt en vastgelegd in een ontwikkelplan. Wij stellen hen in de gelegenheid opdrachten voor school uit te voeren, de nodige kennis te verbreden en bieden begeleiding op maat. Als erkend leerbedrijf, begeleiden wij regelmatig stagiaires van de MBO SPW 3 & 4 (BOL) opleiding. Deze stagiaires staan in principe altijd boventallig, behalve in geval van ziekte en/of vakanties (zie CAO Kinderopvang). Deskundigheidsbevordering De directie van Kindercentrum "Marijtje Doets" draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering van de pedagogisch medewerkers. Dit gebeurt middels diverse overlegvormen: gesprekken met individuele medewerkers, groepsoverleggen en vier maal per jaar een teamoverleg. Daarnaast is er vakliteratuur aanwezig op de hoofdlocatie. Onze pedagogisch medewerksters volgen jaarlijks een herhaling (kinder-)EHBO/BHV cursus en we bieden workshops op het gebied van pedagogische kwaliteit aan . ALGEMEEN De kern van ons pedagogisch beleid is dat wij kinderen op respectvolle wijze volgen en ondersteunen in hun ontwikkeling. Wij laten ons hierbij inspireren door de theorieën van Reggio Emillia (Loris Malaguzzi) en de antroposofische visie (Rudolf Steiner). Deze ideeën zijn in onze eigen visie verwerkt zoals hieronder weergegeven. Onze belangrijkste uitgangspunten zijn: respect voor mens, dier en natuur en de zelfstandigheidbevordering van een kind. Wij werken vanuit de visie dat ieder kind nieuwsgierig is en zich wil ontwikkelen. Om die ontwikkeling goed te laten verlopen is een stimulerende en veilige omgeving nodig, waarbij grenzen duidelijk zijn. Onze professionele en enthousiaste medewerkers begeleiden en helpen uw kind daar graag bij.


5 De rol van de omgeving Wij hechten belang aan een omgeving waar kinderen zich op hun gemak voelen. Tevens is er op de groep ruimte om te spelen en te ontdekken. Voor de groep is er ook een aangrenzende ruimte om buiten te rennen en te spelen. De natuur speelt een belangrijke rol. We zijn veel buiten en we volgen de seizoenen. Bij bepaalde thema’s is er ruimte voor het planten van tuinkers, aardbeien, tomaten, radijsjes, worteltjes, bloemen. Dit gebeurd zowel binnen als buiten. Hiermee proberen wij ze te leren respect op te brengen voor mens, dier en natuur. WERKWIJZE Dagritme Op de peuteropvang zijn vaste tijden voor eten, spel en andere activiteiten. Zo weten de kinderen wat er komt en dat geeft rust en vertrouwen. Wij streven ernaar rustige en actieve momenten af te wisselen. Bij het eten wordt altijd gezongen voorafgaand aan het eten. Tussen de eet- en speelmomenten vinden activiteiten plaats zoals knutselen, buiten spelen, vrij spelen en dergelijke. Het streven is dat de groep iedere dag even naar buiten gaan. De dagindeling van een groep wordt bij de intake bekend gemaakt. Eten De kinderen nemen allemaal een eigen stukje fruit mee. Drinken wordt verzorgd door ons. Verzorging en hygiëne De verzorging van de kinderen neemt een grote plaats in bij de dagelijks terugkerende taken van de leidster. Het zijn noodzakelijke handelingen die de leidster in staat stellen even al haar aandacht op het individuele kind te richten. Het zijn bij uitstek de momenten waar de vertrouwensband tussen kind en leidster kan groeien. Waar veel kinderen samen zijn is een goede hygiëne van groot belang. Wij realiseren ons dat wij niet kunnen voorkomen dat kinderen ziekten van elkaar overnemen, maar wij kunnen door goede hygiëne die kans wel verkleinen. Daarom leren wij de kinderen tijdens het hoesten en niezen hun hand voor de mond te houden en vervolgens hun handen te wassen. leder kind krijgt bij het verschonen van gezicht en handen een eigen doekje. Bij het verschonen van een luier wordt erop gelet dat dit zo hygiënisch mogelijk gebeurt. Bij het verschonen van de luier wordt gebruik gemaakt van medische rollen. Zo krijgt ieder kind bij de verschoning een eigen papieren onderlegger. De leidsters maken gebruik van plastic handschoenen bij het verschonen van ontlasting. Daarnaast wast de leidster na iedere verschoning de handen. De groepsruimte en het sanitair worden aan het eind van de dag grondig schoon gemaakt.


6 Zo nodig gebeurt dit ook eens tussendoor. Het speelgoed wordt regelmatig gereinigd. De ruimtes worden tussendoor gelucht. Bij ziektes worden extra maatregelen genomen. Bij besmettelijke ziektes wordt het kind geweerd van het kindercentrum. Bij een of meer gevallen wordt het gemeld op de deur van de groep en op de voordeur van het kindercentrum. Leidsters gebruiken dan bij alle verschoningen handschoenen. en het meubilair en speelgoed wordt dan extra schoongemaakt. PEDAGOGISCHE ASPECTEN De emotionele veiligheid In onze balans 'rust & stimulans' waarborgen wij de emotionele veiligheid door kinderen structuur te bieden. Wij hebben een vast dagritme, zodat kinderen weten wat ze kunnen verwachten. Daarnaast hebben wij verschillende rituelen om kinderen de veiligheid te bieden die zij nodig hebben, zoals het uitzwaaien voor de deur van de ouders als een vast liedje zingen voor het eten. Soms hebben kinderen verdriet of maken zij ruzie. Kinderen krijgen ruimte voor deze emoties en het zelfstandig oplossen ervan, maar de leidster houdt de grenzen goed in de gaten. Waar nodig, zal zij kinderen helpen een uitweg te vinden door de emoties te benoemen of voor afleiding te zorgen. Wanneer er een irritatie tussen kinderen ontstaat, leren wij ze door middel van goede communicatie dit probleem op te lossen. Door middel van regels proberen wij de kinderen de normen en waarden bij te brengen en hun sociale vaardigheden te bevorderen. Persoonlijke en sociale ontwikkeling De belangrijkste voorwaarde voor een optimale sociale en emotionele ontwikkeling is een omgeving waarin het kind zich gewaardeerd en geliefd voelt. Wij doen er op het kindercentrum alles aan om een dergelijke omgeving aan ieder kind te bieden. Dat betekent dat de leidster vooral positief reageert op de acties van de kinderen. Zij gaat uit van hun goede intenties en zij zal vooral het positieve benoemen. Tevens zijn wij van mening dat ieder kind bemoediging nodig heeft, zodat het kind een goed beeld over zichzelf kan opbouwen, waardoor zij het gevoel krijgen erbij te horen. Dit is belangrijk voor hun ontwikkeling en zelfvertrouwen. Voor jonge kinderen is alles in de omgeving een uitdaging tot spel. Het gaat niet om het bereiken van een resultaat, het doel van het spel is het spelen zelf. De leidster houdt de spelende kinderen goed in de gaten. Dat doet zij allereerst om ervoor te zorgen dat de omgeving fysiek en emotioneel veilig is voor het kind. Door het spelende kind te observeren ontdekt zij waar het kind mee bezig is, hoe hij problemen oplost of wanneer hij boos wordt of de moed laat zakken. Vaak zal zij de helpende hand bieden door een spelsuggestie te doen, ander materiaal aan te bieden of door even mee te spelen.


7 Spraak-Taalontwikkeling Spraak-taalontwikkeling is veel meer dan het leren van woordjes en zinnen. Het kind oefent stembanden, mond en lippen, hij maakt zich ritme en melodie eigen en hij leert emoties uitdrukken en betekenissen geven. Dat is heel wat. Door het geven van kleine opdrachtjes proberen wij inzicht te krijgen in de woordenschat en het taalbegrip van het kind. Van daaruit worden aangepaste spelletjes en kleine oefeningen aangeboden. Hiermee proberen wij vroegtijdige achterstanden te voorkomen. Zo nodig adviseren wij ouders met hun kind naar logopedie te gaan. De leidsters op het kindercentrum kunnen een belangrijke bijdrage leveren door hun taal goed en gevarieerd te gebruiken. Babbelen, benoemen en herhalen brengen de taal dicht bij het jonge kind. Versjes, vertellen, voorlezen en zingen zijn een stimulans voor de ontwikkeling van de taal en ook de grotere kinderen zullen daar van leren en plezier aan beleven. Motorische ontwikkeling Kinderen leren de wereld kennen door te doen. Zij oriënteren zich al doende in de ruimte en leren hun eigen lichaam kennen. Wij stimuleren de kinderen veelzijdig te bewegen, zowel binnen als buiten. Met name buiten zorgen wij ervoor dat de grove motoriek geoefend kan worden. De leidster waakt over de veiligheid. Zij leert de kinderen om te gaan met gevaar en biedt zo nodig de helpende hand. De fijne motoriek wordt volop geoefend door met de kinderen te knippen, plakken, scheuren en andere knutselvaardigheden uit te oefenen. Ook met divers speelgoed (puzzels, lego, duplo etc.) wordt deze vaardigheid gestimuleerd. Creatieve ontwikkeling Door de creativiteit te stimuleren, krijgen kinderen de kans hun talenten volledig te verkennen, ontplooien en benutten. Te veel aanwijzingen en suggesties kunnen de creativiteit van het kind afremmen. Het is belangrijk dat het werkstuk een product van het kind zelf wordt. Het belangrijkste is dat het kind plezier heeft in zijn handelingen. Alleen op deze manier kan een kind expressief bezig zijn en kan het zich uiten via het werken met de materialen. Het gaat niet om het eindproduct, maar om het handelen en verkennen van materialen en eigen mogelijkheden. Het stimuleren van de creativiteit wordt vooral gedaan door het kind te laten experimenteren met diverse materialen en technieken. Zo wordt er bijvoorbeeld gewerkt met klei, verf, deeg, zand en water. Deze manier van experimenteren is belangrijk omdat een kind wordt aangemoedigd om nieuwe ervaringen op te doen, te exploreren en dingen op een wijze te doen die voor hem bevredigend is. Daarnaast leert het kind spelenderwijs om te gaan met onder meer vormen en kleuren. Een andere manier van creatief bezig zijn met dans en muziek. Ritme en melodie zijn een belangrijke ondersteuning voor de taal– en emotionele ontwikkeling. Zingen en samen muziek maken verhoogt de sfeer op de groep en geeft een gevoel van saamhorigheid bij de kinderen.


8 Cognitieve ontwikkeling Kinderen willen alles leren en dat doen ze spelenderwijs. Wij als kindercentrum zien het als onze taak om een stimulerende omgeving aan te bieden waarin veel te leren valt. Wij sluiten aan bij de interesse, het spel en het tempo van het kind. De cognitieve vaardigheden worden niet op zichzelf geoefend, ze zijn verweven in de activiteiten van het kind. Observeren & Signaleren Ieder kind ontwikkelt zich op een eigen manier en in een eigen tempo. Bij sommige kinderen kunnen achterstanden ontstaan door ontwikkelings- en/of gedragsproblemen. Door een kind goed te observeren kunnen mogelijke ontwikkelingsachterstanden en/of gedragsproblemen ontdekt worden. De pedagogisch medewerker speelt vanuit haar beroepsmatige en professionele functie een belangrijke rol in het signaleren van mogelijke problemen. Zo kunnen er tijdig stappen worden ondernomen in geval er een achterstand is of dreigt. De ouder blijft echter altijd zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en ontwikkeling van een kind. Achterstanden kunnen echter ook veroorzaakt worden door verwaarlozing of mishandeling. In dat geval is het, naast ondersteuning en begeleiding van een kind, belangrijk dat mogelijke verwaarlozing of mishandeling op de juiste manier wordt gesignaleerd en onder de aandacht gebracht van de juiste instanties. Zij zijn in staat de zaak te onderzoeken en zo nodig de noodzakelijke acties te ondernemen. De leidinggevende is hierbij het eerste aanspreekpunt en zal de melding in nauwe samenwerking met de melder behandelen volgens de richtlijnen van het protocol bij een vermoeden van kindermishandeling. De pedagogisch medewerker:  Observeert, bij een vermoeden, het kind op twee momenten tijdens verschillende activiteiten en momenten in de opvangsituatie. Dit gebeurt volgens ons observatieformulier. Na ieder observatiemoment volgt een gesprek.  Zoekt interactie met het kind als het zich anders dan normaal gedraagt om te achterhalen wat er aan de hand is met het kind.  Bespreekt de observatie en de bezorgdheid met de leidinggevende. De leidinggevende geeft advies en ondersteuning en zal aanwezig zijn tijdens het gesprek met de ouder(s)/verzorger(s).  Deelt de bezorgdheid over een kind tijdens een gesprek met de ouder bij een vermoeden dat er iets aan de hand is. Dit gebeurt aan de hand van het observatieformulier.  Voorziet de ouder/verzorger van informatie over en informeert naar het gedrag, houding en welbevinden van het kind.  Blijft een kind onder alle omstandigheden serieus nemen.


9 Bij ontwikkelings- of gedragsproblemen:  Stimuleert een kind bij ontwikkelingsproblemen door met toegepast spel of materiaal activiteiten te ondernemen, zoals veel lezen bij een taalachterstand en met constructiemateriaal werken bij een motorische achterstand.  Communiceert vaker en duidelijker naar een kind door meer uit te leggen of te vragen.  Besteedt vaker aandacht aan het stimuleren van positief gedrag.  Maakt met de ouder duidelijke en concrete afspraken over de te bieden extra begeleiding en legt deze opvangafspraken schriftelijk vast.  De leidinggevende adviseert door naar de juiste instanties voor deskundige hulp. Te denken aan consultatiebureau, Oké-punt, huisarts, etc. Zo nodig neemt zij zelf contact op met hulpinstanties na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s). Bij mogelijke verwaarlozing of mishandeling:  Is zich ervan bewust dat waargenomen signalen niet altijd hoeven te wijzen op verwaarlozing of mishandeling.  Is verplicht een verdenking altijd te melden bij de leidinggevende.  Volgt het protocol meldcode kindermishandeling voor de kinderopvang.  Respecteert altijd de privacy van alle betrokkenen.  Maakt de eigen emoties ondergeschikt aan het belang van een kind en de relatie met haar verzorgers. Onze pedagogisch medewerkers zijn voldoende opgeleid, ontvangen alle protocollen en krijgen tijdens vergaderingen de nodige kennis om adequaat te kunnen signaleren en verwijzen. 10 minuten gesprekken Tweemaal per jaar houden wij 10 minuten gesprekken voor de ouders van het kinderdagverblijf en de peuterspeelzalen. Als ouders na het ontvangen van het observatieformulier nog een gesprek wensen, dan mogen zij dit aangeven. Tijdens dit gesprek bieden wij de ouder de mogelijkheid de pedagogisch medewerker vragen te stellen en eventueel ervaringen uit te wisselen. Mocht het 10-minutengesprek niet voldoende zijn, bestaat de mogelijkheid een vervolggesprek aan te vragen en geldt de procedure zoals hierboven beschreven staat onder “Observeren & Signaleren”. Zelfstandigheidbevordering Al spelenderwijs, bevorderen wij de zelfstandigheid. De kinderen wordt al jong geleerd dat ze het speelgoed waarmee ze hebben gespeeld, zelf moeten opruimen. Bij de oudere kinderen wordt erop gewezen dat ze alleen dat pakken wat ze ook nodig hebben en dat ze zorgvuldig met de spullen omgaan. De kinderen worden gestimuleerd zelf hun jas aan en uit te trekken, hun schoenen aan en uit doen, de veters strikken, zelf met mes en vork eten. Op de peutergroep wordt in samenspraak met de ouders, als het kind eraan toe is, veel aandacht besteed aan de zindelijkheidstraining. Dit belonen wij door middel van een sticker die ze zelf mogen plakken op hun beloningsvel wat op het toilet hangt. Pedagogisch Beleidsplan Peuteropvang - Kindercentrum Marijtje Doets

10

Normen en waarden Het eigen maken van normen en waarden is een onderdeel van de morele ontwikkeling. Binnen en buiten de groep doen zich situaties voor waarvan op dit gebied veel leermomenten zijn (bijv. pijn en verdrietige situaties, ruzie of een maatschappelijke gebeurtenis). Door onze reacties als pedagogisch medewerkers ervaren kinderen wat wel en niet goed is. Het eigen gedrag en van ons als pedagogisch medewerker heeft hierbij dus een belangrijke voorbeeldfunctie. Jaarritme en feesten In de loop van het jaar worden de traditionele feesten (Carnaval, Pasen, Sint Maarten, Sinterklaas, Kerst) op het kindercentrum gevierd. Dit versterkt het gevoel om zich ergens op te verheugen. Rondom alle feesten worden de ruimtes versierd passend bij het feest. Ook de activiteiten worden hierin aangepast. Natuurlijk worden verjaardagen, de geboorte van een broertje of zusje en andere hoogtepunten uit het leven van het kind ook gevierd. Bij de verjaardag mogen de kinderen verantwoord trakteren. Regels Regels zijn nodig voor de rust en veiligheid op de groep. Ze geven de grenzen aan waar jonge kinderen behoefte aan hebben. Regels zijn geen doel op zich. De leidster weet waarom zij ze hanteert en kan er daarom ook flexibel mee omgaan als de situatie daar aanleiding toe geeft. Vakantie Wij vinden het belangrijk, maar het is niet verplicht, dat kinderen 2 aaneengesloten weken vakantie doorbrengen met hun ouders. Tevens vinden wij het belangrijk dat zij even weg zijn uit het dagelijkse ritme bij ons op het kindercentrum. Dit moment is door ouders zelf te kiezen het gehele jaar door. Ouders dienen dit via de mail door te geven, zodat de organisatie rekening kan houden met het inroosteren van onze pedagogisch medewerksters. RI & E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) Een opgesteld RI & E plan ziet erop toe dat alle aspecten binnen de organisatie veilig & gezond zijn en blijven. Eenmaal per jaar zal er een algehele controle plaats vinden waarbij het RI & E plan zo nodig vernieuwd en aangepast wordt. Zo blijft de veiligheid en gezondheid gewaarborgd. “Vier-ogenprincipe”

Vanaf 1 juli 2013 treedt het “vier-ogenprincipe” in werking. Dit principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een pedagogisch medewerk(st)er is in principe niet alleen binnen of buiten met één of meerdere kinderen, zonder dat iemand hem/haar kan zien. Pedagogisch Beleidsplan Peuteropvang - Kindercentrum Marijtje Doets

11 Echter geldt het “vier-ogenprincipe” alleen voor de dagopvang, maar is ons streven dit waar mogelijk tevens te handhaven voor de BSO en de Peuterspeelzaal, door middel van een stagiaire of een vrijwilliger. De achterwacht van “De Seizoentjes” is de locatie “Willem de Vlamingh”. Binnen vijf minuten kan er iemand op de locatie zijn indien nodig. Uitstapjes vinden alleen plaats met minimaal twee begeleiders. Medewerkers melden altijd aan de achterblijvers op de vestiging of aan medewerkers van het hoofdkantoor dat men op stap gaat, waarheen en wanneer men terugkomt. Alleen vaste medewerkers en oproepkrachten die goed bekend zijn met de vestiging openen en sluiten. Aan het begin en eind van de dag werken pedagogisch medewerkers samen. Er staan in principe nooit twee oproepkrachten tegelijk op één groep, waar nodig wordt gewisseld met een vaste medewerker. Inspectie Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en kind-leidster ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De GGD stuurt de oudercommissie het definitieve rapport en de ouder zorgt ervoor dat het rapport ter inzage wordt geplaatst op de website TOT SLOT Dit pedagogisch beleidsplan schetst een beeld van het pedagogisch klimaat op Kindercentrum “Marijtje Doets”. Kern van ons pedagogisch beleid is - zoals gezegd - dat wij kinderen op een respectvolle wijze willen volgen en ondersteunen in hun ontwikkeling. Wij hopen dat dit beleidsplan belangstellenden informeert over wat wij doen en dat het leidsters van Kindercentrum “Marijtje Doets” steunt in hun belangrijke dagelijkse taak. Dit pedagogisch beleidsplan zal jaarlijks bijgesteld worden.

Almere, Ingangsdatum: Revisiedatum:

januari 2016 januari 2017


PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN Peuteropvang

Recommend Documents